Bekijk de PDF - VigotecAkatherm

VERBINDINGSTECHNIEK - TECHNIQUES DE RACCORDEMENT
6.2.3 Steekverbinding
Met steekmoffen zijn eenvoudig demonteerbare, niet-trekvaste verbindingen
zeer snel te realiseren.
Figuur 6.25
Verwerking:
Buis haaks afzagen en ontbramen
Figuur 6.26
Markeren insteekdiepte
Steekmof:
De buis dient over de gehele
insteekdiepte in de steekmof
geschoven te worden. Een steekmof
mag niet gebruikt worden voor het
opvangen van uitzetting en krimp in
het leidingsysteem.
Figuur 6.27
Expansiemof:
Een expansiemof dient de uitzetting
en krimp op te vangen. Hiervoor
geldt een andere insteekdiepte.
De juiste insteekdiepte bij 0°C en
20° staan op de snap-expansiemof
aangegeven. Voor gedetailleerde
informatie zie ook hoofdstuk 8.2.
Figuur 6.28
Afschuinen buiseinde
Het uiteinde van de buis dient
onder een hoek van 15° te worden
afgeschuind. Om een gelijkmatige
afschuining te krijgen kan hiervoor
het beste een buizensnijder
worden gebruikt (voor maatvoering
afschuining zie tabel 6.5).
Figuur 6.29
Verbinding maken
Smeer het uiteinde van de buis in met glijmiddel en steek de buis tot aan de
gemarkeerde insteekdiepte in de steekmof.
54
6.2.3 Raccord à emboîtement
Pour la réalisation simple et rapide de connexions démontables et non-butées.
Figure 6.25
Coupe:
Effectuer une coupe perpendiculaire et ébavurer
Figure 6.26
Marquer la profondeur d’emboîtement du manchon:
Manchon à emboîtement:
Le tuyau doit entièrement être
enfoncé, jusqu’au marquage de la
profondeur d’emboîtement.
Un manchon à emboîtement ne
peut être utilisé pour reprendre
les mouvements de dilatation du
système.
Figure 6.27
Manchon de dilatation:
Ils servent à reprendre les
mouvements de dilatation de la
tuyauterie. Il faut pour ce faire une
autre profondeur d’emboîtement. La
bonne profondeur d’emboîtement à
0°C et à 20°C est mentionnée sur le
manchon. Pour plus d’informations,
Figure 6.28 cf chapitre 8.2
Chanfreiner l’extrémité
L’extrémité du tube doit être
chanfreinée avec un angle de 15°.
Utiliser un chanfreinoir ou un coupetube
approprié pour l’obtention d’un
chanfrein régulier. (cf tableau 6.5
pour les dimensions).
Figure 6.29
Réaliser la connexion
Lubrifier l’extrémité du tube et l’insérer dans le manchon jusqu’au marquage de
la profondeur d’emboîtement.