Vragen en Antwoorden - weblex.irisnet.be - Région de Bruxelles ...

Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 februari 2012 (nr. 26)
Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 février 2012 (n° 26)
71
Indien woningen na een verkoopperiode van zes maanden niet
verkocht zijn, dan kunnen ze door kopers-investeerders verworven
worden.
Deze kopers-investeerders kunnen de woningen dan verhuren
tegen een prijs die maximaal 6,5 % van de betoelaagde verkoopprijs
bedraagt (aktekosten, btw en registratie inbegrepen).
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal kopersbewoners
en kopers-investeerders.
Nadat de appartementen gebouwd en verkocht zijn, komen
ze onder het beheer van de gezamenlijke appartementskopers te
staan.
Deze onroerende handelingen worden ofwel in partnerschap
met de marktsector, ofwel via een promotieopdracht gevoerd. Ze
hebben nooit tot meerkosten geleid.
Si les logements n’ont trouvé aucun acquéreur occupant après
une période de mise en vente de six mois, ils peuvent être vendus
à des acquéreurs investisseurs.
Ces derniers pourront les louer à un loyer plafonné à 6,5 % du
prix de vente subsidié (frais d’acte, TVA et enregistrement inclus).
Le décompte des acquéreurs habitants et des acquéreurs investisseurs
figure ci-dessous.
Les immeubles une fois réalisés et les appartements vendus
sont donc gérés par la copropriété des acquéreurs.
Ces opérations sont menées soit en partenariat avec le privé,
soit sous le régime du marché de promotion. Elles n’ont fait l’objet
d’aucun surcoût.
Operaties Basisakte Investeerders Bewoners % bewoners
– – – – –
Opérations Acte de base Investisseurs Habitants % habitants
Groene hond/Chien vert 07/03/08 2 59 96,7 %
Arnold Sohiestraat/Rue Arnold Sohie 04/06/08 0 34 100,0 %
De Bonne – Birmingham 24/10/08 4 53 93,0 %
Zuid-Zweden/Midi-Suède 18/05/09 0 30 100,0 %
Stenen-Kruisstraat (kavel 2)/
Rue de la Croix de Pierre (lot 2) 29/05/09 0 21 100,0 %
Dépôt « De Lijn » 04/06/09 29 118 80,3 %
Plateau Bervoets 11/09/09 24 210 89,7 %
Raes – De Merten – Jette (kavel 26)/(lot 26) 21/09/09 1 37 97,4 %
Raes – De Merten (kavel 9)/(lot 9) 21/09/09 0 14 100,0 %
Raes – De Merten (huizen 2 tot 8)/
(maisons 2 à 8) 21/09/09 0 7 100,0 %
Raes – Jette (huizen 27 tot 33)/
(maisons 27 à 33) 21/09/09 0 7 100,0 %
Raes – Lecharlier – De Merten (kavel 1)/
(lot 1) 21/09/09 0 11 100,0 %
Tivoli 10 18/03/11 0 11 100,0 %
60 612 9,8 %
Vraag nr. 389 van mevr. Anne-Charlotte d'Ursel d.d. 28 december
2012 (Fr.) :
Door buitenlandse verwerkers gebruikte methodologie in de
milieubeleidsovereenkomst betreffende de afgedankte voertuigen
voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Op grond van artikel 21, § 3 (blz. 29) van de milieubeleidsovereenkomst
betreffende afgedankte voertuigen voor het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest kan een erkend centrum of een Belgische
verwerker een beroep doen op een buitenlandse verwerker als
die laatste een audit heeft ondergaan zoals omschreven is in
artikel 22, § 1, van de Overeenkomst. In dat geval moet de buitenlandse
verwerker met name jaarlijks aan een onafhankelijk
studiebureau dat aangewezen is door de piloot-vzw de gegevens
bezorgen inzake de evacuatie van de uitgaande stromen, op grond
van de methodologie die in 2007 ontwikkeld werd tussen het
Gewest en het beheersorganisme.
Question n° 389 de Mme Anne-Charlotte d'Ursel du 28 décembre
2011 (Fr.) :
La méthodologie employée par les opérateurs étrangers dans
la Convention environnementale relative aux véhicules hors
d'usage pour la Région de Bruxelles-Capitale.
L’article 21, § 3 (p. 29) de la Convention environnementale
relative aux véhicules hors d’usage pour la Région de Bruxelles-
Capitale stipule qu’un centre agréé ou un opérateur de traitement
belge peut faire appel à un opérateur étranger si ce dernier s’est
fait auditer comme il est décrit à l’article 22, § 1, de la Convention,
en l’occurrence l’opérateur étranger doit notamment communiquer
tous les ans à un bureau d’études indépendant désigné par
l’ASBL de pilotage les données relatives à l’évacuation des flux
sortants sur la base de la méthodologie développée en 2007 entre
la Région et l’organisme de gestion.