Vragen en Antwoorden - weblex.irisnet.be - Région de Bruxelles ...

Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 februari 2012 (nr. 26)
Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 février 2012 (n° 26)
137
De vzw Carrefour Jeunes africains staat op de lijst van
gekwalificeerde leveranciers op vlak van preventieprojecten. In
dat verband maakte ze deel uit van de potentiële partners van de
MIVB op dat vlak.
De projecten die de MIVB heeft in samenwerking met het
verenigingsleven en lokale actoren worden ingevoerd op basis
van een offerte-aanvraag. De gekwalificeerde organisaties worden
gecontacteerd op basis van hun vakgebied en hun actieterrein.
Er is momenteel geen samenwerking tussen de MIVB en de
vzw Carrefour Jeunes africains. Bijgevolg wordt hun ook geen
enkele tussenkomst gevraagd.
Deze vzw is trouwens op de hoogte van deze situatie.
L’ASBL Carrefour Jeunes africains figure sur la liste de fournisseurs
qualifiés en matière de projet de prévention. À ce titre,
elle fait partie des partenaires potentiels de la STIB en la matière.
Les projets menés par la STIB en collaboration avec le secteur
associatif et des acteurs locaux sont mis en place sur base d’un
appel d’offres. Les organismes qualifiés sont contactés en fonction
de leur domaine de compétence et de leur champ d’action.
Il n’y a pas actuellement de collaboration en cours entre la
STIB et cette l’ASBL Carrefour Jeunes africains. En conséquence
aucune intervention ne leur est demandée.
Cette ASBL est d’ailleurs au courant de cette situation.
Vraag nr. 673 van mevr. Anne-Charlotte d'Ursel d.d. 19 ja nuari
2012 (Fr.) :
Het protocol voor de behandeling van de afgedankte voertuigen
van de MIVB.
Op dit ogenblik keurt het Parlement een reeks milieuovereenkomsten
goed. Graag stelde ik enkele vragen over de manier
waarop de MIVB een problematiek beheert die in voormelde
overeenkomsten aan bod komt, te weten de problematiek van de
afgedankte voertuigen.
Het toepassingsgebied van de milieuovereenkomst betreffende
de afgedankte voertuigen sluit de voertuigen voor openbaar
vervoer uit, aangezien artikel 3 van de overeenkomst bepaalt dat
het begrip voertuig, zoals dat gebruikt wordt in huidige overeenkomst,
alleen slaat op voertuigen die behoren tot categorie M1 of
N1 en die beschreven zijn in richtlijn 70/156/EG van 6 februari
1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van
de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en
aanhangwagens daarvan.
Het rollend materieel van de MIVB valt evenwel niet in
categorie M1 of N1 zoals vastgesteld in de rangschikking van
de internationale categorieën van motorvoertuigen opgenomen
in bijlage 1 van richtlijn 70/156/EG. De autobussen vallen onder
categorie M3 en de tramstellen en de metrostellen vallen niet
binnen het toepassingsgebied van de richtlijn, aangezien artikel 1
ervan de voertuigen die zich op rails verplaatsen specifiek uitsluit.
Het toepassingsgebied van de overeenkomst is gebaseerd op richtlijn
2000/53/EEG en bijgevolg op die uitsluiting.
De voertuigen die het rollend materieel vormen van de MIVB
vallen dus niet onder de milieuovereenkomst betreffende de afgedankte
voertuigen van 2011 (noch onder die van 2008). De vraag
rijst dus op welke regelgevende basis de diensten van de MIVB
zich baseren voor de procedures betreffende de behandeling van
de afgedankte voertuigen van die maatschappij.
In considerans 4 van de richtlijn 2002/64/EG van 26 oktober
2005 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen inzake
herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing,
en tot wijziging van de richtlijn 70/156/EG van de Raad staat
dat de regeling voor de terugname, waarin voorzien in de richtlijn,
in een nabije toekomst zou worden uitgebreid tot alle categorieën
Question n° 673 de Mme Anne-Charlotte d'Ursel du 19 janvier
2012 (Fr.) :
Le protocole de traitement des véhicules hors d'usage de la
STIB.
À l’heure où vient d’être votée l’adoption d’une série de
conventions environnementales par le Parlement, je souhaiterais
vous interroger sur la façon dont la STIB gère un domaine qui a
fait l’objet d’une de ces conventions, en l’occurrence la problématique
des véhicules hors d’usage.
Le champ d’application de la convention environnementale
relative aux véhicules hors d’usage exclut de son champ d’application
les véhicules de transports en commun puisque l’article 3
de la convention précise que le terme véhicule tel qu’utilisé dans la
présente convention désigne les véhicules appartenant à la catégorie
M1 ou N1 et décrits dans la directive 70/156/CEE du 6 février
1970 sur d’adaptation réciproque des législations en vigueur dans
les différents États membres en matière d’homologation des véhicules
à moteur et de leur attelage.
Hors, le matériel roulant de la STIB ne rentre pas dans les
catégories M1 ou N1 telles que spécifiées dans la classification des
catégories internationales des véhicules figurant à l’annexe 1 de la
directive 70/156/CEE spécifiée. Les autobus relevant de la catégorie
M3, et les trams et métros sont exclus du champ d’application
de la Directive puisque l’article 1 de celle-ci mentionne l’exclusion
spécifique des véhicules se déplaçant sur les rails. Précisons
d’emblée que la directive 2000/53/CE a bien sûr inspiré le champ
d’application de la Convention, et par là même cette exclusion.
Si le champ des véhicules composant le matériel roulant de la
STIB n’est pas couvert par la convention environnementale VHU
de 2011 (tout comme celle de 2008), la question est de savoir
quelle est la base réglementaire utilisée par les services de la
STIB pour assurer des protocoles de traitement de ses véhicules
hors d’usage.
Le considérant 4 de la directive 2005/64/CE du 26 octobre
2005 concernant la réception par type des véhicules à moteur au
regard des possibilités de leur réutilisation, de leur recyclage et
de leur valorisation, et modifiant la directive 70/156/CEE mentionnait
que le système de réception tel que prévu par la Directive
serait étendu dans un proche avenir à toutes les catégories de