Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden

Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden

29.09.2013 Views

12940 QRVA 51 077 09 - 05 - 2005 France, parce que, par exemple, leurs enfants ont plus de 20 ans, ils ont seulement un enfant de plus de 3 ans ou leurs revenus sont trop élevés. Ceci est la conséquence du fait que l’arrêté royal pré-rappelé du 13 mars 2001 permet le paiement des allocations familiales s’il n’existe pas le moindre droit aux allocations familiales dans ou hors du ménage du travailleur frontalier, ni sur la base de la réglementation belge, ni sur la base des règlements (ou de toutes autres dispositions légales ou réglementaires étrangères ou suivant les règles applicables au personnel des institutions de droit international public). La réglementation élaborée n’accorde pas de droits «par différence» avec — en l’espèce — la réglementation française. En résumé, il peut être affirmé que la réglementation prévue dans l’article 94, § 9 du règlement 1408/71 contient des mesures transitoires appelées à disparaître qui garantissent les droits acquis pour ces travailleurs frontaliers qui ont droit aux allocations familiales françaises. Cette réglementation est en vigueur depuis le 1er avril 1990. La mesure prise dans le cadre de l’arrêté royal du 13 mars 2001 vise ces travailleurs frontaliers qui ne peuvent prétendre aux allocations familiales pour leurs enfants en France ou ailleurs. Diverses préoccupations sont donc clairement à l’origine de ces deux réglementations. Je pense dès lors qu’il n’est pas indiqué d’intervenir dans un régime transitoire appelé à disparaître. Au 31 décembre 2004, l’Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés payait encore pour 71 familles dans le cadre de l’article 94, § 9 du règlement 1408/71. Tenant compte des montants qui ont été effectivement payés pour ces familles au mois de décembre 2004 et de ceux qui auraient dû être payés si les barèmes de décembre 2004 avaient été appliqués, la dépense supplémentaire s’élèverait à environ 63 000 euros sur une base annuelle. bijvoorbeeld hun kinderen meer dan 20 jaar zijn, zij slechts een enig kind hebben van meer dan drie jaar of hun inkomsten te hoog zijn. Dit is het gevolg van het feit dat het voormelde koninklijk besluit van 13 maart 2001 enkel betaling toelaat zo er in of buiten het gezin van de grensarbeider geen aanspraak bestaat op enig ander recht op kinderbijslag, noch op grond van de Belgische regeling, noch op grond van de verordeningen (of enige andere buitenlandse wets- of reglementsbepalingen of krachtens regelen van toepassing op het personeel van volkenrechtelijke instellingen). De uitgewerkte regeling kent dus geen rechten toe «per verschil» met — in casu — de Franse regeling. Samenvattend kan gesteld worden dat de in artikel 94, § 9 van verordening 1408/71 voorziene regeling een uitdovende overgangsregeling bevat die de verworven rechten garandeert voor die grensarbeiders die recht hebben op de Franse kinderbijslag. Deze regeling is in voege sedert 1 april 1990. De in het kader van het koninklijk besluit van 13 maart 2001 getroffen maatregel viseert die grensarbeiders die voor hun kinderen geen enkele aanspraak kunnen maken op kinderbijslag in Frankrijk of elders. Aan de oorsprong van de beide regelingen liggen dus duidelijk verschillende bedoelingen. Ik meen dan ook dat het niet aangewezen is in te grijpen in een uitdovende overgangsregeling. Op 31 december 2004 betaalde de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers nog voor 71 gezinnen in de regeling van artikel 94, § 9 van verordening 1408/ 71. Rekening houdende met de bedragen die effectief voor deze gezinnen werden betaald in de maand december 2004 en deze die zouden moeten betaald worden indien de barema’s van december 2004 zouden toegepast worden, zou de meeruitgave ongeveer 63 000 euro op jaarbasis bedragen. Santé publique Volksgezondheid DO 2004200503151 DO 2004200503151 Question no 406 de M. Roel Deseyn du 21 février 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique: Risque d’irradiation dû aux antennes GSM et aux lignes à haute tension. Des études montrent que les rayonnements émis par les antennes GSM sont généralement négligeables. Vraag nr. 406 van de heer Roel Deseyn van 21 februari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid: Stralingsgevaar van antennes en hoogspanningslijnen. Uit studies blijkt dat de straling van GSM-antennes veelal verwaarloosbaar is. Toch krijgt het Belgisch In- CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 077 12941 09 - 05 - 2005 Pourtant, l’Institut belge des Services postaux et des Télécommunications (IBPT) reçoit régulièrement des réclamations fondées de personnes qui pensent être exposées à trop de radiations. Il s’avère que ce ne sont pas les antennes GSM qui sont la cause de leurs problèmes mais les petites antennes qui sont par exemple fixées à la façade. Les rayonnements émis par ces antennes sont beaucoup moins puissants mais le sont à proximité des gens. 1. Combien de fois l’IBPT est-elle intervenue sur place pour mesurer les rayonnements émis par une antenne et en ordonner ensuite le déplacement ou la modification? 2. Le nombre de ces interventions a-t-il eu tendance à croître ou à décroître au cours des dernières années? stituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) regelmatig enkele terechte meldingen binnen van mensen die denken dat ze bloot staan aan te veel straling. Het blijkt dat het niet de hoge antennes zijn die voor problemen zorgen, maar veelal de kleine antennes die bijvoorbeeld aan de gevel bevestigd zijn. Deze antennes zenden een veel minder krachtige straling uit, maar deze kan zich vlakbij de mensen bevinden. 1. Hoeveel bedraagt het aantal keren dat het BIPT is uitgerukt om de straling van een antenne te meten, en vervolgens tot een verplaatsing of aanpassingen van een antenne heeft bevolen? 2. Is dit aantal in stijgende of in dalende lijn over de jaren? 3. Quelles catégories de problèmes distingue-t-on? 3. Welke categorieën van problemen zijn er te onderscheiden? 4. a) Des études ont-elles été réalisées récemment pour quantifier les effets subis par les personnes qui vivent sous une ligne à haute tension? 4. a) Bestaan er recente studies naar het effect van wonen onder hoogspanningslijnen? b) À quels résultats ont-elles abouti? b) Wat zijn de resultaten hiervan? c) Quel danger ces lignes à haute tension représentent-elles pour la santé publique? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 4 mai 2005, à la question n o 406 de M. Roel Deseyn du 16 février 2005 (N.): J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre. L’objet de la question susmentionnée est encore en cours d’étude au sein du Conseil supérieur d’Hygiène. Le Conseil supérieur d’Hygiène ne manquera pas de répondre valablement à cette question dès que le groupe de travail concerné aura terminé son étude. DO 2004200503690 DO 2004200503690 Question n o 423 de M. Filip De Man du 16 mars 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique: c) Welk gevaar bestaat er voor de volksgezondheid? Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 4 mei 2005, op de vraag nr. 406 van de heer Roel Deseyn van 16 februari 2005 (N.): Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden. Het onderwerp van de bovenvermelde vraag wordt op het ogenblik nog door de Hoge Gezondheidsraad bestudeerd. De Hoge Gezondheidsraad zal zodra de betrokken werkgroep zijn studie heeft afgesloten, naar behoren op deze vraag antwoord geven. Vraag nr. 423 van de heer Filip De Man van 16 maart 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid: Dons d’organes et convictions islamiques. Orgaandonaties en islamgeloof. Le comportement des musulmans à l’égard du don d’organes suscite un débat aux Pays-Bas. Le «Contactorgaan Moslims» (Conseil néerlandais du culte musulman) dénonce des propos tenus par M. Hoogervorst, ministre de la Santé publique, selon In Nederland is een debat ontstaan over de houding van moslims ten overstaan van orgaandonaties. Het zogeheten «Contactorgaan Moslims» klaagt uitspraken van minister Hoogervorst van Volksgezondheid aan waarin hij vaststelde dat moslims weige- CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

12940 QRVA 51 077<br />

09 - 05 - 2005<br />

France, parce que, par exemple, leurs <strong>en</strong>fants ont plus<br />

de 20 ans, ils ont seulem<strong>en</strong>t un <strong>en</strong>fant de plus de 3 ans<br />

ou leurs rev<strong>en</strong>us sont trop élevés.<br />

Ceci est la conséqu<strong>en</strong>ce du fait que l’arrêté royal<br />

pré-rappelé du 13 mars 2001 perm<strong>et</strong> le paiem<strong>en</strong>t des<br />

allocations familiales s’il n’existe pas le moindre droit<br />

aux allocations familiales dans ou hors du ménage du<br />

travailleur frontalier, ni sur la base de la réglem<strong>en</strong>tation<br />

belge, ni sur la base des règlem<strong>en</strong>ts (ou de toutes<br />

autres dispositions légales ou réglem<strong>en</strong>taires étrangères<br />

ou suivant les règles applicables au personnel des<br />

institutions de droit international public).<br />

La réglem<strong>en</strong>tation élaborée n’accorde pas de droits<br />

«par différ<strong>en</strong>ce» avec — <strong>en</strong> l’espèce — la réglem<strong>en</strong>tation<br />

française.<br />

En résumé, il peut être affirmé que la réglem<strong>en</strong>tation<br />

prévue dans l’article 94, § 9 du règlem<strong>en</strong>t 1408/71<br />

conti<strong>en</strong>t des mesures transitoires appelées à disparaître<br />

qui garantiss<strong>en</strong>t les droits acquis pour ces travailleurs<br />

frontaliers qui ont droit aux allocations familiales<br />

françaises. C<strong>et</strong>te réglem<strong>en</strong>tation est <strong>en</strong> vigueur depuis<br />

le 1er avril 1990. La mesure prise dans le cadre de<br />

l’arrêté royal du 13 mars 2001 vise ces travailleurs<br />

frontaliers qui ne peuv<strong>en</strong>t prét<strong>en</strong>dre aux allocations<br />

familiales pour leurs <strong>en</strong>fants <strong>en</strong> France ou ailleurs.<br />

Diverses préoccupations sont donc clairem<strong>en</strong>t à<br />

l’origine de ces deux réglem<strong>en</strong>tations. Je p<strong>en</strong>se dès lors<br />

qu’il n’est pas indiqué d’interv<strong>en</strong>ir dans un régime<br />

transitoire appelé à disparaître.<br />

Au 31 décembre 2004, l’Office national d’allocations<br />

familiales pour travailleurs salariés payait <strong>en</strong>core<br />

pour 71 familles dans le cadre de l’article 94, § 9 du<br />

règlem<strong>en</strong>t 1408/71. T<strong>en</strong>ant compte des montants qui<br />

ont été effectivem<strong>en</strong>t payés pour ces familles au mois<br />

de décembre 2004 <strong>et</strong> de ceux qui aurai<strong>en</strong>t dû être payés<br />

si les barèmes de décembre 2004 avai<strong>en</strong>t été appliqués,<br />

la dép<strong>en</strong>se supplém<strong>en</strong>taire s’élèverait à <strong>en</strong>viron<br />

63 000 euros sur une base annuelle.<br />

bijvoorbeeld hun kinder<strong>en</strong> meer dan 20 jaar zijn, zij<br />

slechts e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ig kind hebb<strong>en</strong> van meer dan drie jaar of<br />

hun inkomst<strong>en</strong> te hoog zijn.<br />

Dit is h<strong>et</strong> gevolg van h<strong>et</strong> feit dat h<strong>et</strong> voormelde<br />

koninklijk besluit van 13 maart 2001 <strong>en</strong>kel b<strong>et</strong>aling<br />

toelaat zo er in of buit<strong>en</strong> h<strong>et</strong> gezin van de gr<strong>en</strong>sarbeider<br />

ge<strong>en</strong> aanspraak bestaat op <strong>en</strong>ig ander recht op<br />

kinderbijslag, noch op grond van de Belgische regeling,<br />

noch op grond van de verord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (of <strong>en</strong>ige<br />

andere buit<strong>en</strong>landse w<strong>et</strong>s- of reglem<strong>en</strong>tsbepaling<strong>en</strong> of<br />

kracht<strong>en</strong>s regel<strong>en</strong> van toepassing op h<strong>et</strong> personeel van<br />

volk<strong>en</strong>rechtelijke instelling<strong>en</strong>).<br />

De uitgewerkte regeling k<strong>en</strong>t dus ge<strong>en</strong> recht<strong>en</strong> toe<br />

«per verschil» m<strong>et</strong> — in casu — de Franse regeling.<br />

Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d kan gesteld word<strong>en</strong> dat de in artikel<br />

94, § 9 van verord<strong>en</strong>ing 1408/71 voorzi<strong>en</strong>e regeling<br />

e<strong>en</strong> uitdov<strong>en</strong>de overgangsregeling bevat die de verworv<strong>en</strong><br />

recht<strong>en</strong> garandeert voor die gr<strong>en</strong>sarbeiders die<br />

recht hebb<strong>en</strong> op de Franse kinderbijslag. Deze regeling<br />

is in voege sedert 1 april 1990. De in h<strong>et</strong> kader van h<strong>et</strong><br />

koninklijk besluit van 13 maart 2001 g<strong>et</strong>roff<strong>en</strong> maatregel<br />

viseert die gr<strong>en</strong>sarbeiders die voor hun kinder<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele aanspraak kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> op kinderbijslag<br />

in Frankrijk of elders.<br />

Aan de oorsprong van de beide regeling<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong><br />

dus duidelijk verschill<strong>en</strong>de bedoeling<strong>en</strong>. Ik me<strong>en</strong> dan<br />

ook dat h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> aangewez<strong>en</strong> is in te grijp<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> uitdov<strong>en</strong>de<br />

overgangsregeling.<br />

Op 31 december 2004 b<strong>et</strong>aalde de Rijksdi<strong>en</strong>st voor<br />

kinderbijslag voor werknemers nog voor 71 gezinn<strong>en</strong><br />

in de regeling van artikel 94, § 9 van verord<strong>en</strong>ing 1408/<br />

71. Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>de m<strong>et</strong> de bedrag<strong>en</strong> die effectief<br />

voor deze gezinn<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> b<strong>et</strong>aald in de maand<br />

december 2004 <strong>en</strong> deze die zoud<strong>en</strong> mo<strong>et</strong><strong>en</strong> b<strong>et</strong>aald<br />

word<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> de barema’s van december 2004 zoud<strong>en</strong><br />

toegepast word<strong>en</strong>, zou de meeruitgave ongeveer<br />

63 000 euro op jaarbasis bedrag<strong>en</strong>.<br />

Santé publique Volksgezondheid<br />

DO 2004200503151 DO 2004200503151<br />

Question no 406 de M. Roel Deseyn du 21 février 2005<br />

(N.) au ministre des Affaires sociales <strong>et</strong> de la<br />

Santé publique:<br />

Risque d’irradiation dû aux ant<strong>en</strong>nes GSM <strong>et</strong> aux<br />

lignes à haute t<strong>en</strong>sion.<br />

Des études montr<strong>en</strong>t que les rayonnem<strong>en</strong>ts émis par<br />

les ant<strong>en</strong>nes GSM sont généralem<strong>en</strong>t négligeables.<br />

Vraag nr. 406 van de heer Roel Deseyn van 21 februari<br />

2005 (N.) aan de minister van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Volksgezondheid:<br />

Stralingsgevaar van ant<strong>en</strong>nes <strong>en</strong> hoogspanningslijn<strong>en</strong>.<br />

Uit studies blijkt dat de straling van GSM-ant<strong>en</strong>nes<br />

veelal verwaarloosbaar is. Toch krijgt h<strong>et</strong> Belgisch In-<br />

CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!