Authentieke versie downloaden (pdf) - Officiële bekendmakingen
Authentieke versie downloaden (pdf) - Officiële bekendmakingen Authentieke versie downloaden (pdf) - Officiële bekendmakingen
(3) Dans les lettres de voiture afférentes aux colis dans lesquels une matière dénommée au marg. 131 est emballée en commun avec d'autres matières ou objets de l'Annexe I ou avec d'autres marchandises, les mentions relatives à chacun de ces objets ou matières doivent être indiquées séparément. D. Matériel et engins de transport. 1. Conditions relatives aux wagons et au chargement. a. Pour les colis. 154 Seront chargés: Les colis renfermant des gaz a) des 1° à 7° et 10°: dans des wagons couverts, ou dans des wagons découverts qui, pendant les mois d'avril à octobre, doivent être protégés par des bâches, à moins que les récipients ne soient emballés dans des caisses en bois; b) du 8°: dans des wagons couverts. 155 (1) Les colis ne doivent pas être projetés ou soumis à des chocs, ni être exposés aux rayons solaires ou à d'autres sources de chaleur. (2) Les récipients seront arrimés dans les wagons de manière à ne pouvoir ni se renverser, ni tomber. Les colis aménagés pour être roulés seront couchés, leur axe longitudinal dans le sens de la longueur du wagon. Ils seront garantis contre tout mouvement latéral. Les récipients renfermant de l'air liquide, de l'oxygène liquide ou de l'azote liquide (8°) seront placés debout et protégés contre toute avarie pouvant être produite par d'autres colis. b. Pour le s; wagons-réservoirs (wagons-citernes et réservoirs ou récipients d'un autre genre fixés sur leur châssis). 156 (1) A l'exception de l'acide fluorhydrique anhydre (5°) et des gaz du 8°, les gaz de la classe Id peuvent être transportés dans des containers-citernes. (2) A l'exception de l'acide fluorhydrique anhydre (5 e ), des gaz du 8° et de l'acétylène dissous (10°), les gaz de la classe Id peuvent être transportés dans des wagons-réservoirs. 157 00 Les conditions relatives aux récipients expédiés comme colis sont également applicables aux récipients des wagons-réservoirs, avec les dérogations et particularités suivantes: a) Les récipients des wagons-réservoirs ne doivent pas être construits en alliages d'aluminium et ne doivent pas être munis de soupapes de sûreté. Toutefois, s'ils en sont munis, ces soupapes doivent être bloquées par un dispositif approprié.
(3) In de vrachtbrief van colli, waarin een stof genoemd onder rn. 131 met andere stoffen of voorwerpen, behorende tot Bijlage I, of met andere goederen gezamenlijk verpakt is, moeten de aanduidingen voor elk dezer stoffen en voorwerpen afzonderlijk zijn vermeld. D. Vervoermiddelen en technische hulpmiddelen. 1. Voorschriften betreffende de wagens en het laden. a. Colli. 154 a) Colli met gassen genoemd onder 1—7 en 10 moeten in gesloten wagens geladen zijn of in open wagens, waarover in de maanden April tot October een dekzeil moet worden gespannen, voorzover de drukvaten niet in houten kisten zijn verpakt; b) colli met gassen genoemd onder 8 moeten in gesloten wagens geladen zijn. 155 (1) Met de colli mag niet worden gegooid; ze mogen ook niet aan schokken, zonne- of andere warmtestraling worden blootgesteld. (2) De (druk) vaten moeten zodanig in de wagens zijn vastgezet, dat ze niet kunnen kantelen of vallen. De colli, die geschikt zijn om gerold te worden, moeten met hun lengte-as in de langsrichting van de wagen geplaatst en tegen zijwaarts rollen gezekerd zijn. Houders met vloeibare lucht, vloeibare zuurstof of vloeibare stikstof (8) moeten rechtop staan en beschermd zijn tegen beschadiging door andere colli. b. Reservoirwagens (ketelwagens en wagens met daarop bevestigde tanks of andere houders). 156 (1) Met uitzondering van fluorwaterstof (5) en de gassen genoemd onder 8, mogen de gassen behorende tot klasse ld in laadketels vervoerd worden. (2) Met uitzondering van fluorwaterstof (5), gassen genoemd onder 8 en onder druk opgelost aethyn (10), mogen de gassen behorende tot klasse ld in reservoirwagens vervoerd worden. i 157 0) £* e voorschriften voor de drukvaten, die als colli worden verzonden, gelden ook voor de drukvaten der reservoir wagens met de volgende afwijkingen en bijzonderheden: a) De drukvaten der reservoirwagens mogen niet uit een aluminiumlegering zijn vervaardigd en ze mogen geen veiligheidskleppen bezitten. Indien ze toch van veiligheidskleppen zijn voorzien, dan moeten deze kleppen met behulp van een daartoe geschikte inrichting buiten werking gesteld zijn.
- Page 57 and 58: onder 13 en 14 zijn van het vervoer
- Page 59 and 60: 2. Opschriften en gevaarsetiketten
- Page 61 and 62: Ie ONTVLAMMINGSMIDDELEN, VUURWERK E
- Page 63 and 64: toegevoegd) en thermietpijpjes met
- Page 65 and 66: 18 Kartonnen slaghoedjes (Liliputmu
- Page 67 and 68: D. Middelen tot bestrijding van sch
- Page 69 and 70: ) in boekjes: 100 boekjes mogen ver
- Page 71 and 72: 106 (1) Gezwinde lont (4) moet in l
- Page 73 and 74: f) die genoemd onder 15: in kartonn
- Page 75 and 76: q) die genoemd onder 24: in kartonn
- Page 77 and 78: (3) Rookpatronen voor de bestrijdin
- Page 79 and 80: voorschriften betreffende de binnen
- Page 81 and 82: (2) Voor het gebruik van wagens voo
- Page 83 and 84: KLASSE ld. SAMENGEPERSTE, VLOEIBAAR
- Page 85 and 86: oxyde) en kooldioxyde, dat bij 50°
- Page 87 and 88: Opmerking. 1. Drukvaten, waarin ger
- Page 89 and 90: Bovendien zijn ook toegestaan: 1. d
- Page 91 and 92: (2) De glazen buizen moeten dichtge
- Page 93 and 94: . Voorschriften voor de metalen dru
- Page 95 and 96: een aluminiumlegering, zijn ook dop
- Page 97 and 98: B. voor alle drukvaten: e) de hydra
- Page 99 and 100: monochloordifruormethaan (freon 22)
- Page 101 and 102: 144 Drukvaten voor opgelost aethyn
- Page 103 and 104: 147 (1) Ten aanzien van vloeibaar g
- Page 105 and 106: dimethylamine trimethylamine aethyl
- Page 107: 2e. kooldioxyde (koolzuur), stiksto
- Page 111 and 112: ) Indien op een wagen meer dan éé
- Page 113 and 114: gemaakte gassen, die schadelijk zij
- Page 115 and 116: Opmerking. Een verflaag op het druk
- Page 117 and 118: dichloordifluormethaan (freon 12) d
- Page 119 and 120: 164 (1) Voorzover onder rn. 131—1
- Page 121 and 122: KLASSE Ie. STOFFEN, DIE BIJ AANRAKI
- Page 123 and 124: (4) Voor opvulling dienende stoffen
- Page 125 and 126: werpen van andere klassen, of met a
- Page 127 and 128: D. Vervoermiddelen en technische hu
- Page 129 and 130: E. Verbod van samenlading. 192 De s
- Page 131 and 132: KLASSE II. VOOR ZELFONTBRANDING VAT
- Page 133 and 134: 7. Vers gegloeide houtskool, poeder
- Page 135 and 136: wordt door de mededeling in de vrac
- Page 137 and 138: ) in stalen vaten, met uitzondering
- Page 139 and 140: pakt vervoerd worden overeenkomstig
- Page 141 and 142: zuren, logen of waterige vloeistoff
- Page 143 and 144: toevoeging: „Goederen vallende on
- Page 145 and 146: 216 (1) Colli, die stoffen bevatten
- Page 147 and 148: F. Ledige pakmiddelen. Verdere voor
- Page 149 and 150: KLASSE lila. BRANDBARE VLOEISTOFFEN
- Page 151 and 152: 3. Vloeistoffen, welke niet met wat
- Page 153 and 154: ialen, indien deze verpakkingen ten
- Page 155 and 156: (behalve nitromethaan), 4 en 5 moet
- Page 157 and 158: (2) Voor het vervoer in reservoirwa
(3) In de vrachtbrief van colli, waarin een stof genoemd onder<br />
rn. 131 met andere stoffen of voorwerpen, behorende tot Bijlage I, of<br />
met andere goederen gezamenlijk verpakt is, moeten de aanduidingen<br />
voor elk dezer stoffen en voorwerpen afzonderlijk zijn vermeld.<br />
D. Vervoermiddelen en technische hulpmiddelen.<br />
1. Voorschriften betreffende de wagens en het<br />
laden.<br />
a. Colli.<br />
154 a) Colli met gassen genoemd onder 1—7 en 10 moeten in gesloten<br />
wagens geladen zijn of in open wagens, waarover in de maanden<br />
April tot October een dekzeil moet worden gespannen, voorzover de<br />
drukvaten niet in houten kisten zijn verpakt;<br />
b) colli met gassen genoemd onder 8 moeten in gesloten wagens<br />
geladen zijn.<br />
155 (1) Met de colli mag niet worden gegooid; ze mogen ook niet aan<br />
schokken, zonne- of andere warmtestraling worden blootgesteld.<br />
(2) De (druk) vaten moeten zodanig in de wagens zijn vastgezet,<br />
dat ze niet kunnen kantelen of vallen. De colli, die geschikt zijn om<br />
gerold te worden, moeten met hun lengte-as in de langsrichting van<br />
de wagen geplaatst en tegen zijwaarts rollen gezekerd zijn. Houders<br />
met vloeibare lucht, vloeibare zuurstof of vloeibare stikstof (8)<br />
moeten rechtop staan en beschermd zijn tegen beschadiging door<br />
andere colli.<br />
b. Reservoirwagens (ketelwagens en wagens met daarop<br />
bevestigde tanks of andere houders).<br />
156 (1) Met uitzondering van fluorwaterstof (5) en de gassen genoemd<br />
onder 8, mogen de gassen behorende tot klasse ld in laadketels vervoerd<br />
worden.<br />
(2) Met uitzondering van fluorwaterstof (5), gassen genoemd<br />
onder 8 en onder druk opgelost aethyn (10), mogen de gassen behorende<br />
tot klasse ld in reservoirwagens vervoerd worden.<br />
i<br />
157 0) £* e voorschriften voor de drukvaten, die als colli worden verzonden,<br />
gelden ook voor de drukvaten der reservoir wagens met de<br />
volgende afwijkingen en bijzonderheden:<br />
a) De drukvaten der reservoirwagens mogen niet uit een aluminiumlegering<br />
zijn vervaardigd en ze mogen geen veiligheidskleppen<br />
bezitten. Indien ze toch van veiligheidskleppen zijn voorzien, dan<br />
moeten deze kleppen met behulp van een daartoe geschikte inrichting<br />
buiten werking gesteld zijn.