2013/09 - Kessel

4. Inbouw en montage
De toevoerleiding dient met een verval overeenkomstig de
norm EN 12056 naar de KESSEL-Hefinstallatie te worden
gelegd en moet zo mogelijk recht worden uitgevoerd. Te
laag aangebrachte toevoeren kunnen leiden tot verstoppingen
in de toevoerleidingen (zie ook pagina 11 "Belangrijk").
De aansluiting aan het reservoir kan zoals onder punt I of II
beschreven gebeuren.
De ontluchtingsleiding brengt de drukcompensatie naar de
open lucht tot stand, voor de door ledigen of vullen van de
installatie toe- of wegstromende lucht. Zij moet overeenkomstig
de norm DIN 1986 minimum in nominale diameter
DN 70 voor deze hefinstallaties worden gelegd en dient tot
boven het dak te worden geleid, om geurbelastingen te vermijden.
De aansluiting aan het reservoir kan zoals onder punt I of II
beschreven gebeuren.
De persleiding voor afleiding van het ontstane afvalwater in
de kanalisatie dient direct aan de bijbehorende persleidingaansluiting
te worden aangesloten.
Voor de geluidsontkoppeling en de vermijding van krachtoverdrachten
dient in ieder geval de meegeleverde rubberen
weefselslang ca. 4 cm over de persaansluiting te worden geschoven
en met behulp van een slangklem te worden
geborgd. Naargelang de plaatselijke omstandigheden kan
de persleiding via een flens-slang-verbinding bv. naar een
afsluitschuif verder worden geleid. De aansluiting van de rubberen
weefselslang is geen lengtekrachtsluitende verbinding.
Dit is met behulp van houders voorzien, bv. om verder
naar een afsluitschuif te worden geleid.
4.3 Niveaubesturing
LET OP:
Voor alle werkzaamheden aan het schakeltoestel, aan de
pomp of aan de niveaubesturing moeten hoofdschakelaar
en zekeringen uitgeschakeld zijn, dat betekent, spanningvrij
en tegen opnieuw inschakelen beveiligd zijn.
Deze installatie is uitgerust met een afvalwaterpomp. Voor
de schakeling van deze installatie worden twee niveaus gebruikt
(AAN - ALARM). De drukniveauschakelaar is in de fabriek
gemonteerd en vooringesteld. Het AAN-niveau ligt bij
ca. 160 mm, het ALARM-niveau bij ca. 200 mm boven de onderkant
van het reservoir.
Als er voor bijzondere gevallen een ander schakelniveau
vereist is, dan dient de drukniveauschakelaar overeenkomstig
te worden ingesteld. Er dient echter op te worden gelet,
dat het ALARM-niveau niet te diep schakelt, om onnodige
alarmmeldingen te vermijden, en het AAN-niveau noch te
hoog, noch te laag ligt, om opstuwing in de toevoerleiding of
te vaak schakelen van de pomp te vermijden (tot bouwjaar
06/09).
4.3.1 Instelling van de drukniveauschakelaar
Het AAN-niveau wordt via stifttap 1 ingesteld, het ALARMniveau
via stifttap 2 (zie afbeelding). Een draaien van de
stifttap met de wijzers van de klok mee verhoogt het niveau,
tegen de wijzers van de klok in wordt het niveau verlaagd.
Een halve omwenteling stemt telkens overeen met ca. 10
mm niveauverschil.
De persleiding dient volgens de voorschriften van de norm
EN 12056 over het plaatselijk vastgelegde opstuwingsniveau
te worden geleid en op een geventileerde basis- of
verzamelleiding te worden aangesloten. In de persleiding
dient door de klant een afsluitschuif te worden ingebouwd.
De persleiding dient zodanig te worden gemonteerd (zie
boven), dat er geen krachten op de installatie worden overgedragen
en eventueel geen direct contact met het gebouw
voorhanden is (constructiegeluid). Aan de persleiding mogen
geen andere ontwateringsvoorwerpen worden aangesloten.
De dichtheid en vastheid moet onder drukbelasting verzekerd
zijn. Dit dient bij de inbedrijfstelling te worden gecontroleerd.
Terugslagkleppen ter vermijding van drukstoten voor inbouw
in de persleiding zijn beschikbaar als toebehoren:
DN 80 terugslagklep van GG (art.-nr.: 206-199)
DN 100 terugslagklep van GG (art.-nr .206-198)
Ventilatievoorziening (art.-nr. 206-200)
1
Jaar tot 12/09
4.3.2 Druksensor (vanaf januari 2010)
De transparante luchtslang dient continu stijgend naar het
schakeltoestel te worden gelegd, zodat er geen condenswater
in de luchtslang wordt afgezet.
Een onberispelijke functie is alleen gevrijwaard, wanneer er
een continu luchtslang (drukcompensatie) tussen schakeltoestel
en hefinstallatie voorhanden is. Te lange luchtslangen
moeten worden ingekort. De luchtslang kan tot max. 20 m
worden verlengd.
De schakelniveaus zijn vooringesteld en kunnen met het
schakeltoestel worden gewijzigd. Nadere informatie ontvangt
u bij de KESSEL klantenservice.
2
155