LIBER AMICORUM - IBR
LIBER AMICORUM - IBR
LIBER AMICORUM - IBR
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
40-JARIG BESTAAN I.B.R.<br />
dat de omvang en de kwaliteit van de sociale en maatschappelijke verslaggeving in<br />
positieve zin samenhangt met de eigenlijke ondernemingsprestaties op het sociale en<br />
maatschappelijke terrein. In een inventariserend onderzoek stelde Ullmann (1985)<br />
vast dat op een totaal van 7 empirische studies die deze basisveronderstelling toetsten,<br />
er 4 geen significante correlatie rapporteerden, 2 een positieve correlatie vaststelden<br />
en 1 studie een negatieve correlatie opleverde.<br />
Specifiek op het vlak van milieumaatregelen stelden Ingram en Frazier (1983), Wiseman<br />
(1982) en Rockness ( 1985) het ontbreken van een betekenisvolle correlatie vast<br />
tussen de eigenlijke ondernemingsacties op dit vlak en de rapportering hierover in de<br />
jaa rverslagen.<br />
Deze resultaten wijzen op het symbolisch gebruik van sociale en maatschappelijke<br />
rapportering, in de zin dat het gaat om een expressieve activiteit, ontkoppeld van de<br />
substantiele acties van de onderneming op sociaal en maatschappelijk gebied.<br />
Wat het verband tussen sociale verslaggeving en economische prestaties betreft,<br />
stelde Ullmann vast dat op een totaal van 11 studies er 7 een positieve correlatie vaststelden,<br />
maar de overige 4 een te verwaarlozen (positieve en negatieve) correlatie<br />
opleverden.<br />
Naast de financieel-economische prestaties werden ook nog een aantal andere ondernemingskarakteristieken<br />
gerelateerd aan de sociale verslaggevingspraktijk. Trotman &<br />
Bradley (1981 ) onderzochten het effect van de ondernemingsgrootte, het systematisch<br />
risico en de beslissingsharizon van het management op de sociale verslaggeving.<br />
Zij stelden vast dat ondernemingen die informatie omtrent hun sociale en maatschappelijke<br />
verantwoordelijkheid in hun jaarverslag opnamen, gemiddeld groter waren<br />
qua omvang, een hoger systematisch risico kenden en meer nadruk legden op de<br />
lange termijn dan ondernemingen die zulke informatie niet publiceerden.<br />
Cowen et al. (1987) bestudeerden naast de factor winstgevendheid en de factor<br />
ondernemingsgrootte, ook de invloed van de aard van de activiteit op de frekwenties<br />
in een aantal onderwerpcategorieen die betrekking had den op het sociale domein.<br />
Ondernemingsgrootte bleek een significante invloed te hebben op de frekwenties van<br />
vijf van de zeven onderwerpcategorieen. De winstgevendheid van de ondernemingen<br />
(gemeten als een gemiddelde van de rentabiliteit op het totale vermogen over de drie<br />
laatste jaren) bleek geen impact te hebben. Ook de invloed van de sector waarin de<br />
onderneming opereert, bleek slechts een marginale invloed te hebben op de aard en<br />
de frekwentie van de sociale onderwerpen in de jaarverslagen. De auteurs interpreteerden<br />
het belang van de factor ondernemingsgrootte voornamelijk in de zin van de<br />
publieke zichtbaarheid en de publieke gevoeligheid van de onderneming.<br />
Een indicatie van de symbolische functie van sociale en maatschappelijke informatie<br />
vinden we terug in een aantal studies die de marktreactie op de sociale en maatschappelijke<br />
rapportering tot voorwerp hadden. Zo stelde Ingram (1978) vast dat sociale<br />
informatieverstrekking binnen bepaalde industriegroepen informatie-inhoud had voar<br />
investeerders. Jaggi en Freedman (1982) onderzochten de reacties van investeerders<br />
op milieu-effectverslaggeving door ondernemingen in sterk polluerende ondernemin-<br />
89