Vragen en Antwoorden - weblex.irisnet.be - Région de Bruxelles ...

74
Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 februari 2012 (nr. 26)
Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 février 2012 (n° 26)
De beheers-vzw kent alleen de erkende centra, voor het merendeel
de dealers van de in België verkochte merken. Deze dealers in
voertuigen worden zelf streng gecontroleerd door hun invoerders,
die lid zijn van de vzw Febelauto. De beheers-vzw heeft geen zicht
op de « niet-erkende » centra. Hun controle valt onder de bevoegdheid
van de overheid.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn alle uitbaters van
een demonteercentrum voor afgedankte voertuigen en de vervoerders
geregistreerd. Bovendien beschikken alle demonteercentra
over een milieuvergunning van klasse IB. Om de drie maanden
moeten zij het register van inkomende en uitgaande voertuigen
aan Leefmilieu Brussel bezorgen. De bestemming van de afgedankte
voertuigen is dus bekend en wordt gecontroleerd.
Elk gedepollueerd en gedemonteerd voertuig wordt binnen de
zes maanden voor vernietiging naar een geregistreerd centrum
voor de vernietiging en recylage van afgedankte voertuigen
gebracht dat ertoe gemachtigd is een vernietigingsattest af te
geven, of naar een centrum dat in een ander gewest vergund is en
ertoe gemachtigd is een vernietigingsattest af te geven.
De beheers-vzw controleert de verwijderingen vanuit de
erkende centra.
De traceerbaarheid van de voertuigen is echter een federale
bevoegdheid. Op termijn zou die traceerbaarheid moeten worden
gegarandeerd door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit via
het MOBIVIS-systeem (beheer van de inschrijving van alle voertuigen
in België), waaraan op dit ogenblik de laatste hand wordt
gelegd.
Het beheer van afgedankte voertuigen is geregeld in het besluit
van 15 april 2004. De niet-naleving van de bepalingen van het
besluit kan worden bestraft. Dit besluit is van toepassing op de
leden van de ondertekenende federaties én op de niet-leden.
Het besluit betreffende het beheer van afgedankte voertuigen
verplicht de houder van een afgedankt voertuig ertoe het voertuig
in te leveren op een van de volgende bestemmingen (artikel 7,
§ 2) :
– bij een kleinhandelaar die minstens de in artikel 8 gestelde
voorwaarden vervult,
– bij de exploitant van een geregistreerd demonteercentrum voor
afgedankte voertuigen,
– bij de exploitant van een geregistreerd demonteercentrum voor
afgedankte voertuigen dat ertoe gemachtigd is een vernietigingsattest
af te geven,
– bij de exploitant van een geregistreerd centrum voor de vernietiging
en recycling van afgedankte voertuigen dat ertoe
gemachtigd is een vernietigingsattest af te geven,
– of bij elk ander centrum dat in de andere Gewesten is vergund
en ertoe gemachtigd is een vernietigingsattest af te geven.
In het besluit betreffende afgedankte voertuigen is bepaald dat
elk gedepollueerd en gedemonteerd voertuig binnen maximaal zes
maanden voor vernietiging naar een geregistreerd centrum voor
de vernietiging en recylage van afgedankte voertuigen moet wor-
L’ASBL de pilotage ne connaît que les centres agréés qui sont
en grande majorité les concessionnaires des marques de véhicules
vendus en Belgique. Ces derniers sont eux-mêmes fortement
contrôlés par leurs importateurs, membres de l’ASBL Febelauto.
Les centres « non agréés » ne sont pas connus de l’ASBL de pilotage,
leur contrôle est du ressort des autorités.
En Région de Bruxelles-Capitale, tous les exploitants d’un
centre de démontage de véhicule hors d’usage (VHU) et les
transporteurs sont enregistrés. En outre, les centres de démontage
disposent tous d’un permis d’environnement de classe IB et sont
tenus d’envoyer trimestriellement à Bruxelles Environnement le
registre des véhicules entrant et sortant du centre. La destination
des VHU est donc connue et contrôlée.
Tout véhicule dépollué et démonté doit être envoyé pour destruction
dans un délai de six mois maximum à un centre enregistré
de destruction et de recyclage habilité à délivrer un certificat
de destruction. Le véhicule dépollué et démonté peut aussi être
envoyé dans un centre autorisé dans une autre Région et habilité à
délivrer un certificat de destruction.
L’ASBL de pilotage contrôle les évacuations depuis les centres
agréés.
Cependant la traçabilité des véhicules relève de la compétence
de l’État fédéral. La traçabilité devrait, à terme, être assurée par
le service fédéral de mobilité à travers l’application MOBIVIS
(gestion de l’immatriculation de tous les véhicules en Belgique)
actuellement en cours de finalisation.
La gestion des véhicules hors d’usage est réglementée par l’arrêté
du 15 avril 2004. Le non-respect des dispositions de cet arrêté
peut être sanctionné. Cet arrêté s’applique autant aux affiliés des
fédérations signataires qu’aux non-affiliés.
L’arrêté relatif aux véhicules hors d’usage oblige le détenteur à
remettre le véhicule hors d’usage à l’une des destinations suivantes
(article 7, § 2) :
– le détaillant qui répond au moins aux conditions de l’article 8,
– l’exploitant d’un centre enregistré de démontage de véhicules
hors d’usage,
– l’exploitant d’un centre enregistré de démontage de véhicules
hors d’usage et habilité à délivrer un certificat de destruction,
– l’exploitant d’un centre enregistré de destruction et de recyclage
de véhicules hors d’usage et habilité à délivrer un certificat
de destruction,
– tout centre autorisé dans les autres Régions et habilité à délivrer
un certificat de destruction.
L’arrêté relatif aux véhicules hors d’usage prévoit que tout
véhicule dépollué et démonté est envoyé pour destruction dans
un délai de 6 mois maximum à un centre enregistré de destruction
et de recyclage de véhicules hors d’usage habilité à délivrer un