BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>BELGISCH</strong> <strong>STAATSBLAD</strong> — 28.07.2004 — <strong>MONITEUR</strong> <strong>BELGE</strong><br />
Afdeling 2. — Afwijking van het referentiejaar<br />
Art. 13. § 1. Van het in aanmerking te nemen jaar waarin inkomsten worden verworven, bepaald in artikel 11, § 1,<br />
kan worden afgeweken indien het inkomen van het kalenderjaar waarin het betrokken academiejaar begint,<br />
vermoedelijk lager ligt dan het inkomen in het artikel 11, § 1, bedoelde in aanmerking te nemen jaar. In dat geval kan<br />
worden rekening gehouden met het vermoedelijk inkomen van het kalenderjaar waarin het betrokken academiejaar<br />
begint.<br />
Van het in aanmerking te nemen jaar waarin inkomsten worden verworven, bepaald in artikel 11, § 1, moet worden<br />
afgeweken indien de student slechts na het in artikel 11, § 1, bedoelde in aanmerking te nemen jaar :<br />
a) hetzij voldoet aan de voorwaarden van een andere leefeenheid die ressorteert onder artikel 3, waarbij rekening<br />
wordt gehouden met het referentie-inkomen van het kalenderjaar waarin aan de voorwaarden van de betrokken<br />
leefeenheid gesteld onder artikel 3 wordt voldaan;<br />
b) hetzij voldoet aan de voorwaarden gesteld onder artikel 5 en artikel 6, waarbij rekening wordt gehouden met<br />
het referentie-inkomen van het kalenderjaar waarin de in artikel 5 en artikel 6 bedoelde twaalfde maand valt;<br />
c) hetzij ressorteert onder artikel 7, waarbij rekening wordt gehouden met het referentie-inkomen van het<br />
kalenderjaar waarin aan de voorwaarden van artikel 7 wordt voldaan.<br />
§ 2. Voor de gevallen bepaald in § 1 waarbij rekening wordt gehouden met een vermoedelijk inkomen, wordt er<br />
voorlopig rekening gehouden met het inkomen van de leefeenheid zoals dit blijkt uit attesten van werkgevers, diensten<br />
of instellingen.<br />
§ 3. Het definitieve bedrag van de studiefinanciering dat bij toepassing van de mogelijkheden van § 1 voorlopig<br />
berekend wordt, wordt vastgesteld door middel van het aanslagbiljet vermeld onder artikel 11, § 1, tweede lid en § 3.<br />
Afdeling 3. —- Bedrag van de studiefinanciering<br />
Art. 14. § 1. De minimuminkomensgrenzen zijn :<br />
1° 6.200,56 euro voor een leefeenheid met nul punten;<br />
2° 11.205,50 euro voor een leefeenheid met één punt;<br />
3° 12.957,25 euro voor een leefeenheid met twee punten;<br />
4° 14.430,90 euro voor een leefeenheid met drie punten;<br />
5° 15.320, 69 euro voor een leefeenheid met vier punten;<br />
6° 16.201,22 euro voor een leefeenheid met vijf punten.;<br />
7° 17.081,70 euro voor een leefeenheid met zes punten;<br />
8° 17.962,19 euro voor een leefeenheid met zeven punten;<br />
9° 18.842,69 euro voor een leefeenheid met acht punten;<br />
10° 19.723,19 euro voor een leefeenheid met negen punten;<br />
11° 20.603,68 euro voor een leefeenheid met tien punten;<br />
12° 21.484,22 euro voor een leefeenheid met elf punten;<br />
13° 22.364,69 euro voor een leefeenheid met twaalf punten;<br />
14° 23.245,19 euro voor een leefeenheid met dertien punten;<br />
15° 24.125,72 euro voor een leefeenheid met veertien punten;<br />
16° 25.006,19 euro voor een leefeenheid met vijftien punten;<br />
17° 25.886,71 euro voor een leefeenheid met zestien punten;<br />
18° 26.767,23 euro voor een leefeenheid met zeventien punten;<br />
19° 27.647,71 euro voor een leefeenheid met achttien punten;<br />
20° 28.528,22 euro voor een leefeenheid met negentien punten<br />
21° 29.408,72 euro voor een leefeenheid met twintig punten.<br />
§ 2. De maximuminkomensgrenzen zijn :<br />
1° 13.667,62 euro voor een leefeenheid met nul punten;<br />
2° 20.185,63 euro voor een leefeenheid met één punt;<br />
3° 25.288,49,euro voor een leefeenheid met twee punten;<br />
4° 29.362,26 euro voor een leefeenheid met drie punten;<br />
5° 33.779,08 euro voor een leefeenheid met vier punten;<br />
6° 39.225,02 euro voor een leefeenheid met vijf punten;<br />
7° 42.912,83 euro voor een leefeenheid met zes punten;<br />
8° 44.885,42 euro voor een leefeenheid met zeven punten;<br />
9° 46.857,96 euro voor een leefeenheid met acht punten;<br />
10° 48.873,36 euro voor een leefeenheid met negen punten;<br />
11° 51.017,45 euro voor een leefeenheid met tien punten;<br />
12° 52.904,27 euro voor een leefeenheid met elf punten;<br />
13° 55.005,44 euro voor een leefeenheid met twaalf punten;<br />
14° 56.978,02 euro voor een leefeenheid met dertien punten;<br />
15° 58.993,47 euro voor een leefeenheid met veertien punten;<br />
16° 61.008,84 euro voor een leefeenheid met vijftien punten;<br />
17° 63.024,33 euro voor een leefeenheid met zestien punten;<br />
57625