29.08.2013 Views

Presidenten van de kerk - The Church of Jesus Christ of Latter-day ...

Presidenten van de kerk - The Church of Jesus Christ of Latter-day ...

Presidenten van de kerk - The Church of Jesus Christ of Latter-day ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

GOD DE VADER EN ZIJN ZOON,<br />

JEZUS CHRISTUS, VERSCHENEN AAN<br />

DE JONGE PROFEET<br />

Een typische kampverga<strong>de</strong>ring in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1830–1835; tekening <strong>van</strong> A. Ri<strong>de</strong>r<br />

In het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw was er veel<br />

opwinding over godsdienst in het westen <strong>van</strong> New York.<br />

(Zie De geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>kerk</strong> in <strong>de</strong> volheid <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n<br />

[2000], pp. 30–32.) De jonge Joseph Smith, die<br />

door <strong>de</strong>ze heftigheid werd beïnvloed en zich zorgen<br />

maakte over zijn geestelijke gesteldheid, was in <strong>de</strong> war<br />

door al die tegenstrijdige leringen. Er waren zoveel<br />

<strong>kerk</strong>en en vijandige sekten. Ze stre<strong>de</strong>n allemaal tegen<br />

elkaar. Wie had er gelijk? Hoe kon iemand dat zeker<br />

weten? Joseph vond het antwoord op <strong>de</strong>ze vragen in het<br />

voorjaar <strong>van</strong> 1820, toen God <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r en zijn Zoon,<br />

Jezus <strong>Christ</strong>us, aan hem verschenen. (Zie Geschie<strong>de</strong>nis<br />

<strong>van</strong> Joseph Smith 1:5–20.)<br />

Toen presi<strong>de</strong>nt<br />

Harold B. Lee op 28 juli<br />

1973 het heilige bos<br />

bezocht, zei hij: ‘Ik weet<br />

dat dit <strong>de</strong> plek is waar <strong>de</strong><br />

Va<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> Zoon verschenen.’<br />

(Van Or<strong>de</strong>n,<br />

‘Pres. Lee Visits Hill<br />

Cumorah’, <strong>Church</strong> News,<br />

4 augustus 1973, p. 3.)<br />

Het heilige bos, bij Palmyra (New York)<br />

AANVULLENDE BIJZONDERHEDEN UIT<br />

HET VERSLAG DAT JOSEPH SMITH IN<br />

1832 OVER HET EERSTE VISIOEN<br />

SCHREEF<br />

Tij<strong>de</strong>ns zijn bediening sprak <strong>de</strong> pr<strong>of</strong>eet Joseph<br />

Smith vaak over het eerste visioen. In 1838 schreef hij<br />

het verslag in <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> Joseph Smith, in <strong>de</strong><br />

Parel <strong>van</strong> grote waar<strong>de</strong>. (Zie Geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> Joseph<br />

Smith 1:2.)<br />

Welwillend ter beschikking gesteld door <strong>de</strong> Library <strong>of</strong> Congress<br />

Schil<strong>de</strong>rij: John Scott<br />

‘Toen het licht op mij rustte, zag ik twee<br />

Personen, wier glans en heerlijkheid<br />

elke beschrijving tarten, boven mij in <strong>de</strong><br />

lucht staan’ (Geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> Joseph<br />

Smith 1:17).<br />

Joseph Smith Ho<strong>of</strong>dstuk 1<br />

In een eer<strong>de</strong>r verslag<br />

gaf hij wat aanvullen<strong>de</strong><br />

bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n over zijn<br />

ongewisheid welke <strong>kerk</strong><br />

waar was en over zijn<br />

verontrusten<strong>de</strong> vragen<br />

waardoor hij uitein<strong>de</strong>lijk<br />

God om raad vroeg: ‘Toen<br />

ik ongeveer twaalf jaar<br />

oud was, begon ik me<br />

ernstig zorgen te maken<br />

over het welzijn <strong>van</strong> mijn<br />

eeuwige ziel, waardoor ik<br />

<strong>de</strong> Schriften ging bestu<strong>de</strong>ren,<br />

want ik had<br />

geleerd dat zij het woord<br />

<strong>van</strong> God bevatten. Dus<br />

toen ik me tot <strong>de</strong> Schriften<br />

wend<strong>de</strong> en nauw contact<br />

had met mensen <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> gelo<strong>of</strong>srichtingen,<br />

begon ik me bijzon<strong>de</strong>r te verbazen, want ik merkte<br />

dat zij niet in overeenstemming leef<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> heilige<br />

levenswan<strong>de</strong>l en het rechtschapen gedrag dat ik in die<br />

heilige schatkamer aantr<strong>of</strong>. Dat was een trieste ervaring<br />

voor mijn ziel. Dus <strong>van</strong> mijn twaalf<strong>de</strong> tot mijn vijftien<strong>de</strong><br />

levensjaar dacht ik diep na over <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld waarop <strong>de</strong> mens zich bevond — <strong>de</strong> conflicten<br />

en ver<strong>de</strong>eldheid, <strong>de</strong> god<strong>de</strong>loosheid en gruwelda<strong>de</strong>n,<br />

en <strong>de</strong> duisternis die <strong>de</strong> geest <strong>van</strong> <strong>de</strong> mens<br />

vervul<strong>de</strong>. Mijn geest raakte steeds meer <strong>van</strong> streek,<br />

want ik begon mij bewust te wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> mijn zon<strong>de</strong>n.<br />

En terwijl ik <strong>de</strong> Schriften bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>, kwam ik tot <strong>de</strong><br />

conclusie dat <strong>de</strong> mensheid zich niet tot <strong>de</strong> Heer richtte,<br />

maar <strong>van</strong> het ware en leven<strong>de</strong> gelo<strong>of</strong> was afgevallen. En<br />

er was geen gemeente <strong>of</strong> gelo<strong>of</strong>srichting te vin<strong>de</strong>n die<br />

gebaseerd was op het e<strong>van</strong>gelie <strong>van</strong> Jezus <strong>Christ</strong>us dat<br />

in het Nieuwe Testament wordt beschreven. En ik was<br />

bedroefd over mijn eigen zon<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wereld, want ik las in <strong>de</strong> Schriften dat God <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> is<br />

gisteren, he<strong>de</strong>n en voor eeuwig, dat Hij geen aannemer<br />

<strong>de</strong>s persoons is, omdat Hij God is. Want ik keek naar<br />

<strong>de</strong> zon — het magnifieke hemellichaam dat <strong>de</strong> aar<strong>de</strong><br />

verlicht — en naar <strong>de</strong> maan, die zich in hun grootsheid<br />

door <strong>de</strong> hemelen bewegen, en ook naar <strong>de</strong> sterren die<br />

in hun heerlijkheid voortrollen, en ook <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> waarop<br />

ik mij bevond, en <strong>de</strong> dieren <strong>van</strong> het veld en <strong>de</strong> vogels <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> lucht en <strong>de</strong> vissen <strong>van</strong> <strong>de</strong> zee, en bovendien <strong>de</strong> mens<br />

die in heerlijkheid, kracht en schoonheid op <strong>de</strong> aar<strong>de</strong><br />

leeft. (...) En toen ik over <strong>de</strong>ze dingen nadacht, riep<br />

mijn hart uit: “De wijze man had gelijk toen hij zei dat<br />

<strong>de</strong> dwaze man in zijn hart zegt dat er geen God is.” En<br />

mijn hart riep uit: “Zij getuigen allen <strong>van</strong> een almachtige<br />

en alomtegenwoordige macht, een opperwezen dat<br />

5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!