Presidenten van de kerk - The Church of Jesus Christ of Latter-day ...
Presidenten van de kerk - The Church of Jesus Christ of Latter-day ...
Presidenten van de kerk - The Church of Jesus Christ of Latter-day ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HIJ HIELD VAN GOEDE LITERATUUR<br />
Presi<strong>de</strong>nt David O. McKay was goed opgeleid en<br />
hield <strong>van</strong> <strong>de</strong> grote Engelstalige auteurs. Als hij het<br />
e<strong>van</strong>gelie verkondig<strong>de</strong>, citeer<strong>de</strong> hij vaak Shakespeare,<br />
Carlisle <strong>of</strong> Robert Burns. Hij had een dui<strong>de</strong>lijk talent<br />
als leerkracht en hij communiceer<strong>de</strong> niet alleen met <strong>de</strong><br />
<strong>kerk</strong> maar ook met <strong>de</strong> wereld.<br />
HIJ BEZAT DE GAVE VAN GENEZING<br />
In 1954 schreef een<br />
man een brief aan ou<strong>de</strong>rling<br />
Mark E. Petersen, die<br />
lid <strong>van</strong> het Quorum <strong>de</strong>r<br />
Twaalf Apostelen was,<br />
over een ervaring die een<br />
vriend in een <strong>van</strong> <strong>de</strong> tempels<br />
met presi<strong>de</strong>nt David<br />
O. McKay had gehad. Dit<br />
is wat hij schreef:<br />
‘Mijn vrouw is raadgeefster<br />
in <strong>de</strong> ZHV <strong>van</strong><br />
onze wijk en zuster Nina<br />
Penrod is <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />
raadgeefster. Toen presi-<br />
Presi<strong>de</strong>nt David O. McKay, augustus<br />
1957<br />
<strong>de</strong>nt McKay zuster Penrod <strong>de</strong> hand schud<strong>de</strong>, vroeg ze<br />
hem <strong>of</strong> hij zich haar moe<strong>de</strong>r herinner<strong>de</strong>, zuster Graham<br />
uit Og<strong>de</strong>n Valley. Hij antwoord<strong>de</strong>: “Ja, natuurlijk”, en<br />
hij leg<strong>de</strong> zijn linkerhand bovenop haar hand die hij al<br />
met zijn rechterhand vasthield. Op dat moment zag ik<br />
dat zuster Penrod bloos<strong>de</strong>. Ze zei dat ze zich onthutst<br />
en ne<strong>de</strong>rig voel<strong>de</strong>, want toen presi<strong>de</strong>nt McKay met bei<strong>de</strong><br />
han<strong>de</strong>n haar rechterhand beethad, voel<strong>de</strong> ze een schok,<br />
en ze vroeg zich af <strong>of</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren het geluid had<strong>de</strong>n<br />
gehoord dat met die schok gepaard ging, want het leek<br />
erg luid. Ze zei dat ze zich verzwakt voel<strong>de</strong>. En dat is<br />
vreemd, want presi<strong>de</strong>nt McKay bleef haar rechterhand<br />
met zijn linkerhand vasthou<strong>de</strong>n, terwijl hij veel an<strong>de</strong>re<br />
mensen met zijn rechterhand een hand gaf. Zuster<br />
Penrod zei dat ze een uitermate ne<strong>de</strong>rig gevoel had,<br />
toch voel<strong>de</strong> ze zich opgetogen omdat er iets bijzon<strong>de</strong>rs<br />
met haar gebeurd was, want <strong>de</strong> pijn <strong>van</strong> haar artritis<br />
was verdwenen. (...)<br />
‘Toen presi<strong>de</strong>nt McKay vertrok, zoals mij verteld<br />
werd, probeer<strong>de</strong> zuster Penrod ook weg te gaan, maar<br />
ze moest geholpen wor<strong>de</strong>n omdat ze te zwak was om<br />
alleen te gaan. Ze liepen langzaam, en toen ze <strong>de</strong> trap<br />
afliep, huil<strong>de</strong> ze en zakte ineen. Ze werd naar een bed<br />
in een kleedkamer gebracht waar ze na enige tijd weer<br />
op krachten kwam. Toen stond ze op, draai<strong>de</strong> zich met<br />
haar rug naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren toe, leg<strong>de</strong> eerst <strong>de</strong> ene en<br />
toen <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re hand op haar rug en raakte haar schou<strong>de</strong>rbla<strong>de</strong>n<br />
aan en zei: “Dat heb ik al jaren niet kunnen<br />
David O. McKay Ho<strong>of</strong>dstuk 9<br />
doen.”’ (Geciteerd in McKay, Cherished Experiences,<br />
pp. 156–157.)<br />
HIJ GENAS EEN BLINDE MAN<br />
Broe<strong>de</strong>r Melvin T. Mickelson vertel<strong>de</strong> dat hij zijn<br />
gezichtsvermogen terugkreeg toen hij een zegen <strong>van</strong><br />
presi<strong>de</strong>nt David O. McKay had ont<strong>van</strong>gen. Broe<strong>de</strong>r<br />
Mickelson had een ernstige oogontsteking gehad en<br />
was aan een oog helemaal blind gewor<strong>de</strong>n en groten<strong>de</strong>els<br />
aan zijn an<strong>de</strong>re oog. Zijn ogen gingen steeds ver<strong>de</strong>r<br />
achteruit totdat <strong>de</strong> arts zei dat hij het rechteroog<br />
moest verwij<strong>de</strong>ren. Broe<strong>de</strong>r Mickelson leg<strong>de</strong> uit:<br />
‘Zo’n twee uur nadat<br />
we bij <strong>de</strong> arts waren<br />
geweest, kwam presi<strong>de</strong>nt<br />
McKay aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur en zei<br />
dat hij <strong>van</strong> mijn ziekte had<br />
gehoord. Hij vroeg <strong>of</strong> ik<br />
een zegen wil<strong>de</strong> hebben.<br />
Niemand kon het vredige<br />
gevoel ontkennen toen<br />
hij binnenkwam. Toen hij<br />
me een zegen gaf, werd<br />
<strong>de</strong> pijn min<strong>de</strong>r en verdween.<br />
Toen presi<strong>de</strong>nt<br />
McKay <strong>de</strong> kamer uit was<br />
gegaan, zei mijn vrouw<br />
heel gelovig: “Het komt<br />
wel goed.” (...)<br />
‘De volgen<strong>de</strong> ochtend ging ik terug naar <strong>de</strong> arts.<br />
Presi<strong>de</strong>nt David O. McKay<br />
Nadat hij mijn ogen had on<strong>de</strong>rzocht, zei hij: “Er is een<br />
won<strong>de</strong>r gebeurd. We hoeven het oog niet te verwij<strong>de</strong>ren.<br />
U zult waarschijnlijk vijftien tot twintig procent<br />
<strong>van</strong> uw gezichtsvermogen terugkrijgen.” De volgen<strong>de</strong><br />
dag zei hij dat ik 75 procent <strong>van</strong> mijn gezichtsvermogen<br />
zou terugkrijgen, en op <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> dag waarschijnlijk<br />
mijn hele gezichtsvermogen. (...)<br />
‘Toen een oogarts twee <strong>of</strong> drie jaar later mijn ogen<br />
on<strong>de</strong>rzocht, zei hij: “U hebt een hoop littekenweefsel<br />
in uw ogen, maar ik heb nog nooit zo’n goed gezichtsvermogen<br />
gezien.”’ (Geciteerd in McKay, Cherished<br />
Experiences, pp. 163–164.)<br />
HIJ BEZAT DE GAVE VAN<br />
ONDERSCHEIDING<br />
Bisschop Robert L. Simpson, die toen raadgever<br />
in <strong>de</strong> Presi<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> Bisschap was, heeft over zijn eerste<br />
ontmoeting met presi<strong>de</strong>nt McKay in 1958, tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />
inwijding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Hamiltontempel (Nieuw-Zeeland) het<br />
volgen<strong>de</strong> verteld:<br />
161