kompas 3 gids - Plantyn

* splitsen: ce qui se passe parfois après une dispute, dans un couple aussi…
* ongeduldig: het geduld, la patience, avec le préfixe privatif ON et le suffixe IG qui indique un
adjectif signifiera donc…
* spannend: ce que l’on attend d’une relation avec un ami.
d) Au sujet de la musique du groupe :
Tester la compréhension de base. Poser par exemple deux questions.
Wat zegt Clara van de muziek?_ Ze zegt dat ze de muziek fijn vindt.
Wat zegt Hugo over de groep?_ Hij zegt dat hij de groep al heeft gehoord.
Wat denkt Hugo van de groep? _ Ze zijn beloftevolle muzikanten.
Welke soort muziek hoor je op de cd? _ Het is R’nB
e) Deuxième écoute et exploitation orale plus approfondie :
Wat voor een meisje is Clara? _ Ze is een vrolijk meisje.
Wat deed Clara vroeger graag met haar vrienden?_ Clara deed vroeger graag lol met haar vrienden.
Waarom ziet Clara haar oude vrienden niet meer? _ Ze ziet haar vrienden niet meer omdat ze ruzie
hebben gehad.
Wat deden ze samen? _ Ze gingen naar het rolleskatespark, de bib of naat het zwembad.
Waarom waren er problemen in de groep van Clara? _ Twee meisjes hebben ruzie gehad.
Wat is er dan gebeurd? – De groep is gesplitst.
Wie is de beste vriend van Hugo? _ Sam.
Hoe beschrijft Hugo zijn relatie met Sam?_ Ze proberen altijd eerlijk te zijn.
Met wie is Hugo soms ongeduldig?_ Hugo is soms ongeduldig met zijn ouders.
Waarom zijn relaties spannend? _ Soms gaan ze niet goed met iemand om, maar dat kan veranderen.
f) Stap verder:
Entamer une conversation simple sur l’amitié.
En jij, maak je ook deel van een groep vrienden of vriendinnen?
Wat doen jullie samen?
Heb je al ruzie met je vrienden gehad? Vertel eens!
Laisser vos élèves répondre librement à ces questions.
g) Première découverte du double infinitif au passé composé :
Avant l’écoute, demander aux élèves d’observer la bulle contenant cette réplique :
« Na een ruzie hebben de vrienden elkaar niet meer willen zien ».
– Les élèves retrouvent le temps dont il est question ici.
– Leur demander ensuite ce que l’on peut remarquer au niveau de la construction de phrase.
– Confronter avec le français et voir si les élèves perçoivent les différences entre le fait d’avoir deux
actions, deux verbes dans une phrase en français ou en néerlandais. Regarder ensuite de quelle
façon on traduit le premier infinitif.
Si les élèves ont des difficultés, vous pouvez reprendre l’exemple de départ et demander de le
traduire.
– Demander aux élèves de parcourir le dialogue et de rechercher une autre phrase qui contient un
double infinitif.
Solution : Ik heb deze groep onlangs al kunnen horen.
– Pour finir, vous pouvez analyser la structure des phrases plus en profondeur en vous référant au
tableau de la page 24.
h) Tâche pour le cours suivant :
– Résumer le dialogue oralement en quelques phrases. Les élèves qui le désirent peuvent avoir
quelques mots clés devant eux.
– Autre possibilité : pouvoir répondre oralement aux questions de l’exploitation orale qui se trouve au
milieu de la page 24.
Kompas 3 - Gids - 80 - Log 1