Bekijk de PDF - VigotecAkatherm

Beoordeling elektrolasverbinding
Het is bij een elektrolasverbinding moeilijker te beoordelen of de verbinding goed
is dan bij een stuiklasverbinding. De lasindicatoren van de Akafusion elektrolasmof
zijn een indicatie dat het lasproces heeft plaatsgevonden. Het is geen garantie
voor de kwaliteit van de lasverbinding. Het uittreden van de indicatoren wordt
door een aantal factoren beïnvloed, waaronder de toleranties van buis/fitting en
elektrolasmof en de ovaliteit. Indien alle voorbereidingen hebben plaatsgevonden
(schrapen, aftekenen etc) en de leidingdelen zijn niet belast tijdens het afkoelen,
dan kan bij volledig uittreden van de lasindicatoren de las als goed beoordeeld
worden.
Wanneer er een grotere hoeveelheid materiaal uit de verbinding komt na het
lassen, dan kan dit het gevolg zijn van niet uitlijnen, overschreden toleranties of
een per ongeluk geactiveerde tweede las. De kwaliteit van dergelijke verbindingen
is dubieus.
De elektrolasmof wordt te heet om aan te raken gedurende het lasproces. Ook
na het lassen wordt de temperatuur nog hoger als gevolg van het doorwarmen
van het PE.
Ovaliteit
Een te grote ovaliteit van fitting/buis kan tot problemen leiden bij het
samenstellen en lassen van de verbindingselementen. De te lassen fittingen
/buis mogen een maximale ovaliteit hebben van 0,02 x d 1 . Dit komt neer op
een verschil in de grootste en kleinste gemeten diameter, conform tabel 6.4. Bij
grotere ovaliteit moet de buis “rond” gemaakt worden met klemmen.
Tabel 6.4 Ovaliteit buis
diameter d 1
d 1 max - d 1 min
(mm)
40 1,0
50 1,0
56 1,0
63 1,0
75 1,5
90 2,0
110 2,0
125 2,5
160 3,0
200 4,0
250 5,0
315 6,0
Contrôle qualité d’une électrosoudure
Il est plus difficile de contrôler une soudure par manchon qu’une soudure boutà-bout.
Les indicateurs de soudure sont là pour vous assurer que le processus
de soudage a eu lieu. Ils ne donnent cependant aucune indication quant à la
qualité de la soudure. Le bon fonctionnement des indicateurs dépend de plusieurs
facteurs, dont la tolérance du tuyau/accessoire et du manchon et de l’ovalité.
Si toutes les étapes de préparation ont bien eu lieu (grattage, marquage, ...) et
si les conditions de refroidissement ont été respectées, on peut alors considérer
que la soudure est de bonne qualité lorsque les indicateurs de soudure sont
sortis.
Il se peut, en cas de défaut d’alignement, de dépassement des tolérances ou de
lancement inopiné d’un deuxième cycle de soudage, que du PE fondu soit sorti
de la connexion. La qualité de la soudure doit alors être remise en question.
Le manchon électrosoudable est trop chaud que pour être tenu durant la
soudure. Il se peut qu’il le soit encore plus après la soudure, par diffusion de la
chaleur.
Ovalité
Une trop grande ovalité du tuyau/accessoire peut poser des problèmes lors de
l’assemblage et la soudure des différents éléments. L’ovalité maximale acceptable
du tuyau/accessoire est de 0,02 x d 1 . Elle est déterminée par mesure du plus
grand et du plus petit diamètre, conformément au tableau 6.4. Une plus grande
ovalité nécessite l’utilisation de pinces de remise au rond.
diamètre d 1
Tableau 6.4 Ovalité des tuyaux
d 1 max - d 1 min
(mm)
40 1,0
50 1,0
56 1,0
63 1,0
75 1,5
90 2,0
110 2,0
125 2,5
160 3,0
200 4,0
250 5,0
315 6,0
53
VERBINDINGSTECHNIEK - TECHNIQUES DE RACCORDEMENT