Vragen en Antwoorden - weblex.irisnet.be - Région de Bruxelles ...

138
Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 februari 2012 (nr. 26)
Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 février 2012 (n° 26)
van voertuigen. Dat hoofdstuk is evenwel dode letter gebleven
en er bestaat op dit ogenblik geen enkele specifieke Europese
regelgeving in verband met de procedures voor de behandeling
van afgedankte voertuigen die niet ressorteren onder de richtlijn
betreffende de afgedankte voertuigen (in casu de bussen, trams,
treinen, …) en de Europese en nationale studies die voormelde
kwestie onder de loep nemen worden geconfronteerd met grote
problemen wegens het gebrek aan een echt kader en aan protocollen
inzake informatie en traceerbaarheid.
Op gewestelijk vlak bestaat er, naast de overeenkomst betreffende
de afgedankte voertuigen die niet van toepassing is op dit
geval, geen enkel regelgevend instrument. De problematiek wordt
dus beheerd door de MIVB. In dat verband had ik graag geweten
hoe de zaken precies liggen want, los van artikel 60 van de
beheersovereenkomst dat bepaalt dat de MIVB bijdraagt tot de
grote milieudoelstellingen van het Gewest, waaronder de doelstelling
om het afvalvolume te verminderen, vindt men nergens een
spoor van beleid van de MIVB op dat vlak; de verslagen betreffende
het rollend materieel gaan systematisch enkel en alleen over
het aankoop- en onderhoudsbeleid.
Graag ontving ik dan ook een antwoord op de volgende vragen
:
– Welke procedures zijn er voor de behandeling van de afgedankte
voertuigen van de MIVB ?
– Op welke regelgevende basis zijn die precies gebaseerd ?
– Welke methodes, normen en nationale of internationale databanken
worden er gebruikt wat betreft de traceerbaarheid van
de afgedankte voertuigen van de MIVB en hun gevaarlijkste
onderdelen die specifieke industriële recyclagedeskundigheid
vereisen ?
– Bestaat er een jaarverslag met de resultaten van het beleid van
de MIVB inzake afgedankte voertuigen ?
– Werkt de MIVB samen met het BIM of de FOD Mobiliteit en
Vervoer wat die problematiek betreft ?
– Heeft de MIVB overeenkomsten gesloten met de verschillende
Belgische of Europese sectorale federaties die gespecialiseerd
zijn in de behandeling van afgedankte voertuigen en de behandeling
van afgedankte voertuigen van het openbaar vervoer ?
Zo ja, welke overeenkomsten betreft het dan ?
Antwoord : Wat betreft de protocollen voor de verwerking
van afgedankte voertuigen van de MIVB, worden de afgedankte
voertuigen (trams, bussen, en dienstvoertuigen) overgebracht
naar een centrum voor vernietiging en recycling en dit, wanneer
alle herbruikbare onderdelen (elektronisch materieel, bougies …)
eruit werden gehaald en wanneer alle gevaarlijke stoffen werden
verwijderd (gebruikte olie, …). Dit centrum voor vernietiging en
recycling van afgedankte voertuigen, geregistreerd in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, is bevoegd om een vernietigingscertificaat
(type C) af te leveren. Dit centrum is een erkend expert voor de
verwerking van afgedankte trams en bussen.
Ter informatie : de meeste dienstvoertuigen zijn in leasing en
de banden die niet worden gerecupereerd door de leverancier gaan
naar het filiaal « Recytyre ».
véhicules. Dans les faits le chapitre n’a pas évolué et il n’existe
actuellement aucune réglementation européenne spécifiquement
consacrée aux protocoles de traitement de véhicules hors d’usage
non couverts par la Directive VHU (en l’occurrence les autobus,
trams, trains, etc.) et les études européennes et nationales qui traitent
de ce sujet se trouvent face à de grandes difficultés compte
tenu de l’absence de véritable cadre et de protocoles d’informations
et de traçabilité.
Au niveau régional, à côté de la Convention VHU inapplicable
à ce cas-ci, il n’existe pas d’autres instruments réglementaires.
De facto, cette question est gérée par la STIB. Sur ce point, je
souhaiterais connaître ce qu’il en est précisément car, mis à part
l’article 60 du contrat de gestion qui mentionne que la STIB
contribue aux grands objectifs environnementaux de la Région
parmi lesquels réduire le volume des déchets, on ne trouve de trace
nulle part de la politique de la STIB en la matière, les rapports
relatifs au matériel roulant traitant systématiquement de la seule
politique d’acquisition et d’entretien.
Mes questions sont les suivantes :
– Quels sont les protocoles de traitement des véhicules hors
d’usage de la STIB ?
– Sur quelles bases réglementaires resposent-ils précisément ?
– Quelles sont les méthodologies, les normes et bases de données
nationales ou internationales utilisées pour traiter la traçabilité
des véhicules hors d’usage de la STIB et de leur composants les
plus dangereux nécessitant une expertise de recyclage industrielle
encadrée ?
– Existe-t-il un rapport annuel détaillant les résultats de la politique
de la STIB en matière de VHU ?
– La STIB travaille-t-elle en collaboration avec l’IBGE ou le SPF
Mobilité et Transports sur cette question ?
– La STIB a-t-elle des conventions avec les différentes fédérations
sectorielles belges ou européennes composant le circuit
de traitement des VHU spécialisées dans le démantèlement
et le traitement des VHU de transports en commun ? Si oui,
quelles sont ces conventions ?
Réponse : Concernant les protocoles de traitement des véhicules
hors d’usage de la STIB, les véhicules (trams, bus et véhicules
de service) hors d’usage sont transportés vers un centre de
destruction et de recyclage et ce, lorsque toutes les pièces pouvant
être réutilisées (matériel électronique, boggies …) ont été retirées
et lorsque toutes les substances dangereuses ont été vidées (huile
usagée …). Ce centre de destruction et de recyclage de véhicules
hors d'usage, enregistré en Région de Bruxelles-Capitale, est
habilité à délivrer un certificat de destruction (type C). Ce centre
est un expert reconnu pour le traitement des trams et des bus hors
d’usage.
Pour votre complément d’information, la plupart des véhicules
de service sont en leasing et les pneus non repris par le fournisseur
suivent la filière « Recytyre ».