Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden

Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et réponses écrites Schriftelijke vragen en antwoorden

29.09.2013 Views

12872 QRVA 51 077 09 - 05 - 2005 1. Combien d’incidents de tir se sont-ils produits dans notre pays au cours des cinq dernières années, par province? 2. Pourriez-vous ventiler ces chiffres selon qu’il s’agissait d’incidents avec des armes enregistrées ou d’incidents avec des armes non enregistrées? 3. Quelles initiatives ont été prises au cours des dernières années pour rechercher et poursuivre les personnes détenant illégalement des armes non enregistrées? 4. Combien de poursuites ont été engagées au cours des cinq dernières années, par arrondissement judiciaire, pour détention illégale d’armes? DO 2004200503808 DO 2004200503808 Question n o 614 de M. Alfons Borginon du 29 mars 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice: SPF. — Service de la Législation. — Déséquilibre linguistique. Votre réponse à la question relative aux cadres linguistiques au sein du SPF Justice a retenu mon attention (question n o 6109 de M. Laeremans, Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, commission de la Justice, 22 mars 2005, COM540, p.10). Vous y indiquez que le déséquilibre linguistique pour les fonctions de niveau A s’explique par le fait que les néerlandophones quittent plus rapidement le SPF Justice que leurs collègues francophones. C’est surtout dans le service de la Législation, où le déséquilibre est le plus important, que vous souhaitez rétablir la situation dans les plus brefs délais. 1. À cet égard, ne s’indiquerait-il pas d’offrir aux juristes de parquet et aux référendaires la possibilités d’un transfert au SPF Justice? Leur expertise serait très utile, particulièrement au sein du service de la Législation. 2. a) Si le déséquilibre linguistique pour les fonctions de niveau D est dû au fait que le recrutement se déroule uniquement à Bruxelles, tous les services doivent-ils dés lors encore être centralisés dans la capitale? 1. Beschikt u over het aantal schietincidenten in ons land, per provincie, gedurende de jongste vijf jaar? 2. Kan u de verhouding meedelen hoeveel schietincidenten er in deze periode per provincie gebeurden met geregistreerde wapens en hoeveel met nietgeregistreerde wapens? 3. Welke acties werden er de jongste jaren ondernomen om het illegaal bezit van niet-geregistreerde wapens te zoeken en te vervolgen? 4. Hoeveel vervolgingen vonden er plaats op illegaal wapenbezit gedurende de jongste vijf jaar per gerechtelijk arrondissement? Vraag nr. 614 van de heer Alfons Borginon van 29 maart 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie: FOD. — Dienst Wetgeving. — Taalonevenwicht. Uw antwoord op de vraag naar de taalkaders bij Justitie heeft mijn aandacht getrokken (vraag van de heer Laeremans, Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, commissie voor de Justitie, 22 maart 2005, COM540, blz.10). Uw verklaart dat het taalonevenwicht op niveau A te wijten is aan het feit dat de Nederlandstaligen veel sneller vertrekken bij de FOD Justitie, dan hun Franstalige collega’s. Vooral op de Dienst Wetgeving, waar het onevenwicht heel groot is, wil u dit snel wegwerken. 1. Is het in dat opzicht niet aangewezen om voor parketjuristen en referendarissen doorstroommogelijkheden naar de FOD Justitie te creëren? Vooral op de Dienst Wetgeving zou hun expertise goed van pas komen. 2. a) Indien het taalonevenwicht op niveau D te wijten is aan het feit dat men alleen in Brussel rekruteert, moeten we alle diensten dan in Brussel gecentraliseerd houden? b) Certains services pourraient-ils être décentralisés? b) Zijn er geen diensten die in aanmerking komen voor decentralisatie? CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 077 12873 09 - 05 - 2005 DO 2004200503816 DO 2004200503816 Question n o 615 de M. Alfons Borginon du 30 mars 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice: Révision de la législation sur le bail à ferme. — Système des commissions des fermages. La commission des fermages de Liège n’est pas parvenue à un accord entre les représentants des agriculteurs et ceux des bailleurs. Cet échec est dû à une profonde divergence de vues à propos des données utilisées, qui n’ont pas permis de rapprocher les positions (voir: Silva Belgica, n o 1, année 2005, pp. 21-23). L’échec de la commission des fermages n’augure rien de bon. Il y a en effet un abîme entre les coefficients de fermages fixés par la commission et la valeur réelle des terres cultivables. À Liège, il est manifeste que la tension a tellement augmenté que plus aucun accord n’était possible. La hausse des cœfficients au cours des 12 dernières années varie considérablement d’une province à l’autre (par exemple, Brabant flamand: 1993-2005: + 40%; Brabant wallon: 1993-2005: + 10%). Ces chiffres seraient de nature à démontrer que certains augmentent les coefficients pour ne pas creuser davantage l’écart avec la valeur réelle, tandis que d’autres les contiennent parce que les adaptations de prix sont de toute façon en grande partie payées au noir. Le ministre wallon de l’Agriculture souhaite par le biais d’une décision gouvernementale imposer en province de Liège la moyenne des coefficients des autres commissions de fermage wallonnes. 1. a) D’après vous, qui est compétent en matière de législation sur le bail à ferme, y compris en matière de fermages? b) S’agit-il de la région, du fait de sa compétence en matière agricole? c) Ou s’agit-il quand même toujours de l’État fédéral? 2. L’auteur de l’article suggère de défiscaliser les fermages et de revoir la législation sur le bail à ferme. Estimez-vous toujours opportun de maintenir ce système de commissions des fermages? 3. Que pensez-vous des écarts importants au niveau des hausses des cœfficients sur les 12 dernières années, suivant la commission des fermages compétente? Vraag nr. 615 van de heer Alfons Borginon van 30 maart 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie: Herziening pachtwetgeving. — Systeem van pachtprijzencommissies. De pachtprijzencommissie van Luik heeft geen akkoord bereikt tussen de vertegenwoordigers van de landbouwers en die van de verpachters. Dit was te wijten aan grote onenigheid over het cijfermateriaal dat gebruikt werd, wat de standpunten nog verder uiteen dreef (zie: Silva Belgica, nr. 1, jaargang 2005, blz. 21-23). Het falen van de pachtprijzencommissie is een teken aan de wand. Er gaapt immers een grote kloof tussen de coëfficiënten vastgesteld door de commissies en de werkelijke waarde van de landbouwgrond. Blijkbaar is deze spanning in Luik zo hoog opgelopen, dat men niet meer tot een akkoord kan komen. De stijging van de coëfficiënten over de jongste 12 jaar verschilt nogal naargelang de provincie (bijvoorbeeld Vlaams-Brabant: 1993-2005: + 40%; Waals-Brabant: 1993-2005: + 10%). Dit zou er op kunnen wijzen dat sommigen de coëfficiënten verhogen om de kloof met de werkelijke waarde niet te laten groeien, terwijl anderen de coëfficiënten drukken omdat prijsaanpassingen toch grotendeels in het zwart worden betaald. De Waalse minister van Landbouw wil in de provincie Luik via een regeringsbesluit het gemiddelde van de coëfficiënten van de andere Waalse pachtprijzencommissies opleggen. 1. a) Wie is er volgens u bevoegd inzake pachtwetgeving, inclusief de pachtprijzen? b) Is dit het gewest, wegens de bevoegdheid inzake landbouw? c) Of toch nog steeds de federale Staat? 2. In het artikel wordt aangestuurd op een defiscalisatie van de pacht en herziening van de pachtwetgeving. Acht u het nog steeds opportuun om dit systeem van pachtprijzencommissies te behouden? 3. Wat vindt u van het grote verschil in stijging van de coëfficiënten de jongste 12 jaar naargelang de bevoegde pachtprijzencommissie? CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

12872 QRVA 51 077<br />

09 - 05 - 2005<br />

1. Combi<strong>en</strong> d’incid<strong>en</strong>ts de tir se sont-ils produits<br />

dans notre pays au cours des cinq dernières années,<br />

par province?<br />

2. Pourriez-vous v<strong>en</strong>tiler ces chiffres selon qu’il<br />

s’agissait d’incid<strong>en</strong>ts avec des armes <strong>en</strong>registrées ou<br />

d’incid<strong>en</strong>ts avec des armes non <strong>en</strong>registrées?<br />

3. Quelles initiatives ont été prises au cours des<br />

dernières années pour rechercher <strong>et</strong> poursuivre les<br />

personnes dét<strong>en</strong>ant illégalem<strong>en</strong>t des armes non <strong>en</strong>registrées?<br />

4. Combi<strong>en</strong> de poursuites ont été <strong>en</strong>gagées au cours<br />

des cinq dernières années, par arrondissem<strong>en</strong>t judiciaire,<br />

pour dét<strong>en</strong>tion illégale d’armes?<br />

DO 2004200503808 DO 2004200503808<br />

Question n o 614 de M. Alfons Borginon du 29 mars<br />

2005 (N.) à la vice-première ministre <strong>et</strong> ministre<br />

de la Justice:<br />

SPF. — Service de la Législation. — Déséquilibre<br />

linguistique.<br />

Votre réponse à la question relative aux cadres<br />

linguistiques au sein du SPF Justice a r<strong>et</strong><strong>en</strong>u mon<br />

att<strong>en</strong>tion (question n o 6109 de M. Laeremans, Compte<br />

r<strong>en</strong>du intégral, Chambre, 2004-2005, commission de la<br />

Justice, 22 mars 2005, COM540, p.10).<br />

Vous y indiquez que le déséquilibre linguistique<br />

pour les fonctions de niveau A s’explique par le fait<br />

que les néerlandophones quitt<strong>en</strong>t plus rapidem<strong>en</strong>t le<br />

SPF Justice que leurs collègues francophones. C’est<br />

surtout dans le service de la Législation, où le déséquilibre<br />

est le plus important, que vous souhaitez rétablir<br />

la situation dans les plus brefs délais.<br />

1. À c<strong>et</strong> égard, ne s’indiquerait-il pas d’offrir aux<br />

juristes de parqu<strong>et</strong> <strong>et</strong> aux référ<strong>en</strong>daires la possibilités<br />

d’un transfert au SPF Justice? Leur expertise serait très<br />

utile, particulièrem<strong>en</strong>t au sein du service de la Législation.<br />

2.<br />

a) Si le déséquilibre linguistique pour les fonctions de<br />

niveau D est dû au fait que le recrutem<strong>en</strong>t se<br />

déroule uniquem<strong>en</strong>t à Bruxelles, tous les services<br />

doiv<strong>en</strong>t-ils dés lors <strong>en</strong>core être c<strong>en</strong>tralisés dans la<br />

capitale?<br />

1. Beschikt u over h<strong>et</strong> aantal schi<strong>et</strong>incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in ons<br />

land, per provincie, gedur<strong>en</strong>de de jongste vijf jaar?<br />

2. Kan u de verhouding meedel<strong>en</strong> hoeveel schi<strong>et</strong>incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

er in deze periode per provincie gebeurd<strong>en</strong><br />

m<strong>et</strong> geregistreerde wap<strong>en</strong>s <strong>en</strong> hoeveel m<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>geregistreerde<br />

wap<strong>en</strong>s?<br />

3. Welke acties werd<strong>en</strong> er de jongste jar<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong><br />

om h<strong>et</strong> illegaal bezit van ni<strong>et</strong>-geregistreerde<br />

wap<strong>en</strong>s te zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> te vervolg<strong>en</strong>?<br />

4. Hoeveel vervolging<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> er plaats op illegaal<br />

wap<strong>en</strong>bezit gedur<strong>en</strong>de de jongste vijf jaar per<br />

gerechtelijk arrondissem<strong>en</strong>t?<br />

Vraag nr. 614 van de heer Alfons Borginon van<br />

29 maart 2005 (N.) aan de vice-eerste minister <strong>en</strong><br />

minister van Justitie:<br />

FOD. — Di<strong>en</strong>st W<strong>et</strong>geving. — Taalonev<strong>en</strong>wicht.<br />

Uw antwoord op de vraag naar de taalkaders bij<br />

Justitie heeft mijn aandacht g<strong>et</strong>rokk<strong>en</strong> (vraag van de<br />

heer Laeremans, Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005,<br />

commissie voor de Justitie, 22 maart 2005, COM540,<br />

blz.10).<br />

Uw verklaart dat h<strong>et</strong> taalonev<strong>en</strong>wicht op niveau A<br />

te wijt<strong>en</strong> is aan h<strong>et</strong> feit dat de Nederlandstalig<strong>en</strong> veel<br />

sneller vertrekk<strong>en</strong> bij de FOD Justitie, dan hun Franstalige<br />

collega’s. Vooral op de Di<strong>en</strong>st W<strong>et</strong>geving, waar<br />

h<strong>et</strong> onev<strong>en</strong>wicht heel groot is, wil u dit snel wegwerk<strong>en</strong>.<br />

1. Is h<strong>et</strong> in dat opzicht ni<strong>et</strong> aangewez<strong>en</strong> om voor<br />

park<strong>et</strong>jurist<strong>en</strong> <strong>en</strong> refer<strong>en</strong>dariss<strong>en</strong> doorstroommogelijkhed<strong>en</strong><br />

naar de FOD Justitie te creër<strong>en</strong>? Vooral op de<br />

Di<strong>en</strong>st W<strong>et</strong>geving zou hun expertise goed van pas<br />

kom<strong>en</strong>.<br />

2.<br />

a) Indi<strong>en</strong> h<strong>et</strong> taalonev<strong>en</strong>wicht op niveau D te wijt<strong>en</strong><br />

is aan h<strong>et</strong> feit dat m<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> in Brussel rekruteert,<br />

mo<strong>et</strong><strong>en</strong> we alle di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> dan in Brussel gec<strong>en</strong>traliseerd<br />

houd<strong>en</strong>?<br />

b) Certains services pourrai<strong>en</strong>t-ils être déc<strong>en</strong>tralisés? b) Zijn er ge<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die in aanmerking kom<strong>en</strong><br />

voor dec<strong>en</strong>tralisatie?<br />

CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005 KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!