Vragen en Antwoorden - weblex.irisnet.be - Région de Bruxelles ...

262
Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 februari 2012 (nr. 26)
Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 février 2012 (n° 26)
Vraag nr. 316 van de heer Michel Colson d.d. 18 november
2011 (Fr.) :
De inkomsten van mensen die een sociale woning huren.
Om een sociale woning te krijgen, mag het netto belastbaar
inkomen van de kandidaat-huurder niet boven een bepaald bedrag
liggen. In 2010 bedroeg dat bedrag bijvoorbeeld 21.735,30 EUR
voor een kinderloos gezin met één inkomen.
Kan u me zeggen hoeveel huurders van een sociale woning
meer verdienen dan het netto belastbaar inkomen dat vooropgesteld
is voor hun categorie (alleenstaande, kinderloos gezin, gezin
met een kind ten laste, …) in 2009 en in 2010 ?
Kan u die gegevens ook opsplitsen op grond van de mate
waarin het toegelaten inkomen overstegen wordt (10 %, 20 %,
30 %, 40 %, 50 % en 60 %) ?
Antwoord : In antwoord op de vraag van het geachte parlementslid,
kan ik u mededelen dat de administratie niet over de
door u gewenste details beschikt met betrekking tot de statistieken
die u bij mij aanvraagt. Daarom loopt er momenteel een onderzoek
bij de openbare vastgoedmaatschappijen (OVM's).
In dit stadium, kan ik u echter wel de volgende gegevens
overmaken :
Met betrekking tot uw eerste vraag, had ik u er bij deze graag
aan herinnerd dat het toelatingsinkomen is vastgesteld in artikel 4,
§ 1, van het huurbesluit en dat het hier gaat om het maximale
inkomen waarover een kandidaat-huurder mag beschikken om
aanspraak te kunnen maken op een sociale woning.
Onderstaand vindt u een overzichtstabel terug die het mogelijk
maakt om het toelatingsinkomen te vergelijken met het referentieinkomen
:
Question n° 316 de M. Michel Colson du 18 novembre 2011
(Fr.) :
Les revenus des bénéficiaires de logements sociaux.
Afin de disposer d’un logement social, le revenu net imposable
d'un candidat locataire ne peut être supérieur à un certain montant.
En 2010, ce montant était, par exemple, de 21.735,30 EUR pour
un ménage avec un revenu et sans enfant.
Pourriez-vous, Monsieur le Secrétaire d’État, m’indiquer quel
est le nombre de bénéficiaires d’un logement social dépassant
le revenu net imposable correspondant à sa catégorie (personne
isolée, ménage sans enfant, ménage avec un enfant à charge, …)
en 2009 et 2010 ?
Pourriez-vous, en outre, ventiler ces données en fonction d’un
dépassement du plafond du revenu de 10 %, 20 %, 30 %, 40 %,
50 % et 60 % ?
Réponse : En réponse à la question de l'honorable membre
du parlement, l'administration ne dispose pas du niveau de détail
que vous souhaitez pour les statistiques dont vous me faites la
demande. Une enquête est dès lors en cours auprès des sociétés
immobilières de service public (SISP).
Toutefois je peux vous fournir, à ce stade, les éléments suivants
:
Concernant votre première question, pour rappel, le revenu
d'admission est défini à l'article 4, § 1 er de l'arrêté locatif et consiste
en le revenu maximum au-delà duquel un candidat locataire ne
peut plus prétendre au logement social.
Voici un tableau récapitulatif permettant de comparer le revenu
d'admission au revenu de référence :
Beschrijving
Bedrag in EUR
Description
Montant en EUR
Toelatingsinkomen 2012 :
Revenus d'admission 2012 :
– Alleenstaande 20.591,63 EUR
– Gezin met 1 enkel inkomen 22.879,60 EUR
– Gezin met minstens 2 inkomens 26.184,14 EUR
Deze bedragen worden verhoogd :
– Per kind ten laste 3.922,22 EUR
– Per meerderjarig gehandicapt persoon 1.961,11 EUR
– Personne isolée 20.591,63 EUR
– Ménage disposant d'un seul revenu 22.879,60 EUR
– Ménage disposant d'au moins deux revenus 26.184,14 EUR
Ces montants son majorés :
– par enfant à charge 3.922,22 EUR
– par personne majeure handicapée 1.961,11 EUR
Referentie-inkomen
17.837,29 EUR
Revenu de référence
17.837,29 EUR
De BGHM heeft me op de hoogte gesteld van het percentage
sociale huurdersgezinnen die dienen bij te dragen tot de maandelijkse
solidariteitsbijdrage. In dit verband, bepaalt artikel 159
van de Huisvestingscode het volgende : « De huurders met een
inkomen hoger dan het toegangsinkomen storten maandelijks een
solidariteitsbijdrage. ».
In 2009 waren er 3.717 gezinnen waarvan het inkomen met
zich meebracht dat zij de solidariteitsbijdrage moesten betalen. Dit
vertegenwoordigt 9,8 % van de gezinnen binnen de sociale huis-
La SLRB m'a communiqué le pourcentage de ménages locataires
sociaux qui doivent contribuer à la cotisation mensuelle de
solidarité. En effet, selon l'article 159 du code du logement : « Les
locataires dont les revenus sont supérieurs au revenu d'admission
versent une cotisation mensuelle de solidarité. ».
Il y avait en 2009 3.717 ménages dont les revenus les amenaient
à devoir payer la cotisation de solidarité. Cela représente 9,8 % des
ménages dans le logements social. En 2010, leur nombre est passé