MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR 

BELGE 

Publication conforme aux articles 472 à 478 de la 

loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les 

articles 4à8delaloiportant des dispositions diverses du 

20 juillet 2005. 

Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse : 

www.moniteur.be 

Direction du Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 

1000 Bruxelles - Conseiller général : A. Van Damme 

Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 

183e ANNEE N. 132 

183e JAARGANG 

MARDI 7 MAI 2013 

SOMMAIRE 

Lois, décrets, ordonnances et règlements 

Service public fédéral Sécurité sociale 

23 AVRIL 2013. — Loi modifiant l’article 7 de l’arrêté royal du 

23 décembre 1996 portant exécution des articles 15, 16 et 17 de la loi du 

26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant 

la viabilité des régimes légaux des pensions, p. 26537. 

Service public fédéral Finances 

30 AVRIL 2013. — Arrêté royal abrogeant l’arrêté royal n° 42, du 

29 décembre 1992, fixant le taux de change à appliquer lorsque des 

éléments servant à déterminer la base d’imposition à la taxe sur la 

valeur ajoutée des opérations autres que des importations de biens, 

sont exprimés dans une monnaie étrangère, p. 26538. 

30 AVRIL 2013. — Arrêté royal déterminant le modèle de la formule 

de déclaration en matière d’impôt des sociétés pour l’exercice 

d’imposition 2013, p. 26540. 


de déclaration en matière d’impôt des personnes morales pour 

l’exercice d’imposition 2013, p. 26562. 


de déclaration en matière d’impôt des non-résidents (sociétés, associations, 

etc) pour l’exercice d’imposition 2013, p. 26576. 

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale 

3 AVRIL 2013. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention 

collective de travail du 6 juin 2011, conclue au sein de la Commission 

paritaire de l’industrie céramique, relative au statut des délégations 

syndicales, p. 26599. 

BELGISCH 

STAATSBLAD 

Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de 

programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de 

artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse 

bepalingen van 20 juli 2005. 

Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op : 

www.staatsblad.be 

Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 

53, 1000 Brussel - Adviseur-generaal : A. Van Damme 

Gratis tel. nummer : 0800-98 809 

INHOUD 

DINSDAG 7 MEI 2013 

Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen 

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid 

23 APRIL 2013. — Wet tot wijziging van artikel 7 van het koninklijk 

besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 

en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale 

zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke 

pensioenstelsels, bl. 26537. 

Federale Overheidsdienst Financiën 

30 APRIL 2013. — Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk 

besluit nr. 42 van 29 december 1992 tot vaststelling van de toe te passen 

wisselkoers indien gegevens voor het bepalen van de maatstaf van 

heffing van de belasting over de toegevoegde waarde voor handelingen 

andere dan de invoeren van goederen, zijn uitgedrukt in een vreemde 

munteenheid, bl. 26538. 

30 APRIL 2013. — Koninklijk besluit tot vastlegging van het model 

van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting voor het 

aanslagjaar 2013, bl. 26540. 


van het aangifteformulier inzake rechtspersonenbelasting voor het 

aanslagjaar 2013, bl. 26562. 


van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners (vennootschappen, 

verenigingen, enz.) voor het aanslagjaar 2013, bl. 26576. 

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg 

3 APRIL 2013. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 

wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, 

gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende het 

statuut van de vakbondsafvaardigingen, bl. 26599. 

222 pages/bladzijden

26532 MONITEUR BELGE − 07.05.2013 − BELGISCH STAATSBLAD 



paritaire de l’industrie alimentaire, relative à la programmation salariale 

2011-2012 pour les ouvriers de l’industrie alimentaire, p. 26605. 


collective de travail du 30 août 2011, conclue au sein de la Commission 

paritaire pour les banques, relative à l’effort en faveur des groupes à 

risque pour 2011-2012, p. 26606. 


collective de travail du 14 février 2012, conclue au sein de la 

Sous-commission paritaire pour les entreprises de travail adapté 

subsidiées par la Communauté flamande ou par la Commission 

communautaire flamande et les ateliers sociaux agréés et/ou subsidiés 

par la Communauté flamande, modifiant la convention collective de 

travail du 15 février 2011 modifiant les statuts et la dénomination du 

fonds de sécurité d’existence dénommé ″Fonds social 327.01 de 

financement complémentaire du second pilier de pension″, p. 26608. 



paritaire de la construction, relative à la réduction de la durée du 

travail, p. 26610. 



paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, 

relative au régime de chômage avec complément d’entreprise, p. 26612. 


collective de travail du 10 mai 2012, conclue au sein de la Commission 

paritaire du transport et de la logistique, modifiant la convention 

collective de travail du 10 novembre 2010 concernant l’introduction 

d’un fonds de pension pour les ouvriers/ouvrières du sous-secteur des 

entreprises de déménagement, de garde-meubles et leurs activités 

connexes, p. 26614. 



paritaire de l’industrie du gaz et de l’électricité, relative à la modification 

de la convention collective de travail du 17 novembre 1993 relative 

à la paix sociale, à la prime syndicale et au fonds de formation 

syndicale, p. 26617. 


collective de travail du 16 avril 2012, conclue au sein de la Commission 

paritaire pour le secteur flamand de l’aide sociale et des soins de santé, 

modifiant la convention collective de travail du 16 octobre 2007 

instituant un fonds de sécurité d’existence dénommé ″Sectoraal Fonds 

Sociale Maribel voor de Vlaamse welzijnsen gezondheidssector″ et 

fixant ses statuts, p. 26619. 


collective de travail du 3 juillet 2012, conclue au sein de la Commission 

paritaire des établissements et services d’éducation et d’hébergement, 

modifiant la convention collective de travail du 29 novembre 2006 

portant des mesures visant à promouvoir l’emploi dans le secteur des 

établissements et services d’éducation et d’hébergement (Maribel 

social), p. 26620. 


collective de travail du 19 mai 2011, conclue au sein de la Commission 

paritaire de l’industrie de l’habillement et de la confection, contenant 

l’accord de paix sociale 2011-2012, p. 26623. 


collective de travail du 22 juin 2011, conclue au sein de la Souscommission 

paritaire pour la récupération de métaux, relative à la 

journée jubilaire, p. 26629. 



gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende 

de loonprogrammatie 2011-2012 voor de arbeiders uit de 

voedingsnijverheid, bl. 26605. 


wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 

2011, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, 

betreffende de inspanning ten voordele van de risicogroepen 

voor 2011-2012, bl. 26606. 


wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2012, 

gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen 

gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse 

Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of 

gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van de 

collectieve arbeidsovereenkomst van 15 februari 2011 tot wijziging van 

de statuten en de benaming van het fonds voor bestaanszekerheid 

genaamd ″Sociaal Fonds 327.01 tot aanvullende financiering tweede 

pensioenpijler″, bl. 26608. 



gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de 

arbeidsduurvermindering, bl. 26610. 



gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van 

het vrij onderwijs, betreffende het stelsel van werkloosheid met 

bedrijfstoeslag, bl. 26612. 


wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2012, 

gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot 

wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 

2010 betreffende de invoering van een pensioenfonds voor de 

arbeiders/arbeidsters van de subsector voor de verhuisondernemingen, 

meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten, bl. 26614. 



gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, 

betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 

17 november 1993 betreffende de sociale vrede, de syndicale premie en 

het syndicaal vormingsfonds, bl. 26617. 


wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2012, 

gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijnsen gezondheidssector, 

tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 

16 oktober 2007 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid 

genaamd ″Sectoraal Fonds Sociale Maribel voor de Vlaamse welzijnsen 

gezondheidssector″ en vaststelling van zijn statuten, bl. 26619. 


wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2012, 

gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen 

en -diensten, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst 

van 29 november 2006 houdende maatregelen met het oog op 

de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de opvoedingsen 

huisvestingsinrichtingen en -diensten (Sociale Maribel), bl. 26620. 



gesloten in het Paritair Comité voor het kledingen confectiebedrijf, 

houdende akkoord van sociale vrede 2011-2012, bl. 26623. 



gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, 

betreffende de jubileumdag, bl. 26629.





communautaire flamande et les ateliers sociaux agréés et/ou subsidiés 

par la Communauté flamande, relative à l’engagement de pension 

sectoriel pour la période 2006-2010, p. 26630. 

17 AVRIL 2013. — Arrêté ministériel déterminant la liste définitive 

pour l’année 2011 des secteurs qui réalisent des efforts insuffisants en 

matière de formation en exécution de l’article 3, § 4, de l’arrêté royal du 

11 octobre 2007 instaurant une cotisation patronale complémentaire au 

bénéfice du financement du congé-éducation payé pour les employeurs 

appartenant aux secteurs qui réalisent des efforts insuffisants en matière 

de formation en exécution de l’article 30 de la loi du 23 décembre 2005 

relative au pacte de solidarité entre les générations, p. 26633. 

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et 

Environnement 

24 AVRIL 2013. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 13 novembre 

2011 fixant les rétributions et cotisations dues au Fonds budgétaire 

des matières premières et des produits, p. 26637. 

Service public fédéral Justice 

24 AVRIL 2013. — Arrêté ministériel portant ratification du programme 

du deuxième examen d’aptitude professionnelle de l’année 

judiciaire 2012-2013. Errata, p. 26638. 

Gouvernements de Communauté et de Région 

Communauté française 

Ministère de la Communauté française 

28 MARS 2013. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté 

française relatif à la mobilité vers les services du Gouvernement de la 

Communauté française, le Conseil supérieur de l’Audiovisuel ou 

chacun des organismes d’intérêt public qui relèvent du Comité de 

Secteur XVII, p. 26638. 


wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2012, 




gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de sectorale 

pensioentoezegging voor de periode 2006-2010, bl. 26630. 

17 APRIL 2013. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de 

definitieve lijst voor het jaar 2011 van sectoren die onvoldoende 

opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 3, § 4, van 

het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een 

bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het 

betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren 

die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van 

artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, 

bl. 26633. 

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen 

en Leefmilieu 

24 APRIL 2013. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 

besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en 

bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen 

en de producten, bl. 26637. 

Federale Overheidsdienst Justitie 

24 APRIL 2013. — Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging 

van het programma van het tweede examen inzake beroepsbekwaamheid 

voor het gerechtelijk jaar 2012-2013. Errata, bl. 26638. 

Gemeenschaps- en Gewestregeringen 

Franse Gemeenschap 

Gemeinschafts- und Regionalregierungen 

Deutschsprachige Gemeinschaft 

Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft 

Ministerie van de Franse Gemeenschap 

28 MAART 2013. — Besluit van de Regering van de Franse 

Gemeenschap betreffende de mobiliteit naar de diensten van de 

Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de 

Audiovisuele Sector of elk van de instellingen van openbar nut die 

onder het Comité van Sector XVII ressorteren, bl. 26641. 

25. MÄRZ 2013 — Dekret zur Einrichtung eines Dienstes mit getrennter Geschäftsführung ″Service und Logistik im 

Gemeinschaftsunterrichtswesen″, S. 26645. 

25. MÄRZ 2013 — Dekret zur Anerkennung und Bezuschussung einer Einrichtung zur Selbstregulierung des Berufsethos der Journalisten, 

S. 26647. 

5. FEBRUAR 2013 — Erlass der Regierung zur endgültigen Unterschutzstellung des Anwesens Waldenburghaus (Herrenhaus und 

Wirtschafsgebäude) als Denkmal und des gesamten Anwesens als Ensemble, S. 26655. 

Communauté germanophone 

Ministère de la Communauté germanophone 

25 MARS 2013. — Décret portant création d’un service à gestion 

séparée ″Service et Logistique dans l’enseignement communautaire″, 

p. 26645. 

25 MARS 2013. — Décret portant reconnaissance et subventionnement 

d’une instance d’autorégulation de la déontologie journalistique, 

p. 26649. 

5 FEVRIER 2013. — Arrêté du Gouvernement classant définitivement 

comme monument le château-ferme de Waldenburg (manoir et dépendances) 

et comme ensemble toute la propriété, p. 26656. 

MONITEUR BELGE − 07.05.2013 − BELGISCH STAATSBLAD 

Duitstalige Gemeenschap 

Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap 

26533 

25 MAART 2013. — Decreet tot oprichting van een dienst met 

afzonderlijk beheer ″Service en Logistiek in het Gemeenschapsonderwijs″, 

bl. 26646. 

25 MAART 2013. — Decreet tot erkenning en subsidiëring van een 

instantie voor de zelfregulering van journalistieke deontologie, bl. 26652. 

5 FEBRUARI 2013. — Besluit van de Regering tot definitieve 

rangschikking van Waldenburghaus (statig woonhuis, stallen en schuren) 

als monument en tot definitieve rangschikking van het hele goed 

als ensemble, bl. 26658.


Région de Bruxelles-Capitale 


18 AVRIL 2013. — Arrêté du Gouvernement de la Région de 

Bruxelles-Capitale modifiant l’arrêté du Gouvernement de la Région de 

Bruxelles-Capitale du 26 août 2010 relatif à la fixation des tarifs 

applicables aux services de taxis, p. 26659. 

Autres arrêtés 

Service public fédéral Chancellerie du Premier Ministre et Autorité 

flamande 

11 FEVRIER 2013. — Ordres nationaux, p. 26660. 

Service public fédéral Intérieur 

Agréments comme entreprise de sécurité en application de l’article 4 

de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière, 

p. 26663. — Agrément comme entreprise de sécurité en application de 

l’article 4 de la loi du 10 avril 1990. Renouvellements, p. 26664. — 

Agrément comme entreprise de sécurité et application de l’article 4 de 

la loi du 10 avril 1990. Modifications, p. 26666. — Agrément comme 

entreprise de sécurité en application de l’article 4 de la loi du 

10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière. Abrogations, 

p. 26666. — Commissaire divisionnaire de police. Nomination, 



p. 26668. — Commissaire divisionnaire de police. Retrait de mise à 

la retraite, p. 26668. — Police fédérale. Mandat, p. 26668. — Police 

fédérale. Mandat, p. 26668. 


Juridictions du travail. Nomination, p. 26668. — Direction générale 

Relations collectives de travail. Nomination des membres de la 

Commission paritaire de l’industrie des carrières, p. 26668. 

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et 

Environnement 

18 AVRIL 2013. — Arrêté ministériel portant nomination des 

membres de la Commission d’Aide médicale urgente pour la Province 

du Limbourg, p. 26670. 

18 AVRIL 2013. — Arrêté ministériel portant nomination des 

membres de la Commission d’Aide médicale urgente pour la Province 

de Flandre occidentale, p. 26673. 

23 AVRIL 2013. — Arrêté ministériel portant désignation des 

inspecteurs d’hygiène, secrétaires des commissions médicales, p. 26678. 


Notariat, p. 26679. — Direction générale E P I. Etablissements pénitentiaires. 

Service P & O, p. 26679. 

Gouvernements de Communauté et de Région 

Brussels Hoofdstedelijk Gewest 


18 APRIL 2013. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 

houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke 

Regering van 26 augustus 2010 ter bepaling van de tarieven die van 

toepassing zijn op de taxidiensten, bl. 26659. 

Andere besluiten 

Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister en Vlaamse 

overheid 

11 FEBRUARI 2013. — Nationale Orden, bl. 26660. 

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken 

Erkenningen als beveiligingsonderneming in toepassing van artikel 4 

van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere 

veiligheid, bl. 26663. — Erkenning als beveiligingsonderneming in 

toepassing van artikel 4 van de wet van 10 april 1990. Vernieuwingen, 

bl. 26664. — Erkenningen als beveiligingsonderneming in toepassing 

van artikel 4 van de wet van 10 april 1990. Wijzigingen, bl. 26666. 

— Erkenningen als beveiligingsonderneming in toepassing van artikel 

4 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere 

veiligheid. Opheffingen, bl. 26666. — Hoofdcommissaris van politie. 

Benoeming, bl. 26667. — Hoofdcommissaris van politie. Benoeming, 

bl. 26667. — Hoofdcommissaris van politie. Benoeming, bl. 26668. 

— Hoofdcommissaris van politie. Intrekking oppensioenstelling, 

bl. 26668. — Federale politie. Mandaat, bl. 26668. — Federale politie. 

Mandaat, bl. 26668. 


Arbeidsgerechten. Benoeming, bl. 26668. — Algemene Directie 

Collectieve Arbeidsbetrekkingen. Benoeming van de leden van het 

Paritair Comité voor het groefbedrijf, bl. 26668. 

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen 

en Leefmilieu 

18 APRIL 2013. — Ministerieel besluit tot benoeming van de leden 

van de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening voor 

de Provincie Limburg, bl. 26670. 


van de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening voor 

de Provincie West-Vlaanderen, bl. 26673. 

23 APRIL 2013. — Ministerieel besluit tot benoeming van de 

gezondheidsinspecteurs, secretarissen van de geneeskundige commissies, 

bl. 26678. 


Notariaat, bl. 26679. — Directoraat-generaal E P I. Penitentiaire Inrichtingen. 

Dienst P & O, bl. 26679. 


Vlaamse Gemeenschap 

Vlaamse overheid 

Provincie Limburg. Ruimtelijke ordening. Gemeentelijk ruimtelijk 

uitvoeringsplan, bl. 26679. 

Cultuur, Jeugd, Sport en Media 

16 APRIL 2013. — Voorlopige opname van de verzameling « pater 

Damiaan » in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse 

Gemeenschap, bl. 26680.

Région wallonne 

Service public de Wallonie 

21 MARS 2013. — Arrêté ministériel relatif à l’expropriation de biens 

immeubles à Soignies, p. 26686. 

Environnement, p. 26696. — Direction générale opérationnelle Agriculture, 

Ressources naturelles et Environnement. Office wallon 

des déchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de 

transferts transfrontaliers de déchets BE 0003000880, p. 26697. — 

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et 

Environnement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique 

des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de 

déchets BE 0003000936, p. 26697. — Direction générale opérationnelle 

Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon 






déchets BE 0003000960, p. 26698. — Direction générale opérationnelle 







déchets DE 1350164218, p. 26699. — Direction générale opérationnelle 



transferts transfrontaliers de déchets DE 1350176604, p. 26700. — 




déchets FR 2012027024, p. 26700. — Direction générale opérationnelle 



transferts transfrontaliers de déchets F 2012059099, p. 26701. — Direction 

générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et 



déchets GB 0001002017, p. 26701. — Direction générale opérationnelle 



transferts transfrontaliers de déchets LU 011397, p. 26702. — Direction 

générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. 

Office wallon des déchets. Direction de la Politique des 

déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets LU 011435, 

p. 26702. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources 

naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Direction de 

la Politique des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de 

déchets NL 602843, p. 26703. — Direction générale opérationnelle 



transferts transfrontaliers de déchets NL 622102, p. 26703. 



28 MARS 2013. — Arrêté du Gouvernement de la Région de 

Bruxelles-Capitale désignant les membres effectifs et les membres 

suppléants de la Plate-forme de concertation en matière d’emploi, 

p. 26704. 

Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale 

Agréments en tant que certificateur habitation individuelle, personne 

physique, p. 26705. — Agréments en tant que certificateur habitation 

individuelle, personne physique, p. 26707. — Agréments en tant que 

certificateur habitation individuelle, personne physique, p. 26710. 

MONITEUR BELGE − 07.05.2013 − BELGISCH STAATSBLAD 



28 MAART 2013. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke 

Regering houdende de aanstelling van effectieve en plaatsvervangende 

leden van het Overlegplatform voor de Werkgelegenheid, bl. 26704. 

Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 

26535 

Erkenningen als certificateur wooneenheid, natuurlijke persoon, 

bl. 26705. — Erkenningen als certificateur wooneenheid, natuurlijke 

persoon, bl. 26707. — Erkenningen als certificateur wooneenheid, 

natuurlijke persoon, bl. 26710.


Avis officiels 

SELOR. — Bureau de Sélection de l’Administration fédérale 

Recrutement. Résultat, p. 26712. 

Service public fédéral Finances 

Administration de la T.V.A., de l’enregistrement et des domaines 

(aliénation d’immeubles domaniaux). Publication faite en exécution de 

la loi du 31 mai 1923, modifiée par la loi-programme du 6 juillet 1989, 

p. 26712. 


Dépôt de conventions collectives de travail, p. 26712. 

Pouvoir judiciaire 

Pouvoir judiciaire, p. 26717. 


Pouvoir judiciaire, p. 26717. 

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 

Recommandations du Comité consultatif pour les télécommunications 

: publication prescrite par l’article 6 de la loi du 17 janvier 2003 

relative au statut du régulateur des secteurs des postes et des 

télécommunications belges, p. 26718. 

Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire 

Approbation de guides, p. 26718. 

Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce 

sommaire mais figurent aux pages 26721 à 26752. 

Officiële berichten 

SELOR. — Selectiebureau van de Federale Overheid 

Werving. Uitslag, bl. 26712. 

Federale Overheidsdienst Financiën 

Administratie van de btw, registratie en domeinen (vervreemding 

onroerende domeingoederen). Bekendmaking gedaan ter uitvoering 

van de wet van 31 mei 1923, gewijzigd door programmawet van 

6 juli 1989, bl. 26712. 


Neerlegging van collectieve arbeidsovereenkomsten, bl. 26712. 

Rechterlijke Macht 

Rechterlijke Macht, bl. 26717. 


Rechterlijke Macht, bl. 26717. 

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 

Aanbevelingen van het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie 

: publicatie voorgeschreven door artikel 6 van de wet van 

17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de 

Belgische post- en telecommunicatiesector, bl. 26718. 

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen 

Goedkeuring van gidsen, bl. 26718. 


Vlaamse Gemeenschap 

Jobpunt Vlaanderen 

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een lokalenconsulent 

jeugddienst, een hoofderfgoedbewaker en een consulent 

organisatieonwikkeling bij de stad Gent, bl. 26719. 

Selectie van een loods, bl. 26720. 

De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden 

niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van 

bl. 26721 tot bl. 26752.

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN 

SERVICE PUBLIC FEDERAL 

SECURITE SOCIALE 

[2013/22246] 

23 AVRIL 2013. — Loi modifiant l’article 7 de l’arrêté royal du 

23 décembre 1996 portant exécution des articles 15, 16 et 17 de la loi 

du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et 

assurant la viabilité des régimes légaux des pensions (1) 

ALBERT II, Roi des Belges, 

A tous, présents et à venir, Salut. 

Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit : 

Article 1 er . La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la 

Constitution. 

Art. 2. Dans l’article 7 de l’arrêté royal du 23 décembre 1996 portant 

exécution des articles 15, 16 et 17 de la loi du 26 juillet 1996 portant 

modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes 

légaux des pensions, modifié par l’arrêté royal du 23 avril 1997, les 

modifications suivantes sont apportées : 

1° le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit : 

«§2. Lorsque le conjoint est décédé après la date de prise de cours de 

sa pension de retraite, la pension de survie est égale à 80 % du montant 

de la pension de retraite payable au conjoint décédé le mois du décès, 

qui lui était accordée conformément à la loi du 20 juillet 1990, en vertu 

de l’arrêté royal n° 50 ou en vertu du présent arrêté et qui, le cas 

échéant, est convertie au montant fixé àl’article 5, § 1 er , alinéa 1 er , a), et 

sans que soit éventuellement appliquée la réduction pour cause 

d’anticipation. »; 

2° le paragraphe 3 est abrogé; 

3° dans le paragraphe 4 ancien, devenant le paragraphe 3, les mots 

« des §§ 2et3» sont remplacés par les mots « du § 2 » et la phrase « Le 

conjoint survivant peut exercer les droits que le conjoint décédé aurait 

pu faire valoir. » est abrogée; 

4° le paragraphe 5 devient le paragraphe 4; 

5° dans le paragraphe 6 ancien, devenant le paragraphe 5, les mots 

« aux paragraphes précédents » sont remplacés par les mots « au § 1 er »; 

6° le paragraphe 7 devient le paragraphe 6. 

Art. 3. L’article 2 est applicable aux pensions de survie qui prennent 

cours effectivement et pour la première fois au plus tôtle1 er juillet 2013. 

Art. 4. La présente loi entre en vigueur le 1 er juillet 2013. 

MONITEUR BELGE — 07.05.2013 — BELGISCH STAATSBLAD 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST 

SOCIALE ZEKERHEID 

[2013/22246] 

23 APRIL 2013. — Wet tot wijziging van artikel 7 van het koninklijk 

besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 

en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale 

zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke 

pensioenstelsels (1) 

ALBERT II, Koning der Belgen, 

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : 

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in 

artikel 78 van de Grondwet. 

Art. 2. In artikel 7 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot 

uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot 

modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid 

van de wettelijke pensioenstelsels, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 

23 april 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 

1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : 

«§ 2. Indien de echtgenoot na de ingangsdatum van zijn rustpensioen 

is overleden, is het overlevingspensioen gelijk aan 80 % van het 

aan de overleden echtgenoot in de maand van overlijden betaalbare 

bedrag van het rustpensioen dat hem overeenkomstig de wet van 

20 juli 1990, krachtens het koninklijk besluit nr. 50 of krachtens dit 

besluit was toegekend en dat, in voorkomend geval, wordt omgerekend 

naar het bedrag bepaald bij artikel 5, § 1, eerste lid, a), en zonder 

dat eventueel de vermindering wegens vervroeging wordt toegepast. »; 

2° paragraaf 3 wordt opgeheven; 

3° in de vroegere vierde paragraaf, die de derde paragraaf wordt, worden 

de woorden « de §§ 2en3» vervangen door de woorden «§2 » en wordt de 

zin « De langstlevende echtgenoot kan de rechten uitoefenen die de overleden 

echtgenoot zou hebben kunnen doen gelden. » opgeheven; 

4° de vijfde paragraaf wordt de vierde paragraaf; 

5° in de vroegere zesde paragraaf, die de vijfde paragraaf wordt, 

worden de woorden « de voorafgaande paragrafen » vervangen door 

de woorden «§1 »; 

6° de zevende paragraaf wordt de zesde paragraaf. 

Art. 3. Artikel 2 is van toepassing op de overlevingspensioenen die 

daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 juli 2013 ingaan. 

Art. 4. Deze wet treedt in werking op 1 juli 2013. 

26537

26538 MONITEUR BELGE — 07.05.2013 — BELGISCH STAATSBLAD 

Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit revêtue du sceau 

de l’Etat et publiée par le Moniteur belge. 

Donné àBruxelles, le 23 avril 2013. 

ALBERT 

Par le Roi : 

Le Ministre des Pensions, 

A. DE CROO 

Scellé du sceau de l’Etat : 

La Ministre de la Justice, 

Mme A. TURTELBOOM 

Note 

Session 2012-2013. 

Chambre des représentants : 

Documents parlementaires. — Projet de loi, n° 53-2640-1. — Rapport, 

n° 53-2640-2. — Texte corrigé par la commission, n° 53-2640-3. — Texte 

adopté en séance plénière et transmis au Sénat, n° 53-2640-4. 

Compte rendu intégral : 14 mars 2013. 

Sénat : 

Document parlementaire. — Projet non écoqué par le Sénat, n° 5-2010-1. 

SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES 

[C − 2013/03087] 

30 AVRIL 2013. — Arrêté royal abrogeant l’arrêté royal n° 42, du 

29 décembre 1992, fixant le taux de change à appliquer lorsque des 


valeur ajoutée des opérations autres que des importations de biens, 

sont exprimés dans une monnaie étrangère (1) 



Vu l’article 108 de la Constitution; 

Vu la loi du 17 décembre 2012 modifiant le Code de la taxe sur la 

valeur ajoutée; 

Vu le Code de la taxe sur la valeur ajoutée, l’article 27, remplacé par 

la loi du 17 décembre 2012; 

Vu l’arrêté royal n° 42, du 29 décembre 1992, fixant le taux de change 

à appliquer lorsque des éléments servant à déterminer la base 

d’imposition à la taxe sur la valeur ajoutée des opérations autres que 

des importations de biens, sont exprimés dans une monnaie étrangère; 

Considérant que la Directive 2010/45/UE du Conseil du 13 juillet 2010 

modifie la Directive 2006/112/CE relative au système commun de taxe 

sur la valeur ajoutée en ce qui concerne les règles de facturation; 

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 25 février 2013; 

Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 23 avril 2013; 

Vu la dispense de l’examen préalable quant à la nécessité de réaliser 

une évaluation d’incidence sur le développement durable en vertu de 

l’article 2, 5°, del’arrêté royal du 20 septembre 2012 portant exécution 

de l’article 19/1, § 1 er , deuxième alinéa, du chapitre V/1 de la loi du 

5 mai 1997 relative à la coordination de la politique fédérale de 

développement durable; 

* 

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden 

bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. 

Gegeven te Brussel, 23 april 2013. 

ALBERT 

Van Koningswege : 

De Minister van Pensioenen, 

A. DE CROO 

Met ’s Lands zegel gezegeld : 

De Minister van Justitie, 

Mevr. A. TURTELBOOM 

Nota 

Zitting 2012-2013. 

Kamer van volksvertegenwoordigers : 

Parlementaire stukken. — Wetsontwerp, nr. 53-2640-1. — Verslag, 

nr. 53-2640-2. — Tekst verbeterd door de commissie, nr. 53-2640-3. — 

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de 

Senaat, nr. 53-2640-4. 

Integraal Verslag : 14 maart 2013. 

Senaat : 

Parlementaire stukken. — Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 

nr. 5-2010-1. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN 

[C − 2013/03087] 

30 APRIL 2013. — Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk 

besluit nr. 42 van 29 december 1992 tot vaststelling van de toe 

te passen wisselkoers indien gegevens voor het bepalen van de 

maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde 

voor handelingen andere dan de invoeren van goederen, zijn 

uitgedrukt in een vreemde munteenheid (1) 



Gelet op artikel 108 van de Grondwet; 

Gelet op de wet van 17 december 2012 tot wijziging van het Wetboek 

van de belasting over de toegevoegde waarde; 

Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, 

artikel 27, vervangen bij de wet van 17 december 2012; 

Gelet op het koninklijk besluit nr. 42 van 29 december 1992 tot 

vaststelling van de toe te passen wisselkoers indien gegevens voor het 

bepalen van de maatstaf van heffing van de belasting over de 

toegevoegde waarde voor handelingen andere dan de invoeren van 

goederen, zijn uitgedrukt in een vreemde munteenheid; 

Overwegende dat de Richtlijn 2010/45/EU van de Raad van 

13 juli 2010 de Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke 

stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wijzigt wat de 

factureringsregels betreft; 

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 

25 februari 2013; 

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, 

d.d. 23 april 2013; 

Gelet op de vrijstelling van een voorafgaand onderzoek met betrekking 

tot de noodzakelijkheid van de uitvoering van een effectbeoordeling 

op grond van artikel 2, 5°, van het koninklijk besluit van 

20 september 2012 houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede 

lid, van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de 

coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling;

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, 

l’article 3, § 1 er ; 

Vu l’urgence; 

Considérant 

— que la Directive 2010/45/UE est entrée en vigueur le 1 er janvier 

2013; 

— que dans le cadre de la transposition en droit belge de cette 

directive, les règles régissant le taux de change à appliquer lorsque des 


valeur ajoutée sont exprimés dans une monnaie étrangère, qui à présent 

font l’objet des dispositions tant du Code de la taxe sur la valeur ajoutée 

que de l’arrêté royal n° 42, du 29 décembre 1992, sont regroupées dans 

ledit Code en vue d’une transposition plus lisible de l’article 91 de la 

Directive 2006/112/CE; 

— que par conséquent l’arrêté royal n° 42, du 29 décembre 1992, doit 

être abrogé àla date précitée; 

— qu’il convient dès lors que le présent arrêté royal soit pris sans 

retard; 

Sur la proposition du Ministre des Finances, 

Nous avons arrêté et arrêtons : 

Article 1 er . L’arrêté royal n° 42, du 29 décembre 1992, fixant le taux 

de change à appliquer lorsque des éléments servant à déterminer la 

base d’imposition à la taxe sur la valeur ajoutée des opérations autres 

que des importations de biens, sont exprimés dans une monnaie 

étrangère, modifié par les arrêtés royaux des 26 novembre 1998 et 

15 juillet 2003, est abrogé. 

Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1 er janvier 2013. 

Art. 3. Le ministre qui a les Finances dans ses attributions est chargé 

de l’exécution du présent arrêté. 


ALBERT 

Par le Roi : 

Le Ministre des Finances, 

K. GEENS 

Notes 

(1) Références au Moniteur belge : 

Loi du 3 juillet 1969, Moniteur belge du 17 juillet 1969; 

Loi du 5 mai 1997, Moniteur belge du 18 juin 1997, 1 re édition. 

Loi du 17 décembre 2012, Moniteur belge du 21 décembre 2012, 

2 e édition. 

Arrêté royal n° 42 du 29 décembre 1992, Moniteur belge du 31 décembre 

1992, 4e édition. 

Arrêté royal du 20 septembre 2012, Moniteur belge du 9 octobre 2012. 

Lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, arrêté royal du 12 janvier 

1973, Moniteur belge du 21 mars 1973. 


Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 

12 januari 1973, artikel 3, § 1; 

Gelet op de dringende noodzakelijkheid; 

Overwegende 

— dat de Richtlijn 2010/45/EU op 1 januari 2013 in werking is 

getreden; 

— dat in het kader van de omzetting van deze richtlijn in Belgisch 

recht, de regels inzake de te gebruiken wisselkoers indien gegevens 

voor het bepalen van de maatstaf van heffing van de belasting over de 

toegevoegde waarde in een vreemde munteenheid zijn uitgedrukt, die 

thans het voorwerp uitmaken van bepalingen van zowel het Wetboek 

van de belasting over de toegevoegde waarde als van het koninklijk 

besluit nr. 42 van 29 december 1992, in het voormeld Wetboek worden 

gegroepeerd met het oog op een beter leesbare omzetting van artikel 91 

van de Richtlijn 2006/112/EG; 

— dat derhalve het koninklijk besluit nr. 42 van 29 december 1992 

dient te worden opgeheven op de hiervoor vermelde datum; 

— dat onderhavig koninklijk besluit dus onverwijld moet worden 

genomen; 

Op de voordracht van de Minister van Financiën, 

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : 

Artikel 1. Het koninklijk besluit nr. 42 van 29 december 1992 tot 

vaststelling van de toe te passen wisselkoers indien gegevens voor het 

bepalen van de maatstaf van heffing van de belasting over de 

toegevoegde waarde voor handelingen andere dan de invoeren van 

goederen, zijn uitgedrukt in een vreemde munteenheid, gewijzigd bij 

de koninklijke besluiten van 26 november 1998 en 15 juli 2003, wordt 

opgeheven. 

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013. 

Art. 3. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de 

uitvoering van dit besluit. 


ALBERT 


De Minister van Financiën, 

K. GEENS 

26539 

Nota’s 

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : 

Wet van 3 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969; 

Wet van 5 mei 1997, Belgisch Staatsblad van 18 juni 1997, 1e editie. 

Wet van 17 december 2012, Belgisch Staatsblad van 21 december 2012, 

2e editie. 

Koninklijk besluit nr. 42 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 

31 december 1992, 4e editie. 

Koninklijk besluit van 20 september 2012, Belgisch Staatsblad van 

9 oktober 2012. 

Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk besluit van 

12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.



[C − 2013/03114] 


de déclaration en matière d’impôt des sociétés pour l’exercice 

d’imposition 2013 (1) 



Vu le Code des impôts sur les revenus 1992, l’article 307, modifié par 

la loi du 22 juillet 1993, par l’arrêté royal du 20 décembre 1996, par les 

lois des 15 mars 1999, 10 août 2001 et 8 juin 2009, et par les 

lois-programmes des 23 décembre 2009, 29 mars 2012 et 27 décembre 

2012; 




Considérant que : 

— le modèle de la formule de déclaration en matière d’impôt des 

sociétés pour l’exercice d’imposition 2013 doit être fixé le plus 

rapidement possible afin de ne pas retarder l’établissement et le 

recouvrement de cet impôt; 

— cet arrêté doit dès lors être pris d’urgence; 



Article 1 er . Le modèle de la formule de déclaration en matière 

d’impôt des sociétés pour l’exercice d’imposition 2013 est déterminé à 

l’annexe au présent arrêté. 




ALBERT 

Par le Roi : 


K. GEENS 

Note 


Code des impôts sur les revenus 1992, coordonné par arrêté royal du 

10 avril 1992, Moniteur belge du 30 juillet 1992. 

Loi du 22 juillet 1993, Moniteur belge du 26 juillet 1993. 

Arrêté royal du 20 décembre 1996, Moniteur belge du 31 décembre 


Loi du 15 mars 1999, Moniteur belge du 27 mars 1999. 

Loi du 10 août 2001, Moniteur belge du 20 septembre 2001. 

Loi du 8 juin 2009, Moniteur belge du 18 juin 2009. 

Loi-programme du 23 décembre 2009, Moniteur belge du 30 décembre 

2009. 

Loi-programme du 29 mars 2012, Moniteur belge du 6 avril 2012. 


2012. 

Lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées par arrêté royal du 12 janvier 



Loi du 4 août 1996, Moniteur belge du 20 août 1996, err. 8 octobre 1996. 


[C − 2013/03114] 


van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting voor het 

aanslagjaar 2013 (1) 



Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 307, 

gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993, bij het koninklijk besluit van 

20 december 1996, bij de wetten van 15 maart 1999, 10 augustus 2001 en 

8 juni 2009, en bij de programmawetten van 23 december 2009, 

29 maart 2012 en 27 december 2012; 




Overwegende dat : 

— het model van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting 

voor het aanslagjaar 2013 zo spoedig mogelijk moet worden 

vastgelegd teneinde de vestiging en de invordering van die belasting 

niet te vertragen; 

— dit besluit dus dringend moet worden getroffen; 



Artikel 1. Het model van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting 

voor het aanslagjaar 2013 wordt in de bijlage van dit 

besluit vastgelegd. 




ALBERT 



K. GEENS 

Nota 

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: 

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij 

koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. 

Wet van 22 juli 1993, Belgisch Staatsblad van 26 juli 1993. 

Koninklijk besluit van 20 december 1996, Belgisch Staatsblad van 

31 december 1996, 4de editie. 

Wet van 15 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 27 maart 1999. 

Wet van 10 augustus 2001, Belgisch Staatsblad van 20 september 2001. 

Wet van 8 juni 2009, Belgisch Staatsblad van 18 juni 2009. 

Programmawet van 23 december 2009, Belgisch Staatsblad van 

30 december 2009. 

Programmawet van 29 maart 2012, Belgisch Staatsblad van 6 april 2012. 



Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 

12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973. 


Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996, err. 

8 oktober 1996.


Annexe à l’arrêté royal du 30 avril 2013 

26541

26542 MONITEUR BELGE — 07.05.2013 — BELGISCH STAATSBLAD


26543



26545



26547



26549



Vu pour être annexé àNotre arrêté du 30 avril 2013. 

ALBERT 

Par le Roi : 


K. GEENS 

26551


Bijlage bij het koninklijk besluit van 30 april 2013


26553



26555



26557



26559



26561



[C − 2013/03116] 


de déclaration en matière d’impôt des personnes morales pour 

l’exercice d’imposition 2013 (1) 







2012; 





-lemodèle de la formule de déclaration en matière d’impôt des 

personnes morales pour l’exercice d’imposition 2013 doit être fixé le 

plus rapidement possible afin de ne pas retarder l’établissement et le 

recouvrement de cet impôt; 

- cet arrêté doit dès lors être pris d’urgence; 




d’impôt des personnes morales pour l’exercice d’imposition 2013 est 

déterminé àl’annexe au présent arrêté. 

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 30 april 2013. 

ALBERT 



K. GEENS 

* 


[C − 2013/03116] 


van het aangifteformulier inzake rechtspersonenbelasting voor het 

aanslagjaar 2013 (1) 












- het model van het aangifteformulier inzake rechtspersonenbelasting 

voor het aanslagjaar 2013 zo spoedig mogelijk moet worden 

vastgelegd teneinde de vestiging en de invordering van die belasting 

niet te vertragen; 

- dit besluit dus dringend moet worden getroffen; 



Artikel 1. Het model van het aangifteformulier inzake rechtspersonenbelasting 

voor het aanslagjaar 2013 wordt in de bijlage van dit 

besluit vastgelegd.




ALBERT 

Par le Roi : 


K. GEENS 

Note 

(1) Références au Moniteur belge. 










2009. 



2012. 









ALBERT 



K. GEENS 

Nota 

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad. 

















26563 


8 oktober 1996.


Annexe à l’arrêté royal du 30 avril 2013


26565



26567




ALBERT 

Par le Roi : 


K. GEENS 

26569




26571



26573




ALBERT 



K. GEENS 

26575



[C − 2013/03117] 


de déclaration en matière d’impôt des non-résidents (sociétés, 

associations, etc) pour l’exercice d’imposition 2013 (1) 







2012; 





-lemodèle de la formule de déclaration en matière d’impôt des 

non-résidents (sociétés, associations, etc) pour l’exercice d’imposition 

2013 doit être fixé le plus rapidement possible afin denepas 

retarder l’établissement et le recouvrement de cet impôt; 

- cet arrêté doit dès lors être pris d’urgence; 




d’impôt des non-résidents (sociétés, associations, etc.) pour l’exercice 

d’imposition 2013 est déterminé àl’annexe au présent arrêté. 




ALBERT 

Par le Roi : 


K. GEENS 

Note 

(1) Références au Moniteur belge. 





1996, 4 e édition. 





2009. 



2012. 






[C − 2013/03117] 


van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners 

(vennootschappen, verenigingen, enz.) voor het aanslagjaar 

2013 (1) 












- het model van het aangifteformulier inzake belasting van nietinwoners 

(vennootschappen, verenigingen, enz.) voor het aanslagjaar 

2013 zo spoedig mogelijk moet worden vastgelegd teneinde de 

vestiging en de invordering van die belasting niet te vertragen; 

- dit besluit dus dringend moet worden getroffen; 



Artikel 1. Het model van het aangifteformulier inzake belasting van 

niet-inwoners (vennootschappen, verenigingen, enz.) voor het aanslagjaar 

2013 wordt in de bijlage van dit besluit vastgelegd. 




ALBERT 



K. GEENS 

Nota 

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad. 


















8 oktober 1996.


Annexe à l’arrêté royal du 30 avril 2013 

26577



26579



26581



26583



26585




ALBERT 

Par le Roi : 


K. GEENS 

26587




26589



26591



26593



26595



26597



ALBERT 



K. GEENS

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, 

TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE 

[2013/201814] 


collective de travail du 6 juin 2011, conclue au sein de la 

Commission paritaire de l’industrie céramique, relative au statut 

des délégations syndicales (1) 



Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail 

et les commissions paritaires, notamment l’article 28; 

Vu la demande de la Commission paritaire de l’industrie céramique; 

Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, 


Article 1 er . Est rendue obligatoire la convention collective de travail 

du 6 juin 2011, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission 

paritaire de l’industrie céramique, relative au statut des délégations 

syndicales. 

Art. 2. Le ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de 

l’exécution du présent arrêté. 

Donné àChâteauneuf-de-Grasse, le 3 avril 2013. 

ALBERT 

Par le Roi : 

La Ministre de l’Emploi, 

Mme M. DE CONINCK 

Note 

(1) Référence au Moniteur belge : 

Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. 

Annexe 

Commission paritaire de l’industrie céramique 

Convention collective de travail du 6 juin 2011 

Statut des délégations syndicales 

(Convention enregistrée le9août 2011 

sous le numéro 105206/CO/113) 

CHAPITRE I er . — Portée de la convention 

Article 1 er .Laprésente convention collective de travail est conclue 

en exécution des conventions collectives de travail conclues les 24 mai, 

30 juin 1971 et 21 décembre 1978 au sein du Conseil national du travail, 

concernant le statut des délégations syndicales du personnel des 

entreprises. 

Elle définit le statut des délégations syndicales du personnel ouvrier 

des entreprises ressortissant à la Commission paritaire nationale de 

l’industrie céramique. 

Elle engage les organisations représentatives des employeurs et des 

travailleurs suivantes : 

-LaFédération des industries céramiques de Belgique; 

- La Centrale générale (F.G.T.B.); 

- La C.S.C. Bâtiment-Industrie & Energie; 

- La Centrale générale des Syndicats libéraux de Belgique. 

CHAPITRE II. — Principes généraux 

Art. 2. Les organisations signataires affirment les principes suivants 

: 

- Les travailleurs reconnaissent la nécessité d’une autorité légitime 

des chefs d’entreprise et mettent leur honneur à exécuter consciencieusement 

leur travail; 

- Les employeurs respectent la dignité des travailleurs et mettent leur 

honneur à les traiter avec justice; 


FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, 

ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 

[2013/201814] 



gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende 

het statuut van de vakbondsafvaardigingen (1) 



Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve 

arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op 

artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; 

Op de voordracht van de Minister van Werk, 


Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage 

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, gesloten 

in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende het statuut 

van de vakbondsafvaardigingen. 

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering 

van dit besluit. 

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013. 

ALBERT 


De Minister van Werk, 

Mevr. M. DE CONINCK 

Nota 

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : 

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. 

Bijlage 

Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011 

Statuut van de vakbondsafvaardigingen 

(Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2011 

onder het nummer 105206/CO/113) 

HOOFDSTUK I. — Draagwijdte van de overeenkomst 

26599 

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering 

van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in de 

Nationale Arbeidsraad op 24 mei, 30 juni 1971 en 21 december 1978 

betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het 

personeel der ondernemingen. 

Zij bepaalt het statuut van de vakbondsafvaardigingen van het 

werkliedenpersoneel van de ondernemingen welke ressorteren onder 

het Nationaal Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf. 

Zij verbindt de volgende representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties 

: 

- Het Verbond der Keramische Nijverheid van België; 

- De Algemene Centrale (A.B.V.V.); 

- ACV Bouw - Industrie & Energie; 

- De Algemene Centrale van de Liberale Vakbonden van België. 

HOOFDSTUK II. — Algemene beginselen 

Art. 2. De ondertekenende organisaties bevestigen navolgende beginselen 

: 

- De werknemers erkennen de noodzakelijkheid van een wettig 

gezag van de ondernemingshoofden en zij maken ervan een erepunt 

hun werk plichtsgetrouw uit te voeren; 

- De werkgevers eerbiedigen de waardigheid van de werknemers en 

zij maken ervan een erepunt hen met rechtvaardigheid te behandelen;


- Ils s’engagent à ne porter, directement ou indirectement, aucune 

entrave à leur liberté d’association, ni au libre développement de leur 

organisation dans l’entreprise. 

Art. 3. L’organisation des employeurs signataire s’engage à recommander 

à ses affiliésden’exercer aucune pression sur le personnel pour 

l’empêcher de se syndiquer et de ne pas consentir aux travailleurs non 

syndiqués d’autres prérogatives qu’aux travailleurs syndiqués. 

Les organisations de travailleurs signataires s’engagent, en respectant 

la liberté d’association, à recommander à leurs membres d’observer au 

sein des entreprises les pratiques de relations paritaires conformes à 

l’esprit de la présente convention collective de travail. 

Art. 4. Les organisations signataires invitent respectivement les 

chefs d’entreprises et les délégués syndicaux : 

- à témoigner en toute circonstances de l’esprit de justice, d’équité et 

de conciliation qui conditionne les bonnes relations sociales dans 

l’entreprise; 

- à respecter la législation sociale, les conventions collectives de 

travail et le Règlement de travail; 

- à conjuguer leurs efforts à ces fins. 

Art. 5. Les organisations de travailleurs signataires : 

- se mettent d’accord entre elles pour la désignation dans les 

entreprises d’une délégation syndicale commune, compte tenu du 

nombre de membres qu’elle doit comporter et de celui qui revient à 

chaque organisation représentée à raison de l’effectif de ses affiliés; 

- si elles ne réalisent pas cet accord, elles procèdent à des élections 

conformément à la procédure électorale prévue pour les conseils 

d’entreprises et les comités deprévention et de protection au travail; 

- font en sorte que les délégués désignés ou les candidats présentés 

aux élections soient choisis en considération de l’autorité dont ils 

devront disposer dans l’exercice de leurs fonctions, ainsi que pour leur 

compétence. 

CHAPITRE III. — Représentation de la délégation syndicale 

Art. 6. Les employeurs reconnaissent que, sans préjudice aux voies 

de communication hiérarchique normales, le personnel ouvrier, pour ce 

qui est des problèmes relevant de la compétence définie ci-dessous, est 

représenté auprèsd’eux par une délégation syndicale dont les membres 

présentés par une ou plusieurs organisations ouvrières, signataires des 

conventions nationales des 24 mai, 30 juin 1971 et 21 décembre 1978, 

sont désignés ouélus parmi les ouvriers et ouvrièresdel’entreprise. 

CHAPITRE IV. — Compétence de la délégation syndicale 

Art. 7. La compétence de la délégation syndicale concerne entre 

autres : 

- les relations de travail; 

- les négociations en vue de la conclusion de conventions ou accords 

collectifs au sein de l’entreprise, sans préjudice des conventions 

collectives ou accords conclus à d’autres niveaux; 

-l’application dans l’entreprise de la législation sociale, des conventions 

collectives de travail, du Règlement de travail et des contrats 

individuels de travail; 

- le respect des principes généraux précisés aux articles 2 à 5dela 

convention du 24 mai 1971 du Conseil national du travail et aux mêmes 

articles de la présente convention; 

- les cadences et rythmes de travail. 

Art. 8. La délégation syndicale a le droit d’être reçue par le chef 

d’entreprise ou par son représentant, à l’occasion de tout litige ou 

différend de caractère collectif survenant dans l’entreprise; le même 

droit lui appartient en cas de menace de pareils litiges ou différends. 

Les heures consacrées aux entrevues des délégués syndicaux chez le 

chef d’entreprise sont rémunérées comme heures normales de travail 

même si, exceptionnellement, la réunion a lieu en dehors des 

heures normales de travail. 

Art. 9. Toute réclamation individuelle est présentée en suivant la 

voie hiérarchique habituelle, par le travailleur intéressé assisté, à sa 

demande, par son délégué syndical. La délégation syndicale a le droit 

d’être reçue à l’occasion de tout litige ou différend de caractère 

individuel qui n’a puêtre résolu par cette voie. 

- Zij verbinden zich ertoe hun vrijheid van vereniging en de 

vrije ontplooiing van hun organisatie in de onderneming niet direct of 

indirect te hinderen. 

Art. 3. De ondertekenende werkgeversorganisatie verbindt zich 

ertoe aan zijn aangeslotenen aan te bevelen op het personeel geen 

enkele druk uit te oefenen om hen te beletten bij een vakbond aan te 

sluiten en aan de niet aangesloten werknemers geen andere voorrechten 

dan aan de aangesloten werknemers toe te kennen. 

De ondertekenende werknemersorganisaties verbinden zich ertoe, 

onder eerbiediging van de vrijheid van vereniging, aan hun leden aan 

te bevelen in de ondernemingen de praktijken van paritaire verhoudingen 

die met de geest van deze collectieve arbeidsovereenkomst stroken, 

na te leven. 

Art. 4. De ondertekenende organisaties bevelen respectievelijk de 

ondernemingshoofden en de vakbondsafgevaardigden aan : 

- blijk te geven van zin voor rechtvaardigheid, billijkheid en 

verzoening die bepalend is voor de goede sociale verhoudingen in de 

onderneming; 

- de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het 

arbeidsreglement te doen naleven; 

- hun inspanningen te bundelen tot dit doel. 

Art. 5. De ondertekenende werknemersorganisaties : 

- stellen zich onderling akkoord voor het aanwijzen in de ondernemingen 

van een gemeenschappelijke vakbondsafvaardiging, rekening 

houdend met het aantal leden die zij moet tellen en dat aan elke 

vertegenwoordigde organisatie wegens haar ledental toekomt; 

- wanneer zij dit akkoord niet bereiken, gaan zij over tot verkiezingen 

overeenkomstig de verkiezingsprocedure voorzien voor de ondernemingsraden 

en de comités voor preventie en bescherming op het werk; 

- zorgen er voor dat de aangeduide afgevaardigden of de voor 

verkiezing voorgedragen kandidaten, zouden gekozen zijn voor het 

gezag waarover zij in uitvoering van hun functies moeten beschikken, 

evenals voor hun bevoegdheid. 

HOOFDSTUK III. — Vertegenwoordiging van de vakbondsafvaardiging 

Art. 6. De werkgevers erkennen dat, onverminderd de mededelingen 

langs normale hiërarchische weg, het werkliedenpersoneel, voor 

wat betreft de problemen welke tot de hierna bepaalde bevoegdheid 

behoren, bij hen vertegenwoordigd is door een vakbondsafvaardiging 

waarvan de leden, voorgedragen door 1 of meerdere werkliedenorganisaties 

die de nationale overeenkomsten van 24 mei, 30 juni 1971 en 

21 december 1978 hebben ondertekend, aangeduid of gekozen zijn 

onder de werklieden en werksters van de onderneming. 

HOOFDSTUK IV. — Bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging 

Art. 7. De bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging behelst onder 

meer : 

- de arbeidsverhoudingen; 

- de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve 

arbeidsovereenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming 

zonder afbreuk te doen aan de collectieve arbeidsovereenkomsten of 

akkoorden gesloten op andere vlakken; 

- de toepassing, in de onderneming, van de sociale wetgeving van de 

collectieve arbeidsovereenkomsten, het arbeidsreglement en van de 

individuele arbeidsovereenkomsten; 

- de naleving van de algemene beginselen bepaald in de artikelen 2 

tot 5 van de overeenkomst van 24 mei 1971 van de Nationale 

Arbeidsraad en van dezelfde artikelen van deze overeenkomst; 

- arbeidsritmen en tempo’s. 

Art. 8. De vakbondsafvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd 

of door zijn vertegenwoordiger te worden ontvangen naar 

aanleiding van elk geschil of betwisting van collectieve aard die zich in 

de onderneming voordoet; zij heeft hetzelfde recht, wanneer dergelijke 

geschillen of betwistingen dreigen te ontstaan. 

De uren besteed aan het onderhoud van de vakbondsafgevaardigden 

met het ondernemingshoofd worden betaald als gewone arbeidsuren 

zelfs indien het onderhoud uitzonderlijk zou plaatsvinden buiten de 

normale arbeidsuren. 

Art. 9. Elke persoonlijke klacht wordt langs de gewone hiërarchische 

weg door de betrokken werknemer voorgelegd, op zijn verzoek 

bijgestaan door zijn vakbondsafgevaardigde. De vakbondsafvaardiging 

heeft het recht te worden ontvangen naar aanleiding van elk persoonlijk 

geschil of betwisting die niet kan opgelost worden langs deze weg.

Art. 10. En vue de prévenir les litiges ou différends visés aux 

articles 8 et 9 ci-dessus, la délégation syndicale doit être informée 

préalablement par le chef d’entreprise des changements susceptibles de 

modifier les conditions contractuelles ou habituelles de travail et de 

rémunération, à l’exclusion des informations de caractère individuel. 

Elle est notamment informée des changements résultant de la loi, des 

conventions collectives ou des dispositions de caractère général 

figurant dans les contrats de travail individuels, en particulier des 

dispositions ayant une incidence sur les taux de rémunération et les 

règles de classification professionnelle. 

Art. 11. A défaut de conseil d’entreprise, la délégation syndicale 

assume les tâches, droits en missions qui sont confiés à ce conseil au 

chapitre II, section 1 re , articles 4, 5, 6, 7 et 11 de la convention collective 

de travail conclue le 9 mars 1972 au sein du Conseil national du travail 

coordonnant les accords nationaux et les conventions collectives de 

travail relatifs aux conseils d’entreprise conclus au sein du Conseil 

national du travail. 

CHAPITRE V. — Conditions d’exercice du mandat 

de délégué syndical 

Art. 12. § 1 er . Les membres de la délégation syndicale, tant effectifs 

que suppléants, disposent du temps et des facilités nécessaires, 

rémunérés comme temps de travail, pour l’exercice collectif ou 

individuel des missions et activités syndicales prévues par la présente 

convention. 

En vue de l’utilisation de ce temps et de ces facilités, les membres de 

la délégation syndicale informent, au préalable, l’employeur et veillent 

d’un commun accord avec lui à ce que cette utilisation ne perturbe pas 

la bonne marche des services de l’entreprise. 

§ 2. L’employeur donne à la délégation syndicale l’usage permanent 

ou occasionnel d’un local afin de lui permettre de remplir adéquatement 

sa mission. 

§ 3. Dans les entreprises ayant plusieurs sièges d’exploitation 

relevant d’une même branche d’activité et en cas de nécessité, reconnue 

par l’employeur, d’assurer une coordination entre les délégations 

syndicales des différents sièges pour l’examen de questions professionnelles 

d’intérêt commun, une réunion commune des délégués syndicaux 

des différents sièges peut être organisée en accord avec l’employeur. 

Celui-ci ne peut refuser arbitrairement cet accord. 

CHAPITRE VI. — Institution et composition 

de la délégation syndicale 

Art. 13. A la demande d’une ou de plusieurs organisations de 

travailleurs signataires de la présente convention, une délégation 

syndicale est instituée dans les sièges d’exploitation occupant au moins 

40 ouvriers ou ouvrières. 

L’organisation qui prend l’initiative en la matière en informe les 

autres organisations signataires. 

La délégation syndicale est composée de: 

-3délégués effectifs et 3 délégués suppléants pour 40 à 99 ouvrier(e)s 

occupé(e)s; 

- 4 délégués effectifs et 4 délégués suppléants pour 100 à 

249 ouvrier(e)s occupé(e)s; 




Art. 10. Teneinde de in voorgaande artikelen 8 en 9 bedoelde 

geschillen of betwistingen te voorkomen, moet de vakbondsafvaardiging 

voorafgaandelijk door de werkgever worden ingelicht over de 

veranderingen die de contractuele of gebruikelijke arbeids- en beloningsvoorwaarden 

kunnen wijzigen, met uitzondering van inlichtingen 

van individuele aard. 

Zij wordt inzonderheid ingelicht over de wijzigingen welke voortvloeien 

uit de wet, de collectieve overeenkomsten of de bepalingen van 

algemene aard die in de individuele arbeidsovereenkomsten zijn 

opgenomen, voornamelijk de bepalingen die een weerslag hebben op 

de loonschalen en de regelen van beroepsclassificatie. 

Art. 11. ij ontstentenis van een ondernemingsraad, oefent de vakbondsafvaardiging 

de taken, rechten en opdrachten uit die aan deze 

raad zijn toegekend in hoofdstuk II, afdeling 1, artikelen 4, 5, 6, 7 en 11 

van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 9 maart 1972 in de 

Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve 

arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden. 

HOOFDSTUK V. — Voorwaarden waaronder het mandaat 

van vakbondsafgevaardigde wordt uitgeoefend 

Art. 12. § 1. De leden van de vakbondsafvaardiging, zowel 

effectieve als plaatsvervangende, beschikken over de nodige tijd en 

faciliteiten, bezoldigd als arbeidstijd, om de in deze overeenkomst 

omschreven syndicale opdrachten en activiteiten collectief of individueel 

uit te oefenen. 

In het vooruitzicht van het gebruik van deze tijd en faciliteiten, 

lichten de leden van de vakbondsafvaardiging de werkgever voorafgaandelijk 

in en waken er over, in gemeen overleg met hem, dat dit 

gebruik de goede werking van de diensten van de onderneming niet 

stoort. 

§ 2. De werkgever staat aan de vakbondsafvaardiging het bestendig 

of tijdelijk gebruik toe van een lokaal teneinde haar toe te laten 

haar opdracht naar behoren te vervullen. 

§ 3. In de ondernemingen met meerdere exploitatiezetels welke tot 

eenzelfde bedrijfstak behoren en in geval de werkgever de noodzakelijkheid 

erkent een coördinatie te verzekeren tussen vakbondsafvaardigingen 

van de verschillende zetels voor de bespreking van professionele 

problemen van gemeen belang, kan een gemeenschappelijke 

vergadering van de vakbondsafgevaardigden van de verscheidene 

zetels gehouden worden in akkoord met de werkgever. Deze mag dit 

akkoord niet willekeurig weigeren. 

HOOFDSTUK VI. — Oprichting en samenstelling 

van de vakbondsafvaardiging 

Art. 13. Op verzoek van één of meerdere werknemersorganisaties 

welke deze overeenkomst hebben ondertekend wordt een vakbondsafvaardiging 

opgericht in de exploitatiezetels die tenminste 40 werklieden 

of werksters tewerkstellen. 

De organisatie die ter zake het initiatief neemt verwittigt de andere 

ondertekenende organisaties ervan. 

De vakbondsafvaardiging is samengesteld uit : 

26601 

- 3 effectieve afgevaardigden en 3 plaatsvervangende afgevaardigden 

voor 40 tot 99 tewerkgestelde werklieden(sters); 

- 4 effectieve afgevaardigden en 4 plaatsvervangende afgevaaardigden 



voor 250 tot 499 tewerkgestelde werklieden(sters);




- 7 délégués effectifs et 7 délégués suppléants pour 1 000 à 

1 499 ouvrier(e)s occupé(e)s. 

Par nombre d’ouvrier(e)s, il faut entendre le nombre moyen d’ouvrier(e)s 

des 4 derniers trimestres précédant l’installation ou la réinstallation 

de la délégation syndicale. 

Une délégation syndicale est instituée dans les sièges d’exploitation 

occupant de 25 à 39 ouvriers ou ouvrières moyennant l’accord de 

l’employeur. 

Elle est composée de2délégués effectifs et de 2 délégués suppléants. 

Art. 14. Pour être admis à remplir les fonctions de délégué effectif ou 

suppléant, les intéressés, sans distinction de sexe, doivent réunir les 

conditions suivantes au moment de leur désignation ou de leur 

élection : 

1. être âgés de 21 ans au moins; 

2. être occupés depuis 12 mois au moins dans l’entreprise, ou s’il 

s’agit d’une nouvelle entreprise, depuis son installation; 

3. ne pas avoir atteint l’âge de la retraite; 

4. les ressortissants d’un pays non-membre de la Communauté 

économique européenne doivent avoir été occupés en Belgique conformément 

à la législation concernant l’emploi des travailleurs étrangers. 

Art. 15. Dans les entreprises occupant plus de 50 jeunes ouvriers ou 

ouvrières, la délégation syndicale peut s’adjoindre un délégué pour les 

questions intéressant les mineurs d’âge. 

Par dérogation aux conditions fixées à l’article 14, ce délégué doit être 

âgé de 18 à moins de 25 ans et être occupé dans l’entreprise depuis au 

moins six mois. 

CHAPITRE VII. — Statut des membres de la délégation syndicale 

Art. 16. § 1 er .Ladélégation syndicale est nommée pour un terme 

de 4 ans. Les mandats sont renouvelables. 

§ 2. Le mandat d’un délégué effectif ou suppléant prend fin: 

a) à la requête de l’organisation qui a présenté sa candidature; 

b) à l’expiration du terme normal du mandat; 

c) lorsque le délégué ne fait plus partie du personnel de l’entreprise. 

§ 3. Si le mandat d’un délégué syndical prend fin au cours de son 

exercice pour quelque raison que ce soit, et en l’absence d’un délégué 

suppléant, l’organisation de travailleurs à laquelle ce délégué syndical 

appartient a le droit de désigner la personne qui achèvera le mandat. 

§ 4. Un délégué suppléant remplace un délégué effectif lorsque 

celui-ci est absent quelle que soit la raison de l’absence. 

Art. 17. La délégation syndicale désigne en son sein un porte-parole. 

Art. 18. Le mandat de délégué syndical ne peut entraîner ni 

préjudice, ni avantages spéciaux pour celui qui l’exerce. Cela signifie 

que les délégués jouissent des promotions et avancements normaux de 

la catégorie de travailleurs à laquelle ils appartiennent. 




voor 1 000 tot 1 499 tewerkgestelde werklieden(sters). 

Door het aantal werklieden(sters) dient men te verstaan, het gemiddelde 

aantal werklieden(sters) van de 4 laatste kwartalen welke de 

instelling of de herinstelling van de vakbondsafvaardiging voorafgaat. 

Mits het akkoord van de werkgever wordt een vakbondsafvaardiging 

opgericht in de exploitatiezetels waar 25 tot 39 werklieden of 

werksters zijn tewerkgesteld. 

Zij is samengesteld uit 2 effectieve afgevaardigden en 2 plaatsvervangende 

afgevaardigden. 

Art. 14. Om de functies van effectieve of plaatsvervangende afgevaardigde 

te kunnen uitoefenen, dienen de belanghebbenden, zonder 

onderscheid van geslacht, aan de volgende voorwaarden te voldoen op 

het ogenblik van hun aanduiding of hun verkiezing : 

1. tenminste de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt; 

2. tenminste gedurende 12 maanden in de onderneming tewerkgesteld 

zijn, of indien het een nieuwe onderneming betreft, sinds 

haar oprichting; 

3. de pensioenleeftijd niet bereikt hebben; 

4. de onderhorigen van een land dat geen lid is van de Europese 

Economische Gemeenschap dienen in België tewerkgesteld te zijn 

overeenkomstig de wetgeving betreffende de tewerkstelling van vreemde 

werknemers. 

Art. 15. In de ondernemingen waar meer dan 50 jonge werklieden of 

werksters zijn tewerkgesteld, kan aan de vakbondsafvaardiging een 

afgevaardigde toegevoegd worden voor de problemen die de minderjarigen 

aanbelangen. 

In afwijking van de bepalingen van artikel 14, moet deze afgevaardigde 

18 jaar zijn, niet ouder dan 25 jaar en tenminste zes maanden in 

de onderneming tewerkgesteld zijn. 

HOOFDSTUK VII. — Statuut van de leden van de vakbondsafvaardiging 

Art. 16. § 1. De vakbondsafvaardiging wordt benoemd voor een 

termijn van 4 jaar. De mandaten zijn hernieuwbaar. 

§ 2. Het mandaat van een effectief of plaatsvervangend afgevaardigde 

eindigt : 

a) op verzoek van de organisatie die zijn kandidatuur heeft 

voorgedragen; 

b) bij het einde van de normale tijd van het mandaat; 

c) wanneer de afgevaardigde niet meer behoort tot het personeel van 

de onderneming. 

§ 3. Wanneer het mandaat van een vakbondsafgevaardigde een einde 

neemt in de loop van zijn uitvoering voor om het even welke reden ook, 

en bij ontstentenis van een plaatsvervangende afgevaardigde, heeft de 

werknemersorganisatie waartoe deze vakbondsafgevaardigde behoort, 

het recht de persoon aan te duiden die het mandaat zal voleindigen. 

§ 4. Een plaatsvervangende afgevaardigde vervangt een effectieve 

afgevaardigde wanneer deze voor om het even welke reden ook 

afwezig is. 

Art. 17. De syndicale afvaardiging duidt in zijn schoot een woordvoerder 

aan. 

Art. 18. Het mandaat van vakbondsafgevaardigde mag geen aanleiding 

geven tot enig nadeel of speciale voordelen voor diegene die het 

uitoefent. Dit betekent dat de afgevaardigden recht hebben op de 

normale promoties en bevorderingen van de categorie werknemers 

waartoe zij behoren.

Art. 19. Les membres effectifs et suppléants de la délégation syndicale 

ne peuvent être licenciés pour des motifs inhérents à l’exercice de 

leur mandat. 

L’employeur qui envisage de licencier un délégué syndical, pour 

quelque motif que ce soit, sauf pour motif grave, en informe 

préalablement la délégation syndicale ainsi que l’organisation qui a 

présenté la candidature de ce délégué. Cette information se fait par 

lettre recommandée sortant ses effets le troisième jour suivant la date de 

son expédition. 

L’organisation syndicale intéressée dispose d’un délai de sept jours 

pour notifier son refus d’admettre la validité du licenciement envisagé. 

Cette notification se fait par lettre recommandée, la période de 

sept jours débute le jour où la lettre envoyée par l’employeur sort ses 

effets. 

L’absence de réaction de l’organisation syndicale est à considérer 

comme une acceptation de la validité du licenciement envisagé. 

Si l’organisation syndicale refuse d’admettre la validité du licenciement 

envisagé, la partie la plus diligente a la faculté de soumettre le cas 

à l’appréciation du bureau de conciliation de la commission paritaire; 

l’exécution de la mesure de licenciement ne peut intervenir pendant la 

durée de cette procédure. 

Si le bureau de conciliation n’a pu arriver à une décision unanime 

dans les trente jours de la demande d’intervention, le litige concernant 

la validité des motifs invoqués par l’employeur pour justifier le 

licenciement sera soumis au tribunal du travail. 

En cas de licenciement d’un délégué syndical pour motif grave, la 

délégation syndicale ainsi que l’organisation syndicale qui a présenté la 

candidature de ce délégué, doivent en être informées immédiatement. 

Art. 20. Une indemnité forfaitaire est due par l’employeur dans les 

cas suivants : 

1. S’il licencie un délégué syndical effectif ou suppléant sans respecter 

la procédure prévue à l’article 19 ci-dessus; 

2. Si, au terme de cette procédure, la validité des motifs du 

licenciement, au regard de la disposition de l’article 19, alinéa 1 er 

ci-dessus, n’est pas reconnue par le bureau de conciliation ou par le 

tribunal du travail; 

3. Si l’employeur a licencié le délégué pour motif grave et que le 

tribunal du travail a déclaré le licenciement non fondé; 

4. Si le contrat de louage de travail a pris fin en raison d’une faute 

grave de l’employeur, qui constitue, pour le délégué, un motif de 

résiliation immédiate du contrat. 

L’indemnité forfaitaire est égale à la rémunération brute d’un an, 

sans préjudice de l’application des dispositions de la loi du 3 juillet 1978 

sur les contrats de travail. 

Cette indemnité n’est pas due lorsque le délégué syndical bénéficie 

de l’indemnité fixée par la Loi du 19 mars 1991 portant un régime de 

licenciement particulier pour les délégués du personnel aux conseils 

d’entreprise et aux comités desécurité, d’hygiène et d’embellissement 

des lieux de travail, ainsi que pour les candidats délégués du personnel. 

CHAPITRE VIII. — Information et consultation du personnel 

Art. 21. La délégation syndicale peut, sans que cela puisse perturber 

l’organisation du travail, procéder oralement ou par écrit, à toutes 

communications utiles au personnel. 

Ces communications doivent avoir un caractère professionnel ou 

syndical. 

Des réunions d’information du personnel de l’entreprise peuvent être 

organisées par la délégation syndicale, assistée, si elle le souhaite, par 

les permanents syndicaux, sur les lieux du travail et pendant les heures 

de travail, moyennant l’accord de l’employeur. Ce dernier ne peut 

refuser arbitrairement cet accord. 

Les modalités d’application des dispositions qui précèdent sont 

déterminées au niveau de chaque entreprise, d’un commun accord 

entre l’employeur et la délégation syndicale. 


26603 

Art. 19. De effectieve of plaatsvervangende leden van de vakbondsafvaardiging 

mogen niet worden afgedankt om redenen die eigen zijn 

aan de uitoefening van hun mandaat. 

De werkgever die voornemens is een vakbondsafgevaardigde, om 

gelijk welke reden, met uitzondering van dringende reden, af te 

danken, verwittigt voorafgaandelijk de vakbondsafvaardiging evenals 

de syndicale organisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde 

heeft voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekende brief 

die uitwerking heeft op de derde dag volgend op de datum van de 

verzending. 

De betrokken syndicale organisatie beschikt over een termijn van 

zeven dagen om mee te delen dat zij de geldigheid van de voorgenomen 

afdanking weigert te aanvaarden. 

Deze mededeling gebeurt bij aangetekende brief, de periode van 

zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop de door de 

werkgever toegezonden brief uitwerking heeft. 

Het uitblijven van reactie van de syndicale organisatie moet beschouwd 

worden als een aanvaarding van de geldigheid van de voorgenomen 

afdanking. 

Indien de syndicale organisatie weigert de geldigheid van de 

voorgenomen afdanking te aanvaarden, heeft de meest gerede partij de 

mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van 

het paritair comité voor te leggen; de maatregel tot afdanking mag niet 

worden uitgevoerd tijdens de duur van deze procedure. 

Indien het verzoeningsbureau tot geen éénparige beslissing is 

kunnen komen binnen de dertig dagen van de aanvraag tot tussenkomst, 

zal het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die 

door de werkgever worden ingeroepen om de afdanking te verantwoorden, 

aan de arbeidsrechtbank worden voorgelegd. 

In geval van afdanking van een vakbondsafgevaardigde wegens 

zware fout, moet de vakbondsafvaardiging alsmede de syndicale 

organisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft voorgedragen, 

daarvan onmiddellijk worden op de hoogte gebracht. 

Art. 20. Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd 

in navolgende gevallen : 

1. Indien hij een effectieve of plaatsvervangende vakbondsafgevaardigde 

afdankt zonder de in voornoemd artikel 19 bepaalde procedure 

na te leven; 

2. Indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de 

redenen van afdanking, rekening houdend met de bepaling van 

artikel19, 1e lid, voor het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank 

niet wordt erkend 

3. Indien, een werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens 

dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft 

verklaard; 

4. Indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware 

fout van de werkgever die voor de afgevaardigde een reden is tot 

onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. 

De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de brutobezoldiging van een 

jaar, onverminderd de toepassing van de bepalingen van de wet van 

3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten. 

Deze vergoeding is niet verschuldigd, wanneer de vakbondsafgevaardigde 

de vergoeding bepaald in de Wet van 19 maart 1991 

houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden 

in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, 

gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de 

kandidaat-personeelsafgevaardigden ontvangt. 

HOOFDSTUK VIII. — Informatie en consultatie van het personeel 

Art. 21. De vakbondsafvaardiging kan mondeling of schriftelijk 

overgaan tot alle mededelingen welke nuttig zijn voor het personeel 

zonder dat zulks de organisatie van het werk mag storen. 

Deze mededelingen moeten van professionele of van syndicale aard 

zijn. 

Op de arbeidsplaats en gedurende de werkuren kunnen met de 

instemming van de werkgever, voorlichtingsvergaderingen voor het 

personeel van de onderneming worden belegd door vakbondsafvaardiging, 

bijgestaan, zo zij het wenst, door de syndicale vrijgestelden. De 

werkgever kan niet willekeurig zijn instemming weigeren. 

De uitvoeringsmodaliteiten van de voorgaande bepalingen worden 

vastgelegd op het niveau van elke onderneming in gemeenschappelijk 

akkoord tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging.


CHAPITRE IX. — Intervention des délégués permanents 

des organisations de travailleurs et d’employeurs 

Art. 22. En cas de besoin reconnu par la délégation syndicale ou le 

chef d’entreprise, l’autre partie ayant été préalablement informée, les 

parties peuvent faire appel aux délégués permanents de leurs organisations 

respectives. Le local mis à la disposition de la délégation 

syndicale est, dans ce cas, accessible à ces délégués. 

En cas de désaccord persistant, les parties peuvent aussi adresser un 

recours d’urgence au bureau de conciliation de la commission paritaire. 

Art. 23. Les organisations signataires s’engagent : 

a) à faire tout ce qui est en leur pouvoir en vue de concilier tout 

différend entre l’employeur et la délégation syndicale; 

b) à ne pas recourir à la grève ou au lock-out sans avoir, au préalable, 

usé de toutes les instances de conciliation prévues par la présente 

convention; 

c) après avoir épuisé toutes ces procédures de conciliation, sans 

aboutir à un accord, à ne déclencher la grève ou le lock-out que 

moyennant le respect d’un préavis de 7 jours; 

d) en cas de grève ou de lock-out, à faire respecter l’application de 

l’arrêté royal du 9 mai 1951, rendant obligatoire la décision de la 

Commission paritaire nationale de l’industrie céramique du 19 avril 1951, 

prise en exécution de la loi du 19 août 1948 relative aux prestations 

d’intérêt public en temps de paix. 

Les questions qui sont à la base d’un litige, à l’exclusion du renvoi 

pour motif grave, ne sont pas mises en exécution avant la fin dela 

procédure de conciliation. 

Pendant toute cette procédure, tous les ouvriers et ouvrières sont 

tenus de rester au travail. 

CHAPITRE X. — Durée de validité et dénonciation de la convention 

Art. 24. La présente convention collective de travail est conclue pour 

une durée indéterminée. 

Elle entre en vigueur le 6 juin 2011. 

Elle peut être révisée de commun accord entre les parties. 

Elle peut également être dénoncée par l’une ou l’autre partie, 

moyennant un préavis de six mois. 

Cette dénonciation doit être adressée par lettre recommandée au 

président de la Commission paritaire de la céramique. 

L’organisation qui prend l’initiative de la dénonciation doit en 

indiquer les motifs et déposer simultanément les propositions d’amendements 

que les autres organisations signataires s’engagent à discuter 

au sein de la Commission paritaire nationale de l’industrie céramique, 

dans le délai d’un mois à dater de leur réception. 

La procédure de conciliation prévue aux articles 22 et 23 s’étend à la 

durée de la présente convention collective de travail, y compris la 

période de préavis de dénonciation. 

CHAPITRE XI. — Dispositions finales 

Art. 25. La présente convention collective de travail remplace la 

convention collective de travail du 21 juin 1972 (arrêté royal du 

3 novembre 1972 - Moniteur belge du 17 janvier 1973) ayant le même 

objet. 

Vu pour être annexé àl’arrêté royal du 3 avril 2013. 



HOOFDSTUK IX. — Tussenkomst van de vrijgestelden 

van de werknemers- en werkgeversorganisaties 

Art. 22. In geval van noodzaak, erkend door de vakbondsafvaardiging 

of door het ondernemingshoofd, kunnen de partijen na de andere 

partij vooraf te hebben verwittigd, beroep doen op de vrijgestelden van 

hun respectieve organisaties. Het lokaal dat ter beschikking staat van 

de vakbondsafvaardiging is in dit geval toegankelijk voor deze 

vrijgestelden. 

In geval van blijvend meningsverschil kunnen de partijen eveneens 

een dringend verhaal indienen bij het verzoeningsbureau van het 

paritair comité. 

Art. 23. De ondertekenende partijen verbinden er zich toe : 

a) alles in het werk te stellen om elk geschil tussen de werkgever en 

de vakbondsafvaardiging bij te leggen; 

b) niet tot staking of lock-out over te gaan zonder voorafgaandelijk 

beroep te hebben gedaan op de verzoeningsmogelijkheden voorzien bij 

deze overeenkomst; 

c) na uitputting van al deze verzoeningsprocedures zonder tot een 

akkoord te komen, de staking of de lock-out te doen uitbreken dan na 

eerbiediging van een opzeggingstermijn van 7 dagen; 

d) in geval van staking of lock-out de bepalingen te doen naleven van 

het koninklijk besluit van 9 mei 1951, waarbij de beslissing van 

19 april 1951 van het Nationaal Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, 

genomen in uitvoering van de wet van 19 augustus 1948 

betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd, bindend 

wordt gemaakt. 

De kwesties die aan de basis liggen van een geschil, met uitzondering 

van doorzending wegens dringende redenen, worden niet uitgevoerd 

vóór het beëindigen van de verzoeningsprocedure. 

Gedurende heel deze procedure zijn alle werklieden en werksters 

ertoe gehouden aan het werk te blijven. 

HOOFDSTUK X. — Geldigheidsduur en opzegging van de overeenkomst 

Art. 24. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor 

een onbepaalde duur. 

Zij treedt in werking op 6 juni 2011. 

Zij kan herzien worden in gemeenschappelijk akkoord tussen de 

partijen. 

Zij kan eveneens opgezegd worden door de ene of de andere partij, 

mits een opzegging van zes maanden. 

Deze opzegging moet per aangetekende brief worden gericht aan de 

voorzitter van het Paritair comité voor het ceramiekbedrijf. 

De organisatie die daartoe het initiatief neemt, moet de redenen van 

haar opzegging bekendmaken en gelijktijdig amendementvoorstellen 

indienen, waarover de ondertekenende partijen de verbintenis aangaan 

deze binnen de termijn van één maand na ontvangst in het Nationaal 

Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf te bespreken. 

De verzoeningsprocedure voorzien bij de artikelen 22 en 23 strekt 

zich uit over de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de 

periode van opzegging inbegrepen. 

HOOFDSTUK XI. — Slotbepalingen 

Art. 25. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve 

arbeidsovereenkomst van 21 juni 1972 (koninklijk besluit van 

3 november 1972 - Belgisch Staatsblad van 17 januari 1973) die hetzelfde 

onderwerp hebben. 

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 

3 april 2013. 


Mevr. M. DE CONINCK



[2013/201697] 



Commission paritaire de l’industrie alimentaire, relative à la 

programmation salariale 2011-2012 pour les ouvriers de l’industrie 

alimentaire (1) 





Vu la demande de la Commission paritaire de l’industrie alimentaire; 





paritaire de l’industrie alimentaire, relative à la programmation salariale 

2011-2012 pour les ouvriers de l’industrie alimentaire. 




ALBERT 

Par le Roi : 



Note 



Annexe 

Commission paritaire de l’industrie alimentaire 


Programmation salariale 2011-2012 pour les ouvriers de l’industrie 

alimentaire (Convention enregistrée le 9 août2011 sous le 

numéro 105207/CO/118) 

Champ d’application 

Article 1 er . § 1 er .Laprésente convention collective de travail s’applique 

aux employeurs et aux ouvriers de l’industrie alimentaire, à 

l’exception des boulangeries et pâtisseries qui fabriquent des produits 

″frais″ de consommation immédiate à très court délai de conservation 

et les salons de consommation annexés à une pâtisserie. 

§ 2. Par ″ouvriers″ sont visés : les ouvriers masculins et féminins. 

§ 3. Elle n’est pas applicable aux apprentis sous contrat d’apprentissage 

homologué par le Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes 

Moyennes et Energie. 

Dispositions générales 

Art. 2. A défaut de convention collective de travail conclue au 

niveau de l’entreprise au plus tard le 31 octobre 2011, les salaires 

horaires réels augmenteront de 0,30 p.c. à partir du 1 er avril 2012. 

Art. 3. Les salaires horaires sectoriels seront augmentés de 0,30 p.c. 

à partir du 1 er avril 2012. 

Art. 4. Une convention collective de travail au niveau de l’entreprise, 

conclue au plus tard le 31 octobre 2011, peut transposer les 

avantages de cette convention collective de travail, pour autant que les 

échelles salariales et primes sectorielles soient respectées. 

Art. 5. Au cas où l’application d’une ou de plusieurs clauses de la 

présente convention peut mettre en difficultés une entreprise par suite 

de circonstances économiques telles que le chômage important, la 

diminution du volume de production, les difficultés sur le marché de 




[2013/201697] 



gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, 

betreffende de loonprogrammatie 2011-2012 voor de arbeiders uit 

de voedingsnijverheid (1) 





artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid; 





in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de 

loonprogrammatie 2011-2012 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid. 




ALBERT 




26605 

Nota 



Bijlage 

Paritair Comité voor de voedingsnijverheid 


Loonprogrammatie 2011-2012 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid 

(Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2011 onder het 

nummer 105207/CO/118) 

Toepassingsgebied 

Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing 

op de werkgevers en op de arbeiders van de voedingsindustrie, 

met uitzondering van de bakkerijen en banketbakkerijen die ″verse″ 

producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer 

beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij. 

§ 2. Met ″arbeiders″ worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders 

bedoeld 

§ 3. Zij is niet van toepassing op de leerlingen onder gehomologeerd 

leercontract door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., 

Middenstand en Energie. 

Algemene bepalingen 

Art. 2. Bij gebrek aan collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten 

op ondernemingsvlak uiterlijk op 31 oktober 2011 verhogen per 

1 april 2012 de reële uurlonen met 0,30 pct. 

Art. 3. De sectorale uurlonen verhogen per 1 april 2012 met 0,30 pct. 

Art. 4. Een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak 

gesloten uiterlijk op 31 oktober 2011 kan de voordelen uit deze 

collectieve arbeidsovereenkomst omzetten, voor zover de sectorale 

loonschalen en premies worden nageleefd. 

Art. 5. In het geval dat de toepassing van één of meerdere clausules 

van deze overeenkomst een onderneming in moeilijkheden kan 

brengen omwille van economische omstandigheden zoals hoge werkloosheid, 

vermindering van het productievolume, moeilijkheden op de


l’exportation, la diminution significative de la rentabilité etc., l’entreprise 

peut être libérée des obligations citées ci-dessus par convention 

collective de travail, signée par toutes les organisations syndicales 

représentées dans l’entreprise. Les barèmes et primes sectoriels doivent 

de toute façon être respectés. 

Art. 6. Dans les entreprises qui tombent dans le champ d’application 

de la convention collective de travail du 10 janvier 2011 portant sur la 

classification de fonctions et la fixation du salaire dans l’industrie des 

légumes il sera tenu compte de l’augmentation démontrée des coûts 

consécutive à l’application de cette convention collective de travail. Cet 

engagement concerne uniquement les salaires réels, pour autant que 

ceux-ci soient supérieurs aux salaires sectoriels, et non aux salaires 

sectoriels. Dans les entreprises dans lesquelles les salaires réels sont 

plus élevés que les salaires fixés dans la convention collective de travail 

précitée, les partenaires sociaux au niveau de l’entreprise consacreront 

de préférence la marge de négociation au rétablissement des tensions 

salariales normales. 

Durée de validité 


une durée déterminée. Elle entre en vigueur le 1 er janvier 2011 et cesse 

d’être en vigueur le 31 décembre 2012. 






[2013/201491] 


collective de travail du 30 août 2011, conclue au sein de la 

Commission paritaire pour les banques, relative à l’effort en faveur 

des groupes à risque pour 2011-2012 (1) 





Vu la demande de la Commission paritaire pour les banques; 




du 30 août 2011, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission 

paritaire pour les banques, relative à l’effort en faveur des groupes à 

risque pour 2011-2012. 




ALBERT 

Par le Roi : 



Note 



* 

exportmarkt, duidelijke vermindering van de rendabiliteit enz., dan 

kan, middels een collectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door 

alle vakbonden vertegenwoordigd in de onderneming, de onderneming 

vrijgesteld worden van de hierboven gestelde verplichtingen. In 

elk geval dienen de sectorale loonschalen en premies nageleefd te 

worden. 

Art. 6. In de bedrijven die onder het toepassingsgebied vallen van 

de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 januari 2011 houdende de 

functieclassificatie en de bepaling van het loon in de groentenijverheid 

zal rekening gehouden worden met de kostenverhoging als gevolg van 

de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Deze verbintenis 

enkel en alleen op de reële lonen voor zover die hoger liggen dan 

de sectorale lonen en niet op de sectorale lonen. In ondernemingen 

waar de reële lonen hoger liggen dan de lonen bepaald in bovenvermelde 

collectieve arbeidsovereenkomst zullen de sociale partners op 

ondernemingsniveau de onderhandelingsmarge aanwenden voor het 

herstel van normale loonspanningen. 

Geldigheidsduur 

Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor 

bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2011 en houdt op van 

kracht te zijn op 31 december 2012. 


3 april 2013. 





[2013/201491] 


wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 

2011, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, 

betreffende de inspanning ten voordele van de risicogroepen 

voor 2011-2012 (1) 





artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de banken; 




overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2011, 

gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende de 

inspanning ten voordele van de risicogroepen voor 2011-2012. 




ALBERT 




Nota 


Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Annexe 

Commission paritaire pour les banques 

Convention collective de travail du 30 août 2011 

Effort en faveur des groupes à risque pour 2011-2012 

(Convention enregistrée le 6 octobre 2011 


CHAPITRE I er . — Champ d’application et portée de la convention 

Article 1 er .Laprésente convention collective de travail est d’application 

pour les employeurs et les travailleurs des entreprises qui 

relèvent de la compétence de la Commission paritaire pour les banques. 

Elle est conclue en exécution : 

-del’article 13 de la convention collective de travail du 30 août 2011 

en matière d’emploi, de formation et de politique salariale pour 2011 

et 2012; 

- du titre XIII, chapitre VIII de la loi du 27 décembre 2006 portant des 

dispositions diverses (I) et de l’article 56 de la loi du 12 avril 2011 

modifiant la loi du 1 er février 2011 (article 36) portant la prolongation de 

mesures de crise et l’exécution de l’accord interprofessionnel, et 

exécutant le compromis du Gouvernement relatif au projet d’accord 

interprofessionnel. 

Elle détermine l’effort du secteur bancaire en faveur des groupes à 

risque pour 2011 et 2012 et fixe les conditions dans lesquelles les 

banques ou le secteur peuvent prendre des initiatives en faveur des 

groupes à risque. 

CHAPITRE II. — Définition de la notion ″groupes à risque″ 

Art. 2. Dans le cadre de la présente convention collective de travail, 

sont considérés, au niveau sectoriel, comme groupe à risque pour le 

secteur bancaire, les catégories suivantes de travailleurs indépendamment 

du niveau de formation scolaire atteint : 

1 o Les membres du personnel qui, en raison d’une 

restructuration/réorganisation ou de l’automatisation/informatisation, 

perdent ou risquent de perdre leur fonction au sein de leur entreprise 

et qui, sur la base d’un perfectionnement/recyclage, pourront trouver 

une autre fonction au sein de la même entreprise. 

2 o Les membres du personnel qui soit en raison de leur âge, soit en 

raison de leur niveau de formation, soit sur la base de ces deux 

éléments, éprouvent des difficultés significatives d’adaptation à de 

nouvelles fonctions ou à de nouvelles technologies. Dans ce cas, priorité 

sera donnée aux membres du personnel qui ne sont pas titulaires d’un 

diplôme supérieur à celui de l’enseignement secondaire supérieur. 

3 o Les membres du personnel qui appartiennent aux catégories 

définies ci-dessus et/ou qui sont appelés à quitter leurs tâches 

administratives et opérationnelles pour assumer des tâches commerciales, 

et ceci afin de préserver leurs possibilités de conserver leur 

emploi. 

Art. 3. Des travailleurs ou catégories de travailleurs autres que ceux 

visés à l’article 2 peuvent également, après concertation paritaire, être 

considérés comme groupe à risque au niveau de l’entreprise (pour des 

initiatives d’entreprises) ou du secteur (pour des initiatives sectorielles). 

CHAPITRE III. — Conventions collectives de travail d’entreprise 

Art. 4. § 1 er . Les banques ont jusqu’au 31 octobre 2011 pour conclure 

une convention collective de travail pour 2011 et 2012 contenant une 

description des groupes à risque qui entrent dans la définition de 

l’article 2 ou de l’article 3. 

Cette convention collective de travail devra être transmise, par lettre 

recommandée, au président de la commission paritaire, aux organisations 

syndicales sectorielles et à l’ABB. 

Les banques qui concluent une convention collective de travail 

d’entreprise sont dispensées du versement de la cotisation de 0,10 p.c. 

au ″Fonds paritaire de formation professionnelle et syndicale dans le 

secteur bancaire″ en 2011 et en 2012. 

§ 2. Les banques qui, au 31 octobre 2011, n’ont conclu aucune 

convention collective de travail d’entreprise, versent la cotisation 

de 0,10 p.c. au fonds paritaire pour 2011 et 2012. 

Art. 5. Les initiatives d’entreprise visées à l’article 4 sont définies en 

accord avec les organes légaux ou conventionnels de concertation au 

sein de l’entreprise. 

Adéfaut de tels organes, les initiatives sont directement déposées 

pour approbation à la commission paritaire. 


26607 

Bijlage 

Paritair Comité voor de banken 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2011 

Inspanning ten voordele van de risicogroepen voor 2011-2012 

(Overeenkomst geregistreerd op 6 oktober 2011 


HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied en draagwijdte van de overeenkomst 

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing 

op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de 

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren. 

Deze overeenkomst wordt afgesloten ter uitvoering van : 

- artikel 13 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 

2011 inzake werkgelegenheid, vorming en loonbeleid voor 2011 

en 2012; 

- titel XIII, hoofdstuk VIII van de wet van 27 december 2006 

houdende diverse bepalingen (I) en van artikel 56 van de wet van 

12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 

(artikel 36) houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering 

van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het 

compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van 

interprofessioneel akkoord. 

Zij bepaalt de inspanning van de banksector ten voordele van de 

risicogroepen voor 2011 en 2012 en stelt de voorwaarden vast 

waarbinnen de banken of de sector initiatieven voor risicogroepen 

kunnen nemen. 

HOOFDSTUK II. — Definitie van het begrip ″risicogroepen″ 

Art. 2. In het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst 

worden volgende categorieën van werknemers op sectoraal niveau als 

risicogroep voor de banksector erkend, onafhankelijk van het genoten 

onderwijs : 

1 o De personeelsleden die, wegens herstructurering/reorganisatie of 

wegens automatisering/informatisering, binnen een bedrijf hun functie 

verliezen of dreigen te verliezen en die, op basis van 

bijscholing/recyclage, een andere functie binnen hetzelfde bedrijf 

zullen kunnen vinden. 

2 o De personeelsleden die hetzij op basis van leeftijd, hetzij op basis 

van scholingsniveau, hetzij op basis van beide, significante moeilijkheden 

hebben met de omschakeling naar nieuwe functies of nieuwe 

technologieën. Hierbij zal voorrang verleend worden aan de personeelsleden 

die geen hoger diploma hebben dan hoger secundair onderwijs. 

3 o De personeelsleden die behoren tot de hierboven gedefinieerde 

categorieën en die moeten omgeschakeld worden van administratieve 

en/of operationele naar commerciële taken, om aldus hun mogelijkheden 

inzake tewerkstelling te blijven ondersteunen. 

Art. 3. Andere dan de hierboven in artikel 2 bedoelde werknemers 

of groepen van werknemers kunnen, in paritair overleg, als dusdanig 

worden geïdentificeerd op het niveau van de onderneming (voor 

ondernemingsinitiatieven) of van de sector (voor sectorale initiatieven). 

HOOFDSTUK III. — Ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomsten 

Art. 4. § 1. De banken hebben tot 31 oktober 2011 de tijd om een 

collectieve arbeidsovereenkomst voor 2011 en 2012 te sluiten met een 

omschrijving van de risicogroepen die valt binnen de definitie van 

artikel 2 of artikel 3. 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst moet worden toegezonden, 

per aangetekend schrijven, aan de voorzitter van het paritair comité,de 

sectoriële vakbondsorganisaties en de BVB. 

De banken die een ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomst 

sluiten worden vrijgesteld van storting van de bijdrage van 0,10 pct. 

voor 2011 en 2012 aan het ″Paritair Fonds voor de professionele en 

syndicale vorming in de banksector″. 

§ 2. Banken die op 31 oktober 2011 geen ondernemingscollectieve 

arbeidsovereenkomst hebben afgesloten storten de bijdrage van 0,10 pct. 

aan het paritair fonds voor 2011 en 2012. 

Art. 5. De mogelijke ondernemingsinitiatieven zoals bedoeld in 

artikel 4 worden in akkoord met de wettelijke of conventionele 

overlegorganen in de onderneming vastgelegd. 

Bij gebrek aan dergelijke organen worden de initiatieven rechtstreeks 

ter goedkeuring voorgelegd aan het paritair comité.


CHAPITRE IV. — Suivi des initiatives de formation 

Art. 6. Les partenaires sociaux au sein de l’entreprise veillent à 

l’exécution correcte des initiatives d’entreprise et peuvent, en cas de 

litige, s’adresser à la commission paritaire qui se prononce à ce sujet. 

Par ailleurs, les partenaires sociaux au sein de l’entreprise transmettent 

chaque année à la commission paritaire un rapport d’évaluation et 

un aperçu financier de l’exécution de l’initiative d’entreprise, au plus 

tardle1 er mai de l’année suivant celle à laquelle s’applique l’initiative 

d’entreprise. 

CHAPITRE V. — Gestion financière 

Art. 7. La perception de la cotisation de 0,10 p.c. en 2011 et en 2012, 

due par les entreprises qui sont tenues à ce versement, est réalisée, sous 

la gestion des partenaires sociaux, sur un compte du ″Fonds paritaire 

de formation professionnelle et syndicale dans le secteur bancaire″. 

Art. 8. D’une part, les versements de la cotisation de 0,10 p.c. en 2011 

et en 2012 que les banques sont, le cas échéant, tenues d’effectuer en 

vertu de l’article 7 et d’autre part, par le solde encore disponible des 

versements effectués les années précédentes, feront partie des moyens 

disponibles du fonds et seront affectés aux initiatives en faveur des 

groupes à risque. 

CHAPITRE VI. — Durée de validité 


la période allant du 1 er janvier 2011 au 31 décembre 2012. 






[2013/200994] 





communautaire flamande et les ateliers sociaux agréés et/ou 

subsidiés par la Communauté flamande, modifiant la convention 

collective de travail du 15 février 2011 modifiant les statuts et la 

dénomination du fonds de sécurité d’existence dénommé ″Fonds 

social 327.01 de financement complémentaire du second pilier de 

pension″ (1) 





Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour les entreprises 

de travail adapté subsidiées par la Communauté flamande ou par la 

Commission communautaire flamande et les ateliers sociaux agréés 

et/ou subsidiés par la Communauté flamande; 




du 14 février 2012, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission 

paritaire pour les entreprises de travail adapté subsidiées 

par la Communauté flamande ou par la Commission communautaire 

flamande et les ateliers sociaux agréés et/ou subsidiés par la Communauté 

flamande, modifiant la convention collective de travail du 

15 février 2011 modifiant les statuts et la dénomination du fonds de 

sécurité d’existence dénommé ″Fonds social 327.01 de financement 

complémentaire du second pilier de pension″. 

* 

HOOFDSTUK IV. — Opvolging van de vormingsinitiatieven 

Art. 6. De sociale partners in de onderneming waken over de 

correcte uitvoering van de ondernemingsinitiatieven en kunnen zich in 

geval van betwisting wenden tot het paritair comité, dat zich hierover 

uitspreekt. 

Bovendien maken de sociale partners in de onderneming ieder jaar 

aan het paritair comité een evaluatieverslag en een financieel overzicht 

van de uitvoering van het ondernemingsinitiatief over, tegen uiterlijk 

1 mei van het jaar volgend op het jaar waarop het ondernemingsinitiatief 

betrekking heeft. 

HOOFDSTUK V. — Financieel beheer 

Art. 7. De inning van de bijdrage van 0,10 pct. in 2011 en 2012 van 

de bedrijven die gehouden zijn tot storting gebeurt, onder het beheer 

van de sociale partners, op een rekening van het ″Paritair Fonds voor de 

professionele en syndicale vorming in de banksector″. 

Art. 8. De stortingen van de 0,10 pct. in 2011 en in 2012 die de 

banken desgevallend dienen te storten ingevolge artikel 7, en anderzijds, 

het saldo dat overblijft van de stortingen die in voorgaande jaren 

hebben plaatsgevonden, zullen deel uitmaken van de beschikbare 

middelen van het fonds en aangewend voor inspanningen inzake 

risicogroepen. 

HOOFDSTUK VI. — Geldigheidsduur 


de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012. 


3 april 2013. 





[2013/200994] 


wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 

14 februari 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de 

beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap 

of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale 

werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, 


15 februari 2011 tot wijziging van de statuten en de benaming van 

het fonds voor bestaanszekerheid genaamd ″Sociaal Fonds 327.01 

tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler″ (1) 





artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte 

werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de 

Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend 

en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap; 




overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2012, 




gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van de 

collectieve arbeidsovereenkomst van 15 februari 2011 tot wijziging van 

de statuten en de benaming van het fonds voor bestaanszekerheid 

genaamd ″Sociaal Fonds 327.01 tot aanvullende financiering tweede 

pensioenpijler″.

Art. 2. Le ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé 



ALBERT 

Par le Roi : 



Note 



Annexe 




subsidiés par la Communauté flamande 

Convention collective de travail du 14 février 2012 

Modification de la convention collective de travail du 15 février 2011 

modifiant les statuts et la dénomination du fonds de sécurité 

d’existence dénommé ″Fonds social 327.01 de financement complémentaire 

du second pilier de pension″ (Convention enregistrée 

le 20 mars 2012 sous le numéro 108978/CO/327.01) 

Article 1 er . La présente convention collective de travail s’applique 

aux employeurs et aux travailleurs des entreprises de travail adapté et 

des ateliers sociaux subsidiés par la ″Vlaams Subsidieagentschap voor 

Werk en Sociale Economie″. 

Par ″travailleurs″ on entend : le personnel ouvrier et employé, 

masculin et féminin. 

Art. 2. L’article 4 de la convention collective de travail du 

15 février 2011 modifiant les statuts et la dénomination du fonds de 

sécurité d’existence dénommé ″Fonds social 327.01 de financement 

complémentaire de second pilier de pension″ est remplacé par la 

disposition suivante : 

″Art. 4. A partir du 1 er janvier 2012, le fonds de sécurité d’existence 

est dénommé ″Fonds social 327.01 de financement du second pilier 

de pension″, appelé ci-après ″fonds social″, dont le siège social et 

administratif est établi : Quai du Commerce 48 à 1000 Bruxelles. 

Ce siège peut être déplacé ailleurs par décision unanime du comité 

de gestion.″. 

Art. 3. La présente convention collective de travail prend effet let 

1 er janvier 2012 et a la même durée de validité que la convention 

collective de travail qu’elle modifie. 

La présente convention collective de travail peut être dénoncée par 

chacune des parties avant le 30 juin de chaque année civile, avec effet 

au 1 er janvier de l’année civile suivante. 

La dénonciation doit être notifiée par lettre recommandée à la poste, 

adressée au président de la Sous-commission paritaire pour les 

entreprises de travail adapté subsidiées par la Communauté flamande 

ou par la Commission communautaire flamande et les ateliers sociaux 

agréés et/ou subsidiés par la Communauté flamande, qui en enverra 

une copie à chacune des parties signataires. 








ALBERT 




Nota 



Bijlage 

Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd 

door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie 

en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd 

door de Vlaamse Gemeenschap 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2012 

Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 februari 2011 

tot wijziging van de statuten en de benaming van het fonds voor 

bestaanszekerheid genaamd ″Sociaal Fonds 327.01 tot aanvullende 

financiering tweede pensioenpijler″ (Overeenkomst geregistreerd op 

20 maart 2012 onder het nummer 108978/CO/327.01) 


op de werkgevers en op de werknemers van de beschutte en sociale 

werkplaatsen gesubsidieerd door het Vlaams Subsidieagentschap voor 

Werk en Sociale Economie. 

Onder ″werknemers″ wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk 

werklieden- en bediendepersoneel. 

Art. 2. Artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 

15 februari 2011 tot wijziging van de statuten en de benaming van het 

fonds voor bestaanszekerheid genaamd ″Sociaal Fonds 327.01 tot 

aanvullende financiering tweede pensioenpijler″, wordt vervangen 

door de volgende bepaling : 

″Art. 4. Met ingang van 1 januari 2012 wordt het fonds voor 

bestaanszekerheid ″Sociaal Fonds 327.01 tot financiering tweede pensioenpijler″ 

genoemd, hierna vermeld als ″sociaal fonds″, waarvan de 

maatschappelijke en administratieve zetel gevestigd is : Handelskaai 

48, te 1000 Brussel. Deze zetel kan bij unanieme beslissing van het 

beheerscomité naar elders overgeplaatst worden.″. 

Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 

1 januari 2012 en heeft dezelfde geldigheidsduur als de collectieve 

arbeidsovereenkomst die zij wijzigt. 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de partijen 

worden opgezegd vóór 30 juni van ieder kalenderjaar, met uitwerking 

op 1 januari van het daaropvolgend kalenderjaar. 

De opzegging moet betekend worden bij een ter post aangetekende 

brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de 


of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen 

erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, die 

een kopie van de opzegging stuurt aan de ondertekenende partij. 


3 april 2013. 



26609




[2013/201572] 



Commission paritaire de la construction, relative à la réduction de 

la durée du travail (1) 





Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; 





paritaire de la construction, relative à la réduction de la durée du 

travail. 




ALBERT 

Par le Roi : 



Note 



Annexe 

Commission paritaire de la construction 


Réduction de la durée du travail 

(Convention enregistrée le 19 juillet 2012 


CHAPITRE I er . — Champ d’application 

Article 1 er .Laprésente convention collective de travail s’applique 

aux employeurs et ouvriers des entreprises relevant de la compétence 

de la Commission paritaire de la construction. 

On entend par ″ouvriers″ : les ouvriers et les ouvrières. 

La présente convention s’applique également aux intérimaires occupés 

dans une entreprise visée à l’alinéa 1 er et aux agences d’intérim qui 

les mettent à disposition. 

CHAPITRE II. — Réduction de la durée du travail 

Art. 2. Sans préjudice du nombre de jours de repos fixés en 

application de l’article 2 de l’arrêté royal n o 213 du 26 septembre 1983, 

tel que modifié par la loi du 12 août 2000, les ouvriers visés à 

l’article 1 er ont droit à chaque fois à 6 jours de repos pour 2013 et 2014. 

Ces jours de repos doivent être pris aux dates suivantes : 

Pour 2013 : 

- Le jeudi 26 décembre 2013; 

- Le vendredi 27 décembre 2013; 

- Le lundi 30 décembre 2013; 

- Le mardi 31 décembre 2013; 

- Le jeudi 2 janvier 2014; 

- Le vendredi 3 janvier 2014. 



[2013/201572] 



gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende 

de arbeidsduurvermindering (1) 





artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; 





in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de 

arbeidsduurvermindering. 




ALBERT 




Nota 



Bijlage 

Paritair Comité voor het bouwbedrijf 


Arbeidsduurvermindering 

(Overeenkomst geregistreerd op 19 juli 2012 


HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied 


op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder de 

bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren. 

Onder ″arbeiders″ wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters. 

Deze overeenkomst is eveneens van toepassing op de uitzendkrachten 

tewerkgesteld bij een onderneming bedoeld in het 1ste lid, en op het 

uitzendkantoor dat hen ter beschikking stelt. 

HOOFDSTUK II. — Arbeidsduurvermindering 

Art. 2. Onverminderd het aantal rustdagen vastgesteld in toepassing 

van artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 

1983, zoals gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000, hebben de bij 

artikel 1 bedoelde arbeiders voor 2013 en 2014 telkens recht op 

6 rustdagen. 

Deze rustdagen moeten genomen worden op de volgende data : 

Voor 2013 : 

- Donderdag 26 december 2013; 

- Vrijdag 27 december 2013; 

- Maandag 30 december 2013; 

- Dinsdag 31 december 2013; 

- Donderdag 2 januari 2014; 

- Vrijdag 3 januari 2014.

Pour 2014 : 

- Le mercredi 24 décembre 2014; 

- Le vendredi 26 décembre 2014; 

- Le lundi 29 décembre 2014; 

- Le mardi 30 décembre 2014; 

- Le mercredi 31 décembre 2014; 

- Le vendredi 2 janvier 2015. 

Art. 3. Il est interdit d’occuper des ouvriers visés à 

l’article 1 er pendant les jours de repos prévus par l’article 2. 

Par dérogation à cette interdiction, ces ouvriers peuvent être occupés 

pendant ces jours de repos : 

1 o Lorsque les entreprises dans lesquelles ils sont occupés connaissent 

habituellement une période d’intense activitéàl’époque de l’octroi 

des jours de repos; 

2 o Lorsqu’ils sont chargés du service à la clientèle des négociants en 

matériaux de construction, à l’exclusion du transport; 

3 o Dans les cas où le travail est autorisé le dimanche en vertu de 

l’article 12 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail. 

Art. 4. Les ouvriers occupés au travail pendant les jours de repos 

visés à l’article 2 ont droit au repos compensatoire. Ces jours de repos 

compensatoire doivent être octroyés : 

1 o Dans les 7 mois qui suivent le jour au cours duquel il a été 

travaillé, dans le cas où l’occupation au travail s’est faite en application 

de l’article 3, alinéa 2,1 o ; 

2 o Dans les 6 semaines qui suivent le jour au cours duquel il a été 

travaillé, dans les cas où l’occupation au travail s’est faite en application 

de l’article 3, alinéa 2,2 o et 3 o . 

Lorsque le contrat de travail prend fin, l’employeur doit mentionner 

sur le certificat de chômage complet C4 le nombre de jours de repos 

compensatoire qui n’ont pas été octroyés. 

Art. 5. Les jours de repos visés à l’article 2 suspendent l’exécution 

du contrat de travail et donnent droit à une indemnité forfaitaire 

quotidienne égale à l’allocation de chômage, augmentée del’allocation 

complémentaire de chômage octroyée par le ″Fonds de sécurité 

d’existence des ouvriers de la construction″. 

Cette indemnité est à charge du ″Fonds de sécurité d’existence des 

ouvriers de la construction″ et est payée par les organisations 

signataires de la présente convention aux ouvriers qui, au début de la 

période de repos, sont liés par un contrat de travail à un employeur visé 

à l’article 1 er ainsi qu’aux ouvriers licenciés, sauf pour motif grave, par 

un employeur visé àl’article 1 er dans les 60 jours précédant le début de 

la période de repos. 

Cette indemnité est octroyée prorata temporis aux ouvriers qui ont 

été liés par un contrat de travail à durée déterminée d’au moins 

trois mois et qui sont en chômage involontaire complet au moment de 

la période des jours de repos. Les modalités pratiques d’exécution 

seront établies par le conseil d’administration du ″Fonds de sécurité 

d’existence des ouvriers de la construction″. 

CHAPITRE III. — Dispositions particulières 

Art. 6. L’Office patronal visé àl’article 23 des statuts du fonds de 

sécurité d’existence est chargé de l’organisation administrative, comptable 

et financière des opérations résultant de l’application de la 

présente convention collective de travail. 


Voor 2014 : 

- Woensdag 24 december 2014; 

- Vrijdag 26 december 2014; 

- Maandag 29 december 2014; 

- Dinsdag 30 december 2014; 

- Woensdag 31 december 2014; 

- Vrijdag 2 januari 2015. 

Art. 3. Het is verboden de bij artikel 1 bedoelde arbeiders gedurende 

de bij artikel 2 bepaalde rustdagen tewerk te stellen. 

In afwijking van dit verbod mogen de arbeiders gedurende deze 

rustdagen worden tewerkgesteld : 

1 o Wanneer de ondernemingen waarin ze tewerkgesteld zijn, gewoonlijk 

een periode van intense activiteit kennen op het ogenblik van de 

toekenning van de rustdagen; 

2 o Wanneer zij belast zijn met de klantendienst bij handelaars in 

bouwmaterialen, met uitzondering van het vervoer; 

3 o In de gevallen waar arbeid op zondag is toegestaan bij artikel 12 

van de arbeidswet van 16 maart 1971. 

Art. 4. De arbeiders die gedurende de bij artikel 2 bedoelde 

rustdagen worden tewerkgesteld, hebben recht op inhaalrust. Deze 

inhaalrustdagen moeten worden toegekend : 

1 o Binnen 7 maanden die volgen op de dag waarop arbeid werd 

verricht, in het geval de tewerkstelling is gebeurd in toepassing van 

artikel 3, tweede lid, 1 o ; 

2 o Binnen 6 weken die volgen op de dag waarop arbeid werd 

verricht, in het geval de tewerkstelling is gebeurd in toepassing van 

artikel 3, tweede lid, 2 o en 3 o . 

Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst, moet de werkgever het 

aantal niet-toegekende inhaalrustdagen vermelden op het bewijs van 

volledige werkloosheid C4. 

Art. 5. De in artikel 2 bedoelde rustdagen schorsen de uitvoering 

van de arbeidsovereenkomst en geven recht op een dagelijkse forfaitaire 

vergoeding die gelijk is aan de werkloosheidsuitkering, vermeerderd 

met de aanvullende werkloosheidsuitkering die door het 

″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ 

wordt toegekend. 

Deze vergoeding valt ten laste van het ″Fonds voor bestaanszekerheid 

van de werklieden uit het bouwbedrijf″ en wordt betaald door de 

organisaties die deze overeenkomst ondertekenen aan de arbeiders die, 

bij het begin van de rustperiode, door een arbeidsovereenkomst 

gebonden zijn aan een bij artikel 1 bedoelde werkgever alsook aan de 

arbeiders die in de 60 dagen voorafgaand aan het begin van de 

rustperiode ontslagen worden door een bij artikel 1 bedoelde werkgever, 

behalve omwille van dringende reden. 

Deze vergoeding wordt pro rata temporis toegekend aan de arbeiders 

die verbonden zijn geweest voor een bepaalde tijd van minstens 3 

maanden en in volledige onvrijwillige werkloosheid zijn tijdens de 

periode van de rustdagen. De praktische uitvoeringsmodaliteiten 

zullen vastgesteld worden door de raad van bestuur van het ″Fonds 

voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″. 

HOOFDSTUK III. — Bijzondere bepalingen 

26611 

Art. 6. De Patronale Dienst bedoeld bij artikel 23 van de statuten van 

het fonds voor bestaanszekerheid is belast met de administratieve, 

boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen welke 

voortvloeien uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.


Art. 7. Conformément à l’article 12 de la loi du 24 juillet 1987 sur le 

travail temporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la 

disposition d’utilisateurs, la cotisation au ″Fonds de sécurité d’existence 

des ouvriers de la construction″, fixée à l’article 6 de l’arrêté royal 

n o 213 précité, est également due par les agences d’intérim pour les 

ouvriers qu’elles mettent à la disposition d’entreprises de construction. 

Art. 8. Le préavis notifié par l’employeur est suspendu pendant les 

jours de repos octroyés en vertu de la présente convention et de l’arrêté 

royal n o 213 précité. 

- dans la période allant du 23 décembre 2013 jusqu’au 3 janvier 2014; 

- dans la période allant du 22 décembre 2014 jusqu’au 2 janvier 2015. 

CHAPITRE IV. — Durée de validité 


une durée déterminée. Elle entre en vigueur le 1 er janvier 2013 et expire 

le 2 janvier 2015. 






[2013/201699] 



Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement 

libre, relative au régime de chômage avec complément 

d’entreprise (1) 





Vu la demande de la Commission paritaire pour les institutions 

subsidiées de l’enseignement libre; 





paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, 

relative au régime de chômage avec complément d’entreprise. 




ALBERT 

Par le Roi : 



Note 



* 

Art. 7. Overeenkomstig het artikel 12 van de wet van 24 juli 1987 

betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking 

stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, is de bijdrage aan 

het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, 

vastgesteld in artikel 6 van het voormeld koninklijk besluit 

nr. 213, eveneens verschuldigd door de uitzendkantoren voor de 

arbeiders die zij ter beschikking stellen van bouwondernemingen. 

Art. 8. De opzeggingstermijn betekend door de werkgever wordt 

geschorst tijdens de rustdagen die krachtens deze overeenkomst en het 

voormelde koninklijk besluit nr. 213 worden toegekend : 

- in de periode van 23 december 2013 tot en met 3 januari 2014; 

- in de periode van 22 december 2014 tot en met 2 januari 2015. 

HOOFDSTUK IV. — Geldigheidsduur 


een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2013 en verstrijkt 

op 2 januari 2015. 


3 april 2013. 





[2013/201699] 



gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen 

van het vrij onderwijs, betreffende het stelsel van werkloosheid 

met bedrijfstoeslag (1) 





artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde 

inrichtingen van het vrij onderwijs; 





in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het 

vrij onderwijs, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. 




ALBERT 




Nota 



Annexe 

Commission paritaire pour les institutions subsidiées 

de l’enseignement libre 


Régime de chômage avec complément d’entreprise 





aux employeurs des institutions de l’enseignement libre dont le siège 

social est établi en Région flamande et des institutions subsidiées par la 

Communauté flamande, dont le siège social est établi en Région de 

Bruxelles-Capitale et qui sont inscrites auprès del’Office national de 

sécurité sociale sur le rôle néerlandophone ainsi qu’aux ouvriers et 

ouvrières, dénommés ci-après ″ouvriers″, des institutions susmentionnées. 

CHAPITRE II. — Chômage avec complément d’entreprise 

Art. 2. L’âge pour pouvoir bénéficier de la prépension prévue au 

chapitre III de la convention collective de travail n o 17, conclue le 

19 décembre 1974 au sein du Conseil national du travail, instituant un 

régime d’indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs 

âgés, en cas de licenciement, rendue obligatoire par arrêté royal du 

16 janvier 1975, est fixé à58 ans. 

Art. 3. L’indemnité complémentaire visée à l’article 2 n’est octroyée 

qu’aux travailleurs qui ont atteint l’âge prévu à l’article 2 et qui 

satisfont aux conditions légales d’ancienneté pour pouvoir prétendre 

au statut de chômeur avec complément d’entreprise, à savoir : 

- en 2013 : 38 ans de passé professionnel en tant que salarié pour les 

ouvriers et 35 ans pour les ouvrières; 

- en 2014 : 38 ans de passé professionnel en tant que salarié pour les 

ouvriers et pour les ouvrières. 

CHAPITRE III. — Intervention du fonds social et de garantie 

Art. 4. Les dispositions du chapitre III de la présente convention 

collective de travail s’appliquent uniquement aux institutions dont le 

siège social est situé en Région flamande et aux institutions dont le 

siège social est situé en Région de Bruxelles-Capitale, subsidiées par la 

Communauté flamande et inscrites auprès de l’Office national de 

sécurité sociale au rôle néerlandophone. 

Art. 5. Pour les régimes de chômage avec complément d’entreprise 

qui commencent après la date d’entrée en vigueur de la présente 

convention collective de travail, le ″Fonds social et de garantie pour les 

institutions subsidiées de l’enseignement libre″ prend en charge le 

remboursement aux employeurs de l’indemnité complémentaire telle 

que prévue dans la convention collective de travail n o 17 du 

19 décembre 1974 et des cotisations patronales particulières. Le ″Fonds 

social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement 

libre″ sera tenu de rester dans les limites des cotisations perçues à cette 

fin. 

Art. 6. Les modalités de remboursement telles que prévues à 

l’article 5 sont déterminées par le conseil d’administration du ″Fonds 

social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement 

libre″. 

Art. 7. Les organisations patronales et syndicales représentées au 

″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de 

l’enseignement libre″ s’engagent àévaluer les dispositions de l’article 5, 

six mois avant la fin delaprésente convention collective de travail. 


Bijlage 

Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen 

van het vrij onderwijs 


Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag 





op de werkgevers van de inrichtingen van het vrij onderwijs waarvan 

de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaamse Gewest en op de 

inrichtingen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, waarvan 

de maatschappelijke zetel in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest gevestigd 

is en die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ingeschreven zijn 

op de Nederlandse taalrol en op de werklieden en werksters, hierna 

″werklieden″ genoemd, van de hierboven vernoemde inrichtingen. 

HOOFDSTUK II. — Werkloosheid met bedrijfstoeslag 

26613 

Art. 2. De leeftijd om te kunnen genieten van het brugpensioen 

zoals bedoeld bij hoofdstuk III van de collectieve arbeidsovereenkomst 

nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot 

invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van 

sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen 

verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, wordt 

vastgesteld op 58 jaar. 

Art. 3. De aanvullende vergoeding waarvan sprake in artikel 2 

wordt enkel toegekend aan de werknemers die de leeftijd hebben 

bereikt, voorzien in artikel 2, en die voldoen aan de wettelijk gestelde 

anciënniteitsvoorwaarden om het statuut van werkloze met bedrijfstoelage 

te kunnen bekomen, zijnde : 

- in 2013 : 38 jaar loondienst voor werknemers, 35 jaar loondienst 

voor werkneemsters; 

- in 2014 : 38 jaar loondienst voor werknemers en werkneemsters. 

HOOFDSTUK III. — Tussenkomst door het waarborgen sociaal fonds 

Art. 4. De bepalingen van hoofdstuk III van deze collectieve arbeidsovereenkomst 

zijn enkel van toepassing op de inrichtingen waarvan de 

maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaamse Gewest en op de 


de maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 

gevestigd is en die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ingeschreven 

zijn op de Nederlandse taalrol. 

Art. 5. Voor de werkloosheid met bedrijfstoelage die ingaan na 

ingangsdatum van deze collectieve arbeidsovereenkomst, neemt het 

″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van 

het vrij onderwijs″ de terugbetaling aan de werkgevers ten laste van de 

aanvullende vergoeding zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst 

nr. 17 van 19 december 1974, en van de bijzondere 

werkgeversbijdragen. Het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de 

gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ zal ertoe gehouden 

zijn binnen de limieten van de daartoe geïnde bijdragen te blijven. 

Art. 6. De modaliteiten van terugbetaling zoals voorzien in artikel 5, 

worden bepaald in de raad van beheer van het ″Waarborg- en Sociaal 

Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″. 

Art. 7. De werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd 

in het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde 

inrichtingen van het vrij onderwijs″, verbinden er zich toe de bepalingen 

van artikel 5 te evalueren zes maanden vóór het verstrijken van 

deze collectieve arbeidsovereenkomst.


CHAPITRE IV. — Mode de calcul 

Art. 8. La déduction des cotisations personnelles de sécurité sociale 

pour le calcul de l’indemnité complémentaire est calculée sur la base de 

100 p.c. du salaire brut. 

Art. 9. Les dispositions de l’article 8 de la présente convention 

collective de travail s’appliquent uniquement aux institutions dont le 

siège social est situé en Région flamande et aux institutions dont le 

siège social est situé en Région de Bruxelles-Capitale, subsidiées par la 

Communauté flamande et inscrites auprès de l’Office national de 

Sécurité sociale au rôle néerlandophone. 

Pour les travailleurs qui font usage du droit des travailleurs de 50 ans 

ou plus à une réduction des prestations prévue à l’article 9, § 1 er de la 

convention collective de travail n o 77bis, l’indemnité complémentaire 

de prépension sera calculée sur la base d’une prestation à temps plein 

lorsqu’ils passent de la réduction des prestations au régime de chômage 

avec complément d’entreprise conventionnel tel que prévu par la 

présente convention collective de travail. 

CHAPITRE V. — Durée de validité 


une période déterminée. Elle produit ses effets le 1 er janvier 2013 et 

cesse d’être en vigueur le 31 décembre 2014. Cette convention prolonge 

la convention du 10 décembre 2009 avec le numéro d’enregistrement 

99219/CO/152. 






[2013/201573] 


collective de travail du 10 mai 2012, conclue au sein de la 

Commission paritaire du transport et de la logistique, modifiant la 

convention collective de travail du 10 novembre 2010 concernant 

l’introduction d’un fonds de pension pour les ouvriers/ouvrières 

du sous-secteur des entreprises de déménagement, de gardemeubles 

et leurs activités connexes (1) 





Vu la demande de la Commission paritaire du transport et de la 

logistique; 




du 10 mai 2012, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission 

paritaire du transport et de la logistique, modifiant la convention 

collective de travail du 10 novembre 2010 concernant l’introduction 

d’un fonds de pension pour les ouvriers/ouvrières du sous-secteur des 

entreprises de déménagement, de garde-meubles et leurs activités 

connexes. 




ALBERT 

Par le Roi : 



Note 



* 

HOOFDSTUK IV. — Berekeningswijze 

Art. 8. De aftrek van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen 

voor de berekening van de aanvullende vergoeding wordt berekend op 

100 pct. van het brutoloon. 

Art. 9. De bepalingen van artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst 

zijn enkel van toepassing op de inrichtingen waarvan de 

maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaamse Gewest, en op de 


de maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 

gevestigd is en die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ingeschreven 

zijn op de Nederlandse taalrol. 

Voor de werknemers die gebruik maken van het recht op een 

vermindering van de arbeidsprestaties voor werknemers van 50 jaar en 

ouder, zoals bepaald in artikel 9, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst 

nr. 77bis, wordt de aanvullende vergoeding van het brugpensioen 

berekend op basis van een voltijdse arbeidsprestatie wanneer zij 

overstappen van de loopbaanvermindering naar het conventioneel 

werkloosheid met bedrijfstoelage zoals voorzien in deze collectieve 

arbeidsovereenkomst. 

HOOFDSTUK V. — Geldigheidsduur 


een bepaalde tijd. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013 en 

houdt op van kracht te zijn op 31 december 2014. Deze overeenkomst 

verlengt de overeenkomst van 10 december 2009 met registratienummer 

99219/CO/152. 


3 april 2013. 





[2013/201573] 



gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot 

wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 


arbeiders/arbeidsters van de subsector voor de verhuisondernemingen, 

meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (1) 





artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de 

logistiek; 




overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2012, gesloten 

in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot wijziging 

van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2010 betreffende 

de invoering van een pensioenfonds voor de arbeiders/arbeidsters 

van de subsector voor de verhuisondernemingen, meubelbewaring en 

hun aanverwante activiteiten. 




ALBERT 




Nota 



Annexe 

Commission paritaire du transport et de la logistique 

Convention collective de travail du 10 mai 2012 

Modification de la convention collective de travail du 10 novembre 2010 

concernant l’introducation d’un fonds de pension pour les 

ouvriers/ouvrières du sous-secteur des entreprises de déménagement, 

de garde-meubles et leurs activités connexes (Convention 

enregistrée le 19 juillet 2012 sous le numéro 110236/CO/140) 

CHAPITRE I er . — Objet 

Article 1 er .Laprésente convention collective de travail modifie la 

convention collective de travail du 10 novembre 2010 (numéro 

d’enregistrement 102472), conclue en application de l’article 10 de la loi 

du 28 avril 2003 relative aux pensions complémentaires et au régime 

fiscal de celles-ci et de certains avantages complémentaires en matière 

de sécurité sociale (ci-après dénommée LPC), ainsi qu’en exécution de 

la décision des organisations représentatives dans la Commission 

paritaire du transport et de la logistique pour introduire un régime de 

pension sectoriel social pour les ouvriers/ouvrières du sous-secteur des 

entreprises de déménagement, de garde-meubles et de leurs activités 

connexes, comme prévu dans le protocole d’accord du 6 mai 2009 pour 

les années 2010-2011. 

CHAPITRE II. — Champ d’application 

Art. 2. § 1 er .Laprésente convention collective de travail s’applique 

aux employeurs ressortissant à la Commission paritaire du transport et 

de la logistique et appartenant au sous-secteur des entreprises de 

déménagement, de garde-meubles et leurs activités connexes ainsi qu’à 

leurs ouvriers/ouvrières. 

§ 2. Pour l’application de cette convention, on entend par : 

- ″déménagement″ : tout transfert d’installations d’une place à une 

autre, tels que privés, bureaux, magasins, ateliers, foires, usines, 

expositions, etc., en ce compris toutes les activitésl’accompagnant telles 

que l’emballage, le déballage, le montage et le démontage sans que cette 

liste soit limitative; 

- ″garde-meubles″ : les entrepôts pour meubles et autres objets 

nécessitant les mêmes installations spéciales de conservation ou des 

installations semblables; 

- ″activités connexes″ : tout transport de choses qui nécessite 

l’utilisation de véhicules spécialement équipés pour le transport de 

mobilier et pour éviter la détérioration lors du transport de marchandises 

diverses telles que meubles neufs, œuvres d’art, appareils 

électroménagers, archives, etc.; 

- ″véhicules spécialement équipés pour le transport de mobilier″ : 

tout véhicule comportant une carrosserie fixe ou amovible, rigide, 

étanche, comprenant un dispositif intérieur d’arrimage, construit pour 

ce transport et équipé du petit matériel de protection et d’arrimage, tels 

que couvertures, caisses, tout autre matériel similaire, etc. 

CHAPITRE III. — Objectif 

Art. 3. Ce régime de pension sectoriel social, se composant d’un 

engagement de pension et d’un engagement de solidarité,aété instauré 

au profit des ouvriers et ouvrières affilié(e)s tels que définis dans le 

règlement de pension et le règlement de solidarité, qui sont engagés par 

les employeurs repris à l’article 2. 

La gestion du régime de pension a comme unique objectif les intérêts 

légitimes des affiliés, à l’exclusion de tout autre objectif et en tenant 

compte des principes de bonne gestion. 

CHAPITRE IV. — L’organisateur 

Art. 4. L’organisateur tel que défini à l’article 3, § 1 er ,5 o , a) de la LPC 

est le ″Fonds social des entreprises de déménagement, garde-meubles 

et leurs activités connexes″, créé par l’arrêté royal du 24 juin 1971, paru 

dans le Moniteur belge du 25 août 1971. Conformément à l’article 5, § 1 er 

de la LPC, l’organisateur est seul compétent pour décider d’introduire, 

de modifier ou de supprimer le régime de pension. 

CHAPITRE V. — Désignation de l’organisme de pension 

et de l’organisme de solidarité 

Art. 5. L’organisateur désigne comme organisme de pension exécutant 

l’engagement de pension un assureur qui répartit la totalité de son 

bénéfice entre les affiliés proportionnellement à leurs réserves et qui 

limite les frais conformément aux règles fixées par le Roi. Cette 

désignation est effectuée en toute objectivité sur la base de l’offre 


Bijlage 

Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek 

26615 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2012 

Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 


arbeiders/ arbeidsters van de subsector voor de verhuisondernemingen, 

meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (Overeenkomst 

geregistreerd op 19 juli 2012 onder het nummer 110236/CO/140) 

HOOFDSTUK I. — Voorwerp 

Artikel 1. Huidige collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt de collectieve 

arbeidsovereenkomst van 10 november 2010 (registratienummer 

102472), de welke werd gesloten in toepassing van artikel 10 van 

de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het 

belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende 

voordelen inzake sociale zekerheid (hierna WAP genoemd), evenals in 

uitvoering van de beslissing van de representatieve organisaties in het 

Paritair Comité vervoer en logistiek om voor de arbeiders/arbeidsters 

van de subsector voor de verhuisondernemingen, de meubelbewaring 

en hun aanverwante activiteiten een sociaal sectoraal pensioenstel in te 

voeren, zoals voorzien in het protocolakkoord van 6 mei 2009 voor de 

jaren 2010 en 2011. 

HOOFDSTUK II. — Toepassingsgebied 

Art. 2. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing 

op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het 

vervoer en de logistiek en behoren tot de subsector voor de verhuisondernemingen, 

de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten 

alsook op hun arbeiders/arbeidsters. 

§ 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld 

onder : 

- ″verhuizing″ : elke overbrenging van installaties van de ene plaats 

naar de andere, onder meer privé, kantoren, magazijnen, werkplaatsen, 

beurzen, fabrieken, tentoonstellingen, enz., met inbegrip van alle 

begeleidende werkzaamheden, zoals inpak, uitpak, monteren, demonteren 

zonder dat deze opsomming limitatief is; 

- ″meubelbewaring″ : de opslagplaatsen voor meubelen en andere 

voorwerpen die dezelfde of gelijkaardige speciale bewaringsinstallaties 

vergen; 

- ″aanverwante activiteiten″ : elk goederenvervoer dat het gebruik 

vereist van voertuigen die speciaal uitgerust zijn zoals voor het vervoer 

van meubelen en om de beschadiging tijdens het vervoer te voorkomen 

van diverse goederen zoals nieuwe meubelen, kunstvoorwerpen, 

elektrische huishoudapparaten, archieven, enz.; 

- ″voertuigen speciaal uitgerust voor het vervoer van meubelen″ : elk 

voertuig met vast of beweegbaar koetswerk, niet buigzaam, waterdicht, 

binnen in voorzien van vastsnoeringsmateriaal, van een stuwinrichting, 

behoorlijk gebouwd voor het vervoer van verhuizingen en uitgerust 

met klein stuw- en beschermingsmaterieel, zoals dekens, kisten, elk 

ander soortgelijk materieel, enz. 

HOOFDSTUK III. — Doelstelling 

Art. 3. Dit sociaal sectoraal pensioenstelsel, bestaande uit een pensioentoezegging 

en een solidariteitstoezegging werd ingevoerd ten bate 

van de aangesloten arbeiders en arbeidsters zoals bepaald in het 

pensioenreglement en het solidariteitsreglement, die tewerkgesteld zijn 

door de werkgevers bedoeld in artikel 2. 

Het beheer van het pensioenstelsel heeft uitsluitend de rechtmatige 

belangen van de aangeslotenen als doel, met uitsluiting van enig ander 

doel en rekening houdend met de principes van deugdelijk bestuur. 

HOOFDSTUK IV. — De inrichter 

Art. 4. De inrichter zoals bedoeld in artikel 3, § 1, 5 o , a) van de WAP 

is het ″Sociaal Fonds voor de ondernemingen van verhuizingen, 

meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten″ dat opgericht werd 

bij koninklijk besluit van 24 juni 1971, verschenen in het Belgisch 

Staatsblad van 25 augustus 1971. De inrichter is conform artikel 5, § 1 

van de WAP als enige bevoegd voor de beslissing tot invoering, 

wijziging of opheffing van het pensioenstelsel. 

HOOFDSTUK V. — Aanduiding van de pensioeninstelling 

en van de solidariteitsinstelling 

Art. 5. Als pensioeninstelling die de pensioentoezegging uitvoert 

duidt de inrichter een verzekeraar aan die de totale winst onder de 

aangeslotenen in verhouding tot hun reserves verdeelt en die de kosten 

beperkt volgens de regels vastgesteld door de Koning. Deze aanduiding 

gebeurt op objectieve wijze aan de hand van de uitgeschreven


rédigée portant la référence PC140.05/off20091231. La description 

spécifique de la tâche de cet assureur est consignée dans une 

convention de gestion conclue entre l’organisateur et l’assureur désigné. 

L’exécuteur de l’engagement de solidarité est désigné de la même 

façon que celui de l’engagement de pension. 

CHAPITRE VI. — Règlement de pension et règlement de solidarité 

Art. 6. Le règlement de pension portant sur l’engagement de 

pension a été joint à l’annexe 1ère de la convention collective de travail 

du 10 novembre 2010 mentionnée à l’article 1 er (numéro d’enregistrement 

102472). 

Art. 7. Le règlement de solidarité portant sur l’engagement de 

solidarité a été joint à l’annexe 2 de la convention collective de travail 

du 10 novembre 2010 mentionnée dans ce même article 1 er . 

CHAPITRE VII. — Opting out et possibilité d’exemption de l’engagement 

de pension sectoriel 

Art. 8. § 1 er .L’opting out tel que défini à l’article 9 de la LPC n’est 

pas autoriséàcompter de l’introduction du régime de pension sectoriel 

social. 

§ 2. Les employeurs ayant déjà introduit avant la date du 6 mai 2009 

un régime de pension complémentaire pour leurs ouvriers (h/f) au 

niveau de l’entreprise, tel que prévu à l’article 3, § 1 er ,6 o de la LPC, 

peuvent être exemptés de participer à l’engagement de pension 

sectoriel s’ils ont prouvé avant le 5 juillet 2010 que cet engagement de 

pension au niveau de l’entreprise octroie aux ouvriers affiliés (h/f) au 

moins les mêmes droits que ceux stipulés à l’article 9, alinéa2delaLPC 

que l’engagement de pension sectoriel, au moyen du règlement de 

pension concerné ou d’une attestation de l’actuaire désigné de la société 

d’assurance concernée. 

Ces employeurs peuvent rester exemptés s’ils peuvent présenter 

chaque année, à la date du 1 er avril, une attestation rédigée par 

l’actuaire désigné de la société d’assurance concernée prouvant que ce 

plan d’entreprise est maintenu et qu’il prévoit au minimum des droits 

égaux. 

Les employeurs concernés ne peuvent être exemptés que de l’engagement 

de pension sectoriel, mais pas de l’engagement de solidarité. 

CHAPITRE VIII. — Financement 

Art. 9. § 1 er . La contribution annuelle au financement du règlement 

de pension sectoriel social s’élève dès l’année 2013 à 0,60 p.c. des 

salaires annuels bruts communiqués à l’Office national de sécurité 

sociale à 108 p.c. des ouvriers (h/f), à majorer d’une contribution pour 

le financement du règlement de solidarité àconcurrence de 0,03 p.c. et 

des retenues ONSS en vigueur. 

Chaque employeur relevant du champ d’application de cette convention 

collective de travail et qui n’est pas exempté de participation à 

l’engagement de pension sectoriel, doit s’acquitter de cette contribution 

par l’entremise des perceptions ONSS conformément aux dispositions 

du règlement de pension et du règlement de solidarité définis aux 

articles 6 et 7 de la présente convention collective de travail. 

§ 2. Pour les employeurs exemptés conformément à l’article 8, § 2de 

participation à l’engagement de pension sectoriel mais pas de participation 

à l’engagement de solidarité, la contribution s’élève à 0,03 p.c. 

des salaires annuels bruts communiqués à l’Office national de sécurité 

sociale à 108 p.c. des ouvriers (h/f). Les employeurs concernés doivent 

s’acquitter de cette contribution par l’entremise des perceptions ONSS 

conformément aux dispositions du règlement de solidarité défini à 

l’article 7 de la présente convention collective de travail. 

CHAPITRE IX. — Durée 

Art. 10. Cette convention collective de travail est conclue pour une 

durée indéterminée et entre en vigueur à partir du 1 er janvier 2013. Le 

Roi sera prié de déclarer obligatoire cette convention collective de 

travail. 

Elle ne peut être dénoncée que moyennant l’envoi d’un courrier 

recommandé au président de la Commission paritaire du transport et 

de la logistique, à condition de respecter un délai de préavis d’un an. 

offerte met referentie PC140.05/off20091231. De specifieke taakomschrijving 

van deze verzekeraar wordt vastgelegd in een beheersovereenkomst 

tussen de inrichter en aangeduide verzekeraar. 

De uitvoerder van de solidariteitstoezegging werd op dezelfde wijze 

aangeduid als de uitvoerder van de pensioentoezegging. 

HOOFDSTUK VI. — Pensioenreglement en solidariteitsreglement 

Art. 6. Het pensioenreglement met betrekking tot de pensioentoezegging 

werd toegevoegd als bijlage 1 aan de in artikel 1 vermelde 

collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2010 (registratienummer 

102472). 

Art. 7. Het solidariteitsreglement met betrekking tot de solidariteitstoezegging 

werd toegevoegd als bijlage 2 aan dezelfde in artikel 1 

vermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2010. 

HOOFDSTUK VII. — Opting out en mogelijkheid van vrijstelling 

van de sectorale pensioentoezegging 

Art. 8. § 1. Opting out zoals bedoeld door artikel 9 van de WAP is 

niet toegestaan vanaf de invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. 

§ 2. Werkgevers die vóór de datum van 6 mei 2009 reeds een 

aanvullend pensioenstelsel op het vlak van de onderneming zoals 

bedoeld in artikel 3, § 1, 6 o van de WAP hebben ingevoerd voor hun 

arbeiders (m/v), kunnen vrijgesteld worden van deelname aan de 

sectorale pensioentoezegging indien zij vóór 5 juli 2010 hebben 

aangetoond dat de pensioentoezegging op ondernemingsvlak de 

aangesloten arbeiders (m/v) minstens dezelfde rechten verleent zoals 

bedoeld in artikel 9, alinea 2 van de WAP als de sectorale pensioentoezegging 

door middel van het betrokken pensioenreglement of door 

middel van een attest van de aangeduide actuaris van de betrokken 

verzekeringsonderneming. 

Deze werkgevers kunnen vrijgesteld blijven, indien zij jaarlijks op 

datum van 1 april een attest opgemaakt door de aangeduide actuaris 

van de betrokken verzekeringsonderneming kunnen voorleggen als 

bewijs van het nog in stand houden van dit ondernemingsplan en als 

bewijs dat het plan in minimum gelijke rechten voorziet. 

De betrokken werkgevers kunnen slechts vrijgesteld worden van de 

sectorale pensioentoezegging, maar niet van de solidariteitstoezegging. 

HOOFDSTUK VIII. — Financiering 

Art. 9. § 1. De jaarlijkse bijdrage voor de financiering van de sociale 

sectorale pensioenregeling bedraagt vanaf het jaar 2013 0,60 pct. van de 

aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven bruto jaarlonen 

aan 108 pct. van de arbeiders (m/v), te verhogen met een bijdrage voor 

de financiering van de solidariteitsregeling ten beloop van 0,03 pct. en 

met de toepasselijke RSZ-afhoudingen. 

Elke werkgever die onder het toepassingsgebied van deze collectieve 

arbeidsovereenkomst valt en niet is vrijgesteld van deelname aan de 

sectorale pensioentoezegging, moet deze bijdrage voldoen via RSZinning 

en dit volgens de bepalingen van het pensioenreglement en van 

het solidariteitsreglement bedoeld in de artikelen 6 en 7 van deze 

collectieve arbeidsovereenkomst. 

§ 2. Voor de werkgevers die conform artikel 8, § 2 vrijgesteld zijn van 

deelname aan de sectorale pensioentoezegging maar niet van deelname 

aan de solidariteitstoezegging bedraagt de bijdrage 0,03 pct. van de aan 

de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven bruto jaarlonen aan 

108 pct. van de arbeiders (m/v). De betrokken werkgevers moeten deze 

bijdrage voldoen via RSZ-inning en dit volgens de bepalingen van het 

solidariteitsreglement bedoeld in artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. 

HOOFDSTUK IX. — Duur 


onbepaalde duur en treedt in werking vanaf 1 januari 2013. De Koning 

zal verzocht worden deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen 

verbindend te verklaren. 

Zij kan slechts opgezegd worden mits aangetekende brief aan de 

voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek mits 

respect van een opzegtermijn van één jaar.

Avant de procéder à l’annulation de la convention collective de 

travail, la commission paritaire doit décider de supprimer le régime de 

pension sectoriel social, conformément à l’article 10, § 1 er ,3 o de la LPC. 

Cette décision d’abrogation ne sera valable que si elle récolte 80 p.c. de 

voix des membres effectifs ou suppléants nommés dans la commission 

paritaire représentant les employeurs et 80 p.c. des voix des membres 

effectifs ou suppléants nommés dans la commission paritaire représentant 

les travailleurs. 






[2013/201571] 



Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’électricité, 

relative à la modification de la convention collective de travail du 

17 novembre 1993 relative à la paix sociale, à la prime syndicale et 

au fonds de formation syndicale (1) 





Vu la demande de la Commission paritaire de l’industrie du gaz et de 

l’électricité; 





paritaire de l’industrie du gaz et de l’électricité, relative à la modification 

de la convention collective de travail du 17 novembre 1993 relative 

à la paix sociale, à la prime syndicale et au fonds de formation 

syndicale. 




ALBERT 

Par le Roi : 



Note 




* 

Voorafgaandelijk aan de opzegging van deze collectieve arbeidsovereenkomst 

moet het paritair comité conform artikel 10, § 1, 3 o van de 

WAP de beslissing nemen om het sociaal sectoraal pensioenstelsel op te 

heffen. Deze beslissing tot opheffing is enkel geldig wanneer zij 80 pct. 

van de stemmen van de, in het paritair comité benoemde, gewone of 

plaatsvervangende leden die de werkgevers vertegenwoordigen en 

80 pct. van de stemmen van de in het paritair comité benoemde, 

gewone of plaatsvervangende leden die de werknemers vertegenwoordigen, 

heeft bekomen. 


3 april 2013. 





[2013/201571] 



gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, 

betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst 

van 17 november 1993 betreffende de sociale vrede, de syndicale 

premie en het syndicaal vormingsfonds (1) 





artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het gas- en 

elektriciteitsbedrijf; 





in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, 

betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 

17 november 1993 betreffende de sociale vrede, de syndicale premie en 

het syndicaal vormingsfonds. 




ALBERT 




26617 

Nota 




Annexe 

Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’électricité 



relative à la paix sociale, à la prime syndicale et au fonds de 

formation syndicale (Convention enregistrée le 19 juillet 2012 sous le 

numéro 110237/CO/326) 



aux employeurs qui ressortissent à la compétence de la Commission 

paritaire de l’industrie du gaz et de l’électricité et aux travailleurs qu’ils 

occupent. 

CHAPITRE II. — Fonds de formation syndicale 

Art. 2. L’article 4 de la convention collective de travail du 17 novembre 

1993, conclue au sein de la Commission paritaire de l’industrie du 

gaz et de l’électricité, relative à la paix sociale, à la prime syndicale et au 

fonds de formation syndicale, rendue obligatoire par arrêté royal du 

6 octobre 1999, publié au Moniteur belge du3décembre 1999 (convention 

enregistrée le 21 janvier 1994 sous le numéro 34814/CO/326), 

complétée par des conventions collectives de travail sectorielles 

concernant le même sujet (convention collective de travail du 30 octobre 

2003 enregistrée sous le numéro 69037/CO/326, convention 

collective de travail du 19 février 2004 enregistrée sous le 

numéro 72107/CO/326, convention collective de travail du 30 juin 2005 

enregistrée sous le numéro 76262/CO/326, convention collective de 

travail du 29 novembre 2007 enregistrée sous le numéro 86425/CO/326, 

convention collective de travail du 14 mai 2009 enregistrée sous le 

numéro 92671/CO/326) est complété par la disposition suivante : 

″A partir du 1 er janvier 2012, l’allocation, qui est versée en septembre, 

est fixée à un montant égal à 0,085 p.c. de la masse salariale (total des 

rémunérations passibles du calcul des cotisations de sécurité sociale) 

reprise dans les DmfA (déclarations multifonctionnelles) des entreprises 

majoré d’un montant global de 375.000,00 EUR.″. 

CHAPITRE III. — Paix sociale 

Art. 3. Pendant la durée de validité de la convention collective de 

travail, la paix sociale est respectée par les parties. 

Les parties mettront tout en oeuvre pour promouvoir et défendre 

l’esprit de paix sociale auprès de leurs représentants locaux et/ou 

travailleurs. 

De ce fait, elles s’engagent, vis-à-vis du président de la commission 

paritaire, à soumettre préalablement tous leurs différends au ″bureau 

de conciliation″ de la commission paritaire. 

Les parties s’engagent à ne pas introduire ou soutenir chez les 

travailleurs des exigences supplémentaires, tant au niveau national 

qu’au niveau local, pendant la durée de validité d’un accord sectoriel 

de programmation sociale. 

Les parties s’engagent à respecter les statuts. 

En cas de non-respect des dispositions, les employeurs se réservent le 

droit, en cas de conflits sociaux dans une entreprise, de ne pas payer les 

montants précités entièrement ou en partie. Le cas échéant, ils en 

aviseront préalablement par écrit le président de la commission 

paritaire. 

Bijlage 

Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf 



1993 betreffende de sociale vrede, de syndicale premie en het 

syndicaal vormingsfonds (Overeenkomst geregistreerd op 19 juli 2012 




op de werkgevers die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité 

voor het gas- en elektriciteitsbedrijf ressorteren en op de werknemers 

die zij tewerkstellen. 

HOOFDSTUK II. — Syndicaal vormingsfonds 


17 november 1993, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en 

elektriciteitsbedrijf, betreffende de sociale vrede, de syndicale premie 

en het syndicaal vormingsfonds, algemeen verbindend verklaard bij 

koninklijk besluit van 6 oktober 1999, bekendgemaakt in het Belgisch 

Staatsblad van 3 december 1999 (overeenkomst geregistreerd op 

21 januari 1994 onder het nummer 34814/CO/326), aangevuld door 

sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende hetzelfde onderwerp 

(collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003 geregistreerd 

onder het nummer 69037/CO/326, collectieve arbeidsovereenkomst 

van 19 februari 2004 geregistreerd onder het nummer 

72107/CO/326, collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 

geregistreerd onder het nummer 76262/CO/326, collectieve arbeidsovereenkomst 

van 29 november 2007 geregistreerd onder het nummer 

86425/CO/326, collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2009 

geregistreerd onder het nummer 92671/CO/326) wordt aangevuld 

door de volgende bepaling : 

″Vanaf 1 januari 2012 wordt de toelage, die in september wordt 

uitgekeerd vastgesteld op een bedrag gelijk aan 0,085 pct. van de 

loonmassa (totaal van de lonen waarop de bijdragen voor sociale 

zekerheid moeten worden berekend) hernomen in de DmfA (multifunctionele 

aangiften) vermeerderd met een globaal bedrag van 

375.000,00 EUR.″. 

HOOFDSTUK III. — Sociale vrede 

Art. 3. Tijdens de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst 

wordt de sociale vrede door de partijen geëerbiedigd. 

De partijen zullen alles in het werk stellen om bij hun lokale 

vertegenwoordigers en/of werknemers de geest van sociale vrede te 

bevorderen en te verdedigen. 

Hierbij verklaren zij ten overstaan van de voorzitter van het paritaire 

comité dat zij al hun geschillen voorafgaandelijk zullen onderwerpen 

aan het ″verzoeningsbureau″ van het paritair comité. 

De partijen gaan de verbintenis aan geen bijkomende eisen in te 

dienen noch te steunen bij de werknemers, zowel op nationaal als op 

het lokaal niveau, tijdens de geldigheidsduur van een sectoraal sociaal 

programma-akkoord. 

De partijen verbinden zich ertoe de statuten na te leven. 

Bij de niet-naleving van deze bepalingen behouden de werkgevers 

zich het recht voor om bij sociale conflicten in een onderneming de 

voormelde bedragen geheel of gedeeltelijk niet te betalen. In voorkomend 

geval zullen zij de voorzitter van het paritair comité vooraf 

schriftelijk ervan in kennis stellen.

CHAPITRE IV. — Disposition particulière 

Art. 4. La présente convention collective de travail retire la convention 


Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’électricité, modifiant 

la convention collective de travail du 17 novembre 1993 relative à la 

paix sociale, à la prime syndicale et au fonds de formation syndicale 

(convention enregistrée le 21 janvier 1994 sous le 

numéro 34814/CO/326). 

CHAPITRE V. — Durée de validité 

Art. 5. La présente convention collective de travail produit ses effets 

le 1 er janvier 2012 et a la même durée de validité et modalités de 

dénonciation que celle qu’elle modifie. 






[2013/201492] 


collective de travail du 16 avril 2012, conclue au sein de la 

Commission paritaire pour le secteur flamand de l’aide sociale et 

des soins de santé, modifiant la convention collective de travail du 

16 octobre 2007 instituant un fonds de sécurité d’existence dénommé 

″Sectoraal Fonds Sociale Maribel voor de Vlaamse welzijnsen 

gezondheidssector″ et fixant ses statuts (1) 



Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité 

d’existence, notamment l’article 2; 



Vu la demande de la Commission paritaire pour le secteur flamand 

de l’aide sociale et des soins de santé; 




du 16 avril 2012, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission 

paritaire pour le secteur flamand de l’aide sociale et des soins de santé, 

modifiant la convention collective de travail du 16 octobre 2007 

instituant un fonds de sécurité d’existence dénommé ″Sectoraal Fonds 

Sociale Maribel voor de Vlaamse welzijnsen gezondheidssector″ et 

fixant ses statuts. 




ALBERT 

Par le Roi : 




* 

HOOFDSTUK IV. — Bijzondere bepaling 

Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst trekt de collectieve 

arbeidsovereenkomst van 3 mei 2012 in, gesloten in het Paritair Comité 

voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, tot wijziging van de collectieve 

arbeidsovereenkomst van 17 november 1993 betreffende de sociale 

vrede, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds (overeenkomst 

geregistreerd op 21 januari 1994 onder het nummer 

34814/CO/326). 

HOOFDSTUK V. — Geldigheidsduur 

Art. 5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met 

ingang van 1 januari 2012 en heeft dezelfde geldigheidsduur en 

opzeggingsmodaliteiten als deze die ze wijzigt. 


3 april 2013. 





[2013/201492] 


wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 

2012, gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijnsen 

gezondheidssector, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst 

van 16 oktober 2007 tot oprichting van een fonds voor 

bestaanszekerheid genaamd ″Sectoraal Fonds Sociale Maribel voor 

de Vlaamse welzijnsen gezondheidssector″ en vaststelling van 

zijn statuten (1) 



Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor 

bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; 



artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de Vlaamse 

welzijnsen gezondheidssector; 




overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2012, 

gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijnsen gezondheidssector, 


16 oktober 2007 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid 

genaamd ″Sectoraal Fonds Sociale Maribel voor de Vlaamse welzijnsen 

gezondheidssector″ en vaststelling van zijn statuten. 




ALBERT 




26619


Note 


Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du7février 1958. 


Annexe 

Commission paritaire pour le secteur flamand 

de l’aide sociale et des soins de santé 

Convention collective de travail du 16 avril 2012 

Modification de la convention collective de travail du 16 octobre 2007 

instituant un fonds de sécurité d’existence dénommé ″Sectoraal 

Fonds Sociale Maribel voor de Vlaamse welzijnsen gezondheidssector″ 

et fixant ses statuts (Convention enregistrée le 23 juillet 2012 


Article 1 er .Laprésente convention collective de travail est applicable 

à tous les employeurs et travailleurs ressortissant à la Commission 

paritaire pour le secteur flamand de l’aide sociale et des soins de santé. 

Par ″travailleurs″, on entend : le personnel ouvrier et employé 


Art. 2. L’article 2 de la convention collective de travail du 16 octobre 

2007 instituant un fonds de sécurité d’existence dénommé ″Sectoraal 

Fonds Sociale Maribel voor de Vlaamse welzijnsen gezondheidssector″ 

et fixant ses statuts (enregistrée sous le numéro 85880/CO/331, 

arrêté royal du 12 juin 2008, Moniteur belge du 3 septembre 2008) est 

remplacé par ce qui suit : 

″Art. 2. La présente convention collective de travail s’applique aux 

employeurs et aux travailleurs du secteur flamand de l’aide sociale et 

des soins de santé. 

Par ″employeurs″, on entend : les employeurs exerçant leur activité 

principale dans une ou plusieurs activitésdécrites à l’article 1 er ,1 o , o) de 

l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures visant à promouvoir 

l’emploi dans le secteur non-marchand. 

Par ″travailleurs″, on entend : le personnel ouvrier et employé 

masculin et féminin.″. 

Art. 3. La présente convention collective de travail entre en vigueur 

le 1 er janvier 2012 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut 

être dénoncée par chacune des parties, moyennant un délai de préavis 

de six mois, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au 

président de la Commission paritaire pour le secteur flamand de l’aide 

sociale et des soins de santé. 






[2013/201817] 


collective de travail du 3 juillet 2012, conclue au sein de la 

Commission paritaire des établissements et services d’éducation et 

d’hébergement, modifiant la convention collective de travail du 

29 novembre 2006 portant des mesures visant à promouvoir 

l’emploi dans le secteur des établissements et services d’éducation 

et d’hébergement (Maribel social) (1) 





* 

Nota 


Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. 


Bijlage 

Paritair Comité voor de Vlaamse welzijnsen 

gezondheidssector 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2012 

Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 

tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd 


gezondheidssector″ en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst 

geregistreerd op 23 juli 2012 onder het nummer 110309/CO/331) 


op alle werkgevers en alle werknemers die ressorteren onder het 

Paritair Comité voor de Vlaamse welzijnsen gezondheidssector. 



Art. 2. Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 

2007 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd 


gezondheidssector″ en vaststelling van zijn statuten (geregistreerd 

onder het nummer 85880/CO/331, koninklijk besluit van 12 juni 2008, 

Belgisch Staatsblad van 3 september 2008) wordt vervangen als volgt : 

″Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op 

de werkgevers en op de werknemers van de Vlaamse welzijnsen 

gezondheidssector. 

Onder ″werkgevers″ wordt verstaan : de werkgevers die hun voornaamste 

activiteit uitoefenen in één of meerdere activiteiten omschreven 

in artikel 1, 1 o , o) van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 

houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de 

tewerkstelling in de non-profit sector. 

Onder ″werknemers″ wordt verstaan : het mannelijk en het vrouwelijk 

werklieden- en bediendepersoneel.″. 


1 januari 2012 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden 

opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes 

maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de 

voorzitter van het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijnsen 

gezondheidssector. 


3 april 2013. 





[2013/201817] 


wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2012, 

gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen 

en -diensten, tot wijziging van de collectieve 

arbeidsovereenkomst van 29 november 2006 houdende maatregelen 

met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de 

sector van de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen en -diensten 

(Sociale Maribel) (1) 





artikel 28;

Vu la demande de la Commission paritaire des établissements et 

services d’éducation et d’hébergement; 




du 3 juillet 2012, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission 


modifiant la convention collective de travail du 29 novembre 2006 



social). 




ALBERT 

Par le Roi : 



Note 



Annexe 

Commission paritaire des établissements et 

services d’éducation et d’hébergement 

Convention collective de travail du 3 juillet 2012 




social) (Convention enregistrée le 6 août 2012 sous le 

numéro 110537/CO/319) 


aux employeurs et aux travailleurs ressortissant à la Commission 


et qui sont agréés et/ou subventionnés par : 

- la Commission communautaire commune de la Région de Bruxelles- 

Capitale; 

- l’autorité fédérale belge, en tant que Croix-Rouge de Belgique, 

établissement d’intérêt public, pour autant que les travailleurs soient 

actifs dans les centres d’accueil pour demandeurs d’asile, les centres 

d’accueil d’urgence, les centres d’accueil d’hiver ou encadrent ces 

activités. 

Art. 2. Par ″travailleurs″ on entend : le personnel ouvrier et employé 


Art. 3. L’article 2 de la convention collective de travail portant des 

mesures visant à promouvoir l’emploi dans le secteur des établissements 

et services d’éducation et d’hébergement (Maribel social) du 

29 novembre 2006, conclue au sein de la Commission paritaire des 

établissements et services d’éducation et d’hébergement, enregistrée 

sous le numéro 81583/CO/319, rendue obligatoire par arrêté royal du 

2 juin 2008 (Moniteur belge du 16 septembre 2008), est modifié comme 

suit : 


Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedingsen 

huisvestingsinrichtingen en -diensten; 




overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2012, gesloten 

in het Paritair Comité voor de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen 

en -diensten, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 

29 november 2006 houdende maatregelen met het oog op de bevordering 

van de tewerkstelling in de sector van de opvoedingsen 

huisvestingsinrichtingen en -diensten (Sociale Maribel). 




ALBERT 




Nota 



Bijlage 

Paritair Comité voor de opvoedingsen 

huisvestingsinrichtingen en -diensten 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2012 

26621 


2006 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van 

de tewerkstelling in de sector van de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen 

en -diensten (Sociale Maribel) (Overeenkomst geregistreerd 

op 6 augustus 2012 onder het nummer 110537/CO/319) 


op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het 

Paritair Comité voor de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen en 

-diensten, en die erkend en/of gesubsidieerd zijn : 

- door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het 

Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 

- door de Belgische federale overheid als Belgische Rode Kruis, 

instelling van openbaar nut, voor zover de werknemers werkzaam zijn 

in de opvangcentra voor asielzoekers, de noodopvangcentra, de centra 

voor winteropvang of deze activiteiten omkaderen. 

Art. 2. Onder ″werknemers″ wordt verstaan : het vrouwelijk en 

mannelijk werklieden- en bediendepersoneel. 

Art. 3. Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst houdende 

maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de 

sector van de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen en -diensten 

(Sociale Maribel), op 29 november 2006 gesloten in het Paritair Comité 

voor de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen en -diensten, geregistreerd 

onder nummer 81583/CO/319, algemeen verbindend verklaard 

bij koninklijk besluit van 2 juni 2008 (Belgisch Staatsblad van 16 september 

2008), wordt gewijzigd als volgt :


″La présente convention collective de travail s’applique aux 

employeurs et aux travailleurs ressortissant à la Commission paritaire 

des établissements et services d’éducation et d’hébergement, et qui sont 

agréés et/ou subventionnés par : 

- la Commission communautaire commune de la Région de Bruxelles- 

Capitale; 

- l’autorité fédérale belge, en tant que Croix-Rouge de Belgique, 

établissement d’intérêt public, pour autant que les travailleurs soient 

actifs dans les centres d’accueil pour demandeurs d’asile, les centres 

d’accueil d’urgence, les centres d’accueil d’hiver ou encadrent ces 

activités.″. 

Art. 4. L’article 3, § 5 de la convention collective de travail portant 

des mesures visant à promouvoir l’emploi dans le secteur des 


social) du 29 novembre 2006, conclue au sein de la Commission 


enregistrée sous le numéro 81583/CO/319, rendue obligatoire par 

arrêté royal du 2 juin 2008 (Moniteur belge du 16 septembre 2008), est 

modifié comme suit : 

″Par ″ministres compétents″, on entend : le ministre fédéral de 

l’Emploi, le ministre fédéral des Affaires sociales et de la Santé 

publique, les ministres de la Région de Bruxelles-Capitale compétents 

pour les établissements et services ressortissant à la Commission 

paritaire des établissements et services d’éducation et d’hébergement et 

qui sont agréés et/ou subventionnés par la Commission communautaire 

commune de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que le ministre 

fédéral en charge de l’asile, de l’immigration et de l’intégration 

sociale.″. 

Art. 5. L’article 3, § 7 de la convention collective de travail portant 

des mesures visant à promouvoir l’emploi dans le secteur des 


social) du 29 novembre 2006, conclue au sein de la Commission 


enregistrée sous le numéro 81583/CO/319, rendue obligatoire par 

arrêté royal du 2 juin 2008 (Moniteur belge du 16 septembre 2008), est 

modifié comme suit : 

″Par ″Fonds Maribel″ on entend : le ″Fonds Maribel social pour les 

établissements et les services agréés et/ou subventionnés par la 

Commission communautaire commune de la Région de Bruxelles- 

Capitale ou par l’autorité fédérale belge, en tant que Croix-Rouge de 

Belgique, établissement d’intérêt public, pour autant que les travailleurs 

soient actifs dans les centres d’accueil pour demandeurs 

d’asile, les centres d’accueil d’urgence, les centres d’accueil d’hiver ou 

encadrent ces activités et ressortissent à la Commission paritaire des 

établissements et services d’éducation et d’hébergement.″. 

Art. 6. La présente convention entre en vigueur en date du 

1 er juillet 2012. 

Elle est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être 

dénoncée par chacune des parties moyennant un délai de préavis de 

trois mois, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au 

président de la Commission paritaire des établissements et services 

d’éducation et d’hébergement. 




″Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de 

werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair 

Comité voor de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen en -diensten, 

en die erkend en/of gesubsidieerd zijn : 

- door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het 

Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 

- door de Belgische federale overheid als Belgische Rode Kruis, 

instelling van openbaar nut, voor zover de werknemers werkzaam zijn 

in de opvangcentra voor asielzoekers, de noodopvangcentra, de centra 

voor winteropvang of deze activiteiten omkaderen.″. 

Art. 4. Artikel 3, § 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst houdende 

maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling 

in de sector van de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen en 

-diensten (Sociale Maribel), op 29 november 2006 gesloten in het 


-diensten, geregistreerd onder nummer 81583/CO/319, algemeen 

verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 2 juni 2008 (Belgisch 

Staatsblad van 16 september 2008), wordt gewijzigd als volgt : 

″Onder ″bevoegde ministers″ wordt verstaan : de Federale minister 

van Werk, de Federale minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, 

de ministers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor de 

instellingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor 

de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen en -diensten en die erkend 

en/of gesubsidieerd zijn door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie 

van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en de Federale 

minister of staatssecretaris bevoegd voor asiel, immigratie en maatschappelijke 

integratie.″. 

Art. 5. Artikel 3, § 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst houdende 

maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling 

in de sector van de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen en 

-diensten (Sociale Maribel), op 29 november 2006 gesloten in het 


-diensten, geregistreerd onder nummer 81583/CO/319, algemeen 

verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 2 juni 2008 (Belgisch 

Staatsblad van 16 september 2008), wordt gewijzigd als volgt : 

″Onder ″Maribelfonds″ wordt verstaan : het ″Fonds Sociale Maribel 

voor de instellingen en diensten erkend en/of gesubsidieerd door de 

Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk 

Gewest of door de Belgische federale overheid als Belgische 

Rode Kruis, instelling van openbaar nut, voor zover de werknemers 

werkzaam zijn in de opvangcentra voor asielzoekers, de noodopvangcentra, 

de centra voor winteropvang of deze activiteiten omkaderen, en 

die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedingsen 

huisvestingsinrichtingen en -diensten.″. 


1 juli 2012. 

Zij is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door 

elk van de partijen, met een opzegtermijn van drie maanden, gericht bij 

een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair 

Comité voor de opvoedingsen huisvestingsinrichtingen en -diensten. 


3 april 2013. 


Mevr. M. DE CONINCK



[2012/200257] 



Commission paritaire de l’industrie de l’habillement et de la 

confection, contenant l’accord de paix sociale 2011-2012 (1) 



Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de 

travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28; 

Vu la demande de la Commission paritaire de l’industrie de 

l’habillement et de la confection; 



Article 1 er . Est rendue obligatoire la convention collective de 

travail du 19 mai 2011, reprise en annexe, conclue au sein de la 

Commission paritaire de l’industrie de l’habillement et de la confection, 

contenant l’accord de paix sociale 2011-2012. 




ALBERT 

Par le Roi : 



Note 



Annexe 

Commission paritaire 

de l’industrie de l’habillement et de la confection 

Convention collective de travail du 19 mai 2011 

Accord de paix sociale 2011-2012 

(Convention enregistrée le 16 juin 2011 




aux employeurs des entreprises ressortissant à la compétence de la 

Commission paritaire de l’industrie de l’habillement et de la confection 

et aux ouvriers et ouvrières qu’ils occupent. 

CHAPITRE II. — Durée 

Art. 2. La présente convention collective de travail est applicable 

du 1 er janvier 2011 au 31 décembre 2012 inclus, excepté les articles 13 

et 14 - qui s’appliquent jusqu’au 30 juin 2013 - et contient les nouveaux 

accords valables durant cette période. 

CHAPITRE III. — Conditions de travail 

Art. 3. § 1 er . A dater du 1 er avril 2012, l’intervention de l’employeur 

dans le chèque-repas est augmentée de 0,50 EUR. Par conséquent, 

à partir du 1 er avril 2012, le chèque-repas minimal a une valeur 

nominale de 2,80 EUR par chèque-repas, où l’intervention de l’employeur 

s’élève à 1,71 EUR et l’intervention du travailleur à 1,09 EUR. 

Dans les entreprises où l’augmentation de 0,50 EUR précitée ne peut 

pas être octroyée ou pas entièrement sous forme de chèques-repas 

le 1 er avril 2012, un avantage équivalent doit être octroyé pour le 

solde restant à dater du 1 er avril 2012. 

§ 2. Dans les entreprises de fabrication, traitement, réparation, 

entretien, location, placement de tentes ou qui en font le commerce et 

qui n’octroient pas encore de chèques-repas, l’augmentation de 0,30 EUR 

le 1 er avril 2010 devait être remplacée par un avantage équivalent. Ce 




[2012/200257] 



gesloten in het Paritair Comité voor het kledingen confectiebedrijf, 

houdende akkoord van sociale vrede 2011-2012 (1) 





artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kledingen 

confectiebedrijf; 




overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011, gesloten 

in het Paritair Comité voor het kledingen confectiebedrijf, 

houdende akkoord van sociale vrede 2011-2012. 




ALBERT 




26623 

Nota 



Bijlage 

Paritair Comité 

voor het kledingen confectiebedrijf 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 

Akkoord van sociale vrede 2011-2012 

(Overeenkomst geregistreerd op 16 juni 2011 




op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de 

bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kledingen confectiebedrijf 

en op de arbeid(st)ers die zij tewerkstellen. 

HOOFDSTUK II. — Duur 

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing 

vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012, behalve de 

artikelen 13 en 14 - die van toepassing zijn tot 30 juni 2013 - en bevat de 

afspraken geldend gedurende deze periode. 

HOOFDSTUK III. — Arbeidsvoorwaarden 

Art. 3. § 1. Met ingang van 1 april 2012 wordt het bedrag van de 

werkgeverstussenkomst in de maaltijdcheque verhoogd met 0,50 EUR. 

Vanaf 1 april 2012 heeft derhalve de minimale maaltijdcheque een 

nominale waarde van 2,80 EUR per maaltijdcheque, waarbij de 

tussenkomst van de werkgever 1,71 EUR bedraagt en de tussenkomst 

van de werknemer 1,09 EUR bedraagt. 

In de ondernemingen waar de hiervoor bedoelde verhoging met 

0,50 EUR op 1 april 2012 niet of niet volledig onder de vorm van 

maaltijdcheques kan worden toegekend, dient voor het resterende 

saldo met ingang van 1 april 2012 een gelijkwaardig voordeel te 

worden toegekend. 

§ 2. In de ondernemingen die tenten vervaardigen, behandelen, 

herstellen, onderhouden, verhuren, plaatsen of er handel in drijven en 

die nog geen maaltijdcheques toekennen, diende de verhoging met 

0,30 EUR op 1 april 2010 te worden vervangen door een gelijkwaardig


système peut être poursuivi, à savoir que dans ce cas, un avantage 

supplémentaire doit également être octroyé le 1 er avril 2012, avantage 

qui est équivalent à l’augmentation de 0,50 EUR du chèque-repas, visée 

au § 1 er de cet article. 

§ 3. Les avantages équivalents, octroyés dans le cadre du système 

sectoriel des chèques-repas et tels que visés dans les conventions 

collectives de travail précédentes à ce sujet, doivent continuer d’être 

octroyés. 

CHAPITRE IV. — Prépension conventionnelle 

1. Prépension à temps plein 

Art. 4. Le régime de la prépension conventionnelle à temps plein 

à partir de 58 ans, instauré àl’époque par la convention collective de 

travail du 8 avril 1981, rendue obligatoire par arrêté royal du 

21 septembre 1981 et prolongée par la suite pour la dernière fois par 

la convention collective de travail du 7 avril 2011, sera poursuivi durant 

la période du 1 er juillet 2011 au 31 décembre 2012, conformément aux 

conditions fixées dans la convention collective de travail spécifique 

concernant la prépension conventionnelle à temps plein pour la période 

du 1 er juillet 2011 au 31 décembre 2012. 

La convention collective de travail du 28 février 2008 concernant la 

prépension à partir de 60 ans est poursuivie durant la période du 

1 er juillet 2011 au 31 décembre 2012, conformément aux conditions 

fixées dans la convention collective de travail spécifique concernant 

la prépension conventionnelle à temps plein pour la période du 

1 er juillet 2011 au 31 décembre 2012. 

Art. 5. Le régime de la prépension conventionnelle à temps plein à 

partir de 56 ans après 40 ans d’ancienneté, instauré par la convention 

collective de travail du 24 janvier 2008, instaurant un régime de 

prépension conventionnelle à partir de 56 ans après 40 ans d’ancienneté, 

est poursuivi durant la période du 1 er janvier 2011 au 31 décembre 

2012, conformément aux conditions fixées dans la convention 

collective de travail spécifique instaurant un régime de prépension 

conventionnelle à partir de 56 ans après 40 ans d’ancienneté pour la 

période du 1 er janvier 2011 au 31 décembre 2012. 

Art. 6. Le régime de la prépension conventionnelle à temps plein en 

faveur de certains ouvriers et ouvrières âgé(e)s avec prestations 

nocturnes en cas de licenciement, instauré par la convention collective 

de travail du 24 janvier 2008 instaurant un régime d’allocation 

complémentaire en faveur de certains ouvriers et ouvrières âgé(e)s 

avec prestations nocturnes en cas de licenciement sera poursuivi durant 

la période du 1 er janvier 2011 au 31 décembre 2012, conformément aux 

conditions fixées dans la convention collective de travail spécifique, 

instaurant un régime d’allocation complémentaire en faveur de certains 

ouvriers et ouvrières âgé(e)s avec prestations nocturnes en cas de 

licenciement pour la période du 1 er janvier 2011 au 31 décembre 2012. 

2. Prépension à mi-temps 

Art. 7. La convention collective de travail du 24 janvier 2008 

concernant la prépension à mi-temps sera prolongée durant la période 

du 1 er janvier 2011 au 31 décembre 2012. 

CHAPITRE V. — Emploi 

Art. 8. Au sein du secteur, la problématique de l’emploi doit être 

suivie d’une façon continue. La commission paritaire demande aux 

entreprises de se concerter sur une base permanente, au sein des 

organes de concertation existants, sur l’évolution de l’emploi et ses 

perspectives. Dans cette concertation, il faut prévoir une place pour 

une politique d’emploi et d’organisation du travail axée vers le futur. 

Moyennant accord au niveau de l’entreprise, les délégués des travailleurs 

peuvent se faire assister par des experts. 

CHAPITRE VI. — Formation et emploi 

Art. 9. La convention collective de travail du 29 novembre 2007 

concernant la formation et l’emploi est prolongée jusqu’au 31 décembre 

2012 et adaptée pour l’harmoniser aux objectifs, visés à l’article 24 

de la loi du 17 mai 2007 contenant l’exécution de l’accord interprofessionnel 

pour la période 2007-2008. 

Au sein de l’Institut pour la Recherche et l’Enseignement dans la 

Confection (IREC), les mesures nécessaires pour réaliser une augmentation 

annuelle du degré de participation à la formation d’au moins 

5 p.c. seront discutées. 

CHAPITRE VII. — Sécurité de l’emploi 

Art. 10. La convention collective de travail du 13 mai 1997 existante 

concernant la sécurité de l’emploi, l’introduction de technologies 

nouvelles et l’emploi, rendue obligatoire par arrêté royal du 11 octobre 

1999, continue d’être applicable. 

voordeel. Dit stelsel kan worden verder gezet, met dien verstande dat 

in dat geval op 1 april 2012 eveneens een bijkomend voordeel dient te 

worden toegekend dat gelijkwaardig is aan de verhoging van de 

maaltijdcheques 

§ 3. De gelijkwaardige voordelen, toegekend in verband met het 

sectorale stelsel van maaltijdcheques en zoals bedoeld in de voorgaande 

collectieve arbeidsovereenkomsten in dat verband, dienen 

verder te worden toegekend. 

HOOFDSTUK IV. — Conventioneel brugpensioen 

1. Voltijds brugpensioen 

Art. 4. Het stelsel van het voltijds conventioneel brugpensioen vanaf 

58 jaar, destijds ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 

8 april 1981, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 

21 september 1981 en sedertdien verder gezet, laatst bij collectieve 

arbeidsovereenkomst van 7 april 2011, wordt verder gezet gedurende 

de periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2012 volgens de voorwaarden 

bepaald in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende 

het conventioneel voltijds brugpensioen voor de periode van 

1 juli 2011 tot 31 december 2012. 

De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2008 betreffende 

het brugpensioen vanaf 60 jaar wordt verder gezet gedurende de 

periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2012 volgens de voorwaarden 

bepaald in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende 

het conventioneel voltijds brugpensioen voor de periode van 1 juli 2011 

tot 31 december 2012. 

Art. 5. Het stelsel van het voltijds conventioneel brugpensioen vanaf 

56 jaar na 40 jaar beroepsverleden, ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst 

van 24 januari 2008, tot invoering van een regeling van 

conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden 

wordt verder gezet gedurende de periode van 1 januari 2011 tot 

31 december 2012 volgens de voorwaarden bepaald in de specifieke 

collectieve arbeidsovereenkomst tot invoering van een regeling van 

conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden 

voor de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012. 

Art. 6. Het stelsel van het voltijds conventioneel brugpensioen ten 

guste van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties indien zij 

worden ontslagen, ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 

24 januari 2008 tot invoering van een regeling van aanvullende 

vergoeding ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties 

indien zij worden ontslagen wordt verder gezet gedurende 

de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012 volgens de 

voorwaarden bepaald in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst, 

tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste 

van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties indien zij 

worden ontslagen voor de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 

2012. 

2. Halftijds brugpensioen 

Art. 7. De collectieve arbeidsovereenkomst van 24 januari 2008 

betreffende het halftijds brugpensioen wordt verder gezet gedurende 

de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012. 

HOOFDSTUK V. — Werkgelegenheid 

Art. 8. Binnen de sector moet blijvende aandacht gaan naar de 

tewerkstelling. Het paritair comité vraagt de ondernemingen op een 

permanente basis, binnen de bestaande overlegorganen, overleg te 

plegen over de tewerkstellingsevolutie en vooruitzichten. In dit overleg 

dient plaats te zijn voor een toekomstgericht personeelsbeleid en de 

toekomstige arbeidsorganisatie. Mits akkoord op het vlak van de 

onderneming kunnen werknemersafgevaardigden zich laten bijstaan 

door deskundigen. 

HOOFDSTUK VI. — Vorming en tewerkstelling 

Art. 9. De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2007 

betreffende vorming en tewerkstelling wordt voortgezet tot 31 december 

2012 en aangepast om deze in overeenstemming te brengen met de 

doelstellingen, bedoeld in artikel 24 van de wet van 17 mei 2007 

houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de 

periode 2007-2008. 

In de schoot van het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de 

Confectie (IVOC) zullen de maatregelen worden overlegd die nodig 

zijn om een jaarlijkse toename van de participatiegraad aan vorming en 

opleiding met minstens vijf procentpunt te realiseren. 

HOOFDDSTUK VII. — Werkzekerheid 

Art. 10. De bestaande collectieve arbeidsovereenkomst van 

13 mei 1997 betreffende de werkzekerheid, de invoering van nieuwe 

technologieën en de tewerkstelling, algemeen verbindend verklaard bij 

koninklijk besluit van 11 oktober 1999, blijft verder van toepassing.

Les parties signataires conviennent que la procédure telle que fixée à 

l’article 12 de la convention collective de travail précitée soit adaptée à 

une procédure où la commission paritaire se prononce sur les dossiers 

de réclamations. Un doublement de la sanction pour l’employeur sera 

prévu en cas de répétition de la même infraction par le même 

employeur. 

CHAPITRE VIII. — Application sectorielle 

de la convention collective de travail n o 77bis et ter 

Art. 11. La convention collective de travail du 28 février 2008 

concernant le crédit-temps est poursuivie durant la période du 

1 er janvier 2011 au 31 décembre 2012. 

CHAPITRE IX. — Fonds social de garantie 

Art. 12. L’article 3, 3 o ,7 o ,8 o et 9 o des statuts du ″Fonds social de 

garantie de l’industrie de l’habillement et de la confection″, fixés par 

la convention collective de travail du 23 avril 1979, conclue au sein 

de la Commission paritaire de l’industrie de l’habillement et de la 

confection, coordonnant les statuts du ″Fonds social de garantie de 

l’industrie de l’habillement et de la confection″, rendue obligatoire par 

arrêté royal du 11 décembre 1979, modifiée pour la dernière fois par 

les conventions collectives de travail des 27 janvier 2010, 9 décembre 

2010 et 7 avril 2011, est remplacé par les dispositions suivantes : 

″3 o d’assurer le paiement de l’indemnité complémentaire dans le 

cadre de la prépension conventionnelle prévue dans la convention 

collective de travail du 19 mai 2011 concernant la prépension conventionnelle 

à partir de 58 ans, dans la convention collective de travail du 

19 mai 2011 instaurant un régime d’allocation complémentaire en 

faveur de certains ouvriers et ouvrières âgé(e)s avec prestations 

nocturnes en cas de licenciement, dans la convention collective de 

travail du 19 mai 2011 instaurant un régime d’allocation complémentaire 

en faveur de certains ouvriers et ouvrières âgé(e)s à partir de 

56 ans avec une ancienneté de 40 ans et dans la convention collective de 

travail du 19 mai 2011 concernant le prépension conventionnelle à 

partir de 60 ans, ainsi que les cotisations patronales spéciales, définies 

à la section 2.A. du chapitre VI du titre XI de la loi du 27 décembre 2006 

contenant des dispositions diverses (I), toutefois sans préjudice des 

dispositions des conventions collectives de travail concernant la 

prépension précitées, conformément à l’arrêté royal du 29 mars 2010.″. 

″7 o d’assurer le paiement de l’indemnité prévue par la convention 

collective de travail du 12 février 2002 concernant l’indemnité complémentaire 

de sécurité d’existence, modifiée par les conventions collectives 

de travail des 2 juillet 2003, 26 mai 2005 (article 17) et 7 avril 2011 

(article 18) et prolongée jusqu’au 31 décembre 2012 par la convention 

collective de travail du 19 mai 2011 contenant l’accord de paix 

sociale 2011-2012.″. 

″8 o d’assurer le paiement de l’indemnité prévue à l’article 6 de la 

convention collective de travail du 19 mai 2011 concernant la formation 

et l’emploi.″. 

″9 o d’assurer le paiement de la cotisation payée conformément à 

l’article 14, § 3 des présents statuts, en vue du financement de l’Institut 

pour la Recherche et l’Enseignement dans la Confection et en exécution 

de la convention collective de travail du 19 mai 2011 concernant la 

formation et l’emploi.″. 

Dans ce même article 3, un nouveau point 12 o est ajouté, libellé 

comme suit : 

″12 o d’assurer le paiement d’un supplément en cas de chômage 

temporaire, tel que visé àl’article 9 de la loi du 12 avril 2011 modifiant 

la loi du 1 er février 2011 portant la prolongation des mesures de crise 

et l’exécution de l’accord interprofessionnel, et exécutant le compromis 

du gouvernement relatif au projet d’accord interprofessionnel, conformément 

à une convention collective de travail sectorielle à ce sujet, à 

rendre obligatoire par arrêté royal.″. 

Art. 13. L’article 14 des statuts du fonds social de garantie, fixés 

par la convention collective de travail du 23 avril 1979 et rendus 

obligatoires par arrêté royal du 11 décembre 1979, est modifié comme 

suit : 

″§ 1 er . Le fonds dispose des cotisations dues par les employeurs, 

visées à l’article 15 des présents statuts. 

§ 2. En exécution de l’article 3, 6 o des présents statuts, le fonds verse 

au ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie de l’habillement et de 

la confection″, immédiatement après laréception des cotisations visées 

au § 1 er du présent article, un montant fixé comme suit : 

-du1 er janvier 2002 au 30 juin 2013 : 0,29 p.c. des cotisations visées 

au § 1 er du présent article. 


26625 

De ondertekenende partijen komen overeen dat de procedure zoals 

vastgelegd in artikel 12 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst 

wordt aangepast naar een procedure waarbij het paritair comité 

uitspraak doet over de klachtendossiers. Een verdubbeling van de 

sanctie voor de werkgever zal worden voorzien in geval van herhaling 

van dezelfde inbreuk door dezelfde werkgever. 

HOOFDSTUK VIII. — Sectorale toepassing 

van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis en ter 

Art. 11. De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2008 

betreffende het tijdskrediet wordt verder gezet gedurende de periode 

van 1 januari 2011 tot 31 december 2012. 

HOOFDSTUK IX. — Sociaal waarborgfonds 

Art. 12. Artikel 3, 3 o ,7 o ,8 o en 9 o van de statuten van het ″Sociaal 

Waarborgfonds voor de kledingen confectienijverheid″, vastgesteld bij 

de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in het 

Paritair Comité van het kledingen confectiebedrijf, houdende coördinatie 

van de statuten van het ″Sociaal Waarborgfonds voor de kledingen 

confectienijverheid″, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk 

besluit van 11 december 1979, laatst gewijzigd door de collectieve 

arbeidsovereenkomsten van 27 januari 2010, 9 december 2010 en 

7 april 2011 wordt respectievelijk vervangen door de volgende 

bepalingen : 

″3 o het verrichten van de betaling van de aanvullende vergoeding in 

het kader van het conventioneel brugpensioen voorzien in de collectieve 

arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 betreffende het conventioneel 

brugpensioen vanaf 58 jaar, in de collectieve arbeidsovereenkomst 

van 19 mei 2011 tot invoering van een regeling van aanvullende 

vergoeding ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties 

indien zij worden ontslagen, in de collectieve arbeidsovereenkomst 

van 19 mei 2011 tot invoering van een regeling van 

aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers 

vanaf 56 jaar met een loopbaan van 40 jaar en in de collectieve 

arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 betreffende het conventioneel 

brugpensioen vanaf 60 jaar, evenals de bijzondere werkgeversbijdragen 

bedoeld in afdeling 2.A. van hoofdstuk VI van titel XI van de wet van 

27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), evenwel onverminderd 

de bepalingen op dit stuk van de hier genoemde collectieve 

arbeidsovereenkomsten betreffende brugpensioen, in overeenstemming 

met het koninklijk besluit van 29 maart 2010.″. 

″7 o het uitkeren van de vergoeding, voorzien bij collectieve arbeidsovereenkomst 

van 12 februari 2002 betreffende een bijkomende uitkering 

voor bestaanszekerheid, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten 

van 2 juli 2003, van 26 mei 2005 (artikel 17) en van 

7 april 2011 (artikel 18) en verlengd tot 31 december 2012 bij de 

collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 houdende akkoord 

van sociale vrede 2011-2012.″. 

″8 o het uitkeren van de vergoeding, voorzien bij artikel 6 van de 

collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 betreffende vorming 

en tewerkstelling.″. 

″9 o de uitkering van de bijdrage betaald overeenkomstig artikel 14, 

§ 3 van deze statuten, ter financiering van het Instituut voor Vorming en 

Onderzoek in de Confectie en ter uitvoering van de collectieve 

arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 betreffende vorming en tewerkstelling.″. 

In hetzelfde artikel 3 wordt een nieuw punt 12 o toegevoegd als volgt : 

″12 o de uitkering van een toeslag bij tijdelijke werkloosheid zoals 

bedoeld in artikel 9 van de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing 

van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen 

en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot 

uitvoering van het compromis van de regering met betrekking tot het 

interprofessioneel akkoord, overeenkomstig een door de Koning algemeen 

verbindend te verklaren sectorale collectieve arbeidsovereenkomst 

over dit onderwerp.″. 

Art. 13. Artikel 14 van de statuten van het sociaal waarborgfonds, 

bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979 en 

algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 

1979, wordt gewijzigd als volgt : 

″§ 1. Het fonds beschikt over de door de werkgevers verschuldigde 

bijdragen, bedoeld in artikel 15 van deze statuten. 

§ 2. Ter uitvoering van artikel 3, 6 o van deze statuten maakt het fonds, 

onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel bedoelde 

bijdragen, aan het ″Fonds voor bestaanszekerheid voor het kledingen 

confectiebedrijf″ een als volgt vastgesteld bedrag over : 

- van 1 januari 2002 tot 30 juni 2013 : 0,29 pct. van de in § 1 van dit 

artikel bedoelde bijdragen.


§ 3. En exécution de l’article 3, 9 o des statuts précités, le fonds verse 

à l’Institut pour la Recherche et l’Enseignement dans la Confection 

(IREC), immédiatement après la perception des cotisations visées au 

§ 1 er du présent article, un montant fixé comme suit : 

-du1 er janvier 2002 au 30 juin 2013 : 8,82 p.c. des cotisations visées 

au § 1 er du présent article.″. 

Art. 14. L’article 15 des statuts du fonds social de garantie, fixés 

par convention collective de travail du 23 avril 1979 et rendus 

obligatoires par arrêté royal du 11 décembre 1979, est modifié comme 

suit : 

″Du 1 er janvier 2002 au 30 juin 2013, les cotisations patronales seront 

fixées à 3,4 p.c. des salaires bruts des ouvriers et ouvrières.″. 

Art. 15. L’allocation sociale complémentaire, visée à l’article 2 de 

la convention collective de travail du 22 juin 2001 qui est octroyée 

conformément à l’article 7 des statuts du ″Fonds social de garantie de 

l’industrie de l’habillement et de la confection″, est fixée pour les 

années 2011 et 2012 à : 

- 37,18 EUR pour les ayants droit mentionnés à l’article 6.6 et 6.7 

desdits statuts; 

- 135 EUR pour les autres ayants droit. 

L’allocation complémentaire de chômage, visée dans ce même 

article 2 de la convention collective de travail du 22 juin 2001 fixant 

le montant de l’allocation sociale complémentaire, est fixée au prorata 

pour la période du 1 er avril 2011 au 31 décembre 2011 par rapport à 

la période du 1 er avril 2009 au 31 mars 2010. Par conséquent, pour les 

trois trimestres 2011 cités, le nombre de jours de chômage temporaire 

requis est fixé à7 jours et le montant de l’allocation complémentaire 

de chômage à 60 EUR. A partir du 1 er janvier 2012, cette allocation 

complémentaire de chômage sera transformée en un système décrit 

à l’article suivant. 

Art. 16. A partir du 1 er 

janvier 2012, les ouvriers et ouvrières 

pourront prétendre à un supplément par jour de chômage temporaire, 

tel que visé àl’article 9 de la loi du 12 avril 2011 modifiant la loi 

du 1 er février 2011 portant la prolongation des mesures de crise et 

l’exécution de l’accord interprofessionnel, et exécutant le compromis 

du gouvernement relatif au projet d’accord interprofessionnel, qui 

insère un nouveau § 8 à l’article 51 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux 

contrats de travail. 

Le supplément, visé dans la loi précitée, sera pris en charge 

partiellement par le ″Fonds social de garantie de l’industrie de 

l’habillement et de la confection″, notamment comme suit : 

- les 35 premiers jours de chômage temporaire par année civile : 

3 EUR par jour; 

- les 10 jours suivants de chômage temporaire par année civile : 

2 EUR par jour. 

Ainsi, les ouvriers et ouvrières pourront faire appel aux indemnités 

journalières visées ci-avant, sans préjudice aux dispositions légales 

précitées qui prévoient un supplément minimum pour tous les jours 

de chômage temporaire dans le sens de la loi précitée. Ceci signifie 

que les montants et les jours non cités dans cet article seront pris en 

charge par l’employeur. 

Les modalités nécessaires à l’exécution de cet article seront fixées 

dans une nouvelle convention collective de travail. 

Art. 17. Dans le cadre de la gestion du ″Fonds social de garantie de 

l’industrie de l’habillement et de la confection″, les deux accords 

suivants seront réglés administrativement : 

- la franchise, prévue dans la police sectorielle ″assurance hospitalisation″ 

sera prise en charge par le fonds social de garantie; 

- pour la fixation de la compensation de la perte de salaire aux 

employeurs, visée à l’article 9 de la convention collective de travail 

du 26 mai 1997 concernant la formation et l’information sociale, le 

salaire brut est multiplié par le coefficient 1,75 pour les charges 

patronales. 

Art. 18. Les parties signataires s’engagent à procéder à une évaluation 

à long terme en 2011 et 2012 afin de maintenir l’équilibre financier 

du ″Fonds social de garantie de l’industrie de l’habillement et de la 

confection″, tenant compte des engagements à long terme et éventuellement 

à prendre les mesures nécessaires pour conserver cet équilibre 

financier. L’utilisation actuelle de ces moyens sera également discutée 

et un réaménagement sera étudié dans le cadre d’une répartition 

équilibrée de ces moyens. 

§ 3. Ter uitvoering van artikel 3, 9 o , van deze statuten maakt het 

fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel bedoelde 

bijdragen, aan het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie 

(IVOC) een als volgt vastgesteld bedrag over : 

- van 1 januari 2002 tot 30 juni 2013 : 8,82 pct. van de in § 1 van dit 

artikel bedoelde bijdragen.″. 

Art. 14. Artikel 15 van de statuten van het sociaal waarborgfonds, 

bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979 en 


1979, wordt gewijzigd als volgt : 

″Van 1 januari 2002 tot 30 juni 2013 worden de werkgeversbijdragen 

bepaald op 3,4 pct. van de brutolonen van de arbeid(st)ers.″. 

Art. 15. De aanvullende sociale toelage, bedoeld in artikel 2 van de 

collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001 die overeenkomstig 

artikel 7 van de statuten van het ″Sociaal Waarborgfonds voor de 

kledingen confectienijverheid″ wordt toegekend wordt in de jaren 2011 

en 2012 vastgesteld op : 

- 37,18 EUR voor de rechthebbenden vermeld in artikel 6.6 en 6.7 van 

de genoemde statuten; 

- 135 EUR voor de overige rechthebbenden. 

De aanvullende werkloosheidsvergoeding, bedoeld in hetzelfde 

artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001 tot 

vaststelling van het bedrag van de aanvullende sociale toelage wordt 

voor de periode van 1 april 2011 tot 31 december 2011 pro rata 

vastgesteld ten opzichte van de periode van 1 april 2009 tot 31 maart 2010. 

Derhalve wordt voor de drie genoemde kwartalen van 2011 het vereiste 

aantal dagen tijdelijke werkloosheid op 7 dagen bepaald en wordt het 

bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding op 60 EUR 

bepaald. Met ingang van 1 januari 2012 wordt deze aanvullende 

werkloosheidsvergoeding omgevormd naar het stelsel, beschreven in 

het hierna volgende artikel. 

Art. 16. Met ingang van 1 januari 2012 zullen de arbeid(st)ers per 

dag tijdelijke werkloosheid, zoals bedoeld in artikel 9 van de wet van 

12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 

houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het 

interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de 

regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord, 

dat een nieuwe § 8 invoert in artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 

betreffende de arbeidsovereenkomsten, aanspraak kunnen maken op 

een supplement. 

Het supplement, bedoeld in de voornoemde wet wordt voor een deel 

ten laste gelegd van het ″Sociaal Waarborgfonds voor de kledingen 

confectienijverheid″, namelijk als volgt : 

- de eerste 35 dagen tijdelijke werkloosheid per kalenderjaar : 3 EUR 

per dag; 

- de volgende 10 dagen tijdelijke werkloosheid per kalenderjaar : 

2 EUR per dag. 

Zodoende zullen de arbeid(st)ers aanspraak kunnen maken op de 

hiervoor bedoelde dagvergoedingen, onverminderd de voornoemde 

wettelijke bepalingen die een minimum supplement voorzien voor alle 

dagen tijdelijke werkloosheid in de zin van de voornoemde wet. Dit 

betekent dat de niet in dit artikel genoemde bedragen en dagen ten 

laste zullen zijn van de individuele werkgever. 

De modaliteiten die nodig zijn voor de uitvoering van dit artikel 

zullen worden vastgesteld in een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst. 

Art. 17. Binnen het kader van het beheer van het ″Sociaal Waarborgfonds 

voor de kledingen confectienijverheid″ worden de volgende 

twee afspraken verder administratief geregeld : 

- de franchise, voorzien in de sectorale polis ″hospitalisatieverzekering″ 

zal ten laste worden genomen door het sociaal waarborgfonds; 

- voor de bepaling van de looncompensatie voor de werkgevers, 

bedoeld in artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 

26 mei 1997 betreffende de sociale vorming en voorlichting, wordt het 

brutoloon vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1,75 voor de werkgeverslasten. 

Art. 18. De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe om in 2011 

en 2012 een evaluatie op lange termijn te maken teneinde het financieel 

evenwicht van het ″Sociaal Waarborgfonds voor de kledingen 

confectienijverheid″ te behouden, rekening houdende met langlopende 

verbintenissen en desgevallend de nodige maatregelen te treffen om dit 

financieel evenwicht te behouden. Tevens zal het actuele gebruik van 

deze middelen worden besproken en een herschikking worden bestudeerd 

in het kader van een evenwichtige verdeling van deze middelen.

CHAPITRE X. — Délais de préavis 

Art. 19. La convention collective de travail du 12 février 2002 

concernant l’allocation complémentaire de sécurité d’existence est 

prolongée jusqu’au 31 décembre 2012. 

De ce fait, le secteur maintient un régime propre assurant une plus 

grande stabilité d’emploi ou de revenu par le biais d’un régime 

complémentaire de sécurité d’existence tel que visé àl’article 3 de la 

convention collective de travail n o 75 du 20 décembre 1999, conclue 

au sein du Conseil national du travail. 

Selon les dispositions de la convention collective de travail n o 75 

précitée, les partenaires sociaux déclarent expressément que les réglementations 

existantes sur la sécurité d’existence offrent un avantage 

équivalent aux délais de préavis prolongés tels que définis par la 

convention collective de travail n o 75. Les délais de préavis prolongés 

tels que définis dans la convention collective de travail n o 75 ne doivent 

par conséquent pas être appliqués au sein de la Commission paritaire 

de l’industrie de l’habillement et de la confection. 

Art. 20. A partir du 1 er 

janvier 2012, les délais de préavis de 

respectivement 28 jours et 56 jours existant dans le secteur, conformément 

à l’article 59 de la loi relative aux contrats de travail, seront 

augmentés comme suit : 

- moins de 20 ans de service sans interruption dans la même 

entreprise : 32 jours calendriers; 

- 20 ans et plus sans interruption de service dans la même entreprise : 

64 jours calendriers. 

Ces nouveaux délais de préavis minima sont applicables à partir du 

1 er janvier 2012 en cas de cessation du contrat de travail à durée 

indéterminée par l’employeur pour tous les ouvriers et ouvrières de 

la Commission paritaire de l’industrie de l’habillement et de la 

confection, donc aussi bien pour les contrats de travail qui ont débuté 

avant le 1 er janvier 2012, que ceux qui ont débuté àcette date ou après. 

Ces nouveaux délais de préavis minima ne sont toutefois pas 

applicables si le licenciement est signifié soit pour mettre fin à un 

contrat de travail au moment où l’ouvrier/ouvrière a atteint l’âge 

qui donne droit à la prépension conventionnelle, soit pour mettre fin à 

un contrat de travail au moment où le travailleur a droit à la pension 

légale. 

Ce régime est considéré comme un accord, visé àl’article 13, § 3, 

de la loi du 12 avril 2011 modifiant la loi du 1 er février 2011 portant 

la prolongation des mesures de crise et l’exécution de l’accord 

interprofessionnel, et exécutant le compromis du gouvernement relatif 

au projet d’accord interprofessionnel. 

Ce régime est considéré comme un régime propre assurant une 

plus grande stabilité d’emploi ou de revenus, tel que visé àl’article 

précédent et dans la convention collective de travail n o 75 du 20 décembre 

1999, conclue au sein du Conseil national du travail. 

Ce règlement est donc également considéré comme une proposition 

émise par la commission paritaire, tel que visé dans le dernier alinéade 

l’article 13 précité de la loi du 12 avril 2011 et signifie que les partenaires 

sociaux, représentés au sein de la Commission paritaire de l’industrie 

de l’habillement et de la confection souhaitent conserver la gestion de 

la fixation des délais de préavis applicables. 

CHAPITRE XI. — Jour de carence 

Art. 21. Pour les années 2011 et 2012, deux jours de carence par 

année civile - tels que visés à l’article 52, § 1 er , de la loi du 3 juillet 1978 

relative aux contrats de travail - sont pris en charge par l’employeur 

pour les ouvriers et ouvrières possédant au moins huit années 

d’ancienneté dans l’entreprise et lorsqu’il s’agit d’une période de 

maladie de minimum sept jours calendrier. 

CHAPITRE XII. — Congé d’ancienneté 

Art. 22. Chaque année, un jour de congé d’ancienneté payé sera 

octroyé aux ouvriers et ouvrières qui ont une ancienneté de 20 ans ou 

plus dans l’entreprise. On sous-entend par ″ancienneté″ : service 

ininterrompu auprès du même employeur. L’ancienneté éventuellement 

acquise par l’ouvrier/l’ouvrière dans une entreprise appartenant 

au même groupe d’entreprises est totalement prise en considération. 

CHAPITRE XIII. — Représentation syndicale 

Art. 23. L’article 7 de la convention collective de travail du 7 mai 1976 

concernant le statut de la délégation syndicale, modifié par les 

conventions collectives de travail des 1 er octobre 1979, 22 février 1989 et 


HOOFDSTUK X. — Opzeggingstermijnen 

26627 

Art. 19. De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2002 

betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid wordt 

verlengd tot 31 december 2012. 

Hierdoor behoudt de sector een eigen stelsel van verruimde stabiliteit 

van werkgelegenheid of inkomen via een aanvullende bestaanszekerheidsregeling 

zoals bedoeld in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst 

nr. 75 van 20 december 1999, gesloten in de Nationale 

Arbeidsraad. 

Verwijzend naar de bepalingen van de voornoemde collectieve 

arbeidsovereenkomst nr. 75 verklaren de sociale partners uitdrukkelijk 

dat de bestaande regelingen bestaanszekerheid in de sector een 

gelijkwaardig voordeel bieden als de langere opzeggingstermijn zoals 

bepaald door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75. De langere opzeggingstermijnen 

zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst 

nr. 75 moeten derhalve in het Paritair Comité voor het kledingen 

confectiebedrijf niet worden toegepast. 

Art. 20. Met ingang van 1 januari 2012 worden de in overeenstemming 

met artikel 59 van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten 

in de sector bestaande opzeggingstermijnen van respectievelijk 28 

dagen en 56 dagen verhoogd als volgt : 

- minder dan 20 jaar ononderbroken dienst bij dezelfde onderneming 

: 32 kalenderdagen; 

- 20 jaar ononderbroken dienst en meer bij dezelfde onderneming : 

64 kalenderdagen. 

Deze nieuwe minimum opzeggingstermijnen zijn vanaf 1 januari 2012 

van toepassing in geval van beëindiging van een arbeidsovereenkomst 

voor onbepaalde tijd door de werkgever ten aanzien van alle arbeid- 

(st)ers van het Paritair Comité voor het kledingen confectiebedrijf, dus 

zowel voor arbeidsovereenkomsten die reeds zijn aangevangen vóór 

1 januari 2012 als arbeidsovereenkomsten die aanvangen vanaf of na 

die datum. 

Deze nieuwe minimum opzeggingstermijnen zijn evenwel niet van 

toepassing indien het ontslag wordt betekend, hetzij om een einde te 

maken aan de arbeidsovereenkomst vanaf het ogenblik dat de arbeid- 

(st)er de leeftijd heeft bereikt die toegang geeft tot het conventioneel 

brugpensioen, hetzij om een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst 

vanaf het ogenblik waarop voor de werknemer het wettelijk 

pensioen ingaat. 

Deze regeling geldt als afspraak, bedoeld in artikel 13, § 3, van de wet 

van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 

houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het 

interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de 

regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord. 

Deze regeling geldt derhalve als een eigen stelsel van verruimde 

stabiliteit van werkgelegenheid of inkomen, zoals bedoeld in het 

voornoemde artikel en in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 

20 december 1999, gesloten in de Nationale Arbeidsraad. 

Deze regeling geldt derhalve tevens als een voorstel van het paritair 

comité zoals bedoeld in de laatste alinea van het voornoemde artikel 13 

van de wet van 12 april 2011 en betekent dat de sociale partners, 

vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het kledingen confectiebedrijf 

de vaststelling van de toepasselijke opzeggingstermijnen in 

eigen beheer wensen te houden. 

HOOFDSTUK XI. — Carenzdag 

Art. 21. Met betrekking tot de jaren 2011 en 2012 wordt, voor 

arbeid(st)ers met een anciënniteit van minstens acht jaar in de 

onderneming en wanneer het een ziekteperiode betreft van minimum 

zeven kalenderdagen, per kalenderjaar twee carenzdagen zoals bedoeld 

in artikel 52, § 1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten 

door de werkgever ten laste genomen. 

HOOFDSTUK XII. — Anciënniteitsverlof 

Art. 22. Jaarlijks wordt aan de arbeid(st)ers met een anciënniteit van 

20 jaar dienst of meer in de onderneming één dag betaald anciënniteitsverlof 

toegekend. Onder ″anciënniteit″ wordt verstaan : ononderbroken 

dienst bij dezelfde werkgever. Eventuele anciënniteit verworven 

in een onderneming behorende tot dezelfde groep van 

ondernemingen waarbij de arbeid(st)er is tewerkgesteld wordt volledig 

in rekening genomen. 

HOOFDSTUK XIII. — Syndicale vertegenwoordiging 


7 mei 1976 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging, 

gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomsten van 1 oktober 1979,


19 avril 1991, reste maintenu comme complété par l’article 20 de la 

convention collective de travail du 26 mai 2003 contenant l’accord de 

paix sociale 2003-2004. 

CHAPITRE XIV. — Préparation 

de nouvelles conventions collectives de travail 

Art. 24. Les travaux relatifs à une nouvelle classification de fonctions 

seront terminés au cours de la durée delaprésente convention 

collective de travail. Ceci signifie que des accords concernant l’instauration 

d’une nouvelle classification de fonctions et des salaires correspondant 

à ces fonctions seront établis pour le 1 er janvier 2013 au plus 

tard. 

Art. 25. Une convention collective de travail sectorielle relative aux 

chèques-repas électroniques sera élaborée. 

CHAPITRE XV. — Application 

de conventions collectives de travail existantes 

Art. 26. Les parties signataires confirment que le contenu de la 

convention collective de travail du 26 mai 1997 concernant la formation 

et l’information sociale, modifiée pour la dernière fois par la convention 

collective de travail du 28 avril 1999 sera discuté, lecaséchéant au 

niveau de l’entreprise, en vue d’éviter des conflits. 

Les parties signataires confirment que le contenu de la convention 

collective de travail du 13 mai 1997 concernant les nouveaux régimes 

de travail constitue la base à d’éventuelles discussions au niveau de 

l’entreprise. 

Le contenu de l’article 4 de la convention collective de travail du 

29 novembre 2011 coordonnant les règles d’intervention des employeurs 

dans les frais de transport sera adapté au contenu de l’article 4 de la 

convention collective de travail n o 19octies du 20 février 2009 relative 

à la contribution financière des employeurs dans le prix du transport 

des travailleurs. 

CHAPITRE XVI. — Prolongation 

de conventions collectives de travail existantes 

Art. 27. Suite au présent accord, la convention collective de travail 

du 27 janvier 2010 fixant les conditions de travail (n o d’enregistrement 

99183/CO/109) est également prolongée jusqu’au 31 décembre 2012. 

CHAPITRE XVII. — Amélioration du taux d’emploi 

Art. 28. Les parties signataires conviennent de mettre sur pied une 

enquête au sujet des besoins des travailleurs plus âgés relative au 

relèvement du taux d’emploi et à l’élaboration d’une politique sur 

l’emploi de ce groupe de travailleurs. 

CHAPITRE XVIII. — Paix sociale 

Art. 29. Pendant la durée delaprésente convention collective de 

travail, les parties signataires garantissent le respect de la paix sociale, 

ce qui implique que : 

1) toutes les dispositions relatives aux salaires et aux conditions de 

travail seront rigoureusement observées et ne pourront être contestées 

par les organisations des travailleurs ou des employeurs, ni par les 

ouvriers et ouvrières ou par les employeurs; 

2) les organisations de travailleurs, les ouvriers et ouvrières s’engagent 

à ne pas déposer de revendications au niveau national ou régional, 

ni au niveau de l’entreprise, étant donné que toutes les dispositions 

normatives individuelles sont réglées par la présente convention 

collective de travail. 




22 februari 1989 en 19 april 1991, blijft behouden zoals aangevuld door 

artikel 20 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2003 

houdende akkoord van sociale vrede 2003-2004. 

HOOFDSTUK XIV. — Voorbereiding 

van nieuwe collectieve arbeidsovereenkomsten 

Art. 24. Binnen de duurtijd van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst 

worden de werkzaamheden met betrekking tot een nieuwe 

functieclassificatie afgerond. Dit houdt in dat afspraken gemaakt 

worden met betrekking tot de invoering van een nieuwe functieclassificatie 

en de daaraan verbonden functielonen, uiterlijk op 1 januari 2013. 

Art. 25. Met betrekking tot de elektronische maaltijdcheques zal een 

sectorale collectieve arbeidsovereenkomst wordt uitgewerkt. 

HOOFDSTUK XV. — Toepassing 

van bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten 

Art. 26. De ondertekenende partijen bevestigen dat desgevallend op 

ondernemingsniveau de inhoud van de collectieve arbeidsovereenkomst 

van 26 mei 1997 betreffende de sociale vorming en voorlichting, 

laatst gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 

28 april 1999 zal besproken worden met het oog op het vermijden van 

geschillen. 

De ondertekenende partijen bevestigen dat de inhoud van de 

collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 betreffende de 

nieuwe arbeidsregelingen de basis is voor eventuele besprekingen op 

ondernemingsniveau. 

De inhoud van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 

29 november 2001 tot coördinatie van de regels inzake tussenkomst van 

de werkgevers in de vervoerskosten wordt aangepast aan het inhoud 

van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 

20 februari 2009 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in 

de prijs van het vervoer van de werknemers. 

HOOFDSTUK XVI. — Verlenging 

van bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten 

Art. 27. Ingevolge het huidige akkoord wordt ook de collectieve 

arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010 tot vaststelling van de 

arbeidsvoorwaarden (registratienummer 99183/CO/109) verlengd tot 


HOOFDSTUK XVII. — Verbetering van de werkzaamheidsgraad 

Art. 28. De ondertekenende partijen komen overeen om een behoeftenonderzoek 

op te zetten bij de oudere werknemers in verband met 

het optrekken van de werkzaamheidsgraad en het uitwerken van een 

flankerend beleid rond de tewerkstelling van deze groep van medewerkers. 

HOOFDSTUK XVIII. — Sociale vrede 

Art. 29. Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst 

waarborgen de ondertekenende partijen de inachtneming van de 

sociale vrede, hetgeen het volgende inhoudt : 

1) alle bepalingen betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden 

worden stipt nageleefd en kunnen niet in betwisting worden gebracht 

door de werknemers- of de werkgeversorganisaties, noch door de 

arbeid(st)ers of de werkgevers; 

2) de werknemersorganisaties en de arbeid(st)ers verbinden er zich 

toe geen eisen te stellen op nationaal noch op gewestelijk vlak, noch op 

dat van de onderneming aangezien alle individuele normatieve 

bepalingen geregeld zijn door deze collectieve arbeidsovereenkomst. 


17 april 2013. 


Mevr. M. DE CONINCK



[2012/200262] 



Sous-commission paritaire pour la récupération de métaux, relative 

à la journée jubilaire (1) 



Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de 

travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28; 

Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour la récupération 

de métaux; 




du 22 juin 2011, reprise en annexe, conclue au sein de la 

Sous-commission paritaire pour la récupération de métaux, relative 

à la journée jubilaire. 




ALBERT 

Par le Roi : 



Note 



Annexe 

Sous-commission paritaire pour la récupération de métaux 


Journée jubilaire 


sous le numéro 104878/CO/142.01) 



aux employeurs, aux ouvriers et ouvrières des entreprises qui ressortissent 

à la Sous-commission paritaire pour la récupération de métaux. 

Pour l’application de la présente convention collective de travail, on 

entend par ″ouvriers″ : les ouvriers et les ouvrières. 

CHAPITRE II. — Modalités d’octroi 

Art. 2. Lorsqu’un ouvrier a une ancienneté de dix ans dans l’entreprise, 

il a droit à un jour de congé supplémentaire. 

Art. 3. Ce jour de congé n’est pas récurrent, ce qui implique que 

l’ouvrier a uniquement droit à ce jour de congé supplémentaire l’année 

calendrier au cours de laquelle il a dix ans d’ancienneté dans 

l’entreprise. Les années suivantes il n’a plus droit à ce jour de congé 

supplémentaire. 

Art. 4. Cette journée jubilaire est payée par l’employeur sur la base 

du salaire normal, calculé dans le respect de l’arrêté royal du 

18 avril 1974 définissant le mode général d’exécution de la loi du 

4 janvier 1974 relative aux jours fériés, et les modifications y apportées. 

Art. 5. La journée jubilaire est octroyée dans l’année calendrier au 

cours de laquelle l’ouvrier atteint l’ancienneté requise. 

Art. 6. La présente disposition est une disposition minimale qui est 

valable pour tous les ouvriers des entreprises qui ressortissent à la 

Sous-commission paritaire pour la récupération de métaux. 




[2012/200262] 



gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van 

metalen, betreffende de jubileumdag (1) 





artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning 

van metalen; 





in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, 

betreffende de jubileumdag. 




ALBERT 




26629 

Nota 



Bijlage 

Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen 


Jubileumdag 


onder het nummer 104878/CO/142.01) 



op de werkgevers, de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen 

die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van 

metalen. 

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt 

onder ″arbeiders″ verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. 

HOOFDSTUK II. — Toekenningsmodaliteiten 

Art. 2. Bij een anciënniteit van 10 jaar in de onderneming heeft de 

arbeider recht op 1 extra verlofdag. 

Art. 3. Deze verlofdag is niet recurrent naar de volgende jaren toe, 

wat inhoudt dat de arbeider enkel recht heeft op deze extra verlofdag 

in het kalenderjaar waarin hij 10 jaar anciënniteit in de onderneming 

heeft bereikt. Nadien vervalt het recht op deze extra verlofdag. 

Art. 4. Deze jubileumdag wordt door de werkgever betaald op basis 

van het normale loon, berekend met inachtneming van het koninklijk 

besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van 

uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, en 

de hieraan aangebrachte wijzigingen. 

Art. 5. De jubileumdag wordt toegekend in het kalenderjaar waarin 

de arbeider de vereiste anciënniteit bereikt. 

Art. 6. Deze regeling is een minimumregeling die van toepassing is 

voor alle arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het 

Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen.


CHAPITRE III. — Dispositions finales 

Art. 7. La présente convention collective de travail remplace la 

convention collective de travail du 23 juin 2005 relative à la journée 

jubilaire, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la 

récupération de métaux, rendue obligatoire par arrêté royal du 

6décembre 2005 (Moniteur belge du 17 février 2006). 

Art. 8. La présente convention collective de travail entre en vigueur 

le 1 er janvier 2012 et est conclue pour une durée indéterminée. 

Elle peut être dénoncée par une des parties moyennant un préavis 

de trois mois, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au 

président de la Sous-commission paritaire pour la récupération de 

métaux. 






[C − 2013/12136] 






subsidiés par la Communautéflamande, relative à l’engagement de 

pension sectoriel pour la période 2006-2010 (1) 





Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour les entreprises 

de travail adapté subsidiées par la Communauté flamande ou par la 

Commission communautaire flamande et les ateliers sociaux agréés 

et/ou subsidiés par la Communauté flamande; 




du 14 février 2012, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission 

paritaire pour les entreprises de travail adapté subsidiées 

par la Communauté flamande ou par la Commission communautaire 

flamande et les ateliers sociaux agréés et/ou subsidiés par la Communauté 

flamande, relative à l’engagement de pension sectoriel pour la 

période 2006-2010. 




ALBERT 

Par le Roi : 



Note 



* 

HOOFDSTUK III. — Slotbepalingen 

Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve 

arbeidsovereenkomst van 23 juni 2005 inzake de jubileumdag, 

gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, 


2005 (Belgisch Staatsblad van 17 februari 2006). 


1 januari 2012 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. 

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een 

opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende 

brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de 

terugwinning van metalen. 


17 april 2013. 





[C − 2013/12136] 


wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 

14 februari 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de 


of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale 

werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, 

betreffende de sectorale pensioentoezegging voor de 

periode 2006-2010 (1) 





artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte 







overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2012, 




gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de sectorale 

pensioentoezegging voor de periode 2006-2010. 




ALBERT 




Nota 



Annexe 




subsidiés par la Communauté flamande 

Convention collective de travail du 14 février 2012 

Engagement de pension sectoriel pour la période 2006-2010 

(Convention enregistrée le 20 mars 2012 

sous le numéro 108979/CO/327.01) 

CHAPITRE I er . — Objet de la convention 

Article 1 er .Laprésente convention collective de travail est conclue : 

-enexécution de l’article 5 de la convention collective de travail du 

15 février 2011 instaurant un régime de pension complémentaire 

sectoriel, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les 



agréés et/ou subsidiés par la Communauté flamande; 

- en application du point 4.1 du Règlement de pension repris comme 

annexe à ladite convention collective de travail. 

CHAPITRE II. — Champ d’application 

Art. 2. La présente convention collective de travail est applicable à 

tous les employeurs et travailleurs ressortissant à la Sous-commission 

paritaire pour les entreprises de travail adapté subsidiées par la 

Communauté flamande ou par la Commission communautaire flamande 

et les ateliers sociaux agréés et/ou subsidiés par la Communauté 

flamande, à l’exception : 

- des catégories prévues à l’article 3 de la présente convention 

collective de travail; 

- des employeurs établis à l’étranger et de leurs travailleurs détachés 

en Belgique au sens du Règlement CEE applicable relatif à la sécurité 

sociale. 

Par ″travailleurs″ on entend : le personnel ouvrier et employé 


Art. 3. La présente convention collective de travail ne s’applique pas 

aux : 

- travailleurs sous contrat de travail intérimaire; 

- travailleurs sous contrat de vacances, d’étudiant ou FPI (formation 

professionnelle individuelle en entreprise); 

- collaborateurs dans le cadre du travail assisté et aux personnes 

occupées dans le cadre de l’article 60, § 7 de la loi organique du 

8 juillet 1976 des CPAS et occupées dans le cadre de l’article 78 de 

l’arrêté royal du 25 novembre 1991, à moins qu’il soit question d’un 

contrat de travail; 

- travailleurs qui exercent des activités alors qu’ils bénéficient déjà 

d’une pension de retraite légale; 

- journalistes professionnels agréés au cours de la période prise en 

compte pour une pension légale complémentaire pour journalistes 

professionnels agréés, réglée par l’arrêté royal du 27 juillet 1971 

(Moniteur belge du 20 août 1971); 

- coopérants des organisations non gouvernementales belges qui 

opèrent à l’étranger et pour qui il existe une affiliation à l’Office de 

sécurité sociale d’outre-mer. 

CHAPITRE III. — Engagement de pension 

Art. 4. § 1 er .Le31décembre 2011, un supplément unique est versé sur 

le compte de pension individuel pour la période du 1 er janvier 2006 au 

31 décembre 2010. 

§ 2. La date de valeur à partir de laquelle le rendement est octroyé est 

le 1 er janvier 2012. 

Art. 5. § 1 er . Le supplément unique s’élève à 10 EUR par trimestre qui 

y donne droit pour la période du 1 er janvier 2006 au 31 décembre 2010 

pour autant : 

-qu’au 1 er janvier 2010, l’affilié soit lié par un contrat de travail avec 

une organisation à laquelle s’applique le règlement de pension; 

-etqu’il ait été lié par un contrat de travail pendant au moins deux 

trimestres consécutifs à une organisation à laquelle s’applique le 

règlement de pension, durant la période du 1 er 

janvier 2006 au 



Bijlage 

Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd 

door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie 

en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd 

door de Vlaamse Gemeenschap 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2012 

Sectorale pensioentoezegging voor de periode 2006-2010 

(Overeenkomst geregistreerd op 20 maart 2012 

onder het nummer 108979/CO/327.01) 

26631 

HOOFDSTUK I. — Voorwerp van de overeenkomst 

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten : 

— in uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst 

van 15 februari 2011 tot invoering van een sectoraal aanvullend 

pensioenstelsel, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte 




— in toepassing van punt 4.1 van het pensioenreglement dat als 

bijlage is opgenomen bij de hoger genoemde collectieve arbeidsovereenkomst. 

HOOFDSTUK II. — Toepassingsgebied 

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op 

alle werkgevers en alle werknemers die ressorteren onder het Paritair 

Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de 

Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie 

en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de 

Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van : 

- de categorieën voorzien in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst; 

- de in het buitenland gevestigde werkgevers en hun in België 

gedetacheerde werknemers in de zin van de toepasselijke EEGverordening 

inzake de sociale zekerheid. 



Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing 

op : 

- werknemers met een contract van interimarbeid; 

- werknemers met een vakantie-, studenten- of IBO-contract (individuele 

beroepsopleiding); 

- arbeidszorgmedewerkers en personen tewerkgesteld in het kader 

van artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 op de inrichting 

van de OCMW’s en tewerkgesteld in het kader van artikel 78 van het 

koninklijk besluit van 25 november 1991 tenzij er sprake is van een 

arbeidsovereenkomst; 

- werknemers die activiteiten uitoefenen terwijl zij al een wettelijk 

rustpensioen genieten; 

- erkende beroepsjournalisten gedurende de periode die in aanmerking 

komt voor het wettelijk aanvullend pensioen voor erkende 

beroepsjournalisten, geregeld door het koninklijk besluit van 27 juli 1971 

(Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971); 

-coöperanten van Belgische niet-gouvernementele organisaties, die 

werken in het buitenland en voor wie een aansluiting bestaat bij de 

Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid. 

HOOFDSTUK III. — Pensioentoezegging 

Art. 4. § 1. Op 31 december 2011 wordt een éénmalige toelage op de 

individuele pensioenrekening gestort voor de periode van 1 januari 2006 

tot en met 31 december 2010. 

§ 2. De valutadatum vanaf wanneer het rendement toegekend wordt 

is 1 januari 2012. 

Art. 5. § 1. De éénmalige toelage is gelijk aan 10 EUR per rechtgevend 

trimester voor de periode tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010 

voor zover : 

- de aangeslotene op 1 januari 2010 door een arbeidsovereenkomst 

verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van 

toepassing is; 

- en gedurende minstens 2 opeenvolgende trimesters door een 

arbeidsovereenkomst verbonden was met een organisatie waarop het 

pensioenreglement van toepassing is, in de periode tussen 1 januari 2006 

en 31 december 2010.


§ 2. En ce qui concerne les travailleurs entrés en service après le 

1 er janvier 2010, le supplément unique s’élève à 10 EUR par trimestre 

qui y donne droit pour la période du 1 er janvier 2010 au 31 décembre 

2010, pour autant qu’après le1 er janvier 2010, l’affilié ait été lié par 

un contrat de travail pendant au moins 2 trimestres consécutifs à une 

organisation à laquelle s’applique le règlement de pension. 

Art. 6. § 1 er . Le nombre de trimestres donnant droit à ce supplément 

est déterminé comme suit : 

- Lorsque, pendant un trimestre civil, l’affilié était lié par un contrat 

de travail à une organisation à laquelle s’applique le règlement de 

pension et a effectué des prestations à temps plein, ce trimestre compte 

comme un trimestre complet donnant droit au supplément; 

- Lorsque, pendant un trimestre civil, l’affilié était lié par un contrat 

de travail à une organisation à laquelle s’applique le règlement de 

pension et a effectué des prestations de moins d’un temps plein, ce 

trimestre compte comme un trimestre donnant droit au supplément 

pour une fraction de 1 proportionnelle à la fraction d’occupation 

effective, avec un minimum de 0,50; 

- On additionne les trimestres et les fractions de trimestres donnant 

droit au supplément ainsi déterminés pendant la période concernée et 

le résultat est arrondi à l’unité la plus proche. 

§ 2. Le nombre de trimestres donnant droit au supplément est établi 

sur la base des données communiquées par l’Office national de sécurité 

sociale par le biais de la Banque Carrefour de la Sécurité sociale. 

§ 3. La fraction d’occupation effective est calculée par l’Office national 

de sécurité sociale. Dans la déclaration trimestrielle (DMFA), il s’agit du 

champ indiquant, pour chaque travailleur, la fraction d’occupation par 

employeur par rapport à celle d’un travailleur à temps plein pendant 

un trimestre civil complet. La fraction d’occupation effective se définit 

comme la somme du nombre de jours ouvrés dans un trimestre civil par 

rapport à 13 fois le nombre normal de jours ouvrables par semaine dans 

le régime de travail à temps plein. Le nombre de jours de travail 

comptabilisés ne comprend pas uniquement les jours effectivement 

prestés etrémunérés, mais également toutes les journées pour lesquelles 

l’employeur intervient, directement ou non et, plus particulièrement, 

les codes prestations 01, 02, 03, 04, 05, 12, 20 et 72 (1) 

CHAPITRE IV. — Entrée en vigueur, durée de validité et dénonciation 

de la convention collective de travail 

Art. 7. § 1 er .Laprésente convention collective de travail prend effet 

le 1 er janvier 2012 et est conclue pour une durée indéterminée. 

§ 2. Elle peut être dénoncée par chacune des parties avant le 

30 juin de chaque année civile, avec effet au 1 er janvier de l’année civile 

suivante. La dénonciation doit être notifiée par lettre recommandée à la 

poste, adressée auprésident de la Sous-commission paritaire pour les 



agréés et/ou subsidiés par la Communauté flamande, qui en enverra 

une copie à chacune des parties signataires. 




Note 

(1) 01 : toutes les données relatives au temps de travail couvertes par 

une rémunération avec cotisations ONSS, à l’exception des vacances 

légales et complémentaires des ouvriers/02 : vacances légales pour 

ouvriers/03 : vacances complémentaires pour ouvriers/04 : absence 

premier jour par suite d’intempéries secteur de la construction (ne 

s’applique pas ici)/05 : congé-éducation payé/12 : vacances en vertu 

d’une convention collective de travail rendue obligatoire ou repos 

compensatoire secteur de la construction ou repos compensatoire 

secteur du commerce de combustibles (ne s’applique pas ici)/20 : jours 

de repos compensatoire non rémunérés dans le cadre d’une diminution 

du temps de travail avec rémunération horaire majorée/72 : chômage 

temporaire pour cause d’intempérie. 

§ 2. Voor de werknemers die in dienst komen na 1 januari 2010 is de 

éénmalige toelage gelijk aan 10 EUR per rechtgevend trimester voor de 

periode tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010 voor zover de 

aangeslotene na 1 januari 2010 gedurende minstens 2 opeenvolgende 

trimesters verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement 

van toepassing is. 

Art. 6. § 1. Het aantal rechtgevende trimesters wordt als volgt 

bepaald : 

- Wanneer de aangeslotene tijdens een kalender-trimester verbonden 

was met een organisatie waarop het pensioenreglement van toepassing 

is, door een arbeidsovereenkomst en voltijdse prestaties verrichtte, telt 

dat trimester als 1 rechtgevend trimester; 

- Wanneer de aangeslotene tijdens een kalender-trimester verbonden 

was met een organisatie waarop het pensioenreglement van toepassing 

is, door een arbeidsovereenkomst en minder dan voltijdse 

prestaties verrichtte, telt dat trimester mee als rechtgevend 

trimester voor een gedeelte van 1 in verhouding tot de effectieve 

tewerkstellingsbreuk en met een minimum van 0,50; 

- De som van de aldus bepaalde rechtgevende trimesters en 

trimesterdelen tijdens de betrokken periode wordt opgeteld, en het 

resultaat wordt afgerond tot de dichtstbijzijnde eenheid. 

§ 2. Het aantal rechtgevende trimesters wordt vastgesteld op basis 

van de gegevens die meegedeeld werden door de Rijksdienst voor 

Sociale Zekerheid via de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid. 

§ 3. De effectieve tewerkstellingsbreuk is het door de RSZ berekende 

veld aanwezig in de kwartaalaangifte (DMFA) dat per werknemer 

weergeeft wat zijn tewerkstellingsbreuk is per werkgever in verhouding 

tot een voltijdse werknemer voor een volledig kalenderkwartaal. 

De effectieve tewerkstellingsbreuk wordt gedefinieerd als de som van 

het aantal werkdagen in een kalenderkwartaal in verhouding tot 

13 keer het normaal aantal werkdagen per week van het voltijdse 

arbeidsstelsel. Het aantal weerhouden werkdagen zijn niet enkel de 

effectief gepresteerde en betaalde dagen, maar zijn alle dagen waar de 

werkgever B al dan niet direct B in tussenkomt en meer in het 

bijzonder : de prestatiecodes 01, 02, 03, 04, 05, 12, 20 en 72 (1). 

HOOFDSTUK IV. — Inwerkingtreding, geldigheidsduur en 

opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst 

Art. 7. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking 

op 1 januari 2012 en is gesloten voor onbepaalde tijd. 

§ 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de 

partijen worden opgezegd vóór 30 juni van ieder kalenderjaar, met 

uitwerking op 1 januari van het daaropvolgend kalenderjaar. De 

opzegging moet betekend worden bij een ter post aangetekende brief, 

gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de beschutte 



en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, die een kopie van 

de opzegging stuurt aan elke ondertekenende partij. 


17 april 2013. 



Nota 

(1) 01 : alle arbeidstijdsgegevens gedekt door loon met RSZbijdragen, 

met uitzondering van de wettelijke en bijkomende vakantie 

van arbeiders/02 : wettelijke vakantie voor arbeiders/03 : bijkomende 

vakantie voor arbeiders/04 : afwezigheid eerste dag wegens slecht 

weer bouwbedrijf (hier niet van toepassing)/05 : betaald educatief 

verlof / 12 : vakantie krachtens algemeen verbindend verklaarde 

collectieve arbeidsovereenkomst of inhaalrust bouwbedrijf of inhaalrust 

handel in brandstoffen (hier niet van toepassing)/20 : onbezoldigde 

dagen inhaalrust in het raam van maatregelen tot vermindering 

van de arbeidstijd met verhoogde uurloon/72 : tijdelijke werkloosheid 

ingevolge slecht weer.



[2013/202683] 

17 AVRIL 2013. — Arrêté ministériel déterminant la liste définitive 

pour l’année 2011 des secteurs qui réalisent des efforts insuffisants 

en matière de formation en exécution de l’article 3, § 4, de l’arrêté 

royal du 11 octobre 2007 instaurant une cotisation patronale 

complémentaire au bénéfice du financement du congé-éducation 

payé pour les employeurs appartenant aux secteurs qui réalisent 

des efforts insuffisants en matière de formation en exécution de 

l’article 30 de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de 

solidarité entre les générations (1) 


Vu la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre les 

générations, en particulier l’article 30; 

Vu l’arrêté royal du 11 octobre 2007 instaurant une cotisation 

patronale complémentaire au bénéfice du financement du congééducation 

payé pour les employeurs appartenant aux secteurs qui 

réalisent des efforts insuffisants en matière de formation en exécution 

de l’article 30 de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de 

solidarité entre les générations; 

Vu l’avis commun du Conseil National du Travail et du Conseil 

Central de l’Economie, donné le 30 octobre 2012; 

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le5décembre 2012; 

Vu l’avis de Notre Ministre du Budget, donné le 16 janvier 2013; 

Vu l’avis n o 52.912/1 du Conseil d’Etat, donné le 22 mars 2013, en 

application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1 o , des lois sur le Conseil 

d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; 

Considérant que lors de l’accord interprofessionnel 1999-2000, les 

partenaires sociaux ont pris l’engagement de consentir des efforts 

supplémentaires de formation dans le but d’atteindre, sur une période 

de 6 ans, un niveau d’effort représentant 1,9 % de la masse salariale 

totale des entreprises; cet engagement a été confirmé dans les accords 

interprofessionnels 2001-2002 et 2003-2004; 

Considérant que l’article 30, § 1, de la loi du 23 décembre 2005 

relative au pacte de solidarité entre les générations a assorti cet 

engagement d’un mécanisme permettant d’établir une cotisation 

complémentaire au bénéfice du congé-éducation payé, lorsqu’il est 

constaté que l’objectif en termes d’effort global de formation des 

entreprises n’est pas atteint; 

Considérant que l’article 30, § 3, de la loi du 23 décembre 2005 est 

rédigé comme suit : « La constatation que les efforts globaux en matière 

de formation de tous les employeurs visés au § 1 er atteignent ou 

n’atteignent pas l’ensemble d’au moins 1,9 pct. de la masse salariale 

totale de ces entreprises, est évaluée sur la base du rapport technique 

du Conseil Central de l’Economie, visé à l’article 5 de la loi du 

26 juillet 1996 relative à la promotion de l’emploi et à la sauvegarde 

préventive de la compétitivité »; 

Considérant que selon le rapport technique rédigé par le Conseil 

Central de l’Economie en date du 16 janvier 2013, les efforts globaux de 

formation de tous les employeurs du secteur privé s’élèvent, pour 

l’année 2011, à 1,54 % de la masse salariale totale de ces entreprises 

(formation continue formelle et informelle + cotisations); 

Considérant que le rapport technique précité du Conseil Central de 

l’Economie établit donc que pour l’année 2011, les efforts globaux en 

matière de formation de tous les employeurs relevant du champ 

d’application de la loi du 5 décembre 1968 relative aux conventions 

collectives de travail et aux commissions paritaires, n’atteignent pas 

ensemble au moins 1,9 pct. de la masse salariale totale de ces 

entreprises; 

Considérant que, conformément à l’article 3, § 3, de l’arrêté royal 

précité du 11 octobre 2007, la liste des secteurs qui réalisent, pour 

l’année 2011, des efforts insuffisants en matière de formation a été 

transmise le 10 mai 2012 par le directeur-général de la Direction 

générale Relations collectives de travail du Service public fédéral 

Emploi, Travail et Concertation sociale pour avis au Conseil National 

du Travail et au Conseil Central de l’Economie; 

Considérant que, dans le cadre de l’accord interprofessionnel, les 

partenaires sociaux n’ont pas émis un avis stipulant qu’ils estiment 

qu’une analyse complémentaire est nécessaire, en application de 

l’article 30, § 3, alinéa 3, de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte 

de solidarité entre les générations; 


26633 



[2013/202683] 

17 APRIL 2013. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de 

definitieve lijst voor het jaar 2011 van sectoren die onvoldoende 

opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 3, § 4, 

van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van 

een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering 

van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren 

tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in 

uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 

betreffende het generatiepact (1) 


Gelet op de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, 

inzonderheid artikel 30; 

Gelet op het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van 

een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van 

het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot 

sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering 

van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het 

generatiepact; 

Gelet op het unaniem gezamenlijk advies van de Nationale Arbeidsraad 

en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, gegeven op 30 oktober 

2012; 

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 

5 december 2012; 

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, 

gegeven op 16 januari 2013; 

Gelet op het advies nr. 52.912/1 van de Raad van State, gegeven op 

22 maart 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1 o , van de 

wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; 

Overwegende dat in het interprofessioneel akkoord 1999-2000 de 

sociale partners de verbintenis aangegaan zijn bijkomende opleidingsinspanningen 

te leveren met als doel over een periode van 6 jaar te 

komen tot een inspanning ten belope van 1,9 % van de totale loonmassa 

van de ondernemingen; die verbintenis werd bevestigd in de interprofessionele 

akkoorden voor 2001-2002 en 2003-2004; 

Overwegende dat artikel 30, § 1, van de wet van 23 december 2005 

betreffende het generatiepact aan die verbintenis een mechanisme heeft 

gekoppeld dat toelaat een aanvullende bijdrage voor het betaald 

educatief verlof vast te stellen, wanneer wordt vastgesteld dat de 

doelstelling met betrekking tot de globale opleidingsinspanningen van 

de ondernemingen niet wordt gehaald; 

Overwegende dat artikel 30, § 3, van de wet van 23 december 2005 als 

volgt luidt : ″De vaststelling dat de in § 1 bepaalde globale inspanningen 

inzake opleiding al dan niet 1,9 pct. van de totale loonmassa van 

die ondernemingen bedragen, wordt beoordeeld op basis van het in 

artikel 5 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de 

werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen 

bedoeld technisch verslag van de Centrale Raad voor het 

Bedrijfsleven″; 

Overwegende dat volgens het technisch verslag, opgesteld door de 

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven op 16 januari 2013, de globale 

opleidingsinspanningen van alle werkgevers van de privé-sector voor 

2011, 1,54 % van de totale loonmassa van deze ondernemingen 

bedragen (foremele en informele opleidingsinspanningen + bijdragen); 

Overwegende dat in voornoemd technisch verslag van de Centrale 

Raad voor het Bedrijfsleven dus wordt vastgesteld dat voor het jaar 

2011 de globale inspanningen inzake opleiding van alle werkgevers die 

ressorteren onder de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve 

arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités samen niet 

minstens 1,9 pct. van de totale loonmassa van die ondernemingen 

bedragen; 

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 3, § 3, van het voormeld 

koninklijk besluit van 11 oktober 2007, de lijst van sectoren die 

onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren voor het jaar 2011 op 

10 mei 2012 door de directeur-generaal van de Algemene Directie 

Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst 

Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg voor advies werd overgemaakt 

aan de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het 

Bedrijfsleven; 

Overwegende dat de sociale partners in het kader van het interprofessioneel 

akkoord geen advies hebben uitgebracht waarin staat dat zij 

van oordeel zijn dat een bijkomende analyse nodig is, in toepassing van 

artikel 30, § 3, alinea 3, van de wet van 23 december 2005 betreffende het 

generatiepact;


Considérant que, conformément à l’article 3, § 3, deuxième alinéa, de 

l’arrêté royal précité du 11 octobre 2007, le Conseil National du Travail 

et le Conseil Central de l’Economie ont donné leur avis commun le 

30 octobre 2012 dans lequel ils déterminent unanimement les secteurs 

où il n’y a pas de convention collective de travail concernant des efforts 

supplémentaires en matière de formation qui est conforme aux 

exigences de l’AR du 11 octobre 2007 pour 2011; 

Considérant que la liste des secteurs qui réalisent des efforts 

insuffisants pour l’année 2011 telle que transmise par le directeurgénéral 

de la Direction générale Relations collectives de travail du 

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale couvre 

d’une part les secteurs qui n’ont pas conclu de convention collective de 

travail conforme à l’arrêté royal du 11 octobre 2007 précité et d’autre 

part, les secteurs qui ont déposé une convention collective de travail 

conforme à l’arrêté royal susmentionné mais au-delà de la date limite 

fixée pour le dépôt augreffe; 

Considérant que les secteurs ayant fait valoir des motifs légitimes de 

retard pour la signature et/ou le dépôt des conventions collectives de 

travail n’ont pas été repris sur la liste des secteurs qui réalisent des 

efforts insuffisants pour l’année 2011 telle que proposée par le Conseil 

national du Travail et le Conseil Central de l’Economie à la Ministre de 

l’Emploi dans leur avis commun précité; 

Considérant que les secteurs dont les clarifications apportées en 

commun par les partenaires sociaux ont levé tout ambiguïté quant à la 

conformité, en pratique, des engagements pris dans une CCT avec les 

exigences légales et réglementaires n’ont pas été repris sur la liste des 

secteurs qui réalisent des efforts insuffisants pour l’année 2011 telle que 

proposée par le Conseil National du Travail et le Conseil Central de 

l’Economie à la Ministre de l’Emploi dans leur avis commun précité; 

Considérant à cet égard qu’il s’agit d’une part, des secteurs qui 

traditionnellement expriment l’effort des entreprises en matière de 

formation par un certain volume horaire de formation et qui ont prévu 

dans leur CCT une augmentation de leur effort de formation équivalant, 

en pratique, à l’augmentation demandée dans la loi du 23 décembre 

2005 et dans l’arrêté royal du 11 octobre 2007 précités, d’autre part, 

des secteurs dont le terme « annuellement » ne figurait pas dans les 

CCT pour qualifier l’engagement pris en terme d’augmentation d’effort 

de formation mais qui ont confirmé dans une déclaration conjointe des 

partenaires sociaux du secteur que l’engagement pris par le secteur 

revêt un caractère annuel bien que cela ne figure pas expressément dans 

le texte de la CCT et enfin, les secteurs dont la commission paritaire 

n’était pas encore composée ou ne fonctionnait pas ou depuis peu; 

Considérant que la Ministre de l’Emploi se rallie à l’avis commun 

rendu par le Conseil National du Travail et le Conseil Central de 

l’Economie en date du 30 octobre 2012; 

Considérant que la Ministre de l’Emploi, conformément à l’article 3, 

§ 4, de l’arrêté royal précité du 11 octobre 2007, établit, par arrêté 

ministériel, la liste des secteurs qui réalisent des efforts insuffisants en 

matière de formation, sur la base de l’avis précité, en vue d’être 

transmise à l’Office national de Sécurité sociale. 

Arrête : 

Article unique. La liste définitive des secteurs qui réalisent, pour 

l’année 2011, des efforts insuffisants en matière de formation, en 

exécution de l’arrêté royal du 11 octobre 2007 instaurant une cotisation 

patronale complémentaire au bénéfice du financement du congééducation 

payé pour les employeurs appartenant aux secteurs qui 

réalisent des efforts insuffisants en matière de formation en exécution 

de l’article 30 de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de 

solidarité entre les générations, est jointe dans l’annexe I du présent 

arrêté. 

Cette liste est transmise à l’Office national de Sécurité sociale en vue 

de l’application de l’article 1 er de l’arrêté royal précité. 

Bruxelles, le 17 avril 2013. 


Note 


Loi du 23 décembre 2005, Moniteur belge du 30 décembre 2005; 

Arrêté royal du 11 octobre 2007, Moniteur belge du5décembre 2007; 


2008. 

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 3, § 3, tweede lid, van het 

voormeld koninklijk besluit van 11 oktober 2007, de Nationale Arbeidsraad 

en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, hun gezamenlijk 

advies hebben gegeven op 30 oktober 2012 waarin ze unaniem 

vastleggen welke de sectoren zijn waar geen collectieve arbeidsovereenkomst 

inzake bijkomende opleidingsinspanningen van kracht is die 

voldoet aan de vereisten van het KB van 11 oktober 2007 voor 2011; 

Overwegende dat de lijst van sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen 

leveren voor 2011, opgesteld door de directeur-generaal 

van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de 

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 

enerzijds de sectoren bevat die geen collectieve arbeidsovereenkomst 

conform het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 hebben gesloten en 

anderzijds de sectoren die een collectieve arbeidsovereenkomst conform 

voornoemd koninklijk besluit hebben neergelegd maar na de 

uiterste datum voor neerlegging op de griffie; 

Overwegende dat de sectoren die legitieme redenen van vertraging 

hebben doen gelden voor de ondertekening en/of de neerlegging van 

de collectieve arbeidsovereenkomsten niet zijn hernomen op de lijst 

van sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren 

voor 2011 zoals voorgesteld door de Nationale Arbeidsraad en de 

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven aan de Minister van Werk in hun 

voormeld advies; 

Overwegende dat de sectoren waarvan de sociale partners gezamenlijk 

verduidelijkingen hebben aangebracht die elke ondubbelzinnigheid 

wegnemen over de feitelijke overeenstemming van de in een CAO 

aangegane verbintenissen met de wettelijke en verordenende verplichtingen 

niet zijn hernomen op de lijst van sectoren die onvoldoende 

opleidingsinspanningen realiseren voor 2011 zoals voorgesteld door de 

Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven in 

hun voormeld advies; 

Overwegende dat dit enerzijds sectoren betreft die traditioneel de 

opleidingsinspanning van de ondernemingen uitdrukken in een tijdsvolume 

dat aan de opleiding wordt besteed en die in hun CAO hebben 

voorzien in een verhoging van hun opleidingsinspanning die in de 

praktijk overeenstemt met de in de wet van 23 december 2005 en het 

koninklijk besluit van 11 oktober 2007 voorgeschreven verhoging, 

anderzijds sectoren waarbij het woord ’jaarlijks’ niet voorkwam in de 

CAO’s om de verbintenis inzake verhoging van de opleidingsinspanning 

te kwalificeren, maar waarbij de sectoren in een gezamenlijke 

verklaring van de sociale partners hebben bevestigd dat de verbintenis 

wel degelijk een jaarlijks karakter heeft, hoewel dat niet uitdrukkelijk in 

de CAO is vermeld, en tenslotte de sectoren waarvan het paritair 

comité nog niet was samengesteld of niet werkte of sedert kort; 

Overwegende het feit dat de Minister van Werk instemt met het 

gezamenlijk advies van 30 oktober 2012 van de Nationale Arbeidsraad 

en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven; 

Overwegende dat de Minister van Werk, overeenkomstig artikel 3, 

§ 4, van voornoemd koninklijk besluit van 11 oktober 2007, de lijst van 

sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren vaststelt 

bij ministerieel besluit op basis van voornoemd advies met het oog op 

de overmaking ervan aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. 

Besluit : 

Enig artikel. De definitieve lijst van de sectoren die onvoldoende 

opleidingsinspanningen voor het jaar 2011 realiseren, in uitvoering van 

het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een 

bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het 

betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren 

die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van 

artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, 

is gevoegd in bijlage I van dit besluit. 

Deze lijst wordt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid overgemaakt 

met het oog op de toepassing van artikel 1 van het voormelde 

koninklijk besluit. 

Brussel, 17 april 2013. 


Nota 


Wet van 23 december 2005, Belgisch Staatsblad van 30 december 2005; 

Koninklijk Beskluit van 11 oktober 2007, Belgisch Staatsblad van 


Koninklijk Besluit van 23 december 2008, Belgisch Staatsblad van 

29 december 2008.

Annexe I re 

N o CP Dénomination 

101 Commission nationale mixte des mines 

102 

(1) (2) 

Commission paritaire de l’industrie des carrières 

102.08 Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières et scieries de marbres de tout le territoire du 

Royaume 

102.11 Sous-commission paritaire de l’industrie des ardoisières, des carrières de coticules et pierres à 

rasoir des provinces du Brabant wallon, de Hainaut, de Liège, de Luxembourg et de Namur 

125 

(1) 

Commission paritaire de l’industrie du bois 

125.01 Sous-commission paritaire pour les exploitations forestières 

125.02 Sous-commission paritaire des scieries et industries connexes 

125.03 Sous-commission paritaire pour le commerce du bois 

147 Commission paritaire de l’armurerie à la main 

149 

(1) (3) 

Commission paritaire des secteurs connexes aux constructions métallique, mécanique et électrique 

149.03 Sous-commission paritaire pour les métaux précieux 

205 Commission paritaire pour employés des charbonnages 

223 Commission paritaire nationale des sports 

227 Commission paritaire pour le secteur audio-visuel 

303 Commission paritaire de l’industrie cinématographique 

303.01 Sous-commission paritaire pour la production de films 

315 Commission paritaire de l’aviation commerciale 

315.02 Sous-commission paritaire des compagnies aériennes 

318 

(4) 

Commission paritaire pour les services des aides familiales et des aides seniors 

320 Commission paritaire des pompes funèbres 

321 Commission paritaire pour les grossistes-répartiteurs de médicaments 

328 

(1) 

Commission paritaire du transport urbain et régional 

328.01 Sous-commission paritaire du transport urbain et régional de la Région flamande 

328.02 Sous-commission paritaire du transport urbain et régional de la Région wallonne 

328.03 Sous-commission paritaire du transport urbain et régional de la Région de Bruxelles-Capitale 

25 Total 

(1) aucun travailleur sous cette commission paritaire 

(2) à l’exception des sous-commissions paritaires 102.01, 102.02, 102.03, 102.04, 102.05, 102.06, 102.07, 102.09, 102.10 

(pas composée) 

(3) à l’exception des sous-commissions paritaires 149.01, 149.02 et 149.04 

(4) à l’exception des sous-commissions paritaires 318.01 en 318.02 

Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 17 avril 2013 déterminant la liste définitive pour l’année 2011 des 

secteurs qui réalisent des efforts insuffisants en matière de formation en exécution de l’article 3, § 4, de l’arrêté 

royal du 11 octobre 2007 instaurant une cotisation nationale complémentaire au bénéfice du financement du 

congé-éducation payé par les employeurs appartenant aux secteurs qui réalisent des efforts insuffisants en matière 

de formation en exécution de l’article 30 de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre 

les générations. 




26635


Bijlage I 

PC nummer Benaming 

101 Nationale Gemengde Mijncommissie 

102 

(1) (2) 

Paritair comité voor het Groefbedrijf 

102.08 Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied 

van het Rijk 

102.11 Paritair Subcomité voor het bedrijf der leisteengroeven, coticulegroeven en groeven van slijpsteen 

voor scheermessen in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen 

125 

(1) 

Paritair Comité voor de houtnijverheid 

125.01 Paritair Subcomité voor de bosontginningen 

125.02 Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden 

125.03 Paritair Subcomité voor de houthandel 

147 Paritair Comité voor de wapensmederij met de hand 

149 

(1) (3) 

Paritair Comité voor de sectors die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn 

149.03 Paritair Subcomité voor de edele metalen 

205 Paritair Comité voor de bedienden van de steenkolenmijnen 

223 Nationaal Paritair Comité voor de sport 

227 Paritair Comité voor de audiovisuele sector 

303 Paritair Comité voor het filmbedrijf 

303.01 Paritair Subcomité voor de filmproductie 

315 Paritair Comité voor de handelsluchtvaart 

315.02 Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen 

318 

(4) 

Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp 

320 Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen 

321 Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen 

328 

(1) 

Paritair Comité voor het stads- en streekvervoer 

328.01 Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest 

328.02 Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest 

328.03 Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest 

25 Total 

(1) geen werknemers onder dit PC 

(2) met uitzondering van het subcomité 102.01, 102.02, 102.03, 102.04, 102.05, 102.06, 102.07, 102.09 en 102.10 (niet 

samengesteld) 

(3) met uitzondering van subcomités 149.01, 149.02 en 149.04 

(4) met uitzondering van subcomité PC 318.01 en 318.02 

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 april 2013, tot vaststelling van de definitieve lijst 

voor het jaar 2011 van sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 3, § 4, van 

het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de 

financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende 

opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het 

generatiepact. 


Mevr. M. DE CONINCK

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, 

SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE 

ET ENVIRONNEMENT 

[C − 2013/24160] 

24 AVRIL 2013. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 13 novembre 

2011 fixant les rétributions et cotisations dues au Fonds 

budgétaire des matières premières et des produits 



Vu la loi du 24 décembre 1976 relative aux propositions budgétaires 

1976-1977, l’article 82, alinéa 1 er , modifié par les lois des 21 décembre 

1994 et 28 mars 2003; 

Vu la loi du 5 mai 1997 relative à la coordination de la politique 

fédérale de développement durable, l’article 19/1; 

Vu la loi du 21 décembre 1998 relative aux normes de produits ayant 

pour but la promotion de modes et de consommation durables et la 

protection de l’environnement, de la santé et des travailleurs, l’article 8, 

alinéa 2, modifié par la loi du 28 mars 2003, et l’article 20bis, § 1 er , 

modifié par les lois des 9 juillet 2004 et 27 décembre 2004; 

Vu l’arrêté royal du 13 novembre 2011 fixant les rétributions et 

cotisations dues au Fonds budgétaire des matières premièresetdes 

produits; 

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 19 mars 2012; 

Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 11 mai 2012; 

Vu l’avis 51.724/1/V du Conseil d’Etat, donné le 9 août 2012, en 

application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°, des lois sur le Conseil 

d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; 

Sur la proposition de la Ministre de la Santé publique et de la 

Ministre de l’Agriculture et de l’avis des Ministres qui en ont délibéré 

en Conseil, 


Article 1 er . L’article 1 de l’arrêté royal du 13 novembre 2011 fixant 

les rétributions et cotisations dues au Fonds budgétaire des matières 

premières et des produits, est complété par le paragraphe 13 rédigé 

comme suit : 

«§13. Toute personne physique qui, en application de l’arrêté royal 

du 19 mars 2013 pour parvenir à une utilisation des produits 

phytopharmaceutiques et adjuvants compatible avec le développement 

durable, soumet une demande d’obtention ou de renouvellement d’une 

phytolicence « Distribution/Conseil » ou d’une phytolicence 

« Distribution/Conseil de produits à usage non professionnel », est 

tenue d’acquitter au Fonds budgétaire des matières premièresetdes 

produits une rétribution dont le montant est fixé à220 EUR. 

Lorsque le titulaire d’une phytolicence mentionnée annule sa phytolicence, 

la rétribution payée pour l’obtention de la phytolicence est 

remboursée au prorata de la durée de validité restante à la date du 

préavis. » 

Art. 2. Dans le texte néerlandais de l’article 2, § 3, du même arrêté, 

les mots « erkend gebruiker » sont remplacés par les mots « erkend 

verkoper ». 

Art. 3. Dans l’article 2, § 3, du même arrêté, les mots « des classes A 

et B » sont abrogés. 

Art. 4. L’article 2, § 3, du même arrêté est abrogé. 

Art. 5. L’article 4 entre en vigueur le 25 novembre 2015. 

Art. 6. Le ministre qui a la Santé publique dans ses attributions et le 

ministre qui a l’Agriculture dans ses attributions sont chargés, chacun 

en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté. 


ALBERT 

Par le Roi : 

La Ministre de la Santé publique, 

Mme L. ONKELINX 

La Ministre de l’Agriculture, 

Mme S. LARUELLE 


FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, 

VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 

EN LEEFMILIEU 

[C − 2013/24160] 

24 APRIL 2013. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 

besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en 

bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen 

en de producten 



Gelet op de wet van 24 december 1976 betreffende de budgettaire 

voorstellen 1976-1977, artikel 82, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 

21 december 1994 en 28 maart 2003; 

Gelet op de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het 

federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, artikel 19/1; 

Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen 

ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en 

ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers, 

artikel 8, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003, en 

artikel 20bis, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 2004 en 


Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling 

van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds 

voor de grondstoffen en de producten; 

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 

19 maart 2012; 

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 

11 mei 2012; 

Gelet op advies 51.724/1/V van de Raad van State, gegeven op 

9 augustus 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de 

wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; 

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de 

Minister van Landbouw en op het advies van de in Raad vergaderde 

Ministers, 


Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 november 2011 

tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het 

Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten wordt aangevuld 

met een paragraaf 13, luidende : 

« § 13. Iedere natuurlijke persoon die, in toepassing van het 

koninklijk besluit van 19 maart 2013 ter verwezenlijking van een 

duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen, 

een aanvraag voor een toekenning of vernieuwing van een 

fytolicentie « Distributie/Voorlichting » of een fytolicentie 

« Distributie/Voorlichting producten voor niet-professioneel gebruik » 

indient, is gehouden een retributie te betalen aan het Begrotingsfonds 

voor de grondstoffen en de producten waarvan het bedrag is vastgesteld 

op 220 EUR. 

Indien de houder van een vermelde fytolicentie zijn fytolicentie 

opzegt, wordt het aandeel van diens retributie, evenredig aan de nog te 

verstrijken geldigheidsduur van zijn fytolicentie op de datum van de 

opzegging, terugbetaald. » 

Art. 2. In de Nederlandstalige tekst van artikel 2, § 3, van hetzelfde 

besluit worden de woorden « erkend gebruiker » vervangen door de 

woorden « erkend verkoper ». 

Art. 3. In artikel 2, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden 

« van de klassen A en B » opgeheven. 

Art. 4. Artikel 2, § 3, van hetzelfde besluit wordt opgeheven. 

Art. 5. Artikel 4 treedt in werking op 25 november 2015. 

Art. 6. De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister 

bevoegd voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de 



ALBERT 


De Minister van Volksgezondheid, 

Mevr. L. ONKELINX 

De Minister van Landbouw, 

Mevr. S. LARUELLE 

26637


SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 

[C − 2013/09191] 

24 AVRIL 2013. — Arrêté ministériel portant ratification du programme 

du deuxième examen d’aptitude professionnelle de l’année 

judiciaire 2012-2013. — Errata 

L’arrêté précité a été publié aux pages 25311 et 25312 du Moniteur 

belge du 26 avril 2013. 

A la page 25311, dans le texte français de l’article 2 de l’arrêté, ilya 

lieu de lire « arrêté»au lieu de « arreté ». 

A la page 25311, dans le texte néerlandais de l’annexe, il y a lieu de 

lire « de keuze» au lieu de « de jeuze ». 

A la page 25312, dans le texte français de l’annexe, il y a lieu de lire 

« Une partie orale » au lieu de « Une partie orgale ». 

A la page 25312, dans le texte français de l’annexe, il y a lieu de lire 

« la première épreuve » au lieu de « la première épreuven ». 


lire « de schriftelijke proef » au lieu de « de schriftelijk proef ». 


lire « mondelinge proef » au lieu de « mondelingen proef ». 


lire « Deze kandidaten moeten bovendien de psychologische proeven 

hebben afgelegd wanneer deze georganiseerd worden. »àla place de 

« Deze kandidaten moeten bovendien de psychologische proeven 

hebben afgelegd deze georganiseerd worden ». 


lire « het gerechtelijk jaar 2012-2013 »àla place de « het gerechtelijke 

2012-2013 ». 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 

[C − 2013/09191] 

24 APRIL 2013. — Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging 

van het programma van het tweede examen inzake beroepsbekwaamheid 

voor het gerechtelijk jaar 2012-2013. — Errata 

Het genoemd besluit werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 

26 april 2013, bladzijde 25311 et 25312. 

Op blz. 25311 dient men in de Franse tekst van artikel 2 van het 

besluit « arrêté»te lezen in plaats van « arreté». 

Op blz. 25311 dient men in de Nederlandse tekst van de bijlage « de 

keuze » te lezen in plaats van « de jeuze ». 

Op blz. 25312 dient men in de Franse tekst van de bijlage « Une partie 

orale » te lezen in plaats van « Une partie orgale ». 

Op blz. 25312 dient men in de Franse tekst van de bijlage « la 

première épreuve » te lezen in plaats van « la première épreuven ». 

Op blz. 25312 dient men in de Nederlandse tekst van de bijlage « de 

schriftelijke proef » te lezen in de plaats van « de schriftelijk proef ». 

Op blz. 25312 dient men in de Nederlandse tekst van de bijlage 

« mondelinge proef » te lezen in plaats van « mondelingen proef ». 

Op blz. 25312 dient men in de Nederlandse tekst van de bijlage 

« Deze kandidaten moeten bovendien de psychologische proeven 

hebben afgelegd wanneer deze georganiseerd worden. » te lezen in 

plaats van « Deze kandidaten moeten bovendien de psychologische 

proeven hebben afgelegd deze georganiseerd worden ». 

Op blz. 25312 dient men in de Nederlandse tekst van de bijlage « het 

gerechtelijk jaar 2012-2013 » te lezen in plaats van « het gerechtelijke 

2012-2013 ». 

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION 

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN 

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 

COMMUNAUTE FRANÇAISE — FRANSE GEMEENSCHAP 

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE 

[2013/29289] 

28 MARS 2013. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté française relatif à la mobilité vers les services du 

Gouvernement de la Communauté française, le Conseil supérieur de l’Audiovisuel ou chacun des organismes 

d’intérêt public qui relèvent du Comité de Secteur XVII 

Le Gouvernement de la Communauté française, 

Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l’article 87, § 3, remplacé par la loi 

spéciale du 8 août 1988; 

Vu le décret du 27 mars 2002 portant création de l’Entreprise publique des Technologies nouvelles de l’Information 

et de la Communication de la Communauté française (ETNIC), l’article 13, remplacé par le décret du 27 février 2003; 

Vu le décret du 11 juillet 2002 relatif à la formation en cours de carrière dans l’enseignement spécialisé, 

l’enseignement secondaire ordinaire et les centres psycho-médico-sociaux et à la création d’un Institut de formation en 

cours de carrière, l’article 45, alinéa 2, remplacé par le décret du 27 février 2003; 

Vu le décret du 17 juillet 2002 portant réforme de l’Office de la Naissance et de l ’Enfance, en abrégé : « O.N.E. », 

l’article 24, § 2, modifié par le décret du 27 février 2003 et par le décret du 26 mars 2009; 

Vu le décret coordonné du 26 mars 2009 sur les services de médias audiovisuels, l’article 140, § 3; 

Vu l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 22 juillet 1996 portant statut administratif des agents 

des Services du Gouvernement de la Communauté française; 

Vu l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 3 octobre 2002 fixant le statut administratif et 

pécuniaire du personnel de l’Entreprise publique des Technologies nouvelles de l’Information et de la Communication 

de la Communauté française; 

Vu l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 2 juin 2004 relatif aux congés et aux absences des 

agents des Services du Gouvernement de la Communauté française, du Conseil supérieur de l’Audiovisuel et des 

organismes d’intérêt public relevant du Comité de Secteur XVII; 

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 10 septembre 2012; 

Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 13 septembre 2012; 

Vu l’accord du Ministre de la Fonction publique, donné le 13 septembre 2012; 

Vu l’avis du Conseil de direction de l’Institut de la formation en cours de carrière donné le 26 septembre 2012; 

Vu l’avis du Conseil de direction du Ministère de la Communauté française, donné le 1 er octobre 2012; 

Vu l’avis du Conseil de direction de l’Office de la Naissance et de l’Enfance donné le 8 octobre 2012; 

Vu l’avis du Conseil de direction de l’Entreprise publique des technologies nouvelles de l’Information et de la 

Communication de la Communauté française donné le 17 octobre 2012;


Vu l’avis du Conseil de direction du Conseil supérieur de l’audiovisuel de la Communauté française donné le 

22 octobre 2012; 

Vu le protocole n° 414 du Comité de Secteur XVII, conclu le 9 novembre 2012; 

Vu l’avis 52.631/2 du Conseil d’Etat, donné le 14 janvier 2013 en application de l’article 84, alinéa 1 er ,1°, des lois 

sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; 

Sur la proposition du Ministre de la Fonction publique; 

Après délibération, 

Arrête : 

CHAPITRE I er . — Définitions 

Article 1 er . Pour l’application du présent arrêté, il faut entendre par : 

1° Services de la Communauté française : les Services du Gouvernement de la Communauté française, le Conseil 

supérieur de l’audiovisuel et l’organismes d’intérêt public relevant du Comité de Secteur XVII, lesquels constituent 

chacun une entité distincte au regard du présent arrêté; 

2° agent : tout membre du personnel visé àl’article 1 er de l’arrêté royal du 22 décembre 2000 fixant les principes 

généraux du statut administratif et pécuniaire des agents de l’Etat applicables au personnel des services des 

Gouvernements de Communauté et de Région et des Collèges de la Commission communautaire commune et de la 

Commission communautaire française ainsi qu’aux personnes morales de droit public qui en dépendent, qui bénéficie 

d’une nomination définitive conférée conformément au statut applicable à l’une de ces entités et qui appartient au rôle 

linguistique francophone; 

3° membre du personnel contractuel : tout membre du personnel contractuel des services de l’Etat, des 

Gouvernements de communauté et de Région et des Collèges de la Commission communautaire commune et de la 

Commission communautaire française ainsi que des personnes morales de droit public qui en dépendent; 

4° autorité compétente : autorité qui a le pouvoir de nomination ou d’engagement, ou à qui ce pouvoir de 

nomination ou d’engagement a été délégué, laquelle a consécutivement le pouvoir de transfert; 

5° entité d’accueil : entité dans laquelle l’agent ou le membre du personnel contractuel est transféré; 

6° entité d’origine : entité dont l’agent ou le membre du personnel contractuel faisait partie avant son transfert; 

7° service du personnel : le(s) membre(s) du personnel ou le(s) service(s), au sein des Services de la Communauté 

française, chargé(s) du processus de recrutement et d’engagement des agents et membres du personnel contractuel au 

sein de ces Services; 

8° service fonctionnel : le service où l’agent ou le membre du personnel est appelé àexercer ses fonctions; 

9° mobilité intracommunautaire : transfert d’un agent ou d’un membre du personnel contractuel d’un emploi d’un 

service d’une entité des Services de la Communauté française dans un emploi correspondant d’un service d’une autre 

de ces entités; 

10° mobilité externe : transfert d’un agent ou d’un membre du personnel contractuel d’un emploi d’un service 

n’appartenant pas à une entité des Services de la Communauté française dans un emploi d’un service relevant d’une 

de ces entités. 

CHAPITRE II. — Dispositions générales 

Art. 2. La mobilité intracommunautaire ou externe s’opère entre emplois de grade équivalent. 

Art. 3. § 1 er . Le transfert d’un agent par mobilité intracommunautaire ou externe emporte de plein droit 

nomination au grade, identique ou équivalent à son grade antérieur, de l’emploi vacant attribué par mobilité. 

Le transfert d’un membre du personnel contractuel s’opère par la conclusion d’un nouveau contrat à durée 

indéterminée. 

§ 2. Pour l’application du présent arrêté, le membre du personnel contractuel visé au § 1 er doit : 

- être engagé àdurée indéterminée; 

- être arrivé au terme de sa période d’essai; 

- appartenir au rôle linguistique francophone. 

Art. 4. § 1 er .Lebénéficiaire de la mobilité intracommunautaire ou externe est intégralement soumis au statut 

administratif et pécuniaire des agents des services du Gouvernement de la Communauté française. 

§ 2. L’ancienneté de l’agent ou du membre du personnel contractuel transféré est calculée conformément au 

titre VII de l’arrêté du Gouvernement du 22 juillet 1996 portant statut administratif des agents des services du 

Gouvernement de la Communauté française et au chapitre II de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française 

du 22 juillet 1996 portant statut pécuniaire des agents des Services du Gouvernement de la Communauté française. 

L’agent ou le membre du personnel contractuel transféré conserve les anciennetés administratives et pécuniaires 

qu’il a acquises avant son transfert. Il ne peut lui être attribué une ancienneté autre que celle dont il peut répondre 

effectivement. 

§ 3. Il est attribué àl’agent une échelle de traitement liée au grade de l’emploi dans lequel il est transféré. Par 

dérogation, l’agent transféré conserve, le cas échéant, son traitement jusqu’à ce qu’il obtienne, dans l’échelle de 

traitement attachée à son nouvel emploi, un traitement au moins égal. 

Art. 5. La mobilité intracommunautaire ou externe a lieu à la demande de l’agent ou du membre du personnel 

contractuel ou dans l’intérêt du service. 

Dans tous les cas, l’accord de l’agent ou du membre du personnel contractuel transféré est requis. 

Art. 6. L’autorité compétente ne peut recourir qu’exceptionnellement à une mobilité dans l’intérêt du service et en 

cas de nécessité de faire appel à un agent ou un membre du personnel contractuel ayant des qualifications ou une 

expérience précise correspondant au profil de fonction de l’emploi à pourvoir. 

Dans ce cas, elle informe, préalablement à toute initiative, l’entité où est affecté l’agent ou le membre du personnel 

pour lequel la procédure est envisagée. 

26639


Art. 7. § 1 er .L’autorité compétente peut décider de pourvoir à tout emploi définitif ou accessible au recrutement 

contractuel qu’elle déclare vacant par mobilité intracommunautaire, par mobilité externe, ou par mobilité intracommunautaire 

et externe à la fois. 

§ 2. L’autorité compétente ne peut décider de pourvoir à un emploi de promotion qu’elle déclare vacant par 

mobilité intracommunautaire ou externe, que dans le cadre de la mobilité dans l’intérêt du service. 

La décision de pourvoir à un emploi de promotion par mobilité intracommunautaire ou externe relève de l’autorité 

habilitée à déclarer l’emploi vacant, sur déclaration préalable de la nécessité de recourir à cette procédure par l’organe 

de direction compétent de l’entité concernée. 

§ 3. Les emplois à pourvoir par mandat sont exclus du champ d’application du présent arrêté. 

Art. 8. Est seul susceptible de bénéficier d’une mobilité intracommunautaire ou externe, l’agent ou le membre du 

personnel contractuel qui : 

1° se trouve dans une position administrative d’activité de service ou équivalente; 

2° est titulaire d’un emploi d’un grade équivalent à celui de l’emploi à pourvoir; 

3° ne fait pas l’objet d’une procédure disciplinaire en cours; 

4° n’est pas sanctionné d’une peine disciplinaire non encore radiée. 

Ces conditions doivent être remplies dans le chef du candidat à la date fixée dans la déclaration de vacance. 

Art. 9. § 1 er . Le transfert d’un agent ou d’un membre du personnel contractuel s’opère moyennant le respect d’une 

période d’essai fixée selon les dispositions administratives en vigueur dans l’entité d’accueil, ans pouvoir dépasser six 

mois. 

§ 2. L’autorité qui exerce le pouvoir d’engagement ou de nomination dans l’emploi considéré peut décider, 

moyennant l’accord du candidat au transfert, de réduire ou de supprimer la période d’essai visée au§ 1 er . 

§ 3. La période d’essai viséeau§ 1 er n’est applicable à l’agent transféré que dans l’hypothèse où une période d’essai 

analogue est prévue dans l’entité d’origine, en cas de mobilité inverse. 

CHAPITRE III. — Des modalités de la mobilité intracommunautaire ou externe 

Art. 10. Tout agent ou membre du personnel visé par le présent arrêté peut introduire une demande de mobilité : 

-enrépondant à une offre de mobilité par appel à candidature; 

- indépendamment de toute offre, en posant sa candidature auprès du Service du Personnel de l’une des entités 

des Services de la Communauté française. 

Cette candidature est introduite selon les modalités définies par le Service du personnel de chaque entité. 

Dans tous les cas, il est accusé réception de cette candidature. 

Art. 11. Les candidatures, introduites indépendamment de toute offre, sont centralisées dans une banque de 

données qui est soit spécifique à chacune des entités des Services de la Communauté française et gérée par leur Service 

du personnel respectif, soit gérée en commun par ces entités. 

La candidature est valable pour une période de 24 mois, prenant cours à la date de l’accusé de réception. 

Art. 12. § 1 er . Excepté en cas de procédure de mobilité dans l’intérêt du service, quand un emploi est déclaré 

vacant par mobilité intracommunautaire et/ou externe, il est procédé àun appel à candidature par tout vecteur de 

communication permettant à toute personne intéressée de se manifester. 

L’appel à candidatures doit à tout le moins contenir le profil de fonction de l’emploi à pourvoir, le ou les grade(s) 

correspondant à cette fonction ainsi que la ou les échelle(s) y afférente(s), et, s’il échet, la qualification ou le diplôme 

requis. 

Il doit également contenir le délai et la forme dans lesquels la candidature doit être introduite. 

§ 2. Consécutivement à l’appel à candidature visé au § 1 er , le Service du personnel examine, en collaboration avec 

le Service fonctionnel, toutes les candidatures correspondant au profil de fonction de l’emploi à pourvoir, en ce compris 

les candidatures de la banque de donénes visée à l’article 11, et procède à une sélection impliquant au moins une 

audition des candidats. 

§ 3. A l’exception des emplois contractuels visés à l’article 2 de l’arrêté royal du 22 décembre 2000 fixant les 

principes généraux du statut administratif et pécuniaire des agents de l’Etat, les emplois pourvus par mobilité ne 

peuvent être octroyés qu’à des agents qui ont été recrutés dans leur entité d’origine au moyen d’une procédure validée 

par SELOR. 

Art. 13. La banque de données visée à l’article 11 est nécessairement consultée dans tous les cas de mobilité. 

Art. 14. Avant tout transfert d’un candidat, le Service du Personnel de l’entité d’accueil vérifie que le candidat 

remplit les conditions fixées à l’article 8. 

Il informe le candidat et l’entité d’origine. 

Le candidat transféré qui était inscrit dans la banque de données est rayé àce moment de cette banque. 

Art. 15. L’entité d’origine transmet le dossier individuel à l’entité d’accueil. 

Art. 16. Sans préjudice des délais de préavis prévus par la loi du 3 juillet 1978 sur le contrat de travail, le candidat 

entre en fonction dans l’entité d’accueil à une date fixée en concertation avec l’entité d’origine, si une telle concertation 

est prévue dans une réglementation ou une législation analogue applicable à cette entité, et au plus tard dans les 4 mois 

à dater de l’information de l’entité d’origine.


CHAPITRE IV. — Modifications de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 22 juillet 1996 

portant statut administratif des agents des Services du Gouvernement de la Communauté française 

Art. 17. §1 er . Dans l’intitulé du titre IV de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 

22 juillet 1996 portant statut administratif des agents des Services du Gouvernement de la Communauté française, 

modifié par les arrêtés du Gouvernement de la Communauté française du 15 mai 2002 fixant les règles de mobilité des 

agents entre le Ministère de la Communauté française et les organismes d’intérêt public relevant du comité de 

Secteur XVII et du 1 er juillet 2010 modifiant divers arrêtés relatifs au statut des agents du Gouvernement de la 

Communauté française et des personnes de droit public qui en relèvent, les mots « et de la commission en matière de 

transfert » sont supprimés. 

§ 2. L’article 12bis de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 22 juillet 1996 précité est supprimé. 

Art. 18. Al’article 37 du même arrêté, les mots « par transfert » sont remplacés par les mots « par mobilité 

intracommunautaire ou externe ». 

Art. 19. L’article 38bis du même arrêté est supprimé. 

Art. 20. L’article 39 du même arrêté est modifié comme suit : 

- les alinéas 4 et 5 sont supprimés; 

- à l’alinéa 6, les mots « ou de la Commission en matière de transfert » sont supprimés. 

Art. 21. L’article 40 du même arrêté est modifié comme suit : 

- au deuxième alinéa, les mots « ou de la Commission en matière de transfert » sont supprimés; 

- au troisième alinéa, les « ou, selon le cas, de la Commission en matière de transfert » sont supprimés. 

Art. 22. Le Chapitre IIIbis « du transfert », du Titre VIII, du même arrêté est remplacé par le Chapitre suivant : 

« Chapitre IIIbis. — de la mobilité intracommunautaire ou externe 

Art. 68bis. Le Gouvernement prend un arrêté relatif à la mobilité vers les services du Gouvernement de la 

Communauté française, le Conseil supérieur de l’Audiovisuel ou chacun des organismes d’intérêt public qui relèvent 

du Comité de secteur XVII. ». 

CHAPITRE V. — Modifications de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 3 octobre 2002 fixant le statut 

administratif et pécuniaire du personnel de l’Entreprise publique des Technologies nouvelles de l’Information et de la 

Communication de la Communauté française 

Art. 23. L’article 10bis de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 3 octobre 2002 fixant le statut 

administratif et pécuniaire du personnel de l’Entreprise publique des Technologies nouvelles de l’Information et de la 

Communication de la Communauté française est supprimé. 

Art. 24. Le 3 e alinéa del’article 18 de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 3 octobre 2002 

précité est supprimé. 

Art. 25. Al’article 18bis de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 3 octobre 2002 précité, les 

mots « ou selon le cas de la Commission en matière de transfert » sont à chaque fois supprimés. 

CHAPITRE VI. — Modification de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 2 juin 2004 relatif aux congés et 

absences des agents des Services du Gouvernement de la Communauté française, du CSA et des OIP relevant du Comité de 

secteur XVII 

Art. 26. Al’article 1 er , § 3, 9°, del’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 2 juin 2004 relatif aux 

congés et absences des agents des Services du Gouvernement de la Communauté française, du Conseil supérieur de 

l’audiovisuel et des organismes des intérêts publics relevant du Comité de secteur XVII, les mots « ou une période 

d’essai » sont ajoutés. 

CHAPITRE VII. — Disposition finale 

Art. 27. Le Ministre de la Fonction publique est chargé de l’exécution du présent arrêté. 

Bruxelles, le 28 mars 2013. 

Le Ministre de la Fonction publique, 

J.-M. NOLLET 

VERTALING 

MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP 

[2013/29289] 

28 MAART 2013. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de mobiliteit naar de Diensten 

van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector of elk van de 

instellingen van openbar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren 

De Regering van de Franse Gemeenschap, 

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, 

vervangen door de bijzondere wet van 8 augustus 1988; 

Gelet op het decreet van 27 maart 2002 houdende de oprichting van het « Entreprise publique des technologies 

nouvelles de l’Information et de la Communication de la Communauté française » (ETNIC) (Overheidsbedrijf voor de 

Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap), artikel 13, vervangen bij het decreet 

van 27 februari 2003; 

Gelet op het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, 

het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor 

opleidingen tijdens de loopbaan, artikel 45, tweede lid, vervangen bij het decreet van 27 februari 2003; 

26641


Gelet op het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l’Enfance », 

afgekort : « ONE », artikel 24, § 2, gewijzigd bij het decreet van 27 februari 2003 en bij het decreet van 26 maart 2009; 

Gelet op het op 26 maart 2009 gecoördineerde decreet over de audiovisuele mediadiensten, artikel 140, § 3; 

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de 

ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap; 

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 oktober 2002 tot vaststelling van het 

administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en 

Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap; 

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse gemeenschap van 2 juni 2004 betreffende de verloven en 

afwezigheden van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad 

voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren; 

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 september 2012; 

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 13 september 2012; 

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 13 september 2012; 

Gelet op het advies van de Directieraad van het « Institut de la Formation en cours de carrière » (Instituut voor de 

vorming gedurende de loopbaan), gegeven op 26 september 2012; 

Gelet op het advies an de Directieraad van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, gegeven op 1 oktober 2012; 

Gelet op het advies van de Directieraad van de « Office de la Naissance et de l’Enfance », gegeven op 

8 oktober 2012; 

Gelet op het advies van de Directieraad van het « Entreprise publique des technologies nouvelles de l’Information 

et de la Communication de la Communauté française » (ETNIC), gegeven op 17 oktober 2012; 

Gelet op het advies van de Directieraad van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector van de Franse 

Gemeenschap, gegeven op 22 oktober 2012; 

Gelet op het protocol nr. 414 van het Comité van Sector XVII, gesloten op 9 november 2012; 

Gelet op het advies nr. 52.631/2 van de Raad van State, gegeven op 14 januari 2013 met toepassing van 

artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State; 

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken; 

Na de beraadslaging, 

Besluit : 

HOOFDSTUK I. — Definities 

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 

1° Diensten van de Franse Gemeenschap : de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge 

Raad voor de audiovisuele sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren, 

die voor de toepassing van dit besluit elk een afzonderlijke eenheid vormen; 

2° ambtenaar : elk personeelslid bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling 

van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn 

op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de 

Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke 

rechtspersonen die ervan afhangen, dat in vast verband benoemd is overeenkomstig het statuut dat op één van 

die eenheden van toepassing is en dat tot de Franse taalrol behoort; 

3° contractueel personeelslid : elk contractueel personeelslid van de diensten van de Staat, de Gemeenschaps- en 

Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie 

alsook de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen; 

4° bevoegde overheid : overheid die de benoemings- of aanwervingsbevoegdheid heeft, of waaraan die 

benoemings- of aanwervingsbevoegdheid werd gedelegeerd, die dan over de overdrachtsbevoegdheid beschikt; 

5° onthaaleenheid : eenheid waarin de ambtenaar of het contractueel personeelslid wordt overgedragen; 

6° eenheid van herkomst : eenheid waarvan de ambtenaar of het contractueel personeelslid vóór zijn overdracht 

deel uitmaakte; 

7° personeelsdienst : het personeelslid (de personeelsleden) of de dienst(en), binnen de Diensten van de Franse 

Gemeenschap, dat/die belast wordt/worden met de werving en de twerkstelling van de ambtenaren en contractuele 

personeelsleden binnen deze Diensten; 

8° functionele dienst : de dienst waarin de ambtenaar of het personeelslid zijn ambt zal uitoefenen; 

9° intracommunautaire mobiliteit : overdracht van een ambtenaar of een contractueel personeelslid van een 

betrekking van een dienst van een eenheid van de Diensten van de Franse Gemeenschap naar een overeenstemmende 

betrekking van een dienst van een andere eenheid van deze Diensten; 

10° externe mobiliteit : overdracht van een ambtenaar of een contractueel personeelslid van een betrekking van 

een dienst die niet behoort tot een eenheid van de Diensten van de Franse Gemeenschap naar een betrekking van een 

dienst die onder één van die eenheden ressorteert. 

HOOFDSTUK II. — Algemene bepalingen 

Art. 2. De intracommunautaire mobiliteit of de externe mobiliteit geschiedt tussen betrekkingen met een 

gelijkwaardige graad. 

Art. 3. § 1. De overdracht van een ambtenaar door middel van de intracommunautaire of externe mobiliteit brengt 

de benoeming in de graad - dezelfde graad of een graad die met zijn vroegere graad gelijkwaardig is - van de via de 

mobiliteit toegekende vacante betrekking, van rechtswege met zich mede. 

De overdracht van een contractueel personeelslid geschiedt door de sluiting van een nieuwe arbeidsovereenkomst 

voor onbepaalde tijd. 

§ 2. Voor de toepassing van dit besluit, moet het in § 1 bedoelde contractuele personeelslid : 

- voor onbepaalde tijd worden aangeworven; 

- zijn proeftijd hebben volbracht; 

- tot de Franse taalrol behoren.


Art. 4. § 1. De persoon die de intracommunautaire of externe mobiliteit geniet, wordt volledig onderworpen aan 

het administratief statuut en het geldelijk statuut van de ambtenaren van de diensten van de Regering van de Franse 

Gemeenschap. 

§ 2. De anciënniteit van de overgedragen ambtenaar of van het overgedragen contractueel personeelslid wordt 

berekend overeenkomstig titel VII van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 

houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en hoofdstuk II 

van het besluit an de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de 

ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. 

De overgedragen ambtenaar of het overgedragen contractuele personeelslid behoudt zijn administratieve 

anciënniteit en zijn geldelijke anciënniteit die hij vóór zijn overdracht had verworven. Hem kan geen andere 

anciënniteit worden toegekend dan die waarop hij recht heeft. 

§ 3. Er wordt de ambtenaar een weddeschaal toegekend in verband met de graad van de betrekking waarin hij 

wordt overgedragen. In afwijking daarvan behoudt de overgedragen ambtenaar, in voorkomend geval, zijn wedde 

totdat hij, in de weddeschaal in verband met zijn nieuwe betrekking, een wedde krijgt die ten minste gelijk is. 

Art. 5. De intracommunautaire mobiliteit of de externe mobiliteit geschiedt op aanvraag van de ambtenaar of van 

het contractuele personeelslid of in het belang van de dienst. 

In ieder geval is de toestemming van de overgedragen ambtenaar of van het overgedragen personeelslid vereist. 

Art. 6. De bevoegde overheid kan alleen uitzonderlijk de mobiliteit in het belang van de dienst gebruiken en 

alleen als dit nodig is een beroep doen op een ambtenaar of een contractueel personeelslid die/dat kwalificaties of een 

welbepaalde ervaring heeft die overeenstemmen met het ambtsprofiel van de toe te kennen betrekking. 

In dit geval verwittigt ze, voorafgaand aan elk initiatief, de eenheid waarvoor de ambtenaar of het contractuele 

personeelslid aangewezen is die voor de procedure in aanmerking komt. 

Art. 7. § 1. De bevoegde overheid kan beslissen in vast verband of in contractueel verband elke betrekking die ze 

vacant verklaart, toe te kennen door middel van intracommunautaire mobiliteit, externe mobiliteit of intracommunautaire 

en externe mobiliteit tegelijk. 

§ 2. De bevoegde overheid kan alleen in het kader van de mobiliteit in het belang van de dienst beslissen een 

bevorderingsbetrekking die ze vacant verklaart door middel van de intractommunautaire mobiliteit of externe 

mobiliteit toe te kennen. 

De beslissing tot toekenning van een bevorderingsbetrekking door middel van de intracommunautaire mobiliteit 

of de externe mobiliteit wordt genomen door de overheid die bevoegd is om de betrekking vacant te verklaren, nadat 

het bevoegde directieorgaan van de betrokken eenheid heeft verklaard dat het noodzakelijk was die procedure aan te 

wenden. 

§ 3. Dit besluit is niet van toepassing op de bij mandaat toe te kennen betrekkingen. 

Art. 8. Komt alleen in aanmerking voor intracommunautaire mobiliteit of externe mobiliteit, de ambtenaar of het 

contractuele personeelslid die/dat : 

1° zich bevindt in de stand dienstactiviteit of ermee gelijkgesteld; 

2° titularis is van een betrekking met een graad die gelijkwaardig is met die van de toe te kennen betrekking; 

3° niet onderworpen is aan een lopende tuchtprocedure; 

4° niet getroffen wordt door een nog niet doorgehaalde tuchtsanctie. 

De kandidaat moet voldoen aan die voorwaarden op de datum die in de vacantverklaring wordt vastgelegd. 

Art. 9. § 1. De overdracht van een ambtenaar of van een contractueele personeelslid geschiedt mits naleving van 

een proeftijd die wordt vastgelegd volgens de administratieve bepalingen die in de onthaaleenheid worden vastgesteld, 

waarbij ze niet langer dan zes maanden kan duren. 

§ 2. De overheid die de wervings- of benoemingsbevoegdheid in de betrokken betrekking uitoefent, kan beslissen, 

met de toestemming van de kandidaat voor de overdracht, de proeftijd bedoeld in § 1, te verminderen of af te schaffen. 

§ 3. De in § 1 bedoelde proeftijd is alleen op de overgedragen ambtenaar toepasselijk als een gelijkaardige proeftijd 

in de eenheid van herkomst bepaald is, in geval van omgekeerde mobiliteit. 

HOOFDSTUK III. — Nadere regels voor de intracommunautaire mobiliteit of de externe mobiliteit 

Art. 10. Elke ambtenaar of elk personeelslid bedoeld bij dit besluit kan een aanvraag om mobiliteit indienen : 

- door te antwoorden op een mobiliteitsaanbod door een oproep tot kandidaten; 

- ongeacht elk aanbod, door zijn kandidatuur in te dienen bij de personeelsdienst van één van de eenheden van 

de Diensten van de Franse Gemeenschap. 

Die kandidatuur wordt ingediend volgens door de personeelsdienst van elke eenheid nader te bepalen regels. 

In ieder geval wordt ontvangst gemeld van die kandidatuur. 

Art. 11. De kandidaturen die onafhankelijk van elk aanbod worden ingediend, worden gecentraliseerd in een 

databank die ofwel specifiek is voor elk van de eenheden van de Diensten van de Franse Gemeenschap en door hun 

respectieve personeelsdienst wordt beheer, ofwel door die eenheden gemeenschappelijk wordt beheerd. 

De kandidatuur is geldig gedurende een periode van 24 maanden, ingaande op de datum van de ontvangstmelding. 

Art. 12. § 1. Behoudens in geval van mobiliteit in het belang van de dienst, als een betrekking bij 

intracommunautaire en/of externe mobiliteit vacant wordt verklaard, wordt een oproep tot kandidaten gedaan door 

elk communicatiemiddel dat het iedere kandidaat mogelijk maakt zich te laten kennen. 

In de oproep tot kandidaten moeten ten minste de volgende gegevens worden vermeld : het ambtsprofiel van de 

toe te kennen betrekking, de graad(graden) die met dat ambt overeenstemt(mmen) alsook de erbij horende 

weddeschaal(alen), en in voorkomend geval, de vereiste kwalificatie of het vereiste diploma. 

Hij moet ook de termijn binnen welke en de vorm waarin de kandidatuur moet worden ingediend, vermelden. 

§ 2. Ingevolde de in § 1 bedoelde oproep tot kandidaten, onderzoekt de personeelsdienst, met de medewerking van 

de functionele dienst, alle kandidaturen die aan het ambtsprofiel van de toe te kennen betrekking beantwoorden, met 

inbegrip van de kandidaturen van de in artikel 11 bedoelde databank, en organiseert hij een selectie waarbij ten minste 

de kandidaten worden gehoord. 

26643


§ 3. Met uitzondering van de contractuele betrekkingen bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 

22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de 

rijksambtenaren, kunnen de bij mobiliteit toegekende betrekkingen alleen aan ambtenaren die in hun eenheid van 

herkomst bij een door SELOR bekrachtigde procedure werden aangeworden. 

Art. 13. De in artikel 11 bedoelde databank wordt in alle gevallen van mobiliteit geraadplaagd. 

Art. 14. Voordat een kandidaat wordt overgedragen, kijkt de personeelsdienst van de onthaaleenheid na of de 

kandidaat aan de in artikel 8 bedoelde voorwaarden voldoet. 

Hij brengt de kandidaat en de eenheid van herkomst het resultaat van zijn controle ter kennis. 

De overgedragen kandidaat die in de databank ingeschreven was, wordt dan uit die bank geschrapt. 

Art. 15. De eenheid van herkomst zendt het individuele dossier ana de onthaaleenheid. 

Art. 16. Onverminderd de opzeggingstermijn bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, 

treedt de kandidaat in dienst in de onthaaleenheid op een datum die in overleg met de eenheid van herkomst 

wordt vastgesteld, als dat overleg bepaald wordt in een gelijkaardige regeling of wetgeving die op deze eenheid wordt 

toegepast, uiterlijk binnen de vier maanden te rekenen vanaf de datum van de informatie van de eenheid van herkomst. 

HOOFDSTUK IV. — Wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 

houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. 

Art. 17. § 1. In het opschrift van titel IV van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 

22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, 

gewijzigd bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 mei 2002 houdende vaststelling van de 

regels inzake mobiliteit van de ambtenaren tussen het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de instellingen van 

openbaar nut behorend tot het Comité van Sector XVII en van 1 juli 2010 tot wijziging van diverse besluiten houdende 

het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de regering van de Franse Gemeenschap en van de 

pubiekrechtelijke personen die ervan afhangen, worden de woorden « en Commissie inzake overdracht » geschrapt. 

§ 2. Artikel 12bis van het voormelde besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 wordt 

afgeschaft. 

Art. 18. In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de woorden « door overdracht » vervangen door de woorden 

« door intracommunautaire mobiliteit of door externe mobiliteit ». 

Art. 19. Artikel 38bis van hetzelfde besluit wordt afgeschaft. 

Art. 20. Artikel 39 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 

- het vierde lid en het vijfde lid worden afgeschaft; 

- in het zesde lid worden de woorden « bij de Commissie die bevoegd is voor de overdrachten » geschrapt. 

Art. 21. Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 

- in het tweede lid worden de woorden « of de Commissie inzake overdrachtregeling » geschrapt; 

- in het derde lid worden de woorden « of, naar gelang van het geval, van de Commissie inzake overdrachtregeling 

» geschrapt. 

Art. 22. Hoofdstuk IIIbis « De overdracht », van Titel VIII, van hetzelfde besluit, wordt vervangen door het 

volgende hoofdstuk : « Hoofdstuk IIIbis. Intracommunautaire of externe mobilititeit. 

Art. 68bis. De Regering neemt een besluit betreffende de mobiliteit naar de Diensten van de Regering van de Franse 

Gemeenschap, de Hoge Raad voor de audioviduele sector of elk van de instellingen van openbaar nut die onder het 

comité van sector XVII ressorteren. ». 

HOOFDSTUK V. — Wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 oktober 2002 tot vaststelling 

van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Overheidsbedrijf voor de Nieuw Informatie- en 

Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap 

Art. 23. Artikel 10bis van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 oktober 2002 tot 

vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe 

Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap wordt afgeschaft. 

Art. 24. Het derde lid van artikel 18 van het voormelde besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 

3 oktober 2002 wordt afgeschraft. 

Art. 25. In artikel 18bis van het voormelde besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 

3 oktober 2002, worden de woorden « of, naar gelang van het geval, voor de Commissie inzake overdrachtregeling » 

telkens afgeschraft. 

HOOFDSTUK VI. — Wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juni 2004 betreffende de 

verloven en afwezigheden van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad 

voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut dir onder het Comité van Sector XVII ressorteren. 

Art. 26. In artikel 1, § 3, 9°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juni 2004 

betreffende de verloven en afwezigheden van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse 

Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité 

van Sector XVII ressorteren, worden de woorden « of een proeftijd » toegevoegd. 

HOOFDSTUK VII. — Slotbepaling 

Art. 27. De Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit. 

Brussel, 28 maart 2013. 

De Minister van Ambtenarenzaken, 

J.-M. NOLLET


DEUTSCHSPRACHIGE GEMEINSCHAFT 

COMMUNAUTE GERMANOPHONE — DUITSTALIGE GEMEENSCHAP 

MINISTERIUM DER DEUTSCHSPRACHIGEN GEMEINSCHAFT 

[2013/202365] 

25. MÄRZ 2013 — Dekret zur Einrichtung eines Dienstes mit getrennter Geschäftsführung 

″Service und Logistik im Gemeinschaftsunterrichtswesen″ (1) 

Das Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft hat das Folgende angenommen und wir, Regierung, 

sanktionieren es: 

Artikel 1 - Einrichtung des Dienstes mit getrennter Geschäftsführung. 

Die in Artikel 1 des Regierungserlasses vom 6. Dezember 2012 zur Organisation des Dienstes mit getrennter 

Geschäftsführung Service und Logistik im Gemeinschaftsunterrichtswesen″ aufgeführte Dienststelle wird in Ausführung 

von Artikel 74 des Dekrets vom 25. Mai 2009 über die Haushaltsordnung der Deutschsprachigen Gemeinschaft 

als Dienst mit getrennter Geschäftsführung ″Service und Logistik im Gemeinschaftsunterrichtswesen″ eingerichtet. 

Art. 2 - Übergangsbestimmung. 

Die Mitglieder des Fach- und Dienstleistungspersonals gemäß dem Königlichen Erlass vom 29. August 1966 zur 

Festlegung des Statuts der Mitglieder des Verwaltungs-, Aufsichts-, Fach- und Dienstleistungspersonals der staatlichen 

Einrichtungen für Vor-, Primar-, Förder-, Mittel-, technischen, Kunst- und Normalunterricht, die zum Zeitpunkt des 

Inkrafttretens des vorliegenden Dekrets einem anderen Dienst mit getrennter Geschäftsführung des Gemeinschaftsunterrichtswesens 

zugewiesen sind, werden von Amts wegen dem Dienst mit getrennter Geschäftsführung 

″Service und Logistik im Gemeinschaftsunterrichtswesen″ zugewiesen. 

Art. 3 - Inkrafttreten. 

Vorliegendes Dekret tritt mit Wirkung vom 1. Januar 2013 in Kraft. 

Wir fertigen das vorliegende Dekret aus und ordnen an, dass es durch das Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird. 

Eupen, den 25. März 2013 

Der Ministerpräsident, 

Minister für lokale Behörden 

K.-H. LAMBERTZ 

Der Minister für Unterricht, Ausbildung und Beschäftigung 

O. PAASCH 

Die Ministerin für Kultur, Medien und Tourismus 

Frau I. WEYKMANS 

Der Minister für Familie, Gesundheit und Soziales 

H. MOLLERS 

Fußnote 

(1) Sitzungsperiode 2012-2013 

Nummerierte Dokumente: 144 (2012-2013), Nr. 1 Dekretentwurf. 

144 (2012-2013), Nr. 2 Bericht. 

Ausführlicher Bericht: 25. März 2013 Nr. 50 Diskussion und Abstimmung. 

TRADUCTION 

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE 

25 MARS 2013. — Décret portant création d’un service à gestion séparée 

″Service et Logistique dans l’enseignement communautaire″ 

[2013/202365] 

Le Parlement de la Communauté germanophone a adopté et Nous, Gouvernement, sanctionnons ce qui suit : 

Article 1 er . Création du service à gestion séparée. 

Le service mentionné àl’article 1 er de l’arrêté du Gouvernement du 6 décembre 2012 portant organisation du 

service à gestion séparée ″Service et Logistique dans l’enseignement communautaire″ est créé en application de 

l’article 74 du décret du 25 mai 2009 relatif au règlement budgétaire de la Communauté germanophone en tant que 

service à gestion séparée dénommé ″Service et Logistique dans l’enseignement communautaire″. 

Art. 2. Disposition transitoire. 

Les gens de métier et de service au sens de l’arrêté royal du 29 août 1966 fixant le statut des membres du personnel 

administratif, du personnel de maîtrise, gens de métier et de service des établissements d’enseignement gardien, 

primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l’Etat qui, au moment de l’entrée en vigueur du présent 

décret, sont affectés auprès d’un autre service à gestion séparée del’enseignement communautaire sont d’office affectés 

auprès du service à gestion séparée ″Service et Logistique dans l’enseignement communautaire″. 

26645


Art. 3. Entrée en vigueur. 

Le présent décret produit ses effets le 1 er janvier 2013. 

Promulguons le présent décret et ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge. 

Eupen, le 25 mars 2013. 

Le Ministre-Président, 

Ministre des Pouvoirs locaux, 


Le Ministre de l’Enseignement, de la Formation et de l’Emploi, 

O. PAASCH 

La Ministre de la Culture, des Médias et du Tourisme, 

Mme I. WEYKMANS 

Le Ministre de la Famille, de la Santé et des Affaires sociales, 

H. MOLLERS 

Note 

Session 2012-2013. 

Documents parlementaires : 144 (2012-2013), n o 1. Projet de décret. 

144 (2012-2013), n o 2. Rapport. 

Compte rendu intégral : 25 mars 2013, n o 50. Discussion et vote. 

VERTALING 

MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP 

25 MAART 2013. — Decreet tot oprichting van een dienst met afzonderlijk beheer 

″Service en Logistiek in het Gemeenschapsonderwijs″ 

[2013/202365] 

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : 

Artikel 1. Oprichting van de dienst met afzonderlijk beheer. 

De dienst vermeld in artikel 1 van het besluit van de Regering van 6 december 2012 houdende organisatie van de 

dienst met afzonderlijk beheer Service en Logistiek in het Gemeenschapsonderwijs wordt ter uitvoering van artikel 74 

van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap opgericht als 

dienst met afzonderlijk beheer Service en Logistiek in het Gemeenschapsonderwijs. 

Art. 2. Overgangsbepaling. 

De leden van het vak- en dienstpersoneel in de zin van het koninklijk besluit van 29 augustus 1966 houdende het 

statuut van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de 

rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs 

die bij inwerkingtreding van dit decreet onder een andere dienst met afzonderlijk beheer van het gemeenschapsonderwijs 

ressorteren, worden van ambtswege toegewezen aan de dienst met afzonderlijk beheer Service en Logistiek 

in het Gemeenschapsonderwijs. 

Art. 3. Inwerkingtreding. 

Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013. 

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. 

Eupen, 25 maart 2013. 

De Minister-President, 

Minister van Lokale Besturen, 


De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, 

O. PAASCH 

De Minister van Cultuur, Media en Toerisme, 

Mevr. I. WEYKMANS 

De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, 

H. MOLLERS 

Nota 

Zitting 2012-2013. 

Parlementaire stukken : 144 (2012-2013), nr. 1. Ontwerp van decreet. 

144 (2012-2013), nr. 2. Verslag. 

Integraal verslag : 25 maart 2013, nr. 50. Bespreking en aanneming.



25. MÄRZ 2013 — Dekret zur Anerkennung und Bezuschussung einer Einrichtung 

zur Selbstregulierung des Berufsethos der Journalisten (1) 

[2013/202446] 

Das Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft hat das Folgende angenommen und wir, Regierung, 

sanktionieren es: 

Artikel 1 - Im Sinne dieses Dekretes versteht man unter: 

1. Journalist: jede natürliche Person, die sich als Selbständiger oder als Lohnempfänger regelmäßig und 

unmittelbar an der Sammlung, redaktionellen Bearbeitung, Bereitstellung oder öffentlichen Verbreitung von 

Informationen durch ein Medium beteiligt; 

2. Medium: jede natürliche oder juristische Person, deren Tätigkeit darin besteht, die journalistische Information, 

auf welchem Träger auch immer, bereitzustellen und/oder zu verbreiten. 

Art. 2 - Die Regierung kann eine einzige Vereinigung als Einrichtung zur Selbst-regulierung des Berufsethos der 

Journalisten in der Deutschsprachigen Gemeinschaft (ESBJ), die für das Berufsethos der Journalisten auf dem Gebiet 

der Information zuständig ist, anerkennen, insofern: 

1. sie als Vereinigung ohne Gewinnerzielungsabsicht konstituiert ist; 

2. sie ihren Sitz in Belgien hat; 

3. sie sich aus folgenden Mitgliedern zusammensetzt: 

a) öffentlichen und privaten Medien, 

b) Medienverbänden, die Mitglieder vertreten, die der Zuständigkeit der Deutsch-sprachigen Gemeinschaft 

unterliegen oder im Bereich der Information und der Medien in der Deutschsprachigen Gemeinschaft tätig sind, 

c) mindestens einer deutschsprachigen Berufsorganisation, die die Journa-listen vertritt; 

4. sie die demokratischen Grundsätze einhält, wie sie in der Europäischen Konvention zum Schutz der 

Menschenrechte und Grundfreiheiten, in der Verfassung, im Gesetz vom 30. Juli 1981 zur Ahndung bestimmter Taten, 

denen Rassismus oder Xenophobie zugrunde liegen oder im Gesetz vom 23. März 1995 zur Ahndung der Leugnung, 

Verharmlosung, Rechtfertigung oder Billigung des während des zweiten Weltkrieges vom deutschen nationalsozialistischen 

Regime begangenen Völkermordes verankert sind; 

5. sie einen Verwaltungsrat hat, dessen Mitglieder nicht gleichzeitig Mitglieder einer Organisation sind, die die 

oben erwähnten demokratischen Grundsätze nicht einhält; 

6. ihr Vereinigungszweck in Zusammenhang mit dem journalistischen Berufsethos steht; 

7. sie mindestens eine der folgenden Aufgaben durch ein Fachorgan, nachstehend ″Rat für Berufsethos der 

Journalisten″ (RBJ) genannt, satzungsgemäß ausübt: 

a) die zum Zeitpunkt des Inkrafttretens dieses Dekretes geltenden Berufsethosregeln, die auf die Verarbeitung der 

Information in den Medien Anwendung finden, kodifizieren, präzisieren und vervollständigen, wobei den 

Besonderheiten der unterschiedlichen Medientypen Rechnung getragen wird; 

b) die Öffentlichkeit und den Medienbereich durch die Bereitstellung von Dokumenten sowie mittels einer Website 

über ihr Bestehen, ihre Funktionsweise und ihre Aktionsfelder informieren; 

c) die Beschwerden bearbeiten und zwischen den betroffenen Parteien vermitteln, um eine zufriedenstellende 

Lösung zu erreichen, wobei den journalistischen Verantwortungsregeln der unterschiedlichen Medientypen Rechnung 

getragen wird; 

d) Gutachten über jede Frage zum journalistischen Berufsethos abgeben; 

e) der Regierung und dem Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft einen jährlichen Tätigkeitsbericht 

vorlegen und auf der Website zur Verfügung stellen, der insbesondere Informationen über die Zusammensetzung des 

RBJ, die Anzahl der erhaltenen und bearbeiteten Beschwerden, die durchschnittliche Frist für die Beschwerdenbearbeitung 

und den Inhalt der abgegebenen Gutachten oder den Grund der Nichtbearbeitung einer Beschwerde 

enthält und die Problemstellungen auflistet, mit der sich der RBJ, aufgrund von Gutachtenanträgen, aufgrund von 

bearbeiteten Beschwerden oder von Amts wegen befasst hat; 

8. sie in der Satzung vorsieht, dass die Mitgliedschaft im RBJ nicht vereinbar ist mit: 

a) einem durch Wahl vergebenen Mandat oder einer Kandidatur für ein durch Wahl vergebenes Mandat im 

Europäischen Parlament, in der Abgeordnetenkammer oder im Senat, in einem Regional- oder Gemeinschaftsparlament, 

einem Provinzialrat oder einem Gemeinderat; 

b) einem Amt in irgendeiner der Exekutiven, die an diese Körperschaften gebunden sind; 

c) einem Amt als Bürgermeister oder Schöffe; 

d) einem Amt als Provinzgouverneur oder als Gouverneur des Bezirks Brüssel- 

Hauptstadt; 

e) jedem Amt, das die ordnungsgemäße Ausübung der Aufgabe, die Unabhängigkeit, die Unparteilichkeit oder die 

Würde des Amtes beeinträchtigen kann; 

f) der Zugehörigkeit zu einer Organisation, die die demokratischen Grund-sätze nicht einhält, wie diese 

insbesondere in der Europäischen Konvention zum Schutz der Menschenrechte und Grundfreiheiten, im Gesetz vom 

30. Juli 1981 zur Ahndung bestimmter Taten, denen Rassismus oder Xenophobie zugrunde liegen und im Gesetz vom 

23. März 1995 zur Ahndung der Leugnung, Verharmlosung, Rechtfertigung oder Billigung des während des zweiten 

Weltkrieges vom deutschen nationalsozialistischen Regime begangenen Völkermordes verankert sind. 

Art. 3 - Die Anerkennung als ESBJ gilt für eine erneuerbare Dauer von sechs Jahren. Die Regierung kann die 

Anerkennung entziehen, wenn eine oder mehrere der in diesem Dekret festgelegten Bedingungen nicht mehr erfüllt 

sind. Der Entzug kann erst sechs Monate nach Aufforderung der anerkannten Vereinigung durch die Regierung, sich zu 

den Vorwürfen zu äußern und die beanstandeten Mängel zu beheben, erfolgen. 

26647


Art. 4 - Der Antrag auf Anerkennung als ESBJ enthält die Unternehmensnummer der antragstellenden 

Vereinigung sowie folgende Unterlagen: 

1. eine Liste der Tätigkeiten, die im Laufe des Jahres nach der Einreichung des Antrags auf Anerkennung 

vorgesehen sind; 

2. den Jahresabschluss des Jahres vor der Einreichung des Antrags, wenn die Vereinigung seit mehr als einem Jahr 

besteht; 

3. den Haushaltsplan für das Antragsjahr; 

4. die Satzung der Vereinigung; 

5. eine eidesstattliche Erklärung, dass keines der Mitglieder des Verwaltungsrates Mitglied einer Organisation ist, 

die die in Artikel 2 Nr. 4 genannten demokratischen Grundsätze nicht einhält. 

Art. 5 - Die als ESBJ anerkannte Vereinigung teilt der Regierung und dem Parlament der Deutschsprachigen 

Gemeinschaft die Bestellung der Mitglieder des RBJ unverzüglich mit. 

Art. 6 - Damit die Funktionsweise, die paritätische Finanzierung und die Unab-hängigkeit der ESBJ gewährleistet 

werden, kann die Regierung im Rahmen der verfügbaren Haushaltsmittel der repräsentativsten Berufsorganisation der 

Journalisten einen jährlichen Zuschuss von 5.000 Euro gewähren, der dazu dient, ihren Anteil an der Finanzierung der 

ESBJ zu bezahlen. Zur Anpassung an die verfügbaren Haushaltsmittel kann die Regierung den in Satz 1 genannten 

Betrag mit einem Koeffizienten multiplizieren. 

Art. 7 - § 1 - Bei der Ausübung seiner durch das Dekret vom 27. Juni 2005 über die audiovisuellen Mediendienste 

und die Kinovorstellungen festgelegten Befugnisse kann der Medienrat der Deutschsprachigen Gemeinschaft, 

nachstehend ″Medienrat″ genannt, den RBJ anrufen. 

§ 2 - Der Medienrat übermittelt dem RBJ alle Beschwerden zur Information, die sich nicht auf seine gesetzlichen 

Befugnisse beziehen. 

Der RBJ übermittelt dem Medienrat alle Beschwerden zum audiovisuellen Sektor, die sich nicht auf seine 

gesetzlichen Befugnisse beziehen. 

Wenn eine dem Medienrat unterbreitete Beschwerde sowohl einer Rechtsvorschrift der Deutschsprachigen 

Gemeinschaft über Rundfunk als auch einer Berufsethosregel auf dem Gebiet der Information, insbesondere in Bezug 

auf Fragen hinsichtlich der Objektivität, unterliegt oder die Auslegung einer in der Geschäftsordnung der Anbieter 

audiovisueller Dienste enthaltenen Bestimmung über die Information erforderlich macht: 

1. bittet der Medienrat unverzüglich den RBJ um ein Gutachten. Der RBJ bearbeitet diese Beschwerde gemäß dem 

bei ihm anwendbaren Verfahren; 

2. übermittelt der RBJ dem Medienrat ein Gutachten, das er mit Empfehlungen versehen kann; 

3. übermittelt der Medienrat dem Beschwerdeführer das Gutachten des RBJ; 

4. falls der RBJ sich für unzuständig erklärt, weist er die Beschwerde an den Medienrat zurück, der über die 

Zulässigkeit der Beschwerde entscheidet; 

5. falls der RBJ feststellt, dass der Anbieter audiovisueller Mediendienste in die journalistische Unabhängigkeit 

eingreift, bearbeitet der Medienrat die Beschwerde gemäß seiner gesetzlichen Aufgaben unter Beachtung des 

öffentlichen Interesses und stützt sich dabei insbesondere auf das Gutachten des RBJ. 

Beabsichtigt der Medienrat, dem Gutachten des RBJ nicht zu folgen, hat er ihn zwecks Konzertierung vorab 

anzuhören. Wenn der Medienrat dem Gutachten des RBJ nicht folgt, muss er seine Entscheidung mit Gründen 

versehen. 

§ 3 - Abweichend von § 2 und im Rahmen seiner gesetzlichen Befugnisse kann der Medienrat eine Beschwerde, 

die sowohl einer Rechtsvorschrift der Deutschsprachigen Gemeinschaft über Rundfunk als auch einer berufsethischen 

Regel auf dem Gebiet der Information unterliegt, unmittelbar bearbeiten, insofern sie sich auf die Verantwortung des 

Anbieters eines audiovisuellen Mediendienstes bezieht und: 

- der Medienrat binnen zwölf Monaten, nachdem der RBJ ein erstes Gutachten zu einer Beschwerde, die gemäß 

dem in § 2 erwähnten Verfahren bearbeitet wurde, abgegeben hat, eine neue, ähnliche Beschwerde erhält, die nach 

Meinung des RBJ denselben Anbieter betrifft und dieselben Beschwerdegründe hat; 

- oder drei Vorsitzende von im Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft vertretenen demokratischen 

Fraktionen eine Beschwerde an den Medienrat richten, die in seine dekretale Zuständigkeit fällt. 

In diesen Fällen holt der Medienrat das Gutachten des RBJ ein. 

Beabsichtigt der Medienrat, dem Gutachten des RBJ nicht zu folgen, hat er ihn zwecks Konzertierung vorab 

anzuhören. Wenn der Medienrat dem Gutachten des RBJ nicht folgt, muss er seine Entscheidung mit Gründen 

versehen. 

§ 4 - Wird der RBJ durch den Medienrat angerufen, so übermittelt er ihm eine Empfangsbestätigung. Er gibt sein 

Gutachten innerhalb von neunzig Tagen nach Erhalt des Antrags ab. Diese Frist kann einmal um weitere neunzig Tage 

verlängert werden. 

§ 5 - Der Medienrat kann gemeinsame Überlegungen mit dem RBJ über allgemeine Gesellschaftsfragen in Bezug 

auf die Berufsethik, wie z.B. die Entwicklung der Medienpraxis, initiieren oder daran teilnehmen. 

§ 6 - Der RBJ und der Medienrat erstatten gemeinsam einen jährlichen Bericht über die im vorhergehenden Jahr 

erhaltenen Beschwerden. 

§ 7 - Der RBJ und der Medienrat tagen zweimal im Jahr zusammen, um die Wirksamkeit der eingeführten 

Verfahren zu beurteilen. 

Art. 8 - In das Dekret vom 27. Juni 1986 über das Belgische Rundfunk- und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen 

Gemeinschaft wird ein neuer Artikel 7.2 mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

«Artikel 7.2 - Das Zentrum hat sich als Mitglied an der in Artikel 2 des Dekrets vom 25. März 2013 zur 

Anerkennung und Bezuschussung einer Einrichtung zur Selbstregulierung des Berufsethos der Journalisten genannte 

Einrichtung zur Selbstregulierung des Berufsethos der Journalisten in der Deutschsprachigen Gemeinschaft zu 

beteiligen.» 

Art. 9 - Artikel 2 des Dekrets vom 27. Juni 2005 über die audiovisuellen Mediendienste und die Kinovorstellungen 

wird wie folgt geändert: 

1. Eine Nummer 11.1. mit folgendem Wortlaut wird eingefügt: 

«11.1. ESBJ: Einrichtung zur Selbstregulierung des Berufsethos der Journalisten in der Deutschsprachigen 

Gemeinschaft»; 

2. eine Nummer 33.0.1. mit folgendem Wortlaut wird eingefügt: 

«33.0.1. RBJ: Rat für Berufsethos der Journalisten».


Art. 10 - Artikel 25 desselben Dekrets, aufgehoben durch das Dekret vom 3. Dezember 2009, wird mit folgendem 

Wortlaut wieder eingeführt: 

«Artikel 25 - Im Falle der Ausstrahlung von Nachrichtensendungen hat der private Fernsehveranstalter Mitglied 

der ESBJ zu sein.» 

Art. 11 - Artikel 30.1 desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 3. Dezember 2009, wird um eine 

Nummer 3 mit folgendem Wortlaut ergänzt: 

«3. Mitglied der ESBJ sein.» 

Art. 12 - Artikel 32 desselben Dekrets, ersetzt durch das Dekret vom 3. Dezember 2009, wird um einen zweiten 

Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: 

«Im Falle der Ausstrahlung von Nachrichtensendungen hat der Lokalsender Mitglied der ESBJ zu sein.» 

Art. 13 - Artikel 114 § 1 desselben Dekrets wird wie folgt geändert: 

1. Nummer 3, abgeändert durch das Dekret vom 3. Dezember 2009, wird aufgehoben; 

2. In Nummer 5, abgeändert durch das Dekret vom 13. Februar 2012, wird der Wortlaut ″insofern diese Themen 

nicht in die Zuständigkeit der Beschlusskammer fallen″ durch den Wortlaut ″insofern diese Themen nicht in die 

Zuständigkeit der Beschlusskammer oder des RBJ fallen″ ersetzt. 

Art. 14 - Artikel 2 § 2 des Dekrets vom 7. Februar 1994 über die Hilfe für die Tagespresse wird um eine neue 

Nummer 6 mit folgendem Wortlaut ergänzt: 

«über ihren Verband Mitglied der in Artikel 2 des Dekrets vom 25. März 2013 zur Anerkennung und 

Bezuschussung einer Einrichtung zur Selbstregulierung des Berufsethos der Journalisten genannte Einrichtung zur 

Selbstregulierung des Berufsethos der Journalisten in der Deutschsprachigen Gemeinschaft sein.» 

Art. 15 - Dieses Dekret tritt mit Wirkung vom 1. Januar 2013 in Kraft. 

Wir fertigen das vorliegende Dekret aus und ordnen an, dass es durch das Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird. 

Eupen, den 25. März 2013 




Der Minister für Unterricht, Ausbildung und Beschäftigung 

O. PAASCH 



Der Minister für Familie, Gesundheit und Soziales 

H. MOLLERS 

Fußnote 

(1) Sitzungsperiode 2012-2013 

Nummerierte Dokumente: 137 (2012-2013), Nr. 1 Dekretentwurf. 

137 (2012-2013), Nr. 2 Abänderungsvorschlag. 

137 (2012-2013), Nr. 3 Bericht. 

Ausführlicher Bericht: 25. März 2013 Nr. 50 Diskussion und Abstimmung. 

TRADUCTION 


25 MARS 2013. — Décret portant reconnaissance et subventionnement 

d’une instance d’autorégulation de la déontologie journalistique (1) 

[2013/202446] 

Le Parlement de la Communauté germanophone a adopté et Nous, Gouvernement, sanctionnons ce qui suit : 

Article 1 er . Pour l’application du présent décret, on entend par : 

1 o journaliste : toute personne physique qui, dans le cadre d’un travail indépendant ou salarié, contribue 

régulièrement et directement à la collecte, la rédaction, la production ou la diffusion d’informations, par le biais d’un 

média, au profit du public ; 

2 o média : personne physique ou morale dont l’activité est la production et/ou la diffusion de l’information 

journalistique, quel que soit le support utilisé. 

Art. 2. Le Gouvernement peut reconnaître en tant qu’instance d’autorégulation de la déontologie journalistique en 

Communauté germanophone (IADJ), compétente pour la déontologie journalistique en matière d’information, 

une seule association répondant aux conditions suivantes : 

1 o elle est constituée en association sans but lucratif; 

2 o elle a son siège en Belgique; 

3 o elle se compose des membres suivants : 

a) des médias publics et privés; 

b) des fédérations de médias, représentant des membres ressortissant à la compétence de la Communauté 

germanophone ou actifs en Communauté germanophone dans le secteur de l’information et des médias; 

c) au moins une organisation professionnelle germanophone représentative des journalistes; 

26649


4 o elle respecte les principes de la démocratie tels qu’énoncés par la Convention européenne de sauvegarde des 

Droits de l’Homme et des Libertés fondamentales, par la Constitution, par la loi du 30 juillet 1981 tendant à réprimer 

certains actes inspirés par le racisme et la xénophobie ou par la loi du 23 mars 1995 tendant à réprimer la négation, la 

minimisation, la justification ou l’approbation du génocide commis par le régime national-socialiste allemand pendant 

la seconde guerre mondiale; 

5 o elle a un conseil d’administration dont aucun administrateur n’est membre d’une organisation qui ne respecte 

pas les principes de la démocratie détaillés ci-avant; 

6 o elle s’est fixé un but social en relation avec la déontologie journalistique; 

7 o elle exerce statutairement au moins une des missions suivantes par le biais d’un organe spécialisé, ci-après 

dénommé le Conseil de déontologie journalistique (CDJ) : 

a) codifier, affiner et compléter les règles déontologiques applicables au traitement de l’information dans les médias 

telles qu’elles existent à l’entrée en vigueur du présent décret, en tenant compte des spécificités propres aux différents 

types de médias; 

b) informer le public et le secteur des médias en assurant la publicité de son existence, de son fonctionnement et 

de ses actions par la mise à disposition de documents et par le biais d’un site Internet; 

c) traiter les plaintes et intervenir en tant que médiateur entre les parties concernées par la plainte afin d’aboutir 

à une solution satisfaisante dans le respect des règles de responsabilité journalistique spécifiques à chaque type de 

médias; 

d) donner des avis sur toute question relative à la déontologie journalistique; 

e) transmettre au Gouvernement et au Parlement de la Communauté germanophone et rendre accessible sur son 

site Internet un rapport annuel comportant notamment des informations sur la composition du CDJ, le nombre de 

plaintes reçues, le nombre de plaintes traitées, le délai moyen de traitement des plaintes et le contenu des avis rendus 

ou la raison du non traitement d’une plainte; le rapport reprendra également un relevé des thématiques traitées par 

le CDJ, que celles-ci résultent de demandes d’avis, de plaintes traitées ou d’une saisine d’office. 

8 o prévoit dans ses statuts que la qualité de membre du CDJ est incompatible avec : 

a) un mandat électoral ou une candidature à un mandat électoral au sein d’un conseil communal, d’un conseil 

provincial, d’un parlement régional ou communautaire, de la Chambre des représentants ou du Sénat, du Parlement 

européen; 

b) une fonction dans l’un des exécutifs attachés à ces assemblées représentatives; 

c) une fonction de bourgmestre ou d’échevin; 

d) la fonction de Gouverneur de province ou de Gouverneur de l’arrondissement de Bruxelles-Capitale; 

e) toute fonction qui puisse compromettre le bon exercice de sa mission ou porter atteinte à son indépendance, à 

son impartialité ou à la dignité de ses fonctions; 

f) l’appartenance à un organisme qui ne respecte pas les principes de la démocratie tels qu’énoncés par la 

Convention européenne de sauvegarde des Droits de l’Homme et des Libertés fondamentales, par la loi du 

30 juillet 1981 tendant à réprimer certains actes inspirés par le racisme et la xénophobie ou par la loi du 23 mars 1995 

tendant à réprimer la négation, la minimisation, la justification ou l’approbation du génocide commis par le régime 

national-socialiste allemand pendant la seconde guerre mondiale. 

Art. 3. La reconnaissance comme IADJ vaut pour une durée de six ans, renouvelable. Elle peut être retirée par le 

Gouvernement si une ou plusieurs conditions fixées par le présent décret ne sont plus respectées. Le retrait ne peut 

intervenir qu’à l’échéance d’un délai de six mois à dater de la mise en demeure par laquelle le Gouvernement invite 

l’association reconnue à s’expliquer et à s’organiser pour répondre au défaut constaté. 

Art. 4. La demande de reconnaissance comme IADJ doit indiquer le numéro d’entreprise de l’association 

demanderesse et être accompagnée des documents suivants : 

1 o une liste reprenant les activités prévues pour l’année suivant l’introduction de la demande de reconnaissance; 

2 o les comptes de l’année précédant la demande, si l’association existe depuis plus d’un an; 

3 o le budget de l’année de la demande; 

4 o les statuts de l’association; 

5 o une déclaration sur l’honneur qu’aucun des administrateurs n’est membre d’une organisation qui ne respecte 

pas les principes de la démocratie mentionnés à l’article 2, 4 o . 

Art. 5. L’association reconnue en qualité d’IADJ informe le Gouvernement et le Parlement de la désignation des 

membres du CDJ dès qu’elle intervient. 

Art. 6. Afin d’assurer le fonctionnement et le financement paritaire de l’IADJ ainsi que son indépendance, 

le Gouvernement peut attribuer à l’association professionnelle de journalistes la plus représentative, dans la limite des 

crédits disponibles, une subvention annuelle de 5.000 euros destinée à assurer sa part de financement dans le 

fonctionnement de l’IADJ. Le Gouvernement peut multiplier le montant mentionné dans la première phrase par un 

coefficient pour l’adapter aux crédits budgétaires. 

Art. 7. § 1 er . Dans l’exercice de ses compétences fixées par le décret du 27 juin 2005 sur les services de médias 

audiovisuels et les représentations cinématographiques, le Conseil des médias de la Communauté germanophone, 

ci-après ″le Conseil des médias″, peut saisir le CDJ. 

§ 2. Le Conseil des médias renvoie au CDJ toutes les plaintes relatives à l’information qui sont sans rapport avec 

ses attributions légales. 

Le CDJ renvoie au Conseil des médias les plaintes relatives à l’audiovisuel qui sont sans rapport avec ses 

attributions légales. 

Dans le cas où une plainte déposée au Conseil des médias concerne à la fois une disposition législative de la 

Communauté germanophone en matière de radiodiffusion et une disposition déontologique en matière d’information, 

notamment pour les questions relatives à l’objectivité, ounécessite une interprétation d’une disposition relative à 

l’information et figurant dans le règlement d’ordre intérieur adopté par les fournisseurs de services audiovisuels : 

1 o le Conseil des médias sollicite immédiatement l’avis du CDJ, qui examine la plainte selon la procédure prévue 

en son sein; 

2 o le CDJ communique son avis, accompagné de ses éventuelles recommandations, au Conseil des médias; 

3 o le Conseil des médias communique l’avis du CDJ au plaignant; 

4 o si le CDJ se déclare incompétent, il renvoie la plainte au Conseil des médias, qui statue sur la recevabilité de la 

plainte;


5 o si le CDJ constate une ingérence du fournisseur de services de médias audiovisuels dans l’indépendance 

journalistique, le Conseil des médias, sur la base de ses missions légales et dans le respect de l’intérêt public, instruit la 

plainte en se fondant notamment sur l’avis remis par le CDJ. 

Si le Conseil des médias entend ne pas se conformer à l’avis du CDJ, il se concerte préalablement avec lui dans le 

cadre d’une procédure d’audition. S’il s’écarte de l’avis du CDJ, il motive sa décision. 

§ 3. Par dérogation au § 2 et dans le cadre de ses compétences légales, le Conseil des médias peut traiter 

directement une plainte qui concerne à la fois une disposition législative de la Communauté germanophone en matière 

de radiodiffusion et une disposition déontologique en matière d’information, lorsqu’elle porte sur la responsabilité du 

fournisseur de services de médias audiovisuels et : 

- lorsque, à la suite d’un premier avis remis par le CDJ sur une plainte traitée selon la procédure décrite au § 2, 

le Conseil des médias reçoit, dans les 12 mois, une nouvelle plainte similaire, considérée par le CDJ comme concernant 

le même fournisseur et comportant les mêmes griefs; 

- ou lorsque trois chefs de groupes politiques démocratiques représentés au Parlement de la Communauté 

germanophone adressent au Conseil des médias une plainte qui entre dans le champ de ses attributions décrétales. 

Dans ces cas de figure, le Conseil des médias sollicite l’avis du CDJ. 

Si le Conseil des médias entend ne pas se conformer à l’avis du CDJ, il se concerte préalablement avec lui dans le 

cadre d’une procédure d’audition. S’il s’écarte de l’avis du CDJ, il motive sa décision. 

§ 4. Lorsque le CDJ est saisi par le Conseil des médias, il lui adresse un accusé de réception. Il émet son avis dans 

les nonante jours de la réception de la demande. Ce délai peut être prorogé d’un nouveau délai de nonante jours. 

§ 5. Le Conseil des médias peut initier et participer à des réflexions conjointes avec le CDJ sur des questions de 

société générales ayant trait à la déontologie, par exemple, l’évolution des pratiques médiatiques. 

§ 6. Le CDJ et le Conseil des médias établissent un rapport annuel commun sur les plaintes reçues au cours de 

l’année précédente. 

§ 7. Le CDJ et le Conseil des médias siègent conjointement deux fois par an pour évaluer le bon fonctionnement 

des mécanismes mis en place. 

Art. 8. Un nouvel article 7.2, rédigé comme suit, est inséré dans le décret du 27 juin 1986 relatif au Centre belge 

pour la Radiodiffusion-Télévision de la Communauté germanophone : 

« Article 7.2. Le Centre doit être membre de l’instance d’autorégulation de la déontologie journalistique en 

Communauté germanophone mentionnée à l’article 2 du décret du 25 mars 2013 portant reconnaissance et 

subventionnement d’une instance d’autorégulation de la déontologie journalistique. » 

Art. 9. Al’article 2 du décret du 27 juin 2005 sur les services de médias audiovisuels et les représentations 

cinématographiques, les modifications suivantes sont apportées : 

1 o il est inséré un 11.1, rédigé comme suit : 

« 11.1. IADJ : Instance d’autorégulation de la déontologie journalistique en Communauté germanophone; »; 

2 o il est inséré un 33.0.1, rédigé comme suit : 

« 33.0.1 CDJ : Conseil de déontologie journalistique; ». 

Art. 10. L’article 25 du même décret, abrogé par le décret du 3 décembre 2009, est rétabli dans la rédaction 

suivante : 

« Article 25. En cas de diffusion de programmes d’actualités, l’organisme privé de radiodiffusion télévisuelle doit 

être membre de l’IADJ. » 

Art. 11. L’article 30.1 du même décret, inséré par le décret du 3 décembre 2009, est complété par un 3 o ,rédigé 

comme suit : 

« 3 o être membre de l’IADJ. » 

Art. 12. L’article 32 du même décret, remplacé par le décret du 3 décembre 2009, est complété par un second 

alinéa, rédigé comme suit : 

« En cas de diffusion de programmes d’actualités, la radio locale doit être membre de l’IADJ. » 

Art. 13. Al’article 114, § 1 er ,dumême décret, les modifications suivantes sont apportées : 

1 o le 3 o , modifié par le décret du 3 décembre 2009, est abrogé; 

2 o au 5 o , modifié par le décret du 13 février 2012, les mots ″, dans la mesure où ces thèmes ne sont pas du ressort 

de la chambre décisionnelle″ sont remplacés par les mots ″, dans la mesure où ces thèmes ne sont pas du ressort de la 

chambre décisionnelle ou du CDJ″. 

Art. 14. L’article 2, § 2, du décret du 7 février 1994 relatif à l’aide accordée à la presse quotidienne est complété 

par un 6 o ,rédigé comme suit : 

« via leur fédération, être membre de l’instance d’autorégulation de la déontologie journalistique en Communauté 

germanophone mentionnée à l’article 2 du décret du 25 mars 2013 portant reconnaissance et subventionnement d’une 

instance d’autorégulation de la déontologie journalistique. » 

Art. 15. Le présent décret produit ses effets le 1 er janvier 2013. 

Promulguons le présent décret et ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge. 

Eupen, le 25 mars 2013. 




Le Ministre de l’Enseignement, de la Formation et de l’Emploi, 

O. PAASCH 



Le Ministre de la Famille, de la Santé et des Affaires sociales, 

H. MOLLERS 

26651


Note 

Session 2012-2013. 

Documents parlementaires : 137 (2012-2013), n o 1. Projet de décret. 

137 (2012-2013), n o 2. Proposition d’amendement. 

137 (2012-2013), n o 3. Rapport. 

Compte rendu intégral : 25 mars 2013, n o 50. Discussion et vote. 

VERTALING 


25 MAART 2013. — Decreet tot erkenning en subsidiëring van een instantie 

voor de zelfregulering van journalistieke deontologie (1) 

[2013/202446] 

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : 

Artikel 1. Voor de toepassing van dit decreet verstaat men onder : 

1 o journalist : iedere natuurlijke persoon die, als zelfstandige of in een loontrekkend statuut, geregeld en 

rechtstreeks bijdraagt tot het verzamelen, opstellen, produceren of doorgeven van informatie, via een medium, met het 

oog op publieke nieuwsvoorziening; 

2 o medium : iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon van wie de activiteit bestaat in het produceren en/of 

doorgeven van journalistieke informatie, ongeacht de gebruikte drager. 

Art. 2. De Regering kan één vereniging erkennen als instantie voor de zelfregulering van journalistieke 

deontologie in de Duitstalige Gemeenschap (IZJD) die bevoegd is voor de beroepsethiek van de journalisten op het 

gebied van de informatie, voor zover ze : 

1 o opgericht is als een vereniging zonder winstoogmerk; 

2 o haar zetel in België heeft; 

3 o samengesteld is uit de volgende leden : 

a) publieke en privé-media; 

b) mediaverenigingen die leden vertegenwoordigen die onder de Duitstalige Gemeenschap ressorteren of die 

werkzaam zijn op het gebied van informatie en media in de Duitstalige Gemeenschap; 

c) minstens één Duitstalige beroepsorganisatie die de journalisten vertegenwoordigt; 

4 o de democratische beginselen naleeft zoals die vastgelegd zijn in het Europees Verdrag tot bescherming van de 

rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in de Grondwet, in de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van 

bepaalde door racisme of xenophobie ingegeven daden of door de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het 

ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog of door 

het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd; 

5 o een raad van bestuur heeft waarvan geen enkele bestuurder lid is van een organisatie die de bovengenoemde 

democratische beginselen niet naleeft; 

6 o zich een maatschappelijk doel in verband met journalistieke deontologie heeft gesteld; 

7 o overeenkomstig haar statuten ten minste één van de volgende taken uitoefent via een vakorgaan, hierna Raad 

voor journalistieke deontologie (RJD) te noemen : 

a) de deontologische regels die bij de inwerkingtreding van dit decreet gelden en die toepasselijk zijn op de 

informatieverwerking in de media, codificeren, verfijnen en aanvullen, rekening houdend met de kenmerken van de 

verschillende mediatypen; 

b) het publiek en de mediasector over haar bestaan, haar activiteiten en haar werkingssfeer inlichten door 

documenten en een website ter beschikking te stellen; 

c) de klachten behandelen en als bemiddelaar optreden tussen de betrokken partijen om tot een bevredigende 

oplossing te komen met inachtneming van de regels inzake journalistieke verantwoordelijkheid voor de verschillende 

mediatypen; 

d) adviezen verstrekken over alle kwesties in verband met journalistieke deontologie; 

e) een jaarverslag aan de Regering en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap bezorgen en op haar website 

ter beschikking stellen, een jaarverslag dat inzonderheid informatie bevat over de samenstelling van de RJD, het aantal 

ontvangen klachten, het aantal behandelde klachten, de gemiddelde termijn voor de behandeling van de klachten en 

de inhoud van de uitgebrachte adviezen of de reden waarom een klacht niet werd behandeld en dat een opsomming 

bevat van alle thema’s die de RJD op grond van aanvragen om advies, naar aanleiding van behandelde klachten of van 

ambtswege heeft behandeld;


8 o in haar statuten bepaalt dat de hoedanigheid van lid van de RJD onverenigbaar is met : 

a) een verkiezingsmandaat of een kandidaatstelling voor een verkiezingsmandaat in het Europees Parlement, in de 

Kamer van volksvertegenwoordigers of in de Senaat, in een gewest- of gemeenschapsparlement, een provincieraad of 

een gemeenteraad; 

b) een ambt in één van de executieven die verbonden zijn aan die vertegenwoordigende organen; 

c) een ambt van burgemeester of schepen; 

d) een ambt van provinciegouverneur of gouverneur van het arrondissement Brussel-Hoofdstad; 

e) elk ambt dat de correcte uitoefening van zijn taak in het gedrang kan brengen of de onafhankelijkheid, 

onpartijdigheid of waardigheid van het ambt kan aantasten; 

f) het feit van lid te zijn van een organisatie die de democratische beginselen niet naleeft zoals die inzonderheid 

vastgelegd zijn in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, 

in de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenophobie ingegeven daden en in de wet van 

23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die 

tijdens de tweede wereldoorlog of door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd. 

Art. 3. De erkenning als IZJD wordt verleend voor een verlengbare periode van zes jaar. De Regering kan de 

erkenning intrekken als één of meer voorwaarden van dit decreet niet meer vervuld zijn. De intrekking is eerst mogelijk 

zes maanden nadat de Regering de erkende vereniging verzocht heeft haar standpunt over de ten laste gelegde feiten 

te kennen te geven en de bekritiseerde gebreken weg te werken. 

Art. 4. De aanvraag om erkenning als IZJD bevat het ondernemingsnummer van de aanvragende vereniging en 

wordt ingediend samen met : 

1 o een lijst van de activiteiten die worden gepland gedurende het jaar volgend op de indiening van de aanvraag 

om erkenning; 

2 o de jaarrekening van het jaar voorafgaand aan de aanvraag, indien de vereniging meer dan één jaar bestaat; 

3 o de begroting van het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend; 

4 o de statuten van de vereniging; 

5 o een verklaring op erewoord dat geen van de bestuurders van de raad van bestuur lid is van een organisatie die 

de democratische beginselen vermeld in artikel 2, 4 o , niet naleeft. 

Art. 5. De vereniging die als IZJD erkend is, deelt de aanstelling van de leden van de RJD onmiddellijk mee aan 

de Regering en aan het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap. 

Art. 6. Om de werking, de paritaire financiering en de onafhankelijkheid van de IZJD te kunnen waarborgen, kan 

de Regering de representatiefste beroepsvereniging van journalisten, binnen de perken van de beschikbare 

begrotingsmiddelen, een jaarlijkse subsidie van 5.000 euro toekennen, bestemd om haar aandeel in de financiering van 

de IZJD te betalen. Met het oog op de aanpassing aan de beschikbare begrotingskredieten kan de Regering de bedragen 

bedoeld in de eerste zin met een coëfficiënt vermenigvuldigen. 

Art. 7. § 1. In de uitoefening van zijn bevoegdheden bepaald in het decreet van 27 juni 2005 over de audiovisuele 

mediadiensten en de filmvoorstellingen kan de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap, hierna Mediaraad te 

noemen, een zaak aan de RJD voorleggen. 

§ 2. De Mediaraad verwijst alle klachten betreffende informatie die geen verband houden met zijn wettelijke 

bevoegdheden naar de RJD. 

De RJD verwijst alle klachten betreffende de audiovisuele sector die geen verband houden met zijn wettelijke 

bevoegdheden naar de Mediaraad. 

Indien een klacht die bij de Mediaraad is ingediend, tegelijk betrekking heeft op een rechtsvoorschrift van de 

Duitstalige Gemeenschap inzake omroep en op een deontologische bepaling inzake informatie, inzonderheid voor 

vraagstukken in verband met objectiviteit, of indien zo’n klacht de interpretatie noodzakelijk maakt van een bepaling 

inzake informatie uit het huishoudelijk reglement van de aanbieders van audiovisuele diensten : 

1 o vraagt de Mediaraad onmiddellijk het advies van de RJD. De RJD onderzoekt die klacht volgens de procedure 

die hij zelf heeft vastgesteld; 

2 o deelt de RJD de Mediaraad zijn advies mee, samen met zijn eventuele aanbevelingen; 

3 o deelt de Mediaraad het advies van de RJD mee aan de indiener van de klacht; 

4 o als de RJD zich onbevoegd verklaart, verwijst hij de klacht naar de Mediaraad, die beslist over de 

ontvankelijkheid van de klacht; 

5 o als de RJD vaststelt dat de aanbieder van audiovisuele mediadiensten zich in de journalistieke onafhankelijkheid 

inmengt, onderzoekt de Mediaraad de klacht op grond van zijn wettelijke taken en met behartiging van het openbaar 

belang, inzonderheid op basis van het advies van de RJD. 

Indien de Mediaraad van plan is het advies van de RJD niet te volgen, moet hij de RJD vooraf horen met het oog 

op overleg. Wanneer de Mediaraad het advies van de RJD niet volgt, moet hij zijn beslissing met redenen omkleden. 

§ 3. In afwijking van § 2 en in het kader van zijn wettelijke bevoegdheden kan de Mediaraad een klacht die tegelijk 

betrekking heeft op een rechtsvoorschrift van de Duitstalige Gemeenschap inzake omroep en op een deontologische 

bepaling inzake informatie rechtstreeks onderzoeken wanneer die klacht de verantwoordelijkheid van de aanbieder 

van een audiovisuele mediadienst betreft en : 

- wanneer de Mediaraad binnen twaalf maanden na een eerste advies van de RJD over een klacht die volgens de 

procedure vermeld in § 2 onderzocht werd, een nieuwe, soortgelijke klacht ontvangt die volgens de RJD dezelfde 

aanbieder betreft en dezelfde bezwaargronden omvat; 

- of wanneer drie fractieleiders van democratische partijen die in het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap 

vertegenwoordigd zijn, een klacht aan de Mediaraad richten die binnen zijn decretale bevoegdheid valt. 

In die gevallen wint de Mediaraad het advies van de RJD in. 

Indien de Mediaraad van plan is het advies van de RJD niet te volgen, moet hij de RJD vooraf horen met het oog 

op overleg. Wanneer de Mediaraad het advies van de RJD niet volgt, moet hij zijn beslissing met redenen omkleden. 

26653


§ 4. Wanneer de Mediaraad een zaak aan de RJD voorlegt, bezorgt deze hem een ontvangstbevestiging. De RJD 

verstrekt zijn advies binnen negentig dagen na ontvangst van de aanvraag. Die termijn kan één keer worden verlengd 

met een nieuwe termijn van negentig dagen. 

§ 5. De Mediaraad kan het initiatief nemen voor en deelnemen aan gezamenlijke gedachtewisselingen met de RJD 

over algemene maatschappelijke vragen die betrekking hebben op beroepsethiek, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling 

van de mediapraktijken. 

§ 6. De RJD en de Mediaraad stellen samen een jaarverslag op over de klachten die het voorgaande jaar zijn 

ingekomen. 

§ 7. De RJD en de Mediaraad vergaderen twee keer per jaar samen om de doeltreffendheid van de ingevoerde 

mechanismen te evalueren. 

Art. 8. In het decreet van 27 juni 1986 betreffende het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige 

Gemeenschap wordt een artikel 7.2 ingevoegd, luidende : 

« Artikel 7.2. Het Belgische Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap is lid van de instantie 

voor de zelfregulering van journalistieke deontologie in de Duitstalige Gemeenschap vermeld in artikel 2 van het 

decreet van 25 maart 2013 tot erkenning en subsidiëring van een instantie voor de zelfregulering van journalistieke 

deontologie. » 

Art. 9. In artikel 2 van het decreet van 27 juni 2005 over de audiovisuele mediadiensten en de filmvoorstellingen 

worden de volgende wijzigingen aangebracht : 

1 o in artikel 2 wordt een bepaling onder 11.1. ingevoegd, luidende : 

« 11.1. IZJD : instantie voor de zelfregulering van journalistieke deontologie in de Duitstalige Gemeenschap; » 

2 o in artikel 2 wordt een bepaling onder 33.0.1. ingevoegd, luidende : 

« 33.0.1. RJD : raad voor journalistieke deontologie; ». 

Art. 10. Artikel 25 van hetzelfde decreet, opgeheven bij het decreet van 3 december 2009, wordt hersteld als volgt : 

« Artikel 25. Indien de private televisieomroeporganisatie nieuwsprogramma’s uitzendt, moet ze lid zijn van 

de IZJD. » 

Art. 11. Artikel 30.1. van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 3 december 2009, wordt aangevuld met 

een bepaling onder 3 o , luidende : 

« 3 o lid van de IZJD zijn. » 

Art. 12. Artikel 32 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 3 december 2009, wordt aangevuld met een 

tweede lid, luidende : 

« Indien de lokale radio nieuwsprogramma’s uitzendt, moet hij lid zijn van de IZJD. » 

Art. 13. Artikel 114, § 1, van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt : 

1 o de bepaling onder 3 o , gewijzigd bij het decreet van 3 december 2009, wordt opgeheven; 

2 o in de bepaling onder 5 o , gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2012, worden de woorden ″voor zover deze 

thema’s niet onder de bevoegdheid van de beslissingskamer vallen″ vervangen door de woorden ″voor zover deze 

thema’s niet onder de bevoegdheid van de beslissingskamer of de RJD vallen″. 

Art. 14. Artikel 2, § 2, van het decreet van 7 februari 1994 betreffende de hulp aan de dagbladpers wordt 

aangevuld met een bepaling onder 6 o , luidende : 

« 6 o via hun vereniging lid zijn van de instantie voor de zelfregulering van journalistieke deontologie in de 

Duitstalige Gemeenschap vermeld in artikel 2 van het decreet van 25 maart 2013 tot erkenning en subsidiëring van een 

instantie voor de zelfregulering van journalistieke deontologie. » 

Art. 15. Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013. 

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. 

Eupen, 25 maart 2013. 




De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, 

O. PAASCH 



De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, 

H. MOLLERS 

Nota 

(1) Zitting 2012-2013. 

Parlementaire stukken : 137 (2012-2013), nr. 1. Ontwerp van decreet. 

137 (2012-2013), nr. 2. Voorstel tot wijziging. 

137 (2012-2013), nr. 3. Verslag. 

Integraal verslag : 25 maart 2013, nr. 50. Bespreking en aanneming.



[2013/202098] 

5. FEBRUAR 2013 — Erlass der Regierung zur endgültigen Unterschutzstellung des Anwesens Waldenburghaus 

(Herrenhaus und Wirtschafsgebäude) als Denkmal und des gesamten Anwesens als Ensemble 

Die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft, 

Aufgrund des Dekrets vom 23. Juni 2008 über den Schutz der Denkmäler, Kleindenkmäler, Ensembles und 

Landschaften sowie über die Ausgrabungen; 

Aufgrund des Vorschlags zur Unterschutzstellung der KDLK vom 8. August 2011; 

Aufgrund des günstigen Gutachtens des Gemeindekollegiums der Stadt Eupen in seiner Sitzung vom 28. August, 

eingegangen am 2. September 2012; 

Aufgrund des fehlenden Gutachtens der Eigentümerinnen, Frau Walburga Franssen und Frau Ute Bunsen, was in 

Anwendung von Artikel 7 § 1 des Denkmalschutzdekretes als Zustimmung zur Unterschutzstellung gilt; 

Aufgrund des günstigen Gutachtens des Provinzkollegiums Lüttich vom 14 September 2012; 

Aufgrund der fehlenden Gutachten der Regierung der Wallonischen Region, was in Anwendung von Artikel 7 § 1 

des Denkmalschutzdekretes als Zustimmung zur Unterschutzstellung gilt; 

In Erwägung, dass das gesamte Anwesen mit allen Gebäuden, Architekturelementen und der Parkanlage ein 

Ensemble formen, welches aus künstlerischen, architektonischen und sozialhistorischen Gründen erhaltenswert ist; 

In Erwägung, dass der dreiflügelige Wirtschaftshof in U-Form aus Bruchstein im 17. und 18. Jahrhundert errichtet 

wurde und weitestgehend in seiner ursprünglichen Form und seiner historischen Bausubstanz erhalten ist; 

In Erwägung, dass die gesamte Anlage nicht durch moderne oder unangepasste Veränderungen in seiner 

Wahrnehmung gestört wird; 

In Erwägung, dass die Wirtschaftsanlagen insbesondere das Eingangsportal mit Wagenschuppen im Nordwesten, 

die beiden Wohntrakte des nordwestlichen und südöstlichen Flügels mit den wappenverzierten Eingängen sowie das 

Portal und der danebenliegende Schuppen im Südosten, der Bruchsteinsockel des Herrenhauses mit dem beidseitigen 

Treppenaufgang, die bruchsteinerne Brücke zwischen den Gebäudeanlagen, die Einfassungsmauern des Wassergrabens, 

die Zugangsbrücke mit den Blausteinpfeilern und die Skulpturenpodeste im besonderem Maße noch eine 

architektonische Einheit bilden und somit die gesamte Anlage von besonderer Bedeutung ist; 

In Erwägung, dass das Anwesen Waldenburghaus durch seine charakteristische Form, die Verzierungen und den 

guten Erhaltungszustand ein wichtiges Zeugnis einer Hofanlage ist, die das Repräsentationsbedürfnis seiner adeligen 

Grundbesitzer widerspiegelt; 

In Erwägung, dass die durch die beiden Portale der Wirtschaftsanlage entstandene Sichtachse in das noch offene 

Gelände besonders bemerkenswert ist und möglichst erhalten werden sollte; 

In Erwägung, dass der Schutzbereich nicht Teil des geschützten Guts ist, sondern seinem Schutz vor negativen 

Einwirkungen dienen soll; 

In Erwägung, dass der Schutzbereich so angelegt worden ist, dass eventuelle negative Einflüsse auf das geschützte 

Gut durch Bautätigkeiten im Umfeld abgewendet werden können; 

In Erwägung, dass der Schutzbereich das unmittelbare Umfeld des geschützten Gutes, wesentliche Sichtachsen 

und andere Gebiete oder Merkmale umfasst, die eine wichtige praktische Rolle spielen, um das Gut und seinen Schutz 

zu unterstützen; 

In Erwägung, dass der Schutzbereich so angelegt worden ist, dass die spezifischen kulturlandschaftlichen 

Merkmale berücksichtigt worden sind; 

In Erwägung, dass diese kulturlandschaftlichen Merkmale anhand angemessener Mechanismen erfasst worden 

sind; 

Auf Vorschlag des Ministers für Denkmalschutz, 

Beschließt: 

Artikel 1 - Das Waldenburghaus, gelegen in Eupen, Gemarkung 3, Flur C, Parzellen 5a, 6b, 6c, 8a, 10e, 10f, 11a 

und 12a wird als Denkmal und Ensemble unter Schutz gestellt. 

Als Denkmal werden geschützt: 

— alle Fassaden und Dächer der alten Wirtschaftsgebäude in U-Form, sprich die beiden Wohntrakte des 

nordwestlichen und südöstlichen Flügels mit den wappenverzierten Eingängen, das Eingangsportal mit Wagenschuppen 

im Nordwesten, das Portal mit Schuppen im Südosten und der kleine quadratische Anbau mit vierseitigem Dach in 

der Südecke; 

— der Bruchsteinsockel des Herrenhauses; 

— der beidseitige Treppenaufgang mit Geländer des Herrenhauses; 

— die bruchsteinerne Brücke mit Pfeilern und Tor zwischen dem Herrenhaus und der Hofanlage; 

— die Einfassungsmauern des Wassergrabens, inklusive der Zugangsbrücke von der Hochstraße her samt den 

Blausteinpfeilern; 

— die Skulpturenpodeste in Blaustein. 

Als Ensemble werden geschützt: 

— die Gesamtheit aller Gebäude des Anwesens; 

— der Park mit allen Architekturelementen. 

Art. 2 - Das Ensemble ist in der Anlage 1 mit einem blauen durchgehenden Strich umrandet. 

Art. 3 - Der in der Anlage 1 eingezeichnete Schutzbereich umfasst die folgenden Parzellen: Eupen, Gemarkung 3, 

Flur B, Nummer 109d und 111c sowie Flur C, Nummer 1a, 2b, 4a, 10c, 18a, 17a, 21b, 23a, 23c, 24, 27, 28b, 29, 43b, 44a, 

44b, 44c, 44d, 91a, 91b, 96a, 114d und 114d 2 . 

Dieser Schutzbereich ist entsprechend schraffiert und mit einem durchgehenden fetten Strich umrandet. 

26655


Art. 4 - Die als Denkmal geschützten Elemente des Anwesens müssen möglichst unverändert erhalten werden. 

Nicht notwendige Eingriffe müssen vermieden und auf ein denkmalverträgliches Mindestmaß reduziert werden. 

Es müssen alle Möglichkeiten einer Erhaltung der bauhistorischen Substanz ausgeschöpft werden. 

Art. 5 - Das Ensemble muss mit seinen charakteristischen Merkmalen, wie der Ensemblegrundriss, die Stellung 

von Gebäuden und Gebäudeteilen, der Bewuchs und die Wasserläufe, möglichst erhalten werden. Die Verwendung 

von ortsgebundenen Materialien und Techniken sind zu berücksichtigen. Die Bauhöhe, Baumasse und Gestaltung 

neuer Gebäude und Freiflächen sind nach dem Ensemble auszurichten. 

Art. 6 - Der für Denkmalschutz zuständige Minister ist mit der Ausführung dieses Erlasses beauftragt. 

Eupen, den 5. Februar 2013 

Für die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft, 






ANLAGE 1 zum Erlass der Regierung zur endgültigen Unterschutzstellung des Anwesens Waldenburghaus 

(Herrenhaus und Wirtschafsgebäude) als Denkmal und des gesamten Anwesens als Ensemble 

Legende: Herrenhaus und alte Wirtschaftsgebäude: rot eingezeichnet, Ensemble: blau umrandet. 

Schutzbereich: schraffiert und mit fettem durchgehenden Strich umrandet. 

Gesehen, um dem Erlass der Regierung vom 5. Feburar 2013 zur Endgültigen Unterschutzstellung des Anwesens 

Waldenburghaus (Herrenhaus und Wirtschaftsgebäude) als Denkmal und das gesamte Anwesen als Ensemble als 

Anlage beigefügt zu werden. 

Eupen, den 5. Februar 2013 

Für die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft, 






TRADUCTION 


[2013/202098] 

5 FEVRIER 2013. — Arrêté du Gouvernement classant définitivement comme monument 

le château-ferme de Waldenburg (manoir et dépendances) et comme ensemble toute la propriété 

Le Gouvernement de la Communauté germanophone, 

Vu le décret du 23 juin 2008 relatif à la protection des monuments, du petit patrimoine, des ensembles et sites, 

ainsi qu’aux fouilles; 

Vu la proposition de classement formulée le8août 2011 par la Commission royale des Monuments et des Sites de 

la Communauté germanophone; 

Vu l’avis favorable rendu par le collège communal d’Eupen en sa séance du 28 août etreçu le 2 septembre 2012; 

Considérant qu’aucun avis n’a été rendu par les propriétaires, Mme Walburga Franssen et Mme Ute Bunsen; 

qu’en application de l’article 7, § 1 er ,dudécret sur le patrimoine, cela revient à approuver le classement; 

Vu l’avis favorable émis le 14 septembre 2012 par le collège provincial de Liège; 

Considérant qu’aucun avis n’a été rendu par le Gouvernement de la Région wallonne; qu’en application de 

l’article 7, § 1 er ,dudécret sur le patrimoine, cela revient à approuver le classement; 

Considérant que toute la propriété, avec tous les bâtiments, les éléments architecturaux et le parc, constitue un 

ensemble digne d’être conservé pour des raisons artistiques, architecturales et socio-historiques; 

Considérant que les trois ailes de la ferme, disposées en U, ont été construites en moellons aux 17 e et 18 e siècles 

et que le bâti historique est largement conservé dans sa forme d’origine; 

Considérant qu’il n’y a pas de modifications modernes ou inadaptées altérant la perception de l’ensemble; 

Considérant que la ferme, tout particulièrement le porche d’entrée avec remise à voitures au nord-ouest, les deux 

corps de logis des ailes nord-ouest et sud-ouest avec les entrées armoirées ainsi que le porche avec remise au sud-est, 

le soubassement en moellons du manoir avec le perron à deux volées, le pont en moellons entre les bâtiments de la 

ferme, les murs d’enceinte des douves, le pont d’entrée avec piliers en pierre bleue et les pilastres constituent encore 

largement une entité architecturale et que le tout revêt dès lors une signification particulière; 

Considérant que le château-ferme de Waldenburg, de par sa forme caractéristique, ses ornementations et son bon 

état de conservation, constitue un témoin important d’une ferme répondant au besoin de représentation qu’éprouvait 

son propriétaire terrien issu de la noblesse; 

Considérant que l’axe de vue offert par les deux porches de la ferme est particulièrement remarquable dans le 

paysage encore ouvert et doit autant que possible être conservé; 

Considérant que la zone de protection ne fait pas partie du bien classé, mais sert à le protéger d’influences 

négatives; 

Considérant que la zone de protection a été conçue de manière à ce que des travaux dans les environs ne puissent 

porter atteinte au bien classé;


Considérant que la zone de protection inclut les environs immédiats du bien classé, des axes de vue essentiels et 

d’autres zones ou caractéristiques qui jouent un rôle pratique important pour soutenir le bien classé et sa protection; 

Considérant que la délimitation de la zone de protection tient compte des caractéristiques spécifiques du paysage 

culturel; 

Considérant que ces caractéristiques du paysage culturel ont été fixées au moyen de mécanismes appropriés; 

Sur la proposition du Ministre compétent en matière de Protection des monuments, 

Arrête : 

Article 1 er . Le château-ferme de Waldenburg, sis Eupen, division 3, section C, parcelles 5a, 6b, 6c, 8a, 10e, 10f, 11a 

et 12a, est classé comme monument et comme ensemble. 

Sont classés comme monument : 

— toutes les façades et toitures des anciennes dépendances en U, à savoir les deux corps de logis des ailes 

nord-ouest et sud-est avec leurs entrées armoirées, le porche d’entrée avec remise à voitures au nord-ouest, le porche 

avec remise au sud-est et la petite annexe carrée avec toiture pyramidale dans le coin sud; 

— le soubassement en moellons du manoir; 

— le perron du manoir à deux volées avec garde-corps; 

— le pont en moellons avec piliers et porche entre le manoir et la ferme; 

— les murs d’enceinte de douves, y compris le pont donnant accès depuis la Hochstraße ainsi que les piliers en 

pierre bleue; 

— les pilastres en pierre bleue. 

Sont classés comme ensemble : 

— tous les bâtiments de la propriété; 

— le parc avec tous les éléments architecturaux. 

Art. 2. Dans l’annexe 1 re ,l’ensemble est délimité par un trait bleu continu. 

Art. 3. La zone de protection délimitée dans l’annexe 1 re comprend les parcelles suivantes : Eupen, division 3, 

section B, parcelles 109d et 111c, ainsi que section C, parcelles 1a, 2b, 4a, 10c, 18a, 17a, 21b, 23a, 23c, 24, 27, 28b, 29, 43b, 

44a, 44b, 44c, 44d, 91a, 91b, 96a, 114d et 114d 2 . 

La zone de protection est hachurée etdélimitée par un trait gras continu. 

Art. 4. Tous les éléments de la propriété classés comme monument doivent autant que possible être conservés 

intacts. Il faut éviter toutes les interventions non nécessaires et les réduire dans une mesure compatible avec la 

protection du patrimoine. Il faut épuiser toutes les possibilités de conservation du bâti historique. 

Art. 5. L’ensemble doit autant que possible être conservé avec toutes ses caractéristiques, telles que le plan 

d’ensemble, la disposition des bâtiments et parties de bâtiments, la végétation et les cours d’eau. Les matériaux et 

techniques locaux seront pris en considération. La hauteur de nouveaux bâtiments, leur masse et leur organisation, 

ainsi que les espaces libres doivent respecter l’ensemble. 

Art. 6. Le Ministre compétent en matière de Protection des Monuments est chargé de l’exécution du présent 

arrêté. 

Eupen, le 5 février 2013. 

Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone, 






Annexe 1 re à l’arrêté du Gouvernement classant définitivement comme monument 

le château-ferme de Waldenburg (manoir et dépendances) et comme ensemble toute la propriété 

Légende : manoir et anciennes dépendances : indiqués en rouge, ensemble : délimité en bleu. 

Zone de protection : hachurée etdélimitée par un trait gras continu. 

Vu pour être annexé àl’arrêté du Gouvernement du 5 février 2013 classant définitivement comme monument le 

château-ferme de Waldenburg (manoir et dépendances) et comme ensemble toute la propriété. 

Eupen, le 5 février 2013. 

Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone, 






26657


VERTALING 


[2013/202098] 

5 FEBRUARI 2013. — Besluit van de Regering tot definitieve rangschikking van Waldenburghaus 

(statig woonhuis, stallen en schuren) als monument en tot definitieve rangschikking van het hele goed als ensemble 

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, 

Gelet op het decreet van 23 juni 2008 betreffende de bescherming van monumenten, klein erfgoed, ensembles en 

landschappen en betreffende de opgravingen; 

Gelet op het rangschikkingsvoorstel van de Koninklijke Commissie van de Duitstalige Gemeenschap voor de 

bescherming van monumenten en landschappen d.d. 8 augustus 2011; 

Gelet op het gunstige advies van het gemeentecollege van de stad Eupen, gegeven op 28 augustus 2012 en 

ingekomen op 2 september 2012; 

Gelet op de omstandigheid dat de eigenaars, mevrouw Walburga Franssen en mevrouw Ute Bunsen, geen advies 

hebben uitgebracht, waardoor ze met toepassing van artikel 7, § 1, van het erfgoeddecreet geacht worden met de 

rangschikking in te stemmen; 

Gelet op het gunstige advies van het provinciecollege van Luik, gegeven op 14 september 2012; 

Gelet op de omstandigheid dat de Regering van het Waals Gewest geen adviezen heeft uitgebracht, waardoor ze 

met toepassing van artikel 7, § 1, van het erfgoeddecreet geacht wordt met de rangschikking in te stemmen; 

Overwegende dat het hele goed met alle gebouwen, architecturale elementen en het park een ensemble vormt dat 

om kunstzinnige, architectonische en sociaalhistorische redenen het waard is in stand te worden gehouden; 

Overwegende dat de U-vormige boerderij, die uit drie vleugels bestaat en opgetrokken is in breuksteen, dateert uit 

de 17e en 18e eeuw en dat de oorspronkelijke vorm en de historische bouwstijl in hoge mate behouden zijn; 

Overwegende dat de aanblik van het geheel niet verstoord wordt door moderne of onaangepaste wijzigingen; 

Overwegende dat de stallen en schuren, in het bijzonder het toegangsportaal met wagenschuur in het 

noordwesten, de beide woongedeelten van de noordwestelijke en zuidoostelijke vleugel waarvan de toegangen 

versierd zijn met het wapen, alsook het portaal en de schuur in het zuidoosten, de breukstenen sokkel van het 

woonhuis dat aan weerszijden door trappen geflankeerd wordt, de breukstenen brug tussen de gebouwen, de muren 

van de gracht, de toegangsbrug met pijlers uit blauwe steen en de voetstukken van de beelden in bijzondere mate nog 

een architectonisch geheel vormen en het geheel aldus van bijzonder belang is; 

Overwegende dat Waldenburghaus door zijn typische vorm, versieringen en de goede toestand waarin het zich 

bevindt een mooi voorbeeld is van een representatieve hoeve die laat zien hoe belangrijk de adellijke grondbezitters het 

vonden om een goede indruk te maken; 

Overwegende dat de zichtas die door de beide portalen van de stallen en schuren ontstaat, uitzicht biedt op een 

nog open landschap; dat die zichtas bijzonder opmerkelijk is en zo mogelijk behouden moet worden; 

Overwegende dat het beschermingsgebied geen deel uitmaakt van het beschermde goed, maar het beschermde 

goed tegen negatieve invloeden moet beschermen; 

Overwegende dat het beschermingsgebied zo afgebakend is dat bouwactiviteiten in de omgeving geen afbreuk 

kunnen doen aan het beschermde goed; 

Overwegende dat het beschermingsgebied de directe omgeving van het beschermde goed, essentiële zichtassen en 

andere gebieden of kenmerken omvat die in de praktijk een belangrijke rol spelen om het goed en de bescherming 

ervan te ondersteunen; 

Overwegende dat het beschermingsgebied zo afgebakend is dat de specifieke kenmerken van het cultuurlandschap 

in aanmerking zijn genomen; 

Overwegende dat deze kenmerken van het cultuurlandschap met adequate mechanismen zijn vastgelegd; 

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Monumentenzorg, 

Besluit : 

Artikel 1. Waldenburghaus, gelegen in Eupen, afdeling 3, sectie C, percelen 5a, 6b, 6c, 8a, 10e, 10f, 11a en 12a, 

wordt gerangschikt als monument en als ensemble. 

De volgende elementen worden beschermd als monument : 

— alle gevels en daken van de oude stallen en schuren in U-vorm, de beide woongedeelten van de noordwestelijke 

en zuidoostelijke vleugel waarvan de toegangen versierd zijn met het wapen, het toegangsportaal met wagenschuur in 

het noordwesten, het portaal met schuur in het zuidoosten en het kleine vierhoekige bijgebouw met vierzijdig dak in 

de zuidelijke hoek; 

— de breukstenen sokkel van het woonhuis; 

— de trappen en trapleuningen aan weerszijden van het woonhuis; 

— de breukstenen brug met pijlers en de poort tussen het woonhuis en het erf; 

— de muren van de gracht, met inbegrip van de toegangsbrug die uitkomt op de Hochstraße, samen met de pijlers 

in blauwe steen; 

— de voetstukken van de beelden in blauwe steen. 

De volgende elementen worden beschermd als ensemble : 

— het geheel van alle gebouwen van het goed; 

— het park met alle architecturale elementen. 

Art. 2. Het ensemble is in bijlage 1 met een blauwe doorlopende lijn afgebakend. 

Art. 3. Het in bijlage 1 afgebakende beschermingsgebied omvat de volgende percelen : Eupen, afdeling 3, sectie B, 

percelen 109d en 111c alsook sectie C, percelen 1a, 2b, 4a, 10c, 18a, 17a, 21b, 23a, 23c, 24, 27, 28b, 29, 43b, 44a, 44b, 44c, 

44d, 91a, 91b, 96a, 114d en 114d 2 . 

Dit beschermingsgebied is dienovereenkomstig gearceerd en met een zwarte doorlopende lijn afgebakend.

Art. 4. De als monument beschermde elementen van het goed moeten zo veel mogelijk onveranderd behouden 

worden. Niet noodzakelijke ingrepen moeten voorkomen worden en moeten beperkt worden tot een minimum dat 

verenigbaar is met de monumentenzorg. Alle mogelijkheden om de historische elementen te behouden, moeten benut 

worden. 

Art. 5. De typische kenmerken van het ensemble, zoals de plattegrond van het ensemble, de ligging van de 

gebouwen en bouwgedeelten, de beplanting en de waterlopen, moeten zo veel mogelijk behouden worden. 

De aangewende materialen en technieken moeten plaatsgebonden zijn. De bouwhoogte, het bouwvolume en de 

vormgeving van nieuwe gebouwen en open ruimten moeten worden afgestemd op het ensemble. 

Art. 6. De Minister bevoegd voor Monumentenzorg is belast met de uitvoering van dit besluit. 

Eupen, 5 februari 2013. 

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, 






Bijlage 1 bij het besluit van de Regering tot definitieve rangschikking van Waldenburghaus 

(statig woonhuis, stallen en schuren) als monument en tot definitieve rangschikking van het hele goed als ensemble 

Legende : Statig woonhuis en oude stallen en schuren : rood afgebakend; ensemble : blauw afgebakend; 

Beschermingsgebied : gearceerd en met een zwarte doorlopende lijn afgebakend. 

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van 5 februari 2013 tot definitieve rangschikking van 

Waldenburghaus (statig woonhuis, stallen en schuren) als monument en tot definitieve rangschikking van het hele goed 

als ensemble. 

Eupen, 5 februari 2013. 

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, 






REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE 

[2013/31287] 

18 AVRIL 2013. — Arrêté du Gouvernement de la Région de 

Bruxelles-Capitale modifiant l’arrêté du Gouvernement de la 

Région de Bruxelles-Capitale du 26 août 2010 relatif à la fixation 

des tarifs applicables aux services de taxis 

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, 

Vu l’ordonnance du 27 avril 1995 relative aux services de taxis et aux 

services de location de voitures avec chauffeur, modifiée par les 

ordonnances des 11 juillet 2002 et 20 juillet 2006, l’article 29; 

Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 

26 août 2010 relatif à la fixation des tarifs applicables aux services de 

taxis; 

Vu l’accord sectoriel du comité consultatif régional des taxis et 

voitures de location avec chauffeur du 29 juillet 2010; 

Sur la proposition de la Ministre du Gouvernement de la région de 

Bruxelles-Capitale chargée des Transports; 

Après délibération; 

Vu l’utilité pubique du service, 

Arrête : 

Article 1 er . Al’article 1 er de l’arrêté du Gouvernement de la Région 

de Bruxelles-Capitale du 26 août 2010, les chiffres « 1,60 » sont 

remplacés par les chiffres « 1,80 ». 

Art. 2. L’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles- 

Capitale du 16 décembre 2011 modifiant l’arrêté du Gouvernement de 

la Région de Bruxelles-Capitale du 26 août 2010 relatif à la fixation des 

tarifs applicables aux services de taxis est abrogé. 


26659 

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 

[2013/31287] 

18 APRIL 2013. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 

houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke 

Regering van 26 augustus 2010 ter bepaling van de tarieven 

die van toepassing zijn op de taxidiensten 

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, 

Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten 

en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, 

gewijzigd bij de ordonnanties van 11 juli 2002 en 20 juli 2006, artikel 29; 

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 

26 augustus ter bepaling van de tarieven die van toepassing zijn op de 

taxidiensten; 

Gelet op het sectorakkoord van het Gewestelijk Adviescomité voor 

de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met 

chauffeur van 29 juli 2010; 

Op voorstel van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke 

Regering belast met Vervoer; 

Na beraadslaging; 

Gelet op het openbaar nut van de dienst, 

Besluit : 

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke 

Regering van 26 augustus 2010 worden de cijfers « 1,60 » 

vervangen door de cijfers « 1,80 ». 

Art. 2. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 

16 december 2011 tot wijziging van het besluit van de Brusselse 

Hoofdstedelijke Regering van 26 augustus 2010 ter bepaling van de 

tarieven die van toepassing zijn op de taxidiensten wordt opgeheven.


Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er mai 2013. 

Art. 4. Le ministre qui a le Transport rémunéré de personnes dans 

ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. 


Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : 

Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles- 

Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Territoire, 

des Monuments et Sites, de la Propreté publique et de la 

Coopération au Développement, 

Ch. PICQUE 

La Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, 

chargée des Travaux publics et des Transports, 

Mme B. GROUWELS 

Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2013. 

Art. 4. De Minister bevoegd voor bezoldigd Vervoer van personen is 

belast met de uitvoering van dit besluit. 


Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : 

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, 

belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten 

en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, 

Ch. PICQUE 

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, 

belast met Openbare Werken en Vervoer, 

Mevr. B. GROUWELS 

AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN 

SERVICE PUBLIC FEDERAL 

CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE ET AUTORITE 

FLAMANDE 

[C − 2013/35404] 

11 FEVRIER 2013. — Ordres nationaux 

Par arrêté royal du 11 février 2013, la disposition suivante est stipulée: 

Article 1 er . § 1 er . Est nommé Commandeur de l’Ordre de la 

Couronne : 

M. LAVIGNE, Jean Paul Ghislain (Sint-Truiden, 04/06/1949) 

Conseiller provincial de la province du Limbourg 

8 april 2011 

§ 2. Sont nommés Chevalier de l’Ordre de la Couronne : 

M. DE RECHTER, Stany Alfons Maria (Sint-Niklaas, 08/03/1962) 

Bourgmestre de la commune de Stekene 

15 novembre 2009 

M. HENDRICKX, Henricus Joannes Josephus Maria (Turnhout, 

28/06/1947) 

Bourgmestre de la commune de Schoten 

8 avril 2008 

M. VAN DE VIJVER, Marc Frans Celine (Beveren, 19/11/1961) 

Bourgmestre de la commune de Beveren 

8 avril 2010 

§ 3. Les Palmes d’Argent de l’Ordre de la Couronne sont décernées à : 

M. GELAUDE, Gilbert Edmond (Kanegem, 31/12/1943) 

Echevin de la commune de Ruiselede 


Art. 2. Ils prennent rang dans l’Ordre à la date indiquée en regard de 

leur nom. 

Art. 3. Le Ministre des Affaires étrangères, ayant la gestion de l’Ordre 

dans ses attributions, est chargé de l’exécution du présent arrêté. 


Article 1 er . § 1 er . Sont promus Officier de l’Ordre de Léopold : 

M. BEECKMAN, Paul (Wetteren, 07/08/1940) 

Conseiller provincial de la province de la Flandre-Orientale 

8 avril 2006, comme titulaire de cette nouvelle distinction 

M. BOGAERT, Jean Maria Henri Alfons (Brugge, 06/09/1949) 

Conseiller provincial de la province de la Flandre-Occidentale 


M. CLAESSENS, Joseph Marie Hendrikus (Neerharen, 07/02/1951) 



M. DE VUYST, Daniël Remi (Opbrakel, 08/01/1951) 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST 

KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER 

EN VLAAMSE OVERHEID 

[C − 2013/35404] 

11 FEBRUARI 2013. — Nationale Orden 

Bij koninklijk besluit van 11 februari 2013 wordt het volgende bepaald : 

Artikel 1. § 1. Wordt benoemd tot Commandeur in de Kroonorde : 

De heer LAVIGNE, Jean Paul Ghislain (Sint-Truiden, 4/06/1949) 

Provincieraadslid van de provincie Limburg 

8 april 2011 

§ 2. Worden benoemd tot Ridder in de Kroonorde : 

De heer DE RECHTER, Stany Alfons Maria (Sint-Niklaas, 8/03/1962) 

Burgemeester van de gemeente Stekene 

15 november 2009 

De heer HENDRICKX, Henricus Joannes Josephus Maria (Turnhout, 

28/06/1947) 

Burgemeester van de gemeente Schoten 

8 april 2008 

De heer VAN DE VIJVER, Marc Frans Celine (Beveren, 19/11/1961) 

Burgemeester van de gemeente Beveren 

8 april 2010 

§ 3. De Zilveren Palmen der Kroonorde worden toegekend aan : 

De heer GELAUDE, Gilbert Edmond (Kanegem, 31/12/1943) 

Schepen van de gemeente Ruiselede 


Art. 2. Zij nemen hun rang in de Orde in op de datum vermeld 

tegenover hun naam. 

Art. 3. De Minister van Buitenlandse Zaken, tot wiens bevoegdheid 

het beheer van de Orde behoort, is belast met de uitvoering van dit 

besluit. 


Artikel 1. § 1. Wordenbevorderd tot Officier in de Leopoldsorde : 

De heer BEECKMAN, Paul (Wetteren, 7/08/1940) 

Provincieraadslid van de gemeente Oost-Vlaanderen 

8 april 2006, als houder van deze nieuwe onderscheiding 

De heer BOGAERT, Jean Maria Henri Alfons (Brugge, 6/09/1949) 

Provincieraadslid van de provincie West-Vlaanderen 


De heer CLAESSENS, Joseph Marie Hendrikus (Neerharen, 7/02/1951) 



De heer DE VUYST, Daniël Remi (Opbrakel, 8/01/1951)

Conseiller provincial de la province de la Flandre-orientale 

15 novembre 2009, comme titulaire de cette nouvelle distinction 

M. DEKEYSER, Julien Florimond François (Mechelen, 28/01/1953) 

Conseiller provincial de la province du Brabant flamand 


M. D’OULTREMONT, Jules Eugéne Theophile (Genk, 30/05/1947) 



M. GYBELS, Marc Clément Helena Oscar Leopold (Gent, 02/05/1943) 



M. LIEBAUT, Hilaire Rosa Evarist (Aalst, 21/04/1939) 



M. PERTRY, Gunter Marcel (Ieper, 03/03/1958) 

Conseiller provincial de la province de la Flandre-occidentale 


M. RUTTEN, Leopold Louis (Kwaadmechelen, 04/09/1942) 



M. VANDEPUTTE, Didier Gilbert Henri (Izegem, 14/11/1945) 



Ils porteront la décoration civile. 

§ 2. Est nommé Officier de l’Ordre de Léopold : 

M. TERMONT, Daniël (Gent, 19/05/1953) 

Bourgmestre de la ville de Gand 


Il portera la décoration civile. 

§ 3. Sont nommés Chevalier de l’Ordre de Léopold : 

Mme BODEN, Rita Maria Alphonsina (Kalmthout, 12/12/1951) 

Conseillère provinciale de la province d’Anvers 

8 avril 2011 

M. COUCKUYT, Eddy Marie Constant Emile (Aalst, 24/11/1955) 

Député de la province du C.P.A.S. de la Flandre-orientale 


Mme DHONDT, Yolande Leontine Romanie Marie (Sint-Eloois-Vijve, 

15/01/1936) 

Conseillère provinciale de la province de la Flandre-occidentale 

8 avril 2007 

M. GOVAERTS, Stefan Maurice Antoine (Diest, 12/02/1965) 


8 avril 2011 

Mme GRAULUS, Erika Olga Maria (Genk, 28/05/1969) 

Conseillère provinciale de la province du Limbourg 

8 avril 2011 

M. HERTOG, Peter Jan Anna (Sint-Niklaas, 02/08/1966) 

Député de la province de la Flandre-orientale 

8 avril 2011 

Mme JANSSEN, Madeleine Ghislaine Renée (Opoeteren, 10/07/1951) 



M. KERCKHOF, Johan Jozef René (Oostende, 04/05/1956) 


8 avril 2011 

Mme LARIDON, Lies An Cecile Cornelia (Diksmuide, 16/05/1969) 

Conseillère provinciale de la province de la Flandre-occidentale 

8 avril 2012 

M. LIETEN, Sven Guido Karin (Hasselt, 10/03/1970) 


8 avril 2012 

M. NELISSEN, Pierre Paul Jean (Hasselt, 11/01/1949) 


8 avril 2010 

M. ROOSE, Peter André Cornelius (Veurne, 31/07/1969) 


8 avril 2011 


26661 

Provincieraadslid van de provincie Oost-Vlaanderen 

15 november 2009, als houder van deze nieuwe onderscheiding 

De heer DEKEYSER, Julien Florimond François (Mechelen, 

28/01/1953) 

Provincieraadslid van de provincie Vlaams-Brabant 


De heer D’OULTREMONT, Jules Eugéne Theophile (Genk, 

30/05/1947) 



De heer GYBELS, Marc Clément Helena Oscar Leopold (Gent, 

2/05/1943) 



De heer LIEBAUT, Hilaire Rosa Evarist (Aalst, 21/04/1939) 



De heer PERTRY, Gunter Marcel (Ieper, 3/03/1958) 



De heer RUTTEN, Leopold Louis (Kwaadmechelen, 4/09/1942) 



De heer VANDEPUTTE, Didier Gilbert Henri (Izegem, 14/11/1945) 



Zij zullen het burgerlijk ereteken dragen. 

§ 2. Wordt benoemd tot Officier in de Leopoldsorde : 

De heer TERMONT, Daniël (Gent, 19/05/1953) 

Burgemeester van de stad Gent 


Hij zal het burgerlijk ereteken dragen. 

§ 3. Worden benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde : 

Mevr. BODEN, Rita Maria Alphonsina (Kalmthout, 12/12/1951) 

Provincieraadslid van de provincie Antwerpen 

8 april 2011 

De heer COUCKUYT, Eddy Marie Constant Emile (Aalst, 24/11/1955) 

Gedeputeerde van de provincie het O.C.M.W. Oost-Vlaanderen 


Mevr. DHONDT, Yolande Leontine Romanie Marie (Sint-Eloois- 

Vijve, 15/01/1936) 


8 april 2007 

De heer GOVAERTS, Stefan Maurice Antoine (Diest, 12/02/1965) 


8 april 2011 

Mevr. GRAULUS, Erika Olga Maria (Genk, 28/05/1969) 


8 april 2011 

De heer HERTOG, Peter Jan Anna (Sint-Niklaas, 2/08/1966) 

Gedeputeerde van de provincie Oost-Vlaanderen 

8 april 2011 

Mevr. JANSSEN, Madeleine Ghislaine Renée (Opoeteren, 10/07/1951) 



De heer KERCKHOF, Johan Jozef René (Oostende, 4/05/1956) 


8 april 2011 

Mevr. LARIDON, Lies An Cecile Cornelia (Diksmuide, 16/05/1969) 


8 april 2012 

De heer LIETEN, Sven Guido Karin (Hasselt, 10/03/1970) 


8 april 2012 

De heer NELISSEN, Pierre Paul Jean (Hasselt, 11/01/1949) 


8 april 2010 

De heer ROOSE, Peter André Cornelius (Veurne, 31/07/1969) 


8 april 2011


Mme VAN DER HAEGHEN, Melissa Madeleine Mauricette (Gent, 

07/09/1967) 

Conseillère provinciale de la province de la Flandre-Orientale 

8 avril 2011 

M. VANDE CAVEYE, Luc Omer André Jozef (Beernem, 19/07/1946) 



M. VANDEPUT, Marc Gustaaf Marie (Hasselt, 17/05/1953) 

Député de la province du Limbourg 

8 avril 2008 

Mme VERHOEVE, Martine Gabrielle (Gent, 25/04/1960) 

Conseillère provinciale de la province de la Flandre-orientale 

8 avril 2011 

M. WIJNAKKER, Frank Frederik Richard Prosper Raoul (Gent, 

25/07/1955) 

Conseiller communal de la ville de Gand 

8 avril 2012 

Mme WITHOFS, Vera Marie Jeanne Wilhelmina (Genk, 29/11/1954) 


8 avril 2009 

Ils porteront la décoration civile. 


leur nom. 




Article 1 er . § 1 er . Est promu Chevalier de l’Ordre de Léopold II : 

M. DE MUYNCK, Jaak Victor Ivona (Eeklo, 30/05/1934) 

Conseiller communal de la commune de Eeklo 


§ 2. Sont nommés Chevalier de l’Ordre de Léopold II : 

M. ADRIAENSEN, Gerald Louis Joanna (Hoogstraten, 30/12/1957) 

Echevin de la commune de Schoten 


M. BOGAERTS, Louis Corneel Maria (Loenhout, 15/05/1947) 

Echevin de la commune de Wuustwezel 


M. BREUGELMANS, Karel Catharina (Wuustwezel, 16/04/1954) 

Echevin de la commune de Wuustwezel 


Mme DE ROO, Margareta Madeleine Hector (Beernem, 17/04/1960) 

Bourgmestre de la commune de Ruiselede 


M. DE SMET, Marc Jean Joseph (Kapellen, 20/07/1959) 

Echevin de la commune de Kapellen 


M. MERCKX, Freddy August Suzanne (Kemzeke, 13/03/1945) 

Conseiller communal de la commune de Stekene 

8 avril 2011 

M. VAN DE VELDE, Dirk Walter Denis (Sleidinge, 10/04/1959) 

Echevin de la commune de Eeklo 


M. VAN DER VIEREN, Eddie Celina (Temse, 22/04/1949) 

Membre du bureau permanent du C.P.A.S. de la commune de Temse 


Mme VAN DUYSE, Nicole Emma Aloys (Sint-Niklaas, 20/11/1959) 

Echevine de la commune de Stekene 


Mevr. VAN DER HAEGHEN, Melissa Madeleine Mauricette (Gent, 

7/09/1967) 


8 april 2011 

De heer VANDE CAVEYE, Luc Omer André Jozef (Beernem, 

19/07/1946) 



De heer VANDEPUT, Marc Gustaaf Marie (Hasselt, 17/05/1953) 

Gedeputeerde van de provincie Limburg 

8 april 2008 

Mevr. VERHOEVE, Martine Gabrielle (Gent, 25/04/1960) 


8 april 2011 

De heer WIJNAKKER, Frank Frederik Richard Prosper Raoul (Gent, 

25/07/1955) 

Gemeenteraadslid van de stad Gent 

8 april 2012 

Mevr. WITHOFS, Vera Marie Jeanne Wilhelmina (Genk, 29/11/1954) 


8 april 2009 

Zij zullen het burgerlijk ereteken dragen. 

Art 2. Zij nemen hun rang in de Orde in op de datum vermeld 


Art 3. De Minister van Buitenlandse Zaken, tot wiens bevoegdheid 


besluit. 


Artikel 1. § 1. Wordtbevorderd tot Ridder in de Orde van Leopold II : 

De heer DE MUYNCK, Jaak Victor Ivona (Eeklo, 30/05/1934) 

Gemeenteraadslid van de gemeente Eeklo 


§ 2. Worden benoemd tot Ridder in de Orde van Leopold II : 

De heer ADRIAENSEN, Gerald Louis Joanna (Hoogstraten, 

30/12/1957) 

Schepen van de gemeente Schoten 


De heer BOGAERTS, Louis Corneel Maria (Loenhout, 15/05/1947) 

Schepen van de gemeente Wuustwezel 


De heer BREUGELMANS, Karel Catharina (Wuustwezel, 16/04/1954) 

Schepen van de gemeente Wuustwezel 


Mevr. DE ROO, Margareta Madeleine Hector (Beernem, 17/04/1960) 

Burgemeester van de gemeente Ruiselede 


De heer DE SMET, Marc Jean Joseph (Kapellen, 20/07/1959) 

Schepen van de gemeente Kapellen 


De heer MERCKX, Freddy August Suzanne (Kemzeke, 13/03/1945) 

Gemeenteraadslid van de gemeente Stekene 

8 april 2011 

De heer VAN DE VELDE, Dirk Walter Denis (Sleidinge, 10/04/1959) 

Schepen van de gemeente Eeklo 


De heer VAN DER VIEREN, Eddie Celina (Temse, 22/04/1949) 

Lid van het vast bureau van het O.C.M.W. van de gemeente Temse 


Mevr. VAN DUYSE, Nicole Emma Aloys (Sint-Niklaas, 20/11/1959) 

Schepen van de gemeente Stekene 

15 november 2008

M. VINGERHOEDS, Ludo Angèle Maria (Kapellen, 13/10/1952) 

Membre du bureau permanent du CPAS de la commune de Temse 


M. VISSERS, Nico Jacobus Maria Catharina (Schoten, 31/08/1964) 

Echevin de la commune de Schoten 



leur nom. 



SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR 

[C − 2013/00276] 

Agréments comme entreprise de sécurité en application de l’article 4 

de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et 

particulière 

Par arrêté du 2.01.2013, l’entreprise SECURECOM, ayant comme 

numéro d’entreprise 0848650921, est agréée comme entreprise de 

sécurité sous le numéro 20 1754 12 pour une période de cinq ans 

Par arrêté du 24.01.2013, l’entreprise TECOSEC, ayant comme 


sécurité sous le numéro 20 1760 01 pour une période de cinq ans. 

Par arrêté du 11/01/2013, l’entreprise Q-SECURITY, ayant comme 

numéro d’entreprise 0843860705, est agrée comme entreprise de 

sécurité sous le n° 20 1758 01 pour une période de cinq ans. 

Par arrêté du 02/01/2012, M. EVENS ROBERT, exerçant ses activités 

sous la dénomination commerciale Rowan Automation, ayant comme 



Par arrêté du 25/01/2013, l’entreprise YUMATEC, ayant comme 



Par arrêté du 18.02.2013, l’entreprise O’SECUR, ayant comme 


sécurité sous le numéro 20 1763 02 pour une période de cinq ans 

Par arrêté du 26.02.2013, l’entreprise JOSEPH MARBAISE, ayant 

comme numéro d’entreprise 0837252233, est agréée comme entreprise 

de sécurité sous le numéro 20 1766 02 pour une période de cinq ans 


* 

26663 

De heer VINGERHOEDS, Ludo Angèle Maria (Kapellen, 13/10/1952) 

Lid van het vast bureau van het OCMW van de gemeente Temse 


De heer VISSERS, Nico Jacobus Maria Catharina (Schoten, 31/08/1964) 

Schepen van de gemeente Schoten 


Art. 2. Zij nemen hun rang in de Orde in op de datum vermeld 


Art. 3. De Minister van Buitenlandse Zaken, tot wiens bevoegdheid 


besluit. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN 

[C − 2013/00276] 

Erkenningen als beveiligingsonderneming in toepassing van artikel 

4 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en 

bijzondere veiligheid 

Bij besluit van 2.01.2013, wordt de onderneming SECURECOM, als 

ondernemingsnummer 0848650921, erkend als beveiligingsonderneming 

onder het nummer 20 1754 12 voor een periode van vijf jaar. 

Bij besluit van 24.01.2013, wordt de onderneming TECOSEC, als 



Bij besluit van 11/01/2013, wordt de onderneming Q-SECURITY, 

met als ondernemingsnummer 0843860705, erkend als beveiligingsonderneming 


Bij besluit van 02/01/2012, wordt de heer EVENS ROBERT, die 

zijn activiteiten uitoefent onder de handelsbenaming Rowan Automation, 

met als ondernemingsnummer 0500433391, erkend als beveligingsonderneming 

onder het nummer 20 1750 12 voor een periode van 

vijf jaar. 

Bij besluit van 25/01/2013, wordt de onderneming YUMATEC, met 

als ondernemingsnummer 0818081172, erkend als beveiligingsonderneming 


Bij besluit van 18.02.2013, wordt de onderneming O’SECUR, als 



Bij besluit van 26.02.2013, wordt de onderneming JOSEPH MAR- 

BAISE, als ondernemingsnummer 0837252233, erkend als beveiligingsonderneming 


vijf jaar.


Par arrêté du 20/02/2013, l’entreprise ELECTRICITEITSWERKEN 

CROMMEN GERARD, ayant comme numéro d’entreprise 0437706956, 

est agrée comme entreprise de sécurité sous le n° 20 0784 45 pour une 

période de cinq ans. 

Par arrêté du 08/02/2013, l’entreprise ION TECHNICS, ayant 

comme numéro d’entreprise 0848829677, est agrée comme entreprise de 


Par arrêté du 27/02/2013, l’entreprise DOMOTRIC, ayant comme 



Par arrêté du 27/02/2013, l’entreprise ALARMCO, ayant comme 



Par arrêté du 20/02/2013, M. PARMENTIER DIMITRI, exerçant ses 

activités sous la dénomination commerciale DP Security, ayant comme 



Par arrêté du 27/02/2013, M. BIJNENS Nico, exerçant ses activités 

sous la dénomination commerciale BN Tech, ayant comme numéro 

d’entreprise 0836732292, est agrée comme entreprise de sécurité sous le 

n° 20 1767 02 pour une période de cinq ans. 

Par arrêté du 27/02/2013, M. HAECK Niels, exerçant ses activités 

sous la dénomination commerciale Haeck.be, ayant comme numéro 

d’entreprise 0817432361, est agrée comme entreprise de sécurité sous le 

n° 20 1765 02 pour une période de cinq ans. 

Par arrêté du 5.03.2013, l’entreprise COBATEC, ayant comme numéro 

d’entreprise 0840029502, est agréée comme entreprise de sécurité sous 

le numéro 20 1770 03 pour une période de cinq ans. 

« Bij besluit van 5.03.2013, wordt de onderneming COBATEC, als 


onder het nummer 20 1770 03 voor een periode van vijf jaar. » 

Par arrêté du 18/03/2013, l’entreprise MY SAFETY, ayant comme 


sécurité sous le n° 20 1771 03 pour une période de cinq ans 

Par arrêté du 22/03/2013, l’entreprise ELEKTRO GPA, ayant comme 




[C − 2013/00277] 

Agrément comme entreprise de sécurité en application de l’article 4 

de la loi du 10 avril 1990. — Renouvellements 

Par arrêté du 31.01.2013, l’agrément comme entreprise de sécurité 

conféré sous le n° 20 1503 06 à M. REALE MASSIMO, exerçant ses 

activités sous la dénomination commerciale REALE ELECTRICITE 

SECURITY ALARM et ayant comme numéro d’entreprise 0713392735, 

est renouvelé pour une période de dix ans à partir du 13.06.2013. 

* 

Bij besluit van 20/02/2013, wordt de onderneming ELECTRICITEITS- 

WERKEN CROMMEN GERARD, met als ondernemingsnummer 

0437706956, erkend als beveiligingsonderneming onder het nummer 

20 0784 45 voor een periode van vijf jaar. 

Bij besluit van 08/02/2013, wordt de onderneming ION TECHNICS, 



Bij besluit van 27/02/2013, wordt de onderneming DOMOTRIC, met 



Bij besluit van 27/02/2013, wordt de onderneming ALARMCO, met 



Bij besluit van 20/02/2013, wordt de heer PARMENTIER DIMITRI, 

die zijn activiteiten uitoefent onder de handelsbenaming DP Security, 

met als ondernemingsnummer 0849279936, erkend als beveligingsonderneming 


vijf jaar. 

Bij besluit van 27/02/2013, wordt de heer BIJNENS Nico, die 

zijn activiteiten uitoefent onder de handelsbenaming BN Tech, met als 

ondernemingsnummer 0836732292, erkend als beveligingsonderneming 


Bij besluit van 27/02/2013, wordt de heer HAECK Niels, die zijn 

activiteiten uitoefent onder de handelsbenaming Haeck.be, met als 

ondernemingsnummer 0817432361, erkend als beveligingsonderneming 


« Par arrêté du 5.03.2013, l’entreprise COBATEC, ayant comme 


sécurité sous le numéro 20 1770 03 pour une période de cinq ans. » 

Bij besluit van 5.03.2013, wordt de onderneming COBATEC, als 



Bij besluit van 18/03/2013, wordt de onderneming MY SAFETY, met 



Bij besluit van 22/03/2013, wordt de onderneming ELEKTRO GPA, 




[C − 2013/00277] 

Erkenning als beveiligingsonderneming in toepassing van artikel 4 

van de wet van 10 april 1990. — Vernieuwingen 

Bij besluit van 31.01.2013, wordt de erkenning als beveiligingsonderneming 

verleend onder het nummer 20 1503 06 aan de heer REALE 

MASSIMO, die zijn activiteiten uitoefent onder de handelsbenaming 

REALE ELECTRICITE SECURITY ALARM, met als ondernemingsnummer 

0713392735, vernieuwd voor een periode van tien jaar op datum 

van 13.06.2013.

Par arrêté du 14/01/2013, l’agrément comme entreprise de sécurité 

conféré sous le n° 20 0160 19 à l’entreprise FAILSAFE, exerçant ses 

activités sous la dénomination commerciale FAILSAFE SECURITY 

TEAM et ayant comme numéro d’entreprise 0431214290, est renouvelé 

pour une période de dix ans à partir du 16 janvier 2013. 


conféré sous le n° 20 1020 77 à M. BALANCK BERNARD, exerçant ses 

activités sous la dénomination commerciale ELEKTRO BERNARD et 

ayant comme numéro d’entreprise 0526712671, est renouvelé pour une 

période de dix ans à partir du 31/01/2013. 


conféré sous le n° 20 1496 04 à M. JACOBS, exerçant ses activités sous 

la dénomination commerciale et ayant comme numéro d’entreprise 

0894815694, est renouvelé pour une période de dix ans à partir du 

30/04/2013. 


conféré sous le n° 20 1500 05 à M. BESARD, exerçant ses activités sous 

la dénomination commerciale et ayant comme numéro d’entreprise 

0871984666, est renouvelé pour une période de dix ans à partir du 

30/05/2013. 


conféré sous le n° 20 0066 16 à l’entreprise TELE-TECHNIQUE 

GENERALE, ayant comme numéro d’entreprise 0428409903, est renouvelé 

pour une période de dix ans à partir du 18.01.2013. 


conféré sous le n° 20 1488 03 à l’entreprise HANSON SECURITY, ayant 

comme numéro d’entreprise 0893244294, est renouvelé pour une 

période de dix ans à partir du 14/03/2013. 


conféré sous le n° 20 1495 04 à l’entreprise ALARME ET VOUS, ayant 


période de dix ans à partir du 14.04.2013. 


conféré sous le n° 20 0953 68 à l’entreprise ACCESS SECURITY, ayant 


période de dix ans à partir du 12.08.2013. 


conféré sous le n° 20 1487 03 à l’entreprise VIGISEC, ayant comme 

numéro d’entreprise 0891749407, est renouvelé pour une période de 

dix ans à partir du 05/03/2013. 


26665 

Bij besluit van 14/01/2013, wordt de erkenning als beveiligingsonderneming 

verleend onder het nummer 20 0160 19 aan de onderneming 

FAILSAFE, die zijn activiteiten uitoefent onder de handelsbenaming 

FAILSAFE SECURITY TEAM, met als ondernemingsnummer 


van 16 januari 2013. 


verleend onder het nummer 20 1020 77 aan de 

heer BALANCK BERNARD, die zijn activiteiten uitoefent onder de 

handelsbenaming ELEKTRO BERNARD, met als ondernemingsnummer 


van 31/01/2013. 



heer JACOBS, die zijn activiteiten uitoefent onder de handelsbenaming, 

met als ondernemingsnummer 0894815694, vernieuwd voor een periode 

van tien jaar op datum van 30/04/2013. 



heer BESARD, die zijn activiteiten uitoefent onder de handelsbenaming, 

met als ondernemingsnummer 0871984666, vernieuwd voor een 

periode van tien jaar op datum van 30/05/2013. 



TELE-TECHNIQUE GENERALE, met als ondernemingsnummer 


van 18.01.2013. 



HANSON SECURITY, met als ondernemingsnummer 0893244294, 

vernieuwd voor een periode van tien jaar op datum van 14/03/2013. 



ALARME ET VOUS, als ondernemingsnummer 0810737579, vernieuwd 

voor een periode van tien jaar op datum van 14.04.2013. 



ACCESS SECURITY, als ondernemingsnummer 0462435523, vernieuwd 

voor een periode van tien jaar op datum van 12.08.2013. 



VIGISEC, met als ondernemingsnummer 0891749407, vernieuwd voor 

een periode van tien jaar op datum van 05/03/2013.



[C − 2013/00275] 

Agrément comme entreprise de sécurité et application de l’article 4 

de la loi du 10 avril 1990. — Modifications 

Par arrêté du 14.01.2013, l’article unique de l’arrêté du 14.05.2004 

renouvelant l’agrément comme entreprise de sécurité de l’entreprise 

AGENCE EN TELECOMMUNICATIONS ET SECURITE (A.T.S.), est 

remplacé par ce qui suit : 

« Article unique. L’agrément comme entreprise de sécurité conféré 

sous le n° 20 0600 36, à l’entreprise AGENCE EN TELECOMMUNICA- 

TIONS ET SECURITE (A.T.S.), ayant comme numéro d’entreprise 

0435102507, est renouvelé pour une période de dix ans, à partir du 

22.06.2004. » 


agréant comme entreprise de sécurité M. DUSSART FABIAN, exerçant 

ses activités sous la dénomination commerciale ELD SECURITY, est 

remplacé par ce qui suit: 

« Article unique. M. DUSSART FABIAN, exerçant ses activités sous 

la dénomination commerciale ELD SECURITY et ayant comme numéro 

d’entreprise 0875077481, est agréé comme entreprise de sécurité sous le 

numéro 20 1517 08 pour une période de cinq ans. » 



PHONALCAR, exerçant ses activités sous la dénomination commerciale 

: FPS, est remplacé par ce qui suit : 


sous le n° 20 0943 66, à l’entreprise PHONALCAR, exerçant ses activités 

sous la dénomination commerciale : FPS et ayant comme numéro 

d’entreprise 0436425170, est renouvelé pour une période de dix ans, à 

partir du 16.01.2008. » 



TEC PLUS SERVICES (en abrégé : TEC +), est remplacé par ce qui suit : 


sous le n° 20 0450 29, à l’entreprise TEC PLUS SERVICES (en abrégé : 

TEC +), ayant comme numéro d’entreprise 0445492294, est renouvelé 

pour une période de dix ans, à partir du 23.07.2008. » 

Par arrêté du 02/01/2013, l’article unique de l’arrêté du 10/01/2011 

agréant comme entreprise de sécurité l’entreprise TEIN TELECOM SA, 

est remplacé par ce qui suit: 

« Article unique. L’entreprise TEIN TECHNOLOGY, ayant comme 


sécurité sous le n° 20 1654 01 pour une période de cinq ans. » 

Par arrêté du 27/03/2013, l’article unique de l’arrêté du 16/02/2010 

agréant comme entreprise de sécurité l’entreprise CAMPROTECTION, 

est remplacé par ce qui suit: 

« Article unique. L’entreprise CAMPROTECTION, ayant comme 


sécurité sous le n° 20 1598 02 pour une période de cinq ans. » 


[C − 2013/00274] 

Agrément comme entreprise de sécurité en application de l’article 4 

de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et 

particulière. — Abrogations 

Par arrêté du 14.01.2013, l’arrêté du 10.06.2010 agréant comme 

entreprise de sécurité, sous le numéro 20 1624 06, M. COENEN John, 

exerçant ses activités sous la dénomination commerciale BELGIUM 

CITY PROTECTION, établi rue Hayette 2, à 6971 TENNEVILLE, est 

abrogé, à partir du 29.10.2012. 

* 


[C − 2013/00275] 


van de wet van 10 april 1990. — Wijzigingen 

Bij besluit van 14.01.2013, wordt het enig artikel van het besluit van 

14.05.2004 tot vernieuwing van de erkenning als beveiligingsonderneming 

verleend aan de onderneming AGENCE EN TELECOMMUNI- 

CATIONS ET SECURITE (A.T.S.), vervangen als volgt: 

« Enig artikel. De erkenning als beveiligingsonderneming verleend 

onder het nummer 20 0600 36 aan de onderneming AGENCE EN 

TELECOMMUNICATIONSETSECURITE(A.T.S.),metalsondernemingsnummer 

0435102507, wordt vernieuwd voor een periode van tien jaar op 

datum van 22.04.2004. » 


12.09.2008 houdende erkenning als beveiligingsonderneming verleend 

aan de heer DUSSART FABIAN, die zijn activiteiten uitoefent onder de 

handelsbenaming ELD SECURITY, vervangen als volgt: 

« Enig artikel. De heer DUSSART FABIAN, die zijn activiteiten 

uitoefentonderdehandelsbenamingELDSECURITYenalsondernemingsnummer 

0875077481, wordt erkend als beveiligingsonderneming onder het 

nummer 20 1517 08 voor een periode van vijf jaar. » 



verleend aan de onderneming PHONALCAR, die zijn activiteiten 

uitoefent onder de handelsbenaming : FPS,vervangen als volgt: 


onder het nummer 20 0943 66 aan de onderneming PHONALCAR, die 

zijn activiteiten uitoefent onder de handelsbenaming : FPS, met als 

ondernemingsnummer 0436425170, wordt vernieuwd voor een periode 

van tien jaar op datum van 16.01.2008. » 



verleend aan de onderneming TEC PLUS SERVICES (in afkorting 

: TEC +), vervangen als volgt: 


onder het nummer 20 0450 29 aan de onderneming TEC PLUS 

SERVICES (in afkorting : TEC +), met als ondernemingsnummer 

0445492294, wordt vernieuwd voor een periode van tien jaar op datum 

van 23.07.2008. » 

Bij besluit van 02/01/2013, wordt het enig artikel van het besluit van 

10/01/2011 houdende erkenning als beveiligingsonderneming verleend 

aan de onderneming TEIN TELECOM NV, vervangen als volgt: 

« Enig artikel. De onderneming TEIN TECHNOLOGY, met als 

ondernemingsnummer 0401902177, wordt erkend als beveiligingsonderneming 


vijf jaar. » 

Bij besluit van 27/03/2013, wordt het enig artikel van het besluit van 

16/02/2010 houdende erkenning als beveiligingsonderneming verleend 

aan de onderneming CAMPROTECTION, vervangen als volgt : 

« Enig artikel. De onderneming CAMPROTECTION, met als ondernemingsnummer 

0822225349, wordt erkend als beveiligingsonderneming 

onder het nummer 20 1598 02 voor een periode van vijf jaar. » 


[C − 2013/00274] 


van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en 

bijzondere veiligheid. — Opheffingen 

Bij besluit van 14.01.2013, het besluit 10.06.2010 van houdende 

erkenning als beveiligingsonderneming verleend onder het nummer 

20 1624 06, de heer COENEN John, die zijn activiteiten uitoefent 

onder de handelsbenaming BELGIUM CITY PROTECTION, gevestigd 

te 6971 TENNEVILLE, rue Hayette 2, opgeheven met ingang van 

29.10.2012.

Par arrêté du 22.01.2013, l’arrêté du 27.03.2009 renouvelant l’agrément 

comme entreprise de sécurité délivré sous le n° 20 1327 08, à 

l’entreprise A.I.M. SECURITY S.P.R.L.U, établie place A. Bosch 25, à 

1300 WAVRE, est abrogé, à partir du 21.11.2012. 



M. LEFEVRE JEAN-MARIE, exerçant ses activités sous la dénomination 

commerciale ELECTRO TECME, établi rue François Dive 37, à 5060 

SAMBREVILLE (FALISOLLES), est abrogé, à partir du 30.11.2012. 


comme entreprise de sécurité délivré sous le n° 20 0729 42, à M. GIUSTI 

FRANCOIS, exerçant ses activités sous la dénomination commerciale 

Ets. GIUSTI FRANCOIS, établi rue des Blés 53, à 4000 LIEGE, est 

abrogé, à partir du 31.12.2012. 



l’entreprise ALARM SOUND S.P.R.L., établie boulevard International 9, 

à 1070 ANDERLECHT, est abrogé, à partir du 28.06.2012. 

Par arrêté du 18/03/2013, l’arrêté du 29/08/2005 renouvelant 

l’agrément comme entreprise de sécurité délivré sous le n° 20 1127 95, 

à l’entreprise ELTIC SPRL, établie 1745 OPWIJK, Steenweg op Vilvoorde 

201, est abrogé, à partir du 05/02/2013. 

Par arrêté du 18/03/2013, l’arrêté du 01/12/2009 renouvelant 

l’agrément comme entreprise de sécurité délivré sous le n° 20 1588 11, 

à l’entreprise DAGO SA, établie 2140 BORGERHOUT (ANTWERPEN), 

Engelselei 84, est abrogé, à partir du 04/03/2013. 


[2013/00327] 

Commissaire divisionnaire de police. — Nomination 

Par arrêté royal du 23 avril 2013, M. Hegge, Johan, numéro 

d’identification 44-24895-46, est nommé dans la fonction de « commissaire 

divisionnaire Fonctionnement policier général » auprès de la 

police locale de la zone de police Antwerpen et dans le grade de 

commissaire divisionnaire de police à partir du 1 er avril 2013. 


[2013/00325] 


Par arrêté royal du 23 avril 2013, M. Schellekens, Guido, numéro 


divisionnaire Fonctionnement politier général » auprès de la 

police locale de la zone de police Antwerpen à partir du 1 er mai 2013. 


* 

* 

Bij besluit van 22.01.2013 wordt het besluit van 37.03.2009 tot 

vernieuwing van de erkenning als beveiligingsonderneming verleend 

onder het nummer 20 1327 08 aan de onderneming A.I.M. SECURITY 

E.B.V.B.A, gevestigd te 1300 WAVRE, place A. Bosch 25, opgeheven met 

ingang van 21.11.2012. 



onder het nummer 20 0306 23 aan de heer LEFEVRE JEAN-MARIE, die 

zijn activiteiten uitoefent onder de handelsbenaming ELECTRO TECME, 

gevestigd te 5060 SAMBREVILLE (FALISOLLES), rue François Dive 37, 

opgeheven met ingang van 30.11.2012. 



onder het nummer 20 0729 42 aan de heer GIUSTI FRANCOIS, die 

zijn activiteiten uitoefent onder de handelsbenaming Ets. GIUSTI 

FRANCOIS, gevestigd te 4000 LIEGE, rue des Blés 53, opgeheven met 

ingang van 31.12.2012. 



onder het nummer 20 0350 26 aan de onderneming ALARM SOUND 

B.V.B.A., gevestigd te 1070 ANDERLECHT, Internationallaan 9, opgeheven 

met ingang van 28.06.2012. 

Bij besluit van 18/03/2013 wordt het besluit van 29/08/2005 tot 


onder het nummer 20 1127 95 aan de onderneming ELTIC BVBA, 

gevestigd te 1745 OPWIJK, Steenweg op Vilvoorde 201, opgeheven met 

ingang van 05/02/2013. 

Bij besluit van 18/03/2013 wordt het besluit van 01/12/2009 tot 


onder het nummer 20 1588 11 aan de onderneming DAGO NV, 

gevestigd te 2140 BORGERHOUT (ANTWERPEN), Engelselei 84, 

opgeheven met ingang van 04/03/2013. 


[2013/00327] 

Hoofdcommissaris van politie. — Benoeming 

Bij koninklijk besluit d.d. 23 april 2013 wordt de heer Hegge, Johan, 

identificatienummer 44-24895-46, benoemd in de functie van « hoofdcommissaris 

Algemene Politiewerking » bij de lokale politie van de 

politiezone Antwerpen en in de graad van hoofdcommissaris van 

politie met ingang van 1 april 2013. 


[2013/00325] 


26667 

Bij koninklijk besluit d.d. 23 april 2013 wordt de heer Schellekens, 

Guido, indentificatienummer 44-23254-54, benoemd in de functie van 

« hoofdcommissaris Algemene Politiewerking » bij de lokale politie van 

de politiezone Antwerpen met ingang van 1 mei 2013.



[2013/00326] 


Par arrêté royal du 23 avril 2013, M. Verspeet, Glenn, numéro 


divisionnaire Fonctionnement policier général » auprès de la 

police locale de la zone de police Antwerpen et dans le grade de 

commissie divisionnaire de police à partir du 1 er avril 2013. 


[C − 2013/00328] 

Commissaire divisionnaire de police. — Retrait de mise à la retraite 

Par arrêté royal du 23 avril 2013, l’arrêté royal du 17 mai 2012 par 

lequel M. VAN HOVE, Antoine, à la date du 1 er novembre 2012 est mise 

à la retraite de sa fonction de commissaire divisionnaire de police 

auprès du corps de police de la zone KRUIBEKE-TEMSE, est retiré. 


[C − 2013/00296] 

Police fédérale. — Mandat 

Par arrêté royal du 14 avril 2013, la désignation de M. Thierry 

LEMAIRE à l’emploi de directeur coordonnateur administratif de la 

police fédérale pour l’arrondissement judiciaire de Charleroi est 

renouvelée, à la date du 23 janvier 2013. 


[C − 2013/00295] 

Police fédérale. — Mandat 

Par arrêté royal du 14 avril 2013, M. Eddy MAILLET est désigné pour 

un terme renouvelable de cinq ans à l’emploi de directeur coordonnateur 

administratif de la police fédérale pour l’arrondissement judiciaire 

de Tournai. 



[2013/202445] 

Juridictions du travail. — Nomination 

Par arrêté royal du 23 avril 2013, Mme HEEMSKERK, Wenda, 

est nommée juge social effectif au titre d’employeur au tribunal du 

travail de Tongres en remplacement de M. MOTMANS, Geert, dont elle 

achèvera le mandat. 



[2013/202494] 

Direction générale Relations collectives de travail 

Nomination des membres 

de la Commission paritaire de l’industrie des carrières 

Par arrêté du Directeur général du 19 avril 2013, qui entre en vigueur 

le jour de sa publication au Moniteur belge : 

sont nommés membres de la Commission paritaire de l’industrie des 

carrières : 

1. en qualité de représentants des organisations d’employeurs : 

Membres effectifs : 

MM. : 

DAULMERIE Christophe, à Waterloo; 

ABRAHAM Jean-Franz, à Soignies; 

* 

* 

* 

* 

* 


[2013/00326] 


Bij koninklijk besluit d.d. 23 april 2013 wordt de heer Verspeet, 

Glenn, identificatienummer 44-24965-19, benoemd in de functie van 

« hoofdcommissaris Algemene Politiewerking » bij de lokale politie van 

de politiezone Antwerpen en in de graad van hoofdcommissaris van 

politie met ingang van 1 april 2013. 


[C − 2013/00328] 

Hoofdcommissaris van politie. — Intrekking oppensioenstelling 

Bij koninklijk besluit d.d. 23 april 2013 wordt het koninklijk besluit 

d.d. 17 mei 2012 waarbij de heer VAN HOVE, Antoine, met ingang van 

1 november 2012 op pensioen wordt gesteld uit zijn ambt van 

hoofdcommissaris van politie bij het politiekorps van de zone 

KRUIBEKE-TEMSE, ingetrokken. 


[C − 2013/00296] 

Federale politie. — Mandaat 

Bij koninklijk besluit van 14 april 2013 wordt de aanwijzing van de 

heer Thierry LEMAIRE voor de betrekking van bestuurlijk directeurcoördinator 

van de federale politie voor het gerechtelijk arrondisement 

Charleroi, met ingang van 23 januari 2013, hernieuwd. 


[C − 2013/00295] 

Federale politie. — Mandaat 

Bij koninklijk besluit van 14 april 2013 wordt de heer Eddy MAILLET 

voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar aangewezen voor de 

betrekking van bestuurlijk directeur-coördinator van de federale politie 

voor het gerechtelijk arrondissement Doornik. 



[2013/202445] 

Arbeidsgerechten. — Benoeming 

Bij koninklijk besluit van 23 april 2013 is Mevr. HEEMSKERK, 

Wenda, benoemd tot werkend rechter in sociale zaken, als werkgever 

bij de arbeidsrechtbank van Tongeren ter vervanging van de heer MOT- 

MANS, Geert, wiens mandaat zij zal voleindigen. 



[2013/202494] 

Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen 

Benoeming van de leden 

van het Paritair Comité voor het groefbedrijf 

Bij besluit van de Directeur-generaal van 19 april 2013, dat in werking 

treedt de dag waarop het in het Moniteur belge wordt bekendgemaakt : 

worden benoemd tot leden van het Paritair Comité voor het 

groefbedrijf : 

1. als vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties : 

Gewone leden : 

De heren : 

DAULMERIE Christophe, te Waterloo; 

ABRAHAM Jean-Franz, te Zinnik;

STONE Philippe, à Binche; 

PORTOIS Bernard, à Waimes; 

ARRAZOLA de ONATE Luk, à Balen; 

BERTRAND Paul, à Tournai; 

LORENT Didier, à Ottignies-Louvain-la-Neuve; 

SALPIETRO Frédéric, à Fernelmont; 

Mme DURIAU Brigitte, à Wavre; 

MM. : 

CALOZET Michel, à Etterbeek; 

SADZOT Alain, à Liège; 

DE BRUYCKER Daniel, à Péruwelz. 

Membres suppléants : 

MM. : 

DE MOL Philippe, à Quevy; 

ROMAIN Fernand, à Overijse; 

CROONENBERGHS Bruno, à Villers-le-Bouillet; 

COSTANTINI Franco, à Andenne; 

STULENS Mark, à Opglabbeek; 

LEROY Michel, à Antoing; 

CULOT Xavier, à La Hulpe; 

Mme COLLINGE Emmanuelle, à Wellin; 

MM. : 

JORIS Jean-Jacques, à Sombreffe; 

PIRSON Marc, à Herne; 

Mme TOOGOOD Audrey-Anne, à Rhode-Saint-Genèse; 

M. LEBAILLY Jean, à Saint-Ghislain. 

2. en qualité de représentants des organisations de travailleurs : 

Membres effectifs : 

MM. : 

PITON Jean-Philippe, à Nivelles; 

HILAMI Brahim, à Awans; 

GOBLET Marc, à Herve; 

LEVEQUE Arnaud, à Braine-l’Alleud; 

LAMARQUE Fabrice, à Estaimpuis; 

LECLERCQ Philippe, à Genappe; 

VERDONCKT Didier, à Renaix; 

BRISCOLINI Carlo, à Charleroi; 

TRINON Philippe, à Tinlot; 

DELAIVE Paul, à Colfontaine; 

GILLES Pol, à Aywaille; 

MOUTHUY Jean-Luc, à La Bruyère. 

Membres suppléants : 

MM. : 

MARTELEZ Michel, à Courcelles; 

VERTENUEIL Robert, à Nivelles; 

DE NOOZE Alain, à Mons; 

DUPANLOUP Sébastien, à Gerpinnes; 

STAAL Jan, à Genk; 

LONDON Mathieu, à Dalhem; 

DE GUISSMÉ Daniel, à Lessines; 

BAILLIEUX Frank, à Aubange; 

DAERDEN Justin, à Boortmeerbeek; 

PEETERS Roger, à As; 

OLISLAEGERS Paul, à Merksplas; 

VERHELST Kristof, à Gavere. 


STONE Philippe, te Binche; 

PORTOIS Bernard, te Waimes; 

ARRAZOLA de ONATE Luk, te Balen; 

BERTRAND Paul, te Doornik; 

LORENT Didier, te Ottignies-Louvain-la-Neuve; 

SALPIETRO Frédéric, te Fernelmont; 

Mevr. DURIAU Brigitte, te Waver; 

De heren : 

CALOZET Michel, te Etterbeek; 

SADZOT Alain, te Luik; 

DE BRUYCKER Daniel, te Péruwelz. 

Plaatsvervangende leden : 

De heren : 

DE MOL Philippe, te Quevy; 

ROMAIN Fernand, te Overijse; 

CROONENBERGHS Bruno, te Villers-le-Bouillet; 

COSTANTINI Franco, te Andenne; 

STULENS Mark, te Opglabbeek; 

LEROY Michel, te Antoing; 

CULOT Xavier, te Terhulpen; 

Mevr. COLLINGE Emmanuelle, te Wellin; 

De heren : 

JORIS Jean-Jacques, te Sombreffe; 

PIRSON Marc, te Herne; 

Mevr. TOOGOOD Audrey-Anne, te Sint-Genesius-Rode; 

De heer LEBAILLY Jean, te Saint-Ghislain. 

2. als vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties : 

Gewone leden : 

De heren : 

PITON Jean-Philippe, te Nijvel; 

HILAMI Brahim, te Awans; 

GOBLET Marc, te Herve; 

LEVEQUE Arnaud, te Eigenbrakel; 

LAMARQUE Fabrice, te Estaimpuis; 

LECLERCQ Philippe, te Genepiën; 

VERDONCKT Didier, te Ronse; 

BRISCOLINI Carlo, te Charleroi; 

TRINON Philippe, te Tinlot; 

DELAIVE Paul, te Colfontaine; 

GILLES Pol, te Aywaille; 

MOUTHUY Jean-Luc, te La Bruyère. 

Plaatsvervangende leden : 

De heren : 

MARTELEZ Michel, te Courcelles; 

VERTENUEIL Robert, te Nijvel; 

DE NOOZE Alain, te Bergen; 

DUPANLOUP Sébastien, te Gerpinnes; 

STAAL Jan, te Genk; 

LONDON Mathieu, te Dalhem; 

DE GUISSMÉ Daniel, te Lessen; 

BAILLIEUX Frank, te Aubange; 

DAERDEN Justin, te Boortmeerbeek; 

PEETERS Roger, te As; 

OLISLAEGERS Paul, te Merksplas; 

VERHELST Kristof, te Gavere. 

26669





[C − 2013/24151] 

18 AVRIL 2013. — Arrêté ministériel portant nomination des membres 

de la Commission d’Aide médicale urgente pour la Province 

du Limbourg 


Vu la loi du 8 juillet 1964 relative à l’aide médicale urgente, l’article 

1 er , alinéa 3, remplacé par la loi du 22 février 1998; 

Vu l’arrêté royal du 10 août 1998 instituant les Commissions d’Aide 

médicale urgente, l’article 3, § 5, 

Arrête : 

Article 1 er . Sont nommés pour une période de quatre ans, respectivement 

membres effectifs et membres suppléants de la Commission 

d’Aide médicale urgente de la province du Limbourg : 

a) en qualité de représentants du service d’incendie qui dessert les 

communes du ressort de la Commission, tel que visé àl’article 3 de la 

loi du 8 juillet 1964 relative à l’aide médicale urgente : 

Bert Swijsen, Herk-de-Stad; 

Benny Gielen, Hasselt; 

Hugo Simons, Hasselt; 

Noël Brulmans, Hasselt; 

b) en qualité de représentants des services d’ambulances : 

Regionaal ziekenhuis Sint-Truiden : 

— Frederickx Tom, Sint-Truiden; 

— Gert Pevoets, Sint-Truiden; 

Jessa ziekenhuis campus Virga Jesse : 

— Michel Groven, Borgloon; 

— Marc Daens, Leopoldsburg; 

Brandweer Bree : 

— Marc Pannekoeke, Bree; 

— Martin Hendriks, Bree; 

Algemeen ziekenhuis Vesalius Bilzen : 

— Ivo Rijnders, Tongeren; 

— Veronique Scheurmans, Sint- Truiden; 

Brandweer Genk : 

— Joost Lismont, Genk; 

— Theo Bellavia, Genk; 

Ziekenhuis Oost-Limburg : 

— Johan De Houwer, Zonhoven; 

— Frederik Brauns, Leuven; 

Brandweer Hasselt : 

— Jurgen Raymaekers, Hasselt; 

— Luc De Wispelaere, Hasselt; 

Brandweer Heusden-Zolder : 

— Raf Fransen, Peer; 

— Patrick Deprez, Heusden- Zolder; 

Brandweer Maaseik : 

— Jos Coenen, Maaseik; 

— Fred Roussard, Maaseik; 

Brandweer Lommel : 

— Ann Gadeyne, Lommel; 

— Walter Cuypers, Lommel; 



EN LEEFMILIEU 

[C − 2013/24151] 


van de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening 

voor de Provincie Limburg 


Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige 

hulpverlening, artikel 1, derde lid, vervangen bij de wet van 

22 februari 1998; 

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot oprichting 

van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening, 

artikel 3, § 5, 

Besluit : 

Artikel 1. Worden benoemd, voor een termijn van vier jaar, respectievelijk 

tot werkende en plaatsvervangende leden van de Commissie 

voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening van de provincie 

Limburg : 

a) in de hoedanigheid van vertegenwoordigers van de brandweerdienst 

van de in het ambtsgebied van de Commissie gelegen gemeenten 

als bedoeld in artikel 3 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de 

dringende geneeskundige hulpverlening : 

Bert Swijsen, Herk-de-Stad; 

Benny Gielen, Hasselt; 

Hugo Simons, Hasselt; 

Noël Brulmans, Hasselt; 

b) in de hoedanigheid van vertegenwoordigers van de ambulancediensten 

: 

Regionaal ziekenhuis Sint-Truiden : 

— Frederickx Tom, Sint-Truiden; 

— Gert Pevoets, Sint-Truiden; 

Jessa ziekenhuis campus Virga Jesse : 

— Michel Groven, Borgloon; 


Brandweer Bree : 

— Marc Pannekoeke, Bree; 

— Martin Hendriks, Bree; 

Algemeen ziekenhuis Vesalius Bilzen : 

— Ivo Rijnders, Tongeren; 

— Veronique Scheurmans, Sint- Truiden; 

Brandweer Genk : 

— Joost Lismont, Genk; 

— Theo Bellavia, Genk; 


— Johan De Houwer, Zonhoven; 

— Frederik Brauns, Leuven; 

Brandweer Hasselt : 

— Jurgen Raymaekers, Hasselt; 

— Luc De Wispelaere, Hasselt; 

Brandweer Heusden-Zolder : 


— Patrick Deprez, Heusden-Zolder; 

Brandweer Maaseik : 

— Jos Coenen, Maaseik; 

— Fred Roussard, Maaseik; 

Brandweer Lommel : 

— Ann Gadeyne, Lommel; 

— Walter Cuypers, Lommel;

Algemeen ziekenhuis Vesalius Tongeren : 

— Dimitrie Poismans, Tongeren; 

— Dominique Moors, Bilzen; 

Rode Kruis Limburg/Hamont : 

— Jan Dierckx, Hasselt; 

— Pieter-Jan Van Nyen, Hasselt; 

Brandweer Leopoldsburg : 

— Kristof Verhaeghe, Leopoldsburg; 


Ambi-Care Borgloon : 

— Rony Jamaer, Borgloon; 

— Herman Valée, Tongeren; 

Lifecare ambulance Maasland : 

— Vincent Sanz-Dreesen, Maasmechelen; 

— Tamara Keunen, Hasselt; 

Falck Ambuce Peer : 

— Robert Van Dinther, Peer; 

— Tommy Bobik, Dilsen-Stokkem; 

c) en qualité de médecins, représentant les services d’urgence : 

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Tongeren : 

— Petra Billen, Tongeren; 

— Thomas Degryse, Leuven; 

Sint-Franciskusziekenhuis Heusden-Zolder : 


— Guy Veldeman, Beringen; 

Mariaziekenhuis Noord-Limburg : 

— Alfons Bakelants, Olen; 

— Marnix Goethals, Hooglede; 

Jessaziekenhuis campus Virga Jesse : 

— Hubert De Baetselier, Zutendaal; 

— Barbara Vantroyen, Hasselt; 

Regionaal ziekenhuis Sint-Trudo : 

— Peter Claes, Diest; 

— Tom Smets, Sint-Truiden; 

Ziekenhuis Maas en Kempen : 

— Ann Creemers, Bree; 

— Ignace Tanghe, Bree; 


— Guy Vundelinckx, Genk; 

— Sven Van Poucke, Bilzen; 

d) en qualité de médecins, représentant les services mobiles d’urgence : 


— Kurt Pelgrims, Hoeselt; 

— Francesco Messina, Tongeren; 



— Guy Van Daele, Beringen; 


— Yves Schrever, Zonhoven; 



— Guy Borgers, Bekkevoort; 



26671 

Algemeen ziekenhuis Vesalius Tongeren : 

— Dimitrie Poismans, Tongeren; 

— Dominique Moors, Bilzen; 

Rode Kruis Limburg/Hamont : 


— Pieter-Jan Van Nyen, Hasselt; 

Brandweer Leopoldsburg : 

— Kristof Verhaeghe, Leopoldsburg; 


Ambi-Care Borgloon : 

— Rony Jamaer, Borgloon; 

— Herman Valée, Tongeren; 

Lifecare ambulance Maasland : 

— Vincent Sanz-Dreesen, Maasmechelen; 

— Tamara Keunen, Hasselt; 

Falck Ambuce Peer : 

— Robert Van Dinther, Peer; 

— Tommy Bobik, Dilsen-Stokkem; 

c) in de hoedanigheid van artsen, vertegenwoordigers van de 

spoedgevallendiensten : 


— Petra Billen, Tongeren; 

— Thomas Degryse, Leuven; 






— Marnix Goethals, Hooglede; 


— Hubert De Baetselier, Zutendaal; 


Regionaal ziekenhuis Sint-Trudo : 







— Guy Vundelinckx, Genk; 

— Sven Van Poucke, Bilzen; 

d) in de hoedanigheid van artsen, vertegenwoordigers van de 

mobiele urgentiegroepen : 


— Kurt Pelgrims, Hoeselt; 

— Francesco Messina, Tongeren; 



— Guy Van Daele, Beringen; 


— Yves Schrever, Zonhoven; 



— Guy Borgers, Bekkevoort; 

— Barbara Vantroyen, Hasselt;


Regionaal Ziekenhuis Sint-Trudo : 







— Pascal Van Elderen, Bilzen; 

— Willem Boer, Genk; 

e) en qualité d’infirmiers, représentant les services mobiles d’urgence : 


— An Schoofs, Hasselt; 

— Geert Proesmans, Hoeselt; 


— Dennis Lenaers, Heusden-Zolder; 

— Franky Roosen, Hechtel-Eksel; 


— Michel Hendrikx, Lommel; 

— Johny Persoons, Lommel; 


— Dominique Leurs, Hasselt; 

— Luk Celus, Hasselt; 


— Geert Berden, Hasselt; 

— Luc Lemmens, Sint-Truiden; 


— Sabine Keymis, Maaseik; 

— Guy Graus, Kinrooi; 


— Wendy Coninx, Houthalen-Helchteren; 

— Katrien Bijnens, Zonhoven; 

f) en qualité de représentants des services de garde : 

Cercle : H.A.M. Huisartsenvereniging : 

— Canio Gilio, Maasmechelen; 

— Bruno Bemelmans, Maasmechelen; 

Cercle : Lommelse Huisartsenkring : 

— Bart Mandervelt, Lommel; 

— Martin Lagrain, Lommel; 

Cercle : Huisartsenkring Lanaken : 

— Piet Van Berkel, Lanaken; 

— Johan Conings, Lanaken; 

Cercle : Herckenrode Huisartsenkring : 

— Emile Lambrechts, Hasselt; 

— Danny Schroyen, Hasselt; 

Cercle : Huisartsenkring Prometheus GAOZ : 

— Johan Jespers, Genk; 

— Luc Euben, Genk; 

Cercle : Huisartsenkring Tessenderlo en omstreken : 

— Jos Weckx, Beringen; 

— Nele Mariën, Beringen; 

Cercle : Huisartsenkring Wendelen : 

— Annemie Strauven, Hasselt; 

— Ludovic Deferm, Lummen; 

Cercle : Huisartsenkring Riemst : 

— Luc Hardy, Riemst; 

— Philippe Aras, Riemst; 








— Pascal Van Elderen, Bilzen; 

— Willem Boer, Genk; 

e) in de hoedanigheid van verpleegkundigen, vertegenwoordigers 

van de mobiele urgentiegroepen : 


— An Schoofs, Hasselt; 

— Geert Proesmans, Hoeselt; 


— Dennis Lenaers, Heusden-Zolder; 

— Franky Roosen, Hechtel-Eksel; 


— Michel Hendrikx, Lommel; 

— Johny Persoons, Lommel; 


— Dominique Leurs, Hasselt; 

— Luk Celus, Hasselt; 


— Geert Berden, Hasselt; 

— Luc Lemmens, Sint-Truiden; 


— Sabine Keymis, Maaseik; 

— Guy Graus, Kinrooi; 


— Wendy Coninx, Houthalen-Helchteren; 

— Katrien Bijnens, Zonhoven; 

f) in de hoedanigheid van vertegenwoordigers van de wachtdiensten 

: 

Kring : H.A.M. Huisartsenvereniging : 

— Canio Gilio, Maasmechelen; 

— Bruno Bemelmans, Maasmechelen; 

Kring : Lommelse Huisartsenkring : 

— Bart Mandervelt, Lommel; 

— Martin Lagrain, Lommel; 

Kring : Huisartsenkring Lanaken : 

— Piet Van Berkel, Lanaken; 

— Johan Conings, Lanaken; 

Kring : Herckenrode Huisartsenkring : 

— Emile Lambrechts, Hasselt; 

— Danny Schroyen, Hasselt; 

Kring : Huisartsenkring Prometheus GAOZ : 

— Johan Jespers, Genk; 

— Luc Euben, Genk; 

Kring : Huisartsenkring Tessenderlo en omstreken : 

— Jos Weckx, Beringen; 

— Nele Mariën, Beringen; 

Kring : Huisartsenkring Wendelen : 

— Annemie Strauven, Hasselt; 

— Ludovic Deferm, Lummen; 

Kring : Huisartsenkring Riemst : 

— Luc Hardy, Riemst; 

— Philippe Aras, Riemst;

Cercle : Noord-Limburgse Huisartsenkring : 

— Marc Vanpoecke, Peer; 

— Ben Janssen, Bocholt; 

g) en qualité de représentant du service de secours de la Croix- 

Rouge : 


— Pieter-Jan Van Nyen, Hasselt. 

Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 9 septembre 2012. 






[C − 2013/24153] 

18 AVRIL 2013. — Arrêté ministériel portant nomination des membres 

de la Commission d’Aide médicale urgente pour la Province 

de Flandre Occidentale 


Vu la loi du 8 juillet 1964 relative à l’aide médicale urgente, 

notamment l’article 1 er , alinéa 3, remplacé par la loi du 22 février 1998; 

Vu l’arrête royal du 10 août 1998 instituant les Commissions d’Aide 

médicale urgente, notamment l’article 3, § 5, 

Arrête : 

Article 1 er . Sont nommés pour une période de quatre ans, respectivement 

membres effectifs et membres suppléants de la Commission 

d’Aide médicale urgente de la province de Flandre Occidentale: 

a) en qualité de représentants du service d’incendie qui dessert les 

communes du ressort de la Commission, tel que visé àl’article 3 de la 

loi du 8 juillet 1964 relative à l’aide médicale urgente : 

— Gardin, Franky, Brugge; 

— Verfaillie, Johny, Wingene; 

b) en qualité de représentants des services d’ambulances : 

1) 100 Avelgem: 

— D’Haene, Dominiek, Gent; 

— Segaert, Krist, Avelgem; 

2) 100 Blankenberge: 

— Verkooren, Jean-Claude, Blankenberge; 

— De Lange, Marc, Blankenberge; 

3) 100 Brugge: 

— Margodt, Dave, Brugge; 

— Van Moerbeke, Pieter, Brugge; 

4) 100 De Panne: 

— Buys, Waldo, De Panne; 

— Blontrock, Isabelle, De Panne; 

5) 100 Deerlijk: 

— Vancraeynest, Johan, Deerlijk; 

— Vancraeynest, Pieter-Jan, Deerlijk; 

6) 100 Diksmuide: 

— Dolphen, Rudi, Diksmuide; 

— Ramboer, Joeri, Diksmuide; 

7) 100 Gistel: 

— Bethuyne, Johan, Gistel; 

— Vanhixe, Frank, Gistel; 


* 

26673 

Kring : Noord-Limburgse Huisartsenkring : 

— Marc Vanpoecke, Peer; 

— Ben Janssen, Bocholt; 

g) in de hoedanigheid van vertegenwoordiger van de hulpdienst van 

het Rode Kruis : 


— Pieter-Jan Van Nyen, Hasselt. 

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 9 september 

2012. 





EN LEEFMILIEU 

[C − 2013/24153] 


van de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening 

voor de Provincie West-Vlaanderen 


Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige 

hulpverlening, inzonderheid op artikel 1, derde lid, vervangen bij 

de wet van 22 februari 1998; 

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot oprichting 

van de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening, 

inzonderheid op artikel 3, § 5, 

Besluit : 

Artikel 1. Worden benoemd, voor een termijn van vier jaar, respectievelijk 

tot werkende en plaatsvervangende leden van de Commissie 

voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening van de provincie 

West-Vlaanderen : 

a) in de hoedanigheid van vertegenwoordigers van de brandweerdienst 

van de in het ambtsgebied van de Commissie gelegen gemeenten 

als bedoeld in artikel 3 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de 

dringende geneeskundige hulpverlening : 

— Gardin, Franky, Brugge; 

— Verfaillie, Johny, Wingene; 

b) in de hoedanigheid van vertegenwoordigers van de ambulancediensten 

: 

1) 100 Avelgem : 

— D’Haene, Dominiek, Gent; 

— Segaert, Krist, Avelgem; 

2) 100 Blankenberge : 

— Verkooren, Jean-Claude, Blankenberge; 

— De Lange, Marc, Blankenberge; 

3) 100 Brugge : 

— Margodt, Dave, Brugge; 

— Van Moerbeke, Pieter, Brugge; 

4) 100 De Panne : 

— Buys, Waldo, De Panne; 

— Blontrock, Isabelle, De Panne; 

5) 100 Deerlijk : 

— Vancraeynest, Johan, Deerlijk; 

— Vancraeynest, Pieter-Jan, Deerlijk; 

6) 100 Diksmuide : 

— Dolphen, Rudi, Diksmuide; 

— Ramboer, Joeri, Diksmuide; 

7) 100 Gistel : 

— Bethuyne, Johan, Gistel; 

— Vanhixe, Frank, Gistel;


8) 100 Harelbeke: 

— Lemiengre, Rudi, Krombeke; 

— Claerhout, Pedro, Beveren-Leie; 

9) 100 Heuvelland: 

— Ooghe, Pieter, Heuvelland; 

— Cuvelier, Geert, Heuvelland; 

10) 100 Houthulst: 

— Sap, Lucrèce, Houthulst; 

— Louwagie, Marc, Houthulst; 

11) 100 Ieper: 

— Rigole, Piet, Ieper; 

— Decombel, Raf, Ieper; 

12) 100 Izegem: 

— Corteville, Rudi, Izegem; 

— Decoene, Kurt, Izegem; 

13) 100 Knokke-Heist: 

— Schoonbaert, Steven, Knokke-Heist; 

— De Bree, Thijs, Brugge; 

14) 100 Koksijde: 

— Villé, Marc, Koksijde; 

— Sparks, Robby, Koksijde; 

15) 100 Kortrijk: 

— Bataillie, Kris, Kortrijk; 

— Vandekerkhove, Curd, Wevelgem; 

16) 100 Ledegem: 

— Vermeersch, Reginald, Ledegem; 

— Tyvaert, Paul, Ledegem; 

17) 100 Lichtervelde: 

— Carpentier, Geert, Lichtervelde; 

— Tytgat, Jan, Lichtervelde; 

18) 100 Menen: 

— Valcke, David, Menen; 

— Debuysere, Kurt, Menen; 

19) 100 Moorsele-Wevelgem: 

— Deleu, Ludwig, Moorsele; 

— Vandenberghe, Hein, Moorsele; 

20) 100 Nieuwpoort: 

— Deschacht, Kurt, Nieuwpoort; 

— Gyselinck, Martin, Nieuwpoort; 

21) 100 Oostende: 

— Vandevijvere, Dimitri, Oostende; 

22) 100 Oostkamp-Ruddervoorde: 

— Verstringe, Paul, Oostkamp (Ruddervoorde); 

— Meulemeester, Wouter, Oostkamp; 

23) 100 Poperinge: 

— White, Kevin, Poperinge; 

— Van Bruwaene, Philippe, Poperinge; 

24) 100 Roesbrugge: 

— Doise, Benjamin, Roesbrugge; 

— Vandermarliere, Gerda, Roesbrugge; 

25) 100 Roeselare: 

— Dorscht, Thomas, Roeselare; 

— Gardin, Christophe, Roeselare; 

26) 100 SAR: 

— Boyen, Peter, Lo-Reninge; 

— Delchef, Jacques, Veurne; 

8) 100 Harelbeke : 

— Lemiengre, Rudi, Krombeke; 

— Claerhout, Pedro, Beveren-Leie; 

9) 100 Heuvelland : 

— Ooghe, Pieter, Heuvelland; 

— Cuvelier, Geert, Heuvelland; 

10) 100 Houthulst : 

— Sap, Lucrèce, Houthulst; 

— Louwagie, Marc, Houthulst; 

11) 100 Ieper : 

— Rigole, Piet, Ieper; 

— Decombel, Raf, Ieper; 

12) 100 Izegem : 

— Corteville, Rudi, Izegem; 

— Decoene, Kurt, Izegem; 

13) 100 Knokke-Heist : 

— Schoonbaert, Steven, Knokke-Heist; 

— De Bree, Thijs, Brugge; 

14) 100 Koksijde : 

— Villé, Marc, Koksijde; 

— Sparks, Robby, Koksijde; 

15) 100 Kortrijk : 

— Bataillie, Kris, Kortrijk; 

— Vandekerkhove, Curd, Wevelgem; 

16) 100 Ledegem : 

— Vermeersch, Reginald, Ledegem; 

— Tyvaert, Paul, Ledegem; 

17) 100 Lichtervelde : 

— Carpentier, Geert, Lichtervelde; 

— Tytgat, Jan, Lichtervelde; 

18) 100 Menen : 

— Valcke, David, Menen; 

— Debuysere, Kurt, Menen; 

19) 100 Moorsele-Wevelgem : 

— Deleu, Ludwig, Moorsele; 

— Vandenberghe, Hein, Moorsele; 

20) 100 Nieuwpoort : 

— Deschacht, Kurt, Nieuwpoort; 

— Gyselinck, Martin, Nieuwpoort; 

21) 100 Oostende : 

— Vandevijvere, Dimitri, Oostende; 

22) 100 Oostkamp-Ruddervoorde : 

— Verstringe, Paul, Oostkamp (Ruddervoorde); 

— Meulemeester, Wouter, Oostkamp; 

23) 100 Poperinge : 

— White, Kevin, Poperinge; 

— Van Bruwaene, Philippe, Poperinge; 

24) 100 Roesbrugge : 

— Doise, Benjamin, Roesbrugge; 

— Vandermarliere, Gerda, Roesbrugge; 

25) 100 Roeselare : 

— Dorscht, Thomas, Roeselare; 

— Gardin, Christophe, Roeselare; 

26) 100 SAR : 

— Boyen, Peter, Lo-Reninge; 

— Delchef, Jacques, Veurne;

27) 100 Tielt : 

— Ledoux, Filip, Tielt; 

— Wielfaert, Frank, Tielt; 

28) 100 Torhout : 

— Crombez, Alain, Torhout; 

— Jaques, Danny, Torhout; 

29) 100 Veurne : 

— Degrande, Paul, Alveringem; 

— Vanmaele, Jens, Middelkerke; 

30) 100 Waregem: 

— Damman, Ronny, Waregem; 

— Heyerick, Dieter, Waregem; 

31) 100 Waregem OLV: 

— Depaepe, Bieke, Wielsbeke; 

— Baetens, Dickie, Waregem; 

32) 100 Wervik: 

— Durnez, Tom, Wervik; 

— Vercaemer, Koen, Wervik; 

c) en qualité de médecins, représentants les services d’urgence : 

1) AZ St.-Jan Brugge-Oostende: 

— Vandycke, Carine, Oostkamp; 

— Bourgeois, Marc, Damme; 

2) AZ St.-Lucas Assebroek: 

— Wynsberghe, Dirk, Brugge; 

— De Brabander, Monica, Brugge; 

3) Gezondheidszorg Oostkust Blankenberge: 

— Pieters, Geert, De Haan; 

— Van Belle, Kristof, Brugge; 

4) Jan Ypermanziekenhuis, Ieper: 

— Helderweirt, Johan, Brasschaat; 

— Van Hooreweghe, Stefan, Koksijde; 

5) St.-Jozefziekenhuis Izegem: 

— Galle, Sabrina, Izegem; 

— Vanhoorebeeck, Patrick, Izegem; 

6) AZ Groeninge Kortrijk: 

— Struyve, Philip, Kortrijk; 

— Deleu, Frederick, Wevelgem; 

7) Heilig Hart Menen: 

— Maton, Pierre, Ledegem; 

— De Loof, Hans, Menen; 

8) AZ Sint Jan Brugge-Oostende Campus H.Serruys Oostende: 

— Schissler, Thierry, Oostende; 

— Van De Maele, Kris, Jabbeke; 

9) AZ Damiaan Oostende: 

— Nuytten, Lode, Oostende; 

— Tomassen, Jos, Gistel; 

10) Heilig Hart Roeselare: 

— Heerinckx, Philippe, Gent; 

— Spoelders, Kurt, Roeselare; 

11) Stedelijk Ziekenhuis Roeselare: 

— Vermeersch, Sven, Gent; 

— Vander Stichele, Emmanuel, Roeselare; 

12) St.-Andriesziekenhuis Tielt: 

— Deroo, Kristoff, Tielt; 

— Rousseau, Filip, Gent; 


26675 

27) 100 Tielt : 

— Ledoux, Filip, Tielt; 

— Wielfaert, Frank, Tielt; 

28) 100 Torhout : 

— Crombez, Alain, Torhout; 

— Jaques, Danny, Torhout; 

29) 100 Veurne : 

— Degrande, Paul, Alveringem; 

— Vanmaele, Jens, Middelkerke; 

30) 100 Waregem : 

— Damman, Ronny, Waregem; 

— Heyerick, Dieter, Waregem; 

31) 100 Waregem OLV : 

— Depaepe, Bieke, Wielsbeke; 

— Baetens, Dickie, Waregem; 

32) 100 Wervik : 

— Durnez, Tom, Wervik; 

— Vercaemer, Koen, Wervik; 

c) in de hoedanigheid van artsen, vertegenwoordigers van de 

spoedgevallendiensten : 

1) AZ St.-Jan Brugge-Oostende : 

— Vandycke, Carine, Oostkamp; 

— Bourgeois, Marc, Damme; 

2) AZ St.-Lucas Assebroek : 

— Wynsberghe, Dirk, Brugge; 

— De Brabander, Monica, Brugge; 

3) Gezondheidszorg Oostkust Blankenberge : 

— Pieters, Geert, De Haan; 

— Van Belle, Kristof, Brugge; 

4) Jan Ypermanziekenhuis, Ieper : 

— Helderweirt, Johan, Brasschaat; 

— Van Hooreweghe, Stefan, Koksijde; 

5) St.-Jozefziekenhuis Izegem : 



6) AZ Groeninge Kortrijk : 

— Struyve, Philip, Kortrijk; 

— Deleu, Frederick, Wevelgem; 

7) Heilig Hart Menen : 

— Maton, Pierre, Ledegem; 

— De Loof, Hans, Menen; 

8) AZ Sint Jan Brugge-Oostende Campus H.Serruys Oostende : 

— Schissler, Thierry, Oostende; 

— Van De Maele, Kris, Jabbeke; 

9) AZ Damiaan Oostende : 

— Nuytten, Lode, Oostende; 

— Tomassen, Jos, Gistel; 

10) Heilig Hart Roeselare : 

— Heerinckx, Philippe, Gent; 

— Spoelders, Kurt, Roeselare; 

11) Stedelijk Ziekenhuis Roeselare : 

— Vermeersch, Sven, Gent; 

— Vander Stichele, Emmanuel, Roeselare; 

12) St.-Andriesziekenhuis Tielt : 

— Deroo, Kristoff, Tielt; 

— Rousseau, Filip, Gent;


13) St.-Rembertziekenhuis Torhout: 

— Billiët, Guido, Torhout; 

— Marrécau, David, Zedelgem; 

14) KGW Augustinus Veurne: 

— Clarysse, Francis, Brugge; 

— Vercruysse, Jan, Knokke-Heist; 

15) OLV van Lourdes Waregem: 

— Vinck, Olivier, Kruishoutem; 

— Haeck, Luc, Waregem; 

16) Gezondheidszorg Oostkust Knokke-Heist: 

— Gaakeer, Hendrik, Knokke-Heist; 

— Usé, Frederique, Gingelom; 

d) en qualité de médecins, représentants les services mobiles 

d’urgence : 


— Deldycke, Jan, Brugge; 

— Vanden Broucke, Judith, De Haan; 


— Huyghe, Luc, Knokke-Heist; 

— Van Haevre, Vera, Knokke-Heist; 


— Muller, Nicolas, Brugge; 

— Van Den Brande, Filip, Brugge; 

4) Jan Ypermanziekenhuis Ieper: 

— Declercq, Tom, Koksijde; 

— Demeyer, Dirk, Ieper; 


— Van Belleghem, Vincent, Kortrijk; 

— Hooft, Frederik, Kortrijk; 

6) Heilig Hart Menen: 

— Demey, Roseline, Koksijde; 

— Vanden Eede, Robert, Kortrijk; 


— De Vlieger, Luk, Oostende; 


— De Cock, Axelle, Oostende; 

— Vercruysse, Filip, Blankenberge; 

9) Heilig Hart Ziekenhuis Roeselare: 

— Coppé, Eric, Roeselare; 

— Stockman, Willem, Roeselare; 


— Baert, Nele, Torhout; 

— Barbe, Evie, Roeselare; 

11) Sint Jozefziekenhuis Izegem: 



12) St.-Andries Ziekenhuis Tielt: 

— Vandeplassche, Sophie, Dentergem; 

— Huysentruyt, Sandra, Roeselare; 

13) St.-Rembertziekenhuis Torhout: 

— Hardy, Bjorn, Wingene; 

— Sinnaeve, Philippe, Oostkamp; 

14) KGW St.-Augustinus, Veurne: 

— Debels, Ortwin, Ieper; 

— Tant, Dries, Brugge; 

13) St.-Rembertziekenhuis Torhout : 

— Billiët, Guido, Torhout; 

— Marrécau, David, Zedelgem; 

14) KGW Augustinus Veurne : 

— Clarysse, Francis, Brugge; 

— Vercruysse, Jan, Knokke-Heist; 

15) OLV van Lourdes Waregem : 

— Vinck, Olivier, Kruishoutem; 

— Haeck, Luc, Waregem; 

16) Gezondheidszorg Oostkust Knokke-Heist : 

— Gaakeer, Hendrik, Knokke-Heist; 

— Usé, Frederique, Gingelom; 

d) in de hoedanigheid van artsen, vertegenwoordigers van de 

mobiele urgentiegroepen : 


— Deldycke, Jan, Brugge; 

— Vanden Broucke, Judith, De Haan; 


— Huyghe, Luc, Knokke-Heist; 

— Van Haevre, Vera, Knokke-Heist; 


— Muller, Nicolas, Brugge; 

— Van Den Brande, Filip, Brugge; 

4) Jan Ypermanziekenhuis Ieper : 

— Declercq, Tom, Koksijde; 

— Demeyer, Dirk, Ieper; 


— Van Belleghem, Vincent, Kortrijk; 

— Hooft, Frederik, Kortrijk; 

6) Heilig Hart Menen : 

— Demey, Roseline, Koksijde; 

— Vanden Eede, Robert, Kortrijk; 


— De Vlieger, Luk, Oostende; 


— De Cock, Axelle, Oostende; 

— Vercruysse, Filip, Blankenberge; 

9) Heilig Hart Ziekenhuis Roeselare : 

— Coppé, Eric, Roeselare; 

— Stockman, Willem, Roeselare; 


— Baert, Nele, Torhout; 

— Barbe, Evie, Roeselare; 

11) Sint Jozefziekenhuis Izegem : 



12) St.-Andries Ziekenhuis Tielt : 

— Vandeplassche, Sophie, Dentergem; 

— Huysentruyt, Sandra, Roeselare; 

13) St.-Rembertziekenhuis Torhout : 

— Hardy, Bjorn, Wingene; 

— Sinnaeve, Philippe, Oostkamp; 

14) KGW St.-Augustinus, Veurne : 

— Debels, Ortwin, Ieper; 

— Tant, Dries, Brugge;

15) AZ Sint Lucas Assebroek: 

— Casteleyn, Peter, Oostkamp; 

— Van Saet, Peter, Brugge; 

e) en qualité d’infirmiers, représentants les services mobiles d’urgence : 


— Laekeman, Pieter, Blankenberge; 

— Gurdebeke, Kenn, Blankenberge; 


— Rahier, Philip, Brugge; 

— De Knock, Johan, Brugge; 

3) Jan Ypermanziekenhuis Ieper: 

— De Ridder, Koen, Ieper; 

— Gouwy, Diego, Brielen; 


— Hinoul, Mathieu, Knokke-Heist; 

— Degrendel, Franky, Brugge; 


— Gunst, Geert, Kortrijk; 

— Decaluwe, Karel, Zwevegem; 

6) Heilig Hart Ziekenhuis Menen: 

— Vansteenbrugge, Ann, Wevelgem; 

— Nys, Steve, Menen; 


— Ramault, Kris, Bredene; 

— Vandamme, Philiep, Gistel; 


— Vereecken, Frank, Oostende; 

— Hollevoet, Philippe, Ichtegem; 


— Wydaeghe, Dominiek, Roeselare; 

— Verbrugghe, Nele, Ardooie; 

10) Heilig Hart Ziekenhuis Roeselare: 

— Herpoel, Rosine, Deerlijk; 

— Lepoutre, Philippe, Roeselare; 

11) St.Andriesziekenhuis Tielt: 

— Lambrecht, Johan, Ruiselede; 

— De Smyter, Koen, Zulte; 

12) St.Rembertziekenhuis Torhout: 

— Van Belle, Wim, Torhout; 

— Constant, Kevin, Torhout; 

13) KGW St.-Augustinus Veurne: 

— Bacqué, Natacha, Middelkerke; 

— Neyrinck, Han, Veurne; 

14) AZ Sint Lucas Assebroek: 

— Vermote, Francis, Gistel; 

— Demeulenaere, Bernard, Jabbeke; 

15) Sint Jozefziekenhuis Izegem: 

— Verhelst, Annick, Wielsbeke; 

— Vervaeke, Nancy, Meulebeke; 

f) en qualité de représentants des services de garde : 

1) Cercle: Regio Brugge-Zeebrugge: 

— Steel, Koen, Zeebrugge; 


26677 

15) AZ Sint Lucas Assebroek : 

— Casteleyn, Peter, Oostkamp; 

— Van Saet, Peter, Brugge; 

e) in de hoedanigheid van verpleegkundigen, vertegenwoordigers 

van de mobiele urgentiegroepen : 


— Laekeman, Pieter, Blankenberge; 

— Gurdebeke, Kenn, Blankenberge; 


— Rahier, Philip, Brugge; 

— De Knock, Johan, Brugge; 

3) Jan Ypermanziekenhuis Ieper : 

— De Ridder, Koen, Ieper; 

— Gouwy, Diego, Brielen; 


— Hinoul, Mathieu, Knokke-Heist; 

— Degrendel, Franky, Brugge; 


— Gunst, Geert, Kortrijk; 

— Decaluwe, Karel, Zwevegem; 

6) Heilig Hart Ziekenhuis Menen : 

— Vansteenbrugge, Ann, Wevelgem; 

— Nys, Steve, Menen; 


— Ramault, Kris, Bredene; 

— Vandamme, Philiep, Gistel; 


— Vereecken, Frank, Oostende; 

— Hollevoet, Philippe, Ichtegem; 


— Wydaeghe, Dominiek, Roeselare; 

— Verbrugghe, Nele, Ardooie; 

10) Heilig Hart Ziekenhuis Roeselare : 

— Herpoel, Rosine, Deerlijk; 

— Lepoutre, Philippe, Roeselare; 

11) St.Andriesziekenhuis Tielt : 

— Lambrecht, Johan, Ruiselede; 

— De Smyter, Koen, Zulte; 

12) St.Rembertziekenhuis Torhout : 

— Van Belle, Wim, Torhout; 

— Constant, Kevin, Torhout; 

13) KGW St.-Augustinus Veurne : 

— Bacqué, Natacha, Middelkerke; 

— Neyrinck, Han, Veurne; 

14) AZ Sint Lucas Assebroek : 

— Vermote, Francis, Gistel; 

— Demeulenaere, Bernard, Jabbeke; 

15) Sint Jozefziekenhuis Izegem : 

— Verhelst, Annick, Wielsbeke; 

— Vervaeke, Nancy, Meulebeke; 

f) in de hoedanigheid van vertegenwoordigers van de wachtdiensten 

: 

1) Kring : Regio Brugge-Zeebrugge : 

— Steel, Koen, Zeebrugge;


2) Cercle: Izegem-Ingelmunster-Lendelede; 

— Debaene, Bram, Izegem; 

3) Cercle: IJzerstreek en Westkust: 

— Jansseune, Paul, Veurne; 

— Van Acker, Jan, Diksmuide; 

4) Cercle: Zuid West-Vlaanderen: 

— Himpe, Maxim, Zwevegem; 

— Van Eygen, Sigfried, Kortrijk; 

5) Cercle: Houtland: 

— Willaert, Luc, Kortemark; 

6) Cercle: West-Vlaanderen: 

— Callens, Dirk, Ledegem; 

— Cossement, Pol, Ledegem; 

g) en qualité de représentant du service de secours de la Croix-Rouge: 

— Morsa, Bernard, Torhout; 

— Deruyttere, Geert, Ieper. 

Art. 2. Le présent arrête produit ses effets le 






[2013/24152] 

23 AVRIL 2013. — Arrêté ministériel portant désignation 

des inspecteurs d’hygiène, secrétaires des commissions médicales 


Vu l’arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967, relatif à l’exercice des 

professions des soins de santé, l’article 36, § 2et§ 4; 

Vu l’arrêté ministériel du 15 février 2007 portant désignation des 

inspecteurs d’hygiène secrétaires des commissions médicales, modifié 

par les arrêtés ministériels du 22 mars 2009 et du 14 septembre 2011, 

Arrête : 

Article 1 er . Les personnes suivantes sont désignées comme secrétaire 

des commissions médicales, en leur qualité d’inspecteur d’hygiène : 

a) pour les commissions médicales ayant pour circonscription les 

provinces d’Anvers, du Limbourg, de Flandre occidentale, de Flandre 

orientale, du Brabant flamand et pour les dossiers néerlandophones de 

l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale : 

le Dr Machiels, Katrien; 

b) pour les commissions médicales ayant pour circonscription les 

provinces de Liège, du Luxembourg, de Namur, du Hainaut, du 

Brabant wallon et pour les dossiers francophones de l’Arrondissement 

administratif de Bruxelles-Capitale : 

le Dr Renard, Isabelle. 

Art. 2. L’arrêté ministériel du 15 février 2007 portant désignation des 

inspecteurs d’hygiène secrétaires des commissions médicales est abrogé. 

Art. 3. Le présent arrêté produit ses effets le 1 er mars 2013. 



* 

2) Kring : Izegem-Ingelmunster-Lendelede 

— Debaene, Bram, Izegem; 

3) Kring : IJzerstreek en Westkust : 

— Jansseune, Paul, Veurne; 

— Van Acker, Jan, Diksmuide; 

4) Kring : Zuid West-Vlaanderen : 

— Himpe, Maxim, Zwevegem; 

— Van Eygen, Sigfried, Kortrijk; 

5) Kring : Houtland : 

— Willaert, Luc, Kortemark; 

Kring :West-Vlaanderen : 

— Callens, Dirk, Ledegem; 

— Cossement, Pol, Ledegem; 

g) in hoedanigheid van vertegenwoordiger van de hulpdienst van het 

Rode Kruis : 

— Morsa, Bernard, Torhout; 

— Deruyttere, Geert, Ieper. 

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 





EN LEEFMILIEU 

[2013/24152] 

23 APRIL 2013. — Ministerieel besluit tot benoeming van de 

gezondheidsinspecteurs, secretarissen van de geneeskundige commissies 


Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 

betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, artikel 36, 

§ 2en§ 4; 

Gelet op het ministerieel besluit van 15 februari 2007 tot benoeming 

van de gezondheidsinspecteurs secretarissen van de geneeskundige 

commissies, gewijzigd bij ministerielen besluiten van 22 maart 2009 en 

14 september 2011, 

Besluit : 

Artikel 1. In hun hoedanigheid van gezondheidsinspecteurs worden 

de volgende personen aangesteld als secretaris van de geneeskundige 

commissies : 

a) voor de medische commissies met als ambtsgebied de provincies 

Antwerpen, Limburg, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Vlaams- 

Brabant en voor de Nederlandstalige dossiers uit het administratief 

arrondissement Brussel-Hoofdstad : 

Dr. Machiels, Katrien; 

b) voor de medische commissies met als ambtsgebied de provincies 

Luik, Luxemburg, Namen, Henegouwen, Waals-Brabant en voor de 

Franstalige dossiers uit het administratief arrondissement Brussel- 

Hoofdstad : 

Dr Renard, Isabelle. 

Art. 2. Het ministerieel besluit van 15 februari 2007 tot benoeming 

van de gezondheidsinspecteurs secretarissen van de geneeskundige 

commissies wordt opgeheven. 

Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2013. 


Mevr. L. ONKELINX


[2013/202829] 

Notariat 

Par arrêtés royaux des 18 juillet 2012 et 1 er septembre 2012, entrant en 

vigueur le 11 mai 2013, est acceptée, la démission de M. Vandemeulebroecke, 

P., de ses fonctions de notaire associé à la résidence de 

Sint-Martens-Latem. 

Il est autorisé àporter le titre honorifique de ses fonctions. 

Le recours en annulation de l’acte précité àportée individuelle peut 

être soumis à la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat 

endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit 

être envoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 

1040 Bruxelles), sous pli recommandé àla poste. 


[2013/09186] 

Direction générale E P I 

Etablissements pénitentiaires. — Service P & O 

Par arrêté royal du 22 avril 2013, est promu par avancement de classe 

à la classe A3 au titre de conseiller mobilité, transport et environnement, 

filière de métiers « mobilité et transports », au sein du Service 

public fédéral Justice, services extérieurs de la Direction générale E P I- 

Etablissements pénitentiaires, à partir du 1 er novembre 2012 : 

- M. Paul Logghe, né le 6 octobre 1956 à Loppem, attaché A2, cadre 

linguistique néerlandais, filière de métiers « technique et infrastructure 

». 

Par arrêté royal du 22 avril 2013, est promu par avancement de classe 

à la classe A3 au titre de conseiller d’un établissement pénitentiaire - 

adjoint du directeur, filière de métiers « gestion générale », au sein du 

Service public fédéral Justice, services extérieurs de la Direction 

générale E P I - Etablissements pénitentiaires, à partir du 1 er novembre 

2012 : 

- M. Luc Havet, né le 12 novembre 1966 à Leuven, attaché-directeur 

de prison A2, cadre linguistique néerlandais, filière de métiers « gestion 

générale ». 

Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, un recours 

peut être introduit dans les soixante jours après cette publication. La 

requête doit être envoyée sous pli recommandé àla poste au Conseil 

d’Etat, rue de la Science 33, à 1040 Bruxelles. 


* 


[2013/202829] 

Notariaat 

Bij koninklijke besluiten van 18 juli 2012 en 1 september 2012, die in 

werking treden op 11 mei 2013 is aan de heer Vandemeulebroecke, P., 

ontslag verleend uit zijn ambt van geassocieerd notaris ter standplaats 

Sint-Martens-Latem. 

Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. 

Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akte met individuele 

strekking kan voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad 

van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. 

Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad 

van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden 

toegezonden. 


[2013/09186] 

Directoraat-generaal E P I 

Penitentiaire Inrichtingen. — Dienst P & O 

Bij koninklijk besluit van 22 april 2013 wordt bevorderd door 

verhoging naar de hogere klasse A3, met de titel van adviseur 

mobiliteit, vervoer en milieu, vakrichting « mobiliteit en vervoer », bij 

de Federale Overheidsdienst Justitie, buitendiensten van het Directoraat 

generaal E P I - Penitentiaire Inrichtingen, met ingang van 1 november 

2012 : 

- de heer Paul Logghe, geboren op 6 oktober 1956 te Loppem, 

attaché A2, Nederlands taalkader, vakrichting « techniek en infrastructuur 

». 

Bij koninklijk besluit van 22 april 2013 wordt bevorderd door 

verhoging naar de hogere klasse A3, met de titel van adviseur van een 

penitentiaire instelling, adjunct van de directeur, vakrichting « algemeen 

beheer », bij de Federale Overheidsdienst Justitie, buitendiensten 

van het Directoraat generaal E P I - Penitentaire Inrichtingen, met ingang 

van 1 november 2012 : 

- de heer Luc Havet, geboren op 12 november 1966 te Leuven, 

attaché-gevangenisdirecteur A2, Nederlands taalkader, vakrichting 

« Algemeen beheer ». 

Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan 

beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking. 

Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende brief 

aan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 Brussel, te worden 

toegezonden. 




VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE 

VLAAMSE OVERHEID 

Provincie Limburg. — Ruimtelijke ordening. — Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 

[C − 2013/35413] 

HASSELT. — Bij besluit van 28 maart 2013 heeft de deputatie van de provincie Limburg het gemeentelijk ruimtelijk 

uitvoeringsplan «Kasteel Henegauwberg», dat definitief werd vastgesteld door de gemeenteraad van Hasselt in zitting 

van 18 december 2012 en een toelichtingsnota met de bestaande feitelijke en juridische toestand, de stedenbouwkundige 

voorschriften en een grafisch plan bevat, goedgekeurd. 

26679


VLAAMSE OVERHEID 

Cultuur, Jeugd, Sport en Media 

[C − 2013/35399] 

16 APRIL 2013. — Voorlopige opname van de verzameling « pater Damiaan » 

in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap 

Bij besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur van 16 april 2013 betreffende de voorlopige 

opname van roerende goederen in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap wordt 

bepaald : 

Enig artikel. De volgende verzameling van roerende goederen wordt als voorlopige maatregel opgenomen in de 

lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap in hoofdafdeling 2, verzamelingen, afdeling 3, 

cultuurhistorisch erfgoed : 

1° korte beschrijving : verzameling met archief en documentatie van en over pater Damiaan. 

Een eerste deel bevat archiefstukken die rechtstreeks verband houden met de figuur 

Damiaan en zijn verblijf op Hawaï en Molokai (1863 - 1889). Ze bevatten personalia, 

brieven van en aan Damiaan, boekhoudkundige stukken, foto’s en persknipsels van 

tijdens zijn leven. 

Verder bevat dit archief kunstwerken van Edward Clifford, een Engelse kunstenaar 

(1844-1907), die pater Damiaan ontmoette in de leprozenkolonie van Kalaupapa. De 

samenstelling van de verzameling is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is 

gevoegd; 

2° motivatie : Jozef De Veuster, alias pater Damiaan (1840-1889), was al tijdens zijn leven een legende. 

Zijn keuze voor het melaatseneiland Molokai in 1873 werd wereldnieuws. Ook de jaren 

daarop haalde hij regelmatig de pers, zeker toen in 1886 bekend werd dat hij zelf door 

melaatsheid werd getroffen. Na zijn dood kwam een stroom van publicaties en zelfs 

films op gang, die tot vandaag aanhoudt. In 2009 werd hij heilig verklaard. 

Aangezien de Paters van de Heilige Harten van Jezus en Maria (de religieuze 

congregatie waartoe Damiaan behoorde) ernaar streefden zoveel mogelijk documentatie 

over Damiaan te verzamelen, overstijgt het archief ruim de figuur alleen van de 

missionaris. 

Dit archief brengt alle aspecten van het leven van deze bijzondere persoon naar boven 

en biedt bovendien door zijn volledigheid een unieke verzameling (zeldzaamheid). Als 

herinnering aan de H. Damiaan (zijn missiewerk en het proces tot heiligverklaring) in 

het bijzonder en aan het missiewerk in het algemeen is dit archief onmisbaar (collectief 

geheugen). 

De kunstwerken van Edward Clifford getuigen niet alleen van een hoge artistieke 

kwaliteit, maar zijn tevens hét iconografische beeld dat we van pater Damiaan hebben 

(collectief geheugen); 

3° eigendomssituatie : privébezit. 

Bijlage. Lijst met documenten, foto’s en voorwerpen die behoren tot de verzameling « pater Damiaan ». 

De volgende documenten, foto’s en voorwerpen behoren tot het archief van pater Damiaan : 

Damiaan 

personalia 

1° officiële stukken (inv. 9) : 

Inv. 9, 1 : rekening van de kostschool, Braine-le-Comte, 1858; 

Inv. 9, 2 : afschrift van het doopregister, Tremelo, 1859; 

Inv. 9, 3 : afschrift van het wijdingsregister van het Aartsbisdom Mechelen, Mechelen, 09/07/1936; 

Inv. 9, 4 : bevelschrift aan het adres van pater Damiaan om als getuige te verschijnen voor het gerechtshof van 

Lahaina, 1/12/1877; 

2° geschriften van de hand van pater Damiaan (inv. 10) : 

Inv. 10, 1 : schrift met schoonschrift, Braine-le-Comte, 1858; 

Inv. 10, 2 : Hawaïaans gebed, 26/06/1873; 

Inv. 10, 3 : « Reglement personnel », 3/09/1879; 

Inv. 10, 4 : « Reglement de vie », 1880; 

Inv. 10, 5 : schema voor een preek over het Heilig Sacrament in het Frans (autograaf van pater Damiaan en 

afschrift); 

Inv. 10, 6 : « Carnet intieme du P.D. » (afschrift van enkele stukken uit een notaboekje van pater Damiaan); 

Inv. 10, 7 : « A few words of personal experience during my thirteen years stay among the lepers at Kalawao », 

17/03/1886 (autograaf); 

Inv. 10, 8 : verklaring van pater Damiaan aangaande zijn ziekte, 10/03/1889 (Typoscript [1889-1939]); 

3° overlijden en erfenis (inv. 11) : 

inv. 11, 2 : 4 stukken (4A-4D) m.b.t. de afhandeling van de erfenis van pater Damiaan; 

inv. 11, 3 : rondzendbrief van Marcellin (Sylvain) Bousquet naar aanleiding van het overlijden van pater Damiaan, 

Parijs, 3/06/1889; 

brieven van Damiaan 

4° brieven uit de periode 1848-1863 : jeugd en opleiding in België (inv. 12) : 

Inv. 12, 1 : 31/12/1848 : De Veuster, Frans en Cato; 

Inv. 12, 2 : z.d. : De Veuster, Frans en Cato; 



Inv. 12, 5 : z.d. : De Veuster, Frans en Cato; 

Inv. 12, 6 : 25/12/1858 : De Veuster, Frans en Cato;






Inv. 12, 11 : augustus 1861 : De Veuster, Frans en Cato; 




5° brieven uit de periode 1864-1872 : missionaris op Hawaï voor vertrek naar Molokai (inv. 13) : 

Inv. 13, 1 : 21/3/1864 : De Veuster, Auguste (Pamfiel); 


Inv. 13, 3 : 15/8/1864 : Favens, Pierre (Modeste); 



Inv. 13, 6 : maart 1865 : De Veuster, Auguste (Pamfiel); 

Inv. 13, 7 : maart 1865 : De Veuster, Frans en Cato; 

Inv. 13, 8 : 23/10/1865 : De Veuster, Auguste (Pamfiel)/Verhaeghe, Charles-L. (Caprasius)/Vincke, André 

(Wenceslaus); 




Inv. 13, 12 : oktober 1867 : De Veuster, Frans en Cato; 

Inv. 13, 13 : oktober 1867 : De Veuster, Auguste (Pamfiel); 

Inv. 13, 14 : 11/01/1869 : Paters Picpussen van Leuven; 


Inv. 13, 16 : 1869 (?) : De Veuster, Frans en Cato; 

Inv. 13, 17 : september (?)/1870 : De Veuster, Frans en Cato; 



Inv. 13, 20 : 14/7/1872 : De Veuster, Pauline; 

Inv. 13, 21 : juli (?)/1872 : De Veuster, Frans en Cato; 

6° 1873-1889 : missionaris op Molokai (inv. 14) : 

Inv. 14, 1 : 25/11/1873 (?) : De Veuster, Frans en Cato; 

Inv. 14, 2 : 8/12/1874 : De Veuster, Cato; 



Inv. 14, 5 : 8/8/1876 : Kibbin, Mr.; 

Inv. 14, 6 : 20/3/1877 : Meyer, Rudolph W.; 

Inv. 14, 7 : april 1877 : De Veuster, Cato; 

Inv. 14, 8 : 20/11/1877 : Rose, Mr.; 







Inv. 14, 15 : eind 1878 : Lesserteur, Mr.; 




Inv. 14, 19 : november 1879 : Etienne, pater; 


Inv. 14, 21 : 5/6/1880 : nota « L’argent en reserve »; 


Inv. 14, 23 : februari 1883 (?) : De Veuster, Cato; 


Inv. 14, 25 : Goede Vrijdag 1888 : Fouesnel, Amaury-Pierre-Marie (Léonor); 


7° brieven die niet behoren tot de reeks « Lettres du P. Damien » (inv. 15) : 

Inv. 15, 1 : 1/12/1877 : Kalaola (zie EF); 

Inv. 15, 2 : z.d. : Meyer, Rudolph W.; 

Inv. 15, 3 : z.d. : John Kaahaihanu; 


Inv. 15, 5 : 1/2/1880 : « Gentlemen »; 

Inv. 15, 6 : 8/9/1880 : May & Co, Henry; 

Inv. 15, 7 : 22/8/1882 : Malaea ma; 


26681



Inv. 15, 10 : 18/10/1883 : Gulick, Ch.; 

Inv. 15, 11 : 22/11/1883 : Fouesnel, Amaury-Pierre-Marie (Léonor); 

Inv. 15, 12 : 26/12/1884 : Köckemann, Bernard (Hermann); 


Inv. 15, 14 : 23/6/1886 : Mary-Gabrielle (zuster); 

Inv. 15, 15 : 30/12/1886 : Weiler, Jakob (Januarius); 

Inv. 15, 16 : 13/10/1887 : Emerson, Nathaniël; 

Inv. 15, 17 : 26/12/1888 : Charteris, Caroline; 

Inv. 15, 18 : januari 1889 (?) : Köckemann, Bernard (Hermann); 

Inv. 15, 19 : 4/1/1889 : Clifford, Edward; 

Inv. 15, 20 : 24/1/1889 (?) : Möllers, Robert Oskar (Wendelin); 

Inv. 15, 21 : 21/2/1889 : Clifford, Edward; 

8° kladversies van brieven (inv. 16) : 

Inv. 16, 1 : 25/4/1878 : Meyer, Rudolph W. (m.b.t. de afhandeling van financiële zaken); 

Inv. 16, 2 : januari 1879 (?) : De Veuster, Auguste (Pamfiel) (verslag over zijn werkzaamheden); 

Inv. 16, 3 : december 1880 (?) : Bolles & Co (bevestiging van een levering); 

Inv. 16, 4 : oktober 1881 : Liliuokalani, koningin (dankbrief voor ereteken); 

Inv. 16, 5 : oktober 1881 : Liliuokalani, koningin (dankbrief voor ereteken); 

Inv. 16, 6 : november 1882 (?) : Gibson, Walter Murray (dankbrief voor een geschenk); 

Inv. 16, 7 : mei 1883 (?) : Meyer, Rudolph W. (betreffende verongelukte runderen op de Pali); 

Inv. 16, 8 : 31/6 en 7/8/1883 : Gulick, Ch. (over herstel van wegen); 

Inv. 16, 9 : 26/8/1886 (?) : Chapman, Hugh B. (over het H. Sacrament en de komst van Dutton); 

Inv. 16, 10 : 26/11/1886 : ? (over een huwelijk); 

Inv. 16, 11 : december 1886 (?) : Board of Health (prijsopgave badhuis); 

Inv. 16, 12 : 1887 (?) : R.N.M. (bestelling van goederen op rekening van ontvangen giften); 

Inv. 16, 13 : januari 1887 (?) : Bishop & Co (vraag om informatie betreffende ontvangen giften); 

Inv. 16, 14 : februari 1887 (?) : Board of Health (over de inrichting van oud gebouw als badhuis); 

Inv. 16, 15 : februari 1887 (?) : Köckemann, Bernard (Hermann) (over de zusters Franciscanessen); 

Inv. 16, 16 : 8/11/1887 : Gross, W.H. (dankbrief voor een gift); 

Inv. 16, 17 : 10/1/1888 (?) : Gross, W.H. (dankbrief voor een gift); 

Inv. 16, 18 : juni 1888 (?) : Chapman, Hugh B. (dankbrief voor gift voor bouw kerk); 

Inv. 16, 19 : juni 1888 (?) : Board of Health (twist over belastingen geheven op geschenken); 

Inv. 16, 20 : z.d. : Gibson, Walter Murray (over een illegaal huwelijk); 

Inv. 16, 21 : z.d. : annoniem (plan voor het oprichten van kleine badhuizen); 

Inv. 16, 22 : z.d. : annoniem (plan voor het oprichten van een ziekenhuis); 

Inv. 16, 23 : z.d. : Hudson, Daniël (verslag werkzaamheden); 

Inv. 16, 24 : z.d. : annoniem; 

brieven aan Damiaan (inv. 22 – 67) 

9° Archambaux, François-Nicolas (Gregory), 26/6/1876 - 17/8/1885 : 5 brieven (inv. 22.1 – 22.5); 

10° Barbe, Nicolas (Silvester), 31/5/1881 en 29/1/1882 : 2 brieven (inv. 23.1 - 23.2); 

11° Beissel, Jakob (Columban),19/2/1881 - 15/11/1888 : 6 brieven (inv. 24.1-24.6); 

12° Bertrand, Joseph-L. (Victorin), 4/10/1886 en 24/9/1885 : 2 brieven (inv. 25.1 – 25.2); 

13° Board of Health, 2/1/1878 - 19/11/1888 : 28 brieven (inv. 26.1 – 26.28); 

14° Bouillon, Constant T. (Aubert), 14/8/1880 en 24/7/1883 : 2 brieven (inv. 27.1 – 27.2); 

15° Burgerman, Henri-Michel (Andre), 15/10/1881 - 16/12/1888 : 3 brieven (inv. 28.1 – 28.3); 

16° Cartright, Alex L., 25/03/1882 en 5/?/1882 : 2 brieven (inv. 29.1 – 29.2); 

17° Chapman, Hugh B., 9/10/1886 - 4/3/1889 : 7 brieven (inv. 30.1 – 30.7); 

18° Clifford, Edward, 5/4/1887 - 8/3/1889 : 16 brieven (inv. 31.1 – 31.16); 

19° Conrardy, Louis Lambert, 4/11/1887 : 24/5/1888 : 6 brieven (inv. 32.1 – 32.6); 

20° Cope, Marianne (zuster), 26/9/1887 : 19/3/1888 : 4 brieven (inv. 33.1 – 33.4); 

21° Costa, J., 1/10/1884 en 25/10/1884 : 2 brieven (inv. 34.1 – 34.2); 

22° Department of Interior, Hawaï 1/9/1873 - 28/6/1888 : 9 brieven (inv. 35.1 – 35.9); 

23° De Veuster, Auguste (Pamfiel), 8/2/1874 - 26/10/1887 : 11 brieven (inv. 36.1 – 36.11); 

24° De Veuster, Maria, 17/10/1881 - 22/10/1883 : 5 brieven (inv. 37.1 – 37.5); 

25° Dickey, C.H., 29/1/1885 - 31/3/1885 : 3 brieven (inv. 38.1 – 38.3); 

26° Favens, Pierre (Modeste), 12/3/1865 - 10/4/1878 : 4 brieven (inv. 39.1 – 39.4); 

27° Fitch, George L., 16/10/1882 - 30/8/1885 : 5 brieven (inv. 40.1 – 40.5); 

28° Flavin, Mary H., 6/11/1886 - 30/12/1888 : 10 brieven (inv. 41.1 – 41.10); 

29° Fouesnel, Amaury-Pierre-Marie (Léonor), 10/5/1876 - 25/3/1889 : 67 brieven (inv. 42.1 – 42.67); 

30° Horsmann, Ign. F., 23/2/1888 en 18/2/1889 : 2 brieven (inv. 43.1 – 43.2); 

31° Hutchison, Ambrose, 10/5/1888 - 7/6/1888 : 4 brieven (inv. 44.1 – 44.4); 

32° Judith (zuster), 17/11/1877 - 18/3/1889 : 6 brieven (inv. 45.1 – 45.6); 

33° Kapiolani, koningin, 30/9/1884 - 15/10/1884 : 5 brieven en 1 omslag gericht aan Damiaan (inv. 46.1 – 46.6); 

34° Köckemann, Bernard (Hermann), 4/7/1881 - 10/6/1888 : 36 brieven (inv. 47.1 – 47.36); 

35° Kuehn, Rolando, 26/8/1888 en 4/1/1899 : 2 brieven (inv. 48.1 – 48.2); 

36° Lezzani, Isabel J.,december 1884 - z.d. : 10 brieven (inv. 49.1 – 49.10); 

37° Liliuokalani, koningin, 16/4/1886 - 27/8/1888 : 2 brieven (inv. 50.1 – 50.2);


38° MacCabe, L.P., 10/3/1884 en 27/3/1884 : 2 brieven (inv. 51.1 – 51.2); 

39° Maria-Josepha (zuster), 20/8/1873 en 1/6/1876 : 2 brieven (inv. 52.1 – 52.2); 

40° Meyer, Rudolph W., 29/11/1877 - 11/3/1889 : 160 brieven (inv. 53.1 – 53.160); 

41° Michiels, Charles, 8/3/1888 en z.d. : 2 brieven (inv. 54.1 – 54.2); 

42° Moncany, Jean (Régis), 16/8/1880 - 9/9/1882 : 7 brieven (inv. 55.1 – 55.7); 

43° Montiton, Auguste-T. (Albert), 15/1/1884 - 13/4/1889 : 13 brieven (inv. 56.1 – 56.13); 

44° Pouzot, Louis-D. (Charles), 15/10/1880 en 16/4/1883 : 2 brieven (inv. 57.1 – 57.2); 

45° Praw, C.M., 29/11/1877 en 9/?/1877 : 2 brieven(inv. 58.1 – 58.2); 

46° Ropert, François (Gulstan), 2/9/1877 - 4/6/1885 : 6 brieven (inv. 59.1 – 59.6); 

47° Stoddard, Charles Warren, 4/12/1884 en 16/12/1886 : 3 brieven (inv. 60.1 – 60.3); 

48° Strawn, Clayton, 17/3/1884 - 9/4/1888 : 5 brieven (inv. 61.1 – 61.5); 

49° Weiler, Jakob (Januarius), 26/11/1886 en 11/2/1887 : 2 brieven (inv. 62.1 – 62.2); 

50° Windus, Madeline, 11/1/1888 en z.d. : 2 brieven(inv. 63.1 – 63.2); 

51° losse brieven (inv. 64) : 

Inv. 64, 1 : Aixlie, Blanche : 6/9/1888; 

Inv. 64, 2 : Arning, Eduard : November 1887; 

Inv. 64, 3 : Balzean, P. : 29/11/1888; 

Inv. 64, 4 : Barry, Thomas : 18/1/1889; 

Inv. 64, 5 : Belgan, J.M. : 9/3/1880; 

Inv. 64, 6 : Birch, Jhos. N. : 28/5/1883; 

Inv. 64, 7 : Bogaert, Olivier E. (Robert) : 11/7/1884; 

Inv. 64, 8 : Buden, Leopold : 24/7/1888; 

Inv. 64, 9 : Bureau of Press Cuttings, New York : 10/5/1888; 

Inv. 64, 10 : Canavirro, A. de S. : z.d.; 

Inv. 64, 11 : Cavanagh, M.-Ignatius (zuster) : 1/12/1888; 

Inv. 64, 12 : Cole, A.M.J : 2/6/1888; 

Inv. 64, 13 : Connell, Peter : 6/11/1888; 

Inv. 64, 14 : Convent of Saint Joseph, San Francisco : 29/1/1889; 

Inv. 64, 15 : Convent of the Good Shepherd, Schotland : 28/10/1886; 

Inv. 64, 16 : Cooper, Th. : 7/4/1884; 

Inv. 64, 17 : Croker, Annie Frances : 5/9/1888; 

Inv. 64, 18 : Cullington, Helen : z.d.; 

Inv. 64, 19 : Cumming, M.H. : juni 1888; 

Inv. 64, 20 : Curning, Ed. : 29/10/1884; 

Inv. 64, 21 : Dawson, H.A. : 21/11/1886; 

Inv. 64, 22 : de Klinckonström, BaronneMarie : 15/5/1887; 

Inv. 64, 23 : de Pombiray, Henri le M. en Charlesle M. : 21/11/1888; 

Inv. 64, 24 : De Veuster, Jean : 17/1/1878; 

Inv. 64, 25 : De Veuster, Louise : 17/10/1881; 

Inv. 64, 26 : De Veuster, Pauline (nicht) : 13/2/1882; 

Inv. 64, 27 : Durgew, Mrs. John L. : 3/2/1887; 

Inv. 64, 28 : Edmonds, Jane M. : z.d.; 

Inv. 64, 29 : Emerson, Nathaniël : 5/3/1880; 

Inv. 64, 30 : Etienne, pater : mei 1879; 

Inv. 64, 31 : Evrard, Ernest-H. (Clément) : 5/4/1889; 

Inv. 64, 32 : Fernandez, B. : 25/8/1883; 

Inv. 64, 33 : Frech, M. : 15/5/1887; 

Inv. 64, 34 : Glorieux, J.B : juni 1888; 

Inv. 64, 35 : Goto, M. : 9/5/1887; 

Inv. 64, 36 : Gross, W.H. : 16/3/1888; 

Inv. 64, 37 : Halstaed, Mme P.H : 12/6/1882; 

Inv. 64, 38 : Helena : 27/1/1889; 

Inv. 64, 39 : Hogan, Martin : 15/9/1888; 

Inv. 64, 40 : Huot, Francois Jean-Baptiste : 9/10/1888; 

Inv. 64, 41 : Institut des Dames de Ste Julienne : z.d.; 

Inv. 64, 42 : Jansen, Winand B.G. : 10/9/1886; 

Inv. 64, 43 : Keuna, R. E. : 8/9/1888; 

Inv. 64, 44 : Limbourg, Matthias (Cornelius) : 27/11/1877; 

Inv. 64, 45 : Limy, J.W : 20/12/1880; 

Inv. 64, 46 : Logan, Daniel : 25/2/1889; 

Inv. 64, 47 : Lord, Evelyn Mary : z.d.; 

Inv. 64, 48 : Luce, M. : 16/7/1886; 

Inv. 64, 49 : MacCornston, D. : 28/4/1884; 

Inv. 64, 50 : MacGuinness, John : 16/1/1889; 

26683


Inv. 64, 51 : Maigret, Louis (Désiré) : 4/3/1875; 

Inv. 64, 52 : Marie : 18/4/1886; 

Inv. 64, 53 : Mary-Bonaventura (zuster) : 6/3/1884; 

Inv. 64, 54 : Mary-Genevieve (zuster) : 30/12/1888; 

Inv. 64, 55 : Möllers, Robert Oskar (Wendelin) : z.d.; 

Inv. 64, 56 : Newcastle : z.d.; 

Inv. 64, 57 : Pachowski, Thomas : 1/11/1887; 

Inv. 64, 58 : Petersen, C.A. : 14/6/1888; 

Inv. 64, 59 : Pickford, J. : januari 1878; 

Inv. 64, 60 : Rainer, J. : 5/12/1888; 

Inv. 64, 61 : Regnart, J. : 1/6/1886; 

Inv. 64, 62 : Robins, Charles : 24/10/1886; 

Inv. 64, 63 : Saintrever, John : 14/10/1888; 

Inv. 64, 64 : Saletes, Dominique : 19/1/1883; 

Inv. 64, 65 : Sitcomb, Julius : 20/4/1883; 

Inv. 64, 66 : Skelton, Margaret A. en Margaret J. : 27/11/1888; 

Inv. 64, 67 : Smith, J.C. : 14/12/1881; 

Inv. 64, 68 : Spencer, J. : 13/3/1880; 

Inv. 64, 69 : Sponkolz, Auguste : 14/7/1888; 

Inv. 64, 70 : Steward, F.M. : 1/10/1886; 

Inv. 64, 71 : Suxey, H.W. : 31/12/1883; 

Inv. 64, 72 : Van Giesen, J.H. : 18/8/1883; 

Inv. 64, 73 : Velghe, Jozef (Jean Berchmans) : 1888; 

Inv. 64, 74 : Von Blomberg, Paula D. : 25/1/1889; 

Inv. 64, 75 : Von Troschke : 13/7/1888; 

Inv. 64, 76 : Wittingham, G. Napios : z.d.; 

Inv. 64, 77 : Wood, J.H. : 28/7/1885; 

Inv. 64, 78 : Woods, Geo W. : z.d.; 

Inv. 64, 79 : Woods, Jos : 28/10/1881; 

Inv. 64, 80 : Yoder, M. : 8/2/1887; 

Inv. 64, 81 : Zwai, dr. T. : 17/11/1888; 

52° Hawaïaanse brieven (inv. 65) : 

75 brieven met de oude nummering 3-4, 7-52, 54, 56-81 

2 brieven zonder oud nummer (inv. 65.1 – 65.2); 

53° 7 brieven waarvan de afzender niet te achterhalen is (inv. 66.1 – 66.7) : 

3 brieven zonder signatuur en 4 brieven met onleesbare signatuur; 

54° omslagen van brieven (inv. 67) : 

86 omslagen gericht aan pater Damiaan (inv. 67.1 – 67.86) 

12 omslagen door Pater Damiaan gericht aan anderen inv. 67.87 – 67.98); 

devotioneel leven (inv. 68 - 79) 

55° afbeelding op doek van de « Vera Effigies Sacri Vultus Domini Nostri Jesu Christi » samen met 

echtheidscertificaat (inv. 68.1 – 68.2); 

56° certificaat « Abbaye de Lérins, ordre de Citteaux. Lettre d’association aux prières de la communauté»op naam 

van pater Damiaan, 3/5/1887 (inv. 69); 

57° vier notaboekjes met behandeling van dogmatische onderwerpen en voorbereiding van preken (inv. 70.1 – 

70.4); 

58° gebedsprentjes, religieuze afbeeldingen en kaartjes aangetroffen in het brevier en de boeken en tussen de 

papieren van Pater Damiaan ( P 1 – P 121 + inv. 79.1); 

59° zakelijke brieven van verschillende winkels en ondernemingen aan pater Damiaan (inv. 80.1 – 80.23); 

60° bestelbonnen op naam van pater Damiaan (inv. 81.1 – 81.92); 

61° ontvangstbewijzen van goederen bestemd voor pater Damiaan (inv. 82.1 – 82.25); 

62° 3 lijsten opgemaakt door pater Damiaan (inv. 83) : 

Inv. 83, 1 : « List of children under my care »; 

Inv. 83, 2 : « List of horses in our padock - in the name of different lepers »; 

Inv. 83, 3 : « L’argent en reserve 26 dec. 1879 »; 

Inv. 83.4 – 83.28 : diverse lijsten met namen en getallen; 

63° plannen en bestekken van bouwwerken opgemaakt door pater Damiaan (inv. 84) : 

Inv. 84, 1 : bouwtekening voor het altaar van de Sint-Philomenakerk, samen met een stukje lint van het kruisje van 

de altaartombe en een foto; 

Inv. 84, 2 : bouwtekening en bestek voor een slachthuis; 

Inv. 84, 3 : bouwtekening en bestek voor een kerk; 

Inv. 84, 4 : bouwtekening en bestek voor een ziekenhuis, 1886; 

64° 8 stukken betreffende het verschepen van goederen bestemd voor pater Damiaan door Edward Clifford 

(inv. 85.1 – 85.8);


Pater Damiaan in de pers (inv. 86 -87) 

65° knipsels van artikels over pater Damiaan, verschenen tijdens zijn leven, 16 artikels (inv. 86, 1- 16); 

66° knipsels van artikels over pater Damiaan, verschenen n.a.v. zijn overlijden, 6 artikels (inv. 87, 1- 6); 

foto’s van pater Damiaan (inv. 88- 91) 

67° Parijs, 1863, 23 jaar, ingelijst (originele foto van pater Damiaan, groot formaat, met opschrift van zijn hand) 

(inv. 88; PP); 

68° Parijs, 1863, 23 jaar (originele foto van pater Damiaan, klein formaat, (inv. 89; FA 1); 

69° Hawaï, 1873, 33 jaar (originele foto van pater Damiaan, FA 2 met opschrift van zijn hand, FA 3 is oude 

reproductie van FA ) (inv. 90; FA 2; FA 3); 

70° Molokai, 1888, 48 jaar (originele foto van pater Damiaan met opschrift ’hoping to see you soon’ = knipsel uit 

brief van Damiaan aan Edward Clifford) (inv. 91; FA 4); 

briefwisseling m.b.t. pater Damiaan 

71° Sinett, James aan Clifford, Edward over de laatste levensdagen en het overlijden van Damiaan : 18/04/1889 

en 24/07/1889 (inv. 134.5 – 134. 6 ); 

Kunstwerken van Edward Clifford (inv. 1079 -1092) 

72° inv. 1079 : « Father Damien, the leper, 1888 » (1890). 

Portret van pater Damiaan in profiel met strohoed, lezende in de navolging van Christus met een zicht van 

Molokai op de achtergrond. 

Gouache op karton gekleefd paneel, 32 – 63 cm; 

73° inv. 1080 : « Father Damien, Molokai ». 

Portret van pater Damiaan in profiel met strohoed. 

Gouache op karton, 29 – 22 cm; 

74° inv. 1081 : « Father Damien De Veuster, 1868 ». 

Fictief portret van pater Damiaan in profiel. 

Oude fotografischereproductie [1889 – 1899] 

23 – 23,5 cm; 

75° inv. 1082 : « Father Damien (Order of the Sacred Heart of Jesus and Mary) Kalawao Molokai ». 

Portret van pater Damiaan in profiel. 

Potlood en aquarel op karton, 25 – 19,5 cm; 

76° inv. 1083 : Portret van pater Damiaan in profiel en lezende. 

Gouache op karton, 22-28,5 cm; 

77° inv. 1084 : Portret van pater Damiaan in vooraanzicht. 

Potlood op karton, 23-18 cm; 

78° inv. 1085 : « Kalawao Molokai 22/12/90 ». 

Woningen tegen een achtergrond van bergen en zee. 

Gouache op karton, 21,5-28 cm; 


Zicht op de melaatsennederzetting van Kalawao tegen een achtergrond van zee 

en bergen, gouache op karton, 28-22 cm; 


Zicht op melaatsennederzetting van Kalawao tegen een achtergrond van bergen 

en zee, gouache op karton, 22-28 cm; 


Zicht op woningen van de melaatsennederzetting van Kalawao, gouache op 

karton, 22-28 cm; 

82° inv. 1089 : « Molokai 31/12/88 ». 

Zicht op melaatsennederzetting en pali van op zee, gouache op karton, 21,5-28 cm. 

83° inv. 1090 : Nachtzicht met volle maan op bergen en plantengroei van Molokai. 

Gouache op karton, 12-17 cm; 

84° inv. 1091 : « Kilauea. From Jules Tavernir and memory. E. Clifford 22-01-89 ». 

Nachtzicht op uitbarsting vulkaan. 

Gouache op karton, 22-28 cm; 

85° inv. 1092 : Nachtzicht op vulkaankrater. 

Gouache op karton, 22-28 cm. 

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of 

beroep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen de 60 dagen na kennisgeving van deze 

beslissing. 

26685


REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST 

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE 

[2013/202687] 

21 MARS 2013. — Arrêté ministériel relatif à l’expropriation de biens immeubles à Soignies 

Le Ministre des Travaux publics, de l’Agriculture, de la Ruralité, de la Nature, de la Forêt et du 

Patrimoine, 

Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, modifiée par les lois du 8 août 1988, du 5 mai 1993 

et du 16 juillet 1993, notamment l’article 6, § 1 er ,X,1 o ; 

Vu la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité 

publique, notamment l’article 5; 

Vu le décret du 6 mai 1988 relatif aux expropriations pour cause d’utilité publique poursuivies ou autorisées par 

l’Exécutif régional wallon; 

Vu le décret du 11 mars 2004 relatif aux infrastructures d’accueil des activités économiques modifiés par les décretsprogrammes 

du 3 février 2005 et du 23 février 2006, du 20 septembre 2007, du 18 décembre 2008, du 30 avril 2009 et 

du 10 décembre 2009, précise à son chapitre II, article 2bis que « en cas d’expropriation, il est procédé conformément 

aux dispositions de la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour 

cause d’utilité publique »; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 21 octobre 2004, modifié par les arrêtés du 27 avril 2006, du 

25 octobre 2007, du 19 décembre 2008, du 14 mai 2009 et du 6 mai 2010 portant exécution du décret du 11 mars 2004 

relatif aux infrastructures d’accueil d’activités économiques; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2009 portant règlement du fonctionnement du Gouvernement, 

notamment l’article 21; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 15 décembre 2011 fixant la répartition des compétences entre les Ministres 

et réglant la signature des actes du Gouvernement, notamment l’article 9; 

Vu l’arrêté ministériel du 18 juin 2010 adopté par le Ministre de l’Economie, des P.M.E., du Commerce extérieur 

et des Technologies nouvelles qui reconnaît d’utilité publique, la mise en œuvre, au bénéfice d’activités économiques, 

de l’expropriation de parcelles situées sur le territoire des communes de Soignies et de Braine-le-Comte; 

Vu que le 24 juillet 2008, le Gouvernement wallon a adopté le projet relatif au prolongement de la N57 et 

l’aménagement d’une voirie d’accès à la zone d’activité économique; 

Vu que le 30 août 2005, le Gouvernement wallon a adopté un plan de relance de la Wallonie sous l’appellation 

officielle « Actions prioritaires pour l’Avenir wallon » mieux connu du grand public sous le nom du « Plan Marshall 

wallon »; 

Considérant que l’objectif du « Plan Marshall » est de fédérer les forces vives de la Wallonie autour d’un objectif 

prioritaire commun : celui d’œuvrer au redressement économique de la Wallonie; 

Considérant que cette volonté du Gouvernement wallon demeure notamment dans son intention de mettre en 

œuvre le Plan Marshall 2.VERT s’inscrivant dans la poursuite de la voie tracée par le premier plan d’actions prioritaires; 

Considérant que dans le contexte financier et économique actuellement difficile en Wallonie, les pouvoirs publics 

doivent assumer un rôle majeur et fort de pilote du développement économique; 

Considérant que la politique économique de la Wallonie doit privilégier le maintien et le développement de toutes 

les activités économiques; 

Considérant les besoins pressants exprimés à de multiples reprises en matière d’espace à réserver à l’activité 

économique et de création d’emplois; 

Considérant que la lutte contre le chômage et la création d’emplois sont deux enjeux majeurs de la société actuelle 

et plus encore dans le contexte de crise économique et financière actuel; 

Considérant que ce projet participe à la lutte contre le chômage, priorité majeure affirmée par le Gouvernement 

wallon dans le plan d’avenir pour les wallons et les wallonnes; 

Considérant que la création de nouvelles zones d’activité économique est réalisée dans l’optique d’un 

développement économique local et régional contribuant à la création d’emplois; 

Considérant que le développement économique et à la création d’emploi sont des objectifs bénéficiant à l’ensemble 

de la collectivité; 

Considérant que les bassins de vie de Mons-Borinage et du Centre se caractérisent par une forte urbanisation dans 

l’ancien sillon industriel et affichent un taux d’emploi assez faible; 

Considérant que l’objectif poursuivi par l’intercommunale IDEA est de mettre en œuvre une nouvelle zone 

d’activité économique dans le but d’y créer de l’activité économique et de l’emploi via la création d’une infrastructure 

d’accueil d’activitésbénéficiant d’une accessibilité adéquate et d’une optimisation qualitative augmentant l’attractivité; 

Considérant que la mise en œuvre efficace de cette zone est conditionnée à la réalisation d’infrastructures d’accès 

impliquant des travaux importants en tenant compte des difficultés de mobilité, d’environnement et d’aménagement 

du territoire dans cette région; 

Considérant que le dossier de reconnaissance de la ZAEM prévoyait, lors du dépôt du dossier en 2009, que la zone 

de Soignies et de Braine-le-Comte est reprise en zone de développement et éligible, de part sa situation économique, 

à l’intervention des fonds structurels européens pour la période 2007-2013 au programme FEDER dont l’objectif est de 

contribuer au renforcement de la cohésion économique et sociale en réduisant les disparitésrégionales par le biais d’un 

soutien au développement et à l’ajustement structurel des économies régionales, y compris la reconversion des régions 

industrielles en déclin; 

Considérant qu’il est nécessaire pour cette région de disposer à très brève échéance de nouveaux terrains pour 

garantir le développement futur de l’activité économique;


Considérant que la motivation et l’affectation de la zone économique de Soignies a été validée par l’aboutissement 

de la procédurederévision du plan de secteur le 22 avril 2004; 

Considérant que cette démarche s’inscrit dans les objectifs généraux de stratégie régionale, comme le contrat 

d’avenir pour la Wallonie et le SDER; 

Considérant que l’étude d’incidence qui a évalué le projet de zone soumis au Gouvernement wallon conclut que 

la création de cette zone économique est de nature à rencontrer les besoins réels et les objectifs du Gouvernement de 

dynamiser l’activité économique de la zone profitant au mieux de ces atouts; 

Considérant que ce site pourra pallier à la saturation des terrains dans cette région; 

Considérant que situées entre les eurocorridors Lille-Liège et Lille-Bruxelles, sur l’ancien axe Mons-Bruxelles, les 

communes de Soignies et de Braine-le-Comte ont pleinement un rôle de pôle à remplir par rapport à leur territoire et 

qu’elles participent à l’aire de coopération de Bruxelles; 

Considérant que les atouts majeurs de ces communes sont une dynamique économique, un cadre de vie attractif 

et un équipement en infrastructures de services; 

Considérant que la réalisation des travaux d’achèvement de la N57 créera un axe majeur de liaison vers les 

autoroutes A8/E429 et E42-E19 et permettra la mise en service de la route industrielle dite « Route de la Pierre bleue » 

dont elle permet le raccordement avec le réseau régional; 

Considérant que le site d’implantation de la zone d’activités économiques est traversé par le tronçon projeté de la 

N57 entre la N6 et la RP57, voirie qui, outre un enjeu régional est nécessaire afin d’améliorer sa desserte et sa mobilité; 

Considérant que la réalisation de ce tronçon de la N57 est primordiale à la mise en œuvre de la future zone 

d’activitééconomique prioritaire de Soignies-Braine-le-Comte et lui garantit une accessibilité et une visibilité nécessaire 

au développement d’un pôle économique apte à attirer des investisseurs supra-locaux; 

Considérant que la majorité des sites carriers de cette région seront désormais, grâce à ce projet routier, reliés au 

réseau autoroutier en évitant l’agglomération de Soignies et le centre de la commune du Rœulx; 

Considérant que cette voirie s’inscrit dans le prolongement de la portion déjà réalisée et comportera le gabarit 

adéquat pour la circulation envisagée; 

Considérant que le contournement nord constitue une réponse adéquate et urgente à l’amélioration de la mobilité 

préconisée par le plan communal de mobilité; 

Considérant que dans le cas d’espère, la longueur de cette procédure est incompatible avec la nécessité d’aménager 

les accès utiles à cette ZAEM, la disponibilité des crédits budgétaires et les impératifs d’une mobilité fluide et de la 

sécurité des usagers; 

Considérant que les autorités locales de Soignies et de Braine-le-Comte ont approuvé le projet de tracé étudié par 

le Service public de Wallonie et que plusieurs réclamants se sont prononcés en faveur du tracé retenu; 

Considérant que le plan communal de mobilité soumis à enquête publique, approuvé par le conseil communal de 

Soignies en septembre 2004 diagnostique déjà des charges de trafic de poids lourds assez élevées sur les routes N55, 

N6 et N57 existantes; 

Considérant que le schéma de structure de la ville de Soignies, soumis à enquête publique et adopté le 4 mai 1998, 

préconisait des orientations pour relier la ville au réseau autoroutier afindedévier le trafic de transit dont la réalisation 

de la N57, la liaison des carriers vers la N57 et la modification de la partie nord du tracé de la nouvelle N57; 

Considérant que l’impact négatif important du trafic de transit et principalement du trafic de poids lourds sur les 

axes urbains de Soignies nuit à la qualité de la vie des riverains en raison de nuisances sonores, vibratoires et 

d’engorgement ainsi que des problèmes de sécurité; 

Considérant que des problèmes de sécurité lié au croisement des flux des poids lourds et automobiles sur des 

voiries urbaines surviendront si ce nouvel axe routier n’est pas aménagé; 

Considérant qu’une étude de l’Union des Industriels de Soignies démontre que les activités du secteur carrier a 

généré un doublement du trafic de poids lourds entre 1995 et 2005 et qu’il est nécessaire de disposer d’une nouvelle 

infrastructure routière; 

Considérant que pour disposer de cette nouvelle infrastructure en 2015, les travaux doivent être réalisés très 

rapidement afin de conserver les budgets alloués via le programme « Convergence » des Fonds structurels 2007-2013; 

Considérant que la validité du permis d’urbanisme est limitée dans le temps; 

Considérant que seule la loi du 26 juillet 1962 est susceptible d’être appliquée enl’espèce puisqu’elle est assortie 

de délais permettant au pouvoir expropriant d’entrer en possession des biens expropriés dans des délais compatibles 

avec toutes les contraintes exposées ci-avant; 

Considérant dès lors qu’il est d’utilité publique de réaliser le prolongement de la N57; 

Considérant que la prise de possession immédiate est indispensable pour réaliser au plus vite ces travaux 

d’infrastructures de nature à améliorer la mobilité àcet endroit et de répondre aux impératifs de sécurité routière par 

des accès appropriés, 

Arrête : 

Article unique. Il est indispensable pour cause d’utilité publique de prendre immédiatement possession des 

immeubles nécessaires à la réalisation, par la Région wallonne, des travaux d’achèvement d’un tronçon de la N57 entre 

la N6 et la RP57 sur le territoire de la commune de Soignies figurés par une teinte jaune au plan n o HN57.E06-109 3 

ci-annexé, visé par le Ministre des Travaux publics, de l’Agriculture, de la Ruralité, de la Nature, de la Forêt etdu 

Patrimoine, modificatif et complémentaire au plan n o HN57.E06-109 1 annexé àl’arrêté du 1 er avril 2010. 

En conséquence, la procédure en expropriation des immeubles précités sera poursuivie conformément aux 

dispositions de la loi du 26 juillet 1962. 

Namur, le 11 janvier 2013. 

C. DI ANTONIO 

26687


N° 

S on 

Cadastre 

Lieux-dits Propriétaires 

TABLEAU D’ EMPRISES 

Nature 

Contenance 

Revenu 

A acquérir 

N° ha a ca ha a ca 

1 A 26 Petite Lorette MAUCQ Gérard et DELES- 

TIENNE Patricia 

Chemin du Fayt 101, 

7060 Soignies 

2 A 23b Petite Lorette FLAMENT Suzanne 

Chaussée d’Enghien 129, 

7060 Soignies 

3 A 24 Petite Lorette FLAMENT Suzanne 


7060 Soignies 

4 A 25 Petite Lorette MAUCQ Gérard et DELES- 

TIENNE Patricia 

Chemin du Fayt 101, 

7060 Soignies 

5 A 20/2a Petite Lorette LEROY Flore 


7060 Soignies 

6 A 21 Petite Lorette LEROY Flore 


7060 Soignies 

7 A 61d Champ de 

Fayt 

8 A 60c Champ de 

Fayt 

9 A 92a Champ de 

Fayt 

FOURNIER Yvonne 

Chaussée de Lessines 103, 

7060 Soignies 

VAN HECKE Yvon 

Rue de Mons 152, 4600 Visé 

VAN HECKE Christian 

Rue Pierre-Joseph WIN- 

CQZ 31, 7060 Soignies 

NACTERGAL Josse 

Chemin mitoyen, 7062 Soignies 

NACTERGAL Michel 


7060 Soignies 

NACTERGAL Maryline 

Chaussée de Lessines 177, 

7060 Soignies 

DEWAVRE Andrée et 2 

ayants droits 

Rue de l’Aurore 4, 

1480 TUBIZE 

DEWINNE Jeaninne 

Rue du Champ 

Perdu 54, 7110 La Louvière 

DEWINNE Monique 

Chaussée d’Ecaussinnes 

78, 7090 Braine-le- 

Comte 

DEWINNE Nicole 

Rue Anselme Mary 52, 

7190 Ecaussinnes 

DEWINNE Nadine 

Rue de l’Aire 29, 

7060 Soignies 

Pré 00 20 70 9 00 14 53 

Terre 01 39 47 125 00 09 80 

Terre 00 41 50 35 00 18 67 

Terre 00 95 10 81 00 45 88 

Terre 04 06 20 320 00 59 50 

Terre 00 54 00 46 00 31 65 

Terre 02 88 70 248 00 73 18 

Terre 03 33 80 287 00 55 11 

Terre 00 33 30 28 00 33 30

N° 

S on 

Cadastre 


Nature 

Contenance 

Revenu 

A acquérir 



Fayt 


Fayt 


Beaumont 

13 A 95b Champ de 

Fayt 


Rue du Champ 





Comte 






7060 Soignies 


Rue du Champ Perdu 54, 

7110 La Louvière 


Chausséed’Ecaussinnes 78, 

7090 Braine-le-Comte 





Rue de l’Aire 29, 7060 Soignies 























14 A 155a Fontenelle DE RYCK Jacques 

Pavé de Soignies 16, 

7850 Enghien 

15 A 156b Fontenelle DE RYCK Jacques 


7850 Enghien 

16 A 90f Champ de 

Fayt 













26689 

Terre 00 12 40 10 00 05 06 

Pâture 00 17 90 14 00 17 90 

Terre 00 45 30 38 00 11 32 

Pré 00 71 63 34 00 20 43 

Pâture 00 33 90 21 00 10 10 

Pâture 00 07 40 4 00 06 03 

Pâture 00 51 33 45 00 08 64


Cadastre 

Nature Contenance 

A acquérir 

N° 


Revenu 

S on 


17 A 85b Champ de DEWINNE Jeaninne Pâture 02 32 60 207 00 02 90 

Fayt Rue du Champ 





Comte 






7060 Soignies 



7850 Enghien 

19 A 158b Bruyere DECUYPER Charles et 

AMELOOT Zulma 

Chemin de Blamont 48, 

7060 Soignies 

Pâture 01 27 00 100 00 64 62 

Pâture 00 25 00 19 00 07 41 

20 A NON CADASTRE Chemin 00 05 19 

21 A 153b Fontenelle DESCAMPS Maria Terre 00 04 70 3 00 01 13 

Chemin du Tour 13, 

7060 Soignies 

DEBRICHY André 

Rue du Tour Petit Château 

17, 7060 Soignies 

22 A 159 Blamont DESCAMPS Maria 


7060 Soignies 




23 A 161 Fontenelle DESCAMPS Maria 


7060 Soignies 






7060 Soignies 






7060 Soignies 




26 A 166a Fontenelle ABRAHAM Maria 

Rue Grégoire Wincqz 320, 

7060 Soignies 

27 A 167 Fontenelle ABRAHAM Maria 

Rue Grégoire Wincqz 320, 

7060 Soignies 

28 A 169 Fontenelle DESCAMPS Maria 


7060 Soignies 




29 A 174 Blamont CULOT Christiane 

Chemin de Nivelles 108, 


Pâture 00 14 40 11 00 11 92 

Terre 00 85 10 56 00 47 25 

Pâture 00 28 70 22 00 02 69 

Terre 00 78 10 61 00 01 31 

Terre 00 98 45 77 00 13 19 

Terre 00 49 30 38 00 35 97 

Terre 00 52 80 41 00 07 67 

Terre 00 53 00 41 00 05 35

N° 

S on 

Cadastre 

Nature 

Contenance 

A acquérir 


Revenu 


30 A 173 Blamont Domaine de la Fabrique 

d’Eglise de la 

Paroisse Saint-Vincent à 

Soignies 

31 A 172 Blamont DECUYPER Charles et 

AMELOOT Zulma 


7060 Soignies 


AMELOOT Zulma 

Chemin de Blamont 48 

7060 Soignies 

33 A 99b Champ du 

Fayt 


Rue du Champ 





Comte 





AMELOOT Zulma 


7060 Soignies 

35 A 205 Fontenelle COLINET Marie 

Chaussée de Braine 18, 

7060 Soignies 


AMELOOT Zulma 


7060 Soignies 

37 A 200 Fontenelle DECUYPER Charles et 

AMELOOT Zulma 


7060 Soignies 

38 A 199 Fontenelle BUISSERET Raymond 

Clos de la Gobeleterie 


39 A 201 Fontenelle DECUYPER Charles et 

AMELOOT Zulma 


7060 Soignies 

40 A 198a Fontenelle BUISSERET Raymond 

Clos de la Gobeleterie 


41 A 223 Fontenelle DEBAISIEUX-GAUTHIER 

vve Alexandre 

Route de Frasnes 2, 

7911 Frasnes-Lez-Anvaing 

42 A 224 Fontenelle GILBERT Léon 

Chemin de Mariemont 6, 


GILBERT Benoite 

Chemin du Gaillard 13, 


43 A 225 Fontenelle Domaine du Centre 

public d’Aide sociale de 

Soignies 

Rue du Lombard 4, 

7060 Soignies 


26691 

Terre 00 28 10 22 00 22 95 

Terre 00 28 10 22 00 13 11 

Terre 00 40 60 32 00 27 56 

Terre 02 27 10 179 00 09 49 

Terre 00 28 40 22 00 13 65 

Terre 00 89 60 70 00 28 18 

Terre 00 92 40 72 00 34 39 

Pâture 00 12 50 8 00 08 67 

Pré 00 61 40 29 00 08 95 

Pâture 00 62 10 50 00 23 09 

Terre 01 58 00 124 00 79 29 

Terre 00 89 50 59 00 61 71 

Terre 00 65 60 23 00 19 46 

Pré 00 19 90 7 00 04 77


N° 

Cadastre 

S 



Revenu 

A acquérir 

on 


44 A 226 Fontenelle Domaine du Centre Pâture 00 84 30 66 00 50 60 


Soignies 


7060 Soignies 

45 A 219 Fontenelle SERVAIS Brigitte 

Rue Gery Everaets 20, 

1300 WAVRE 

46 A 220 Fontenelle DEWAELE Paul et VER- 

NAECKT Magda 

Chaussé e 

d’Enghien 233, 7060 Soignies 

47 A 230 Petite Lorette DEWAELE Paul et VER- 

NAECKT Magda 

Chaussé e 


48 A 229 Fontenelle DUJACQUIER Marie- 

Thérèse 

Chemin des Aulnes 42, 

7060 Soignies 

DUJACQUIER Maria 



DUJACQUIER André 

Rue du Calvaire 22, 


DUJACQUIER Henri 

Sentier de la Fête au Bois 24, 


49 A 231 Fontenelle PENNEWAERDE René 

et GHISLAIN Léonce 

Rue des Cantines 14, 


50 A 197c Fontenelle PENNEWAERDE René 




51 A 227 Fontenelle DEBAISIEUX-GAUTHIER 

Vve Alexandre 

Route de Frasnes 2, 

7911 FRASNES-LEZ- 

ANVAING 

52 A 228 Petite Lorette GILBERT Léon et 


Chemin de Mariemont 


Comte 

Terre 00 87 30 57 00 12 98 

Terre 00 73 60 48 00 21 12 

Terre 01 07 30 70 00 19 06 

Pâture 00 54 20 42 00 15 05 

Terre 00 81 20 64 00 19 12 

Pâture 02 69 60 212 00 28 68 

Terre 01 57 30 103 01 17 86 

Pâture 00 33 40 7 00 30 50 


54 A 678 Champ 

Saint- 

Landry 


Saint- 

Landry 

56 A 676a Champ 

Saint- 

Landry 


Saint- 

Landry 


Haute Hurée 


Chemin du Gaillard 13 











BUISSERET Raymond 

Clos de la Gobeleterie 4 

7060 Soignies 

Terre 00 79 80 63 00 45 88 

Terre 01 24 80 82 00 07 33 

Terre 00 66 60 52 00 12 55 

Terre 03 40 90 224 00 56 81 

Terre 00 58 90 34 00 22 79

N° 

Cadastre 

S 



Revenu 

A acquérir 

on 


59 A 682 Champ DEWAELE Paul et VER- Terre 00 62 80 41 00 61 34 

Saint- NAECKT Magda 

Landry Chausséed’Enghien 233 

7060 Soignies 

60 A 685a Champ 

Saint- 

Landry 

61 A 688b Champ 

Saint- 

Landry 

WIEWATERS Paul et 

MULKIENIS Marie- 

Rose 

Chaussée de Braine 79 

7060 Soignies 

Société/SALMONSART 

Rue des Foulons 8, 

7060 Soignies 

Terre 01 62 78 60 00 47 59 

Terre 02 37 86 156 00 32 90 

62 A 29a Petite Lorette MAUCQ-CUVELIER 

Jean 

Place du Jeu de Balle 11 

7060 Soignies 

Terre 01 01 50 80 00 01 10 

63 A NON CADASTRE 00 04 82 

64 A 61e Champ DEBONTRIDDER Gérard Terre 01 71 50 147 00 25 90 

de Fayt Rue Général Buisseret 13, 

7060 Soignies 

65 A 162g Blamont DECUYPER Charles et 

AMELOOT Zulma 


7060 Soignies 

Surface bâtie à acquérir:00ha00a00ca 

Surface non bâtie à 

acquérir: 16 ha 40 a 

61 ca 

Pâture 00 69 57 54 00 01 71 

Le plan n o HN57.E6-109 peut être consulté auprès de la Direction des Routes de Mons, rue du Joncquois 118, 7000 MONS. 


N° 

Cadastre 

S 

Lieux-dits Propriétaires Nature 

Contenance 

Revenu 

A acquérir 

on 


14 A 155a Fontenelle DE RYCK Jacques Pâture 00 33 90 21 00 19 75 


7850 Enghien 

15 A 156b Bruyere DE RYCK Jacques 


7850 Enghien 



7850 Enghien 

66 A 154b Blamont DE RYCK Jacques 


7850 Enghien 

67 A 154a Blamont Domaine S.P.G.E. 

Rue Loureux 46, 

4800 Verviers 


Surface non bâtie à acquérir:01ha24a54ca 

Pâture 00 07 40 4 00 07 40 

Pâture 01 27 00 100 00 74 42 

Pâture 00 62 90 40 00 19 57 

Terre 01 24 30 54 00 03 40 

Le plan n o HN57.E6-109 1 peut être consulté auprès de la Direction des Routes de Mons, rue du Joncquois 118, 7000 MONS. 

26693



N° 

Cadastre 

S 


Contenance 

Revenu 

A acquérir 

on 


42 A 224 Fontenelle GILBERT Léon 



GILBERT Benoit 

Terre 00 35 60 23 00 19 55 





Soignies 


7060 Soignies 



Soignies 


7060 Soignies 

45 A 219 Fontenelle SERVAIS Brigitte 

Rue Gery Everaets 20, 

1300 WAVRE 

46 A 220 Fontenelle DEWAELE Paul et VER- 

NAECKT Magda 

Chaussé e 


47 A 230 Petite Lorette DEWAELE Paul et VER- 

NAECKT Magda 

Chaussé e 

d’Enghien 233, 

7060 Soignies 

48 A 229 Fontenelle DUJACQUIER Marie- 

Thérèse 

Chemin des Aulnes 42, 

7060 Soignies 




Comte 

DUJACQUIER André 

Rue du Calvaire 22, 


DUJACQUIER Henri 

Sentier de la Fête au 

Bois 24, 7090 Braine-le- 

Comte 

49 A 231 Fontenelle PENNEWAERDE René 




52 A 228 Petite Lorette GILBERT Léon et 




Comte 

Pré 00 19 90 7 00 02 13 

Pâture 00 84 30 66 00 52 44 

Terre 00 87 30 57 00 26 89 

Terre 00 73 60 48 00 01 04 

Terre 01 07 30 70 00 10 31 

Pâture 00 54 20 42 00 17 54 

Terre 00 81 20 64 00 08 93 

Pâture 00 33 40 7 00 33 40 

53 A Fontenelle NON CADASTRE Chemin 00 41 22 

66 A 221 Petite Lorette GILBERT Léon et DUJAC- 

QUIER Maria 



67 A 214 Chp. Bruyère GILBERT Léon 






Pâture 00 61 40 39 00 15 99 

Terre 01 05 60 69 00 14 09

N° 

Cadastre 

S 


Contenance 

Revenu 

A acquérir 

on 


68 A 218 Chp. Fonte- DEWAELE Paul et VER- Terre 00 87 70 57 00 16 94 

nelle NAECKT Magda 

Chaussée d’Enghiengnies 

233, 7060 Soi- 

DEWAELE M. ferme 

Fresnay 1, 1460 Ittre 

N° 

Le plan n o HN57.E6-109 2 peut être consulté auprès de la Direction des Routes de Mons, rue du Joncquois 118, 7000 MONS. 

TABLEAU DES EMPRISES 

Cadastre 

Contenance 

A acquérir 


Revenu 


S on 

5 A 20/2a Petite Lorette 

6 A 21 Petite Lorette 

7 A 61d Champ du Fayt 

LEROY Flore 

Chaussée d’Enghien 133, à 7060 Soignies 

LEROY Flore 


FOURNIER Yvonne 

Chaussée de Lessines 103 à 

7060 Soignies 

VAN HECKE Yvon 

Rue de Mons, 152, à 4600 VISE 

VAN HECKE Christian 

Rue Pierre-Joseph Wincqz 31, à 

7060 Soignies 

Terre 04 06 20 320 00 86 15 

Terre 54 00 46 00 35 35 

Terre 02 88 70 248 00 84 35 

62 A 29a Petite Lorette 

MAUCQ-CUVELIER Jean 

Place du Jeu de balle 11, à 7060 Soignies 

Terre 01 01 50 80 00 08 42 


64 A 61 e 

Champ du Fayt 

35 A 205 Fontenelle 




59 A 682 

60 A 685a 

61 A 688b 

Champ 

Saint-Landry 

Champ 

Saint-Landry 

Champ 

Saint-Landry 

69 A 30b Champ du Fayt 


DEBONTRIDDER Gérard 

Rue Général Buisseret 13, à 7060 Soignies 

COLINET Marie 

Chaussée de Braine 18, à 7060 Soignies 

GILBERT Léon 

Chemin de Mariemont 6, à 7090 Brainele-Comte 


Chemin du Gaillard 13, à 7090 Brainele-Comte 

DOMAINE DU CENTRE PUBLIC 

D’AIDE SOCIALE DE SOIGNIES 

Rue du Lombard 4, à 7060 Soignies 

DOMAINE DU CENTRE PUBLIC 

D’AIDE SOCIALE DE SOIGNIES 

Rue du Lombard 4, à 7060 Soignies 

DE WAELE Paul et VERNAECKT 

Magda 


WIEWATERS Paul et MULKENLS 

Marie-Rose 


Société SALMONSART 

Rue des Foulons 8, à 7060 Soignies 



Terre 01 71 50 147 00 29 18 

Terre 89 60 70 00 31 13 

Terre 35 60 23 00 20 25 

Pré 19 90 7 00 08 50 

Pâture 84 30 66 00 52 63 

Terre 62 80 41 00 62 05 

Terre 01 62 78 60 00 51 81 

Terre 02 37 86 156 00 36 13 

Terre 94 50 74 00 01 

82 

26695 

Observations


70 A 61d Champ du Fayt 

71 A 46 Champ du Fayt 

72 A 44a Champ du Fayt 

73 A 44c Champ du Fayt 

74 A 203b 

75 A 215 

76 A 683a 

77 A 689 

78 A 690f 

Champ de la 

Fontenelle 

Champ de la 

Fontenelle 

Champ Haute 

Hurée 

Champ 

Saint-Landry 

Champ 

Saint-Landry 









DEBRICHY A. 

Rue Tour pt. Château 17, 

7060 Soignies 

FILBERT L. et DUJCQUIER B. 

ChausséedeTriémont 6, à 7030 Brainele-Comte 

WIEWATER Paul et HULKENLS Marie- 

Rose 


Société PLASCORT 

Rue Foulons 8, à 7060 Soignies 

IDEA 

Rue de Nimy 53, à 7000 Mons 

Pâture 01 10 50 97 00 08 85 

Pâture 28 00 24 00 03 42 

Pâture 18 50 14 00 01 17 

Pâture 03 62 2 00 00 08 

Pâture 04 70 3 00 01 12 

Pré 01 26 00 60 00 00 60 

Terre 01 61 00 94 00 04 70 

Terre 01 08 40 71 00 04 44 

Pré 01 18 77 57 00 01 51 

Le plan n o HN57-E6-109 3 peut être consulté auprès de la Direction de Mons, rue du Joncquois 118, à 7000 MONS. 

* 


Environnement 

[2013/202611] 

Un acte du 19 avril 2013 retire l’enregistrement n o 2012-06-26-07 en qualité de transporteur de déchets autres que 

dangereux octroyé le 26 juin 2012 à M. F. H. A. M. Van de Vondervoort, Jan Tooropstraat 4, NL-5753 DK Deurne. 


dangereux octroyé le 11 janvier 2011 à M. Jean Petit, rue Couture de Brouze 62, à 7540 Melles. 


dangereux octroyé le 13 août 2012 à M. Hubert Lories, rue du Goutteux 76, à 7090 Braine-le-Comte. 


dangereux octroyé le 8 mars 2010 à l’EURL Mennesson Transports, rue du Four 9, à F-08220 Renneville. 

Un acte du 19 avril 2013 retire l’enregistrement n o 2011-10-21-08 en qualité de collecteur de déchets autres que 

dangereux octroyé le 21 octobre 2011 à la FUP Vlakglas Recycling Nederland, Gentseweg 17, bus 6, à NL-2803 

BD Gouda.


[2013/202476] 

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon 

des déchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers de 

déchets BE 0003000880 

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, 

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts 

de déchets; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du 

Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; 

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; 

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; 

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, 

Décide : 

Article 1 er . L’autorisation de transfert, BE 0003000880, de la Région wallonne vers la France, des déchets visés 

à l’article 2 est accordée. 

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : 

Nature des déchets : Mélanges eau-hydrocarbures 

Code * : 190208 

Quantité maximum prévue : 1 000 tonnes 

Validité de l’autorisation : 01/02/2013 au 31/01/2014 

Notifiant : WOS HAUTRAGE 

7334 HAUTRAGE 

Centre de traitement : SCORI EST 

57360 AMNEVILLE 


* Arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié. 

* 


[2013/202486] 






de déchets; 






Décide : 


Article 1 er . L’autorisation de transfert, BE 0003000936, de la Région wallonne vers l’Allemagne, des déchets 

visés à l’article 2 est accordée. 


Nature des déchets : Déchets non recyclables à haute valeur calorifique (15



[2013/202482] 






de déchets; 






Décide : 

Article 1 er . L’autorisation de transfert, BE 0003000941, de la Région wallonne vers le grand-duché de Luxembourg, 

des déchets visés à l’article 2 est accordée. 


Nature des déchets : Boues huileuses 

Code* : 130502 

Quantité maximum prévue : 150 tonnes 

Validité de l’autorisation : 01/02/2013 - 31/01/2014 

Notifiant : LAMESCH EXPLOITATION 

3201 BETTEMBOURG 

Centre de traitement : LAMESCH EXPLOITATION 




* 


[2013/202485] 






de déchets; 






Décide : 

Article 1 er . L’autorisation de transfert, BE 0003000960, du Costa Rica vers la Région wallonne, des déchets visés à 

l’article 2 est accordée. 


Nature des déchets : Batteries portables et industrielles usées 

Code * : 200134 



Notifiant : GEEP COSTA RICA 

0 GUARCO 

Centre de traitement : REVATECH 

4480 ENGIS 


* Arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.


[2013/202488] 






de déchets; 






Décide : 

Article 1 er . L’autorisation de transfert, BE 0003000988, de la Région wallonne vers l’Allemagne, des déchets visés 



Nature des déchets : Déchets non recyclables à haute valeur calorifique (15



[2013/202484] 



déchets DE 1350176604 



de déchets; 






Décide : 

Article 1 er . L’autorisation de transfert, DE 1350176604, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets 



Nature des déchets : Solutions de gravure usagées acides riches en cuivre (CuCl2) 

Code * : 110106 



Notifiant : CURAMIK ELECTRONICS GMBH 

D-92676 ESCHENBACH 

Centre de traitement : ERACHEM COMILOG 

7334 VILLEROT 



* 


[2013/202483] 



déchets FR 2012027024 



de déchets; 






Décide : 

Article 1 er . L’autorisation de transfert, FR 2012027024, de la France vers la Région wallonne, des déchets visés à 



Nature des déchets : Boues biologiques et primaires (industrie biochimique) 

Code * : 070712 



Notifiant : HOLCIM FRANCE 

27430 SAINT ETIENNE DU VAUVRAY 

Centre de traitement : HOLCIM BELGIQUE 

7034 OBOURG 




[2013/202487] 



déchets F 2012059099 



de déchets; 






Décide : 

Article 1 er . L’autorisation de transfert, FR 2012059099, de la France vers la Région wallonne, des déchets visés 



Nature des déchets : Poussières issues de l’épuration des fumées d’aciérie électrique. Composition : 

oxyde de fer (20-40 %), oxyde de zinc (20-35 %), chaux (2-4 %). Impuretés : plomb 

(0.5-2 %), chrome (0.6-1 %) 

Code * : 100207 



Notifiant : V&M ACIERIE DE SAULVE 

59880 SAINT-SAULVE 

Centre de traitement : HYDROMETAL 

4480 ENGIS 

Namur, le 20 septembre 2012. 


* 


[2013/202474] 



déchets GB 0001002017 



de déchets; 






Décide : 


Article 1 er . L’autorisation de transfert, GB 0001002017, du Royaume-Uni vers la Région wallonne, des déchets 



Nature des déchets : Résidus de peinture, encres, laques et vernis (70 %), solvants non halogénés 

(19 %), cellulose solidifiée (10 %) et solvants halogénés (1%) 

Code * : 190205 



Notifiant : AVANTI ENVIRONMENTAL GROUP 

L33 7SG MERSEYSIDE 

Centre de traitement : RECYFUEL 

4480 ENGIS 



26701



[2013/202477] 

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des 

déchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers de 

déchets LU 011397 


Vu le règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de 

déchets; 


règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; 




Décide : 

Article 1 er . L’autorisation de transfert, LU 011397, du grand-duché de Luxembourg vers la Région wallonne, des 

déchets visés à l’article 2 est accordée. 


Nature des déchets : Gâteaux de filtre-presse 

Code * : 190205 



Notifiant : LAMESCH EXPLOITATION 


Centre de traitement : REVATECH 

4480 ENGIS 



* 


[2013/202473] 

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des 

déchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers de 

déchets LU 011435 


Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de 

déchets; 






Décide : 

Article 1 er . L’autorisation de transfert, LU 011435, du grand-duché de Luxembourg vers la Région wallonne, des 

déchets visés à l’article 2 est accordée. 


Nature des déchets : Déchets de bois non traité ou traité (non dangereux) 

Code * : 170201 



Notifiant : ECOTEC 

L-4902 BASCHARAGE 

Centre de traitement : RECYBOIS 

6760 VIRTON 




[2013/202475] 



déchets NL 602843 



de déchets; 






Décide : 

Article 1 er . L’autorisation de transfert, NL 602843, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés à 



Nature des déchets : Liquides de refroidissement usagés. Composition moyenne : huile (0-10 %), 

eau (45-65 %), antigels (25-45 %) 

Code * : 160114 



Notifiant : SITA ECOSERVICE NEDERLAND 

6222 MAASTRICHT 

Centre de traitement : WASTE OIL SERVICES 

7334 HAUTRAGE 



* 


[2013/202472] 



déchets NL 622102 


Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de 

déchets; 






Décide : 

Article 1 er . L’autorisation de transfert, NL 622102, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés à 



Nature des déchets : Boues issues du traitement d’eaux usées industrielles (composition : acides gras, 

alcools, solvants et résidus de décomposition de peroxydes organiques) 

Code * : 190210 



Notifiant : AKZO NOBEL POLYMER CHEMICALS 

7410 AJ DEVENTER 

Centre de traitement : GEOCYCLE 

7181 FAMILLEUREUX 




26703


REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE 

[2013/31273] 

28 MARS 2013. — Arrêté du Gouvernement de la Région de 

Bruxelles-Capitale désignant les membres effectifs et les membres 

suppléants de la Plate-forme de concertation en matière d’emploi 

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, 

Vu l’ordonnance du 14 juillet 2011 relative à la gestion mixte du 

marché de l’emploi dans la Région de Bruxelles-Capitale; 

Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 

12 juillet 2012 portant exécution de l’ordonnance du 14 juillet 2011 

relative à la gestion mixte du marché de l’emploi dans la Région de 

Bruxelles-Capitale; 

Vu l’arrêté du 27 avril 1995 portant l’introduction d’une représentation 

équilibrée des hommes et des femmes dans les organes consultatifs 

et l’ordonnance du 5 juillet 2001 modifiant l’ordonnance du 27 avril 1995; 

Sur la proposition de la Ministre ayant l’Emploi dans ses attributions; 

Après délibération, 

Arrête : 

Article 1 er . §1 er . Est désigné comme président de la Plate-forme de 

concertation en matière d’emploi, Nicolas Gougnard, représentant de la 

Ministre de l’Emploi. 

§ 2. Est désigné comme vice-président de la Plate-forme de concertation 

en matière d’emploi, Christel Vanhasselt, représentante d’un 

autre membre du Gouvernement. 

Art. 2. § 1 er . Sont désignés comme représentants d’ACTIRIS au sein 

de la Plate-forme de concertation en matière d’emploi en qualité de 

membres effectifs : 

a) Nathalie Descheemaeker 

b) Stéphane Thys 

et en qualité de membres suppléants : 

a) Stéphane Laloux 

b) Dries Vangenechten 

§ 2. Sont désignés comme représentants de l’Administration de 

l’Economie et de l’Emploi du Ministère de la Région de Bruxelles- 

Capitale au sein de la Plate-forme de concertation en matière d’emploi 

en qualité de membres effectifs : 

a) Françoise Impens 

b) Annick Steens 


a) Frank Pirard 

b) Geneviève Druez 

§ 3. Sont désignés comme représentants des agences d’emploi privées 

au sein de la Plate-forme de concertation en matière d’emploi en qualité 

de membres effectifs : 

a) Arnaud Le Grelle 

b) Eric Galand 


a) Ann Cattelain 

b) Herwig Muyldermans 

§ 4. Sont désignés comme représentants des autres opérateurs 

d’emploi conventionnés avec ACTIRIS au sein de la Plate-forma de 

concertation en matière d’emploi en qualité de membres effectifs : 

a) Tatiana Vial Grösser 

b) Luc Piloy 


a) Michèle Hubin 

b) Patrick Stélandre 

§ 5. Sont désignés comme représentants des organisations représentatives 

des employeurs et des classes moyennes siégeant au CESRBC au 

sein de la Plate-forme de concertation en matière d’emploi en qualité de 

membres effectifs : 

a) Frans De Keyser 

b) Olivier Willocx 

c) Laurent Schiltz 

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 

[2013/31273] 

28 MAART 2013. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke 

Regering houdende de aanstelling van effectieve en plaatsvervangende 

leden van het Overlegplatform voor de Werkgelegenheid 

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, 

Gelet op de ordonnantie van 14 juli 2011 betreffende het gemeengd 

beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 

12 juli 2012 houdende uitvoering van de ordonnantie van 14 juli 2011 

betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brusselse 

Hoofdstedelijk Gewest; 

Gelet op het besluit van 27 april 1995 houdende de invoering van een 

evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in adviesorganen 

en de ordonantie van 5 juli 2011 tot wijziging van de 

ordonnantie van 27 april 1995; 

Op voorstel van de minister van Tewerkstelling; 

Na beraad, 

Besluit : 

Artikel 1. § 1. Wordt aangesteld als voorzitter van het Overlegplatform 

voor de Werkelegenheid, Nicolas Gougnard, vertegenwoordiger 

van de minister van Tewerkstelling. 

§ 2. Wordt aangeteld als vice-voorzitter van het Overlegplatform 

voor de Werkgelegenheid, Christel Vanhasselt, vertegenwoordiger van 

een ander lid van de Regering. 

Art. 2. § 1. Worden aangesteld als vertegenwoordigers van ACTIRIS 

in het Overlegplatform voor de Werkgelegenheid, in hoedanigheid van 

effectieve leden : 

a) Nathalie Descheemaeker 

b) Stéphane Thys 

en in hoedanigheid van plaatsvervangende leden : 

a) Stéphane Laloux 

b) Dries Vangenechten 

§ 2. Worden aangesteld als vertegenwoordigers van het Bestuur 

Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels 

Hoofdstedelijk Gewest in het Overlegplatform voor de Werkgelegenheid 

in hoedanigheid van effectieve leden : 

a) Françoise Impens 

b) Annick Steens 


a) Frank Pirard 

b) Geneviève Druez 

§ 3. Worden aangesteld als vertegenwoordigers van de privétewerkstellingsagentschappen 

in het Overlegplatform voor de Werkgelegenheid 

in hoedanigheid van effectieve leden : 

a) Arnaud Le Grelle 

b) Eric Galand 


a) Ann Cattelain 

b) Herwig Muyldermans 

§ 4. Worden aangesteld als vertegenwoordigers van de andere 

tewerkstellingsoperatoren, onder een overeenkomst vallend met ACT- 

IRIS in het Overlegplatform voor de Werkgelegenheid in hoedanigheid 

van effectieve leden : 

a) Tatiana Vial Grösser 

b) Luc Piloy 


a) Michèle Hubin 

b) Patrick Stélandre 

§ 5. Worden aangesteld als vertegenwoordigers van de representatieve 

organisaties van werkgevers en middenstand die in de ESRBHG 

zetelen in het Overlegplatform voor de Wergelegenheid in hoedanigheid 

van effectieve leden : 

a) Frans De Keyser 

b) Olivier Willocx 

c) Laurent Schiltz

d) Pierre Devleeshouwer 

e) Youcef Hammani 

f) Francine Werth 

g) Anton Van Assche 


a) Sabine Soetens 

b) Jan De Brabanter 

c) Jean-Christophe Vanderhaegen 

d) Anke Grooten 

e) Amandine Boseret 

f) Eric Thiry 

g) Julien Meganck 

§ 6. Sont désignés comme représentants des organisations représentatives 

des travailleurs siégeant au CESRBC au sein de la Plate-forme de 

concertation en matière d’emploi en qualité de membres effectifs : 

a) Roméo Matsas 

b) Andrée Debrulle 

c) Françis Somers 

d) Samuel Droolans 

e) Eric Buyssens 

f) Vroni Lemeire 

g) Geneviève Spruyt 


a) André Leurs 

b) Michel Pluvinage 

c) Khadja Khourcha 

d) Philippe Van Muylder 

e) Samantha Smith 

f) Maria Vermiglio 

g) Philippe Vandenabeele 

Art. 3. La désignation des membres de la plate-forme de concertation 

en matière d’emploi vaut pour un délai de quatre ans à partir de la 

date du présent arrêté. 

Art. 4. Le Ministre qui a l’emploi dans ses compétences est chargé de 


Bruxelles, le 28 mars 2013. 

Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : 

Le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-capitale, 

Ch. PICQUE 

La Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, 

chargée del’Economie, de l’Emploi, 

du Commerce extérieur et de la Recherche scientifique, 

C. FREMAULT 

MINISTERE 

DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE 

[C − 2013/31249] 

Agréments en tant que certificateur 

habitation individuelle, personne physique 

Par décision du fonctionnaire dirigeant de l’IBGE du 2 juillet 2012, 

ADAM, Paul, domicilié Hameau des Wailles 80, à 1400 NIVELLES, a été 

agréé en tant que Certificateur habitation individuelle, personne 

physique, pour la Région de Bruxelles-Capitale. 

L’agrément porte le numéro CREPP-001130389 


AFKIR Ridouan domicilié Rue James Cook 1, bte 1, à 1070 BRUXELLES, 

a été agréé en tant que Certificateur habitation individuelle, personne 




* 

26705 

d) Pierre Devleeshouwer 

e) Youcef Hammani 

f) Francine Werth 

g) Anton Van Assche 


a) Sabine Soetens 

b) Jan De Brabanter 

c) Jean-Christophe Vanderhaegen 

d) Anke Grooten 

e) Amandine Boseret 

f) Eric Thiry 

g) Julien Meganck 

§ 6. Worden aangesteld als vertegenwoordigers van de representatieve 

organisaties van werknemers die in de ESRBHG zetelen van het 

Overlegplatform voor de Werkgelegenheid in hoedanigheid van effectieve 

leden : 

a) Roméo Matsas 

b) Andrée Debrulle 

c) Françis Somers 

d) Samuel Droolans 

e) Eric Buyssens 

f) Vroni Lemeire 

g) Geneviève Spruyt 


a) André Leurs 

b) Michel Pluvinage 

c) Khadja Khourcha 

d) Philippe Van Muyler 

e) Samantha Smith 

f) Maria Vermiglio 

g) Philippe Vandenabeele 

Art. 3. De aanstelling van de leden van het Overlegplatform voor de 

Werkgelegenheid geldt voor een termijn van vier jaar, te rekenen vanaf 

de datum van onderhavig besluit. 

Art. 4. De minister bevoegd voor Tewerkstelling is belast met de 


Brussel, 28 maart 2013. 

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : 

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, 

Ch. PICQUE 

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, 

belast met Economie, Werkgelegenheid, 

Buitenlandse Handel en Wetenschappelijk Onderzoek, 

C. FREMAULT 

MINISTERIE 

VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 

[C − 2013/31249] 

Erkenningen als certificateur 

wooneenheid, natuurlijke persoon 

Bij beslissing van de leidende ambtenaar van het BIM van 2 juli 2012, 

wordt ADAM, Paul, gedomicilieerd Hameau des Wailles 80, 

te 1400 NIVELLES, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke 

persoon, voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 

De erkenning draagt het nummer CREPP-001130389 


wordt de AFKIR, Ridouan, gedomicilieerd James Cookstraat 1, bus 1, te 

1070 BRUSSEL erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke 


De erkenning draagt het nummer CREPP-001119376



ALTENLOH, Antonin, domicilié avenue Armand Huysmans 71, bte 3, 

à 1050 BRUXELLES, a été agréé en tant que Certificateur habitation 

individuelle, personne physique, pour la Région de Bruxelles-Capitale. 



ANGRI Abdelaziz domicilié avenue Fonsny 128, à 1060 BRUXELLES, a 

été agréé en tant que Certificateur habitation individuelle, personne 




AYARI, Reda, domicilié rue Fernand Brunfaut 9, bte 4, à 

1080 BRUXELLES, a été agréé en tant que Certificateur habitation 




BALTHAZAR, Géraldine, domiciliée boulevard de Waterloo 95, bte 2, à 

1000 BRUXELLES, a été agréée en tant que Certificateur habitation 




BARBIER, Stéphane, domicilié rue des Brebis 15, bte 5, à 





BEKHOR, Sonia, domiciliée Clos des Mésanges 2, à 1630 LINKEBEEK, 

a été agréée en tant que Certificateur habitation individuelle, personne 




BLEECKX, Raphaël, domicilié Kleistraat 29, à 2850 BOOM, a été agréé 

en tant que Certificateur habitation individuelle, personne physique, 

pour la Région de Bruxelles-Capitale. 



BOLSAIE, Sophie, domiciliée boulevard de la Cambre 70, bte 8, à 

1000 BRUXELLES, a été agréée en tant que Certificateur habitation 




BRANDELEER, Gary, domicilié rue Henri Maubel 32, bte 1, à 





BRUNET, Joël domicilié, chaussée d’Alsemberg 462, à 1180 BRUXEL- 

LES, a été agréé en tant que Certificateur habitation individuelle, 

personne physique, pour la Région de Bruxelles-Capitale. 



wordt ALTENLOH Antonin, gedomicilieerd Armand Huysmanslaan 71 

bus 3, te 1050 BRUSSEL, erkend als Certificateur wooneenheid, 

natuurlijke persoon, voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 



wordt ANGRI Abdelaziz, gedomicilieerd Fonsnylaan 128, te 

1060 BRUSSEL, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke 




wordt de AYARI, Reda, gedomicilieerd Fernand Brunfautstraat 9, bus 4, 

te 1080 BRUSSEL, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke 




wordt BALTHAZAR, Géraldine, gedomicilieerd Waterloolaan 95, bus 2, 





wordt BARBIER, Stéphane, gedomicilieerd Ooienstraat 15, bus 5, te 





wordt BEKHOR Sonia, gedomicilieerd Clos des Mésanges 2, te 

1630 LINKEBEEK, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke 




wordt BLEECKX Raphaël, gedomicilieerd Kleistraat 29, te 2850 BOOM, 

erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke persoon, voor het 

Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 



wordt BOLSAIE, Sophie, gedomicilieerd Terkamerenlaan 70, bus 8, 





wordt BRANDELEER, Gary, gedomicilieerd Henri Maubelstraat 32, 





wordt BRUNET, Joël, gedomicilieerd Alsembergsesteenweg 462, te 





CRISCENZO, Salvatore, domicilié rue de l’Instruction 55, à 





DADAK, Murat, domicilié Clos Ingrid Bergman 7, à 1090 BRUXELLES, 





DAGBERT, Thomas, domicilié Steenstraat 43, à 1500 HALLE, a été 





DE HEMPTINNE, Harold, domicilié Mont d’Anhée 2,à 5537 ANHEE, 





DE POTTER DE ZINZERLING, Tanguy, domicilié rue de la Duchesse 14, 





DE PRETER, Albert, domicilié rue Gaston Dubois 17, à 1428 LILLOIS- 

WITTERZEE, a été agréé en tant que Certificateur habitation individuelle, 




DE RIDDER, Ben, domicilié Nieuwelaan 100, à 1860 MEISE, a été agréé 





DE WIT, Stefan, domicilié Klei 129A, à 1745 OPWIJK a été agréé en tant 

que Certificateur habitation individuelle, personne physique, pour la 

Région de Bruxelles-Capitale. 


MINISTERE 


[C − 2013/31250] 




DELAHAYE, Christophe, domicilié avenue Mozart 73, à 1190 BRUXEL- 





* 


wordt CRISCENZO, Salvatore, gedomicilieerd Onderwijsstraat 55, te 





wordt DADAK, Murat, gedomicilieerd Ingrid Bergmangaarde 7, te 





wordt DAGBERT, Thomas, gedomicilieerd Steenstraat 43, te 

1500 HALLE, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke persoon, 

voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 



wordt DE HEMPTINNE, Harold, gedomicilieerd Mont d’Anhée 2,te 

5537 ANHEE, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke persoon, 




wordt DE POTTER DE ZINZERLING, Tanguy, gedomicilieerd Hertoginnestraat 

14, te 1040 BRUSSEL, erkend als Certificateur wooneenheid, 




wordt DE PRETER, Albert, gedomicilieerd rue Gaston Dubois 17, te 

1428 LILLOIS-WITTERZEE, erkend als Certificateur wooneenheid, 




wordt DE RIDDER, Ben, gedomicilieerd Nieuwelaan 100, te 

1860 MEISE, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke persoon, 




wordt DE WIT, Stefan, gedomicilieerd Klei 129A, te 1745 OPWIJK, 




MINISTERIE 


[C − 2013/31250] 




wordt DELAHAYE, Christophe, gedomicilieerd Mozartlaan 73, 




26707



DELL’AERA, Giuseppe, domicilié chaussée Saint-Pierre 22, 





DHANANI, Nazir, domicilié rue de Montigny 1, à 5310 HANRET, a été 





DUWYN, Kevin, domicilié rue de Verrewinkel 17, à 1180 BRUXELLES, 





EL IDRISSI EL BOUAZAOUI, Chakib, domicilié rue de Bruyn 28, 





ELMAS, Halil, domicilié rue de Liedekerke 114, à 1210 BRUXELLES, a 





FACK, Glenn, domicilié chaussée de Bruxelles 122, à 1780 WEMMEL, a 





FALCINELLI, Claudia, domiciliée chaussée Saint-Pierre 42, 

à 1040 BRUXELLES, a été agréée en tant que Certificateur habitation 




FEDERICO, Damien, domicilié rue Emile Delva 24, à 1020 BRUXELLES, 





FINDIK, Erdal, domicilié rue Vonck 69, à 1030 BRUXELLES, a été agréé 





GEERTS, Marc, domicilié Plankenstraat 43, à 1700 DILBEEK, a été agréé 





wordt DELL’AERA, Giuseppe, gedomicilieerd Sint-Pieterssteenweg 22, 





wordt DHANANI Nazir, gedomicilieerd rue de Montigny 1, 

te 5310 HANRET, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke 




wordt DUWYN, Kevin, gedomicilieerd Verrewinkelstraat 17, 





wordt EL IDRISSI EL BOUAZAOUI, Chakib, gedomicilieerd de 

Bruynstraat 28, te 1210 BRUSSEL, erkend als Certificateur wooneenheid, 




wordt ELMAS, Halil, gedomicilieerd de Liedekerkestraat 114, 





wordt FACK, Glenn, gedomicilieerd chaussée de Bruxelles 122, 

te 1780 WEMMEL, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke 




wordt de FALCINELLI, Claudia, gedomicilieerd Sint-Pieterssteenweg 





wordt FEDERICO, Damien, gedomicilieerd Emile Delvastraat 24, 





wordt FINDIK, Erdal, gedomicilieerd Vonckstraat 69, te 1030 BRUSSEL, 





wordt GEERTS Marc, gedomicilieerd Plankenstraat 43, te 1700 DIL- 

BEEK, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke persoon, voor 

het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 



GREGOIRE, Maurice, domicilié rue Baron Dhanis 4, à 1040 BRUXEL- 





GUALANDI, Matthieu, domicilié rue du Tabellion 13, bte 1, 

à 1050 BRUXELLES, a été agrééen tant que Certificateur habitation 




HACCOUR, Pierre, domicilié rue de Rollebeek 29, à 1000 BRUXELLES, 





HAJJI, Hani, domicilié rue Van Wambeke 39, à 1080 BRUXELLES, a été 





HENRION, Linda, domiciliée rue de la Fontaine Maqué 24, 

à 1440 BRAINE-LE-CHATEAU, a été agréée en tant que Certificateur 

habitation individuelle, personne physique, pour la Région de Bruxelles- 

Capitale. 



HENROT, Jean-Michel, domicilié Dorp 27, à 1745 MAZENZELE, a été 





HERMANT, Yves, domicilié rue du Faisan 4, à 1420 BRAINE- 

L’ALLEUD, a été agréé en tant que Certificateur habitation individuelle, 




HOCQUET, Christine, domiciliée rue Augustin Berger 83, 

à 7160 PIETON, a été agréée en tant que Certificateur habitation 




HONTOIR, Didier, domicilié rue Grand Rue 54, à 5024 MARCHE-LES- 

DAMES, a été agréé en tant que Certificateur habitation individuelle, 





wordt GREGOIRE, Maurice, gedomicilieerd Baron Dhanisstraat 4, 





wordt GUALANDI, Matthieu, gedomicilieerd Notarisstraat 13, bus 1, 

te 1050 BRUSSEL erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke 




wordt HACCOUR Pierre, gedomicilieerd Rollebeekstraat 29, 





wordt HAJJI, Hani, gedomicilieerd Van Wambekestraat 39, 





wordt HENRION, Linda, gedomicilieerd Rue de la Fontaine Maqué 24, 

te 1440 BRAINE-LE-CHATEAU, erkend als Certificateur wooneenheid, 



26709 


wordt HENROT, Jean-Michel, gedomicilieerd Dorp 27, te 1745 MAZEN- 

ZELE, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke persoon, voor 




wordt HERMANT, Yves, gedomicilieerd Rue du Faisan 4, 

te 1420 BRAINE-L’ALLEUD, erkend als Certificateur wooneenheid, 




wordt HOCQUET, Christine, gedomicilieerd Rue Augustin Berger 83, 

te 7160 PIETON, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke 




wordt HONTOIR, Didier, gedomicilieerd rue Grand Rue 54, 

te 5024 MARCHE-LES-DAMES, erkend als Certificateur wooneenheid, 




MINISTERE 


[C − 2013/31251] 




KINANA, Mehdi, domicilié rue du Moulin 76, à 6061 MONTIGNIES- 

SUR-SAMBRE, a été agréé en tant que Certificateur habitation individuelle, 


L’agrément porte le numéro CREPP-001130357. 


LAGAE, David, domicilié rue Jean-Baptiste Verbeyst 17, 





LAMBERT, Jean-Paul, domicilié avenue des Moines 19, à 1420 BRAINE- 

L’ALLEUD, a été agréé en tant que Certificateur habitation individuelle, 




LAURENT, Edouard, domicilié rue Théophile Vander Elst 100, 





LECOMTE, Arnaud, domicilié avenue Pieter Goedefroy 4, bte 12, 





LEMLYN, Alexandra, domiciliée avenue de l’Aquilon 6, bte 2, 

à 1200 BRUXELLES, a été agréée en tant que Certificateur habitation 




LENS, Linda, domiciliée Kasteletsingel 18, à 3580 BERINGEN, a été 

agréée en tant que Certificateur habitation individuelle, personne 




LEURIDAN, Alain, domicilié avenue Marius Renard 149, bte 9, 





LEVIE, Michel, domicilié avenue des Frères Goemaere 24, 




MINISTERIE 


[C − 2013/31251] 




wordt KINANA, Mehdi, gedomicilieerd rue du Moulin 76, 

te 6061 MONTIGNIES-SUR-SAMBRE, erkend als Certificateur wooneenheid, 


De erkenning draagt het nummer CREPP-001130357. 


wordt LAGAE, David, gedomicilieerd Jean-Baptiste Verbeyststraat 17, 





wordt LAMBERT, Jean-Paul, gedomicilieerd avenue des Moines 19, 

te 1420 BRAINE-L’ALLEUD, erkend als Certificateur wooneenheid, 




wordt LAURENT, Edouard, gedomicilieerd Théophile Vander Elststraat 





wordt de LECOMTE, Arnaud, gedomicilieerd Pieter Goedefroylaan 4, 





wordt de LEMLYN, Alexandra, gedomicilieerd Aquilonlaan 6, bus 2, 





wordt LENS, Linda, gedomicilieerd Kasteletsingel 18, te 3580 BERIN- 

GEN, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke persoon, voor 




wordt LEURIDAN, Alain, gedomicilieerd Marius Renardlaan 149, 





wordt LEVIE, Michel, gedomicilieerd Gebroeders Goemaerelaan 24, te 



De erkenning draagt het nummer CREPP-001132741.


LORBERBLATT, Dan, domicilié avenue de Messidor 300, bte 5, 





MBAYA KALOMBO, Christian, domicilié rue Laneau 139, 





MULAJ, Fidan, domicilié rue Honoré Longtin 127, bte 2, 





MUYLAERT, Katleen, domicilié Isidoor Van Beverenstraat 13, 

à 1702 GROOT-BIJGAARDEN, a été agréé en tant que Certificateur 

habitation individuelle, personne physique, pour la Région de Bruxelles- 

Capitale. 



PIRSON, François, domicilié rue des Ménapiens 46, à 1040 BRUXEL- 





POURSALOUT, Akbar, domicilié Charles Melottestraat 21, 

à 1560 HOEILAART, a été agréé en tant que Certificateur habitation 




QUERTINMONT, Jean-Charles, domicilié avenue des Croix du Feu 283, 





QUINTART, Stéphanie, domiciliée rue de Bauffe 2, à 7050 HERCHIES, 

a été agréée en tant que Certificateur habitation individuelle, personne 




REQUEJO UNA, Javier, domicilié rue Jean Tiebackx 11, 





SCHEERLINCK, Johan, domicilié Graanmarkt 10, à 9400 NINOVE, 





26711 


wordt de LORBERBLATT, Dan, gedomicilieerd Messidorlaan 300, 





wordt MBAYA KALOMBO, Christian, gedomicilieerd Laneaustraat 139, 





wordt MULAJ, Fidan, gedomicilieerd Honoré Longtinstraat 127, bus 2, 





wordt MUYLAERT, Katleen, gedomicilieerd Isidoor Van Beverenstraat 

13, te 1702 GROOT-BIJGAARDEN, erkend als Certificateur 

wooneenheid, natuurlijke persoon, voor het Brussels Hoofdstedelijk 

Gewest. 



wordt PIRSON, François, gedomicilieerd Menapiërsstraat 46, 





wordt de POURSALOUT, Akbar, gedomicilieerd Charles Melottestraat 

21, te 1560 HOEILAART, erkend als Certificateur wooneenheid, 




wordt QUERTINMONT, Jean-Charles, gedomicilieerd Vuurkruisenlaan 





wordt QUINTART, Stéphanie, gedomicilieerd rue de Bauffe 2, 

te 7050 HERCHIES, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke 




wordt REQUEJO UNA, Javier, gedomicilieerd Jan Tiebackxstraat 11, 





wordt SCHEERLINCK, Johan, gedomicilieerd Graanmarkt 10, 

te 9400 NINOVE, erkend als Certificateur wooneenheid, natuurlijke 


De erkenning draagt het nummer CREPP-001130014.



SCHOOLMEESTER, Colin, domicilié Torhoutsesteenweg 22, 

à 8400 OOSTENDE, a été agréé en tant que Certificateur habitation 




wordt SCHOOLMEESTER, Colin, gedomicilieerd Torhoutsesteenweg 

22, te 8400 OOSTENDE, erkend als Certificateur wooneenheid, 



AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN 

SELOR 

BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE 

Recrutement. — Résultat 

[2013/202802] 

Sélection comparative de contrôleur interne, néerlandophones, pour 

le SPF Finances 

La sélection comparative de contrôleur interne (m/f) (niveau A), 

néerlandophones, pour le SPF Finances (ANG13025) a été clôturée 

le 26 avril 2013. 

Le nombre de lauréat s’élève à 1. 


[C − 2013/03133] 

Administration de la T.V.A., de l’enregistrement et des domaines 

(aliénation d’immeubles domaniaux). — Publication faite en 

exécution de la loi du 31 mai 1923, modifiée par la loi-programme 

du 6 juillet 1989 

La Région Wallonne se propose de vendre de gré àgré : 

Ville d’Ath 

Un terrain sis rue de l’Indépendance cadastré ou l’ayant été Ath, 

1 re division, section A sans numéro, pour une superficie de 17 a 85 ca 

selon mesurage. 

Tenant ou ayant tenu à ladite rue, à Blairvacq, Guy et son épouse 

Dubois, Josée, à Couvin, Georgette pour l’usufruit et à Blairvacq, Guy 

et Blairvacq, Luce chacun pour 1 ⁄2 nue propriété, 

Prix : 16.000 euros, outre les frais. 

Plan de secteur : zone d’habitat 

Les réclamations éventuelles ou les offres plus élévées doivent être 

adressées dans le mois du présent avis, au Comité d’Acquisition 

d’Immeubles à Mons, digue des Peupliers 71. 

(Tél. : 02-575 85 78, fax : 02-579 73 59) 

Personnes de contact : 

Fernand Tonneau, Commissaire. 

Références : 51004/2211 



[2013/202763] 

Dépôt de conventions collectives de travail 

Les conventions collectives de travail désignées ci-après ont été 

déposées au Greffe de la Direction générale Relations collectives du 

travail du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale. 

Les textes des conventions déposées au Greffe sont disponibles sur le 

site Internet du SPF. Ceux-ci peuvent également être imprimés 

gratuitement. 

* 

* 

SELOR 

SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID 

Werving. — Uitslag 

[2013/202802] 

Vergelijkende selectie van Nederlandstalige intern controleur voor 

de FOD Financiën 

De vergelijkende selectie van Nederlandstalige intern controleur 

(m/v) (niveau A) voor de FOD Financiën (ANG13025) werd afgesloten 

op 26 april 2013. 

Er is 1 geslaagde. 


[C − 2013/03133] 

Administratie van de btw, registratie en domeinen (vervreemding 

onroerende domeingoederen). — Bekendmaking gedaan ter uitvoering 

van de wet van 31 mei 1923, gewijzigd door programmawet 

van 6 juli 1989 

Het Waalse Gewest is voornemens uit te hand te verkopen : 

Stad AAT 

Een perceel grond gelegen rue de l’Indépendance gekadastreerd of 

vroeger gekadastreerd Aat, 1e afdeling, sectie A zonder nummer, voor 

een oppervlakte van 17 a 85 ca volgens meting. 

Palend of gepaald hebbende aan de genoemde straat, aan Blairvacq, 

Guy en echtgenote Dubois, Josée, aan Couvin, Georgette voor het 

vruchtgebruik en aan Blairvacq, Guy en Blairvacq, Luce voor de naakte 

eigendom 

Prijs : 16.000 euros, buiten de kosten. 

Gewestplan : woongebied 

Eventuele bezwaren of hogere aanbiedingen dienen binnen de 

maand van dit bericht overgemaakt aan het Ankoopcomite te BERGEN, 

Digue des Peupliers 71. 

(Tel. : 02-575 85 78, fax : 02-579 73 59) 

Personen van kontakt : 

Tonneau Fernand, Kommissaris. 

Verwijzing : 51004/2211 



[2013/202763] 

Neerlegging van collectieve arbeidsovereenkomsten 

De hierna vermelde collectieve arbeidsovereenkomsten werden 

neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve arbeidsbetrekkingen 

van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. 

De teksten van de ter Griffie neergelegde collectieve arbeidsovereenkomsten 

zijn beschikbaar op de website van de FOD. Zij kunnen 

eveneens gratis afgeprint worden.

On peut toutefois se faire délivrer des copies certifiées conformes de 

ces conventions. 

Adresse : rue Ernest Blérot 1, à 1070 Bruxelles, local 4195, de 

9 à 12 heures, ou sur rendez-vous. 

Téléphone : 02-233 41 48 et 49 11. 

Télécopie : 02-233 41 45. 

Courriel : rct@emploi.belgique.be 

Site Internet : http://www.emploi.belgique.be 

CONSEIL NATIONAL DU TRAVAIL 

Convention collective de travail conclue le 28/03/2013, déposée le 

08/04/2013 et enregistrée le 10/04/2013. 

- objet : convention collective de travail n o 43duodecies modifiant la 

convention collective de travail n o 43 portant modification et coordination 

des conventions collectives de travail n o 21 du 15 mai 1975 et n o 23 

du 25 juillet 1975 relatives à la garantie d’un revenu minimum mensuel 

moyen, telle que modifiée et complétée par les conventions collectives 

de travail n o 43bis du 16 mai 1989, 43ter du 19 décembre 1989, 43quater 

du 26 mars 1991, 43quinquies du 13 juillet 1993, 43sexies du 5 octobre 

1993, 43septies du 2 juillet 1996, 43octies du 23 novembre 1998 et 

43nonies du 30 mars 2007, 43decies du 20 décembre 2007 et 43undecies du 

10 octobre 2008 

- modification de la convention numéro 020666 du 02/05/1988 


- durée de validité : du 01/04/2013 au 31/12/2014 

- force obligatoire demandée : oui 

- numéro d’enregistrement : 114500/CO/3000000. 




- objet : convention collective de travail n o 43terdecies modifiant la 

convention collective de travail n o 43 portant modification et coordination 

des conventions collectives de travail n o 21 du 15 mai 1975 et n o 23 

du 25 juillet 1975 relatives à la garantie d’un revenu minimum mensuel 

moyen, telle que modifiée et complétée par les conventions collectives 

de travail n o 43bis du 16 mai 1989, 43ter du 19 décembre 1989, 43quater 

du 26 mars 1991, 43quinquies du 13 juillet 1993, 43sexies du 5 octobre 

1993, 43septies du 2 juillet 1996, 43octies du 23 novembre 1998 et 

43nonies du 30 mars 2007, 43decies du 20 décembre 2007 et 43undecies du 

10 octobre 2008 



- durée de validité : à partir du 01/01/2015, pour une durée indéterminée 






- objet : convention collective de travail n o 50bis modifiant la convention 

collective de travail n o 50 du 29 octobre 1991 relative à la garantie d’un 

revenu minimum mensuel moyen aux travailleurs âgés de moins de 

21 ans 









Er kunnen evenwel voor eensluidend verklaarde afschriften van deze 

overeenkomsten worden verkregen. 

Adres : Ernest Blérotstraat 1, te 1070 Brussel, lokaal 4195, van 

9 tot 12 uur, of op afspraak. 

Telefoon : 02-233 41 48 en 49 11. 

Fax : 02-233 41 45. 

E-mail : coa@werk.belgie.be 

Internetsite : http://www.werk.belgie.be 

NATIONALE ARBEIDSRAAD 

Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 28/03/2013, neergelegd 

op 08/04/2013 en geregistreerd op 10/04/2013. 

- onderwerp : collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43duodecies tot 

wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 

houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst 

nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de 

waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, gewijzigd en 

aangevuld door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 43bis van 

16 mei 1989, nr. 43ter van 19 december 1989, nr. 43quater van 

26 maart 1991, nr. 43quinquies van 13 juli 1993, nr. 43sexies van 

5 oktober 1993, nr. 43septies van 2 juli 1996, nr. 43octies van 23 november 

1998, nr. 43nonies van 30 maart 2007, nr. 43decies van 20 december 

2007 en nr. 43undecies van 10 oktober 2008 

- wijziging van overeenkomst nummer 020666 van 02/05/1988 


- geldigheidsduur : van 01/04/2013 tot 31/12/2014 

- algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja 

- registratienummer : 114500/CO/3000000. 




- onderwerp : collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43terdecies tot wijziging 

van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 

houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst 

nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de 

waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, gewijzigd en 

aangevuld door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 43bis van 

16 mei 1989, nr. 43ter van 19 december 1989, nr. 43quater van 

26 maart 1991, nr. 43quinquies van 13 juli 1993, nr. 43sexies van 

5 oktober 1993, nr. 43septies van 2 juli 1996, nr. 43octies van 23 november 

1998, nr. 43nonies van 30 maart 2007, nr. 43decies van 20 december 

2007 en nr. 43undecies van 10 oktober 2008 



- geldigheidsduur : m.i.v. 01/01/2015, voor onbepaalde duur 






- onderwerp : collectieve arbeidsovereenkomst nr. 50 bis tot wijziging 

van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 50 van 29 oktober 1991 

betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen 

voor werknemers onder de 21 jaar 





26713 



op 08/04/2013 en geregistreerd op 10/04/2013.


- objet : convention collective de travail n o 105 fixant les conditions 

d’octroi d’une indemnité complémentaire dans le cadre du chômage 

avec complément d’entreprise pour certains travailleurs âgés moins 

valides ou ayant des problèmes physiques graves, en cas de licenciement 







- objet : CCT n o 106 fixant, pour 2013 et 2014, les conditions d’octroi 

d’une indemnité complémentaire dans le cadre du régime de chômage 

avec complément d’entreprise pour certains travailleurs âges licenciés 

qui ont travaillé 20 ans dans un régime de travail de nuit ou qui ont été 

occupés dans le secteur de la construction et sont en incapacité de 

travail 







- objet : convention collective de travail n o 107 relative au système de 

cliquet pour le maintien de l’indemnité complémentaire dans le cadre 

de certains régimes de chômage avec complément d’entreprise 




COMMISSION PARITAIRE DU COMMERCE ALIMENTAIRE 



- objet : emploi et formation des groupes à risque 

-exécution de la convention numéro 082472 du 07/03/2007 




COMMISSION PARITAIRE DE L’INDUSTRIE TEXTILE ET DE LA 

BONNETERIE 



- hors du champ d’application : 

- sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement 

administratif de Verviers 

- sous-commission paritaire de la préparation du lin 

- sous-commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs 

en jute ou en matériaux de remplacement 

- Celanese SA, à l’exception de l’article 8 

- objet : prorogation de l’accord sectoriel 

- prolongation partielle de la convention numéro 104520 du 30/05/2011 

- durée de validité : du 01/01/2013 au 30/06/2013, sauf dispositions 

contraires 



- onderwerp : collectieve arbeidsovereenkomst nr. 105 tot vaststelling 

van de voorwaarden voor de toekenning van een aanvullende vergoeding 

in het kader van de werkloosheid met bedrijfstoeslag voor 

sommige oudere mindervalide werknemers en werknemers met ernstige 

lichamelijke problemen, indien zij worden ontslagen 







- onderwerp : CAO nr. 106 tot vaststelling, voor 2013 en 2014, van de 

voorwaarden voor de toekenning van een aanvullende vergoeding in 

het kader van de regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor 

sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die 20 jaar 

nachtarbeid hebben verricht of tewerkgesteld zijn in het bouwbedrijf en 

arbeidsongeschikt zijn 







- onderwerp : collectieve arbeidsovereenkomst nr. 107 betreffende het 

kliksysteem voor het behoud van de aanvullende vergoeding in het 

kader van bepaalde stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag 




PARITAIR COMITE VOOR DE HANDEL IN VOEDINGSWAREN 



- onderwerp : tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen 

- uitvoering van overeenkomst nummer 082472 van 07/03/2007 




PARITAIR COMITE VOOR DE TEXTIELNIJVERHEID EN HET BREI- 

WERK 



- niet van toepassing op : 

- paritair subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief 

arrondissement Verviers 

- paritair subcomité voor de vlasbereiding 

- paritair subcomité voor het vervaardigen van en de handel in 

zakken in jute of in vervangingsmaterialen 

- Celanese NV, m.u.v. artikel 8 

- onderwerp : verlenging van het sectoraal akkoord 

- gedeeltelijke verlenging van overeenkomst nummer 104520 van 

30/05/2011 

- geldigheidsduur : van 01/01/2013 tot 30/06/2013, behoudens andersluidende 

bepalingen 


- registratienummer : 114729/CO/1200000.

COMMISSION PARITAIRE POUR LES EMPLOYES DES METAUX 

NON-FERREUX 



- champ d’application : 

- employés visés dans la CCT du 17/12/2001 sur la classification des 

fonctions 

- objet : prorogation de certaines dispositions de l’accord sectoriel 

2011-2012 


- prolongation de la convention numéro 105759 du 27/06/2011 

- prolongation de la convention numéro 105767 du 27/06/2011 





SOUS-COMMISSION PARITAIRE POUR LES SERVICES DES AIDES 

FAMILIALES ET DES AIDES SENIORS DE LA COMMUNAUTE 

FLAMANDE 



- objet : fixation de la cotisation des employeurs au FSE 





SOUS-COMMISSION PARITAIRE DES ETABLISSEMENTS ET SERVICES 

D’EDUCATION ET D’HEBERGEMENT DE LA COMMUNAUTE 

FLAMANDE 



- objet : crédit-temps, diminution de carrière et emplois de fin de 

carrière 




SOUS-COMMISSION PARITAIRE POUR LA RECUPERATION DE 

PRODUITS DIVERS 



- objet : chômage avec complément d’entreprise 58 ans 


- remplacement de la convention numéro 108090 du 13/12/2011 





CHIFFONS 



- objet : chômage avec complément d’entreprise 56 ans et 40 ans de 

passé professionnel 





CHIFFONS 



- objet : emploi et formation des groupes à risque 



PARITAIR COMITE VOOR DE BEDIENDEN VAN DE NON-FERRO 

METALEN 



- toepassingsgebied : 

- bedienden bedoeld in de CAO van 17/12/2001 houdende de 

functieclassificatie 

- onderwerp : verlenging van sommige bepalingen van het sectoraal 

akkoord 2011-2012 


27/06/2011 

- verlenging van overeenkomst nummer 105759 van 27/06/2011 

- verlenging van overeenkomst nummer 105767 van 27/06/2011 


27/06/2011 




PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE DIENSTEN VOOR GEZINS- EN 

BEJAARDENHULP VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 



- onderwerp : vaststelling van de werkgeversbijdrage aan FBZ 





PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE OPVOEDINGS- EN HUISVESTINGS- 

INRICHTINGEN EN DIENSTEN VAN DE VLAAMSE GEMEEN- 

SCHAP 



- onderwerp : tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen 




26715 

PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE TERUGWINNING VAN ALLERLEI 

PRODUCTEN 



- onderwerp : werkloosheid met bedrijfstoeslag 58 jaar 


- vervanging van overeenkomst nummer 108090 van 13/12/2011 




PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE TERUGWINNING VAN LOMPEN 



- onderwerp : werkloosheid met bedrijfstoeslag 56 jaar en 40 jaar van 

beroepsverleden 







- onderwerp : tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen 

- uitvoering van overeenkomst nummer 106164 van 29/08/2011






CHIFFONS 



- objet : cotisation exceptionnelle pour la formation 





SOUS-COMMISSION PARITAIRE DES ELECTRICIENS : INSTALLA- 

TION ET DISTRIBUTION 



- objet : chômage avec complément d’entreprise 56 ans avec 33 ans de 

carrière professionnelle 








- objet : chômage avec complément d’entreprise 56 ans avec 40 ans de 

carrière professionnelle 








- objet : modification des statuts d’un fonds de sécurité d’existence 





COMMISSION PARITAIRE DE L’INDUSTRIE ALIMENTAIRE 




- sous-secteur des boulangeries, pâtisseries qui fabriquent des 

produits frais de consommation immédiate à très court délai de 

conservation et des salons de consommation annexés à une pâtisserie 

- objet : chômage avec complément d’entreprise à 56 et 58 ans 



contraires 



COMMISSION PARITAIRE DE L’INDUSTRIE ALIMENTAIRE 




- sous-secteur des boulangeries, pâtisseries qui fabriquent des 

produits frais de consommation immédiate à très court délai de 

conservation et des salons de consommation annexés à une pâtisserie 







- onderwerp : buitengewone bijdrage voor vorming 





PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE ELEKTRICIENS : INSTALLATIE 

EN DISTRIBUTIE 



- onderwerp : werkloosheid met bedrijfstoeslag 56 jaar met 33 jaar van 

beroepsloopbaan 








- onderwerp : werkloosheid met bedrijfstoeslag 56 jaar met 40 jaar van 

beroepsloopbaan 








- onderwerp : wijziging van de statuten van een fonds voor bestaanszekerheid 





PARITAIR COMITE VOOR DE VOEDINGSNIJVERHEID 




- subsector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die verse producten 

vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte 

houdbaarheid en de verbruikerszalen bij een banketbakkerij 

- onderwerp : werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 en 58 jaar 



bepalingen 



PARITAIR COMITE VOOR DE VOEDINGSNIJVERHEID 




- subsector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die verse producten 

vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte 

houdbaarheid en de verbruikerszalen bij een banketbakkerij

- objet : chômage avec complément d’entreprise à 56 et 58 ans 



contraires 



COMMISSION PARITAIRE DE L’INDUSTRIE ET DU COMMERCE 

DU DIAMANT 




- ouvriers et ouvrières, y compris les apprentis indrustriels 


- les employés technique 

- objet : régime de pension sectoriel 





COMMISSION PARITAIRE DU SPECTACLE 




- personne morale ayant son siège social en Région flamande ou en 

Régionde Bruxelles-Capitale et inscrite auprès de l’ONSS au rôle 

linguistique néerlandophone 

- employeur agréé et subventionné sur la base d’un des décrets et/ou 

d’une des réglementations suivantes : décret des arts, décret sur la 

politique de la jeunesse et de l’enfance, décret des cirques, organisations 

inscrites nommément dans le programme H, Domaine stratégique 

CJSM du budget de l’autorité flamande 

- objet : prime de fin d’année 

- durée de validité : du 27/03/2013 au 31/12/2015, avec clause de 

dénonciation 



POUVOIR JUDICIAIRE 

[2013/202656] 

Tribunal du travail de Huy 

Le 16 avril 2013, M. Houbeau, Francis, juge social au titre de 

travailleur-ouvrier, au tribunal du travail de Huy, a été désigné par le 

président de ce tribunal pour exercer les fonctions de magistrat 

suppléant jusqu’à ce qu’il ait atteint l’âge de 70 ans. 


[2013/202830] 

Pouvoir judiciaire 

Tribunal de commerce d’Anvers 

Par ordonnance du 7 janvier 2013, M. Caulier, G., a été désigné par le 

président du tribunal de commerce d’Anvers pour exercer, à partir du 

1 er mai 2013, les fonctions de juge consulaire suppléant à ce tribunal 

jusqu’à ce qu’il ait atteint l’âge de 70 ans. 

Tribunal de première instance de Turnhout 

Le tribunal, réuni en assemblée générale le 28 mars 2013, a désigné 

M. Caers, F., juge au tribunal de première instance de Turnhout, comme 

vice-président à ce tribunal, pour une période de trois ans prenant 

cours le 15 avril 2013. 


* 

* 

- onderwerp : werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 en 58 jaar 



bepalingen 



PARITAIR COMITE VOOR DE DIAMANTNIJVERHEID EN -HANDEL 




- arbeiders en arbeidsters, de industriële leerlingen inbegrepen 


- de technische bedienden 

- onderwerp : sectoraal pensioenstelsel 





26717 

PARITAIR COMITE VOOR HET VERMAKELIJKHEIDSBEDRIJF 




- rechtspersoon met maatschappelijke zetel in het Vlaamse Gewest of 

in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingeschreven bij de RSZ op de 

Nederlandse taalrol 

- werkgever, erkend en gesubsidieerd op basis van één van de 

volgende decreten en/of reglementeringen : kunstendecreet, decreet 

jeugd- en kinderrechtenbeleid, circusdecreet, de nominatim in programma 

H Beleidsdomein CJSM van de begroting van de Vlaamse 

overheid ingeschreven organisaties 

- onderwerp : eindejaarspremie 

- geldigheidsduur : van 27/03/2013 tot 31/12/2015, met opzeggingsbeding 



RECHTERLIJKE MACHT 

[2013/202656] 

Arbeidsrechtbank te Hoei 

Op 16 april 2013 werd de heer Houbeau, Francis, rechter in sociale 

zaken, als werknemer-arbeider, bij de arbeidsrechtbank te Hoei, door 

de voorzitter van deze rechtbank aangewezen om het ambt van 

plaatsvervangend magistraat uit te oefenen tot hij de leeftijd van 70 jaar 

heeft bereikt. 


[2013/202830] 

Rechterlijke Macht 

Rechtbank van koophandel te Antwerpen 

Bij beschikking van 7 januari 2013 werd de heer Caulier, G., door de 

voorzitter van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, aangewezen 

om, vanaf 1 mei 2013, het ambt van plaatsvervangend rechter 

in handelszaken in deze rechtbank uit te oefenen tot hij de leeftijd van 

70 jaar heeft bereikt. 

Rechtbank van eerste aanleg te Turnhout 

De rechtbank, verenigd in algemene vergadering op 28 maart 2013 

heeft de heer Caers, F., rechter in de rechtbank van eerste aanleg te 

Turnhout, aangewezen tot ondervoorzitter in deze rechtbank, voor een 

termijn van drie jaar met ingang van 15 april 2013.


Tribunal de commerce d’Hasselt 

Par ordonnance du 8 janvier 2013, M. Swartelé, K., a été désigné par 

le président du tribunal de commerce d’Hasselt pour continuer à 

exercer, pour une période d’un an à partir du 6 avril 2013, les fonctions 

de juge consulaire suppléant à ce tribunal. 

Par ordonnance du 8 janvier 2013, M. Vermeire, J., a été désigné par 

le président du tribunal de commerce d’Hasselt pour continuer à 

exercer, pour une période d’un an à partir du 13 avril 2013, les fonctions 

de juge consulaire suppléant à ce tribunal. 

Cour d’appel de Mons 

Par ordonnance du 8 avril 2013 du premier président de la cour 

d’appel de Mons, la désignation de M. Delatte, P., conseiller à la cour 

d’appel de Mons, comme président de chambre à cette cour, est 

renouvelée pour une période de trois ans prenant cours le 3 mai 2013. 

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, 

P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE 

[C − 2013/11217] 

Recommandations du Comité consultatif pour les télécommunications 

: publication prescrite par l’article 6 de la loi du 17 janvier 

2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et 

des télécommunications belges 

Le Comité consultatif pour les télécommunications a adopté le mardi 

23 avril 2013 l’avis suivant : 

Avis relatif aux normes de rayonnement dans la Région de Bruxelles- 

Capitale. 

Cet avis est disponible à l’adresse Internet suivante : 

http://www.cct-rct.be 

AGENCE FEDERALE 

POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE 

[C − 2013/18224] 

Approbation de guides 

La version 1 du ″Guide d’autocontrôle pour le secteur de la 

fabrication, la commercialisation, l’importation et le transport de 

substrats de cultures organiques″, datée du 27 février 2013, a été 

approuvée le 10 avril 2013 par l’Agence fédérale pour la Sécurité de la 

Chaîne alimentaire en vertu de l’article 9 de l’arrêté royal du 

14 novembre 2003 relatif à l’autocontrôle, à la notification obligatoire 

et à la traçabilité dans la chaîne alimentaire. 

Ce guide peut être obtenu auprès de: 

BPF vzw 

Belgische potgrondfederatie 

Secretariaat : M. A. Mertens 

Geelse Baan 75 

B-2460 Kasterlee 

info@BPF.be 

www.bpf.be 

* 

* 

Rechtbank van koophandel te Hasselt 

Bij beschikking van 8 januari 2013 werd de heer Swartelé, K., door de 

voorzitter van de rechtbank van koophandel te Hasselt aangewezen 

om, voor een termijn van één jaar vanaf 6 april 2013, het ambt van 

plaatsvervangend rechter in handelszaken in deze rechtbank te blijven 

uitoefenen. 

Bij beschikking van 8 januari 2013 werd de heer Vermeire, J., door de 

voorzitter van de rechtbank van koophandel te Hasselt aangewezen 

om, voor een termijn van één jaar vanaf 13 april 2013, het ambt van 

plaatsvervangend rechter in handelszaken in deze rechtbank te blijven 

uitoefenen. 

Hof van beroep te Bergen 

Bij beschikking van 8 april 2013 van de eerste voorzitter van het hof 

van beroep te Bergen, is de aanwijzing van de heer Delatte, P., 

raadsheer in het hof van beroep te Bergen, tot kamervoorzitter in dit 

hof, hernieuwd voor een termijn van drie jaar met ingang van 

3 mei 2013. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, 

K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE 

[C − 2013/11217] 

Aanbevelingen van het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie 

: publicatie voorgeschreven door artikel 6 van de wet van 

17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van 

de Belgische post- en telecommunicatiesector 

Het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie heeft op dinsdag 

23 april 2013 volgend advies aangenomen : 

Advies met betrekking tot de stralingsnormen in het Brussels 

hoofdstedelijk Gewest. 

Dit adviesisbeschikbaar op hetInternetadres : http://www.rct-cct.be 

FEDERAAL AGENTSCHAP 

VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 

[C − 2013/18224] 

Goedkeuring van gidsen 

Versie 1 van de ″Autocontrolegids voor de sector van de fabricatie, 

handel, invoer en transport van organische teeltsubstraten″ gedateerd 

op 27 februari 2013 werd op 10 april 2013 krachtens artikel 9 van het 

koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, 

meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen door het Federaal 

Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen goedgekeurd. 

Dez gids kan bekomen worden bij : 

BPF vzw 

Belgische potgrondfederatie 

Secretariaat : de heer A. Mertens 

Geelse Baan 75 

B-2460 Kasterlee 

info@BPF.be 

www.bpf.be





VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE 

JOBPUNT VLAANDEREN 

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een lokalenconsulent jeugddienst, 

een hoofderfgoedbewaker en een consulent organisatieonwikkeling bij de stad Gent 

[2013/202894] 

Stad Gent stelt 5 000 mensen tewerk om haar beleid te vertalen naar een optimale dienstverlening. Maak ook jij 

binnenkort deel uit van dit team ? 

Momenteel zijn wij op zoek naar een : 

Lokalenconsulent-Jeugddienst (m/v) statutair 

Halftijds en voltijds - Jeugddienst (niveau B) 

Jouw functie : 

Je werkt binnen de Jeugddienst. Je verleent agogische, financiële en materiële ondersteuning aan het Jeugdwerk in 

Gent, dit via bestaande of nieuw te ontwikkelen instrumenten. U werkt gemiddeld 1 à 2 avonden per week en enkele 

weekends per jaar. 

Voorwaarden : 

• bachelordiploma of een diploma hieraan gelijkgesteld; 

• één jaar professionele ervaring in het werken met jongeren of jeugdwerk als hoofdopdracht; 

• de overige voorwaarden kan je terugvinden op onze website www.gent.be/solliciteren 

Ons aanbod : 

• een job in Gent met glijdende werkuren; 

• afwisselende functie-inhoud, diverse contacten en autonomie; 

• brutostartloon van 2.342,90 euro per maand; 

• eventueel meerekenen van relevante anciënniteit; 

• een voltijdse of deeltijdse statutaire tewerkstelling; 

• extralegale voordelen zoals maaltijdcheques en hospitalisatieverzekering; 

• aantrekkelijke vakantieregeling en heel wat opleidingsmogelijkheden; 

• gratis woon-werkverkeer met openbaar vervoer of fietsvergoeding. 

Interesse ? 

• surf naar www.gent.be/solliciteren 

• lees alle informatie over de functie, voorwaarden en selectieprocedure; 

• solliciteer online; 

• ten laatste op 15 mei 2013. 

Consulent - organisatieontwikkeling (m/v) contractueel 

Dienst Organisatieontwikkeling (niveau B) 


Je werkt binnen de Dienst Organisatieontwikkeling. Je ondersteunt halftijds de algemene werking van de Cel 

Interne Controle. Je verleent bijstand aan de cel bij de uitvoering van verschillende projecten. De opdrachten die hieruit 

voortvloeien voer je zelfstandig uit. Je volgt ontwikkelingen binnen jouw werkveld op en zorgt ervoor dat de nodige 

veranderingen binnen de werking worden geïmplementeerd. Daarnaast word je halftijds ingezet in de algemene 

(project) werking van de Dienst Organisatieontwikkeling. Dit betekent onder meer : beheren van processen en 

actieplannen, ondersteunen van het beheer van het personeelsbehoeftenplan, ondersteunen van projectleiders in 

workshops (o.a. verslaggeving), opvolging geven aan projectacties. 

Voorwaarden : 

• bachelordiploma of een diploma hieraan gelijkgesteld; 


26719


Ons aanbod : 





• een voltijdse, tijdelijke contractuele tewerkstelling (vervangingscontract, voorlopig voorzien tot 31 december 

2018); 




Interesse ? 





Hoofderfgoedbewaker (m/v) statutair 

Diverse diensten (niveau D) 


Als hoofderfgoedbewaker werkt u binnen één van de musea van de stad Gent. U staat samen met uw 

medewerkers in voor het toezicht op de veiligheid van de museumobjecten, het gebouw en de bezoekers. U stuurt een 

team van erfgoedbewakers aan, coacht en motiveert hen volgens de principes van het personeelsbeleid van de 

stad Gent. 

Voorwaarden : 

• bekwaamheidsattest conform het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de vereisten inzake 

beroepsopleiding en -ervaring, de vereisten inzake psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een 

leidinggevende of uitvoerende functie in een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst en betreffende 

de erkenning van de opleidingen en de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid 

waarbij de uitoefeningsvoorwaarden worden omschreven, en eventuele latere aanvullingen; 

• drie jaar relevante beroepservaring; 


Ons aanbod : 





• een statutaire tewerkstelling; 




Interesse ? 





Dienst Rekrutering & Selectie 

Administratief Centrum Portus 

Keizer Karelstraat 1 

9000 Gent 

Tel. : 09-266 75 60 

vacatures@gent.be 

www.gent.be/solliciteren 

De stad Gent gaat voluit voor gelijke kansen ! Wij selecteren kandidaten op basis van hun kwaliteiten ongeacht 

leeftijd, geslacht, etnische afkomst, geloof, handicap, nationaliteit, enz. 

* 

JOBPUNT VLAANDEREN 

Selectie van een loods 

[2013/202835] 

De selectie van loods (niveau A), voor het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken, Agentschap Maritieme 

Dienstverlening en Kust, Dienst Afzonderlijk Beheer Loodswezen (selectienummer 12888), werd afgesloten op 

25 april 2013. 

Er zijn 8 geslaagde kandidaten.

PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS 

WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN 

Universités - Hautes Ecoles - Facultés 

Universiteiten - Hogescholen - Faculteiten 

Facultés universitaires Notre-Dame de la paix 

Namur 

Faculté des sciences 

L’épreuve publique pour l’obtention du grade académique de 

docteur en sciences de Mademoiselle Kathleen ROLAND, porteuse 

d’un diplôme de master en biologie des organismes et écologie, à 

finalité approfondie, aura lieu le vendredi 17 mai 2013, à 14h30m, 

dans le local CH11 de la Faculté des sciences, rue Grafé 2, à Namur. 

Mademoiselle Kathleen ROLAND, née à Libramont-Chevigny le 

22 avril 1985, présentera et défendra publiquement une dissertation 

originale intitulée: 

« Molecular responses of peripheral blood mononuclear cells (PBMC) 

in European eel/Anguilla anguilla/following exposure to xenobiotics. 

Development of a low invasive multi-biomarker approach using 

sub-proteomic analysis ». 

La séance est publique. 

Facultés universitaires Notre-Dame de la Paix 

Namur 

Faculté d’informatique 

(80403) 

L’épreuve publique pour l’obtention du grade académique de 

docteur en sciences de Monsieur Jan RICKEN, porteur d’un diplôme 

de « diplom-Betriebswirt (FH) », aura lieu le mardi 21 mai 2013, à 

14 heures, dans l’auditoire IO2 de la Faculté d’informatique, rue 

Grandgagnage 21, à Namur. 

Monsieur Jan RICKEN, né à Freiburg (Allemagne) le 

30 septembre 1976, présentera et défendra publiquement une dissertation 

originale intitulée: 

« SOA Method Engineering Framework for process-oriented and 

model-driven; SOA implementation with underlying models of 

abstraction ». 

La séance est publique. 


(80404) 

Ruimtelijke Ordening 

Stad Lier 

Bericht van onderzoek 

Het college van burgemeester en schepenen van de stad Lier deelt 

mee, overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke 

Ordening, dat het door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2013 

voorlopig vastgestelde ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk 

uitvoeringsplan (RUP) « Grondverwerkingsbedrijf Heylen » ter inzage 

ligt van 8 mei 2013 tot en met 8 juli 2013 op de cel Ruimtelijke Ordening, 

Grote Markt 57, 2500 Lier, en dit tijdens de openingsuren van het stadskantoor. 

Het ontwerp is eveneens te raadplegen op www.lier.be 

Als u bezwaren of opmerkingen heeft over dit plan moet u deze, 

uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek, bezorgen aan de 

GECORO (gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening), Grote 

Markt 57, 2500 Lier. 

Om ontvankelijk te zijn moeten deze bezwaren of opmerkingen 

schriftelijk en aangetekend verstuurd worden, of tegen ontvangstbewijs 

afgegeven worden. 

(15500) 

Assemblées générales 

Algemene vergaderingen 

Société générale d’Investissement et de Commerce, 

en abrégé : « S.G.I.C. », société anonyme, 

chemin du Grand Ry 1, 5100 Wépion 

Numéro d’entreprise : 0435.582.359 

26721 

Assemblée générale ordinaire le 25 mai 2013, à 10 heures, au siège 

social. — Ordre du jour : 1. Rapport du conseil d’administration. 

2. Approbation des comptes annuels au 31 décembre 2012. 3. Décharge 

à donner aux administrateurs. 

(15491)


Elbicon Industries, naamloze vennootschap, 

Nieuwland 30b, 3200 Aarschot 

Ondernemingsnummer : 0428.293.404 

Algemene vergadering op 25 mei 2013, te 18 uur, op de sociale 

zetel. — Dagorde : 1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring 

van de jaarrekeningen op 31 december 2012. 3. Kwijting aan de 

bestuurders. 

(15492) 

Pashuysen, naamloze vennootschap, 

Nieuwland 30b, 3200 Aarschot 


Algemene vergadering op 25 mei 2013, te 14 uur, op de sociale 



bestuurders. 

(15493) 

Group Pashuysen Limburg NV, naamloze vennootschap, 

Nieuwland 30B, 3200 Aarschot 


Algemene vergadering op 25 mei 2013, om 14 uur, op de sociale 



bestuurders. 

(15494) 

Horlux, société anonyme, 

rue Emile Dury 48, 1410 Waterloo 


MM. les actionnaires sont invités à assister à l’assembléegénérale des 

actionnaires qui aura lieu le 26 mai 2013, à 18 heures, au siège 

social. — Ordre du jour : 1. Approbation du bilan et du compte de 

résultat au 31 décembre 2011. 2. Approbation de l’affectation de 

l’exercice 2011. 

(15495) 

Containers et Travaux mosans, 

en abrégé : « C.T.M. », société anonyme, 

chemin du Grand Ry 1, 5100 Namur (Wépion) 


Assemblée générale ordinaire le 25 mai 2013, à 11 heures, au siège 

social. — Ordre du jour : 1. Rapport du conseil d’administration. 

2. Approbation des comptes annuels au 31 décembre 2012. 3. Décharge 

à donner aux administrateurs. 4. Nominations d’administrateurs. 

(15496) 

Brouwerij Walrave, naamloze vennootschap, 

Lepelstraat 36, 9270 Laarne 


Jaarvergadering op 25 mei 2013 om 10 uur op de zetel. — Agenda : 

Jaarverslag van de raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 

31/12/2012. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Zich richten 

naar de statuten. Varia. 

(15497) 

ETHIAS, société anonyme, 

rue des Croisiers 24, 4000 LIEGE 


Assemblée générale ordinaire 

Les porteurs d’obligations sont invités à assister à l’assemblée 

générale ordinaire qui se réunira le mercredi 22 mai 2013, à 15h30m, 

avenue de l’Astronomie 19, à 1210 Bruxelles, avec l’ordre du jour 

ci-après: 

1. Rapport de gestion du conseil d’administration sur les comptes 

annuels d’Ethias SA au 31 décembre 2012. 

2. Rapport du commissaire sur les comptes annuels d’Ethias SA au 


3. Approbation des comptes annuels d’Ethias SA au 

31 décembre 2012 et affectation du résultat. 

4. Rapport de gestion du conseil d’administration sur les comptes 

consolidés d’Ethias SA au 31 décembre 2012. 

5. Rapport du commissaire sur les comptes consolidés d’Ethias SA 

au 31 décembre 2012. 

6. Comptes consolidés d’Ethias SA au 31 décembre 2012. 

7. Décharge aux administrateurs. 

8. Décharge au commissaire. 

9. Confirmation de la désignation de Renaud Rosseel, en qualité 

d’administrateur. 

Pour être admis à cette assemblée générale ordinaire, les porteurs 

d’obligations doivent communiquer par écrit au conseil d’administration 

leur intention de participer à l’assemblée au moins trois jours 

ouvrables avant celle-ci. 

Les porteurs d’obligations pourront alors assister à l’assemblée 

générale ordinaire, avec voix consultative. 

Le conseil d’administration. 

(15498) 

ETHIAS, naamloze vennootschap, 

rue des Croisiers 24, 4000 LUIK 


Gewone algemene vergadering 

De obligatiehouders worden uitgenodigd om de gewone algemene 

vergadering bij te wonen die zal plaatsvinden op woensdag 22 mei 2013 

om 15 u. 30 m., Sterrenkundelaan 19 te 1210 Brussel. De agenda is als 

volgt : 

1. Beheersverslag van de raad van bestuur over de jaarrekeningen 

van Ethias NV op 31 december 2012. 

2. Verslag van de commissaris over de jaarrekeningen van Ethias NV 

op 31 december 2012. 

3. Goedkeuring van de jaarrekeningen van Ethias NV op 

31 december 2012 en bestemming van het resultaat. 

4. Beheersverslag van de raad van bestuur over de geconsolideerde 

rekeningen van Ethias NV op 31 december 2012. 

5. Verslag van de commissaris over de geconsolideerde rekeningen 

van Ethias NV op 31 december 2012. 

6. Geconsolideerde rekeningen van Ethias NV op 31 december 2012. 

7. Kwijting aan de bestuurders. 

8. Kwijting aan de commissaris. 

9. Bevestiging van de benoeming van Renaud Rosseel, als bestuurder.

Om tot de algemene vergadering te worden toegelaten moeten de 

obligatiehouders, minstens drie werkdagen voor de vergadering, aan 

de raad van bestuur schriftelijk hun voornemen meedelen om aan de 

algemene vergadering deel te nemen. 

De obligatiehouders kunnen aldus de gewone algemene vergadering 

bijwonen met raadgevende stem. 

De raad van bestuur. 

(15498) 

Invest-Immo-Belgium, société anonyme, 

chaussée de Waterloo 255, bte 3, 1060 Bruxelles 

RPM Bruxelles 0452.401.466 

Assemblée générale extraordinaire le 31 mai 2013 à 11 heures, au 

siège social. - Ordre du jour : 1. Rapport du conseil d’administration. 

2. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31 décembre 2012. 

3. Décharge à donner aux administrateurs. 4. Divers. 

(15503) 

Vision IT Group, société anonyme, 

chaussée de Louvain 431H, 1380 Lasne 

RPM Nivelles 0473.579.932 

Convocation à l’assemblée générale mixte 

A. Convocation et ordre du jour : 

Les actionnaires de la société anonyme Vision IT Group, dont le siège 

social est établi à 1380 Lasne, chaussée de Louvain 431/H, enregistrée 

à la Banque Carrefour des Entreprises sous le n° 0473.579.932 (la 

« Société »), sont invités à assister à l’assemblée générale mixte de la 

société qui se tiendra le vendredi 24 mai 2013, à 11 heures, à 1380 Lasne 

(Belgique), chaussée de Louvain 431/H, avec l’ordre du jour et les 

propositions de résolutions suivantes : 

1. Discussion du rapport de gestion social et consolidé du conseil 

d’administration, relatif à l’exercice clôturé au 31 décembre 2012. 

2. Discussion du rapport du commissaire sur les comptes annuels 

sociaux et consolidés relatif à l’exercice clôturé au 31 décembre 2012. 

3. Discussion et approbation des comptes annuels de la Société 

relatifs à l’exercice clôturé au 31 décembre 2012. 

Proposition de résolution : « L’assemblée générale approuve les 

comptes annuels sociaux relatifs à l’exercice clôturé au 

31 décembre 2012. » 

4. Discussion et affectation du résultat de la Société pour l’exercice 

social clôturé au 31 décembre 2012. 

Proposition de résolution : « L’assemblée générale décide d’affecter 

le résultat de l’exercice social clôturé au 31 décembre 2012, à savoir un 

bénéfice 2.330.869,61 EUR, de la manière suivante : 

Affectation à la réserve légale : 116.543,48 EUR; 

Constitution d’une réserve indisponible (rachats d’actions propres) : 

41.046,84 EUR; 

Report du solde du résultat de l’exercice clôturé au 31 décembre 2012, 

à savoir un bénéfice de 2.173.279,29 EUR, à l’exercice social suivant; 

En conséquence, le compte « perte reportée » (qui s’élevait à 

59.128,64 EUR, suite à l’exercice social 2011) sera soldé et le compte 

« bénéfice reporté»sera porté à2.114.150,65 EUR ». 

5. Discussion et approbation des comptes annuels consolidés relatifs 

à l’exercice clôturé au 31 décembre 2012. 

Proposition de résolution : « L’assemblée générale approuve les 

comptes annuels consolidés relatifs à l’exercice clôturé au 

31 décembre 2012 ». 

6. Décharge aux administrateurs, par un vote séparé et individuel 

pour chacun d’eux, pour l’exercice de leurs fonctions au cours de 

l’exercice social 2012. 


26723 

Proposition de résolution : « L’assemblée générale accorde décharge, 

par un vote séparé, à chacun des administrateurs pour l’exercice de 

leurs fonctions au cours de l’exercice clôturé le 31 décembre 2012 ». 

7. Décharge au commissaire pour l’exercice de ses fonctions au cours 

de l’exercice social 2012. 

Proposition de résolution : « L’assemblée générale accorde décharge 

au commissaire de la Société pour l’exercice de ses fonctions au cours 

de l’exercice clôturé le 31 décembre 2012. » 

8. Renouvellement du mandat d’administrateur d’Externalis SA, 

représentée par M. Alain Mallart. 

Proposition de résolution : « L’assemblée générale décide de renouveler 

le mandat d’administrateur de la société Externalis SA, dont le 

siège social est établi à 1050 Bruxelles, avenue des Klauwaerts 38 (B.C.E. 

n° 0464.699.977) et qui désigne comme représentant permanent, 

M. Alain Mallart, domiciliéà1050 Bruxelles, avenue des Klauwaerts 38. 

Ce renouvellement prend effet ce jour pour une durée de trois ans qui 

prendra fin lors de l’assemblée générale ordinaire qui se tiendra en 

2016. Le mandat d’Externalis SA ne sera pas rémunéré ». 

9. Démission de M. Luis Bedate et de la société Finanziaria di 

Trastevere Srl, représentée par M. Marc Wargny, de leurs mandats 

d’administrateurs et décharge à ces administrateurs. 

Proposition de résolution : « L’assembléegénérale prend acte et, pour 

autant que de besoin approuve, les démissions respectives de M. Luis 

Bedate Gonzalez et de la société Finanziaria di Trastevere Srl, représentée 

par M. Marc Wargny, de leurs mandats d’administrateurs de la 

société avec effet à partir de ce jour. L’assemblée générale décide, par 

un vote séparé pour chacun d’eux, d’accorder décharge à ces administrateurs 

pour l’exercice de leurs mandats entre le 1 er janvier 2013 et la 

date de la présente assemblée générale ». 

10. Nomination de M. Eric Denoun et de M. Gérard Jousset comme 

nouveaux administrateurs. 

Proposition de résolution : L’assemblée générale décide de nommer 

comme nouveaux administrateurs, avec effet à partir de ce jour et pour 

une durée de trois ans prenant fin lors de l’assembléegénérale ordinaire 

qui se tiendra en 2016 : 

(i) M. Eric Denoun, domicilié en France, à 92200 Neuilly-sur-Seine 

rue de Chartres 37; 

(ii) La société Jousset Conseil Sarl, dont le siège social est établi en 

France, à 92100 Boulogne Billancourt, rue de la Saussière 7 (immatriculée 

au registre du commerce et des sociétés de Nanterre sous le 

n° 481.048.775), qui désigne comme représentant permanent M. Gérard 

Jousset, domicilié en France, à 92100 Boulogne Billancourt, rue de la 

Saussière 7. 

Les mandats respectifs de Monsieur Eric Denoun et de Jousset 

Conseil Sarl ne seront pas rémunérés. » 

11. Pouvoirs à conférer en vue de l’exécution de ce qui précède. 

Proposition de résolution : « L’assemblée générale décide de conférer 

tous pouvoirs aux délégués à la gestion journalière, aux 

administrateurs-délégués, à M. Michaël Kecskes et à Mme Magali 

Boucq, chacun agissant seul avec faculté de substitution, en qualité de 

mandataires aux fins d’exécuter les résolutions qui précèdent, et 

notamment procéder au dépôt etàla publication des comptes annuels 

et des comptes consolidés auprès de la Banque Nationale de Belgique 

et, éventuellement, aux dépôts au Tribunal du commerce de Nivelles et 

aux publications aux Annexes du Moniteur belge et effectuer toute 

modification des données de la Société auprès de la Banque-Carrefour 

des Entreprises concernant les résolutions qui précèdent ». 

B. Formalités: 

Pour pouvoir assister à l’assemblée générale, les actionnaires 

voudront bien se conformer à l’article 28 des statuts de la société. 

Afin d’être admis à l’assemblée générale, les détenteurs de titres 

dématérialisés sont tenus de déposer leurs actions auprès del’intermédiaire 

financier de leur choix, et d’informer le conseil d’administration 

de leur intention de participer à l’assemblée générale en indiquant le 

nombre d’actions pour lesquelles ils entendent prendre part au vote, et 

ce au moins cinq jours ouvrables avant la date de l’assemblée générale, 

en joignant en annexe un certificat de blocage de ces actions. Les 

actionnaires seront admis à l’assemblée générale contre présentation 

dudit certificat de blocage. Afin d’être admis à l’assemblée générale, les


détenteurs de titres nominatifs sont tenus d’informer le conseil d’administration 

de leur intention de participer à l’Assemblée en indiquant le 

nombre d’actions pour lesquelles ils entendent prendre part au vote, et 

ce au moins cinq jours ouvrables avant la date de l’assemblée. 

Les actionnaires peuvent, conformément à l’article 29 des statuts, se 

faire représenter par un mandataire détenant procuration écrite 

conforme au modèle disponible sur le site internet de la société et 

pouvant être obtenu sur simple demande au siège de la société. Les 

procurations doivent être déposées au siège social de la Société au plus 

tard le 20 mai 2013. 

Chaque actionnaire peut voter par correspondance en adressant à la 

Société un formulaire conforme au modèle disponible sur le site 

internet de la Société et pouvant être obtenu sur simple demande au 

siège de la Société, reprenant (i) le nom ou la dénomination sociale de 

l’actionnaire et son domicile ou siège social, (ii) le nombre de voix que 

l’actionnaire souhaite exprimer à l’assembléegénérale, (iii) la forme des 

actions détenues, (iv) l’ordre du jour de l’assemblée, en ce compris les 

propositions de décision et (v) pour chacun des points de cet ordre du 

jour, le sens du vote (pour/contre/abstention) qu’il entend émettre. Ce 

formulaire doit parvenir à la Société au plus tard le 20 mai 2013. 

Les éventuels détenteurs de warrants peuvent assister à l’assemblée 

mais uniquement avec voix consultative. 

Les documents qui seront soumis à l’assemblée générale Mixte sont 

dès à présent mis à disposition des actionnaires au siège social de la 

Société. Tout actionnaire a le droit d’obtenir gratuitement, sur la 

production de son titre, dans les quinze jours précédant l’assemblée 

générale, une copie de ces documents. En outre, ces documents seront 

consultables et téléchargeables sur le site internet de la Société à 

l’adresse suivante : www.visionitgroup.com 

(15504) 

ADMB-KINDERBIJSLAGFONDS VZW 

Sint-Clarastraat 48, 8000 BRUGGE 

Ondernemingsnummer 0408.173.624 

Algemene vergadering ter zetel op 24/05/2013, om 13 u. 30 m. 

Agenda : Jaarverslag. Verslag van de commissaris. Bespreking begroting 

2013. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting 

bestuurders. (Her)Benoemingen. Diverse. 

(AOPC-1-13-00564/ 07.05) (15505) 

ANTWERPSE STEVENDOKKEN, naamloze vennootschap, 

Grote Singel 113, 2900 SCHOTEN 


Algemene vergadering ter zetel op 27/05/2013, om 10 uur. Agenda : 

Jaarverslag. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting 

bestuurders. Divers. 

(AOPC-1-13-00106/ 07.05) (15506) 

BEVERRENT DIAMANTTECHNIEKEN, naamloze vennootschap, 

Doornpark 10, 9120 BEVEREN-WAAS 





(AOPC-1-13-00571/ 07.05) (15507) 

BEVERRENT, naamloze vennootschap, 

Kasteeldreef 88, 9120 BEVEREN-WAAS 





(AOPC-1-13-00570/ 07.05) (15508) 

CERAMIGRES 2000, société anonyme, 

avenue Albert I er 23, 5070 FOSSES-LA-VILLE 

Numéro d’entreprise 0431.313.567 

Assemblée ordinaire au siège social le 27/05/2013, à 18 heures. Ordre 

du jour : Rapport du C.A. Approbation comptes annuels. Affectation 

résultats. Décharge administrateurs. Divers. 

(AOPC-1-12-01734/ 07.05) (15509) 

Charbonnages d’Ans et de Rocourt, société anonyme, 

rue des Français 312, 4000 LIEGE-ROCOURT 



du jour : Présentation informative des comptes de liquidation et des 

raisons pour lesquelles la liquidation n’a pas pu être clôturée. 

(AOPC-1-13-00219/ 07.05) (15510) 

CODEPAL, naamloze vennootschap, 

Kortrijksesteenweg 179, 9000 GENT 



Tegenstrijdigheid van belangen. Jaarverslag. Goedkeuring jaarrekening. 

Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Divers. 

(AOPC-1-13-00182/ 07.05) (15511) 

Compagnie européenne de Constructions immobilières, 

en abrégé : « CE.C.I. », société anonyme, 

chaussée de Boondael 6, 1050 BRUXELLES 

En raison du quorum non atteint lors de la première assemblée, 

une deuxième assemblée ordinaire est convoquée le 23/05/2013, 

à 15 heures, au siège social. Cette assemblée pourra valablement 

délibérer quelque soit le nombre d’actions représentées. Ordre du jour : 

Rapport du C.A. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. 

Décharge administrateurs. Nominations. Divers. 

(AOPC-1-13-00531/ 07.05) (15512) 

DIONYSIUS, naamloze vennootschap, 

Bijenstraat 1, kantoor 11, 9051 GENT-SINT-DENIJS-WESTREM 





(AOPC-1-13-00501/ 07.05) (15513)

DM-TURBO, naamloze vennootschap, 

Kruipstraat 61, 1850 GRIMBERGEN 





(AOPC-1-12-01671/ 07.05) (15514) 

GERANI, naamloze vennootschap, 

Omlooplaan 73, 3600 GENK 





(AOPC-1-13-00194/ 07.05) (15515) 

GITROIS, société anonyme, 

rue Jean-Baptiste Loriaux 28, 6210 LES BONS VILLERS 





(AOPC-1-13-00293/ 07.05) (15516) 

GROUPE KLOSTER, société anonyme, 

rue Jean-Baptiste Loriaux 28, 6210 LES BONS VILLERS 





(AOPC-1-13-00294/ 07.05) (15517) 

HELUCA, naamloze vennootschap, 

Kapellestraat 70, 9800 DEINZE 




bestuurders. (Her)Benoemingen. Divers. 

(AOPC-1-12-01840/ 07.05) (15518) 

Ideal-Logis, société civile à forme de société anonyme, 

ruelle des Frères 32, 7390 QUAREGNON 





(AOPC-1-12-01937/ 07.05) (15519) 


IMMO SADEMA, naamloze vennootschap, 

Lefèbvrestraat 1, 8620 NIEUWPOORT 





(AOPC-1-12-01676/ 07.05) (15520) 

Immobilière La Garenne, naamloze vennootschap, 

Ambachtstraat 1, 9700 OUDENAARDE 





(AOPC-1-12-01699/ 07.05) (15521) 

Société immmobilière et industrielle d’Ans « IMINANS », 

S.A. en liquidation, société anonyme, 

rue Joseph Dejardin 39, 4460 GRACE-HOLLOGNE 


Assemblée ordinaire au siège social le 27/05/2013 à 10 h. Ordre du 

jour : Présentation informative des comptes de liquidation et des 

raisons pour lesquelles la liquidation n’a pas pu être clôturée. 

(AOPC-1-13-00218/ 07.05) (15522) 

LEOMART, naamloze vennootschap, 

Wolvertemsesteenweg 100, 1850 GRIMBERGEN 




bestuurders. (Her)Benoemingen. Divers. 

(AOPC-1-13-00487/ 07.05) (15523) 

L’ODEON, société anonyme, 

rue Van Oost 60, 1030 BRUXELLES 


26725 

Assemblée ordinaire au siège social le 27/05/2013. Ordre du jour : 

Rapport du C.A. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. 

Décharge administrateurs. Divers. 

(AOPC-1-12-01675/ 07.05) (15524)


Places vacantes 

Openstaande betrekkingen 

Province de Hainaut 

Appel aux candidatures pour les emplois vacants des fonctions de rang 1 à pourvoir dans la Haute Ecole provinciale de Hainaut–Condorcet 

(année académique 2013-2014). 

Le présent appel est lancé conformément aux dispositions de l’article 207 du décret du 24 juillet 1997 fixant le statut des membres du personnel 

directeur et enseignant et du personnel auxiliaire d’éducation des Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par la Communauté française 

ainsi que du décret du 20 juin 2008 fixant le statut des membres du personnel administratif des Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par 

la Communauté française. 

Il vise les emplois vacants des fonctions de rang 1 à pourvoir dans la Haute Ecole provinciale de Hainaut-Condorcet. 

Les emplois vacants des fonctions de rang 1 visés par le présent appel sont accessibles aux : 

a) Membres du personnel nommés à titre définitif : 

par changement d’affectation (pour les membres du personnel en disponibilité par défaut d’emploi) ; 

par changement de fonction ; 

par extension de charge. 

b) Membres du personnel temporaires désignés pour une durée indéterminée : 

par extension de charge. 

c) Candidats à une désignation à titre temporaire : 

àdurée indéterminée : seuls les candidats désignés à durée déterminée pour l’année académique 2012-2013 dans un emploi déclaré vacant 

lors de l’appel au Moniteur belge du 27/04/2012 pour le personnel enseignant et le personnel administratif peuvent être désignés à durée 

indéterminée dans l’emploi vacant qu’ils occupaient, à condition que leur rapport sur la manière de servir établi par le Conseil de gestion porte 

la mention « a satisfait »; 

àdurée déterminée. 

Les emplois vacants en 2013-2014 de la Haute Ecole provinciale de Hainaut-Condorcet figurent ci-après. 

La numérotation des emplois est conçue comme suit : 

-1 er élément : l’année ; 

-2 e élément : le numéro d’ordre. 

Personnel enseignant 

Fonction Cours à conférer Volume Implantation(s) 

2013.01 Maître Assistant Agronomie 2/10 Ath 

2013.02 Maître Assistant Arts, culture et techniques artistiques 25/10 Saint-Ghislain 

2013.03 Maître Assistant Biochimie 3/10 Ath, Charleroi, Tournai 

2013.04 Maître Assistant Biologie 17/10 Ath, Charleroi, Tournai 

2013.05 Maître Assistant Chimie 23/10 Ath, Charleroi, Tournai 

2013.06 Maître Assistant Diététique 1/10 Tournai 

2013.07 Maître Assistant Droit 24/10 Charleroi, Mons, Mouscron, Saint-Ghislain, Tournai 

2013.08 Maître Assistant Education physique 13/10 Charleroi, Mons, Morlanwelz, Tournai 

2013.09 Maître Assistant Electricité, électronique, 

informatique industrielle, 

télécommunications 

2013.10 Maître Assistant Electromécanique, mécanique, 

énergie 

18/10 Ath, Charleroi, Tournai 

21/10 Ath, Charleroi, Tournai 

2013.11 Maître Assistant Ergothérapie 1/10 Charleroi


2013.12 Maître Assistant Géographie 10/10 Charleroi, Saint-Ghislain, Mons, Morlanwelz 

2013.13 Maître Assistant Histoire 7/10 Charleroi, Mons, Morlanwelz 

2013.14 Maître Assistant Histoire de l’art 1/10 Mons 

2013.15 Maître Assistant Informatique de gestion 3/10 Mouscron, Tournai 

2013.16 Maître Assistant Kinésithérapie 20/10 Charleroi, Tournai 

2013.17 Maître Assistant Langue étrangère (anglais) 3/10 Charleroi 

2013.18 Maître Assistant Langue étrangère (néerlandais) 4/10 Ath, Mouscron 

2013.19 Maître Assistant Langue française 18/10 Charleroi, Mons, Mouscron, Tournai,Saint-Ghislain 

2013.20 Maître Assistant Logopédie 20/10 Saint-Ghislain 

2013.21 Maître Assistant Morale 10/10 Charleroi, Mons 

2013.22 Maître Assistant Musique et éducation musicale 5/10 Charleroi, Mons, Morlanwelz 

2013.23 Maître Assistant Obstétrique 2/10 Mons 

2013.24 Maître Assistant Pédagogie- méthodologie 36/10 Charleroi, Mons, Morlanwelz 

2013.25 Maître Assistant Physique 1/10 Charleroi 

2013.26 Maître Assistant Psychologie 6/10 Charleroi, Mons, Tournai, Saint-Ghislain 

2013.27 Maître Assistant Sciences biomédicales 14/10 Charleroi, Mons, Tournai 

2013.28 Maître Assistant Sciences économiques 29/10 Ath, Charleroi, Mons, Mouscron, Saint-Ghislain, Tournai 

2013.29 Maître Assistant Sciences mathématiques* 9/10* Ath, Charleroi, Mons, Mouscron, Saint-Ghislain, Tournai 

2013.30 Maître Assistant Sciences sociales 18/10 Charleroi, Mons, Morlanwelz, Tournai 

2013.31 Maître Assistant Sciences technologiques 1/10 Charleroi 

2013.32 Maître Assistant Sociologie 5/10 Charleroi 

2013.33 Maître Assistant Soins infirmiers 9/10 Charleroi, Mons, Tournai 

2013.34 Maître de formation pratique AFP-Préscolaire 5/10 Charleroi, Mons, Morlanwelz 

2013.35 Maître de formation pratique AFP-Section primaire 5/10 Charleroi, Mons, Morlanwelz 

2013.36 Maître de formation pratique Pratique en communication 18/10 Charleroi 

2013.37Maître de formation pratique Pratique en diététique 1/10 Tournai 

2013.38 Maître de formation pratique Pratique en ergothérapie 3/10 Charleroi 

2013.39 Maître de formation pratique Pratique en logopédie 27/10 Saint-Ghislain 

2013.40 Maître de formation pratique Pratique en obstétrique 10/10 Mons 

2013.41 Maître de formation pratique Pratique en service social 5/10 Charleroi 

2013.42 Maître de formation pratique Pratique en soins infirmiers 100/10 Charleroi, Mons, Tournai 

* dont 2/10 - Expérience dans l’aéronautique,connaissance des réglementations en vigueur dans le domaine 

Personnel administratif 

Niveau Nature de la charge Volume Implantation(s) 

2013.43 Attaché (niveau1) Responsable de communication et 

coordinateur d’affaires générales 

10/10 Mons 

2013.44 Attaché (niveau1) Infographiste 10/10 Mons 

2013.45 Attaché (niveau1) Responsable d’approche par compétences 

5/10 Mons 

26727


2013.46 Adjoint administratif 

(niveau 2+) 

2013.47 Adjoint administratif 

(niveau 2+) 

2013.48 Agent administratif 

(niveau 2) 

Technicien supérieur de laboratoire 

affecté aux activités de recherche 

appliquées et services à la collectivité 

10/10 Ath 

Secrétariat de direction 90/10 Mons (30/10), Ath (10/10), 

Tournai (30/10), Charleroi (20/10) 

Rédacteur 30/10 Charleroi (20/10) Mons (10/10) Attaché (niveau 1) – Responsable 

de communication et coordinateur 

d’affaires générales 10/10 

Licencié(e) en information et communication ou en communication appliquée/Master en information et communication, ou Master en 

communication appliquée, Master en presse et information 

1) L’attaché sera chargé, en particulier, de consolider et de développer les collaborations entre les partenaires du Pôle hainuyer dans le domaine 

de l’enseignement supérieur; 

2) Il possèdera une bonne connaissance de l’enseignement supérieur dans et hors université, y compris de l’enseignement artistique, tant du 

point de vue pratique que du point de vue règlementaire/organisationnel, il a une bonne connaissance de la Province de Hainaut; 

3) Il a une fonction de représentation, de coordination et de gestion; 

4) Il a une grande facilité de communication et d’excellentes qualités relationnelles, fait preuve d’adaptabilité et de disponibilité, capacité 

d’écoute, goût du travail en équipe, a l’esprit méthodique, rigoureux, organisé et pratique, a le sens de l’autonomie et de l’initiative, a une bonne 

maîtrise de la langue française et une connaissance de la langue anglaise. Permis de conduire B et maîtrise l’outil informatique (logiciels de 

bureautique et outils de communication). 

Attaché (niveau 1) – Infographiste 10/10 

Diplôme de l’enseignement artistique supérieur de plein exercice du 2 e degré - arts plastiques - dessin infographie 

1) L’infographiste imagine, prépareetréalise des supports « visuels » et des outils de communication (plaquettes, brochures, affiches), 

2) Il est créatif, maîtrise l’outil informatique et divers logiciels de mise en page et de retouche ainsi que les techniques de communication (web, 

messagerie électronique...) et de photographie. 

3) Il travaille en étroite collaboration avec de nombreux intervenants : les directeurs de la Haute Ecole, les chargés de communication, les 

imprimeurs, webmaster, comptables... 

Il participe activement aux actions de promotion et de représentation. 

4) Il jouit d’un bon relationnel, d’un sens aigu de l’organisation et il respecte les délais de livraison de ses travaux. Réactif et polyvalent, il a la 

capacité de travailler sur plusieurs dossiers de natures différentes. Ses horaires peuvent être irréguliers. Il fait d’une capacité d’écoute et a le goût 

du travail en équipe, il a l’esprit méthodique, rigoureux, organisé et pratique, il a le sens de l’autonomie et de l’initiative et une bonne maîtrise 

de la langue française 

Attaché (niveau 1) – Responsable de l’approche par compétences 5/10 

Licencié(e) ou master en sciences de l’éducation ou sciences psychologique (avec spécialité pédagogique) 

1) Il (ou elle) aura en charge de développer une approche programmes en Haute Ecole par la déclinaison d’un référentiel de compétences et la 

rédaction d’acquis d’apprentissage dans les formations; 

2) Il possède une bonne connaissance de l’enseignement supérieur dans et hors université tant du point de vue pratique que du point de vue 

règlementaire/organisationnel; 

3) Il a une bonne connaissance de la Province de Hainaut, de son fonctionnement et son enseignement; 

4)Iladel’expérience pédagogique et/ou de l’organisation pédagogique; 

5) Il a une grande facilité de communication et d’excellentes qualités relationnelles, fait preuve d’adaptabilité et de disponibilité, capacité 

d’écoute, goût du travail en équipe, a l’esprit méthodique, rigoureux, organisé et pratique, a le sens de l’autonomie et de l’initiative, a une bonne 

maîtrise de la langue française; 

6) Il maîtrise l’outil informatique (logiciels de bureautique et outils de communication) et possède les qualités requises pour la bonne conduite 

de réunion. 

Adjoint administratif (niveau 2+) – Technicien supérieur de laboratoire affecté aux activités de recherche appliquée et services à la 

collectivité 10/10 

Gradué(e) en biochimie, bachelier en chimie (finalité : biochimie) 

Le technicien se chargera du développement de méthodes liées à la détermination du taux de carbone dans les sols (Infra rouge, combustion 

sèche) et de l’azote minérale (flux séquencé). Il devra assurer les tâches de préparation et de conditionnement d’échantillons de sols destiné aux 

étudiants de la Haute Ecole.

Il devra faire preuve 

1) De bonnes connaissances en chimie générale et en méthodes analytiques de routine. Il est réactif, autonome et organisé, ayant un sens de 

l’analyse développé. 

2) D’une expérience dans un service de pédologie. 

3) De bonnes connaissances dans les pratiques de laboratoire. 

4) Etre attentif au respect de la réglementation et des règles d’hygiène, sécurité et environnement en vigueur. 

Adjoint administratif (niveau 2+) – Secrétariat de direction 90/10 

AESI, Gradué(e), bachelier 

L’adjoint administratif est amené àcoordonner le travail d’une équipe. Il assume les tâches administratives nécessaires au bon fonctionnement 

de la Haute Ecole. 

Il devra faire preuve 

1) d’une grande capacité de communication et d’organisation. 

2) d’initiative, de décision et de sens du dialogue dans le respect de la hiérarchie. 

3) d’ouverture à la formation, à l’information, à la documentation ainsi qu’à la connaissance des lois, règlements et circulaires régissant 

l’enseignement supérieur. 

4) de maîtrise des logiciels de bureautique et des programmes de gestion de la Haute Ecole. 

Agent administratif (niveau 2) – 30/10 

Certificat d’enseignement secondaire supérieur 

1) L’agent possèdera une bonne connaissance de la langue française ainsi qu’une bonne orthographe 

2) Il disposera de qualités relationnelles et communicationnelles 

3) Il sera capable d’utiliser les logiciels de bureautique et aura pour mission la gestion des dossiers administratifs ainsi que l’accueil téléphonique 

et physique. 

Forme de la candidature 

La demande sera rédigée sur le formulaire disponible dans les différents secrétariats de la Haute Ecole ainsi que sur le site du Moniteur belge. 

La demande mentionnera : 

L’emploi vacant sollicité repris au tableau ci-avant (fonction, cours à conférer, volume de la charge); 

L’identité du candidat; 

Ses titres et son expérience utile; 

La liste de ses publications scientifiques; 


26729 

Le relevé de ses diverses expériences professionnelles. 

La demande sera établie en double exemplaire. 

Conditions requises 

Nul ne peut être désigné àtitre temporaire, s’il ne remplit les conditions suivantes : 

1. être Belge ou ressortissant d’un autre Etat membre de l’Union européenne, sauf dérogation accordée par le Gouvernement; 

2. jouir des droits civils et politiques; 

3. être porteur d’un titre de capacité pour la fonction à conférer, dans le respect de la réglementation en vigueur; 

4. a) s’il s’agit d’une désignation à durée déterminée : 

remettre, lors de l’entrée en fonction, un certificat médical daté de moins de six mois, attestant qu’il se trouve dans des conditions de santé telles 

qu’il ne puisse mettre en danger celle des étudiants et des autres membres du personnel; 

b) s’il s’agit d’une désignation à durée indéterminée : 

avoir satisfait à un examen médical vérifiant les aptitudes physiques fixées par le Gouvernement; 

5. satisfaire aux dispositions légales et réglementaires relatives au régime linguistique; 

6. être de conduite irréprochable; 

7. avoir satisfait aux lois sur la milice; 

8. avoir adhéré au projet pédagogique social et culturel du pouvoir organisateur. 

Les personnes intéressées doivent adresser leur candidature à la Direction générale des Enseignements du Hainaut – Delta-Hainaut, avenue 

Général de Gaulle 102, 2 e étage – 7000 MONS, au plus tard le 22 mai 2013 (le cachet de la poste faisant foi). Les candidatures doivent être 

introduites par lettre recommandée à la poste et dans la forme fixée par le présent appel. 

Pour introduire votre candidature, visitez notre site : http://www.condorcet.be/emplois-vacants.html 

(15685)


Administrateurs provisoire 

Code civil - article 488bis 

Voorlopig bewindvoerders 

Burgerlijk Wetboek - artikel 488bis 

Justice de paix du canton de Binche 

Par ordonnance de Madame le Juge de paix du canton de Binche, 

en date du 16 avril 2013, Honoré, Joséphine, avocat, domiciliée à 

7000 Mons, Marché de la Croix-Place, 7, a été désignée en qualité 

d’administrateur provisoire de LEGAT, Philippe, lieu et date de naissance 

: Jemappes le 22 février 1959, résidant à 7140 Morlanwelz, «Les 

Foyers de Bascoup», chaussée de Bascoup 2, cette personne étant 

incapable de gérer ses biens. 

Pour extrait conforme : (signé) Maryline George, le greffier. 

(65869) 


Par ordonnance de Madame le Juge de paix du canton de Binche, en 

date du 16 avril 2013, Honoré, Joséphine, avocat, domiciliée à 

7000 Mons, Marché de la Croix-Place 7, a été désignée en qualité 

d’administrateur provisoire de DE WYNGAERT, Daniel Léon, lieu et 

date de naissance : Haine-Saint-Paul le 19 septembre 1946, résidant à 

7140 Morlanwelz, «Les Foyers de Bascoup», chaussée de Bascoup 2, 

cette personne étant incapable de gérer ses biens. 


(65870) 



date du 16 avril 2013, Wery, Alain, avocat, domicilié 6000 Charleroi, rue 

Tumelaire 43/6, a été désigné en qualité d’administrateur provisoire de 

QUINET, Victoria Estelle Palmyre, lieu et date de naissance : Croix-lez- 

Rouveroy le 22 juillet 1925, domicilié à7120 Croix-lez-Rouveroy (Estinnes), 

rue de l’Eglise 10, cette personne étant incapable de gérer ses 

biens. 


(65871) 

Justice de paix du canton de Boussu 

Suite à la requête déposée le 7 mars 2013, par ordonnance du Juge 

de Paix Suppléant du Canton de Boussu, rendue le 11 avril 2013, 

Madame Sifia NEDJARI, née à Beni Saf (Algérie) le 29 mai 1967, 

domiciliée à 7301 Hornu, rue de Wasmes 65, a été déclarée incapable 

de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la 

personne de : Maître Philippe MAHIEU, avocat, dont le cabinet est 

établi à 7332 Sirault, rue du Happart 25. 

Pour extrait conforme : Hélène Doyen, le greffier. 

(65872) 

Justice de paix du canton de Ciney-Rochefort, siège de Ciney 

Suite à la requête déposée le 02-04-2013, par ordonnance du Juge de 

Paix du canton de CINEY-ROCHEFORT, siège de CINEY, rendue le 

16-04-2013, PIETERS, Robin Catherine, lieu et date de naissance : 

Virton, le 10-06-1987, domicilié à5590 Ciney, rue Walter Soeur 27, a été 

déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur 

provisoire en la personne de sa mère, Madame SIMON, Reine, domiciliée 

à 5590 Ciney, Charrau du Bocq (Senenne-Sovet) n°1. 

(Signé) Marie-Ange Haquenne, le greffier. 

Justice de paix du canton de Hamoir 

(65873) 


Paix du canton de HAMOIR rendue le 16 avril 2013, CULAMBOURG, 

Julien Bernard, Jean-Paul, né le 11 juin 1977 à NOGENT-LE-ROTROU 

(FRANCE), domicilié à6850 PALISEUL, rue de Beth 14, résidant à 

4557 FRAITURE (TINLOT), au centre neurologique, rue Champ des 

Alouettes 30, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu 

d’un administrateur provisoire en la personne de : MONTLUC, Marie, 

avocate, dont les bureaux sont sis 4500 HUY, avenue Louis 

Chainaye 10. 

Pour extrait conforme : (signé) Maryse, Simon, le greffier en chef. 

(65874) 

Justice de paix du deuxième canton de Liège 

Suite à la requête déposée le 18 mars 2013, une ordonnance du juge 

de paix du deuxième canton de Liège, rendue le 16 avril 2013 a déclaré : 

Monsieur Marcel COSTES, né à Liège le 18 mai 1937, domicilié à 

4000 Liège, rue Dartois 30/051, résidant à 4000 Liège, Thier de la 

Fontaine 5, incapable de gérer ses biens et cette personne a, en 

conséquence, été pourvue d’un administrateur provisoire en la 

personne de : Monsieur Gauthier COSTES, domicilié à1050 Ixelles, 

avenue Auguste Rodin 10. 

Pour extrait conforme : (signé) Lefort, Carine, le greffier en chef. 

(65875) 

Justice de paix du canton de Liège IV 

Suite à la requête déposée le 29-01-2013, par décision du Juge de 

Paix du canton de LIEGE IV, rendue le 22 février 2013, Madame 

LAMBERT, Monique Marie Louise, née à WIBRIN le 27 mai 1952, 

domiciliée à 4000 Liège, rue sur la Fontaine 5/21, a été déclaré(e) 

incapable de gérer ses biens et a été pourvu(e) d’un administrateur 

provisoire en la personne de : Maître GIROUARD, Françoise, avocat, 

dont les bureaux sont sis 4000 Liège, rue Gilles Demarteau 8. 

Pour extrait conforme : (signé) Bontemps, Catherine, le greffier en 

chef. 

(65876)


Par décision du Juge de Paix du canton de LIEGE IV, rendue le 

29 mars 2013, Monsieur MORREALE, Marc, né à Ougrée le 

6 novembre 1970, domicilié à4020 Liège, Quai des Ardennes 4/0015, 

résidant actuellement à l’annexe psychiatrique de la Prison de Lantin 

à 4450 JUPRELLE, rue des Aubépines 2, a été déclaré incapable de gérer 

ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne 

de : Maître CHAPELIER, Joël, dont les bureaux sont sis 

4000 Liège, rue Félix Vandersnoeck 31. 

Pour extrait conforme : (signé) Bontemps, Catherine, le greffier en 

chef. 

(65877) 

Justice de paix du canton de Limbourg-Aubel, 

siège de Limbourg 

Par ordonnance du Juge de Paix du canton de Limbourg-Aubel, siège 

de Limbourg en date du 10 avril 2013, le nommé LEVAUX, Pierre, lieu 

et date de naissance : Bombaye, le 27 avril 1929, domicilié et résidant 

à : 4890 Thimister-Clermont, Befve 5, a été déclaré incapable de gérer 

ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire étant : 

GERARDY, Lucie, avocat, dont le cabinet est établi à 4880 Aubel, rue 

de la Station n° 47. 

Pour extrait conforme : (signé) Gisèle Fery, le greffier. 

(65878) 

Justice de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean 

Suite à la requête déposée le 11 mars 2013, par ordonnance du Juge 

de Paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean, rendue le 29 mars 2013, 

Monsieur VAN CAMPENHOUD Laurent Emile, néàMolenbeek-Saint- 

Jean le 16 juin 1927, Résidence Arcadia 1080 MOLENBEEK-SAINT- 

JEAN, rue F. Elbers 20, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a 

été pourvu d’un administrateur provisoire étant : Maître DEMEULE- 

NAERE Olivier, avocat, dont le cabinet se situe à 1020 LAEKEN, avenue 

Houba De Strooper 777c 

Pour extrait conforme : (signé) Iris Denayer, le greffier délégué. 

(65879) 

Justice de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean 

Suite à la requête déposée le 5 mars 2013, par ordonnance du Juge de 

Paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean, rendue le 29 mars 2013, 

Monsieur EL JEBARI, Said, né le 15 juillet 1971, domicilié à 

1080 MOLENBEEK-SAINT-JEAN, rue de l’Elephant 9/0023, a été 


provisoire étant : Maître DEMEULENAERE, Olivier, avocat, dont le 

cabinet se situe à 1020 LAEKEN, avenue Houba De Strooper 777c 

Pour extrait conforme : Iris Denayer, le greffier délégué. 

(65880) 

Justice de paix du premier canton de Mons 

Suite à la requête déposée le22février 2013, par ordonnance du Juge 

de Paix du Premier Canton de Mons, rendue le 29 mars 2013, Madame 

Monique WATERLOT, née à Trivières le 28 mai 1938, domiciliée à 

7110 La Louvière, rue de l’Agace 26 B 1, résidant au CHP « Le Chêne 

aux Haies », Chemin du Chêne-aux-Haies 24 à 7000 Mons, a été 


déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur 

provisoire en la personne de : Maître Luc VAN KERCKHOVEN, 

avocat dont le cabinet est sis à 7000 Mons, rue des Marcottes 30. 

Pour extrait conforme : (signé) A-F. Cordier, le greffier en chef faisant 

fonction. 

(65881) 

Justice de paix du second canton de Namur 

Par ordonnance du Juge de paix du second canton de Namur en date 

du 16 avril 2013, le nommé : CORNELIS, Luc, Jean, Michel, Fernand, 

né àHoudeng-Goegnies le 5 octobre 1951, domicilié àl’H.N.P. Saint- 

Martin à 5100 DAVE, rue Saint-Hubert 84, a été déclaré incapable de 

gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire étant : 

BOULVIN, Pascal, avocat dont le cabinet est situé à7110 HOUDENG- 

GOEGNIES, rue Ameye 26. 

Pour extrait certifié conforme : (signé) Colette Dewez, le greffier en 

chef. 

(65882) 



du 16 avril 2013, la nommée : ANCIAUX, Bernadette, Georgette, Ghislaine, 

née à Dinant le 14 octobre 1937, domiciliée à 7170 MANAGE, 

place Edouard Bantigny, 6 mais résidant à 5170 PROFONDEVILLE, rue 

Marcel Masson 8, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été 

pourvue d’un administrateur provisoire étant : VAN DER STEEN, 

Grégory, avocat dont le cabinet est situé à5000 Namur, rue Pépin 21. 


chef. 

(65883) 



du 16 avril 2013, le nommé : POLOME, Joseph, né à Namur le 

5 février 1926, domicilié à 5000 Namur, rue Auguste Dandoy, 13, 

résidant au « Clair Séjour »à5000 Namur, avenue Reine Astrid 92, 

a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un 

administrateur provisoire étant : CLOSSEN, Marie-Eve, avocat dont le 

cabinet est situé à5000 Namur, rue Lucien Namêche 19. 


chef. 

(65884) 


26731 


du 16 avril 2013, le nommé : GARNIER, René, Fernand, Zoé, Ghislain, 

né àFalmagne le 3 août 1940, domicilié à5170 BOIS-DE-VILLERS, rue 

Marcel Masson 8, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été 

pourvu d’un administrateur provisoire étant : VAN DER STEEN, 

Grégory, avocat dont le cabinet est situé à 

5000 NAMUR, rue Pépin 21. 

Pour extrait certifié conforme : Colette Dewez, le greffier en chef. 

(65885)


Justice de paix du canton de Nivelles 


Paix du canton de Nivelles, rendue le 25.03.2013, Madame Paule Lucie 

Aberte Marie TRAVERS, née à Uccle le 15 décembre 1936, domiciliée à 

1400 Nivelles, rue Delfosse 65, résidant à 1402 Thines, Résidence 

« Le Thines », chaussée deWavre9,aété déclarée incapable de gérer 

ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la 

personne de Madame Emmanuelle Jean M. RICHE, née à Nivelles le 

18 août 1969, domiciliée à 1480 Clabecq, rue des Déportés 169. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Marc Vanpé. 

(65886) 



Paix du canton de Nivelles, rendue le 11 mars 2013, Madame Lucrese 

Irma Alicia VAN COILLIE, née à Meulebeke le 23 février 1947, 

domiciliée à 1401 Baulers, rue de Dinant 27, a été déclarée incapable de 

gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la 

personne de Madame Isabelle Juliette DUMORTIER, née à 

Braine-le-Comte le 12 juillet 1976, domiciliée à 7190 Ecaussinnes, rue 

Camille Duray 21. 


(65887) 



Paix du canton de Nivelles, rendue le 27 mars 2013, Madame Paula 

Jeannine Ghislaine SURKIJN, née à Uccle le 2 avril 1939, domiciliée à 

1490 Court-Saint-Etienne, rue des Communes 9, résidant à 

1495 Villers-la-Ville, Résidence « Closière Cornet », rue Emile Léger 3, a 

été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un 

administrateur provisoire en la personne de Monsieur Alain COPPENS, 

domicilié à1190 Bruxelles, rue Pierre Decoster 106. 


(65888) 



Paix du canton de Nivelles, rendue le 25 mars 2013, Monsieur Bernard 

Emmanuel Guy RICHE, né àAnvers le 20 octobre 1934, domicilié à 

1400 Nivelles, rue Delfosse 65, résidant à 1402 Thines, Résidence 

« Le Thines », chaussée deWavre9,aété déclaré incapable de gérer ses 

biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de 

Madame Emmanuelle Jean M. RICHE, née à Nivelles le 18 août 1969, 

domiciliée à 1480 Clabecq, rue des Déportés 169. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Vanpé, Marc. 

(65889) 

Justice de paix du canton d’Uccle 

Par ordonnance du Juge de Paix du canton d’Uccle, en date du 

12-04-2013, en suite de la requête déposée le 29 mars 2013, 

Madame Arlette Jeanne Christine COPPE, née à Ixelles le 31 juillet 1943, 

domiciliée à 1380 Lasne, rue Privée 7, hospitalisée à la « Clinique 

Fond’Roy », à 1180 Uccle, avenue Jacques Pastur 49, a été déclarée 

incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur 

provisoire, étant : Maître OLIVIERS, Gilles, avocat, dont le cabinet est 

sis à 1040 Etterbeek, rue Père Eudore Devroye 47. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Pascal GOIES. 

(65890) 



12-04-2013, en suite de la requête déposée le 2 avril 2013, 

Madame Louise Marie EID, née au Caire (Egypte) le 26 octobre 1928, 

domiciliée à 1180 Uccle, avenue Winston Churchill 93/10, a été 

déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur 

provisoire, étant : Maître VERSCHUEREN, Jean-Marie, avocat, 

dont le cabinet est sis à 1050 Ixelles, avenue Louise 200, bte 116. 


(65891) 




Monsieur Hynek BATA, né à Zlin (Tchécoslovaquie) le 10-04-1930, 

domicilié à la « Résidence du Domaine Churchill », à 1180 Uccle, 

avenue Winston Churchill 253A, aété déclaré incapable de gérer ses 

biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant : 

Monsieur BATA, Hynek, domiciliéà30340 St Privat Des Vieux (France), 

chemin de la Garrigue 31. 


(65892) 

Justice de paix du canton de Verviers 1-Herve, 

siège de Verviers 1 

Suite à la requête déposée le13février 2013, par ordonnance du Juge 

de Paix du Canton de VERVIERS 1-HERVE, siège de Verviers 1, rendue 

le 10 avril 2013, Madame Monique Marie Ghislaine GOUDERS, née à 

Verviers le 13 juin 1963, sans profession, domiciliée à 4821 Andrimont 

(Dison), rue Michel Pire 55, a été déclarée incapable de gérer ses biens 

et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de 

Maître Bertrand NAMUR, avocat, dont les bureaux sont établis à 

4800 Verviers, rue de France 7. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) HEINRICHS, 

Chantal. 

(65893) 

Justice de paix du canton de Waremme 

Suite à la requête déposée le 19 mars 2013, par décision du Juge de 

Paix du canton de WAREMME, rendue le 3 avril 2013, BRASSART, 

Edithe, née le 05-03-1922 à ATH, domiciliée à 4317 FAIMES, rue de la 

Gare6,aété déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un 

administrateur provisoire en la personne de BRASSART, Serge, né le 

18.12.1961 à Ludenscheid-Hellersen, domicilié à4317 FAIMES, rue de 

Huy 202. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Léonard, Anne. 

(65894) 

Justice de paix du canton de Waremme 


Paix du canton de WAREMME, rendue le 5 avril 2013, DABE, Janine, 

née à Forest le 1 er mai 1935, domiciliée à 4250 GEER, rue de Boëlhe 24, 

a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un 

administrateur provisoire en la personne de DELMOTTE, Danielle, 

avocat, dont les bureaux sont établis à 4300 WAREMME, avenue 

Edmond Leburton 97/1. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Léonard, Anne. 

(65895)

Justice de paix du canton de Forest 

Mainlevée d’administration provisoire 

Par ordonnance du Juge de Paix du canton de Forest, en date du 

15 avril 2013, il a été mis fin au mandat de Monsieur Philippe 

STEVENS, domicilié(e) à 1180 UCCLE, rue Joseph Bens 45/50, en sa 

qualité d’administrateur provisoire de Madame Léonie Rachel 

VANMUYSEN, née le 17 mars 1923 à Nieuwerkerken, domiciliéedeson 

vivant au Home « VAL DES ROSES » sis à 1190 Forest, rue Roosendael 

175. 

Cette personne est décédée à Forest en date du 26 mars 2013. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Patrick De 

Clercq. 

(65896) 




15 avril 2013, il a été mis fin au mandat de Maître François LIBERT, 

avocat, dont le Cabinet est établi à 1000 Bruxelles, avenue Emile De Mot 

19, en sa qualité d’administrateur provisoire de Madame Adèle Rappé, 

née le 9 juin 1919 à Forest, domiciliée de son vivant à la Résidence 

VESPER, sise à 1190 Forest, avenue du Domaine 13. 

Cette personne est décédée à Forest en date du 6 février 2013. 


Clercq. 

(65897) 




12 avril 2013, il a été mis fin au mandat de Monsieur Laurent DE 

WISPELAERE, domicilié à 1180 UCCLE, avenue De Fré 173, en sa 

qualité d’administrateur provisoire de Madame Marcelle Catherine 

Léopoldine GULDENTOPS, née le27août 1924 à Bruxelles, domiciliée 

de son vivant au Home NEW PHILIP à 1190 Forest, avenue de Monte 

Carlo 178. 

Cette personne est décédée à Forest en date du 3 janvier 2013. 


Clercq. 

(65898) 

Avis rectificatif 



Dans les extraits publiés au Moniteur belge du 26 avril 2013, 

pages 25473 et 25474, les numéros 65805 et 65806 il s’est glissé une 

erreur dans le titre qu’il faut rectifier comme suit « Justice de paix du 

canton de Forest » au lieu de « Tribunal de commerce de Forest ». 

(65899) 


Justice de paix du canton d’Ixelles 


Par ordonnance du Juge de Paix de complément du Canton d’Ixelles 

en date du 17-04-2013 il a été mis fin à la mission de Maître 

DENONCIN, Vincent, avocat à 1070 Anderlecht, rue G. Moreau 160, en 

qualité d’administrateur provisoire de Monsieur VINCINEAU, Michel, 

né le 13-12-1937 à Namur, domicilié à1050 Ixelles, rue de Livourne 103, 

résidant avenue Messidor 207, à 1180 Uccle, ce dernier est de nouveau 

apte à gérer ses biens. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Madeleine Cerulus. 

(65900) 

Justice de paix du canton d’Ixelles 


Par ordonnance du Juge de Paix du Canton d’Ixelles en date du 

10-04-2013 il a été mis fin à la mission de Maître Marc-Jean GHYSSELS, 

avocat à 1180 Bruxelles, avenue Brugmann 287, en qualité d’administrateur 

provisoire de Madame VLYMINGS, Renée, née le 27-02-1933 à 

Roux, domiciliée etrésidant à 1050 Ixelles, Résidence Malibran, rue 

Malibran 39, cette dernière est décédée le 27 mars 2013. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Madeleine Cerulus. 

(65901) 



Par ordonnance du 17 avril 2013, le Juge de paix du second canton 

de NAMUR a ordonné la mainlevée de la mesure d’administration 

provisoire prise le 29/03/2006 à l’égard de : GRAFTIAUX, Quentin, né 

à Bruxelles le 18 juillet 1987, domiciliéà5100 Namur, rue Mazy 86/2, et 

a déchargé VAN DE VELDE, Anne-Françoise, domiciliée à 

5100 JAMBES, rue Mazy 86, bte 2, résidant à 73000 Chambery, avenue 

de Bassens 220 (France), de sa mission d’administrateur provisoire. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Emmanuel Boquet. 

(65902) 




16 avril 2013, concernant les biens de Madame HUVENNE, Célia Marie 

Sandra, née à Bruxelles le 12 août 1993, domiciliée à 1000 Bruxelles, rue 

des Sablons 13, résidant 1040 ETTERBEEK, rue Mont du Chêne 16, il a 

été mis fin au mandat d’administrateur provisoire de Maître DE 

DEKEN, Olivia, avocate, dont le cabinet est sis à 1780 Wemmel, De 

Limburg Stirumlaan 192. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Pascal Goies. 

(65903) 

Justice de paix du second canton de Wavre 


26733 


Paix du second canton de Wavre rendue le 17-04-2013, a été levée la 

mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 

26 août 2011 et publiée auMoniteur belge du 12 septembre 2012, à 

l’égard de Madame NELIS, Virginie, née le 6 août 1984 à Jette, 

domiciliée à 1300 Wavre, Venelle de la Futaie 3, bte 6.


Cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens, il a été 

mis fin à la mission de son administrateur provisoire, Maître WESTER- 

LINCK, Eléonore, avocate à 1348 OTTIGNIES-LOUVAIN-LA-NEUVE, 

rue de Saint-Ghislain 11. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Véronique Muraille. 

(65904) 


Remplacement d’administrateur provisoire 


date du dix avril deux mille treize, il a été mis fin au mandat de 

PARMENTIER, Benoît, domicilié à 6000 Charleroi, avenue Général 

Michel 3, et désignons pour le remplacer WERY, Alain, avocat, domicilié 

à6000 Charleroi, rue Tumelaire 43/6, en qualité d’administrateur 

provisoire de DEGRAVE, Didier, né àLa Hestre le 22 décembre 1963, 

résidant à 7134 Leval-Trahegnies, « L’Autre Rive », rue Albert I er 193. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Maryline GEORGE. 

(65905) 


Par ordonnance de Madame le Juge de Paix du canton de Binche, en 

date du seize avril deux mille treize, il a été mis fin au mandat de 

MARATTA, Giuseppina, domiciliée à 6060 Gilly, sentier de la Ferme 48, 

et désignons pour la remplacer HONORE, Joséphine, avocate, domiciliée 

à 7000 Mons, marché de la Croix-Place 7, en qualité d’administrateur 

provisoire de MARATTA, Calogero, né àBinche le 6 juillet 1986, 

résidant actuellement à Ghlin, service résidentiel pour adultes de 

l’ASBL «Œuvre fédérale LES AMIS DES AVEUGLES », rue de la 

Barrière 37-39. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Maryline GEORGE. 

(65906) 

Justice de paix du canton de Fléron 


Par ordonnance du Juge de Paix du canton de FLERON, rendue le 

cinq avril deux mille treize, Maître PAQUOT, Jean-Luc, avocat, domicilié 

à 4000 Liège, avenue Blonden 33, a été désigné en qualité 

d’administrateur provisoire de Madame CRIMEA, Giuliana, née à 

Genova/ITALIE le 11 avril 1960, domiciliée à 4610 Beyne-Heusay, rue 

J. Rasquinet 108, en remplacement de Maître Benoît HERBIET, avocat à 

LIEGE, avenue Blonden 33. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Edwige FRAITURE. 

(65907) 

Justice de paix du canton de Mouscron-Comines-Warneton, 

siège de Mouscron 


Suite à l’ordonnance rendue le 11-04-2013, par le Juge de Paix de la 

Justice de Paix Mouscron, siège de Mouscron, Monsieur André 

COUCKE, né àMouscron le 23 octobre 1942, domicilié à7700 Mouscron, 

rue des Deux-Ponts 25, a été pourvu d’un nouvel administrateur 

provisoire, en lieu et place de Maître Anne-Sophie VIVIER, avocate, 

dont les bureaux sont sis à 7640 Antoing, Grand’Rue 15, en la personne 

de Maître Alexandre HUBAUX, dont le cabinet est sis à 7700 Mouscron, 

rue de Menin 389. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé) 

Laurent Dumortier. 

(65908) 





Justice de Paix Mouscron, siège de Mouscron, Madame Jeanine MINET, 

née à Boulogne S/Mer le 15 janvier 1930, « Seigneurie du Val », à 

7700 Mouscron, rue du Congo 52, a été pourvue d’un nouvel 

administrateur provisoire, en lieu et place de Maître Anne-Sophie 

VIVIER, avocate, dont les bureaux sont sis à 7640 Antoing, 

Grand’Rue 15, en la personne de Maître Jacqueline MACHOEL, 

avocate, dont le cabinet est sis à 7700 Mouscron, rue Roger Decoene 30. 



(65909) 





Justice de Paix Mouscron, siège de Mouscron, Madame Thérèse MILE- 

BAND, née à Etterbeek le 30 mars 1949, domiciliée à 7712 Herseaux, 

rue du Crétinier 182, a été pourvue d’un nouvel administrateur 



de Maître Valérie DEJAEGERE, avocate, dont les bureaux sont sis à 

7700 Mouscron, rue Henri Debavay 10. 



(65910) 

Justice de paix du canton de Moucron-Comines-Warneton, 




Justice de Paix Mouscron, siège de Mouscron, Monsieur Erhan ICEN, 

né àYunak (Turquie) le 15 octobre 1985, domicilié à1083 Ganshoren, 

avenue Charles Quint 119/1, a été pourvu d’un nouvel administrateur 



de Maître Valérie DEJAEGERE, avocate, dont les bureaux sont sis à 

7700 Mouscron, rue Henri Debavay 10. 



(65911) 





Justice de Paix Mouscron, siège de Mouscron, Madame Marie-Louise 

COPPENS, née à Ninove le 5 mai 1957, domiciliée à 7712 Herseaux, rue 

du Crétinier 182, a été pourvue d’un nouvel administrateur provisoire, 

en lieu et place de Maître Anne-Sophie VIVIER, avocate, dont les 

bureaux sont sis à 7640 Antoing, Grand’Rue 15, en la personne de 

Maître Alexandre HUBAUX, avocat, dont le cabinet est sis à 

7700 Mouscron, rue de Menin 389. 



(65912)




Suite à l’ordonnance, rendue le 11-04-2013, par le Juge de Paix de la 

Justice de Paix Mouscron, siège de Mouscron, Monsieur Raymond 

LIETAR, né àWallers le 11 août 1925, domicilié à7700 Mouscron, rue 

du Congo 52, a été pourvu d’un nouvel administrateur provisoire, en 

lieu et place de Maître Anne-Sophie VIVIER, avocate, dont les bureaux 

sont sis à 7640 Antoing, Grand’Rue 15, en la personne de 

Maître Jacqueline MACHOEL, avocate, dont le cabinet est sis à 

7700 Mouscron, rue Roger Decoene 30. 



(65913) 





Justice de Paix Mouscron, siège de Mouscron, Madame Marie-José 

LECLERCQ, née à Avion (France) le 4 février 1952, domiciliée à 

7700 Mouscron, rue de la Châtellenie 27, a été pourvue d’un nouvel 

administrateur provisoire, en lieu et place de Maître Anne-Sophie 

VIVIER, avocate, dont les bureaux sont sis à 7640 Antoing, 

Grand’Rue 15, en la personne de Maître Alexandre HUBAUX, dont le 

cabinet est sis à 7700 Mouscron, rue de Menin 389. 



(65914) 

Justice de paix du canton de Seneffe 


Par ordonnance du douze avril deux mille treize, prononcée par le 

Juge de Paix du canton de Seneffe, siégeant en chambre du conseil, 

Maître STRYPSTEIN Yves, avocat dont le cabinet est établi à 1180 Uccle, 

avenue de Boetendael 72, a été désigné en remplacement de 

Maître Benoît PARMENTIER, avocat, dont le cabinet est établi à 

6000 Charleroi, avenue Général Michel 3, en qualité d’administrateur 

provisoire des biens de Madame BOUCHEZ, Camillia, née à 

Mont-Sainte-Aldegonde le premier février mille neuf cent trente-cinq, 

résidant à 7170 Manage, rue de Bascoup 399, cette dernière étant hors 

d’état de gérer ses biens. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Isabelle VANBEL. 

(65915) 





Maître STRYPSTEIN, Yves, avocat dont le cabinet est établi à 1180 Uccle, 

avenue de Boetendael 72, a été désigné en remplacement de 

Monsieur Parmentier, Benoît, avenue Général Michel 3, à 6000 Charleroi, 

en qualité d’administrateur provisoire des biens de 

Monsieur LIEMANS, Auguste, néàMorlanwelz le premier février mille 

neuf cent trente-huit, résidant à 7170 Manage, rue Jules Empain 43, ce 

dernier étant hors d’état de gérer ses biens. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Isabelle VANBEL. 

(65916) 




Par ordonnance du Juge de Paix du canton d’Uccle, en date 

du 

09-04-2013, il a été mis fin au mandat de Maître ANTOINE, Jean, avocat, 

ayant son cabinet à 1060 BRUXELLES, chaussée de Charleroi 138/6, en 

sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Madame MICHON, 

Sylvie, née à Watermael-Boitsfort le 13 octobre 1966, domiciliée à 

1040 BRUXELLES, rue Général Henry 33. 

Un nouvel administrateur provisoire a été désigné àcette personne 

protégée, à savoir : Maître DIERICKX, Petra, avocate, ayant son cabinet 

à 1090 Jette, rue A. Vandenschrieck 92. 


(65917) 

Vredegerecht van het tweede kanton Antwerpen 

Bij vonnis van de Vrederechter van het tweede kanton 

ANTWERPEN, uitgesproken op 12 april 2013, werd volgende beslissing 

uitgesproken : « Verklaart : Mijnheer Frans MEYSKENS, geboren 

te Sint-Pauwels op 11 mei 1931, wonende te 2018 Antwerpen, Diamantstraat 

15, niet in staat zelf zijn goederen te beheren. 

Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Mijnheer Walter MALFLIET 

advocaat, kantoorhoudende te 2000 Antwerpen, Amerikalei 17. 

Antwerpen, 16 april 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Gerd Van den Bulck. 

(65918) 

Vredegerecht van het zesde kanton Antwerpen 

Bij beschikking van de Vrederechter van het Vredegerecht van het 

zesde kanton Antwerpen, verleend op 15 april 2013, werd 

VAN GOMPEL, Simonne, geboren te Antwerpen op 7 oktober 1928, 

wonende in het RVT LOZANAHOF, te 2018 ANTWERPEN, Van 

Schoonbekestraat 54, niet in staat verklaard haar goederen te beheren 

en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : TIJSSEN, Marc, 

geboren op 6 mei 1960, wonende te 2050 ANTWERPEN, W. Van 

Haechtlaan 35. 


Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Carlos Van 

Hoeylandt. 

(65919) 

Vredegerecht van het zevende kanton Antwerpen 

Bij vonnis van de vrederechter van het zevende kanton Antwerpen, 

uitgesproken op 29 maart 2013, werd DE WITTE, Maria Josepha Christina, 

geboren te ANTWERPEN op 8 september 1923, wonende te 

2050 ANTWERPEN, Gloriantlaan 52/3D, verblijvende te GZA Sint- 

Augustinus, te 2610 WILRIJK (ANTWERPEN), Oosterveldlaan 24, niet 

in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als 

voorlopige bewindvoerder : SMETS, Michel, Notaris, kantoorhoudende 

te 2000 ANTWERPEN, Maarschalk Gérardstraat 20. 

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 

14 maart 2013. 


De griffier, (get.) Isabel Verneirt. 

26735 

(65920)


Vredegerecht van het twaalfde kanton Antwerpen 

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kanton 

Antwerpen, verleend op 16 april 2013, werd GORIS, Ludovicus Laurentius 

Adrianus, echtgenoot van Mevr. Julia Margaretha VAN EYNDE, 

geboren te Turnhout op 11 augustus 1927, wonende te 2100 Deurne, 

Woonzorgcentrum Koala, Bisschoppenhoflaan 309, niet in staat 

verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig 

bewindvoerder : ANTHONIS, Luc, advocaat, kantoorhoudende te 

2000 Antwerpen, Stoopstraat 1, 5e verd. 

Het verzoekschrift werd neergelegd ter griffie op 27 maart 2013. 

Deurne, 16 april 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Richard 

Blendeman. 

(65921) 

Vredegerecht van het twaalfde kanton Antwerpen 

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kanton 

Antwerpen, verleend op 16 april 2013, werd MICHIELSEN, Angela 

Philomena, weduwe van de heer Willy Eduardus VAN DER WESTER- 

LAKEN, geboren te Burcht op 18 oktober 1925, wonende te 

2100 Deurne, Oude Bosuilbaan 23/7, verblijvende te 2100 Deurne, Sint- 

Fredegandusstraat 36/309, niet in staat verklaard haar goederen te 

beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : VAN DEN 

BOSCH, Chantal, advocaat, kantoorhoudende te 2100 Deurne, August 

Van de Wielelei 348. 


Deurne, 16 april 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Richard 

Blendeman. 

(65922) 

Verbeterend bericht 

Vredegerecht van het eerste kanton Brugge 

In het Belgisch Staatsblad van 4 april 2013, blz. 20898, akte nr. 64612, 

betreffende Osaer, Ronny, moet gelezen worden : de naam van de griffier 

: Tiara Coene, in plaats van Tiara Ceene. 

(65923) 

Vredegerecht van het kanton Diest 

Beschikking van de Vrederechter van het kanton Diest, d.d. 

9 april 2013 : 

Verklaart de heer TIMMERMANS, Louis Philippe, geboren te 

Kaggevinne op 21 december 1926, gedomicilieerd te 

3270 SCHERPENHEUVEL-ZICHEM, Ballaarstraat 39, voorheen verblijvende 

in het Algemeen Ziekenhuis Diest, Statiestraat 65, te 3290 DIEST 

en thans verblijvende in het rusthuis Hof ter Heyde, te 

3460 BEKKEVOORT, Oude Leuvensebaan 97, niet in staat zelf zijn 

goederen te beheren. 

Wijst aan als voorlopige bewindvoerder over de beschermde 

persoon : Mr. VAN ATTENHOVEN, Koen, advocaat, met kantoor te 

3270 SCHERPENHEUVEL-ZICHEM, Kloosterstraat 26. 

Diest, 16 april 2013. 

De griffier, (get.) Arnold Colla. 

(65924) 



9 april 2013 : 

Verklaart de heer STERCKX, Marcel Louis, geboren te Tielt (Brabant) 

op 14 april 1928, gedomicilieerd te 3390 TIELT-WINGE, Haksbergstraat 

4, voorheen verblijvende in het Algemeen Ziekenhuis Diest, 

Statiestraat 65, te 3290 DIEST, en thans verblijvende in het rusthuis Hof 

ter Heyde, te 3460 BEKKEVOORT, Oude Leuvensebaan 97, niet in staat 

zelf zijn goederen te beheren. 


persoon : Mr. VAN ATTENHOVEN, Koen, advocaat, met kantoor te 

3270 SCHERPENHEUVEL-ZICHEM, Kloosterstraat 26. 



(65925) 



9 april 2013 : 

Verklaart Mevr. NATUS, Anny Armanda Maria, geboren te Leuven 

op 11 juli 1947, gepensioneerde, gedomicilieerd en verblijvende te 

3290 DIEST, Kautershoek 8/B000, niet in staat zelf haar goederen te 

beheren. 


persoon : Mr. GEUKENS, Tinneke, advocaat, met kantoor te 

3980 TESSENDERLO (ENGSBERGEN), Achterheide 8. 



(65926) 


Beschikking 

9 april 2013 : 

van de Vrederechter van het kanton Diest, d.d. 

Verklaart de heer CELEN, Jean Joseph, geboren te Diest op 

30 januari 1964, gedomicilieerd en verblijvende te 3290 DIEST, 

Antwerpsestraat 30/0003, niet in staat zelf zijn goederen te beheren. 


persoon : Mr. GEUKENS, Tinneke, advocaat, met kantoor te 

3980 TESSENDERLO (ENGSBERGEN), Achterheide 8. 



(65927) 

Vredegerecht van het kanton Gent-4 

Bij vonnis van de vrederechter van het Vredegerecht Gent-4, verleend 

op 16 april 2013, werd beslist dat Martin Maria Elvire Cornelia 

DE GANCK, geboren op 15 augustus 1945 te Zottegem, wonende te 

9000 Gent, Sint-Vincentiusplein 62, verblijvend in het AZ Sint-Lucas - 

campus Volkskliniek, te 9000 Gent, Tichelrei 1, met rijksregisternummer 

45.08.15 210-50, niet in staat is verklaard haar goederen te beheren 

en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mevr. Natalie DE 

GANCK, wonende te Astridstraat 7, 9630 Zwalm. 


27 maart 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Fatma, Maya. 

(65929)

Vredegerecht van het kanton Gent-4 

Bij vonnis van de vrederechter van het Vredegerecht Gent-4, verleend 

op 16 april 2013, werd beslist dat William Luciaan STANDAERT, 

geboren op 26 maart 1925 te Gent, wonende te 9050 Gentbrugge (Gent), 

Neerhofstraat 23, verblijvend in de Residentie Militza, te 

9041 Oostakker (Gent), Groenvinkstraat 2, niet in staat is verklaard zijn 

goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder 

: Mevr. Annie CLAEYS, wonende te Anjelierstraat 36, 9000 Gent. 


4 maart 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Fatma, Maya. 

(65930) 

Vredegerecht van het vijfde kanton Gent 

Bij vonnis van de vrederechter van het vredegerecht Gent-5, verleend 

op 2 april 2013, werd beslist dat CORNELIS, Nicole, geboren op 

7 januari 1934 te Ninove, wonende te 9050 Gentbrugge (Gent), aan de 

Gentbruggekouter 40, thans verblijvend te 9050 Gentbrugge (Gent), 

« WZC WEVERSOS », Jan Van Aelbroecklaan 64, niet in staat is zelf 

haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder, 

TIMBERMONT, Christian, wonende te 9050 Gentbrugge 

(Gent), aan de Gentbruggekouter 40. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Bearelle, Marleen. 

(65931) 

Vredegerecht van het kanton Harelbeke 

Bij beschikking van de vrederechter van het vredegerecht Harelbeke, 

verleend op 18 april 2013, werd VANDOMMELE, Krista, geboren te 

Izegem op 12 april 1949, wonende te 8530 Harelbeke, Tuinstraat 33, 

rijksregisternummer 49.04.12 080-35, niet in staat verklaard zijn/haar 


meester Sofie VAN DEN BULCKE, met kantoor te 8500 Kortrijk, Koning 

Albertstraat 24. 

Harelbeke, 22 april 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Caroline Deklerk. 

(65932) 



verleend op 16 april 2013, werd DEMEYERE, Nelly, geboren te Deerlijk 

op 9 april 1930, wonende te 8540 Deerlijk, René De Clercqstraat 9, rijksregisternummer 

30.04.09 268-23, niet in staat verklaard zijn/haar 


DEMETS, Sonia, geboren te Deerlijk op 22 mei 1951, wonende te 

8553 Otegem, Sparrenlaan 23. 

Harelbeke 22 april 2013. 


(65933) 



verleend op 18 april 2013, werd VANDERPLANCKE, Jurgen, geboren 

te Izegem op 15 juli 1975, wonende te 8530 HARELBEKE, Stasegemdorp 

126, rijksregisternummer 75.07.15 243-58, niet in staat verklaard 

zijn/haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig 


bewindvoerder DECOENE, Christina, geboren te Sint-Eloois-Winkel op 

7 februari 1953, wonende te 8530 HARELBEKE, Stasegemdorp 126, 

rijksregisternummer 53.02.07 204-34. 

Harelbeke 29 april 2013. 


(65934) 

Vredegerecht van het kanton Houthalen-Helchteren 

Bij vonnis van de Vrederechter van het kanton HOUTHALEN- 

HELCHTEREN, verleend op 11 april 2013, werd VANDAEL, Maria 

Louisa, geboren te Zonhoven op 8 maart 1925, wonende te 

3520 Zonhoven, Engstegenseweg 3 kamer 60, niet in staat verklaard 

haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder 

: BIELEN, Guido, bruggepensioneerd, wonende te 

3581 Beringen, Helmstraat 66. 


4 maart 2013. 

Houthalen-Helchteren, 16 april 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Vrolix, Marleen. 

(65935) 

Vredegerecht van het kanton Jette 

Bij beschikking van de Vrederechter van het kanton Jette, d.d. 

14.03.2013, ingevolge het verzoekschrift neergelegd op 05.03.2013, werd 

de genoemde, de heer JACOBS, Armand, geboren op 06.02.1925, 

wonende te 1083 GANSHOREN, Keizer Karellaan 232, verblijvende te 

1090 JETTE, Laarbeeklaan 101, UZB, onbekwaam verklaard zijn 

goederen te beheren en voorzien van een voorlopige bewindvoerder 

zijnde : Mevr. LHOEST, Marie-Christine, geboren op 15 december 1951, 

wonende te 1910 KAMPENHOUT, Van Dycklaan 18. 

Jette, 15 april 2013. 

De hoofdgriffier, (get.) Veronica Hubrich. 

(65936) 

Vredegerecht van het kanton Lennik 

Bij vonnis verleend door de vrederechter van het kanton Lennik, op 

29 maart 2013, werd DE VIS, Chris, wonende te 9000 Gent, Blijde 

Inkomstraat 18, toegevoegd als voorlopig bewindvoerder over de 

goederen van FIEREMANS, Melania, geboren te Moorsel op 

17 juni 1930, gedomicilieerd te 1745 Opwijk, Gasthuisstraat 16, verblijvende 

in het RVT Sint-Rafaël, te 1770 Liedekerke, Kasteelstraat 14. 

Het verzoekschrift werd ter griffie neergelegd op 7 maart 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de wnd. hoofdgriffier, (get.) E. De 

Gieter. 

(65937) 

Vredegerecht van het kanton Maaseik 

26737 

Beschikking, d.d. 10 april 2013 van het vredegerecht Maaseik; 

verklaart Manuel BERBEN, geboren te Bree op 23 april 1986, wonende 

te 3640 Kinrooi, Slichtenveld 15, niet in staat om zelf zijn goederen te 

beheren, 

voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Guido Gerard Agnes 

Hendrik AGTEN, advocaat, kantoorhoudende te 3960 Bree, Malta 9. 

Het verzoekschrift werd neergelegd ter griffie op 4 februari 2013. 

Maaseik, 16 april 2013. 

De griffier, (get.) Myriam Heymans. 

(65938)


Vredegerecht van het kanton Mechelen 

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Mechelen, verleend 

op 11 april 2013, werd GIRAUD, Jeannine Gaston, geboren te Mechelen 

op 11 september 1946, verblijvende in De Lisdodde, campus De Polder, 

te 2800 Mechelen, Frans Broersstraat 1, niet in staat verklaard haar 


: GOOSKENS, Ursula Malvine Edmond, geboren te Mechelen op 

30 december 1966, 2811 Mechelen, Esptweg 89. 


Mechelen, 15 april 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Peter Vankeer. 

(65939) 

Vredegerecht van het kanton Menen 

Vonnis, d.d. 19 maart 2013, verklaart DEMUYNCK, Marc, geboren te 

Kortrijk op 6 mei 1935, wonende te 8930 MENEN, Poedermagazijnstraat 

20, niet in staat zelf zijn goederen te beheren. 

Voegt toe als voorlopig bewindvoerster : advocate Ellen DE GEETER, 

met kantoor te 8501 BISSEGEM, Meensesteenweg 454. 

Menen, 15 april 2013. 

De hoofdgriffier, (get.) Ollevier, Chris. 


(65940) 

Vonnis, d.d. 4 april 2013, verklaart DECABOOTER, Davine, geboren 

te Waregem op 5 december 1986, wonende te 9770 KRUISHOUTEM, 

Waregemsestraat 43, opgenomen in de instelling PSYCHIATRISCH 

CENTRUM MENEN, te 8930 MENEN, Bruggestraat 75, niet in staat zelf 

haar goederen te beheren. 

Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : advocaat Xavier 

VANDENBERGHE, met kantoor te 8790 WAREGEM, Stormestraat 140. 




(65941) 

Vonnis, d.d. 2 april 2013, verklaart BRAEMS, Steven, geboren te 

Menen op 8 september 1977, wonende te 8930 MENEN, Stijn Streuvelslaan 

18/0101, niet in staat zelf zijn goederen te beheren. 

Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : advocaat Luk 

DECEUNINCK, met kantoor te 8930 MENEN, Bruggestraat 55. 



(65942) 

Vredegerecht van het tweede kanton Oostende 

Bij beschikking van de vrederechter van het vredegerecht van het 

tweede kanton Oostende, verleend op 28 maart 2013, werd MESEURE, 

Astrid, geboren op 25 april 1935 te GISTEL, wonende te 

8400 OOSTENDE, Ooievaarslaan 3, niet in staat verklaard haar 


: DELAEY, Regina, wonende te 8400 OOSTENDE, Voorhavenlaan 

131. 

Oostende, 12 april 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Thierry Debruyne. 

(65943) 

Vredegerecht van het tweede kanton Oostende 

Bij beschikking van de vrederechter van het vredegerecht van het 

tweede kanton Oostende, verleend op 28 maart 2013, werd 

DE KEYZER, Noë, geboren op 9 september 1937 te ROKSEM, wonende 

te 8470 GISTEL, Sint-Jansgasthuisstraat 16, niet in staat verklaard zijn 


: SERCU, Ivan, wonende te 8400 OOSTENDE, Torhoutsesteenweg 

206. 

Oostende, 15 april 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Thierry Debruyne. 

(65944) 

Vredegerecht van het eerste kanton Sint-Niklaas 

Bij beschikking van de vrederechter van het Vredegerecht Sint- 

Niklaas-1, verleend op 11 april 2013, werd Simonne VAELE, geboren te 

Sint-Niklaas op 25 augustus 1928, wonende te 9100 Sint-Niklaas, P. De 

Meerleerstraat 26, verblijvende p.a. APZ Sint-Lucia, Ankerstraat 91, 

9100 Sint-Niklaas, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en 

kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Sarah BERNAERS, 

advocaat, met kantoor te 9100 Sint-Niklaas, Vermorgenstraat 20. 

Sint-Niklaas, 15 april 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get;) Gisèle Vermeulen. 

(65945) 

Vredegerecht van het kanton Torhout 

Uittreksel uit de minuten berustend ter griffie van het Vredegerecht 

van het kanton Torhout. In de zaak 13A245. 

Bij beslissing van de vrederechter van het kanton Torhout, verleend 

op 16 april 2013, werd James Franquenouille, geboren te Kortrijk op 

18 maart 1995, wonende te 8820 Torhout, Bruggestraat 39, niet in staat 

verklaard de eigen goederen te beheren en kreeg toegevoegd als 

voorlopig bewindvoerder : Inge Staelens, kantoorhoudende te 

8820 Torhout, Bruggestraat 140. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Marleen 

D’Hulster. 

(65946) 

Vredegerecht van het kanton Veurne-Nieuwpoort, zetel Veurne 

Vonnis uitgesproken door de Vrederechter van het kanton VEURNE- 

NIEUWPOORT, zetel VEURNE, d.d. 25 maart 2013, verklaart 

DE VOOGHT, Peter, geboren te Brugge op 10 december 1970, wonende 

te 8310 BRUGGE, Speelpleinlaan 4, verblijvende HAVENZATE VZW, 

te 8630 VEURNE, Noordstraat 136, niet in staat zelf zijn goederen te 

beheren.

Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : DE SOETE, Jozef, wonende 

te 8020 OOSTKAMP, Diepestraat 5. 

Veurne, 15 april 2013. 

De hoofdgriffier, (get.) Gina Huyghe. 

Vredegerecht van het kanton Wetteren-Zele, 

met zetel te Wetteren 

(65947) 

Bij beschikking, d.d. 09 april 2013, met rolnummer 13A292, van de 

heer vrederechter van het vredegerecht van het kanton Wetteren-Zele, 

met zetel te Wetteren, werd STEVENS, Godelieve, geboren te Kalken 

op 07/01/1945, wonende te 9290 Berlare, Baron Tibbautstraat 20, 

aangewezen als voorlopig bewindvoerder over BRACKE, Elza, geboren 

te Berlare op 11/04/1927, wonende te 9290 Berlare, Baron Tibbautstraat 

22, doch verblijvende te 9230 Wetteren, ASZ Wetteren, 

Wegvoeringstraat 73, welke niet in staat werd verklaard haar goederen 

te beheren. 

Wetteren, 16 april 2013. 

De griffier, (get.) Scheire, Katrien. 

Vredegerecht van het kanton Willebroek 

(65948) 

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Willebroek, verleend 

op 11 april 2013, werd Georges Louis VAN AKEN, geboren te Kapelleop-den-Bos 

op 31 augustus 1925, wonende te 2811 Hombeek, Zemstseweg 

86, doch verblijvende te 2890 Sint-Amands, WZC ’s Gravenkasteel, 

Lippelodorp 4, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren 

en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. VAN WEERDT, 

Elke, advocaat, kantoorhoudende te 2880 Bornem, Frans Van Haelenstraat 

89. 


11 maart 2013. 

Willebroek, 11 april 2013. 

De waarnemend hoofdgriffier, (get.) Borgonie, Mike. 

Vredegerecht van het kanton Genk 

Opheffing voorlopig bewind 

(65949) 

Verklaart Mr. David Vandenhoudt, advocaat, met kantoor te 

3600 Genk, André Dumontlaan 210, aangewezen bij vonnis uitgesproken 

op 07 juli 2010 door de Vrederechter van het kanton Genk 

(rolnummer 10A1363-Rep.R.nr. 2583/2010), tot voorlopig bewindvoerder 

over BROUX, Joanna, geboren te ZONHOVEN op 

17 februari 1927, gedomicilieerd te 3630 MAASMECHELEN, Joseph 

Smeetslaan 39, verblijvende rustoord Sint-Anna, te 3620 LANAKEN, 

Bessemerstraat 476 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 

30 augustus 2010, blz. 55725, onder nr. 70180), met ingang van 

03 april 2013 ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon 

overleden is te Lanaken op 03 april 2013. 

Genk, 15 april 2013. 

De hoofdgriffier, (get.) Marie-Louise Groffils. 


(65950) 

Vredegerecht van het vijfde kanton Gent 


Bij beschikking van de vrederechter van het vredegerecht Gent-5, 

verleend op 15 april 2013, werd vastgesteld dat de beschermde 

persoon, VERFAILLE, André, geboren op 16 februari 1936, laatst 

wonende te 8540 Deerlijk, Rene De Clercqstraat 9, overleden is te 

Deerlijk op 9 april 2013, waardoor er van rechtswege een einde is 

gekomen aan het vonnis toevoeging van een voorlopige bewindvoerder, 

verleend door de vrederechter van het vijfde kanton Gent, op 

20 augustus 2010 (rolnr. 10A1370 - rep. nr. 2599/2010), gepubliceerd in 

het Belgisch Staatsblad van 27 augustus 2010 onder nr. 70113. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Bearelle, Marleen. 

(65951) 

Vredegerecht van het kanton Haacht 


Bij beschikking van deVrederechter van het kanton Haacht verleend 

op 15 april 2013, werd STEVENS, Patricia, advocaat, met kantoor te 

3130 BETEKOM (BEGIJNENDIJK), Raystraat 61, aangewezen bij 

beschikking verleend door de Vrederechter van het kanton Haacht, op 

09 oktober 2008 (rolnummer 08AZ477) tot voorlopig bewindvoerder 

over Paulina CLEYNHENS, geboren te Wespelaar op 21 januari 1910, 

wonende en verblijvende in het Geriatrisch Centrum Damiaan, te 

3120 Tremelo, Pater Damiaanstraat 39, met ingang vanaf heden 

ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden 

is te Tremelo op 02.04.2013. 

Haacht, 15 april 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Peeters, Annika. 

(65952) 



Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Mechelen, 

verleend op 11 april 2013, werd vastgesteld dat de opdracht van 

LEMMENS, Annick, advocaat, kantoorhoudende te 2800 MECHELEN, 

Leopoldstraat 64, als voorlopig bewindvoerder over STORMS, Jozef 

Leonaard, geboren te Koningshooikt op 24 maart 1943, laatst verblijvende 

in De Lisdodde, campus De Polder, te 2800 MECHELEN, Frans 

Broersstraat 1, hiertoe aangesteld bij vonnis van de Vrederechter van 

het kanton Mechelen, op 27 mei 2009 (rolnummer 09A1431 - 

Rep.V. 3411/2009), gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 

9 juni 2009, blz. 40715, onder nr. 66552, van rechtswege beëindigd is op 

27 maart 2013, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon te 

Mechelen op 27 maart 2013. 



(65953) 



26739 



VOLCKAERTS, Astrid, advocaat, kantoorhoudende te 

2800 MECHELEN, Nekkerspoelstraat 61, als voorlopig bewindvoerder 

over MOLLIN, Laura Louisa, geboren op 16 september 1936, laatst 

wonende te 2800 MECHELEN, Wielewaalstraat 7, hiertoe aangesteld 

bij vonnis van de Vrederechter van het kanton Mechelen, op 

16 oktober 2012 (rolnummer 12A3511 - Rep.V. 6604/2012), gepubliceerd


in het Belgisch Staatsblad van 29 oktober 2012, blz. 66017, onder 

nr. 73947, van rechtswege beëindigd is op 6 april 2013, ingevolge het 

overlijden van de beschermde persoon te Mechelen op 6 april 2013. 



(65954) 





SELLESLAGH, Giovanni Josephina Pieter, geboren te Mechelen op 

27 mei 1969, wonende te 2811 LEEST (MECHELEN), Winkelstraat 24, 

als voorlopig bewindvoerder over VANHOOIJDONK, Josefina Joanna, 

geboren te Hombeek op 5 oktober 1922, laatst verblijvende in rusthuis 

Lippelo, te 2890 SINT-AMANDS, Lippelodorp 4, hiertoe aangesteld bij 

beschikking van de Vrederechter van het kanton Mechelen, op 

25 maart 2002 (rolnummer 02B93 - Rep.V. 1071/2002), gepubliceerd in 

het Belgisch Staatsblad van 13 april 2002, blz. 15292, onder nr. 63030, van 

rechtswege beëindigd is op 30 maart 2013, ingevolge het overlijden van 

de beschermde persoon te Sint-Amands op 30 maart 2013. 



(65955) 





MEUWES, Ludovica Victoria Ferdinanda, geboren te Borgerhout op 

12 augustus 1933, wonende te 2800 MECHELEN, Korte Heistraat 31, 

als voorlopig bewindvoerder over HINCKXT, Lodewijk Albert, 

geboren te Mechelen op 1 februari 1933, laatst wonende te 

2800 MECHELEN, Korte Heistraat 31, hiertoe aangesteld bij vonnis van 

de Vrederechter van het kanton Mechelen, op 18 april 2012 

(rolnummer 12A1161 - Rep.V. 2778/2012), gepubliceerd in het Belgisch 

Staatsblad van 30 april 2012, blz. 26064, onder nr. 65729, van rechtswege 

beëindigd is op 25 maart 2013, ingevolge het overlijden van de 

beschermde persoon te Mechelen op 25 maart 2013. 



(65956) 

Vredegerecht van het kanton Mol 

Bij beschikking van de Vrederechter van het kanton Mol, verleend 

op 12 april 2013, (rolnummer 13B119 -Rep.R. 953) werd BELIEN, Anja, 

advocaat, kantoorhoudende te 2450 MEERHOUT, Gestellaar 10, bij 

beschikking verleend door de Vrederechter van het Kanton Mol, op 

1 juli 2009 (rolnummer 09A704 - rep. nr. 1582) toegevoegd als voorlopige 

bewindvoerder aan GEBOERS, Maria Josepha, gepensioneerde, 

geboren te BALEN op 25 februari 1922, laatst gedomicilieerd en 

verblijvende in het rusthuis De Berk, te 2450 MEERHOUT, Gasthuisstraat 

27 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17.07.2009, 

blz. 49899 en onder nr. 68315), met ingang van 21 februari 2013 

ontslagen van de opdracht gezien het overlijden van de beschermde 

persoon. 

Mol, 15 april 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Greet Mentens. 

(65957) 

Vredegerecht van het kanton Eeklo 

Vervanging voorlopig bewindvoerder 

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton EEKLO, verleend 

op 10 april 2013, werd een einde gesteld aan de opdracht van JORIS, 

Erwin, advocaat, wonende te 2110 WIJNEGEM, Marktplein 22, als 

voorlopig bewindvoerder over DECROP, Frederik, geboren te 

Borgerhout op 9 december 1977, zonder beroep, wonende te 

2140 ANTWERPEN, Helleputtestraat 57, verblijvende P.C. Sint-Jan, te 

9900 EEKLO, Oostveldstraat 1. 

DHONT, Annelore, advocaat, kantoorhoudende te 9900 Eeklo, Zuidmoerstraat 

167/1, werd aangesteld als nieuwe voorlopige bewindvoerder 

over DECROP, Frederik. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Belinda 

Kosolosky. 

(65958) 

Vredegerecht van het kanton Hoogstraten 


Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Hoogstraten, 

verleend op 10 april 2013, werd vastgesteld dat Mevr. EMBRECHTS, 

Maria Elisa Joanna, geboren te Rijkevorsel op 6 juli 1932, gepensioneerde, 

wonende te 2340 Beerse, Beekakkersstraat 74, aangewezen bij 

vonnis verleend door de Vrederechter van het kanton Hoogstraten, op 

20 januari 2011 (rolnummer 11A10-Rep.R. 126/2011) tot voorlopig 

bewindvoerder over haar zoon : JONCKERS, Eduard Jozef, geboren te 

Beerse op 8 juli 1953, ongehuwd, wonende te 2340 Beerse, Beekakkersstraat 

74, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 10 maart 2011, 

blz. 15946 en onder nr. 63058), overleden is te Turnhout op 

22 maart 2013; 

werd akte verleend aan Mevr. Jacobs, Sylvia, van haar verklaring om 

een einde te stellen aan haar taak van vertrouwenspersoon; 

werd gezegd dat er vanaf 10 april 2013 een einde wordt gesteld aan 

de functie van vertrouwenspersoon van Mevr. Jacbos, Sylvia, geboren 

te Vosselaar op 15 mei 1958, wonende te 2340 Beerse, Molenberg 98; 

werd toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de 

voornoemde beschermde persoon, Jonckers, Eduard : Mr. Brigitte VAN 

WINSEN, advocaat, kantoorhoudende te 2340 Beerse, Schoolstraat 17. 

Hoogstraten, 16 april 2013. 

De hoofdgriffier, (get.) Van Gils, Herman. 

Vonnis, d.d. 2 april 2013. 



(65959) 

Verklaart advocaat Randall HUYSENTRUYT aangewezen bij 

beschikking verleend door de vrederechter van het kanton MENEN, 

op 14/10/2008 (rolnummer 08A1147 - Rep.R. 3132) tot voorlopig 

bewindvoerder over LEFEBVRE, Bjarne, geboren te Menen op 

6 juni 1986, wonende te 8400 OOSTENDE, Torhoutsesteenweg 36, 

appartement OC, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 

30/10/2008), met ingang van 02/04/2013 ontslagen van zijn opdracht. 

Voegt toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde 

beschermde persoon, LEFEBVRE, Bjarne : advocaat Jean LAMMENS, 

kantoorhoudend te 8400 OOSTENDE, Kemmelbergstraat 1. 



(65960)

Vredegerecht van het kanton Veurne-Nieuwpoort, zetel Veurne 


Beschikking uitgesproken door de Vrederechter van het kanton 

VEURNE-NIEUWPOORT-zetel VEURNE, d.d. 26 maart 2013. 

Verklaart Beelen, Robert, geboren te Tienen op 28.04.1953, wonende 

te 3000 Leuven, Justus Lipsiusstraat 24, aangewezen bij vonnis verleend 

door het Vredegerecht van het kanton Leuven-1, op 23.02.2006 

(rolnummer 06A55-Rep.R. 758/2013) tot voorlopig bewindvoerder 

over Chapelier, Kristel, geboren te Leuven op 12 april 1972, wonende te 

8660 De Panne, Eggaardstraat 7, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad 

van 02.03.2013, blz. 12624 en onder nr. 62188), met ingang van 

26.03.2013 ontslagen van zijn opdracht. 

Voegt toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde 

beschermde persoon, CHAPELIER, Kristel : SENTE, Nele, advocaat, 

wonende te 3000 LEUVEN, Sint-Maartenstraat 8. 

Veurne, 15 april 2013. 

De hoofdgriffier, (get.) Gina Huyghe. 

Justice de paix du premier canton d’Anderlecht 

(65961) 

Par ordonnance du Juge de Paix du premier canton d’Anderlecht, en 

date du 4 avril 2013, faisant suite à la requête du 18 mars 2013, le 

nommé VANDERZEYPEN, Fernand, lieu et date de naissance : 

Louvain, le 23 mars 1940, domicilié à: 1070 ANDERLECHT, rue de 

l’Instruction 32, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été 

pourvu d’un administrateur provisoire, étant : HERSCOVICI, Catherine, 

avocat, 1180 BRUXELLES, rue Xavier De Bue 11. 

Pour extrait certifié conforme : (signé) Carine Pauwels, greffier 

délégué. 

(65962) 

Justice de paix du canton de Ciney-Rochefort, 

siège de Ciney 


Paix du canton de CINEY-ROCHEFORT, siège de CINEY, rendue 

le 23-07-2004, FRANCOIS, Marie-Claire Jacqueline Nadine Ghislaine, 

lieu et date de naissance : Namur, le 08-06-1950, résidence/domicile : 

5002 Saint-Servais, rue de Gembloux 148, a été déclaré(e) à nouveau 

capable de gérer ses biens si bien qu’il a été mis fin au mandat de 

Maître Graziella MARTINI, laquelle avait été désignée en qualité 

d’administrateur provisoire par ordonnance du tribunal de céans en 

date du 12 novembre 2003. 

(Signé) Céline Driesen, greffier. 

(65963) 

Justice de paix du canton de Couvin-Philippeville, 

siège de Couvin 


Paix suppléant du canton de Couvin-Philippeville, siégeant à Couvin, 

rendue le 10-04-2013, Mademoiselle TILQUIN, Amélie, née à Brûly le 

13 mars 1919, domiciliée à 5660 Brûly, rue Grande 44, résidant 

à 5660 Cul-des-Sarts, au domaine « Les Rièzes et les Sarts » chaussée de 

l’Europe 124, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue 

d’un administrateur provisoire en la personne de : Maître CORNET, 

Pascal, avocat, dont le cabinet est établi à 6460 Chimay, rue du 

Château 2. 

Pour extrait conforme : (signé) Dominique Dussenne, greffier. 

(65964) 



Suite à la requête déposée le 4 mars 2013 par ordonnance du juge de 

paix du canton de Fléron, rendue le 21 mars 2013, Monsieur 

LAFUENTE, SOLSONA, Francisco Javier, né àLiège le 22 janvier 1964, 

sans profession, domicilié à4621 Fléron, rue de la Briqueterie 8, a été 


provisoire en la personne de : Maître DEVENTER, Olivier, avocat au 

Barreau de Liège, domicilié à4000 Liège, rue Sainte-Walburge 462. 

Pour extrait conforme : (signé) Sabine Namur, greffier en chef faisant 

fonction. 

(65965) 

Justice de paix du canton de Jette 

Par ordonnance du Juge de Paix du Canton de Jette, en date du 

14 mars 2013 suite à la requête déposée le 5 mars 2013, la nommée, 

TOMBEUR, Yvonne, née le1 er août 1924, domiciliée à 1083 GANS- 

HOREN, avenue Charles Quint 232, résidant à 1090 JETTE, avenue du 

Laerbeek 101 a été déclarée incapable de gérer ses biens et pourvue 

d’un administrateur provisoire étant : 

Madame LHOEST, Marie-Christine, née le 15.12.1951, domiciliée à 

1910 KAMPENHOUT, Van Dycklaan 18. 

Pour extrait conforme : (signé) Veronica Hubrich, greffier en chef. 

(65966) 

Justice de paix du premier canton de Liège 


paix du premier canton de Liège, rendue le 16 avril 2013, Monsieur 

LIBERT Claude Charles Félix Ghislain, de nationalité belge, né à 

Ottignies le 23 septembre 1954, célibataire, domicilié à4020 Liège, rue 

Adelin-et-Jules-Husson 33, a été déclaré incapable de gérer ses biens et 

a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de : 

Madame LIBERT, Valérie Chantal Françoise, née le 27 octobre 1977, 

employée, domiciliée à 4600 Visé, clos du Lieutenant Jacquemin 13. 

Pour extrait conforme : (signé) Lefebvre, Véronique, greffier. 

(65967) 

Justice de paix du canton du Liège IV 

Suite à la requête déposée le 14-03-2013, par décision du Juge de 

Paix du canton de LIEGE IV, rendue le 9 avril 2013, Mademoiselle 

BACKLER, Carine Jacqueline, née à VERVIERS le 6 août 1968, domiciliée 

à 4031 Liège, rue Vaudrée 107/0028, a été déclarée incapable de 

gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la 

personne de Maître HOUBEN, Marcel, avocat, dont les bureaux sont 

sis 4030 Liège, rue Vinâve 32. 

Pour extrait conforme : (signé) Thirion, Cécile, greffier. 

(65968) 


26741 

Suite à la requête déposée le 07-03-2013, par décision du Juge de Paix 

du canton de LIEGE IV, rendue le 4 avril 2013, Madame MISSAIR, 

Christine Catherine Claude, née à BRESSOUX le 29 janvier 1969, 

domiciliée à 4030 Liège, rue Jacques Brel 5, résidant à 4990 LIERNEUX, 

Joubié Val4,aété déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue 

d’un administrateur provisoire en la personne de : Maître DE JONGHE, 

Françoise, avocat, dont les bureaux sont sis 4620 Fléron, avenue des 

Martyrs 302, bte 2. 

Pour extrait conforme : (signé) Thirion, Cécile, greffier. 

(65969)


Justice de paix du canton de Malmedy-Spa-Stavelot, 

siège de Spa 

Par ordonnance de Monsieur le Juge de Paix du canton de 

Malmedy-Spa-Stavelot, siège de Spa, rendue le 26 mars 2013, 

Madame Renée Jeannine Henriette FASSIN, née le 29-12-1933 à Creppe, 

domiciliée avenue Reine Astrid 206, à 4900 Spa, résidant à la « Clinique 

psychiatrique des Frères Alexiens », rue du Château de Ruyff 68, à 

4841 Henri-Chapelle (Welkenraedt), a été déclarée incapable de gérer 


personne de Maître Dominique FYON, avocat, ayant ses bureaux sis 

avenue Müllendorff 61, à 4800 Verviers. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Boisdequin, Cécile. 

(65970) 

Justice de paix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy, 

siège de Durbuy 


Paix du canton de MARCHE-EN-FAMENNE-DURBUY, siège de 

Durbuy, rendue le 03-04-2013, LEROY, Anne-Marie Ermence Emilie 

Flore, née à Boncelles le 26 juin 1951, domiciliée à 6940 WERIS 

(DURBUY), rue de Heyd 6, « Résidence Les Dolmens », aété déclarée 


provisoire en la personne de GUIMIN, Sylvie, avocate, dont les bureaux 

sont situés à 6900 WAHA (MARCHE-EN-FAMENNE), rue du Petit 

Bois 31. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) LERUTH, Corine. 


(65971) 


Paix du Premier Canton de Mons, rendue le 29 mars 2013, 

Madame Raymonde Esther Nelly CHAMPION, née à Mons le 

4 mars 1934, domiciliée à 7000 Mons, impasse de la Cense Gain 13, a 

été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un 

administrateur provisoire en la personne de Monsieur Olivier LEQUIN, 

domicilié à7500 Tournai, rue Roc Saint-Nicaise 80. 


A.-F. Cordier. 

(65972) 


Suite à la requête déposée le 28 novembre 2012, par ordonnance du 

Juge de Paix du Premier Canton de Mons, rendue le 5 avril 2013, 

Madame Lucette Firma BROHET, née à Frameries le 24 août 1935, 

domiciliée à 7000 Mons, à la Maison de Repos « La Bonne Maison de 

Bouzanton », rue Achille Legrand 1, a été déclarée incapable de gérer 


personne de Maître Xavier BEAUVOIS, avocat, dont le cabinet est sis à 

7000 Mons, place du Parc 34. 


A.-F. Cordier. 

(65973) 

Justice de paix du canton de Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul, 

siège de Paliseul 

Suite à la requête déposée le 14-03-2013, par jugement du Juge de 

Paix du canton de Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul, siège de PALISEUL, 

rendu le 16 avril 2013, Monsieur Léopold GENATZY, né le 10-07-1938 à 

Bertrix, domicilié à6880 Bertrix, rue de la Fontaine 20, résidant au 

« Home Saint-Charles », rue du Culot 23, à 6880 Bertrix, a été déclaré 

incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur 

provisoire en la personne de Maître Emeline HUVELLE, avocate à 

6600 Bastogne, avenue Mathieu 37b. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Pernilla 

WARNMAN. 

(65974) 

Friedensgericht des Kantons Sankt Vith 

Durch Beschluss des delegierten Friedensrichters des Kantons Sankt 

Vith vom 02.04.2013 wurde die Frau Viktoria SALZBURGER, wohnhaft 

in 4700 EUPEN, Th-Mooren-Straße 16, zur vorläufigen Verwalterin der 

Frau Anna SALZBURGER, geboren am 07-10-1920 in Reuland, wohnhaft 

in 4780 Sankt Vith, Klosterstraße 9B, bestellt. 

Es wurde festgestellt, dass die vorgenannte Frau Anna SALZ- 

BURGER, auger Stande ist, ihre Güter selbst zu verwalten. 

Für gleichlautenden Auszug : (gez.) Brigitte WIESEMES, Chefgreffier. 

(65975) 

Justice de paix du second canton de Tournai 

Par ordonnance du Juge de Paix du second canton de TOURNAI, 

rendue le 12 avril 2013, DANNEELS, Renée, née à Roubaix le 

3 août 1921, domiciliée à 7740 Pecq, Résidence « Les Templiers », 

chaussée de Tournai 141, a été déclarée incapable de gérer ses biens et 

a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de 

SWOLFS, Michel, domicilié à 27140 Gisors (France), rue Auguste 

Marion 20. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Emmanuelle Wallez. 

(65976) 

Justice de paix du premier canton de Tournai 

Par ordonnance du Juge de Paix du premier canton de TOURNAI, 

rendue le 11 avril 2013, FAVIER, Jean-Claude, né à TOURNAI le 

20 mars 1953, domicilié à7506 Willemeau (Tournai), rue du Moulin à 

Eau 19, mais résidant à 7500 TOURNAI, Home « Les Myosotis », rue 

du Viaduc 52, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu 

d’un administrateur provisoire en la personne de DECONINCK, Mary, 

avocate, domiciliée à 7500 Tournai, rue de l’Athénée 38. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Véronique Witesprost. 

(65977) 




Madame Odette Ghislaine Florestine DUPORT, née à Woluwe-Saint- 

Lambert le 26 août 1936, domiciliée à 1050 Ixelles, avenue Brugmann 

217/B000, résidant à la « Résidence Palace », à 1180 Uccle, avenue 

du Lycée Français 6, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été 

pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Maître HAMBYE, 

Hélène, avocate, dont le cabinet est sis à 1050 Ixelles, rue Emile 

Banning 31. 


(65978)




Paix du Canton de VERVIERS 1-HERVE, siège de Verviers 1, rendue le 

3 avril 2013, Madame Thérèse Jeanne Léonie PIRNAY, née à 

Lambermont le 6 janvier 1930, domiciliée à 4800 Lambermont 

(Verviers), rue Saint-Bernard 68, résidant au home « Entre Nous », rue 

Nicolas Arnold 29a, à 4800 Petit-Rechain (Verviers), a été déclarée 


provisoire en la personne de Monsieur André Jean Marie Joseph 

MERVEILLE, pensionné, domicilié à4800 Lambermont (Verviers), rue 

Saint-Bernard 68. 


Chantal. 

(65979) 




Paix du Canton de VERVIERS 1-HERVE, siège de Verviers 1, rendue le 

25 mars 2013, Monsieur Yves Christian André BODEUX, né àVerviers 

le 26 mars 1980, sans profession, domicilié à4821 Andrimont (Dison), 

chemin de la Neuville 35, a été déclaré incapable de gérer ses biens et 

a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de 

Maître Nathalie DUMOULIN, avocat, dont les bureaux sont établis à 

4800 Verviers, place Albert I er 4. 


Chantal. 

(65980) 

Justice de paix du canton de Virton-Etalle-Florenville, 

siège de Florenville 


Paix du canton de VIRTON-ETALLE-FLORENVILLE, siège de Florenville, 

rendue le 2 avril 2013, Mademoiselle Micheline LEFEBVRE, née à 

Etterbeek le 30 octobre 1938, domiciliée à 6810 Jamoigne (Chiny), rue 

de la Centenaire 3, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été 

pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Maître Marie 

DISCRET, avocate, dont le cabinet est sis à 6700 Arlon, rue des 

Martyrs 19. 


TOUSSAINT, Mireille. 

(65981) 

Justice de paix du canton de Beauraing-Dinant-Gedinne, 

siège de Dinant 


Par ordonnance du Juge de Paix du canton de 

BEAURAING-DINANT-GEDINNE, siège de Dinant, prononcée le 

15-04-2013, CONSTATONS que la mesure d’administration provisoire 

des biens, prise par notre ordonnance du 16 juillet 2009, à l’égard de 

Monsieur VANDY, Olivier (NN 40.07.24 019-53), né le 24 juillet 1940, 

domicilié àla résidence « La Fontaine », à 7134 LEVAL-TRAHEGNIES, 

rue d’Anderlues 30-80, cesse de produire ses effets de plein droit, suite 

au décès de la personne protégée précitée, survenu à La Louvière le 

22 mars 2013. 

En conséquence, le mandat d’administrateur provisoire de 

Maître SCAILLET, Roxane, avocat, dont les bureaux sont établis à 

5520 ONHAYE, place Collignon 13, a pris fin. 

Pour extrait conforme : le greffier assumé, (signé) Eddy BESOHE. 

(65982) 


Justice de paix du canton de Grâce-Hollogne 


Par ordonnance du Juge de Paix du canton de GRACE-HOLLOGNE, 

rendue le 16 avril 2013, a été levée la mesure d’administration provisoire 

prise par ordonnance du 17 Juin 2010, à l’égard de Monsieur Jean 

André Léon Julien PARISSE, néàSeraing le 8 septembre 1924, domicilié 

à 4400 Flémalle, rue Sompré 58, décédé àFlémalle le 9 Mars 2013. 

Il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur 

provisoire, à savoir : Madame Jeanne de Chantal Françoise Marie 

Jacqueline PARISSE, domiciliée à 4000 Liège, rue Charles 

Magnette 120/6 e étage. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Simon DOSSERAY. 

(65983) 





prise par ordonnance du 6 novembre 2009, à l’égard de 

Monsieur Olivier Joseph Ghislain LENS, né à Hamois le 

8 décembre 1914, domicilié à la maison de repos « Domaine du 

Château », à 4400 Flémalle, rue des Hospitaliers 13/1, décédé à 

Flémalle le 26 Février 2013, il a été mis fin, en conséquence, à la mission 

de son administrateur provisoire, à savoir : Madame Marie-Claire 

Victorine Ghislaine LENS, domiciliée à 4400 Flémalle, place Emile 

Vinck 1/7. 


(65984) 





prise par ordonnance du 10 décembre 2009, à l’égard de 

Madame Christiane Jeanne Palmyre Ghislaine DEBANDE, née à Serinchamps 

le 31 juillet 1949, domiciliée à 4400 Flémalle, place Emile 

Vinck 2/6, décédée à Flémalle le 31 mars 2013, il a été mis fin, en 

conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : 

Maître Dominique CHARLIER, avocat, domicilié à4101 Seraing, rue 

de la Station 9. 


(65985) 



26743 



prise par ordonnance du 7 Juillet 2009, à l’égard de 

Madame Antonia Anna CANEI, née à Puos d’Alpago (Italie) le 

1 er mai 1922, domiciliée à 4460 Grâce-Hollogne, « La Boisellerie », rue 

Edouard Remouchamps 51, décédée à Grâce-Hollogne le 6 mars 2013, 

il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur 

provisoire, à savoir : Maître Anne-Françoise HAENEN, avocat, juge de 

paix suppléant, domiciliée à 4030 Liège, rue Henri Pirenne 42. 


(65986)






prise par ordonnance du 27 septembre 2005, à l’égard de 

Monsieur Hubert GOREUX, né à Corswarem le 2 novembre 1929, 

domicilié à la maison de repos « Les Fougères », à 4400 Flémalle, 

chaussée de Ramet 204, décédé àFlémalle le 26 février 2013, il a été mis 

fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à 

savoir : Maître Dominique CHARLIER, avocat, domicilié à 

4101 Seraing, rue de la Station 9. 


(65987) 

Justice de paix du premier canton de Namur 


Par ordonnance du Juge de Paix du premier Canton de Namur, 

prononcée en date du 15 avril 2013 (REP. N° 2148/2013), il a été constaté 

que la mission de l’administrateur provisoire, Maître OUDEWATER, 

Marie-Noële, avocat, dont le cabinet est établi à 5000 Namur, rue 

Pépin 44, a cessé de plein droit lors du décès survenu le 02/04/2013, 

de la personne protégée, Madame HANZEN, Yvette, née à Limerlé le 

27 août 1934, domiciliée en son vivant à 5002 Saint-Servais (Namur), 

ruedelaPépinière 130. 

Namur, le 15 avril 2013. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Gouy, Nancy. 

Justice de paix du canton de Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul, 

siège de Paliseul 


(65988) 


Paix du canton de SAINT-HUBERT-BOUILLON-PALISEUL, siège de 

PALISEUL, rendue le 16 avril 2013, a été levée la mesure d’administration 

provisoire prise par notre décision du 14.06.2011, et publiée au 

Moniteur belge du 21.06.2011, à l’égard de LEBRUN, Jean-Luc, de 

nationalité belge, né àSaint-Léger le 1 er janvier 1957, divorcé, domicilié 

à 6730 Tintigny, Grand Rue 92, cette personne étant redevenue capable 

de gérer ses biens, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son 

administrateur provisoire, à savoir : Maître Viviane HOSCHEIT, 

avocate à 6880 Bertrix, rue des Combattants 35a. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Marie HAUTOT. 

(65989) 

Justice de paix du canton de Thuin 



Paix du canton de Thuin, rendue le 15 avril 2013, il a été mis fin au 

mandat de Maître Noël PATRIS, avocat, dont le cabinet est sis à 

6540 Lobbes, rue des Quatre Bras 66, en sa qualité d’administrateur 

provisoire des biens de Madame Georgette DEMAIFFE, née à 

Farciennes le 30 septembre 1931, domiciliée et résidant à 

6120 Ham-sur-Heure-Nalinnes (Jamioulx), Résidence « Les Bruyères », 

rue du Sanatorium 74, étant décédée à Jamioulx. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Jean-François Mahieux. 

(65990) 



Par ordonnance du Juge de Paix du second canton de Wavre, rendue 

le 15 avril 2013, il a été constaté que la mesure d’administration 

provisoire prise par ordonnance du 6 mars 2013, a pris fin suite au 

décès de Madame GEERTS, Denise, née le 14-03-1926 à LIEGE, domiciliée 

à 1330 RIXENSART, avenue de Winterberg 56, décédée à 

Ottignies-Louvain-la-Neuve le 18 mars 2013. 

Par conséquent, il a été mis fin à la mission de son administrateur 

provisoire, Maître Nathalie COOREMANS, boulevard de l’Europe 145, 

à 1300 WAVRE. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Véronique Muraille. 

(65991) 




seize avril deux mille treize, Maître DE JONGHE, Françoise, avocat, 

domiciliée à 4620 Fléron, avenue des Martyrs 302/2, a été désignée en 

qualité d’administrateur provisoire de Madame SELLIER, Reine Joséphine, 

née à Chaudfontaine le 6 octobre 1929, domiciliée à 

4050 Chaudfontaine, rue du Bois de la Grue 17, en remplacement de 

Monsieur NEURAY, Denis Michel Joseph Henri, né à Liège le 

28 décembre 1979, domicilié à PEPINSTER, rue Hubert Halet 104, 

résidant rue de la Révision 90, à 4032 LIEGE. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) Sabine NAMUR. 

(65992) 




cinq avril deux mille treize, Maître EVRARD, Jean-Yves, avocat, domicilié 

à 4020 Liège, quai Van Beneden 4, a été désigné en qualité 

d’administrateur provisoire de Madame GOFFINET, Juliette, née le 

4février 1929, domiciliée à 4052 Chaudfontaine, voie de l’Air Pur 178, 

en remplacement de Monsieur HERBIET, Benoît, avocat, domicilié à 

4000 Liège, avenue Blonden 33. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Edwige FRAITURE. 

(65993) 




onze avril deux mille treize, Maître EVRARD, Jean-Yves, avocat, 

domicilié à4020 Liège, quai Van Beneden 4, a été désigné en qualité 

d’administrateur provisoire de Monsieur GARROIT, Jean Gaston 

Adrien Julien, né le 7 juin 1928, domicilié à4052 Chaudfontaine, route 

de l’Abbaye 72, en remplacement de Monsieur GARROIT, Jean-Marc 

Richard Alfred Gaston, domicilié à 4052 Chaudfontaine, route de 

l’Abbaye 47. 


Sabine NAMUR. 

(65994)



Suite à la requête déposée le 10 avril 2013, par Me Sandrine 

HERMANT, avocat-liquidateur du cabinet de Benoît PARMENTIER, sis 

à 6000 CHARLEROI, avenue Général Michel 3, par ordonnance du Juge 

de Paix du Premier Canton de Mons, rendue le 12 avril 2013, il a été 

mis fin à la mission de Monsieur Benoît PARMENTIER, en sa qualité 

d’administrateur provisoire de biens de Monsieur Christophe LEROY, 

né à Charleroi le 23 avril 1977, domicilié à 7000 Mons, au 

CHP « Le Chêne aux Haies », chemin du Chêne aux Haies 24. 

Un nouvel administrateur provisoire a été désigné en la personne de 

Maître Olivier LESUISSE, avocat à 7000 Mons, Croix-Place 7. 

Mons, le 12 avril 2013. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Patrick Thibaut. 



(65995) 



Maître STRYPSTEIN, Yves, avocat, dont le cabinet est établi à 

1180 Uccle, avenue de Boetendael 72, a été désigné en remplacement de 

Monsieur Benoît PARMENTIER, à 6000 Charleroi, avenue Général 

Michel 3, en qualité d’administrateur provisoire des biens de 

Monsieur DECLERCQ, Christian, néàWasmes le vingt novembre mille 

neuf cent cinquante-deux, résidant à 7170 Manage, « Centre psychiatrique 

Saint-Bernard », rue Jules Empain 43, ce dernier étant hors d’état 

de gérer ses biens. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Martine NYKON. 

(65996) 

Justice de paix du canton de Seraing 


Suite à la requête d’office et l’ordonnance du Juge de Paix du canton 

de SERAING, rendue le 5 avril 2013, DESIGNONS Maître Jean-Luc 

PAQUOT, avocat, dont les bureaux sont situés à 4000 LIEGE, avenue 

Blonden 33, en qualité d’administrateur provisoire des biens de 

Monsieur SCALZO, David, né àLiège le 12 avril 1976, domicilié à 

4100 SERAING, rue de la Basse Marihaye 407/4, avec les pouvoirs 

prévus à l’article 488bis, c du Code civil, en remplacement de 

Maître HERBIET, Benoit (MB 05/12/2008, page 64991). 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jean-Marie Fouarge. 

(65997) 






Blonden 33, en qualité d’administrateur provisoire, des biens de 

Monsieur THACI, Afrim, de nationalité belge, né à Liège le 

28 avril 1978, domicilié à4102 Ougrée (Seraing), rue Franklin Roosevelt 

67, avec les pouvoirs prévus à l’article 488bis, c, du Code civil, en 

remplacement de Maître Benoit HERBIET (MB 19/12/2008, 

page 67466). 


(65998) 







Blonden 33, en qualité d’administrateur provisoire, des biens de 

Monsieur GONISSEN, Frédérick, né à Chênée le 23 juillet 1971, 

domicilié à4100 Seraing, rue Ramoux 36/21 avec les pouvoirs prévus 

à l’article 488bis, c, du Code civil, en remplacement de Maître Benoit 

HERBIET (MB 5/12/2008, page 64985). 


(65999) 




de SERAING, rendue le 5 avril 2013, DESIGNONS Me Jean-Luc 


Blonden n° 33, en qualité d’administrateur provisoire, des biens de 

Monsieur NAMOUS, Albert, de nationalité belge, né à Ougrée le 

30 avril 1956, sans profession, célibataire, domicilié à4100 Seraing, rue 

Paul Janson n° 39/11 avec les pouvoirs prévus à l’article 488bis, c, du 

Code civil, en remplacement de Me Benoit HERBIET (MB 19/12/2008, 

Pg 67465). 

Pour extrait conforme délivré : le greffier en chef, (signé) Jean-Marie 

Fouarge. 

(66000) 







Monsieur MINGUET, Maurice, de nationalité belge, né à Liège le 

14 octobre 1938, pensionné, domicilié à 4101 Jemeppe-sur-Meuse 

(Seraing), rue Léon Blum n os 55 et 57, avec les pouvoirs prévus à 

l’article 488bis, c, du Code civil, en remplacement de Me HERBIET, 

Benoit, (MB 19/12/2008, Pg 67465). 


Fouarge. 

(66001) 



26745 





Monsieur STALMANS, André Denis Louis Clément, de nationalité 

belge, né àOugrée le 13 juillet 1952, sans profession, divorcé BODART, 

Nadine, domicilié à4102 Ougrée (Seraing), rue Cerfontaine n° 18/C, 

avec les pouvoirs prévus à l’article 488bis, c, du Code civil en remplacement 

de Me Benoit HERBIET (MB 29/04/1992, Pg 9648). 


Fouarge. 

(66002)








Monsieur CUFARO, Antonio, né à Palerme (Italie) Italie le 

28 septembre 1953, célibataire, domicilié à4100 Seraing, rue Fanny 

n° 50, avec les pouvoirs prévus à l’article 488bis, c, du Code civil, en 

remplacement de Me Benoit HERBIET (MB du 29/10/2002, Pg 49393). 


Fouarge. 

(66003) 



Suite à la requête d’office et par ordonnance du Juge de Paix du 

canton de SERAING, rendue le 5 avril 2013, DESIGNONS Me Jean-Luc 



Monsieur BIEN, Fabian, né àLiège le 27 octobre 1977, domicilié à 

4101 Jemeppe-sur-Meuse (Seraing), rue des Makets n° 8, avec les 

pouvoirs prévus à l’article 488bis, c, du Code civil, en remplacement de 

Me HERBIET, Benoit. 


Fouarge. 

(66004) 



Suite à la requête d’office et par ordonnance du Juge de Paix du 

canton de SERAING, rendue le 5 avril 2013, DESIGNONS Me Jean-Luc 



Madame VANHEERS, Huguette, divorcée, née le 23 janvier 1946, 

domiciliée à 4100 Seraing, rue de Plainevaux n° 359/182 et en résidence 

à la Résidence « Les Lilas », à 4100 SERAING, rue de la Boverie n° 484, 

avec les pouvoirs prévus à l’article 488bis, c, du Code civil, en 

remplacement de Me HERBIET, Benoit (MB 11/10/2002, 

Pg 45902). 


Fouarge. 

(66005) 



Par ordonnance du Juge de Paix du second canton de Wavre, rendue 

le 20 février 2013, Madame DONCKERS, Marie-Josée, domiciliée à 

1495 VILLERS-LA-VILLE, boulevard Neuf 56, résidant à 

1341 OTTIGNIES-LOUVAIN-LA-NEUVE, rue des Renoncules 23, a été 

pourvue d’un nouvel administrateur provisoire en la personne de 

Me BAIJOT, Etienne, avocat à 1490 COURT-SAINT-ETIENNE, rue 

Emile Henricot 15, en remplacement de Monsieur Jean-Marie 

DONCKERS. 

Pour extrait conforme délivré : le greffier, (signé)Véronique Muraille. 

(66006) 

Acceptation sous bénéfice d’inventaire 

Code civil - article 793 

Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving 

Burgerlijk Wetboek - artikel 793 

Tribunal de première instance de Bruxelles 

Déclaration d’acceptation, sous bénéfice d’inventaire, devant le greffier 

du tribunal de première instance de Bruxelles faite le 23 avril 2013, 

par Mme Lora Cuomo, née à Etterbeek le 20 juin 1981, domiciliée à 

1170 Auderghem, avenue des Arums 10/bC24, en qualité de : en son 

nom personnel et en sa qualité de mère et détentrice de l’autorité 

parentale sur ses enfants mineurs, étant : 

Moira Bossuyt, née à Uccle le 15 mai 2001, 

Maëva Bossuyt, née à Uccle le 14 juillet 2004, par ordonnance du juge 

de paix du canton d’Auderghem, rendue le 6 mai 2011, l’acceptation, 

sous bénéfice d’inventaire, à la succession de Bossuyt, Alex François 

Pierre, né à Ixelles le 20 mars 1969, de son vivant domicilié(e) à 

Auderghem, avenue des Arums 10/bC24 et décédé le5décembre 2010 

à Auderghem. Dont acte, signé, après lecture. 

Le greffier délégué, (signé) Cindy De Paepe. 

(15192) 

Tribunal de première instance de Bruxelles 

Suivant acte (n° 13-957) passé au greffe du tribunal de première 

instance de Bruxelles, le 23 avril 2013, Mme Lora Cuomo, domiciliée à 

1170 Auderghem, avenue des Arums 10/bC24, agissant en son nom 

personnel et en sa qualité de mère et détentrice de l’autorité parentale 

sur ses enfants mineurs, étant : 

Moira Bossuyt, née à Uccle le 15 mai 2001; 

Maëva Bossuyt, née à Uccle le 14 juillet 2004, par ordonnance du juge 

de paix du canton d’Auderghem, rendue le 6 mai 2012, l’acceptation, 

sous bénéfice d’inventaire, à la succession de à la succession de 

M. Bossuyt, Alex François Pierre, né àIxelles le 20 mars 1969, de son 

vivant domicilié(e) à Auderghem, avenue des Arums 10/bC24 et 

décédé le5décembre 2010 à Auderghem. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis 

recommandé, leurs droits dans un délais de trois mois à compter de la 

présente insertion à Maître Renaud Verstraete, notaire à 1160 Bruxelles, 

boulevard du Souverain 288. 

Le greffier délégué, (signé) Cindy De Paepe. 

(15193) 

Tribunal de première instance de Charleroi 

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du 

19 avril 2013. 

Aujourd’hui le 19 avril 2013, comparaît au greffe civil du tribunal de 

première instance, séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant 

nous, Tamara Kania, greffier, Mme Dussart, Françoise Ingrid A., née à 

Ixelles le 24 janvier 1961, domiciliée à 6530 Thuin, chemin de 

Maroëlles 10, agissant en sa qualité d’administrateur provisoire de 

M. Lahaye, Jacques Joseph René, néàErquelinnes le 19 janvier 1945, 

domicilié à6530 Thuin, chemin de Walcourt 5, résidant à 6530 Thuin, 

drève des Alliés 1,au« Gai Séjour », désignée à cette fonction par 

Ordonnance du Juge de Paix du canton de Thuin en date du 

7décembre 2011, à ce dûment autorisée par ordonnance du juge de paix 

du canton de Thuin, en date du 6 mars 2013,

laquelle comparante, agissant comme dit ci-dessus déclare, en langue 

française, accepter, mais sous bénéfice d’inventaire seulement, la 

succession de la succession de Panthöfer, Anne Marie Jacqueline, née le 

4août 1935 à Anvers, de son vivant domiciliée à Thuin, chemin de 

Walcourt 5, et décédée le 15 octobre 2011 à Thuin. 

Dont acte dressé àla demande formelle, de la comparante qu’après 

lecture faite Nous avons signé avec elle. 

Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs 

droits, par avis recommandé, dans le délai de trois mois à compter de 

la date de la présente insertion. 

Cet avis doit être adressé à Me Françoise Mourur, notaire de 

résidence à 6567 Merbes-le-Château, Grand-Place 37. 

Charleroi, le 19 avril 2013. 

Le greffier, (signature illisible). 


(15194) 

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du 

23 avril 2013. 


première instance séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant 

nous, Tamara Kania, Mme Vidrequin, Geneviève Yvonne C., née à 

Lobbes le 28 juin 1962, domiciliée à Biercée (Thuin) rue des Sarts 20, 

laquelle comparante déclare, en langue française, accepter, mais sous 

bénéfice d’inventaire seulement, la succession de Vaes, Maria Martin, 

née le 5 avril 1941 à Mayoko (Congo belge), de son vivant domiciliée à 

Biercée, rue du Fond 1, et décédée le 10 avril 2013 à Thuin (Biercée). 

Dont acte dressé àla demande formelle de la comparante, qu’après 

lecture faite, nous avons signé avec elle. 




Cet avis doit être adressé àMe Anne Ruelle, notaire de résidence à 

6530 Thuin, drève des Alliés 10B. 




(15195) 

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de première instance de ce 

siège, en date du... 


première instance, séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant 

nous, Kania, Tamara, greffier, M. Alain Wéry, avocat, agissant en sa 

qualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Lete, Jacqueline, 

née le 26 avril 1938, désigné à cette fonction par ordonnance de 

M. le juge de paix du canton de Binche le 16 juin 1997, à ce dûment 

autorisé par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Binche, en 

date du 10 avril 2013, 

lequel comparant déclare en langue française, accepter, mais sous 

bénéfice d’inventaire seulement, la succession de Montreuil, Marius 

Oscar Raoul né le 5 mai 1912 à Jemappes, de son vivant domicilié à 

Binche, résidence « Jeanne Mertens », rue du Moulin Blanc 15, et décédé 

le 12 février 2005 à Binche. 

Dont acte dressé à la demande formelle du comparant, qu’après 

lecture faite, nous avons signé avec lui. 





Cet avis doit être adressé à M. le notaire Pol Decruyenaere, de 

résidence à 7130 Binche, rue du Cygne 5. 


Le greffier-chef de service f.f., (signature illisible). 

(15196) 

Tribunal de première instance de Liège 

L’an deux mille treize, le vingt-trois avril. 

Au greffe du tribunal de première instance de Liège. 

A comparu : 

Lochet, Edouard, né àChaudfontaine le 11 avril 1952, agissant en 

qualité de représentant légal de son enfant mineur d’âge Lochet Melusine, 

née à Liège le 12 mai 1999, tous deux domiciliés à 4032 Liège, rue 

des Grands-Prés 98, à ce autorisé par ordonnance du juge de paix du 

canton de Liège IV, rendue en date du 4 avril 2013, produite en copie 

conforme et qui restera annexée auprésent acte, 

lequel comparant a déclaré, ès qualités, accepter, sous bénéfice d’inventaire, 

la succession de Fastré, Roger Georges, né à Waremme le 

16 avril 1927, de son vivant domicilié àWaremme, rue Visigath 13, et 

décédé le 9 avril 2012 à Waremme. 

Conformément aux prescriptions du dernier alinéadel’article 793 du 

Code civil, le comparant déclare faire élection de domicile en l’étude 

de Me Olivier de Laminne de Bex, notaire à 4300 Waremme, avenue 

Edmond Leburton 6. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits 

par avis recommandé au domicile élu dans les trois mois de la présente 

insertion. 

Dont acte signé, lecture faite par le comparant et le greffier. 


(15197) 


L’an deux mille treize, le vingt-quatre avril. 


A comparu : 

Detaille, Michel, clerc de notaire, domicilié à 4000 Liège, rue de 

Campine 300, porteur d’une procuration sous seing privé qui restera 

annexée auprésent acte, pour et au nom de Kunnen, Myriam, née à 

Seraing le 29 août 1967, agissant en qualité de mère détentrice de 

l’autorité parentale sur la personne de ses enfants mineurs d’âge : 

Liégeois, Steve, né àLiège le 30 octobre 1995; 

26747 

Liégeois, Lara, née à Liège, le 12 mars 2007, tous trois domiciliés à 

4000 Liège, rue Côte d’Or 285, à ce autorisée par ordonnance de la 

justice de paix du deuxième canton de Liège, rendue en date du 

14 décembre 2012, ordonnance produite en copie conforme, et qui 

restera annexée auprésent acte, 


la succession de Liégeois, Thierry Gilbert Pierre, né àBruxelles le 

15 avril 1965, de son vivant domicilié àLiège, rue Côte d’Or 285, et 

décédé le 18 juillet 2012 à Simmerath (Allemagne). 



de Me Jean Denys, notaire à 4400 Flémalle, Grand-Route 364. 

Dont acte signé, lecture faite par le comparant et le greffier. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, leurs droits, 

par avis recommandé, au domicile élu dans les trois mois de la présente 

insertion. 


(15198)



L’an deux mille treize, le vingt-trois avril 


A comparu : 

Delvoie, Pascale, avocate à 4020 Liège, quai Gloesner 4/0001, agissant 

en qualité de tuteur ad hoc, de D’Hondt, Thibaut, né àLiège le 

26 décembre 1996, domicilié à4040 Herstal, rue Gustave Defnet 40, à ce 

désigné par ordonnance du juge de paix du canton de Herstal, rendue 

en date du 10 décembre 2012, et à ce autorisée par ordonnance du juge 

de paix dudit canton, rendue en date du 21 février 2013, les deux 

ordonnances sont produites en simple copie et resteront annexées au 

présent acte, 

laquelle comparante a déclaré èsqualités accepter, sous bénéfice 

d’inventaire, la succession de Bauduin, Brigitte Jeanne Victoria Berth, 

née à Liège le 8 janvier 1962, de son vivant domiciliée à Herstal, rue 

Gustave Defnet 40, et décédée le 3 juillet 2012 à Liège. 


Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude 

de Me Olivier Jacques, notaire à 4040 Herstal, rue Hoyoux 87. 

Dont acte signé, lecture faite par la comparante et le greffier. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, 


insertion. 


(15199) 


L’an deux mille treize, le vingt-trois avril. 


A comparu : 

Dutrannois, Vincent, né le 16 juillet 1968 à Waremme, domicilié rue 

du Sept Septembre 4, à 4300 Waremme, agissant en sa qualité de 

représentant légal de son enfant mineur d’âge Dutrannois, Bastien né 

le 6 octobre 2007 à Seraing, domicilié avec le comparant, et à ce autorisé 

par ordonnance du juge de paix du canton de Waremme, rendue le 

4 avril 2013, ordonnance qui est produite en copie conforme et qui 

restera annexée auprésent acte, 


la succession de Koch, Sandra, née à Chênée le 28 octobre 1974, 

de son vivant domiciliée à Waremme, rue du Sept Septembre 4, et 

décédée le6décembre 2012 à Juprelle. 



de Me Mathieu Ulrici, notaire, chaussée d’Argenteau 92, à 4601 Argenteau. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, 


insertion. 


(15200) 

Tribunal de première instance de Namur 

L’an deux mil treize, le vingt-trois avril. 

Au greffe du tribunal de première instance de Namur, et par-devant 

nous, Fabienne Lissoir, greffier chef de service. 

A comparu : 

Me Pierre Grossi, avocat à 5100 Jambes, rue de Dave 45, agissant en 

sa qualité d’administrateur provisoire des biens appartenant à 

M. Wascotte, Pierre (fils de la défunte), néàNamur le 3 novembre 1965, 

domicilié et résidant actuellement à la résidence de la Forêt, avenue du 

Putdael 1, à 1150 Woluwe-Saint-Pierre, désignéàcette fonction en vertu 

d’une ordonnance rendue par M. Jean-Pierre Van Laethem, juge de paix 

du canton d’Andenne, en date du 1 er décembre 2010, et dûment 

autorisé en vertu d’une ordonnance rendue par ledit Juge de Paix en 

date du 16 avril 2013, 

lequel comparant, a déclaré en langue française, agissant comme dit 

ci-dessus, accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de 

Mme Godfroid, Denise, née à Maizeret le 14 janvier 1929, domiciliée en 

son vivant à 5340 Haltinne, rue de Haut-Bois 16, et décédée à Gesves 

(Haltinne) en date du 25 mars 2013. 

Dont acte requis par le comparant, qui après lecture, signe avec nous, 

Fabienne Lissoir, greffier chef de service. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis 

recommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois, à compter de la 

date de la présente insertion. 

Cet avis doit être adressé à Me Etienne Michaux, notaire à 

5300 Andenne, avenue Roi Albert 29. 

Namur, le 24 avril 2013. 

Le greffier chef de service, (signé) Fabienne Lissoir. 

(15201) 

Tribunal de première instance de Verviers 

Suivant acte dressé par le greffe du tribunal de première instance de 

Verviers, le 19 avril 2013, Me Fyon, Dominique, avocat, avenue Müllendorff 

61, à 4800 Verviers, en sa qualité d’administrateur provisoire des 

biens de M. Miguel Cloot né le 7 juillet 1978 à Fluente et Fresno 

(Espagne) célibataire, domicilié rue du Chat Volant 22/24, à 

4800 Verviers, désigné par ordonnance du 30 septembre 2004 est 

autorisé par ordonnance de la justice de paix de Verviers-2 du 

28 mars 2013, à déclarer accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession 

de Mme Cloot, Marie, Lucienne, José, Maggy née le 6 janvier 1940 

domiciliée rue du Chat Volant 22/24, à 4800 Verviers, et décédée à 

Verviers le 10 mars 2013 avec invitation aux créanciers et aux légataires 

d’avoir à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits dans un 

délai de trois mois à compter de la date de la publication. 

(Signé) D. Fyon, avocat. 

(15202) 

Réorganisation judiciaire 

Gerechtelijke reorganisatie 

Tribunal de commerce de Liège 

Par jugement du 24 avril 2013, le tribunal de commerce de Liège a : 

déclaré ouverte la procédurederéorganisation judiciaire par accord 

amiable et en a octroyé le bénéfice à M. Luc BOONEN, domicilié rue 

Jacob Makoy 73, à 4000 Liège, exploitant un établissement à 4000 Liège, 

rue Louvrex 1, sous l’enseigne SHAMROCK, inscrit à la Banque- 

Carrefour des Entreprises sous le numéro 0887.709.554; 

fixé la durée du sursis à 6 mois prenant cours le 24 avril 2013 pour se 

terminer le 24 octobre 2013. 

Juge délégué : M. A. PIEKAREK. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) I. LHOEST. 

(15218)




amiable et en a octroyé le bénéfice à la SA TOBY VINS ALCOOLS, dont 

le siège social est établi à 4683 Vivegnis, rue Pierre Michaux 76, inscrite 

à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0806.983.085; 



Juge délégué : Mme E. FAIDHERBE. 


(15219) 




collectif et en a octroyé le bénéfice à Mme Mireille MESTRE, domiciliée 

route d’Awaille 6B, à 4190 Ferrières, faisant commerce sous la dénomination 

LE SPHINX, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous 

le numéro 0889.842.861; 


terminer le 24 juillet 2013; 

fixé au 11 juillet 2013, à 9h30m,àl’audience de la troisième chambre 

du tribunal de commerce, (salle COA) Palais de justice, annexe sud, 

place Saint-Lambert 30, à 4000 Liège, le vote et les débats sur le plan de 

réorganisation. 

Juge délégué : M. Jean-Claude WEICKER. 


(15220) 




collectif et en a octroyé le bénéfice à la SPRL AVG CONCEPT, dont le 

siège social est à 4000 Liège, rue Saint-Paul 6, inscrite à la Banque- 

Carrefour des Entreprises sous le numéro 0892.087.620; 



Juge délégué : Mme E. FAIDHERBE. 


(15221) 




collectif et en a octroyé le bénéfice à la SPRL PEINTURA, ayant son 

siège social à 4000 Liège, rue Vivegnis 86, inscrite à la Banque-Carrefour 

des Entreprises sous le numéro 0418.645.070; 


terminer le 24 août 2013; 

fixé au mardi 13 août 2013, à 9 heures, à l’audience de la troisième 

chambre du tribunal de commerce, (salle COA) Palais de justice, annexe 

sud, place Saint-Lambert 30, à 4000 Liège, le vote et les débats sur le 

plan de réorganisation. 

Juge délégué : M. Pierre NEURAY 


(15222) 




révoqué le plan de réorganisation de M. Philippe BAONVILLE, 

domicilié à 4140 Sprimont, rue Grand Bru 21, inscrit à la Banque- 

Carrefour des Entreprises sous le numéro 0751.450.981, homologué par 

jugement du 19 juin 2012 et l’a déclaré sans effet pour l’avenir. 


(15223) 

Tribunal de commerce de Dinant 

Par jugement prononcé le 12 décembre 2012, la première chambre du 

tribunal de commerce de Dinant a : 

Prorogé jusqu’au jeudi 16 mai 2013, l’échéance du sursis accordé par 

jugements des 22 février 2012 et 19 septembre 2012 à la Société agricole 

Moray-Debuisson-Van Lippevelde, inscrite à la B.C.E. sous le 

n° 0476.096.190, dont le siège social est situé à5580 Rochefort, rue de 

Ciergnon 11. 

Modifié le mode de réorganisation sous la forme de transfert d’actifs 

et désigné pour organiser et réaliser la cession au nom de la société, un 

mandataire de justice en la personne de Monsieur Christian Matagne, 

conseiller juridique, conseil fiscal et expert-comptable, demeurant à 

5560 Houyet, route de Rochefort 2, Ciergnon. 

Confirmation du juge délégué : M. Pol Contoor. 

Pour extrait conforme : le mandataire de justice, (signé) Ch. Matagne. 

(15490) 

Faillite 

Faillissement 


26749 

Par jugement prononcé le 24 avril 2013, la première chambre du 

Tribunal de Commerce de DINANT : 

Prononce, sur aveu, la faillite de la SCRI PSOM, dont le siège social 

est établi à 5537 ANHEE, rue du Pont 4, immatriculée à la B.C.E. sous 

le numéro d’entreprise 0879.243.533, exerçant une activité de consultante 

en matière horeca et administrative. 

Désigne en qualité de curateur, Maître Bernard CASTAIGNE, avocat 

à 5500 DINANT, rue A. Daoust 41. 

Ordonne aux créanciers de faire au greffe de ce Tribunal, sis Bâtiment 

B, rue Arthur Defoin 215, à 5500 DINANT, endéans les trente jours 

à compter du présent jugement, la déclaration de leurs créances avec 

leurs titres. 

Fixe au mercredi 5 juin 2013, au greffe de ce Tribunal, Bâtiment B, 

rue Arthur Defoin 215, à 5500 DINANT, le dépôt du premier procèsverbal 

de vérification des créances. 

Informe les personnes physiques qui se sont constituées sûreté 

personnelle de la société faillie, qu’elles ont le moyen d’en faire 

déclaration au greffe conformément à l’art. 72ter de la loi du 08.08.1997 

sur les faillites. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) C. Dujeu. 

(15242)





Prononce, sur citation, la faillite de la SPRL BMC ASSURANCES & 

CREDITS, inscrite à la B.C.E. sous le numéro 0886.033.335, dont le siège 

social est situé à5660 COUVIN, rue de la Gare 14. 

Désigne en qualité de curateur, Maître Pierre WERY, avocat à 

5650 WALCOURT, rue de la Station 129. 




leurs titres. 









(15243) 




Prononce, sur aveu, la faillite de la SPRLU IMPRIMERIE GRAND 

LARGE, dont le siège social est établi à 5530 YVOIR, rue du Blacet 36A, 

immatriculée à la B.C.E. sous le numéro d’entreprise 0463.870.232, 

exerçant une activité d’imprimeur. 

Désigne en qualité de curateur, Maître Olivier VALANGE, avocat à 

5590 CINEY, rue du Condroz 40. 




leurs titres. 









(15244) 




Prononce, sur aveu, la faillite de M. David DEBOODT, né le 

31 mai 1974, domicilié à5620 FLORENNES, avenue de Longvic 48, 

étant immatriculé àla B.C.E. sous le numéro d’entreprise 0898.332.341, 

exerçant une activité de menuisier et d’installateur de piscines. 

Désigne en qualité de curateur, Maître Laurent ADAM, avocat à 

5620 FLORENNES, rue de Philippeville 1. 




leurs titres. 





personnelle du failli, qu’elles ont le moyen d’en faire déclaration au 

greffe conformément à l’art. 72ter de la loi du 08.08.1997 sur les faillites. 


(15245) 


Par jugement prononcé le 24.04.2013, la première chambre du 

tribunal de commerce de Dinant : 

Homologue le plan de réorganisation déposé par la SPRL OK-IMMO, 

immatriculée à la B.C.E. sous le n° 0473.329.514, dont le siège social est 

établi à 5590 CINEY, rue Courtejoie 24, dressé dans le contexte de la 

procédureenréorganisation judiciaire ouverte par un jugement du 


Clôture par conséquent la procédurederéorganisation, 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) V. Fournaux. 

(15246) 



Tribunal de Commerce de DINANT, a clôturé, pour insuffisance d’actif, 

les opérations de la faillite de la SA ETS CHAMPAGNE en liquidation, 

enregistrée dans la Banque-Carrefour des Entreprises sous le 

numéro 0874.871.605, ayant son siège social à 5660 Couvin, rue de la 

Falaise 53, déclarée ouverte par jugement de ce tribunal du 

12 juillet 2012. 

Est considéré comme liquidateur : M. Jean CHAMPAGNE, domicilié 

à 5651 Laneffe, rue Fond du Bois 22. 


(15247) 


Le 24.04.2013, le tribunal de commerce de Liègeadéclaré la faillite 

de la SPRL JOB-PHONE, dont le siège social est établi à 4600 Visé, rue 

de Jupille 137, activité : commerce de détail de télécommunication, 

B.C.E. n° 0822.211.986. 

Curateur : Maître Xavier CHARLES, avocat à 4000 Liège, rue Sainte- 

Walburge 462. 

Déclaration des créances au greffe endéans les trente jours du 

jugement déclaratif de faillite et dépôt du premier procès-verbal de 

vérification des créances le 6 juin 2013. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. GODIN. 

(15248) 



de la SPRL THERMACO, dont le siège social est établi à 4000 Liège, 

quai Saint-Léonard 49A, activité : isolation acoustique, B.C.E. 

n° 0417.967.258. 

Curateur : Maître Adrien ABSIL, avocat à 4020 Liège, rue des 

Vennes 38. 





(15249) 



de la SPRL TITRES SERVICES MANAGEMENT, dont le siège social est 

établi à 4053 Chaudfontaine, voie de l’Ardenne 42, activité : titreservice, 

B.C.E. n° 0872.341.190. 

Curateurs : Maîtres Pierre RAMQUET et Pierre THIRY, avocats à 

4000 Liège, place Verte 13.





(15250) 

Tribunal de commerce de Nivelles 

Par jugement du 22/04/2013 le Tribunal de Commerce de Nivelles a 

ordonné la clôture par liquidation de la faillite de BUFFIN, CHRIS- 

TOPHE MARC, RUE JULES HANS 71, 1420 BRAINE-L’ALLEUD, 

inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0877.407.857. 

Déclarée ouverte par jugement du 07/06/2010. 

Etadéclaré le failli inexcusable. 

Pour extrait conforme : la greffière déléguée, (signé) M. KEERSTOCK. 

(15251) 

Tribunal de commerce de Marche-en-Famenne 

Par jugement du 04.04.2013, la Première Chambre du Tribunal de 

commerce, séant à Marche-en-Famenne, province de Luxembourg, a 

clôturé, après liquidation, les opérations de la faillite de Frère, Vinciane, 

née à Düren le 02.06.1976, de nationalité belge, domiciliée à 

6900 Marche-en-Famenne, Ilot Christian Dourt 7/2, enregistrée dans la 

Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0873.558.739, pour 

l’exploitation d’un commerce de détail de vêtements et de maroquinerie 

sous la dénomination « Au coin de rue », à 6900 Marche-en- 

Famenne, rue du Commerce 24, déclarée en faillite par jugement de ce 

Tribunal du 16.09. 2010. 

Déclare Mme Vinciane Frère excusable. 

(Signé) Mathieu Robert, curateur. 

(15252) 

Tribunal de commerce de Marche-en-Famenne 

Par jugement du 18.10.2012, la Première Chambre du Tribunal de 

commerce, séant à Marche-en-Famenne, province de Luxembourg, a 

clôturé, après liquidation, les opérations de la faillite de Feraille, Emilie 

Eva Alice, née à Liège le 28.05.1983, de nationalité belge, domiciliée à 

4000 Liège, quai de Rome 15/31, enregistrée dans la Banque-Carrefour 

des Entreprises sous le numéro 0895.785.892, pour l’exploitation d’un 

commerce de détail en fleurs et plantes sous la dénomination « SANI- 

FLOR », à 6900 Marche-en-Famenne, place aux Foires 13, déclarée en 

faillite par jugement de ce Tribunal du 03.02.2011. 

Déclare Mme Emilie Feraille excusable. 

(Signé) Mathieu Robert, curateur. 

(15253) 

Tribunal de commerce de Tournai 

Par jugement rendu le 22/04/2013 par le tribunal de commerce de 

Tournai, a été ouverte sur aveu la faillite de la SOCIETE BELGE F. VAN 

OUTRYVE ET CIE (SA), ayant son siège social à 7700 MOUSCRON, 

RUE DU PHENIX 79, inscrite à la B.C.E. sous le n° d’entreprise 

0401.265.838 et ayant pour activité commerciale l’exploitation d’une 

entreprise de préparation de fibres textiles et fabrication de tissus 

d’ameublement. 

Les créanciers sont tenus de produire leurs créances au greffe du 

tribunal de commerce de Tournai, rue des Filles Dieu 1, à 7500 Tournai, 

dans un délai de trente jours (22/05/2013). 

Pour bénéficier de la décharge, les personnes physiques qui, à titre 

gratuit, se sont constituées sûreté personnelle du failli sont tenues de 

déposer au greffe du tribunal de commerce une déclaration attestant 

que leur obligation est disproportionnée à leurs revenus et à leur 

patrimoine, les pièces dont question à l’article 72ter de la loi sur les 

faillites devant être jointes à cette déclaration. 

Le premier procès-verbal de vérification des créances sera déposé au 

greffe du tribunal de commerce de Tournai, le 12/06/2013. 


Curateur : Maître MERCIER, OLIVIER, RUE DES VILLAS 6, 

7700 MOUSCRON. 

Juge-commissaire : VAN DAELE, ROBY 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. LAVENNES. 

(15254) 



Tournai, a été ouverte sur aveu la faillite de la FINANCIERE DU 

PHENIX (SA), ayant son siège social à 7700 MOUSCRON, RUE DU 

PHENIX 79, inscrite à la B.C.E. sous le n° d’entreprise 0894.555.873 et 

ayant pour activité commerciale la détention de participation. 














Juge-commissaire : VAN DAELE, ROBY. 


(15255) 



Tournai, a été ouverte sur aveu la faillite de SUN FLOWER (SPRL), 

ayant son siège social à 7780 COMINES-WARNETON, RUE DU 

FAUBOURG(COM) 22, inscrit(e) à la B.C.E. sous le n° d’entreprise 

0891.572.629 et ayant pour activité commerciale l’exploitation d’un 

salon de coiffure sous la dénomination « TCHIP COIFFURE ». 














Juge-commissaire : VAN DAELE, ROBY. 

26751 


(15256)




Tournai, a été ouverte sur aveu la faillite de PLATEAU, JEAN- 

CLAUDE, né à Tournai le 08/05/1948, domicilié à 7540 KAIN 

(TOURNAI), RUE DU RUISSEAU(K) 35, inscrit à la B.C.E. sous le 

n° d’entreprise 0670.050.858 et ayant pour activité commerciale l’exploitation 

d’une friterie à 7500 TOURNAI, rue du Cygne 12, sous la 

dénomination « LE PETIT CREUX ». 












Curateur : Maître BRILLON, CEDRIC, RUE GREGOIRE 

DECORTE 1B, 7540 KAIN (TOURNAI). 

Juge-commissaire : VANGENEBERG, ROBERT. 


(15257) 

Dissolution judiciaire 

Gerechtelijke ontbinding 

Tribunal de commerce de Mons 

Par jugement du 22 avril 2013, le Tribunal de commerce de 

Mons a prononcé la dissolution de la société : IMMOBILIERE 

ASSURANCES, SPRL, dont siège social est sis à 7000 MONS, Marché 

aux Herbes 18, BCE n° 0449.557.683 et a prononcé la clôture immédiate 

de la liquidation. 

Pour extrait conforme : (signé) I. Polet, greffier délégué. 

(15320) 

Tribunal de commerce de Mons 

Par jugement du 22 avril 2013, le Tribunal de commerce de Mons a 

prononcé la dissolution de la société : GROUPEMENT FINANCIER 

INVEST « GEFI » SA, dont siège social est sis à 7000 MONS, boulevard 

Dolez 52a/5E, BCE n° 0424.942.053 et a prononcé la clôture immédiate 

de la liquidation. 

Pour extrait conforme : (signé) I. Polet, greffier délégué. 

(15321) 

Succession vacante 

Onbeheerde nalatenschap 


Un jugement de la première chambre civile rendu sur requête le 

21 février 2013 : 

adéclaré vacante la succession de Jean Armand René GHISLAIN, né 

le 13 novembre 1947, domicilié de son vivant à Ransart, rue 

Appaumée 199 et décédé àCharleroi le 13 mars 2006; 

adésigné Me Myriam HOUYET, avocat à 6000 Charleroi, rue Tumelaire 

79, en qualité de curateur de la dite succession. 


POUR EXTRAIT CONFORME : le greffier-chef de service, (signé) 

T. Kania. 

(15366) 


Par ordonnance du 18 avril 2013, la Troisième Chambre du Tribunal 

de Première Instance de Liège, a nommé Monsieur Léon LIGOT, avocat, 

domicilié à 4020 Liège, avenue du Luxembourg 15, en qualité de 

curateur à la succession de Monsieur FOGOLIN, Cesare Angelo, né en 

Italie le 9 mars 1932, domicilié en son vivant à Ans, rue de l’Yser 116 et 

décédé le 22 novembre 2012. 

Toute personne concernée par cette succession est priée de contacter 

d’urgence le curateur. 

(Signé) L. LIGOT. 

(15367) 

Tribunal de première instance de Namur 

Par ordonnance du 19 avril 2013 (RR 736/2013), Monsieur le Président 

du Tribunal de première Instance de Namur, a désigné 

Me Emmanuel BOULET, avocat à 5100 JAMBES (Namur), rue du 

Paradis 51, en qualité d’administrateur judiciaire de la succession de 

Monsieur Daniel BALSACQ, né le8août 1943, domicilié en dernier 

lieu, avenue Bovesse résidence Paola n° 117, â 5100 JAMBES, et décédé 

le 25 mars 2013, les personnes intéressées sont invitées à contacter le 

soussigné, Emmanuel BOULET. 

(Signé) Emmanuel Boulet. 

(15368) 

Bij beschikking behandeld en uitgesproken in raadkamer door de 

derde burgerlijke kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Gent op 

11 april 2013, werd op vordering van de heer Procureur des Konings 

te Gent, advocaat Marnix Moerman, kantoorhoudende te 

9930 Zomergem, Dekenijstraat 6, benoemd tot curator over de onbeheerde 

nalatenschap van wijlen Hervé Paula Jean Maria Van der 

Avoort, geboren te Antwerpen op 29 oktober 1968, in leven laatst 

wonende te 9820 Merelbeke, Ginstdreef 4 en overleden te Merelbeke 

op 23 juli 2012. 

Voor eensluidend uittreksel : (get.) Karine Van Puyenbroeck, afgevaardigd 

griffier. 

(15369) 

Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel. 

Conseiller général/Adviseur-generaal : A. VAN DAMME

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?