Erco Lichtbericht 76

Une exposition située
dans le foyer du parlement
présente l‘histoire
de l‘institution. Des
projecteurs halogènes
basse tension Pollux
sont montés sur des
rails triphasés, dans
des percées du plafond,
et font ressortir les
pièces exposées de la
pénombre du foyer.
En collaboration avec
l‘expert en visualisation
Pierre-Felix Breton, les
concepteurs des études
de simulation OVI ont
élaboré le positionnement
et l‘ajustement
optimal des projecteurs
dans la salle plénière.
Logiciel : Autodesk VIZ 4,
comprenant l‘ensemble
des données des appareils
d‘éclairage ERCO.
De tentoonstelling in de
foyer van het parlement
informeert de bezoeker
over de geschiedenis van
het instituut. Laagspanning-halogeenspots
van
Pollux zijn in sleuven
aan het plafond in
3-fasen-spanningsrails
gemonteerd om de tentoonstellingsstukken
in
de schemering van de
foyer op de voorgrond
te plaatsen.
In samenwerking met
de visualiseringsexpert
Pierre-Felix Breton hebben
de planners van OVI
simulatiestudies uitgewerkt
voor een optimale
positionering en
uitrichting van de spots
in de vergaderzaal. De
software: autodesk
VIZ 4 en bestanden met
verlichtinggegevens
van ERCO.
Parlement écossais, Holyrood, Edimbourg
Schots parlement, Holyrood, Edinburgh
En 1997, les Ecossais ont obtenu, par référendum,
la création de leur propre parlement,
après 300 ans d'administration à distance par
Londres. Le bâtiment du parlement est l‘œuvre
du Catalan Enric Miralles (EMBT, Barcelone),
lauréat du concours d‘architecture. Situé à
Edimbourg, son projet présente un terrain
irrégulier, métaphore d'un bassin portuaire
avec des bateaux en mouvement. Malgré de
nombreux événements tragiques (Miralles est
décédé en 2000, au cours de la planification
du projet), le bâtiment a été achevé et inauguré
en 2004, grâce au professionnalisme du
bureau d‘architectes principal RMJM
(Edimbourg), au concepteur et au bureau de
conception lumière OVI (New York). La diversité
étonnante de l'architecture consiste en
un assemblage de différents motifs, avec des
effets de matières organiques. Le choix de
matériaux solides, la réalisation soignée et de
qualité nous montrent que ce bâtiment a été
conçu pour durer.
La diversité des formes a constitué un vrai
défi en matière de conception et de technique
d‘éclairage. Jean M. Sundin et Enrique Peiniger
ont équipé de nombreuses salles, et principalement
la salle plénière, coeur du complexe,
d'instruments d'éclairage ERCO, solution
idéale pour réaliser des effets lumière divers.
L‘intégration de la lumière du jour est plutôt
inhabituelle : la façade nord en verre, en partie
à l‘ombre, établit sciemment le contact avec
le monde extérieur, facteur considéré comme
dérangeant dans le domaine de la « démocratie
des médias ». La lumière du jour diffuse
se mélange pleinement à l‘éclairage artificiel,
grâce à l'utilisation de lampes aux halogénures
métalliques, avec une température de couleur
4200 K. Pour des retransmissions télévisées
optimales, les luminances sont équilibrées,
aussi bien sur le plan horizontal, pupitre et sol,
que sur le plan vertical, à hauteur des visages
des députés. Les concepteurs ont divisé la
salle en plusieurs segments illuminés chacun
par des groupes de projecteurs. La tâche la
plus ardue de la planification du projet fut de
combiner l'emplacement des projecteurs avec
l'architecture. En effet, ceux-ci sont fixés, par
groupe, sous la toiture faite de bois et d'acier,
complexe et asymétrique et sont destinés à
l'éclairage des sièges disposés symétrique-
ment. En conséquence, il convenait d‘éviter
les zones d‘ombre, projetées par les structures
portantes et de ne pas utiliser d‘autres
appareils d‘éclairage, éblouissants pour les
députés ou l‘orateur. De nombreuses simula-
tions ont permis de déterminer les positions
et les angles optimaux des luminaires. Les
quelque 200 projecteurs Stella, montés sur
des suspensions spéciales, avec réglage
télescopique, assurent un bon équilibre entre
le niveau d‘éclairement élevé, pour les retransmissions
télévisées, et le confort visuel des
parlementaires. Les vario-lentilles des projecteurs
permettent de compenser les différentes
distances, par rapport aux surfaces éclairées.
Les vis, spéciales et non détachables, fixent la
position initiale et évitent les dérèglements
lors du changement de lampe.
Architecte/Architect:
EMBT Enric Miralles, Benedetta Tagliabue,
Barcelone/Barcelona; RMJM, Londres/London/
Edinbourg/Edinburgh
Consultant en éclairage/Lichtplanner:
Office for Visual Interaction (OVI), New York (USA),
Jean M. Sundin, Enrique Peiniger
http://www.scottish.parliament.uk
In 1997 wonnen de Schotten via een volksstemming
de strijd om een eigen parlement
- na bijna 300 jaar administratief bestuur door
het verre London. De Catalaan Enric Miralles
(EMBT, Barcelona) won de architectuurprijsvraag.
In zijn ontwerp voor het onregelmatig
gevormde grondstuk in Edinburgh worden
de sympathieke metaforen van een haven
met drijvende boten geformuleerd. Ondanks
vele tegenslagen en tragische gebeurtenissen
- Miralles stierf in 2000, tijdens de planning
van de uitvoering - werd het gebouw in 2004
succesvol voltooid en geopend, niet in de
laatste plaats dankzij de professionaliteit van
het uitvoerende architectenbureau RMJM,
Edinburgh, en vakkundige planners zoals OVI,
een bureau voor lichtplanning in New York.
De als collage samengevoegde veelvormigheid
met organisch ogende details drukt een
stempel op de architectonische verschijning.
De gedegen materialen en de hoogwaardige,
kostbare uitvoering drukken tegelijkertijd uit
dat dit gebouw een lange toekomst voor de
boeg heeft.
Juist deze veelzijdigheid in vormen stelt
hoge eisen aan de lichtplanning en de lichttechniek.
Jean M. Sundin en Enrique Peiniger
hebben op veel plekken van het gebouw
lichtinstrumenten van ERCO ingezet om de
uitdaging met de verlichting aan te gaan -
met name in de vergaderzaal, het hart van
het gebouwencomplex. Het daglicht wordt op
ongewoonlijke wijze geïntegreerd: de glazen,
gedeeltelijk overschaduwde, noordelijke gevel,
die in de „democratie der media“ vaak als
storende factor waargenomen wordt, creëert
een bewust contact met de buitenwereld.
Het diffuse daglicht loopt vloeiend over in
de kunstmatige verlichting, aangezien de
lichtplanners halogeen-metaaldamplampen
met 4200 K kleurtemperatuur gebruikt hebben.
Om het parlementaire werk optimaal op
de televisie te tonen, is zowel horizontaal,
op lessenaars en ophogingen, als verticaal,
bijvoorbeeld op de gezichten van de parlementsleden,
een gelijkmatig hoge luminantie
noodzakelijk. Hiertoe hebben de planners
de zaal in segmenten opgedeeld, die ieder
door groepen van spots worden verlicht. De
ruimtelijke positionering van deze groepen
vormde het meest veeleisende gedeelte van de
planning, aangezien boven de symmetrische
rangschikking van de stoelen een asymmetrische,
complexe dakconstructie van hout
en staal hangt. De schaduwwerking door
onderdelen van de draagconstructie of andere
armaturen moest evenzo worden vermeden
als het verblinden van de afgevaardigden en
sprekers. Tijdens omvangrijke simulatiestudies
werden de betreffende posities en straalhoeken
van de spots uitgewerkt en getest. Rond
200 Stella-spots, die aan speciale, telescopisch
verstelbare, hangende houders gemonteerd
zijn, bolwerken de spagaat tussen een hoog
verlichtingsniveau, dat tegemoet komt aan de
eisen van de media, en een hoog kijkcomfort
voor de parlementariërs. Dankzij de variolenzen
kunnen deze spots de verschillende
afstanden tot de verlichte oppervlakken
compenseren; met speciale, verliesvrije bevestigingsschroeven
kan de eenmaal gevonden
uitrichting vastgezet worden, ook wanneer de
lampen verwisseld worden.
10 ERCO Lichtbericht 76 04/05 ERCO Lichtbericht 76 04/05 11