TVIP40000 Bedienungsanleitung - ABUS Security-Center

TVIP40000 Bedienungsanleitung - ABUS Security-Center TVIP40000 Bedienungsanleitung - ABUS Security-Center

27.12.2012 Views

Certificaten opstellen en instaleren „Zelf ondertekend certificaat automatisch opstellen” Het in de videoserver voorgedefinieerde certificaat wordt gebruikt. Hierbij kunnen geen instellingen door de gebruiker uitgevoerd worden. „Zelf ondertekend certificaat opstellen” Er wordt een nieuw certificaat opgesteld. Er moeten specifieke gegevens ingevoerd worden. „Certificaataanvraag opstellen en installeren” Met deze optie kan een certificaataanvraag gegenereerd worden die bij een certificeringsinstantie ingediend kan worden. Er kan ook een door een erkende certificeringsinstantie (bijv.: VeriSign) uitgereikt certificaat op de videoserver geïnstalleerd worden. 6.4 SNMP 190 Nederlands Opmerking: Gebruikt u een „zelf ondertekend certificaat”, dan zult u evt. een waarschuwing van uw browser krijgen. Zelf ondertekende certificaten worden altijd door de webbrowser als onveilig beschouwd, omdat noch een stamcertificaat noch een echtheidsbewijs van een certificeringsinstantie voorhanden is. Het Simple Network Management Protocol is een netwerkprotocol om netwerktoestellen (bijv. router, server, switches, printer, computer enz.) vanuit een centraal station te kunnen bewaken en sturen. Het protocol regelt hierbij de communicatie tussen de bewaakte toestellen en het bewakingsstation. Activeer deze functie als u een SNMP-managementserver in uw netwerk inzet. U kunt ook naar softwareoplossingen teruggrijpen die op uw pc-systeem geïnstalleerd kunnen worden. „Activeren van SNMPv1, SNMPv2c” Afhankelijk van de instellingen van uw SNMP-server kunt u hier naamvelden van de schrijf/leesgroepen vastleggen. „Activeren van SNMPv3” Ondersteunt uw SNMP-server het SNMP-protocol in de versie 3, dan kunt u de statusopvragen gecodeerd uitvoeren. Hiervoor moet voor de vraag van de schrijf/leesgroepen een coderingsalgoritme en paswoord in de videoserver en SNMP-server opgeslagen worden.

6.5 Netwerk 6.5.1 Netwerkinstellingen Alle wijzigingen die op deze pagina uitgevoerd worden, leiden tot het herstarten van het systeem om deze wijzigingen actief te laten worden. Zorg ervoor dat de velden telkens juist ingevuld zijn voor u op „Opslaan” klikt. „LAN” De voorinstelling is LAN. Gebruik deze instelling als de videoserver met een LAN verbonden is. Hiervoor zijn bijkomende instellingen, zoals IP-adres of subnetmasker nodig. 191 Nederlands „IP-adres automatisch verkrijgen” Bij elke herstart van de videoserver wordt aan dit adres een IP-adres via een DHCP-server toegewezen. „Vast IP-adres gebruiken” De netwerkgegevens, zoals bijv. het IP-adres, worden hier vast gegeven. „IP-adres” Dit adres is nodig voor de netwerkidentificatie. „Subnetmasker” Dient om te bepalen of het doel zich in hetzelfde subnet bevindt. De standaardwaarde luidt „255.255.255.0”. „Standaardrouter” Dit is de gateway voor het doorgeven van beelden aan een ander deelnet. Een ongeldige routerinstelling zal de overdracht aan deze doelen in verschillende deelnetten verhinderen. Bestaat een crosslinkkabelverbinding, gelieve dan hier absoluut een IP in hetzelfde subnetbereik van de videoserver in te voeren (bijv. 192.168.0.1). „Primaire DNS” Server van de primaire domeinbenaming waarmee de hostnamen in IP-adressen omgezet worden. „Secundaire DNS” Server van de secundaire domeinbenaming voor het maken van een reservekopie van de primaire DNS. „UPnP gebruiken” De Universal Plug and Play wordt hiermee geactiveerd. Als uw besturingssysteem UPnP ondersteunt, kan de videoserver direct via het UPnP-beheer aangesproken worden (Windows: netwerkomgeving) Zorg ervoor dat de optie „UPnP gebruiken” altijd geactiveerd is. UPnP wordt ook voor het vinden van de videoserver van eytron VMS gebruikt.

6.5 Netwerk<br />

6.5.1 Netwerkinstellingen<br />

Alle wijzigingen die op deze pagina uitgevoerd worden, leiden tot het herstarten van het systeem om<br />

deze wijzigingen actief te laten worden. Zorg ervoor dat de velden telkens juist ingevuld zijn voor u op<br />

„Opslaan” klikt.<br />

„LAN” De voorinstelling is LAN. Gebruik deze instelling als de videoserver met een LAN verbonden is.<br />

Hiervoor zijn bijkomende instellingen, zoals IP-adres of subnetmasker nodig.<br />

191<br />

Nederlands<br />

„IP-adres automatisch verkrijgen” Bij elke herstart van de videoserver wordt aan dit adres een IP-adres via<br />

een DHCP-server toegewezen.<br />

„Vast IP-adres gebruiken” De netwerkgegevens, zoals bijv. het IP-adres, worden hier vast gegeven.<br />

„IP-adres” Dit adres is nodig voor de netwerkidentificatie.<br />

„Subnetmasker” Dient om te bepalen of het doel zich in hetzelfde subnet bevindt. De standaardwaarde luidt<br />

„255.255.255.0”.<br />

„Standaardrouter” Dit is de gateway voor het doorgeven van beelden aan een ander deelnet. Een ongeldige<br />

routerinstelling zal de overdracht aan deze doelen in verschillende deelnetten verhinderen. Bestaat een<br />

crosslinkkabelverbinding, gelieve dan hier absoluut een IP in hetzelfde subnetbereik van de videoserver in te<br />

voeren (bijv. 192.168.0.1).<br />

„Primaire DNS” Server van de primaire domeinbenaming waarmee de hostnamen in IP-adressen<br />

omgezet worden.<br />

„Secundaire DNS” Server van de secundaire domeinbenaming voor het maken van een reservekopie van<br />

de primaire DNS.<br />

„UPnP gebruiken” De Universal Plug and Play wordt hiermee geactiveerd. Als uw besturingssysteem<br />

UPnP ondersteunt, kan de videoserver direct via het UPnP-beheer aangesproken worden<br />

(Windows: netwerkomgeving)<br />

Zorg ervoor dat de optie „UPnP gebruiken” altijd geactiveerd is. UPnP wordt ook voor het<br />

vinden van de videoserver van eytron VMS gebruikt.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!