Scriptie, Michael van Trigt, 2905884 2
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
12-1-2021 1 | P a g i n a
“De beste voorbereiding op de toekomst is kennis van ons verleden” - Meijs-Appels (2015)
12-1-2021 2 | P a g i n a
COLOFON
Student/ auteur:
Michael van Trigt
Studentnummer: 2905884
Telefoonnummer: 0628050894
E-mail:
M.trigt@live.nl
Opdrachtgever:
Bezoekadres:
Contactpersoon:
Provincie Noord-Brabant – GRUTS
Brabantlaan 1, 5216 TV ’s-Hertogenbosch
Toon Iding
Onderwijsinstantie:
Studierichting:
Scriptiebegeleider:
Tweede lezer:
Fontys Hogescholen te Eindhoven
MER Vastgoed en Makelaardij
Jos Janssen
Jan Bosmans
Versie: 1.0
12-1-2021 3 | P a g i n a
INHOUDSOPGAVE
Colofon .................................................................................................................................................................... 3
Lijst van figuren en tabellen .................................................................................................................................... 5
Begrippenlijst .......................................................................................................................................................... 6
Deel 1. Inleiding ...................................................................................................................................................... 8
1.1 Inleiding ........................................................................................................................................................ 8
1.2 Aanleiding ..................................................................................................................................................... 8
1.3 Probleemverkenning..................................................................................................................................... 9
1.4 Organisatie .................................................................................................................................................... 9
1.5 doelstellingen ............................................................................................................................................. 11
1.5.1 Interne doelstelling ............................................................................................................................. 11
1.5.2 Externe doelstelling ............................................................................................................................. 11
1.6 Centrale probleemstelling .......................................................................................................................... 11
1.7 De afbakening ............................................................................................................................................. 12
1.8 Deelvragen .................................................................................................................................................. 12
1.8.1 Welke belangrijke maatregelen zijn er mogelijk bij het verduurzamen van cultureel erfgoed a.d.h.v.
trias energetica? ........................................................................................................................................... 12
1.8.2 Wat is de huidige staat van verduurzamen van cultureel erfgoed in de provincie? ........................... 12
1.8.3 Welke maatregelen zijn mogelijk als er rekening gehouden is met wet- en regelgeving en financiën?
...................................................................................................................................................................... 12
1.8.4 Welke stap zullen genomen moeten worden (SOLL) (a.d.h.v. drie casussen)? ................................... 12
1.9 Verantwoording onderzoeksmethoden ...................................................................................................... 13
1.9.1 Welke belangrijke maatregelen zijn er mogelijk bij het verduurzamen van cultureel erfgoed a.d.h.v.
trias energetica? ........................................................................................................................................... 13
1.9.2 Wat is de huidige staat van verduurzamen van cultureel erfgoed in de provincie? ........................... 13
1.9.3 Welke maatregelen zijn mogelijk als er rekening gehouden is met wet- en regelgeving en financiën?
...................................................................................................................................................................... 13
1.9.4 Welke stap zullen genomen moeten worden (SOLL) (a.d.h.v. drie casussen)? ................................... 13
1.10 Interviews ................................................................................................................................................. 14
1.11 Betrouwbaarheid onderzoek .................................................................................................................... 14
1.12 Voorbeschouwing theoretisch kader ........................................................................................................ 14
2. Planning ............................................................................................................................................................. 15
3. Bibliografie ........................................................................................................................................................ 16
12-1-2021 4 | P a g i n a
LIJST VAN FIGUREN EN TABELLEN
Figuur 1: Voorlopig conceptueel model 14
Figuur 2: Voorlopige planning 15
12-1-2021 5 | P a g i n a
BEGRIPPENLIJST
Dit rapport begint met de beschrijving van relevante begrippen die gedurende het onderzoek terug zullen
komen.
Beschermd gezicht
Cultuurhistorische waarden
Cultureel erfgoed
Erfgoedwet
Gemeentelijk monument
Instandhouding
Monument
Ruim 400 gebieden in Nederland met een bijzonder
cultuurhistorisch karakter zijn gekenmerkt als 'beschermd stads- of
dorpsgezicht'. Deze gebieden vallen onder het zogenoemde
overgangsrecht in de Erfgoedwet. Panden in een beschermd gebied
hebben niet automatisch de status van beschermd monument
(Monumenten.nl, 2020).
Bij cultuurhistorische waarden gaat het over de positieve
waardering van sporen, objecten, patronen en structuren die
zichtbaar of niet zichtbaar onderdeel uitmaken van onze
leefomgeving en een beeld geven van een historische situatie of
ontwikkeling. In veel gevallen bepalen deze cultuurhistorische
waarden de identiteit van een plek of gebied en bieden ze
aanknopingspunten voor toekomstige ontwikkelingen. Deze
cultuurhistorische elementen kan men niet allemaal als beschermd
monument of gezicht aanwijzen, maar zijn wel onderdeel van de
manier waarop we ons land beleven, inrichten en gebruiken
(Cultuurhistorische waarden, z.d.)
Wat door vorige generaties is gebouwd of gemaakt en wat nu nog
bestaat en tegenwoordig monumentale of museale waarde heeft
(Definitie Cultureel Erfgoed, 2010).
Sinds 1 juli 2016 is er één integrale wet die betrekking heeft op
onze museale objecten, musea, monumenten en archeologie op
het land en onder water. Deze wet vervangt monumentenwet
1988. Samen met de nieuwe Omgevingswet maakt de Erfgoedwet
een integrale bescherming van ons cultureel erfgoed mogelijk
(Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2021).
Als een gebouw van plaatselijk of regionaal belang is, kan de
gemeente het op de gemeentelijke monumentenlijst zetten
(Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2019).
Het totaal aan activiteiten om een (gedeelte van een) gebouw te
behouden, gegeven de huidige staat waar het zich in bevindt
Een monument is een gebouw met cultuurhistorische of
wetenschappelijke waarde. In Nederland zijn er verschillende typen
monumenten: rijksmonumenten, provinciale monumenten,
gemeentelijke monumenten en beschermde stadsgezichten of
dorpsgezichten (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
2019).
12-1-2021 6 | P a g i n a
Provinciale structuurvisie
Rijksmonument
Een belangrijk instrument om cultureel erfgoed mee te nemen in de
ruimtelijke ordening. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening
leggen provincies in een structuurvisie hun ruimtelijke
beleidsambities vast. De structuurvisie is een strategisch
beleidsdocument met een uitvoeringspakket en is alleen bindend
voor de provincie zelf. Om zich toch te verzekeren van doorwerking
kan de provincie een provinciale verordening opstellen (Provinciaal
en regionaal | Erfgoed en ruimte, z.d.).
Een rijksmonument is een gebouw dat door cultuurhistorische
waarde en schoonheid van nationaal belang is. De Rijksoverheid
beschermt rijksmonumenten met als doel de monumentale waarde
ervan te behouden. Rijksmonumenten vallen onder de Erfgoedwet
(Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2019).
12-1-2021 7 | P a g i n a
DEEL 1. INLEIDING
In het eerste deel van deze scriptie zal besproken worden hoe het onderwerp van dit onderzoek tot stand is
gekomen, wat het doel is van het onderzoek en welke hoofdvraag aan bod zal komen. Om tot een volledig
antwoord te komen, zijn er deelvragen die gezamenlijk de hoofdvraag zullen beantwoorden. Deze vragen zijn
samen met de methodes te vinden in dit deel van de scriptie.
1.1 INLEIDING
Klimaatverandering is een term die dagelijks te horen is, zowel in de media als tijdens de opleiding.
Overstromingen, ijskappen die smelten, uitdroging, de afname van biodiversiteit en de bedreiging van
voedselproductie. Allemaal gevolgen van klimaatveranderingen.
De afgelopen jaren zijn de veranderingen van het klimaat steeds meer op de oppervlakte zichtbaar, waardoor
verduurzaming noodzakelijker voor onze samenleving aan het worden is. De oplossingen zijn niet meer op
kleine schaal te vinden, maar zullen als samenleving opgepakt moeten worden. De vragen blijven stellen zoals;
Kan dit niet minder schadelijk? Hebben we dit echt nodig? Of, kunnen huidige middelen niet (her)gebruikt
worden?
Het verduurzamen van onze bebouwde omgeving kan een grote positieve bijdrage leveren aan het ontzien van
moeder aarde. Het opwekken van duurzame energie door bijvoorbeeld zonnepanelen te gebruiken voor onze
energiebehoefte waardoor minder of hopelijk zelfs in zijn geheel fossiele brandstoffen overbodig worden.
Niet alleen nieuwbouw verdient de focus die het krijgt. Het is ook van groot belang om te kijken of bestaande
bouw bij kan dragen aan de vermindering van de belasting van onze aarde. Monumenten vallen ook onder de
bestaande bouw. Deze monumenten hebben een bijzondere maatschappelijke meerwaarde en zijn vaak
grootgebruikers of gaan niet zuinig met haar energie om. Deze monumenten kunnen toekomstbestendig
gemaakt worden, waar veel tijd, geld en kennis voor nodig is. Gelukkig is er veel ruimte voor verbetering,
waardoor grote stappen gemaakt kunnen worden.
Door als omgeving, burger of andere stakeholder bij te dragen aan de verduurzaming van onze planeet kunnen
sommige klimaatveranderingen voorkomen worden of zelfs teruggedraaid. Om deze doelstelling te behalen zal
input van vele factoren nodig zijn waar belangen in de weg zullen komen. Maar het mag duidelijk zijn, de zorg
voor onze aarde is van ons samen. Van organisatie tot individu.
De keuzes die op korte en lange termijn gemaakt worden zullen bijdragen aan een betere toekomst.
1.2 AANLEIDING
Er is in dit onderzoek gekozen te kijken naar de mogelijkheden die er zijn bij het verduurzamen van de
prachtige monumenten binnen de provincie Noord-Brabant. Er zal worden gekeken naar de huidige situatie en
de beoogde doelstellingen van de provincie op het gebied van verduurzamen van het erfgoed en hoe dit
verschil overbrugd kan worden.
12-1-2021 8 | P a g i n a
1.3 PROBLEEMVERKENNING
In 2016 heeft Nederland het Klimaatakkoord in Parijs getekend. Dit klimaatakkoord is in het leven geroepen om
de opwarming van de aarde tegen te gaan. Om precies te zijn wil de VN-klimaattop dat de opwarming ruim
onder de 2 graden stijging blijft, met de ambitie dit onder de 1,5 graden tegenover het pre-industriële tijdperk
te houden. Om dit centrale doel te behalen hebben de EU-lidstaten afgesproken een doel te hebben om
minimaal 40% minder uit te stoten in 2030. Het kabinet is een van de voorstanders, mits andere landen
meedoen, een doel van 55% minder uitstoot te behalen in 2030. Op 28 november 2019 is hierover in de EU een
akkoord getroffen om de doelstelling te verhogen naar 55% tegen 2030 (EU en het klimaatakkoord:
klimaatneutraliteit | Europees Parlement, 2019).
Uit het VN-akkoord vloeide op 28 juni 2019 het Nationale Klimaatakkoord (Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat, 2020). Met dit akkoord wil het kabinet een helder beleid weergeven voor bedrijven en inwoners. In
het nationale beleid werd duidelijk dat Nederland daad bij woord voegde om hun doelstelling te behalen. Het
terugdringen van broeikaseffecten met 49% ten opzichte van 1990 en een eventueel doel van 55% mits de
andere landen dit ook volgen. Het verduurzamen van monumenten valt officieel niet binnen het akkoord, toch
heeft het kabinet besloten in 2030 een reductie van 40% te willen realiseren en 60% in 2040 blijkt uit
documentatie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2020).
Nederland en daarmee de bestuursorganen zullen met verduurzaming aan de gang moeten. Erfgoed is hier
geen uitzondering van. Om verduurzaming te realiseren en hierbij de historische waarde te behouden is een
opgave voor zowel de provincie als de eigenaren.
Erfgoed draagt een extra belasting als het gaat over het verduurzamen. Bouwkundig is er niet altijd alles
mogelijk. Maar ook specifieke wet- en regelgeving spelen een rol bij het verduurzamen van het erfgoed, dit
komt omdat deze in het leven zijn geroepen om de cultuurhistorische waarde te beschermen waarmee
energiebesparende maatregelen kunnen worden belemmerd (Van den Berg, z.d.).
1.4 ORGANISATIE
De provincie Noord-Brabant wil graag bijdragen bij het ontlasten van onze aarde en de verduurzaming van
monumenten binnen haar grenzen.
De provincie heeft een zeer rijke historie die belangrijk is voor de identiteit en de beleving van en binnen
Brabant. Naast de duurzame doelstellingen ondervindt de provincie dat wanneer de oorspronkelijke functie
van het cultureel erfgoed vervalt, de panden worden bedreigd met verloedering en verval (Herbestemmen van
cultureel erfgoed, z.d.). Om deze verloedering te voorkomen en direct de duurzame doelstelling te halen
investeert de provincie in deze projecten. Dit doet de provincie volgens projectleider verduurzaming
monumenten mevrouw Speckens middels kennis en financiering. Door achteruitgang van de fysieke staat
verdwijnt er steeds meer erfgoed of wordt het lastig objecten te behouden voor de toekomst. Deze
verloedering komt meestal voor rekening van de eigenaar die de financiële middelen vaak niet kan opbrengen
en hier de gevergde kennis niet voor heeft. De achteruitgang heeft niet alleen negatieve gevolgen voor het
pand zelf, maar ook op de (in)directe omgeving. Zij zullen gevolgen zien van waardevermindering en
verminderende populariteit van desbetreffende omgeving. Aan de andere kant van het spectrum zal erfgoed
een meerwaarde voor de omgeving betekenen mits zij goed is onderhouden en een functie bekleed (CBS et al.,
2020, p. 10). Erfgoed heeft positieve gevolgen voor de directe omgeving op het vlak van het versterken van de
(culturele) identiteit, statusverhogende- en economische waarde en zal het de sociale cohesie stimuleren
(Marlet & Laverman, 2007). Ook de provincie sluit zich hierbij aan want volgens hen geeft naast inspiratie en
amusement erfgoed ook ruimte voor reflectie, verbinding en een prettiger vestigingsklimaat.
12-1-2021 9 | P a g i n a
Verduurzaming heeft zowel direct als indirect impact op het pand. Dit draagt bij aan de motivatie van de
provincie om te investeren in aantrekkelijk cultureel erfgoed. De provincie wil een aantal van het cultureel
erfgoed een nieuw leven inblazen en klaarstomen voor de toekomst. Deze erfgoedcomplexen staan echter
vaak leeg en sommige staan zelfs op de nominatie voor sloop (Herbestemmen van cultureel erfgoed, z.d.).
De provincie wil samen met eigenaren kijken naar de toekomst van het cultureel erfgoed. Deze toekomst
varieert per project, de een gaat herbestemmen en de ander wil uitbreiden. Volgens mevrouw Speckens is de
grootste uitdaging het achterstallig onderhoud van deze panden. Hier zal restauratie moeten plaatsvinden
waar eventueel restauratiesubsidie voor kan worden aangevraagd. En aan de hand van de toekomstplannen
van het klooster zal gekeken worden wat er eventueel verder nog moet plaatsvinden. Bij bijvoorbeeld een
herbestemming van een klooster naar hotel zal ook hier een investering moeten plaatsvinden zodat er daarna
exploitatie kan plaatsvinden. Het feit blijft dat er vaak een hevige investering nodig is om plannen te wijzigen.
Er zijn initiatieven voor het verduurzamen van monumenten en daarmee cultureel erfgoed in de provincie
Noord-Brabant. In de provincie Noord-Brabant werd er in 2015 gestart met het project DEMI MORE. Dit project
staat voor “Demonstration of Energy efficiency by Measurement and Innovation gives More" (Cobouw, 2019).
Deze aangepaste methode ziet de tekortkomingen van de regulieren methodes die gebruikt kunnen worden op
niet-monumenten. En kijkt naar de mogelijkheden die toegepast kunnen worden op de unieke panden. De
provincie is van mening dat wanneer de gebouwen een functie hebben de kans op behoud groter is dan
wanneer ze leegstaan. Echter voegen zij toe dat de energierekening wel omlaag moet, anders is het vaak niet
te betalen (Cobouw, 2019).
De provincie heeft de duidelijke ambitie om haar cultureel erfgoed door te geven aan de komende generaties.
Dit doen zij door samen met ondernemers, bewoners, musea, heemkundeverenigingen, inwoners en meerdere
uiteenlopende stakeholders te kijken naar de huidige problemen en bijpassende oplossingen.
De provincie wil door een combinatie van restauratie, (door)ontwikkeling en verduurzamen deze Brabantse
erfgoed iconen klaar maken voor de toekomst (Provincie Noord-Brabant, 2019).
12-1-2021 10 | P a g i n a
1.5 DOELSTELLINGEN
1.5.1 INTERNE DOELSTELLING
Het doel van dit onderzoek is om inzichtelijk te krijgen waar verbeterpunten zijn in het proces bij het
verduurzamen van erfgoed in de provincie. Hierdoor zal duidelijk worden welke beslissingen zorgen voor de
meeste impact bij deze verduurzamingen. Dit speelt in de op de vraag van de provincie hoe zij zo effectief
kunnen omgaan met de investeringen die gedaan zullen worden bij een project door hen of de eigenaren.
1.5.2 EXTERNE DOELSTELLING
Het externe doel is om met het gegeven advies duidelijk te maken op welke wijze en in welke mate zij de
monumentale panden kunnen verduurzamen op het gebied van energie met de inachtneming van het behoud
van de cultuurhistorische waarde. Dit advies kunnen zij dan vervolgens implementeren in hun toekomstige
projecten om te zorgen dat eventuele valkuilen voorkomen kunnen worden en af te kunnen wegen welke
beslissingen leiden tot de groots mogelijke impact. Het zal mogelijk zijn om te kunnen zien waar die stappen
genomen kunnen worden en hoe de GAP op deze wijze overbrugt kan worden. Met de kennis die uit dit
onderzoek zal vloeien zal dus de optie bestaan dat de huidige werkwijze nagenoeg perfect is, of dat er
aandachtspunten zijn om dit te optimaliseren. Hierdoor kan eventuele focus gelegd worden op deze valkuilen,
waardoor toekomstige projecten nóg beter zullen worden benader.
1.6 CENTRALE PROBLEEMSTELLING
Met de huidige duurzame doelstellingen van de overheid is het voor hen van belang om cultureel erfgoed
toekomstbestendig te maken. Om verloedering en de belasting op het milieu te beperken of zelfs geheel te
elimineren. Eén van de middelen die de provincie gebruikt is het bijdragen aan de verduurzaming van deze
panden. De opdrachtgever besteed veel tijd, energie en geld aan het verduurzamen van erfgoed. De provincie
kijkt samen met eigenaren wat de wensen en eisen zijn voor de toekomst. Het beschikbare budget vanuit de
provincie en eigenaar willen zij naar eigen zeggen verantwoordelijk investeren. De provincie streeft dan om
zo’n groot mogelijke stappen te maken per project. De stappen zijn per project verschillend omdat er gekeken
moet worden naar de mogelijkheden, zowel bouwtechnisch als financieel.
Omdat deze opdracht is verkregen vanuit de provincie Noord-Brabant is hun doel voor dit onderzoek van
belang. Zij gaven aan dat zij benieuwd waren naar de keuzes binnen het huidige proces en of hier
verbeteringen gemaakt konden worden. Dit willen zij doen om efficiëntie en effectiviteit te waarborgen.
Vanuit deze invalshoek is de volgende doelstelling tot stand gekomen:
“De provincie Noord-Brabant heeft de ambitie verder te gaan met het verduurzamen van cultureel erfgoed. Met
als doel het op lange termijn behouden van de panden, historie en de positieve invloed op de omgeving. De vele
voordelen van het cultureel erfgoed willen zij behouden zonder de onnodige belasting van het milieu en
leegstand te voorkomen. Om deze redenen willen zij in beeld krijgen welke duurzame maatregelen de meeste
impact bieden bij het verduurzamen en hiermee de keuzes van het verleden te beoordelen of deze ook de
efficiëntste en effectiefste opties zijn voor de toekomst. De ervaringen van eigenaren en de provincie zijn voor
belang bij het afwegen van keuzes om zo het advies en proces rondom het verduurzamen van cultureel erfgoed
te optimaliseren.”
De doelstelling is de grondslag voor de volgende hoofdvraag die centraal zal staan in dit onderzoek:
“Welke duurzaamheidsmaatregelen kan de provincie Noord-Brabant nemen bij het verduurzamen van erfgoed
op het gebied van energie en besparingen die de meeste impact zullen hebben, zonder de cultuurhistorische
waarde aan te tasten?”
12-1-2021 11 | P a g i n a
1.7 DE AFBAKENING
Het onderzoek zal zich beperken tot cultureel erfgoed die provinciaal of rijksmonument zijn en waar
verduurzaming heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden. Deze cultureel erfgoed moeten zich bevinden
binnen de grenzen van Noord-Brabant. Deze panden mogen niet leegstaan. Er zal gekozen worden uit nader te
bepalen casussen die leidraad zullen zijn in dit onderzoek. Eventuele lessen buiten de provincie kunnen
meegenomen worden wanneer dit ondersteuning zal bieden binnen de context. Omdat het een relatieve korte
onderzoeksperiode is, zal het onderzoek zich beperken tot de energiebesparing en de opwekking van duurzame
energie binnen het erfgoed.
1.8 DEELVRAGEN
In dit onderzoek wordt onderzocht hoe cultureel erfgoed zo goed mogelijk kan worden verduurzaamd en hoe
dit voor zowel het erfgoed, gebruiker(s) en omgeving het beste resultaat kan opleveren.
Om te kijken naar de valkuilen binnen dit proces en eventuele stappen zal er gekeken worden aan de hand van
de IST-GAP-SOLL methode. Deze methode wordt gebruikt om de huidige situatie (IST), de geambieerde situatie
(SOLL) en hiermee de stappen die gezet kunnen worden die dit mogelijk zullen maken (GAP).
De hoofdvraag kan slechts worden beantwoord wanneer onderstaande deelvragen aan bod zijn geweest. Deze
deelvragen zullen onderzocht worden om het antwoord op de hoofdvraag te kunnen beargumenteren. De
informatie die hier zal worden onderzocht en ingewonnen zullen gebruikt worden om een passend advies te
geven aan de provincie en de eigenaren en gebruikers van het cultureel erfgoed.
1.8.1 WELKE BELANGRIJKE MAATREGELEN ZIJN ER MOGELIJK BIJ HET VERDUURZAMEN VAN
CULTUREEL ERFGOED A.D.H.V. TRIAS ENERGETICA?
Aan de hand van het Trias Energetica zal gekeken worden welke bestaande mogelijkheden er zijn bij het
verduurzamen van erfgoed. Dit zal bijdragen aan het in kaart brengen van de opties en om de gemaakte keuzes
bij de volgende deelvraag beter te kunnen begrijpen.
1.8.2 WAT IS DE HUIDIGE STAAT VAN VERDUURZAMEN VAN CULTUREEL ERFGOED IN DE
PROVINCIE?
Om te kunnen begrijpen waar valkuilen zijn of waar men nadruk op kan leggen, is het belangrijk om het huidige
proces goed in kaart te brengen. De aanpak van een project, subsidies en leningen en wet- en regelgeving die
bijkomstig zijn bij dit proces. Ook zullen hier de huidige ervaringen van de provincie terugkomen.
1.8.3 WELKE MAATREGELEN ZIJN MOGELIJK ALS ER REKENING GEHOUDEN IS MET WET- EN
REGELGEVING EN FINANCIËN?
Hier zal dieper in gegaan worden op belangrijke elementen als het gaat om het verduurzamen. De wet- en
regelgeving en de financiën spelen een grote rol in het proces. Zo kunnen kansen en bedreigingen goed in kaart
gebracht worden voor zowel de provincie als de eigenaren.
1.8.4 WELKE STAP ZULLEN GENOMEN MOETEN WORDEN (SOLL) (A.D.H.V. DRIE CASUSSEN )?
Wanneer het proces in kaart is gebracht is en de maatregelen in kaart zijn gebracht zal in deze deelvraag
gekeken worden hoe dit behaald kan worden en welke stappen het meest voor de hand liggen om dit te
behalen.
12-1-2021 12 | P a g i n a
1.9 VERANTWOORDING ONDERZOEKSMETHODEN
In dit hoofdstuk zal uitgelegd worden hoe er onderzocht zal worden. Bij paragraaf 3.1 tot en met 3.3 zal
gekeken worden naar de onderzoeksmethoden voor de onderzoeksvragen. Bij 3.4 zal toegelicht worden hoe de
interviews zullen plaatsvinden. Paragraaf 3.5 staat in het teken van de betrouwbaarheid van het onderzoek.
Verder zal bij paragraaf 3.6 de afbakening besproken worden om de gekozen kaders toe te lichten.3.8 zal in het
teken staan van de leeswijzer.
1.9.1 WELKE BELANGRIJKE MAATREGELEN ZIJN ER MOGELIJK BIJ HET VERDUURZAMEN VAN
CULTUREEL ERFGOED A.D.H.V. TRIAS ENERGETICA?
Deelvraag 1 zal aan de hand van deskresearch gebeuren. Dit komt omdat er veel informatie te vinden is over de
mogelijkheden en de informatie die vanuit de provincie is verschaft. Met enige voorkennis van het onderwerp
zal onderzocht worden welke vormen er hedendaags worden toegepast bij de verduurzaming van het cultureel
erfgoed in de provincie Noord-Brabant.
1.9.2 WAT IS DE HUIDIGE STAAT VAN VERDUURZAMEN VAN CULTUREEL ERFGOED I N DE
PROVINCIE?
Deelvraag 2 zal aan de hand van de descriptief onderzoeksmethode onderzocht worden. Deze vorm is gekozen
omdat er gekeken zal worden naar de huidige stand van zaken en in dit onderzoek die gegevens in kaart zullen
worden gebracht.
Om deze vraag te beantwoorden wordt gebruik gemaakt van de SWOT-analyse. Op deze manier zal inzichtelijk
gemaakt worden wat de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen zijn bij het verduurzamen van cultureel
erfgoed.
1.9.3 WELKE MAATREGELEN ZIJN MOGELIJK ALS ER REKENING GEHOUDEN IS MET WET- EN
REGELGEVING EN FINANCIËN?
De derde deelvraag zal aan de hand van deskresearch en interviews onderzocht worden. De interviews zullen
bij stakeholders gehouden worden zoals BOEI, de provincie en monumentenbeheer Noord-Brabant.
Om deze interviews goed te kunnen verwerken zal de omgevingsanalyse gebruikt worden samen met de in
eerder gemaakte SWOT en confrontatiematrix.
1.9.4 WELKE STAP ZULLEN GENOMEN MOETEN WORDEN (SOLL) (A.D.H.V. DRIE CASUSSEN )?
De laatste deelvraag zal aan de hand van een vergelijkend onderzoek bekeken worden. Dit zal gedaan worden
om het effect van investeringen te vergelijken bij verschillende verduurzaamde cultureel erfgoed. Er zullen drie
casussen in de provincie Noord-Brabant nader worden bestudeerd waarbij gekeken zal worden naar de mate
van verduurzaming die behaald is. Zowel voor het pand, de gebruikers als de omgeving. Deze casussen worden
gebruikt om te bepalen welke factoren grote invloed hebben bij het behalen van de geambieerde doelen.
Omdat ieder project uniek is zal er gekeken worden wat het voor een doorsnee klooster voor betekenis heeft.
Om dit te verifiëren zullen deze bevindingen voorgelegd worden aan betrokkenen bij het verduurzamen van
cultureel erfgoed in de provincie.
Om deze vraag goed in beeld te krijgen zal er gebruik worden gemaakt van KPI’s om met dezelfde maten te
meten over de verschillende casussen, om een objectief overzicht van feiten te vormen.
12-1-2021 13 | P a g i n a
1.10 INTERVIEWS
Ondersteunend aan het gehele onderzoek zal een interview met experts gehouden worden op het gebied van
verduurzamen van monumentale panden. Hiervoor is Aster Speckens benaderd, zij is beleidsmedewerker van
monumenten en energie bij de provincie Noord-Brabant. Zij is al betrokken geweest bij de aanleiding van dit
onderzoek, maar zal verder diepgang geven door inzicht te verschaffen in projecten die zij heeft mee weten te
realiseren.
De interviews worden op twee manieren afgenomen, door ongestructureerde en semigestructureerde
methode. Ongestructureerd wilt zeggen dat er aan de hand van een aantal topics de expert vrijelijk kan
spreken en op deze manier ook onderwerpen aan bod komen waar de onderzoeker niet direct aan had
gedacht. Bij een gestructureerd interview zal er aan een vastgesteld interviewschema worden gehouden. Op
deze manier staan de vragen en de volgorde van de vragen vast. Hiermee zullen de eigenaren op eenzelfde
manier ondervraagd worden. Zodat de antwoorden gemakkelijker vergeleken kunnen worden.
1.11 BETROUWBAARHEID ONDERZOEK
Door enkel en alleen gebruik te maken van betrouwbare wetenschappelijke artikelen, boeken en publicaties zal
de betrouwbaarheid van dit onderzoek gewaarborgd worden. Bij enige twijfel worden stellingen gevalideerd
aan de hand van een dergelijke verklaring van derde.
1.12 VOORBESCHOUWING THEORETISCH KADER
In dit onderzoek zal met behulp van bestaande theorieën gekeken worden naar factoren die invloed hebben op
het verduurzamen van cultureel erfgoed in de provincie Noord-Brabant. Deze factoren zullen vervolgens getest
worden bij stakeholders om deze te verifiëren. In dit onderzoek zal geprobeerd worden om te verklaren waar
er verbeterpunten zijn voor het verduurzamen van de cultureel erfgoed en hoe hier in de toekomst mee om
kan worden gegaan. In onderstaand figuur is het voorlopig conceptueel model weergegeven. Hierin is zichtbaar
dat de factoren die nu invloed hebben op het verduurzamen onderzocht zullen worden.
Factoren die invloed hebben
bij het verduurzamen van
cultureel erfgoed
Mate van verduurzaming
Figuur 1: Voorlopig conceptueel model
12-1-2021 14 | P a g i n a
2. PLANNING
Weeknr. 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Deelvraag 1
Deelvraag 2
Deelvraag 3
Deelvraag 4
Conclusie
Aanbeveling
Afronding
Figuur 2: Voorlopige planning
12-1-2021 15 | P a g i n a
3. BIBLIOGRAFIE
Apers, J. (2018). Betontechnologie. In G. De Schutter (Red.), Betontechnologie (pp. 253–
316). Belgische Betongroepering (BBG). http://hdl.handle.net/1854/LU-8670940
Brundtland, G. H. (1987). Our Common Future—Call for Action. Environmental
Conservation, 14(4), 1–4. https://doi.org/10.1017/s0376892900016805
CBS, De Quilettes, J., Gommans, F., & Hitzert, F. (2020, januari). Leegstand
rijksmonumentale nietwoningen, 2019. CBS.
Cobouw. (2019, 30 april). DEMI MORE maakt monumenten klaar voor de toekomst.
Cobouw.nl. https://www.cobouw.nl/marktontwikkeling/nieuws/2019/04/demi-more-
maakt-monumenten-klaar-voor-de-toekomst-
101272268?_ga=2.260015305.2126253655.1605010300-378723752.1605010300
Cultuur en Erfgoed. (z.d.). Provincie Noord-Brabant. Geraadpleegd op 27 oktober 2020, van
https://www.brabant.nl/onderwerpen/cultuur-en-erfgoed
Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW). (z.d.). Provincie Noord-Brabant. Geraadpleegd op
19 januari 2021, van https://www.brabant.nl/onderwerpen/cultuur-enerfgoed/erfgoed/cultuurhistorische-waarden-in-brabant
Elkington, J. (1998). The Triple Bottom Line. New Society Publishers.
Entrop, A. G., & Brouwers, H. J. H. (2007). Duurzaam bouwen.
https://research.utwente.nl/files/6608195/Entrop07duurzaam.pdf
Erfgoed. (z.d.). Provincie Noord-Brabant. Geraadpleegd op 27 oktober 2020, van
https://www.brabant.nl/onderwerpen/cultuur-en-erfgoed/erfgoed
EU en het klimaatakkoord: klimaatneutraliteit | Europees Parlement. (2019, 28 november).
Europarl.eu.
https://www.europarl.europa.eu/news/nl/headlines/society/20191115STO66603/eu-enhet-klimaatakkoord-klimaatneutraliteit
Gedeputeerde Staten. (z.d.). Provincie Noord-Brabant. Geraadpleegd op 23 oktober 2020, van
https://www.brabant.nl/bestuur/gedeputeerde-staten
Hal, A., van Hal, A., de Vries, G., & Brouwers, J. (2000). Kiezen voor verandering. Aeneas.
Helms, M. M., & Nixon, J. (2010, augustus). Exploring SWOT analysis – where are we now?
A review of academic research from the last decade.
12-1-2021 16 | P a g i n a
https://www.emerald.com/insight/content/doi/10.1108/17554251011064837/full/html#
loginreload
Herbestemmen van cultureel erfgoed. (z.d.). Provincie Noord-Brabant. Geraadpleegd op 9
december 2020, van https://www.brabant.nl/onderwerpen/cultuur-enerfgoed/erfgoed/herbestemming-cultureel-erfgoed
Huiskes, J. (z.d.). Wat is GRUTS? Gruts. Geraadpleegd op 24 oktober 2020, van
https://www.gruts.nl/?page_id=6
Is SWOT analysis still fit for purpose? (2015). Strategic Direction, 31(4), 13–15.
https://doi.org/10.1108/sd-02-2015-0024
Lichtenberg, J. (2019). Duurzaam bouwen. Boom Lemma.
Marlet, G. A., & Laverman, F. (2007). De kunst van investeren in cultuur. Amsterdam: SEO.
http://www.seo.nl/binaries/publicaties/rapporten/2007/976.pdf
Meijs-Appels, M. T. E. (2015, september). De (verbeeldings)kracht van erfgoed (Nr. 6).
Provincie Noord-Brabant. https://www.brabant.nl/-
/media/ce73aa2cb3e14903be2bf6547c3ec832.pdf
Ministerie van Binnenlandse Zaken. (2019, 13 september). Duurzaam bouwen. Rijksoverheid.
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzaam-bouwen-enverbouwen/duurzaam-bouwen
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (2019, 26 juni). Provinciale
Staten. Provincies | Rijksoverheid.nl.
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/provincies/provinciale-staten
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. (2020, 16 september). Klimaatbeleid.
Klimaatverandering | Rijksoverheid.nl.
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/klimaatverandering/klimaatbeleid
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (2020, 24 september). Samen op weg naar
toekomstbestendig erfgoed. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
https://www.cultureelerfgoed.nl/actueel/nieuws/2020/09/24/nieuwduurzaamerfgoed.nl
Nationale Adaptatiestrategie Ruimte en Klimaat. (2007). Maak ruimte voor klimaat! factsheet.
https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/brochures/2010/11/25
/maak-ruimte-voor-klimaat-factsheet/11fs2007g316-2007124-162338.pdf
People planet profit. (z.d.). [Illustratie]. Managementmodellensite.
https://managementmodellensite.nl/people-planet-profit/#.X_wx09hKiUk
12-1-2021 17 | P a g i n a
Peters, S. (2014). Material Revolution 2: New Sustainable and Multi-Purpose Materials for
Design and Architecture (1ste editie). Birkhäuser.
Provincie Noord-Brabant. (z.d.-a). Erfgoedbeleid. Geraadpleegd op 13 december 2020, van
https://www.brabant.nl/onderwerpen/cultuur-en-erfgoed/erfgoed/erfgoedbeleid
Provincie Noord-Brabant. (z.d.-b). Het Bestuursakkoord: taken en opgaven. Brabant.
Geraadpleegd op 12 januari 2021, van
https://www.brabant.nl/html/visual/index.html#/kerntaken-provincie
Provincie Noord-Brabant. (z.d.-c). Kerntaken provincie [Illustratie]. Brabant.
https://www.brabant.nl/html/visual/index.html#/kerntaken-provincie
Provincie Noord-Brabant. (z.d.-d). Provinciale organisatie. Geraadpleegd op 23 oktober
2020, van https://www.brabant.nl/over-brabant/provinciale-organisatie
Provincie Noord-Brabant. (2019). Verduurzamen van erfgoed, musea en monumenten.
https://www.brabant.nl/bestuur/provincialestaten/statenstukken/cpv/20190311/download?qvi=1121016
Provincie Noord-Brabant. (2020, mei). Bestuursakkoord 2020-2023 (Nr. 45–46).
https://viewer.wepublish.com/bestuursakkoord-2020-2023?singlepage=true
Rendement. (2020). In Van Dale. https://www.vandale.nl/gratiswoordenboek/nederlands/betekenis/rendement#.X_xCvthKiUk
The Club of Rome. (1972). Limits to Growth. Universe Books, New York.
http://www.donellameadows.org/wp-content/userfiles/Limits-to-Growth-digital-scanversion.pdf
W/E adviseurs. (2010). Dossier Duurzaam bouwen.
https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2010/05/01
/markeringspunten-en-mijlpalen/mijlpalen-duurzaam-bouwen-mei-2010.pdf
12-1-2021 18 | P a g i n a