Les contes populaires de la Flandre - Centrostudirpinia.It

Maurits De Mever. FFC37
Belgique, 1886 (Résumé: Over Folklore. — De
Toekomst, 1887, bl. 417; même article revu:
Over de waarde van het populaire. — De Tyd-
spiegel, 1890.)
Atig. Gittce — Folklore en Wetenschap. — De Vrye Tribune^
„
1907, bl. 141.
— Japaansche Sprookjes. — De Toekomst, VII,
reeks, 5 jaarg., bl. 138.
„ — Jongste Folkloristische Uitgaven. — Neder-
„
landsch Muséum, 1887, bl. 293.
— Een paar werken over Kultuurgeschiedenis. —
Nederlandsch Muséum, II reeks 3, pg. II, bl. 52.
— „ Over het Sprookje. — Volkskunde, IV, bl. 144.
— „ Over den Stijl van het Sprookje. — Dietsche
Warande, 1894, bl. 8— 20.
„
— Een en ander over Taal en Volksmythologie
in Limburg. — Nederlandsch Muséum, 1888,
bl. 289.
„ — Over den Uitwendigen Vorm der Folklo-
ristische Stof. — Dietsche Warande. Nieuwe
Reeks, III, 574;
IV, 291.
„ — Vanwaar komen onze Sprookjes? — Volkskunde,
I, 145.
„ -^ Volkshumor in Geestelijke Zaken. — Volks-
„
kunde, IV, 74—V 28.
— De Volkssage en het behoud van den nationa-
nalen Geest. — Nederlandsch Muséum, 1887^
bl. 49.
K. Lecoutere — Over Indische Kunstenaars, — Dietsche
222— 228.
„
Stemmen, I,
Oudindische Romans en vertellingen. — Dietsche
Stemmen, II, 279— 301.
Victor De Meyere — Folklore en Literatuur. Maeterlinck
en de Vlaamsche Volksvertelsels. — Volks-
kracht, 1912.