Vragen en Antwoorden - weblex.irisnet.be - Région de Bruxelles ...

134
Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 februari 2012 (nr. 26)
Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 février 2012 (n° 26)
– Welke activiteiten hebben geleid tot de verontreiniging van die
bodems ? Dragen de bedrijven of vennootschappen waarvan
de activiteiten eventueel tot die verontreiniging zouden hebben
geleid, bij tot de noodzakelijke middelen voor de bodemsanering
of hebben ze dat al gedaan ? Zo ja, in welke mate en
volgens welke overeenkomsten of verordeningen ?
– Heeft de Gewestelijke Vennootschap van de Haven van Brussel
een overheidsopdracht georganiseerd voor de sanering van de
betrokken bodems ? Zo ja, wat is de aard van de overheidsopdracht
? Aan welk bedrijf/welke bedrijven werd de opdracht
gegund ?
– Wat is ten slotte het tijdschema voor de saneringswerken ?
Antwoord : De antwoorden op uw vragen bevinden zich voornamelijk
in onderstaande tabel (*).
Ik geef u hierbij een aantal bijkomende verduidelijkingen :
De tabel geeft weer dat de 660.000 EUR van de middelen uit
2011 onvoldoende zullen zijn om de volledige sanering van de
vier betrokken terreinen te bekomen aangezien het nodige budget
hiervoor geschat wordt op 1.125.000 EUR. Het saldo van de zuiveringskosten
zou gedekt moeten kunnen worden door de bijkomende
middelen in 2012, waarvan het bedrag ook werd voorzien
op 660.000 EUR.
Het budget van 430.000 EUR waarvan sprake in het geval van
het voormalig terrein van IMOCO heeft enkel betrekking op het
beheer van de risico’s te wijten aan verontreiniging ontdekt op het
terrein waarvan geen verantwoordelijke kan aangeduid worden :
teer, PAK’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen), kwik.
De verwijdering van eenmalige verontreinigingen veroorzaakt
door de opeenvolgende exploitanten, ANPI en A-First, zal eveneens
gebeuren door de Haven van Brussel maar ten koste van de
vervuilers, volgens het principe van « de vervuiler betaalt ». In dit
geval gaat het om stookolie en witte benzine gebruikt als brandstof
bij brandproeven van deze brandscholen.
Momenteel wordt met behulp van een gerechtelijk onderzoek
bepaald hoeveel de bijdrage van de vorige exploitanten zal bedragen
bij de sanering.
De verontreiniging waarbij andere terreinen ook getroffen worden
zijn eveneens verontreinigingen gepleegd door onbekenden of
door faillietverklaarde of ontbonden bedrijven, vermeld in de tabel.
(*) (De tabel zal niet gepubliceerd worden, maar blijft ter
beschikking voor raadpleging op de Griffie of via de website
van het Parlement.)
– Quelles sont les activités ayant contribué à la pollution de ces
terrains ? Les éventuelles entreprises ou sociétés dont les activités
auraient contribué à cette pollution sont-elles ou ont-elles
été contributrices des moyens nécessaires à l’assainissement
des sols ? Si oui, à quelle hauteur et selon quelles conventions
ou réglementations ?
– La Société régionale du Port de Bruxelles a-t-elle lancé un
marché public dans le cadre des opérations d’assainissement
des terrains concernés ? Si oui, quelle a été la nature de ce
marché public ? Quelles sont la ou les sociétés ayant emporté
ce marché ?
– Quel est, enfin, le calendrier d’assainissement de ces terrains
?
Réponse : Les réponses aux vos questions se trouvent pour la
plupart dans le tableau ci-joint (*).
Je vous donne quelques précisions complémentaires :
Le tableau montre que les 660.000 EUR des moyens 2011
seront insuffisants pour couvrir la dépollution complète des quatre
terrains concernés puisque le budget nécessaire pour cela est
estimé à 1.125.000 EUR. Le solde des coûts de dépollution devrait
pouvoir être couvert par les moyens supplémentaires de 2012,
dont le montant a également été prévu à 660.000 EUR.
Le budget de 430.000 EUR dont il est question dans le cas du
terrain ex-IMOCO ne concerne que la gestion des risques dus aux
pollutions orphelines découvertes sur le terrain qu’aucune responsabilité
ne peut être indiqué : goudrons, HAP (Hydrocarbures
Aromatiques Polycycliques), mercure.
L’élimination des pollutions uniques générées par les exploitants
successifs, ANPI et A-First, sera également effectuée par le
Port de Bruxelles mais aux frais des pollueurs, suivant le principe
du pollueur-payeur. Il s’agit dans ce cas de mazout de chauffage
et d’essence blanche employée comme combustible lors des essais
de feux de ces écoles du feu.
Le montant de la contribution des anciens exploitants à l’assainissement
est en cours de détermination par voie d’expertise
judiciaire.
Les pollutions affectant les autres terrains sont toutes des pollutions
orphelines car elles sont le fait de responsables inconnus ou
de sociétés faillies ou dissoutes, mentionnées dans le tableau.
(*) (Le tableau ne sera pas publié mais restera disponible pour
consultation au Greffe ou via le site du Parlement.)
Vraag nr. 659 van de heer Didier Gosuin d.d. 27 december
2011 (Fr.) :
Deelname van de limousinesector aan het ad hoc adviescomité.
Uw bestuur is van plan het adviescomité nieuw leven in te blazen
wat de verhuurdiensten van voertuigen met chauffeur betreft.
Question n° 659 de M. Didier Gosuin du 27 décembre 2011
(Fr.) :
Participation du secteur limousine au comité consultatif ad
hoc.
Votre administration a l’intention de relancer le comité consultatif
pour ce qui concerne le service de location avec chauffeur. Ce