Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden

Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden

29.09.2013 Views

12912 QRVA 51 077 09 - 05 - 2005 Pour les organismes de catégorie A (par exemple: l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire, la Régie des Bâtiments), le ministre du Budget est assisté par les inspecteurs des Finances accrédités auprès du ministre dont ces organismes relèvent. Pour les organismes des catégories B (par exemple: l’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes), C (par exemple: l’Agence fédérale de Contrôle nucléaire) et D (par exemple: le Pool des marins de la marine marchande), le contrôle est exercé à l’intervention des commissaires du gouvernement ou délégués, désignés par le ministre du Budget. De même, les institutions publiques de sécurité sociale, énumérées à l’article 3, § 2 de l’arrêté royal du 3 avril 1997 portant des mesures en vue de la responsabilisation des institutions publiques de sécurité sociale, en application de l’article 47 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions (c’està-dire pratiquement tous les organismes anciennement classés dans la catégorie D de la loi susdite du 16 mars 1954), sont soumises au pouvoir de contrôle du ministre du Budget en ce qui concerne les décisions ayant une incidence budgétaire ou financière. Ce contrôle est exercé à l’intervention des «commissaires du gouvernement du budget» désignés par le ministre du Budget. Par ailleurs, le ministre du Budget a également désigné son représentant auprès des organismes sui generis ci-après: — un délégué auprès du «Conseil supérieur des indépendants et des PME» (sur la base de l’article 25, § 2 des lois relatives à l’organisation des Classes moyennes, coordonnées le 28 mai 1979); — un commissaire du gouvernement auprès de la «Coopération technique belge» (sur la base de l’article 28 de la loi du 21 décembre 1998 portant création de la «Coopération technique belge», sous la forme d’une société de droit public); — un commissaire du gouvernement auprès de la «Société belge d’investissement pour les Pays en Développement, en abrégé BIO» (sur la base de l’article 5 de la loi du 3 novembre 2001 relative à la création de la Société belge d’investissement pour les pays en développement); — un commissaire du gouvernement auprès de la société anonyme de droit public «Palais des Beaux-Arts» (sur la base de la loi du 7 mai 1999 portant création du Palais des Beaux-Arts sous la forme d’une société anonyme de droit public à finalité sociale); Voor de instellingen uit categorie A (zoals bijvoorbeeld het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen, of nog de Regie der Gebouwen), wordt de minister van Begroting bijgestaan door de inspecteurs van Financiën die geaccrediteerd zijn bij de voogdijminister van deze instellingen. Voor de instellingen uit categorie B (zoals bijvoorbeeld het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen), C (bijvoorbeeld het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle) en D (bijvoorbeeld de Pool van de Zeelieden ter koopvaardij) gebeurt de controle via regeringscommissarissen of -afgevaardigden. Deze worden aangewezen door de minister van Begroting. Zo ook de openbare instellingen van sociale zekerheid. Deze worden opgesomd in het artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. Het gaat hier praktisch om alle instellingen die voorheen onder categorie D vielen van voornoemde wet van 16 maart 1954. Ook zij vallen onder de controlebevoegdheid van de minister van Begroting wat betreft beslissingen met een weerslag op de begroting of van financiële aard. Deze controle gebeurt via regeringscommissarissen van begroting die de minister van Begroting aanstelt. Daarenboven heeft de minister van Begroting ook een vertegenwoordiger aangesteld bij volgende instellingen sui generis: — een afgevaardigde bij de «Hoge Raad voor de zelfstandigen en de KMO» (op basis van artikel 25, § 2 van de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979); — een regeringscommissaris bij de «Belgische Technische Coöperatie» (op basis van artikel 28 van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de «Belgische Technische Coöperatie» in de vorm van een vennootschap van publiek recht); — een regeringscommissaris bij de naamloze vennootschap «Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden, afgekort BIO» (op basis van artikel 5 van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden); — een regeringscommissaris bij de naamloze vennootschap van publiek recht «Paleis voor Schone Kunsten» (op basis van de wet van 7 mei 1999 houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden); CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 077 12913 09 - 05 - 2005 — un commissaire du gouvernement auprès de la société anonyme de droit public «Loterie Nationale» (sur la base de la loi du 19 avril 2002 relative à la rationalisation du fonctionnement et de la gestion de la Loterie Nationale). 2. La base légale ou réglementaire des compétences du commissaire du gouvernement ou du délégué du ministre du Budget figure: — aux articles 9 et 10 (compétence générale et procédure de recours contre l’exécution de toute décision qu’il estime contraire à la loi, aux statuts ou à l’intérêt général) ainsi qu’à l’article 11, § 2 (en ce qui concerne le plan du personnel ou le cadre organique) de la loi du 16 mars 1954 relative au contrôle de certains organismes d’intérêt public; — aux articles 8, § 3 (réévaluation annuelle du contrat d’administration), 12, § 3 et 14, § 1 er (approbation du budget et transfert des crédits), 19 (fixation du plan du personnel), 23 et 24 (compétence générale et exercice du droit de recours) de l’arrêté royal du 3 avril 1997 portant des mesures en vue de la responsabilisation des institutions publiques de sécurité sociale, en application de l’article 47 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale; — dans l’arrêté royal du 14 novembre 2001 réglant les conditions de nomination et l’exercice de la mission des commissaires du gouvernement auprès des institutions publiques de sécurité sociale; — pour les organismes sui generis, dans les lois particulières citées au point 1 ci-dessus. 3. La rémunération du commissaire du gouvernement ou du délégué est fixée par un arrêté ministériel ou un arrêté royal sur proposition généralement conjointe du ministre du Budget et du ministre de tutelle, pris en vertu des lois visées au point 1 ci-dessus. Les commissaires du gouvernement ou délégués du ministre du Budget ont droit à une indemnité forfaitaire annuelle dont le montant, à l’indice pivot 111,64 (base 1996 = 100), figure en regard de la dénomination des organismes repris ci-après (voir tableau cidessous). 4. D’une manière générale, les commissaires du gouvernement et délégués du ministre du Budget reçoivent les circulaires ministérielles en matière d’élaboration des propositions budgétaires et de finalisation des budgets (tant les directives et paramètres — een regeringscommissaris bij de naamloze vennootschap van publiek recht «Nationale Loterij» (op basis van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij). 2. De wet- of regelgevende grondslag van de bevoegdheden van de regeringscommissaris of van de afgevaardigde van de minister van Begroting is terug te vinden in: — de artikels 9 en 10 (algemene bevoegdheid en beroepsprocedure tegen de uitvoering van elke beslissing die hij of zij in tegenstrijd acht met de wet, de statuten of het algemeen belang) en in artikel 11, § 2 (betreffende het personeelsplan of de personeelsformatie) van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut; — de artikels 8, § 3 (jaarlijkse toetsing van de bestuursovereenkomst), 12, § 3 en 14, § 1 (goedkeuring van de begroting en overdracht van kredieten), artikel 19 (vaststelling van het personeelsplan), 23 en 24 (algemene bevoegdheid en uitoefening van het recht op beroep) van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid; — het koninklijk besluit van 14 november 2001 tot regeling van de benoemingsvoorwaarden en de uitoefening van de opdracht van de regeringscommissarissen bij de openbare instellingen van sociale zekerheid; — voor de instellingen sui generis, in de bijzondere wetten vermeld in punt 1 hiervoor. 3. De vergoeding van de regeringscommissaris of afgevaardigde is geregeld bij een ministerieel besluit of bij koninklijk besluit, in het algemeen op gezamenlijk voorstel van de minister van Begroting en de voogdijminister. Zo’n besluit wordt genomen krachtens de wetten waarnaar wordt verwezen onder punt 1 hiervoor. De regeringscommissarissen of afgevaardigden van de minister van Begroting hebben recht op een vaste jaarlijkse vergoeding waarvan het bedrag, tegen de spilindex van 111,64 (basis is 1996 = 100) voorkomt bij de benaming van de volgende instellingen (zie tabel hieronder). 4. In het algemeen ontvangen de regeringscommissarissen en afgevaardigden van de minister van Begroting de ministeriele omzendbrieven inzake de opmaak van de begrotingsvoorstellen en de afwerking van de begroting (zowel de richtlijnen en de technische para- CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 077 12913<br />

09 - 05 - 2005<br />

— un commissaire du gouvernem<strong>en</strong>t auprès de la<br />

société anonyme de droit public «Loterie Nationale»<br />

(sur la base de la loi du 19 avril 2002 relative<br />

à la rationalisation du fonctionnem<strong>en</strong>t <strong>et</strong> de la<br />

gestion de la Loterie Nationale).<br />

2. La base légale ou réglem<strong>en</strong>taire des compét<strong>en</strong>ces<br />

du commissaire du gouvernem<strong>en</strong>t ou du délégué du<br />

ministre du Budg<strong>et</strong> figure:<br />

— aux articles 9 <strong>et</strong> 10 (compét<strong>en</strong>ce générale <strong>et</strong> procédure<br />

de recours contre l’exécution de toute décision<br />

qu’il estime contraire à la loi, aux statuts ou à<br />

l’intérêt général) ainsi qu’à l’article 11, § 2 (<strong>en</strong> ce<br />

qui concerne le plan du personnel ou le cadre organique)<br />

de la loi du 16 mars 1954 relative au<br />

contrôle de certains organismes d’intérêt public;<br />

— aux articles 8, § 3 (réévaluation annuelle du<br />

contrat d’administration), 12, § 3 <strong>et</strong> 14, § 1 er<br />

(approbation du budg<strong>et</strong> <strong>et</strong> transfert des crédits), 19<br />

(fixation du plan du personnel), 23 <strong>et</strong> 24 (compét<strong>en</strong>ce<br />

générale <strong>et</strong> exercice du droit de recours) de<br />

l’arrêté royal du 3 avril 1997 portant des mesures<br />

<strong>en</strong> vue de la responsabilisation des institutions<br />

publiques de sécurité sociale, <strong>en</strong> application de<br />

l’article 47 de la loi du 26 juill<strong>et</strong> 1996 portant<br />

modernisation de la sécurité sociale;<br />

— dans l’arrêté royal du 14 novembre 2001 réglant les<br />

conditions de nomination <strong>et</strong> l’exercice de la<br />

mission des commissaires du gouvernem<strong>en</strong>t auprès<br />

des institutions publiques de sécurité sociale;<br />

— pour les organismes sui g<strong>en</strong>eris, dans les lois particulières<br />

citées au point 1 ci-dessus.<br />

3. La rémunération du commissaire du gouvernem<strong>en</strong>t<br />

ou du délégué est fixée par un arrêté ministériel<br />

ou un arrêté royal sur proposition généralem<strong>en</strong>t<br />

conjointe du ministre du Budg<strong>et</strong> <strong>et</strong> du ministre de<br />

tutelle, pris <strong>en</strong> vertu des lois visées au point 1 ci-dessus.<br />

Les commissaires du gouvernem<strong>en</strong>t ou délégués du<br />

ministre du Budg<strong>et</strong> ont droit à une indemnité forfaitaire<br />

annuelle dont le montant, à l’indice pivot 111,64<br />

(base 1996 = 100), figure <strong>en</strong> regard de la dénomination<br />

des organismes repris ci-après (voir tableau cidessous).<br />

4. D’une manière générale, les commissaires du<br />

gouvernem<strong>en</strong>t <strong>et</strong> délégués du ministre du Budg<strong>et</strong> reçoiv<strong>en</strong>t<br />

les circulaires ministérielles <strong>en</strong> matière<br />

d’élaboration des propositions budgétaires <strong>et</strong> de finalisation<br />

des budg<strong>et</strong>s (tant les directives <strong>et</strong> paramètres<br />

— e<strong>en</strong> regeringscommissaris bij de naamloze<br />

v<strong>en</strong>nootschap van publiek recht «Nationale Loterij»<br />

(op basis van de w<strong>et</strong> van 19 april 2002 tot<br />

rationalisering van de werking <strong>en</strong> h<strong>et</strong> beheer van<br />

de Nationale Loterij).<br />

2. De w<strong>et</strong>- of regelgev<strong>en</strong>de grondslag van de<br />

bevoegdhed<strong>en</strong> van de regeringscommissaris of van de<br />

afgevaardigde van de minister van Begroting is terug te<br />

vind<strong>en</strong> in:<br />

— de artikels 9 <strong>en</strong> 10 (algem<strong>en</strong>e bevoegdheid <strong>en</strong> beroepsprocedure<br />

teg<strong>en</strong> de uitvoering van elke beslissing<br />

die hij of zij in teg<strong>en</strong>strijd acht m<strong>et</strong> de w<strong>et</strong>, de<br />

statut<strong>en</strong> of h<strong>et</strong> algeme<strong>en</strong> belang) <strong>en</strong> in artikel 11,<br />

§ 2 (b<strong>et</strong>reff<strong>en</strong>de h<strong>et</strong> personeelsplan of de personeelsformatie)<br />

van de w<strong>et</strong> van 16 maart 1954<br />

b<strong>et</strong>reff<strong>en</strong>de de controle op sommige instelling<strong>en</strong><br />

van op<strong>en</strong>baar nut;<br />

— de artikels 8, § 3 (jaarlijkse to<strong>et</strong>sing van de<br />

bestuursovere<strong>en</strong>komst), 12, § 3 <strong>en</strong> 14, § 1 (goedkeuring<br />

van de begroting <strong>en</strong> overdracht van kredi<strong>et</strong><strong>en</strong>),<br />

artikel 19 (vaststelling van h<strong>et</strong> personeelsplan),<br />

23 <strong>en</strong> 24 (algem<strong>en</strong>e bevoegdheid <strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong>ing<br />

van h<strong>et</strong> recht op beroep) van h<strong>et</strong> koninklijk<br />

besluit van 3 april 1997 houd<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> m<strong>et</strong><br />

h<strong>et</strong> oog op de responsabilisering van de op<strong>en</strong>bare<br />

instelling<strong>en</strong> van sociale zekerheid, m<strong>et</strong> toepassing<br />

van artikel 47 van de w<strong>et</strong> van 26 juli 1996 tot<br />

modernisering van de sociale zekerheid;<br />

— h<strong>et</strong> koninklijk besluit van 14 november 2001 tot<br />

regeling van de b<strong>en</strong>oemingsvoorwaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> de uitoef<strong>en</strong>ing<br />

van de opdracht van de regeringscommissariss<strong>en</strong><br />

bij de op<strong>en</strong>bare instelling<strong>en</strong> van sociale<br />

zekerheid;<br />

— voor de instelling<strong>en</strong> sui g<strong>en</strong>eris, in de bijzondere<br />

w<strong>et</strong>t<strong>en</strong> vermeld in punt 1 hiervoor.<br />

3. De vergoeding van de regeringscommissaris of<br />

afgevaardigde is geregeld bij e<strong>en</strong> ministerieel besluit of<br />

bij koninklijk besluit, in h<strong>et</strong> algeme<strong>en</strong> op gezam<strong>en</strong>lijk<br />

voorstel van de minister van Begroting <strong>en</strong> de voogdijminister.<br />

Zo’n besluit wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kracht<strong>en</strong>s de<br />

w<strong>et</strong>t<strong>en</strong> waarnaar wordt verwez<strong>en</strong> onder punt 1 hiervoor.<br />

De regeringscommissariss<strong>en</strong> of afgevaardigd<strong>en</strong> van<br />

de minister van Begroting hebb<strong>en</strong> recht op e<strong>en</strong> vaste<br />

jaarlijkse vergoeding waarvan h<strong>et</strong> bedrag, teg<strong>en</strong> de<br />

spilindex van 111,64 (basis is 1996 = 100) voorkomt<br />

bij de b<strong>en</strong>aming van de volg<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong> (zie tabel<br />

hieronder).<br />

4. In h<strong>et</strong> algeme<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> de regeringscommissariss<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> afgevaardigd<strong>en</strong> van de minister van Begroting<br />

de ministeriele omz<strong>en</strong>dbriev<strong>en</strong> inzake de opmaak<br />

van de begrotingsvoorstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de afwerking van de<br />

begroting (zowel de richtlijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de technische para-<br />

CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!