kompas 3 gids - Plantyn

Solutions :
Yvan blijft op een luchtmatras liggen. Anthony wenst biljart te spelen.
Brian leert trompet spelen. Yannick gaat met een vriendin babbelen.
Voor Dennis is het moeilijk elastiek te springen. Tommy komt naar een voetbalwedstrijd
kijken.
Ronny hoopt een museum te bezoeken. Maxim is van plan een berg te beklimmen.
Edson begint snel te lopen. Kevin zal strandvolleybal spelen.
Dimitri probeert de deur van een badhokje Michael wil spaghetti eten.
te openen.
6. Jeugdclub: een Franstalig meisje in Hoegaarden
Objectifs :
– Faire connaissance avec les personnages du livre.
– Comprendre un dialogue où des jeunes se rencontrent et font connaissance.
Timing : 15 - 20 minutes
Pages 17 à 19, Logboek
CD1 - 1
Notes méthodologiques :
– Mise en situation : chaque élève lit individuellement la mise en situation en bas de la page 17.
– Poser des questions de compréhension à propos de cette intro. Les élèves répondent en néerlandais :
* Waar woont Clara nu? _ Ze woont in de gemeente Hoegaarden.
* Waar / In welke provincie ligt Hoegaarden? _ Dat ligt in de provincie Vlaams-Brabant.
* Waar woonde ze vroeger? _ Ze woonde in Gedinne.
* Waar ligt Gedinne? _ Gedinne ligt in Wallonië.
* Waarom is Clara verhuisd? _ Haar vader gaat/zal in Hoegaarden (als ingenieur) werken.
(* Wat is het beroep van haar vader? _ Hij is ingenieur.)
* Wie is Hugo? _ Hij is de buurjongen van Clara.
* Wat weet je over hem? _ Hij zit dit jaar in het derde (zoals Clara). Hij heeft ook besloten (=
wil/zal) haar zijn vrienden voor te stellen.
– Il y a plusieurs façons de procéder face au dialogue. On peut commencer en faisant lire la BD et en
demandant de raconter (en français ou en néerlandais, suivant la classe) livre fermé, ce qu’ils ont
compris.
– Poser quelques questions simples par rapport au contenu de la BD. Ceci permet d’anticiper le contenu
du dialogue.
* Wat zegt Ina over het Nederlands van Clara?
* Wat zullen ze doen?
* Wat is er morgenavond?
* Waar heeft het plaats?
– Première écoute : parcourir une première fois le dialogue et repérer les mots inconnus. Introduire
une partie du vocabulaire nouveau. Voir Praktijkboek page 7 pour trouver la liste. Il n’est pas
nécessaire de tout introduire mais seulement ce qui absolument nécessaire à la compréhension
(suivant les questions que l’on va poser). Éviter au maximum de passer par le français. Donner une
brève explication en néerlandais, un synonyme ou un antonyme, faire un geste ou un dessin ou en
faisant décomposer un mot, … Voici les principaux :
* op stap gaan : gaan wandelen.
* de gemeente : geef de naam van de gemeente waar je school ligt. Als de leerlingen die kennen
kan je ook zeggen : Meneer/Mevrouw Y is de burgemeester van onze gemeente X.
* de chiro is een jeugdgroep (zoals de scouts). In het Frans : PATRO.
* een rollenspel is een spel (een soort toneel) waar je een rol speelt.
– Deuxième écoute à livre fermé ou ouvert : faire écouter le dialogue. Les élèves doivent repérer
les noms des différents intervenants et le jour où la conversation a lieu.
* Dus hoe heten de personages? _ Hugo, Clara,Ina, Sam, Kristel en Mehdi.
* Op welke dag vindt het gesprek plaats? _ Op vrijdag
* Hoe weet je dat? _ Kristel zegt: “Morgen is het zaterdag”
– Troisièmes et quatrièmes écoutes : réécouter le dialogue et essayer de comprendre les plans de
chacun pour le lendemain et se qu’ils vont faire ensemble (+ heure et lieu de rendez-vous). Si on se
Kompas 3 - Gids - 55 - Proloog