Authentieke versie downloaden (pdf) - Officiële bekendmakingen
Authentieke versie downloaden (pdf) - Officiële bekendmakingen Authentieke versie downloaden (pdf) - Officiële bekendmakingen
APPENDICE III Epreuves relatives aux matières liquides inflammables de la classe Illa 1300 Le point d'éclair est déterminé au moyen de l'un des appareils suivants: a) pouvant être employés aux températures ne dépassant pas 50° C: appareil d'Abel, appareil d'Abel-Pensky, appareil Luchaire- Finances, appareil Tag; b) pouvant être employés aux températures supérieures à 50° C: appareil Pensky-Martens, appareil Luchaire-Finances; c) à défaut, tout autre appareil capable de donner des résultats ne s'écartant pas de plus de 2° C de ceux que donnerait, au même lieu, l'un des appareils ci-dessus. 1301 Le mode opératoire de la mesure sera: a) pour l'appareil d'Abel, celui de la norme britannique n° 33/44 de Ylnstitute of Petroleum; cette norme pourra être employée aussi pour l'appareil d'Abel-Pensky; b) pour l'appareil Pensky-Martens, celui de la norme n° 34/47 de Ylnstitute of Petroleum, ou de la norme D. 93.46 de l'A. S. T. M.; c) pour l'appareil Tag, celui de la norme D. 53.46 de l'A. S. T. M.; d) pour l'appareil Luchaire, celui de l'Instruction annexée à l'arrêté ministériel (France) du 26 octobre 1925. Dans le cas d'emploi d'un autre appareil, le mode opératoire exigera les précautions suivantes: 1° La détermination doit se faire à l'abri des courants d'air. 2° La vitesse d'échauffement du liquide éprouvé ne doit jamais dépasser 5° C par minute. 3° La flamme de veilleuse doit avoir une longueur de 5 mm (± 0,5 mm). 4° On doit présenter la flamme de veilleuse à l'orifice du récipient, chaque fois que la température du liquide a subi un accroissement de 1' C. 1302 En cas de contestation sur le classement d'un liquide inflammable, on retiendra le numéro de classement proposé par l'expéditeur, si une contre-épreuve de mesure de point d'éclair effectuée sur le liquide en cause donne une valeur ne s'écartant pas de plus de 2° C des limites (respectivement 21°, 55° et 100° C) qui figurent dans le marg, 301. Si une contre-épreuve donne une valeur s'écartant de plus de 2° C de ces limites, on devra procéder à une deuxième contre-épreuve et on retiendra finalement la plus élevée des valeurs.
AANHANGSEL Hl Uitvoering der proeven betreffende brandbare vloeistoffen behorende tot klasse lila 1300 Bepaal het vlampunt met één van de volgende apparaten: a) voor vlampunten niet hoger dan 50° G: het Abel-apparaat, het Abel-Pensky-apparaat, het Luchaire-Finances-apparaat, het Tag-apparaat; b) voor vlampunten boven 50° C: het Pensky-Martens-apparaat, het Luchaire-Finances-apparaat; c) of bij gebreke hiervan met elk ander apparaat, welks uitkomsten niet meer dan 2° C afwijken van de uitkomsten, die de hierboven vermelde apparaten op dezelfde plaats zouden geven. 1301 Voer de proef uit: a) met het Abel-apparaat volgens de Engelse norm nr. 33/44 van het „Institute of Petroleum'*; gebruik deze norm ook voor het Abel- Pensky-apparaat; b) met het Pensky-Martens-apparaat volgens de norm nr. 34/47 van het „Institute of Petroleum" of de norm D ?3.46 van de A.S.T.M.; c) met het Tag-apparaat volgens de norm D 53.46 van de A.S.T.M.; d) met het Luchaire-apparaat volgens de bepalingen der bijlage van de Franse ministeriële beschikking van 26 October 1925. Neem bij gebruik van een ander apparaat bij de proef de volgende voorschriften; in acht: Ie. De proef moet uitgevoerd worden op een tochtvrije plaats. 2e. De snelheid van verwarmen van de te onderzoeken vloeistof mag niet meer bedragen dan 5° C per minuut. 3e. Het lokvlammetje moet een lengte van 5 mm (+ 0,5 mm) hebben, 4e. Het lokvlammetje moet telkens als de temperatuur met 1° C gestegen is bij de opening van het bakje worden gebracht. 1302 Indien verschil van mening bestaat over de rubricering van een brandbare vloeistof, dan geldt de door de afzender voorgestelde rubricering, indien bij controle het vlampunt van de desbetreffende vloeistof niet meer afwijkt dan 2° C van de onder rn. 301 aangegeven grenswaarden (resp. 21°, 55° en 100° C). Indien de controleproef een waarde aangeeft, die meer dan 2° C van deze grenswaarden afwijkt, moet een tweede controleproef genomen worden. De hoogste der beide waarden is maatgevend.
- Page 253 and 254: (2) Cellen van accumulatoren, gevul
- Page 255 and 256: 508 (1) Waterige oplossingen van wa
- Page 257 and 258: 3. Gezamenlijke verpakking. 510 Van
- Page 259 and 260: (3) Kisten met electrische accumula
- Page 261 and 262: d) „Droog", indien verlangd wordt
- Page 263 and 264: 516 (1) Worden zure residuen afkoms
- Page 265 and 266: 2. Opschriften en gevaarsetiketten
- Page 267 and 268: KLASSE VI. WALGINGWEKKENDE OF GEVAA
- Page 269 and 270: 12. Ledige pakmiddeien, welke stoff
- Page 271 and 272: 2. verse horens, hoeven of beendere
- Page 273 and 274: D. Vervoermiddelen en technische hu
- Page 275 and 276: 613 Voor zendingen, die niet met an
- Page 277 and 278: KLASSE VIL VERSCHILLENDE STOFFEN 1.
- Page 279 and 280: horende tot andere klassen — indi
- Page 281 and 282: E. Verbod van saimenlading. 720 Gee
- Page 283 and 284: AANHANGSEL I A. Stabiliteitseisen v
- Page 285 and 286: 2e. Organische nitroverbindingen, g
- Page 287 and 288: 110 Ad 1 b) van rn. 61: De springst
- Page 289 and 290: inwendige diameter 16 mm wanddikte
- Page 291 and 292: 1153 Beproeving der chemische stabi
- Page 293 and 294: (4) Reinig de ijzeren schalen vóó
- Page 295 and 296: [TRB-1954-111_02.gif]
- Page 297 and 298: (3) De proeven worden als volgt afw
- Page 299 and 300: AANHANGSEL II Voorschriften betreff
- Page 301 and 302: B. Aanvullend officieel onderzoek v
- Page 303: [TRB-1954-111_04.gif]
- Page 307 and 308: 1303 Gebruik de volgende werkwijze
- Page 309 and 310: AANHANGSEL IV Voorschriften voor he
- Page 311 and 312: 1401 (1) De onder rn. 1400 opgesomd
- Page 313 and 314: AANHANGSEL V 1. Voorschriften betre
- Page 315 and 316: Nr.3 Nr.4 Nr. 5 Nr.6 Nr.7 Nr.8 (ora
- Page 317 and 318: 1504- 1599 Nr.9 (driehoekig rood et
- Page 319 and 320: [TRB-1954-111_08.gif]
- Page 321 and 322: [TRB-1954-111_10.gif]
- Page 323 and 324: AANHANGSEL VI Voorschriften voor la
- Page 325: (5) Elke laadkist moet de gevaarset
AANHANGSEL Hl<br />
Uitvoering der proeven betreffende brandbare vloeistoffen<br />
behorende tot klasse lila<br />
1300 Bepaal het vlampunt met één van de volgende apparaten:<br />
a) voor vlampunten niet hoger dan 50° G: het Abel-apparaat, het<br />
Abel-Pensky-apparaat, het Luchaire-Finances-apparaat, het Tag-apparaat;<br />
b) voor vlampunten boven 50° C: het Pensky-Martens-apparaat,<br />
het Luchaire-Finances-apparaat;<br />
c) of bij gebreke hiervan met elk ander apparaat, welks uitkomsten<br />
niet meer dan 2° C afwijken van de uitkomsten, die de hierboven<br />
vermelde apparaten op dezelfde plaats zouden geven.<br />
1301 Voer de proef uit:<br />
a) met het Abel-apparaat volgens de Engelse norm nr. 33/44 van<br />
het „Institute of Petroleum'*; gebruik deze norm ook voor het Abel-<br />
Pensky-apparaat;<br />
b) met het Pensky-Martens-apparaat volgens de norm nr. 34/47<br />
van het „Institute of Petroleum" of de norm D ?3.46 van de<br />
A.S.T.M.;<br />
c) met het Tag-apparaat volgens de norm D 53.46 van de A.S.T.M.;<br />
d) met het Luchaire-apparaat volgens de bepalingen der bijlage<br />
van de Franse ministeriële beschikking van 26 October 1925.<br />
Neem bij gebruik van een ander apparaat bij de proef de volgende<br />
voorschriften; in acht:<br />
Ie. De proef moet uitgevoerd worden op een tochtvrije plaats.<br />
2e. De snelheid van verwarmen van de te onderzoeken vloeistof mag<br />
niet meer bedragen dan 5° C per minuut.<br />
3e. Het lokvlammetje moet een lengte van 5 mm (+ 0,5 mm) hebben,<br />
4e. Het lokvlammetje moet telkens als de temperatuur met 1° C gestegen<br />
is bij de opening van het bakje worden gebracht.<br />
1302 Indien verschil van mening bestaat over de rubricering van een<br />
brandbare vloeistof, dan geldt de door de afzender voorgestelde<br />
rubricering, indien bij controle het vlampunt van de desbetreffende<br />
vloeistof niet meer afwijkt dan 2° C van de onder rn. 301<br />
aangegeven grenswaarden (resp. 21°, 55° en 100° C). Indien de<br />
controleproef een waarde aangeeft, die meer dan 2° C van deze<br />
grenswaarden afwijkt, moet een tweede controleproef genomen<br />
worden. De hoogste der beide waarden is maatgevend.