Bekijk de PDF - VigotecAkatherm
Bekijk de PDF - VigotecAkatherm
Bekijk de PDF - VigotecAkatherm
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
TOEPASSINGEN EN ONTWERPRICHTLIJNEN - APPLICATIONS ET GENERALITES<br />
5.4 Verzamel- en grondleidingen<br />
Afschot<br />
Het afschot van verzamel- en grondleidingen moet tenminste 1:200 (5 mm/m)<br />
zijn om verstopping door een te lage stroomsnelheid te voorkomen. Het afschot<br />
mag ten hoogste 1:50 (20 mm/m) bedragen om te hoge stroomsnelhe<strong>de</strong>n<br />
tegen te gaan. Dit veroorzaakt een hydraulischeafsluiting.<br />
Maximum leidinglengten<br />
De lengte van een liggen<strong>de</strong> leiding is afhankelijk van <strong>de</strong> aangesloten<br />
lozingstoestellen en het afschot waarop <strong>de</strong> leiding ligt. Daarnaast bestaan<br />
er voor <strong>de</strong> combinaties van verschillen<strong>de</strong> aangesloten lozingstoestellen ook<br />
maximale (gesommeer<strong>de</strong>) richtingsveran<strong>de</strong>ringen. Closets hebben een grotere<br />
invloed op <strong>de</strong> lengte van <strong>de</strong> leiding omdat <strong>de</strong>ze zodanig wordt vastgesteld dat<br />
<strong>de</strong> afvalstoffen bij het gekozen afschot met één closetspoeling <strong>de</strong> standleiding<br />
kunnen bereiken. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> lengte van <strong>de</strong> leiding wordt verstaan <strong>de</strong> totale lengte<br />
van <strong>de</strong> aansluitleiding en verzamelleiding.<br />
De NBN EN 12056 geeft een volledig overzicht van <strong>de</strong> maximale leidinglengtes<br />
bij bepaal<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>llijnen en leidingafschot.<br />
De eer<strong>de</strong>r geschreven aansluiteisen voor liggen<strong>de</strong> leidingen gel<strong>de</strong>n ook voor:<br />
- <strong>de</strong> aansluitwijze van verzamelleidingen en grondleidingen on<strong>de</strong>rling<br />
- <strong>de</strong> aansluitwijze van verzamelleidingen op standleidingen<br />
- <strong>de</strong> minimum afstan<strong>de</strong>n tussen aansluitleidingen op verzamel-, grond<br />
en standleidingen<br />
- <strong>de</strong> aansluitvrije zone bij <strong>de</strong> overgangen van liggen<strong>de</strong> leidingen naar<br />
standleidingen en standleidingen naar liggen<strong>de</strong> leidingen<br />
Vernauwingen<br />
In verzamel- en grondleidingen mogen, in <strong>de</strong> afvoerrichting gezien, geen<br />
vernauwingen voorkomen.<br />
5.5 Standleidingen<br />
Aansluitwijze op een standleiding<br />
De aansluiting op een standleiding moet wor<strong>de</strong>n uitgevoerd tussen <strong>de</strong> 87,5°<br />
en 90°. Dit voorkomt dat er een hydraulische afsluiting ontstaat. Voor een nog<br />
betere instroom kan het instroom T-stuk voorzien wor<strong>de</strong>n van een radius.<br />
Minimumafstand tussen aansluitingen op een standleiding<br />
Indien <strong>de</strong> hoek tussen 2 aansluitleidingen kleiner of gelijk is aan 90°, wor<strong>de</strong>n<br />
er geen eisen gesteld aan het hoogteverschil tussen <strong>de</strong> aansluitingen op <strong>de</strong><br />
standleidingen. Er moet minimaal 0,5 m hoogteverschil zijn indien <strong>de</strong> hoek<br />
groter is dan 90°.<br />
Sprongstuk in een standleiding<br />
Een standleiding mag verspringen zon<strong>de</strong>r vereffeningsleiding indien <strong>de</strong> lengte<br />
van het sprongstuk maximaal 1,5 m<br />
is, <strong>de</strong> hoek maximaal 45° is en er<br />
geen aansluitingen zijn aangebracht<br />
in een zone van 0,5 m boven<br />
het sprongstuk en 1 m on<strong>de</strong>r het<br />
sprongstuk. Indien <strong>de</strong> verspringing<br />
hier niet aan kan voldoen, moeten<br />
<strong>de</strong> hierdoor ontstane drukverschillen<br />
opgeheven wor<strong>de</strong>n door een goed<br />
luchttransport door mid<strong>de</strong>l van een<br />
vereffeningsleiding.<br />
38<br />
Figuur 5.7<br />
5.4 Collecteurs et conduites enterrées<br />
Pente<br />
La pente d’un collecteur, enterré ou non, doit être <strong>de</strong> minimum 0,5% (5 mm/m),<br />
afin d’éviter tout bouchon éventuel dû à une vitesse d’écoulement trop faible. Par<br />
contre, elle ne dépassera pas 2% (20 mm/m) pour ne pas avoir <strong>de</strong> trop gran<strong>de</strong>s<br />
vitesses d’écoulement qui provoquent <strong>de</strong>s obstructions hydrauliques.<br />
Longueurs maximales <strong>de</strong> conduite<br />
La longueur maximale d’une conduite horizontale dépend <strong>de</strong>s appareils<br />
sanitaires qui y sont raccordés ainsi que <strong>de</strong> sa pente. Parallèlement à cela, et<br />
en fonction <strong>de</strong> la combinaison <strong>de</strong>s différents appareils sanitaires raccordés, il<br />
existe un nombre maximal <strong>de</strong> changements <strong>de</strong> direction. Les toilettes ont une<br />
plus gran<strong>de</strong> influence sur la longueur <strong>de</strong> la conduite qui doit permettre aux<br />
déjections d’atteindre la décharge verticale après avoir tiré une fois la chasse.<br />
Par longueur <strong>de</strong> conduite on entend la longueur totale du raccor<strong>de</strong>ment et du<br />
collecteur.<br />
La NBN EN 12056 donne un aperçu complet <strong>de</strong>s longueurs maximales en fonction<br />
du diamètre nominal et <strong>de</strong> la pente <strong>de</strong>s conduites.<br />
Les exigences quant aux raccor<strong>de</strong>ments sur conduites horizontales décrites plus<br />
haut sont également valables pour :<br />
- les raccor<strong>de</strong>ments entre collecteurs et conduites enterrées<br />
- les raccor<strong>de</strong>ments entre collecteurs et décharges verticales<br />
- les distances minimales entre les raccor<strong>de</strong>ments sur les collecteurs,<br />
les conduites enterrées et les décharges verticales<br />
- les zones libres <strong>de</strong> raccor<strong>de</strong>ment dans les transitions <strong>de</strong> conduites<br />
horizontales vers les décharges verticales et vice versa.<br />
Réductions<br />
Il ne peut y avoir <strong>de</strong> réduction sur un collecteur ou une conduite enterrée dans le<br />
sens <strong>de</strong> l’écoulement.<br />
5.5 Décharges verticales<br />
Raccor<strong>de</strong>ment sur une décharge verticale<br />
Le raccor<strong>de</strong>ment sur une décharge verticale doit se faire avec un angle <strong>de</strong> 87,5°<br />
à 90° pour éviter les obstructions hydrauliques. Le té <strong>de</strong> branchement peut être<br />
pourvu d’un rayon pour un meilleur écoulement dans la décharge verticale.<br />
Distance minimale entre raccor<strong>de</strong>ments sur une décharge verticale<br />
Si l’angle entre 2 conduites <strong>de</strong> raccor<strong>de</strong>ment est inférieur ou égal à 90°, il n’y a<br />
aucune prescription quant à la distance entre ces 2 raccor<strong>de</strong>ments. Si ce n’est pas le<br />
cas, une distance minimale <strong>de</strong> 0,5 m <strong>de</strong>vra être respectée.<br />
Baïonnette dans une décharge verticale<br />
Il peut avoir une baïonnette dans une décharge verticale sans conduite<br />
d’équilibrage lorsqu’elle ne dépasse<br />
pas 1,5 m <strong>de</strong> long, que l’angle est <strong>de</strong><br />
maximum 45°, et qu’il n’y a pas <strong>de</strong><br />
raccor<strong>de</strong>ment 0,5 m au-<strong>de</strong>ssus et 1m<br />
au-<strong>de</strong>ssous <strong>de</strong> la baïonnette.<br />
Si ces conditions ne sont pas<br />
remplies, <strong>de</strong>s différences <strong>de</strong><br />
pression apparaîtront et <strong>de</strong>vront être<br />
équilibrées par l’utilisation d’une<br />
conduite d’équilibrage (ventilation)<br />
assurant une bonne circulation <strong>de</strong><br />
Figure 5.7 l’air.