Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden

Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden

29.09.2013 Views

12904 QRVA 51 077 09 - 05 - 2005 t-elle déjà édicté ou compte-t-elle édicter prochainement, en l’espèce, des instructions générales et/ou des directives éventuelles, à l’usage de tous les agents du fisc et par secteur, et dans quelles conditions concrètes ces photos (digitales) et autres images pourront-elles être stockées dans des banques de données fiscales ou être imprimées pour être versées au dossier fiscal (unique) et/ou contentieux? 3. D’autre part, quelles sont les dispositions légales et/ou réglementaires tirées du droit international, du droit commun et de la législation relative aux impôts directs et indirects qui régissent en outre spécifiquement cette matière particulière? 4. Pouvez-vous communiquer vos conceptions et méthodes générales, notamment sous l’angle de leur conformité aux dispositions légales et réglementaires du Code des impôts sur les revenus 1992, du Code de la TVA et de l’enregistrement, de la loi relative à la protection de la vie privée du 8 décembre 1992, des articles 8.1 et 8.2 de la Convention européenne des droits de l’homme et des articles 15 et 22 de la Constitution coordonnée? Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 2 mai 2005, à la question no 624 de Mme Trees Pieters du 11 avril 2005 (N.): L’élaboration et l’application de la loi-cadre sur la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel sont de la compétence du SPF Justice. L’application de la loi par les autres départements relève cependant de la compétence des autres départements. Cette question tombe par conséquent sous la compétence de mon collègue, le ministre des Finances. (Question n o 685 du 8 mars 2005.) Vice-premier ministre et ministre des Finances DO 2004200503951 DO 2004200503951 Question n o 737 de M. Dirk Van der Maelen du 18 avril 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances: Emploi de constructions fiscales mettant un usufruit à profit. Ces dernières années, de nombreux contribuables ont eu recours à des constructions fiscales mettant à terzake eventueel ten behoeve van alle fiscale ambtenaren reeds per sector werden of weldra zullen worden uitgevaardigd en onder al welke concrete voorwaarden die (digitale) foto’s en andere beeldgegevens mogen worden opgeslagen in fiscale databanken en worden gerangschikt en afgedrukt in het (enig) fiscaal dossier en/of in een geschillendossier? 3. Door welke wettelijke en/of reglementaire bepalingen inzake internatonaal recht, gemeen recht en inzake indirecte belastingen en inzake inkomstenbelastingen is deze bijzondere materie daarnaast allemaal eventueel nog specifiek beheerst? 4. Kan u uw algemene ziens- en handelwijze meedelen onder meer ook reeds getoetst aan de wettelijke en reglementaire bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het BTW- en Registratiewetboek, de wet op de privacy van 8 december 1992, de artikelen 8.1 en 8.2 van het Europees Verdrag van de rechten van de mens en de artikelen 15 en 22 van de Gecoördineerde Grondwet? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 2 mei 2005, op de vraag nr. 624 van mevrouw Trees Pieters van 11 april 2005 (N.): Het opstellen en de toepassing van de kaderwet betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens zijn de bevoegdheid van de FOD Justitie. De toepassing van de wet door de andere departementen valt echter onder de bevoegdheid van de andere departementen. Deze vraag valt dan ook onder de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Financiën. (Vraag nr. 685 van 8 maart 2005.) Vice-eerste minister en minister van Financiën Vraag nr. 737 van de heer Dirk Van der Maelen van 18 april 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën: Gebruik van vruchtgebruikconstructies. De afgelopen jaren hebben heel wat belastingplichtigen hun toevlucht genomen tot fiscale vruchtgebruik- CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 077 12905 09 - 05 - 2005 profit un usufruit. Il apparaît néanmoins que ces constructions sont de plus en plus souvent sujettes à de vives critiques. Récemment, le tribunal de première instance de Bruges a encore admis que l’administration pouvait détricoter un montage fiscal mettant un usufruit à profit en invoquant la disposition anti-abus de l’article 344, CIR 1992. Toutefois, le fisc admet, sous certaines conditions, que les contribuables puissent réaliser des optimisations fiscales en mettant un usufruit à profit. Dans la décision anticipée n o 300.081 du 30 septembre 2003, l’administration a accepté une construction fiscale mettant un usufruit à profit dans laquelle le gérant d’une SPRL a acheté la nue-propriété d’un appartement et sa société l’usufruit pour une période de 15 ans. Dans ce cas individuel, l’administration a marqué son accord sur le fait que: — les frais de notaire, les droits d’enregistrement et les frais bancaires sur le crédit d’investissement sont déductibles à ce titre dans le chef de la SPRL; — la valeur du droit d’usufruit est fixée compte tenu des dispositions prévues à l’article 47, § 2, du Code des droits d’enregistrement et un amortissement sur une durée de 15 ans peut être admis; — aucun avantage de toute nature ne serait attribué au gérant pour l’utilisation de l’appartement s’il paie à la SPRL un loyer annuel équivalant à au moins 80% du revenu cadastral indexé de l’appartement, multiplié par 100/60 et par 2; — la non-location de l’appartement par le gérant pendant une certaine période, sans que celui-ci n’en dispose effectivement, n’engendrera pas l’imposition d’un avantage de toute nature. L’administration a par ailleurs ajouté l’observation suivante à la fin de cette décision anticipée: «L’attention est attirée sur le fait que la présente décision ne porte pas préjudice à l’imposition éventuelle, dans le chef de M. X, d’un avantage de toute nature visé à l’article 32, alinéa 2, 2 o , CIR 1992, au moment où ce dernier acquerra, après 15 ans, 80% de l’usufruit de l’appartement». Pourriez-vous me fournir les précisions suivantes à propos du dernier paragraphe de la décision anticipée n o 300.081: 1. L’imposition, dans le chef du nu-propriétaire, d’un avantage de toute nature à la fin de l’usufruit estelle une mesure générale applicable à toute construction fiscale mettant un usufruit à profit? constructies. Deze constructies komen hoe langer hoe meer onder vuur te liggen. Recentelijk nog werd door de rechtbank van eerste aanleg van Brugge aanvaard dat de administratie een vruchtgebruikconstructie aan de hand van de anti-misbruikbepaling van artikel 344, WIB 1992 kon doorprikken. Niettemin aanvaardt de fiscus onder bepaalde voorwaarden dat belastingplichtigen fiscaal kunnen optimaliseren door gebruik te maken van een vruchtgebruik. In de voorgaande beslissing nr. 300.081 van 30 september 2003 aanvaardde de administratie een vruchtgebruikconstructie waarbij een zaakvoerder van een BVBA de naakte eigendom van een appartement kocht en zijn BVBA het vruchtgebruik kocht voor een periode van 15 jaar. In dit individuele geval ging de administratie ermee akkoord dat: — de notariskosten, de registratierechten en de bankkosten van het investeringskrediet als beroepskosten aftrekbaar zijn in hoofde van de BVBA; — de waarde van het recht van vruchtgebruik werd vastgesteld volgens de bepalingen van artikel 47, § 2 van het Wetboek der Successierechten alsook dat een afschrijving over een periode van 15 jaar kon worden aanvaard; — geen voordeel van alle aard zou worden toegekend aan de zaakvoerder voor het gebruik van het appartement indien hij aan de BVBA een jaarlijkse huur van minstens 80% van het geïndexeerde kadastrale inkomen van het appartement betaalt vermenigvuldigd met 100/60 en met 2; — de niet-verhuring van het appartement door de zaakvoerder gedurende een bepaalde periode, zonder dat hij er zelf daadwerkelijk over beschikt, geen aanleiding zal geven tot het belasten van een voordeel van alle aard. In fine van deze voorafgaande beslissing stelde de administratie verder: «De aandacht wordt gevestigd op het feit dat deze beslissing geen afbreuk doet aan een eventuele belasting, in hoofde van de heer X, van een voordeel van alle aard, bedoeld in artikel 32, tweede lid, 2 o , WIB 1992, op het ogenblik wanneer deze laatste, na 15 jaar, 80% van het vruchtgebruik van het appartement zal verwerven.». Kan u specifiek wat deze laatste paragraaf van de voorafgaande beslissing nr. 300.081 betreft meedelen: 1. Of het belasten van een voordeel van alle aard bij het einde van het vruchtgebruik in hoofde van de naakte eigenaar een algemene maatregel is die steeds en bij elke vruchtgebruikconstructie zal worden toegepast? CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 077 12905<br />

09 - 05 - 2005<br />

profit un usufruit. Il apparaît néanmoins que ces constructions<br />

sont de plus <strong>en</strong> plus souv<strong>en</strong>t suj<strong>et</strong>tes à de<br />

vives critiques. Récemm<strong>en</strong>t, le tribunal de première<br />

instance de Bruges a <strong>en</strong>core admis que l’administration<br />

pouvait détricoter un montage fiscal m<strong>et</strong>tant un<br />

usufruit à profit <strong>en</strong> invoquant la disposition anti-abus<br />

de l’article 344, CIR 1992.<br />

Toutefois, le fisc adm<strong>et</strong>, sous certaines conditions,<br />

que les contribuables puiss<strong>en</strong>t réaliser des optimisations<br />

fiscales <strong>en</strong> m<strong>et</strong>tant un usufruit à profit. Dans la<br />

décision anticipée n o 300.081 du 30 septembre 2003,<br />

l’administration a accepté une construction fiscale<br />

m<strong>et</strong>tant un usufruit à profit dans laquelle le gérant<br />

d’une SPRL a ach<strong>et</strong>é la nue-propriété d’un appartem<strong>en</strong>t<br />

<strong>et</strong> sa société l’usufruit pour une période de<br />

15 ans. Dans ce cas individuel, l’administration a<br />

marqué son accord sur le fait que:<br />

— les frais de notaire, les droits d’<strong>en</strong>registrem<strong>en</strong>t <strong>et</strong><br />

les frais bancaires sur le crédit d’investissem<strong>en</strong>t<br />

sont déductibles à ce titre dans le chef de la SPRL;<br />

— la valeur du droit d’usufruit est fixée compte t<strong>en</strong>u<br />

des dispositions prévues à l’article 47, § 2, du Code<br />

des droits d’<strong>en</strong>registrem<strong>en</strong>t <strong>et</strong> un amortissem<strong>en</strong>t<br />

sur une durée de 15 ans peut être admis;<br />

— aucun avantage de toute nature ne serait attribué<br />

au gérant pour l’utilisation de l’appartem<strong>en</strong>t s’il<br />

paie à la SPRL un loyer annuel équivalant à au<br />

moins 80% du rev<strong>en</strong>u cadastral indexé de<br />

l’appartem<strong>en</strong>t, multiplié par 100/60 <strong>et</strong> par 2;<br />

— la non-location de l’appartem<strong>en</strong>t par le gérant<br />

p<strong>en</strong>dant une certaine période, sans que celui-ci<br />

n’<strong>en</strong> dispose effectivem<strong>en</strong>t, n’<strong>en</strong>g<strong>en</strong>drera pas<br />

l’imposition d’un avantage de toute nature.<br />

L’administration a par ailleurs ajouté l’observation<br />

suivante à la fin de c<strong>et</strong>te décision anticipée:<br />

«L’att<strong>en</strong>tion est attirée sur le fait que la prés<strong>en</strong>te décision<br />

ne porte pas préjudice à l’imposition év<strong>en</strong>tuelle,<br />

dans le chef de M. X, d’un avantage de toute nature<br />

visé à l’article 32, alinéa 2, 2 o , CIR 1992, au mom<strong>en</strong>t<br />

où ce dernier acquerra, après 15 ans, 80% de l’usufruit<br />

de l’appartem<strong>en</strong>t».<br />

Pourriez-vous me fournir les précisions suivantes à<br />

propos du dernier paragraphe de la décision anticipée<br />

n o 300.081:<br />

1. L’imposition, dans le chef du nu-propriétaire,<br />

d’un avantage de toute nature à la fin de l’usufruit estelle<br />

une mesure générale applicable à toute construction<br />

fiscale m<strong>et</strong>tant un usufruit à profit?<br />

constructies. Deze constructies kom<strong>en</strong> hoe langer hoe<br />

meer onder vuur te ligg<strong>en</strong>. Rec<strong>en</strong>telijk nog werd door<br />

de rechtbank van eerste aanleg van Brugge aanvaard<br />

dat de administratie e<strong>en</strong> vruchtgebruikconstructie aan<br />

de hand van de anti-misbruikbepaling van artikel 344,<br />

WIB 1992 kon doorprikk<strong>en</strong>.<br />

Ni<strong>et</strong>temin aanvaardt de fiscus onder bepaalde voorwaard<strong>en</strong><br />

dat belastingplichtig<strong>en</strong> fiscaal kunn<strong>en</strong> optimaliser<strong>en</strong><br />

door gebruik te mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vruchtgebruik.<br />

In de voorgaande beslissing nr. 300.081 van<br />

30 september 2003 aanvaardde de administratie e<strong>en</strong><br />

vruchtgebruikconstructie waarbij e<strong>en</strong> zaakvoerder van<br />

e<strong>en</strong> BVBA de naakte eig<strong>en</strong>dom van e<strong>en</strong> appartem<strong>en</strong>t<br />

kocht <strong>en</strong> zijn BVBA h<strong>et</strong> vruchtgebruik kocht voor e<strong>en</strong><br />

periode van 15 jaar. In dit individuele geval ging de<br />

administratie ermee akkoord dat:<br />

— de notariskost<strong>en</strong>, de registratierecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bankkost<strong>en</strong><br />

van h<strong>et</strong> investeringskredi<strong>et</strong> als beroepskost<strong>en</strong><br />

aftrekbaar zijn in hoofde van de BVBA;<br />

— de waarde van h<strong>et</strong> recht van vruchtgebruik werd<br />

vastgesteld volg<strong>en</strong>s de bepaling<strong>en</strong> van artikel 47,<br />

§ 2 van h<strong>et</strong> W<strong>et</strong>boek der Successierecht<strong>en</strong> alsook<br />

dat e<strong>en</strong> afschrijving over e<strong>en</strong> periode van 15 jaar<br />

kon word<strong>en</strong> aanvaard;<br />

— ge<strong>en</strong> voordeel van alle aard zou word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d<br />

aan de zaakvoerder voor h<strong>et</strong> gebruik van h<strong>et</strong><br />

appartem<strong>en</strong>t indi<strong>en</strong> hij aan de BVBA e<strong>en</strong> jaarlijkse<br />

huur van minst<strong>en</strong>s 80% van h<strong>et</strong> geïndexeerde<br />

kadastrale inkom<strong>en</strong> van h<strong>et</strong> appartem<strong>en</strong>t b<strong>et</strong>aalt<br />

verm<strong>en</strong>igvuldigd m<strong>et</strong> 100/60 <strong>en</strong> m<strong>et</strong> 2;<br />

— de ni<strong>et</strong>-verhuring van h<strong>et</strong> appartem<strong>en</strong>t door de<br />

zaakvoerder gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> bepaalde periode, zonder<br />

dat hij er zelf daadwerkelijk over beschikt,<br />

ge<strong>en</strong> aanleiding zal gev<strong>en</strong> tot h<strong>et</strong> belast<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

voordeel van alle aard.<br />

In fine van deze voorafgaande beslissing stelde de<br />

administratie verder: «De aandacht wordt gevestigd<br />

op h<strong>et</strong> feit dat deze beslissing ge<strong>en</strong> afbreuk do<strong>et</strong> aan<br />

e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele belasting, in hoofde van de heer X, van<br />

e<strong>en</strong> voordeel van alle aard, bedoeld in artikel 32,<br />

tweede lid, 2 o , WIB 1992, op h<strong>et</strong> og<strong>en</strong>blik wanneer<br />

deze laatste, na 15 jaar, 80% van h<strong>et</strong> vruchtgebruik<br />

van h<strong>et</strong> appartem<strong>en</strong>t zal verwerv<strong>en</strong>.».<br />

Kan u specifiek wat deze laatste paragraaf van de<br />

voorafgaande beslissing nr. 300.081 b<strong>et</strong>reft meedel<strong>en</strong>:<br />

1. Of h<strong>et</strong> belast<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> voordeel van alle aard bij<br />

h<strong>et</strong> einde van h<strong>et</strong> vruchtgebruik in hoofde van de<br />

naakte eig<strong>en</strong>aar e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e maatregel is die steeds<br />

<strong>en</strong> bij elke vruchtgebruikconstructie zal word<strong>en</strong> toegepast?<br />

CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!