kompas 3 gids - Plantyn

Wie heeft de Eifeltoren gecreeërd? _ Gustave Eifel.
* Wat zie je op de foto van Brussel? _ Het Stadhuis en de Manneken-Pis.
Wie zie je elke dag voor Manneken-Pis? _ Japanse toeristen met fototoestelen.
* Wat zie je op de foto van Amsterdam? _ De grachten en Anne Frank.
Wie was Anne Frank? (voir Kompas 2, Actieboek, pages 141 à 143 pour prolonger le bain
linguistique)
* Wat zie je op de foto van de Ardennen? _ Een edelhert.
* Wat zie je op de foto van Australië? _ Een kangoeroe.
Wat betekent “kangoeroe” in de taal van de inboorlingen (indigènes)? _ Dat betekent : “Ik begrijp
niet”. De Engelse kwamen in Australië. Het is een Britse kolonië geworden. Ze kwamen in Autralië
en zagen de kangoeroes. Ze hebben aan de inboorlingen gevraagd wat hun namen was. De
inboorlingen hebben geantwoord: “kangoeroe”. En de Engelsen hebben ze “kangoeroe’s
genoemd”.
* Wat zie je op de foto van Scheveningen? _ Een vuurwerk.
Waar ligt Scheveningen? _ In Nederland dichtbij Amsterdam. Daar zijn er spectaculaire
vuurwerken.
* Wat zie je op de foto van het Wijnegem shopping centre? _ Winkels.
Waarom is het Wijnegem shopping centre zo leuk? _ Het is het grootste winkelcentrum in België.
– Poser des questions aux élèves. Les faire répondre comme dans les exemples (en utilisant les
activités données dans le cadre vert). Les forcer à faire des phrases complètes (même si ça semble
parfois peu naturel - pour faire exercer la structure infinitive)
* Waarom ga je naar Amsterdam? _ Ik ga naar A’dam om een boottocht op de grachten te maken.
* Wat ben je van plan in Spanje te doen? _ Ik ben van plan op het strand te bruinen.
* Waarom ben je van plan naar een feestje te gaan? _ Ik ben van plan naar een feestje te gaan om
te dansen.
– Laisser émerger les idées de réponses différentes.
* Ik ga naar Spanje om Spaans te spreken.
* …
Tâche pour le cours suivant :
Choisir 3 des endroits proposés ou trouver 3 autres endroits et 3 activités différentes pour répondre aux
questions suivantes :
Waar zou je graag naartoe gaan? Waarom?
Waar ga je naartoe? Wat ben je van plan te doen?
Formuler les réponses avec “OM…TE” ou “VAN PLAN ZIJN TE”.
5. Babbelclub: mysteriespel
Objectifs :
– Résoudre une énigme en partant d’un dessin et retrouver les activités de chacun.
– S’exprimer à l’aide d’une infinitive.
Timing : 10 - 15 minutes
Page 17, Logboek
Notes méthodologiques :
– Observer les dessins de la page 17 et le cadre vert qui se trouve en dessous.
Tous ont un rapport plus ou moins proche avec les vacances.
Kijk naar deze tekeningen. Ze hebben iets te maken met de vakantie.
– On regarde ensuite les propositions d’activités qui se trouvent au milieu de la page 17. On émet ses
premières hypothèses.
– Poser des questions en utilisant le verbe (auxiliaire) du cadre pour que les élèves répondent à l’aide
d’une infinitive.
* Wat blijft Yvan doen? _ Yvan blijft op een luchtmatras liggen.
* En Brian, wat leert hij doen? _ Hij leert trompet spelen.
– Il n’est pas nécessaire d’avoir revu les infinitives (avec ou sans TE) pour faire l’exercice. En effet,
celui-ci peut même servir à un rappel sur les infinitives. Il suffit juste d’écouter la question du prof
pour répondre correctement avec ou sans TE.
– Si on veut repartir de là pour l’induction grammaticale, on peut noter les réponses au tableau en les
classant déjà en 2 colonne : avec et sans TE.
Kompas 3 - Gids - 54 - Proloog