Vragen en Antwoorden - weblex.irisnet.be - Région de Bruxelles ...

Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 februari 2012 (nr. 26)
Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 février 2012 (n° 26)
281
5. De kaart waarnaar u verwijst is deze die werd uitgewerkt
door het Agentschap van de Territoriale Ontwikkeling voor het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit document handelt niet over
de huidige en toekomstige noden op het vlak van de huisvesting,
maar herneemt per plaatselijke instelling de cijfers van het aantal
ingeschreven studenten voor het academiejaar 2011-2012 en dit
voor alle 19 gemeenten.
Gelieve in bijlage de kaart en een tabel met een lijst van de in
alle Frans- en Nederlandstalige universitaire instellingen en hogescholen
ingeschreven studenten te willen aantreffen.
De cijfers werden geleverd door het agentschap van de territoriale
ontwikkeling voor het BHG en geven de situatie per
opgelijste instelling weer. Een aantal cijfers werd bij benadering
weergegeven.
Net als alle door u aangevraagde gegevens, kunnen ook deze
cijfers enkel bij benadering worden weergegeven, aangezien de
studentenwoningen een « evolutief » karakter hebben.
Vele studenten geven zich niet aan als « bewoner van een
studentenwoning » of « medehuurder », met uitzondering van de
studenten die zijn ingeschreven als aanvrager van een studentenwoning
en die er uiteindelijk één hebben verkregen.
We zouden moeten overgaan tot de vaststelling van een indicator
om een schatting mogelijk te maken van het aantal studenten
dat potentieel een studentenwoning betrekt op basis van het aantal
ingeschrevenen.
Al deze vragen hebben betrekking op de algemene definitie van
wat al dan niet een studentenwoning of studentenkot is.
Om een probleem daadwerkelijk te doorgronden moeten we dit
grondig bestuderen en dit in het kader van verschillende aspecten
en met de verschillende betrokken partners.
De problematiek van de studentenwoningen is een thematiek
die slechts recentelijk werd aangekaart en aangepakt en waarvoor
slechts een erg beperkt aantal analyses werden uitgevoerd en
gecoördineerd.
In mijn hoedanigheid als Staatssecretaris voor Huisvesting, stel
ik alles in het werk om bepaalde oplossingsgerichte dynamieken
op punt te stellen en de interacties met de verschillende overheden
verder uit te werken.
Het is in werkelijkheid slechts de eerste maal dat de huisvesting
de nodige stappen voorwaarts zet op het vlak van de studentenwoningen.
Tot op heden, kan ik enkel maar vaststellen dat er slechts
heel weinig initiatieven waren, dat gegevens ontbraken door een
gebrek aan analyses en dat de wil om dit probleem aan te pakken
niet echt merkbaar was.
Door allereerst de verschillende partijen die bij deze problematiek
betrokken zijn te verzamelen, zal ik pogen om voor deze
materie, die binnen diverse gewestelijke bevoegdheden kadert,
samen met hen een concrete, ernstige en duurzame aanpak uit te
werken en bijkomende oplossingen te bedenken voor de globale
huisvestingssituatie die Brussel momenteel kent en waaraan onze
hoofdstad in de toekomst het hoofd zal moeten bieden.
5. La cartographie à laquelle vous faites référence est celle
réalisée par l'Agence de Développement Territorial (ADT) pour
la Région de Bruxelles-Capitale. Ce document ne traite pas des
besoins actuels et à venir en termes de logement, mais reprend, par
établissement localisé, les chiffres d'étudiants inscrits pour l'année
académique 2011-2012 sur l'ensemble des 19 communes.
Vous trouverez, en annexe, la cartographie ainsi qu'un tableau
listant les étudiants inscrits dans l’ensemble des institutions universitaires
et hautes écoles des deux régimes linguistiques.
Les chiffres sont ceux fournis à l'ADT par chacune des institutions
listées. Certains de ces chiffres sont approximatifs.
Comme pour l'ensemble des données que vous sollicitez, les
chiffres ne peuvent en effet être qu'approximatifs, en raison du
caractère « fluctuant » du logement étudiant.
De nombreux étudiants ne se déclarent pas comme « koteur »
ou « colocataire », mis à part les étudiants inscrits comme demandeurs
de kot et qui en ont obtenu un.
Il nous faudrait déterminer un indicateur pour estimer le nombre
d'étudiants potentiellement koteurs sur la base du nombre
d'inscrits. Il conviendrait également de connaître la proportion
d'étudiants bruxellois koteurs.
Toutes ces questions ont trait à la définition générale de ce
qu'est un logement étudiant, kot ou non.
En réalité, pour connaître un problème, il faut l'étudier véritablement
et sous ses différents aspects, ainsi qu'avec les divers
partenaires concernés.
La problématique du logement étudiant est une thématique
abordée et surtout prise en charge récemment, et pour laquelle il
n'existe pas ou peu d'analyses étayées et coordonnées.
En tant que secrétaire d'État au logement, je m’attelle à mettre
en place certaines dynamiques pour trouver des solutions et travailler
sur des interactions publiques.
C'est réellement la première fois que le logement commence à
initier quelque chose en matière de logement étudiant.
Jusqu'à présent, je ne peux que constater que les initiatives
étaient minces, les données manquantes faute d'analyses, les
volontés de s'attacher à ce problème n'étaient pas réellement perceptibles.
En commençant par réunir les différents intervenants liés à
cette problématique, je tenterai de dégager avec eux, pour cette
matière relevant de plusieurs compétences au niveau régional, des
pistes concrètes, sérieuses et durables, des solutions complémentaires
à la situation globale du logement que connaît et surtout que
connaîtra Bruxelles dans les années à venir.