GVV Unitas - Een NSB-aanval op Unitas uit 1947
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
t t<br />
2<br />
I<br />
, a<br />
.l<br />
t<br />
I<br />
J<br />
It<br />
<strong>Een</strong><br />
N.s.B.-<br />
Aonao,[<br />
I<br />
<strong>op</strong> UNITAS<br />
DOOR A. LAMMERS<br />
SPECIÀLE UITGAVE VÀN,,DE,UNITASSER''<br />
t,<br />
4<br />
I
INLEIDING<br />
In haar voorwoord bij het eerste nummer van de herrezen<br />
,,IJnitasser" veronderstelde de Redactie de mogelijkheid, dat door<br />
<strong>Unitas</strong>-geschiedschrijvers de bezettingsJaren en de g:evolgen daarvan<br />
voor onze Club, in de volgende afleveringen behandeld zouden<br />
worden,<br />
Ofschoon ik mij nu niet direct als ,,geschiedschrijver" zou willen<br />
aandienen, zal ik toch tracirten te voldoen aan het tot mij gerichte<br />
verzoek om een zoo voliedig mogelijke beschrijving te geven van<br />
dat gedeelte rzan de bezettingsjaren en de gevolgen er van voor<br />
onze Vereeniging, dat betiteld wordt als de periode van het<br />
..N.S.8.-<strong>Unitas</strong>conflict",<br />
Meermalen heb ik mij afgevraagd of het wel zin of nut had<br />
oude koeien als deze <strong>uit</strong> de sloot te halen en of het niet beter<br />
was een streep onder die geschiedenis te zetten, maar <strong>uit</strong>eindelijk<br />
was ik het toch eens met hen die meenden, dat het wel degelijk<br />
zin had onze leden thans, nu alles weer vrij gezegd kan en ook<br />
moet worden, met den geheelen gang van zaken <strong>op</strong> de hoogte te<br />
stellen. Immers, doordat er geen toestemming tot vergaderen<br />
g'egeven werd en alle leden hierdoor dus niet te bereiken warell,<br />
vernamen zij het meeste van wat er voorviel, slechts blj geruchte'.<br />
Weliswaar had ik <strong>op</strong> de vergadering die wij mochten beleggen<br />
om aan de leden gelegenheid te geven te beslissen of zlj al dan<br />
niet een achtste bestuurslid wilden aanvaarden, n.l. het N. S. B.-<br />
oud-bestuurslid, gelegenheid een korte <strong>uit</strong>eenzetting te geven van<br />
datgene wat tot dien tijd aanhangig was geweest, maar <strong>uit</strong> den<br />
aard der zaak kon die <strong>uit</strong>eenzetting niet <strong>uit</strong>voerig en volledig zijn.<br />
Van wat er nà deze vergadering heelt plaats gehad zijn de leden,<br />
voor zoover zij er: zelf niet bij betrol
EEN N.S.B.-AANVAL<br />
OP UNTTAS!<br />
Na de inleiding komen wij eerst tot de voorgeschiedenis van<br />
het conflict. It is a long way to Tipperary!<br />
.Il.et zal alle, of althans de rheeste onzer lezers, wel bekend z{n<br />
dat de heer A. de Jong jaren deel van het <strong>Unitas</strong>-bestuur heeft<br />
<strong>uit</strong>gemaakt, waarin hij verschillende functies bekleedde, het laatst<br />
die van Penningmeester.<br />
fn den lo<strong>op</strong> van het jaar 1938 ontstond er tljdens een Bestuursvergadering<br />
een kwestie tusschen laatstgenoemde en den Heer<br />
Baltus Meijer, Vice-Voorzitter, die <strong>op</strong> genoemde vergadering de<br />
leiding had. Het meeningsverschil tusschen beide lleeren was zoo<br />
diepgaand, dat de kwestie <strong>op</strong> de Jaarl. Algemeene Vergadering,<br />
gehouden <strong>op</strong> 7 October 1938, in behandeling kwam. Het eindresultaat<br />
was, dat de heer Meljer zich niet meer als Bestuurslid<br />
beschikbaar stelde, ofschoon volgens het verslag dier vergadering<br />
in ,,De lJnitasser" van 4 November 1938, de Bestuursleden in deze<br />
kwestie geheel achter den 2en Voorzitter stonden.<br />
Ook verscheidene leden konden zich niet met dezen g:ang van<br />
zaken vereenigen en toen A. de Jong <strong>op</strong> de vergadering van<br />
29 November 1939 aan de beurt van aftreden was, werd een<br />
tegen-candidaat gesteld (een groote zeldzaamheid bÍrj <strong>Unitas</strong>!) n.l.<br />
de heer Jan Snoek. Hoewel de voorstellers verzekerden, dat deze<br />
zich beschikbaar had gesteld,, meende de heer Snoek zich echter<br />
<strong>op</strong>.de vergadering te moeten terugtrekken, omdat hem bij nader<br />
inzien gebleken was, dat de functie van Penningmeester meer tijd<br />
vergde dan hij beschikbaar had.<br />
De vergadering moest zich hier bij neerleggen en daar er geen<br />
ander lid bereid werd gevonden het Penningmeesterschap <strong>op</strong> zich<br />
te nemen, was de Jong volgens art. 42 van het Huish. Regl. als<br />
Penningmeester benoemd verklaard, zoodat deze functie dus weer<br />
voor ten minste 2 jaar in zíjn handen zou berusten<br />
fn den lo<strong>op</strong> van deze twee jaren bleek dat verschillende leden,<br />
vooral de ouderen, het niet verzetten konden, dat Baltus Meljer<br />
door een kwestie met de Jong b<strong>uit</strong>en het <strong>Unitas</strong>-verband was<br />
komen te staan. Dit bleef een doorn in het oog'van velen en die<br />
doorn zou te gelegenertijd <strong>uit</strong>getrokken worden!<br />
Die tijd kwam, toen de Jong <strong>op</strong> de Jaarvergadering van<br />
5 September 1941 wederom aan de beurt van aftreden was. Zljn<br />
tegenstanders hadden zich thans beter voorberèid en kwarnen<br />
met een teg'encandidaat, n.l. den heer T. Walraven, die zich<br />
schriftelljk met zijn candidaatstelling accoord verklaard had. <strong>Een</strong><br />
terugtrekken <strong>op</strong> de vergadering was thans dus niet te vreezen.-<br />
Bij het bekend maken van den <strong>uit</strong>slag der stemming bleek de<br />
nieuwe candidaat 61 stemmen <strong>op</strong> zich vereenigd te hebben, terw$l<br />
de Jong er 9 verkreeg. De heer'Walraven was dus met een groote<br />
meerderheid van stemmen als Penningmeester gekozen, waarmede<br />
een einde kwam aan het langdurige bestuurs-lidmaatschap van den<br />
heer de Jong. De vergadering had haar keus overduidelijk laten<br />
blijken, maar niemand zal <strong>op</strong> dien avond vermoed hebben, welke<br />
gevolgen <strong>uit</strong> deze volkomen reglernentaire handeling zouden voort--<br />
vloeien!<br />
t * t Ê<br />
Het Bestuur ging aan het werk en de eerste daad van den nieuwen<br />
penningmeester was, het Bestuur nauwkeurig in te lichten<br />
4
over den stand der financiën, vooral wat betreft den achterstand<br />
in de contributiebetaling van verschillende leden.<br />
Het duurde evenwel niet lang of de rust in het Bestuur werd<br />
verstoord door een schrijven van den volgenden inhoud:<br />
COMMISSARIS<br />
VOOR NIET-COMMERCIDELE<br />
VEREENIGINGEN EN STICHTINGEN<br />
ls-Gravenhage, Waalsdorperweg 68-74 en 102-104<br />
Afdeeling<br />
Ref.: H Hillegersberg, 13 October 1941<br />
Reg. No. 42<br />
Correspondentie zonder vermelding<br />
van ons reg'istratienummer wordt<br />
niet in behandeling genomen.<br />
Aan den Heer A. Lammers<br />
Haarstraat 31<br />
Gorinchem<br />
De omstandigheden, waaronder bij de laatste bestuursverkiezing<br />
der voetbalvereen. ,,<strong>Unitas</strong>" het bestuurslid de heer A. de<br />
Jong niet herkozen werd, zijn voor mij aanleiding een nader<br />
onderzoek in te stellen.<br />
Het is mljn voornemen binnenkort Gorinchem te bezoeken en<br />
het lijkt mli €iewenscht dat ik bij die gelegenheid met U, als<br />
Voorzitter van lJnitas, een onderhoud heb.<br />
Ik verzoek U mij te berichten hoe en waar ik U dan zal<br />
kunnen vinden (in den namiddag).<br />
Van den Districts-InsPecteur<br />
v. d. Districten Rotterdam-Dordrecht<br />
eL Z.-H- Eilanden,<br />
Kantoor: Hoyledesingel 39 - Hillegersberg<br />
(w.g.) J.HENKE.<br />
In antwoord hier<strong>op</strong> werd door ons medegedeeld, dat wij den<br />
schrljver van den brief, na voorafgaand bericht, iederen Zaterdag'<br />
middag konden ontvangen. Toevallig belde hij ons <strong>op</strong> eerr Zatev<br />
dagrnorgen, waarbij hlj zijn bezoek voor<br />
's middags aankondigde,<br />
terwijl wU dien middag juist de stad zouden <strong>uit</strong>gaan. Afgesproken<br />
werd toen dat wij nog bericht zouden ontvangen wanneer zfin<br />
bezoek nu kon plaatsvinden. Ondanks deze afspraak hoorden wij'<br />
niets, tot dat <strong>op</strong> Zaterd.ag 9 November de heer Henke onaangekondigd<br />
voor ons stond.<br />
Na het doel van zijn bezoek verklaard te hebben, n.l. te weten<br />
te komen waarom de heer de Jong niet als Bestuurslid was herkozen,<br />
stond het aan ons deze vraag te beantwoorden. Erg moeilijk<br />
was dit niet en wij volstonden dan ook eerst met te zeggen,<br />
dat de leden bij de stemming de reden er niet bij vermeld hadden,<br />
maar dat wlj wel vermoeden konden dat het dáárom was' dat zij<br />
den heer de Jong niet mochten lijden. Hier<strong>op</strong> viel de heer Henke<br />
<strong>uit</strong>:,,Neen, omdat htJ lid van de N.S.B. is!", waar<strong>op</strong> wij ant--<br />
woordden, dat zulks voor hem ook slechts een vermoeden kon zijh'<br />
Hierna hebben wij hem de kwestie Meljer-de Jong <strong>uit</strong>eengezet<br />
en er <strong>op</strong> gewezen, dat de kans zeer groot geweest zou z$n dat<br />
de Jong reeds in 1939 niet herkozen was, als de toen gestelde<br />
tegen-candidaaí zich niet had teruggetrokken.
De eenige <strong>op</strong>merhing die de heer llenke naar aanleiding hiervan<br />
korr maken was toen: dat hij toch als penningmeestet lO\Vo<br />
was.<br />
Dit gezegde gaf ons aanleiding cr <strong>op</strong> te wijzen clat 100% wel<br />
wat veel gezegd was en dat wij dit niet bcaamden. Wij deelden<br />
den hcer Henke toen verschillcnde bczwaren mecle, o.a. het ondanks<br />
herhaaldelijl< aandringen nimmer voorleggen aan hct Bestuur van<br />
het reglementair voorgcschreven overzicht van de kasmiddelen en<br />
de groote achtcrstand in cle contributiebetaling. Zijn antwoorcl<br />
hicr<strong>op</strong> was: ,,Maar cr is toch nooit sprake gcweest van onregelmatigheden<br />
in de kas" !<br />
Zulks hebben wÍj volmondig tocgegeven, waaraan wij toevoegden,<br />
dat als. de heer lfenke iedcren Penningmeester die er niet<br />
met de has van cloorging <strong>op</strong> l00c/r, waardeerde, dezc taxatie ook<br />
inderdaad voor clen heer de Jong gold, maar dat er toch ook nog<br />
andere factoren zijn die mcetellen om cen praeclicaat van 100(/c,<br />
toe te l
COMilIISSARIS VOOR NIET.COMMDRCIEFLE<br />
VI'REENIGINGEN EN STICHTINGEN<br />
's-Gravenhage, Waalsdorperweg 72, Tel' 720030<br />
Interl. gespr. letter F'.<br />
Bankicr: Rotterd. Bankvereen.<br />
's-Gravenhage<br />
Postgiro 330100<br />
Afd. 4<br />
Ref. v D/S.<br />
Reg. No.: 411106<br />
's-Gravenhage, 4 December 1941<br />
AAN\ilIJZING<br />
Inzake: Gorinchemsche Voetbalvereeniging,,IJnitas"<br />
te Gorinchem<br />
Op grond.van de Verordening van den Rijlrscommissaris<br />
lrooi n:"t bezctte Nederlandsche gebied tot herordening van<br />
de niet-commercieele vereenigingón en stichtingen v-arr -<br />
28<br />
Februari 1941 (Verordeningenblad voor het bezetle NederianOsctre<br />
gebied, No. 8, Verórdening No' 41) geef ik U hierbij<br />
de aanwijzing:<br />
a. het <strong>op</strong> de Algemeene Vergaclering van September t-0.!t in<br />
de pláats van clen heer A. dc Jong gekozen bi."!"-"Ttig,1"<br />
v"ri'ang"n door den heer A. de Jong, W' de Vries ftobbeweg<br />
42 te Gorinchem;<br />
b. den heer A. de Jong voornoemd in zijn functie van<br />
pcnningmeester te herstellen;<br />
". à"r, heér H. I{. Sterkenburg tot 1 December 1942 van het<br />
lidmaatschap lJwer vereeniging vervallen te verklaren en<br />
hem tot dien datum clen toJgang tot Uw terreinen' lokalen<br />
en bijeenkomsten te ontzeggen;<br />
d. mU v"OOt tS December 19ai1e berichten wat te dezer zake<br />
door II is geschied.<br />
Commissaris voor niet-commercieele<br />
Vereenigingen en Stichtingen'<br />
(w.g.) MiiLLER LEHNING'<br />
Aan het Bestuur van de<br />
Gorinchemsche Voetbalvereeniging,,<strong>Unitas</strong>"<br />
te Gorinchem.<br />
Het spreekt vanzelf, dat gedurende onze terugreis naar Gorinchem<br />
de^ze brief het onderwèrp van gesprek was tusschen Voorzitter<br />
en secretaris. Besloten werd er verder niet over te praten<br />
voor cle e.v. Bestuursvergadering, <strong>op</strong> I December'<br />
Hier kwam het schrijven in behándeling en het behoeft geen<br />
U"ióog, dat ook bij d-e overige Bestuursleden groote veront-<br />
*uu"íig'i"g heerschtè. Uitvoerig werd er over beraadslaagd' dolh<br />
de eind*-coíclusie was, dat de elischen onaanvaardbaar waren' IIet<br />
Bestuur kon, mocht en wilde een door de Algemeene Vergadering<br />
gedane <strong>uit</strong>spraak, die met volledige inachtname van Statuten en<br />
Ë,egtementei der Vereeniging was tot sta-nd gekomen, niet ongedaàn<br />
maken, terwljl het -evènmin een enkele reden had om aan<br />
clen ten <strong>op</strong>zichte ván den heer H. K. Sterkenburg gestelden eisch<br />
te voldoen,<br />
7
IIet Bestuur was zich er volkomen van bewust, dat een weigering<br />
ernstige gevolgen met zich zou sleepen, doch geen enÉel<br />
Bestuur dat zictl zelf en zijn Leden respecteert, zou aai dergelijke<br />
vèrgaande en wellicht nog nooit eerder gestelde, onreáel6ke<br />
eischen kunnen voldoen.<br />
Anderzijds was het Bestuur er van overtuigd, dat het niet maar<br />
botweg mocht weigeren, doch moest trachten alles in het werk te<br />
stellen om de eischen ongedaan te krljgen.<br />
Daartoe meende men zich allereerst in verbinding te moeten<br />
stellen met den heer K. J. J. Lotsy, in zljn hoedanigheid van Lid<br />
van het College van Gevolmachtigden voor de Sport, aan wien<br />
door de heeren de Bekker en Walraven een bezoek werd gebracht.<br />
Dit bezoek leverde geen gunstig resultaat <strong>op</strong>.<br />
De heer Lotsy wees onzen vertegenwoordigers er <strong>op</strong>, dat de<br />
heeren in den IJaag zich niets van reglementen aantrokken en<br />
dat, wanneer wU ons standpunt handhaafden, wU er vdn verzekerd,.<br />
konden zijn, onherroepelijk van de kaart te zullen verdwijnen.<br />
In dat geval zou onze Vereniging er in geen jaren meer<br />
boven<strong>op</strong> komen, want wij moesten bedenken, dat de jeugd wel<br />
achter het Bestuur stond maar zij }:'eí spelen <strong>op</strong> den duur niet<br />
zou kunnen laten en dus tijdelijk naar een andere Vereeniging<br />
overging. Velen kwamen dan allicht niet meer terug en <strong>Unitas</strong><br />
zov, na den oorlog practisch <strong>op</strong>nieuw moeten beginnen. De heer<br />
Lotsy vond dezen inzet te groot en het leek hem daarom verstandiger<br />
de Jong terug te nemen. Mochten wlj toch doorzetten,<br />
hetgeen de heer Lotsy <strong>uit</strong> de <strong>uit</strong>latingen van onze beide Bestuursleden<br />
kon <strong>op</strong>maken, zoo zorr dit ons niet kwalijk worden genomen.<br />
De heer Lotsy echter was voor bemiddeling en daartoe stelde<br />
hij onze vertegenwoordigers in verbinding met Dr. Miedema te<br />
Den Haag. Het bleek spoedig, dat de invloed van dezen heer zeer<br />
beperkt was, waardoor zijn poging om onze menschen in verbinding<br />
tc brengen met Drs. van D<strong>op</strong>, Hollandsch hoofd van het<br />
Commissariaat voor niet-commercieele Vereenigingen en Stichtingen,<br />
faalde. Nergens kon dus eenige houvast worden gevonden<br />
om tegen het onrecht in te gaan.<br />
Intusschen was de <strong>uit</strong>lating van den heer Lotsy, dat <strong>Unitas</strong><br />
onherroepelijk van de kaart zou verdwijnen, voor ons aanleiding<br />
om met het Bondsbestuur te gaan praten. Geïntroduceerd door<br />
en in gezelschap van den heer Baltus Meijer, mocht schrijver dezes<br />
een onderhoud hebben met den toenmaligen Bonds-Voorzitter,<br />
Dr. D. J. van Prooije, wien wij, in het bijzijn van den Bonds-<br />
Secretaris, den heer Staal, de situatie hebben <strong>uit</strong>eengezet. Ons<br />
werd door beide heeren mondeling de definitieve verzekering ge-<br />
Seven dat, zoo <strong>Unitas</strong> van de kaart zou moeten verdwijnen, zij,<br />
na wijziging der tljdsomstandigheden, wederom in de 2e klasse<br />
zou terugkeeren.<br />
Aan de hand van de <strong>op</strong>gedane ervaringen ten <strong>op</strong>zichte van de<br />
hulp van anderen, kon het Bestuur eenigermate zijn positie<br />
bepalen en het besloot de aangelegenheid nu verder zelf in handen<br />
te nemen. BegrijpelÍjkerwijze hadden we niet veel ho<strong>op</strong> <strong>op</strong> succes<br />
en daar, zooals gezegd, het Bestuur er van overtuigd was, dat<br />
het betreffende Commissariaat bij een weigering krasse maatregelen<br />
zou nemen, besloot het eerst overleg te plegen met eenige<br />
oudere leden, zulks ook in verband met de groote schulden welke<br />
nog <strong>op</strong> ,,<strong>Unitas</strong>" rustten. Daartoe stelde het Bestuur zich in<br />
verbinding met de heeren Beausar, als Eere-lid en houder van<br />
I
een groot aertal obligaties, van Tilburg, als Eere-Voorzitter en<br />
Battus Meijcr', als één der oudste leden.<br />
* * *<br />
Ëen groutc str)un was het van deze heeren te vernemen, dal zii<br />
het geheel met de meening van het Bestuur eens waren. Toen dit<br />
vast stond werd overgegaan tot het <strong>uit</strong>brengen van een verweer.<br />
Zekerheidshalve meenden wij goed te doen dit te laten <strong>op</strong>stellen<br />
door een terzake-kundig persoon, waarom Mr. Vonkenberg aangezoc}at<br />
werd zich hiermede te belasten. Vooraf had onze Secretaris<br />
<strong>uit</strong>stel gevraagd van den datum waar<strong>op</strong> bericht ingezonden<br />
moest worden, omdat met een en ander reeds eenige tijd was<br />
heengegaan.<br />
Het Bestuur en de drie bovengenoemde personen hebben Mr.<br />
Vonkenberg <strong>uit</strong>voerig ingelicht, t$dens welke besprekingen de<br />
heer Baltus Meijer <strong>op</strong> zich nam met den heer de Jong over dezc<br />
aangglegenheid te gaan spreken en te trachten diens medewerking<br />
te vèrkrijgen om de betreffende kwèstie ongedaan te maken. Dit<br />
bracht echter geen positief resultaat. De Voorzitter bracht hierna<br />
nog een bezoek aan den heer E. Bakker, Leider der Gorinchemsche<br />
N. S. B., om te trachten deze aangelegenheid <strong>op</strong> een behoorlijke<br />
wijze te bespreken, doch dit onderhoud was van dien aard, dat<br />
h$ meende er spoedig een einde aan te moeten maken.<br />
Nadat dus alle pogingen om een redelijke <strong>op</strong>lossing te verkrijgen<br />
schipbreuk hadden geleden, werd door Mr. Vonkenberg de<br />
volgende brief g:econcipieerd, welke door het Bestuur aan het<br />
Commissariaat voor niet-commercieele Vereenigingen en Stichtingen<br />
werd gezonden.<br />
'<br />
. Gorinchem, 18 December 1941.<br />
Aan<br />
den Heer Commissaris voor niet-commercieele<br />
Vereenigingen en Stichtingen,<br />
Waalsdorperweg 72,<br />
's-Gravenhage.<br />
HoogEdelGestrenge Heer,<br />
In antwoord <strong>op</strong> Uw schrijven van 4 December, a,fd. 4, ref.<br />
vD/S, Reg. nr. 411106, en in vervolg <strong>op</strong> onzen brief waarbij<br />
wlj verlenging: van den oorspronkelijk gestelden termljn van<br />
15 December verzochten, hebben wij de eer U het volgende<br />
mede te deelen:<br />
De bestuursverkiezing, welker tenietdoening in feite door<br />
U in Uw schr$ven van 4 December wordt gevorderd, is volkomen<br />
regelmatig en volgens de statuten geschied, terwijl<br />
ons geen enkele reden bekend is die tot een dergel[jke vernietiging<br />
van een volkomen reglementair en statutair in<br />
volle vrijheid door de vereeniging verrichte handeling zou<br />
moeten leiden, terw[jl evenmin <strong>op</strong> g:rond van onze statuten of<br />
reglement of <strong>op</strong> eenigerlei anderen grond van.recht en billtikheid<br />
ryij ons vrlj achten tegen den heer Sterkenburg den in<br />
Uw sihrijven g'enoemden maatregel te nemen.<br />
Naar aanleiding t"r, o.t"luroek aan den heer K. J. J.<br />
Lotsy en den heer Dr. Miedema, ter bespreking van deze<br />
zaak, hebben wij een poging gedaan om den heer Drs. G. v.<br />
D<strong>op</strong>, in zrjn kwaliteit van Hoofd der Afdeeling van het Com-<br />
I
missariaat voor niet-commercieele Vereenigingen en Stichtingen,<br />
wiens oordeel, naar deze heeren ons mededeelden. in<br />
de onderhavige kwestie van gewicht lvas, te mogen spreken,<br />
doch deze was niet bereid ons te ontvangen, zoodat ons<br />
geenerlei motief voor de gedane aanwljzing bekend is anders<br />
dan van terzijde en <strong>op</strong> niet officieuze wijze vernomen.<br />
In verband daarmede, en nu ons elke inlichting tetzake geweigerd<br />
is en elk overleg onmogelijk is, hebben wij slechts den<br />
indruk kunnen kri;igen dat de bedoelde aanwijzing alleen gevolg<br />
is van de. omstandigheid, dat de door U genoemde<br />
heer A. de Jong lid van de N. S. B. is, en de gang van zaken<br />
ín onze vereeniging wordt toegeschreven aan eenige actie<br />
tegen deze politieke partÍj, terwijl ons elke mogelljkheid ontnomen<br />
wordt terzake nadere toelichting te geven en de<br />
kwestie te bespreken<br />
In verband daarmede veroorloven wij ons in de eersbe plaats<br />
U hierbij <strong>uit</strong>een te zetten de achterliggende feiten.<br />
De heer de Jong is vele jaren lid van onze vereeniging<br />
geweest en ook meerdere jaren bestuurslid.<br />
Omstreeks 1938 is een conflict ontstaan tusschen den heer<br />
de Jong en den heer B. Meijer, één der meest p<strong>op</strong>ulaire leden<br />
van onze vereeniging, die meer dan dertig jaar actief lid,<br />
waarvan het grootste gedeelte bestuurslid, is geweest, en aan<br />
wien de vereeniging zeer veel te danken heeft.<br />
Dit conflict heeft <strong>uit</strong>eindelijk er toe geleid, dat de heer<br />
Meijer, die vice-voorzitter van onze vereeniging was, zich als<br />
zoodanig heeft teruggetrokken, en de omstandigheid dat dit<br />
terugtrekken oorzaak vond in een conflict met den heer<br />
de Jong, heeft begrijpelijkerwijze kwaad bloed gezet bij het<br />
grootste deel v.an de leden der vereeniging, wier waardeering<br />
voor het vele cloor den heer Meijer verrichte, niet maar<br />
zonder meer kan worden teniet gedaan.<br />
Gevolg' daarvan was dan ook, dat toen in 1939 de heer<br />
de Jong aftredend was, er een tegencandidaat gesteld werd,<br />
en dat alleen doordat deze tegencandidaat ter vergadering<br />
zíc}:, <strong>op</strong> het laatste oogenblik terugtrok, alstoen de heer<br />
de Jong zonder stemming herkozen werd.<br />
De gevoelens van de vereeniging tegenover den heer de<br />
Jong, wiens houding aanleiding was geweest dat één der<br />
meest . gewaardeerde leden zich volkomen terugtrok, bleven<br />
echter bestaan, en het is <strong>uit</strong> dezelfde oorzaak dat in 1941,<br />
toen de heer de Jong weer aftredend was, bÍt' de in September<br />
gehouden Algemeene Vergadering, wederom een tegencandidaat<br />
werd gesteld en deze gekozen werd met 61 stemmen,<br />
terwijl 9 stemmen <strong>op</strong> den heer de Jong werden <strong>uit</strong>gebracht.<br />
Ook deze getallen, die geenszins overeenstemmen met het<br />
aantal leden van de N.S.B. in onze organisatie, toonen wel,<br />
dat slechts lichtvaardige geprikkeldheid kan leiden tot de<br />
conclusie, dat hier zuiver een politieke kwestie een rol zou<br />
spelen.<br />
Nu het ons niet mogelijk was ter toelichting te voormelder<br />
plaatse toegang te verkrijgen, hebben wij de vrijheid genomen<br />
u naar waarheid en volledig over de achterliggende feiten<br />
inlichtingen te verschaffen.<br />
Ío
Pet zal U duiclelijk zijn, d'at het bestuur in deze omstandigheden<br />
meent aan ccn niet gcrnotivecrden en cloor haar met<br />
alle rechtcn en billijkhcitl strijdig geachtcn maatregel geen<br />
gevolg te l
Uit den inhoud van dezen brief blijkt, dat de heer H. K. Sterkenburg,<br />
nadat hij van den eisch betreffende z[jn persoon, had gehoord,<br />
zich geheel vrÍjwillig bereid had verklaard zich tot cfun<br />
datum van 1 December 1942 <strong>uit</strong> ,,<strong>Unitas</strong>" terug te trekken. Uitdrukkelijk<br />
zij ll.ier vermeld, dat namens het Éestuur deze aangelegenheid<br />
niet met den heer Sterkenburg was besproken,<br />
aangezierr dit van meening was, dat dezerz[jds geen enkele pressie<br />
<strong>op</strong> hem mocht worden <strong>uit</strong>geoefend. Deze, tegénover Ifnital zeer<br />
sy,mpathieke geste, is geheel van den heer H. K. Sterkenburg zelf<br />
<strong>uit</strong>gegaan,<br />
+ * *<br />
.<br />
Lang._en tijd werd niets vernomen en eerlijk gezegd, leefden wij<br />
innerlijk al een beetje in de ho<strong>op</strong> dat de zaak was Afgedaan,<br />
zonder dat men ons daarvan in kennis had gesteld. Onzè ho<strong>op</strong><br />
was echter te mooi geweest!<br />
Op 23 April 1942 ontvingen w[j n.l. het volgende schriJven:<br />
COMMISSARIAAT VOOR NIET-COMMDRCIEDLD<br />
VEREENIGINGEN EN STICHTINGEN<br />
's-Gravenhage,<br />
Waalsdorperweg 72<br />
Interl. gespr. letter tr'.<br />
Telefoon 72OO30<br />
Bankier: Rotterdamsche Bankvereeniging,<br />
's-Gravenhage.<br />
Postgiro 330100<br />
Afd. 4. 's-Gravenhage, 22 April 7942<br />
Ref.: vD/J. M.<br />
Reg. No. 411106<br />
Aan den Heer A. Lammers,<br />
Yoorz. van de Voetbalvereeniging ,,<strong>Unitas</strong>",<br />
Haarstraat 31<br />
te Gorinchem.<br />
Ten einde te komen tot een definitieve regeling van de<br />
kwestie ínzake de aan ,,<strong>Unitas</strong>" gegeven aanwijzing, verzoek<br />
ik U <strong>op</strong> Vrijdag 24 April 1942 in den voormiddag een bezoek<br />
aan mijn Commissariaat, Waalsdorperweg 72 te 's-Gravenhage,<br />
te brengen.<br />
De Commissaris voor niet-commercieelc<br />
Vereenigingen en Stichtingen,<br />
Namens dezen,<br />
het Hoofd der Afdeeling,<br />
w.g. (onleesbaar)<br />
Er was nu ineens haast bij de zaak, twee dagen tusschen het<br />
schrijven van den brief en den datum van het bezoek!<br />
Blj een bespreking van dit schrljven tusschen de bestuursleden<br />
werd besloten dat de heeren de Bekker en Walraven den Voorzitter<br />
zouden vergezellen.<br />
Na een wandeling door diverse gangen en hoeken werden wij<br />
ontvangen door Drs. G. van D<strong>op</strong> en een persoon wiens naam<br />
tijdens de kennismaking onhoorbaar werd <strong>uit</strong>gesproken, doch <strong>op</strong><br />
nadere verklaring om verduidelijking, Duijser bleek te zijn.<br />
Het eerste gedeelte van het gesprek, waarin de heer van D<strong>op</strong><br />
begon rnet excuses aan te bieden voor het feit, dat hij de vorige<br />
maal de heeren de Bekker en Walraven niet te woord gestaan had<br />
t2
vÍegens het feit dat hij zoo druk bezet was, en waarbil wij wederom<br />
een <strong>uit</strong>voerige <strong>uit</strong>eenzetting van het voorgevallene g:aven,<br />
daarbij het verslag in ,,De IJnitasser" over de kwestie de Jong-<br />
Meljer overleggende, werd <strong>op</strong> zeer welwillende toon gevoerd. Aan<br />
de hand van de notulen <strong>uit</strong> het clubblad van de vergadering van<br />
29 November 1939 werd getracht de heeren te overtuigen van het<br />
feit, dat de niet-herkiezing van den heer de Jong geen verwondering<br />
behoefde te baren.<br />
Doch hierna brak de storm los! De heer Duljser ontp<strong>op</strong>te zich<br />
toen als een heetgebakerde N. S. B.-er, die zonder bewijzen te<br />
kunnen aanvoeren, de niet-herkiezing eenvoudig als een politiek<br />
gedoe betitelde, waaraan zij wel een einde zouden maken. WU<br />
hadden nu maar eenvoudigweg te voldoen aan de voorg'eschreven<br />
eischen en anders kon hí$ niet instaan voor de gevolgen, De heer<br />
van D<strong>op</strong> hield zich bU dit gedeelte van het onderhoud eenigszins<br />
afzijdig en beëindigde het onderhoud met de mededeeling, dat de<br />
zaak nog nader onderzocht zou worden.<br />
Tijdens het gesprek bleek, dat ook de heer de Jong voor deze<br />
bijeenkomst was <strong>uit</strong>genoodigd, doch bericht had gezonden verhinderd<br />
te zfn. Hij zou één der daar<strong>op</strong> volgende dagen komen.<br />
Dit kwam onze zaak natuurlljk niet ten goede. Waren beide<br />
partiJen bijeen geweest, dan had hoor en wederhoor kunnen plaatsvinden<br />
en zoo noodig over en weer de meening of <strong>op</strong>merkingen<br />
van elke partij nader besproken kunnen worden. Thans hoorde<br />
men elkanders argumenten niet.<br />
Erg ho<strong>op</strong>vol gingen wÍrj dan ook niet naar huis.<br />
Uit een bespreking die de heer Baltus Meijer over onze aangelegenheid<br />
had met den heer K. Lotsy bleek, dat <strong>uit</strong>eindelijk de<br />
eindbeslissing berustte bij den Gevolmachtigde veor de Sport, den<br />
heer Stiihling. (Tljdens ziJn Gevolmachtigdeschap: Groningen à<br />
Stiihling). Dezen heer kenden wij <strong>uit</strong> den tljd toen hg nog bírj alle<br />
belangrljke Athletiekwedstrljden als Jurylid fungeerden en daar<br />
wU van meening waren, dat niets nagelaten mocht worden om te<br />
trachten onze zaak in het rechte spoor te krijgen, besloten wij<br />
g:enoemden heer om een onderhoud te vragen, waarom wij hem<br />
als volgt schreven:<br />
A. Larnmers,<br />
Haarstraat 31. Gorinchem.<br />
WelEd. Geb. Heer,<br />
Gorinchem, 28 April 1942.<br />
Den WelEd. Geb. Heer à Stiihling,<br />
Gevolmachtigde voor de Sport,<br />
's-Gravenhage<br />
Zeer vermoedelijk zult U zích mijner nog wel herinneren<br />
<strong>uit</strong> den tijd, ca. 13 jaar g:eleden, Oat it als;fficial der toenmalige<br />
K.N.A.U. <strong>op</strong> de groote athletiekwedstrijden en OIympische<br />
dagen als jurylid fungeerde en, toen nog te Utrecht<br />
woonachtig zijnde, als Bestuurslid der IJ.P.A.B. en Voorzitter<br />
van het toen zoo bekende Utrechtsche Singello<strong>op</strong>-Comité.<br />
Nu ik geruimen tijd te Gorinchem woon, aldaar Voorzitter<br />
van de G.V.V. ,,<strong>Unitas</strong>" ben, meen ik dan ook de vrijheid te<br />
mogen nemen Uw aandacht te vragen voor een aangelegenheid<br />
waarin deze Vereeniging gewikkeld is geworden, omdat<br />
ons van welingelichte zijde ter oore is gekomen dat de eindt3
's-Gravenhage,<br />
COMMISSARIS VOOR<br />
VERNENIGINGEN<br />
Interl. gespr. letter F.<br />
Bankier: Rotterd. Bankvereen.<br />
's-Gravenhage.<br />
Postgiro 330100<br />
Afd. 4<br />
Ref.: vD/L\l/.<br />
Reg. No.: 411106<br />
NIET-COMMERCIEELI]<br />
EN SI'ICHTINGEN<br />
'Waalsdorperweg 72<br />
Telefoon 720O3O<br />
's-Gravenhage 2 lN[.eí 1942<br />
Aan<br />
den heer A. Lammers.<br />
Yoorz. Gorinchemsche Voetbalver.,,IJnitas",<br />
Haarstraat 31<br />
Gorinchem<br />
Naar aanleiding van de besprekingen, welke met drie llwer<br />
bestuursleden <strong>op</strong> 24 April 1942 werden gehouden, deel ik U<br />
mede, dat mij is gebleken dat het besl<strong>uit</strong> van de Algemeene<br />
Vergadering inzake de niet-herkiezing van den heer A. de<br />
Jong inderdaad ongedaan moet worden gemaakt.<br />
In verband hiermede verzoek ik U thans onverwijld aan de<br />
in mijn schrijven van 4 December 1941 gegeven aanwijzingen<br />
gevolg te geven, met dien verstande, dat in punt C inplaats<br />
van 1 December !942 moet worden gelezen 1 Maart 1943.<br />
Daar ik aanneem, gezien de groote beteekenis die U terecht<br />
aan de Vereeniging ,,<strong>Unitas</strong>" toekent, dat U het belang van<br />
de lichamelijke <strong>op</strong>voeding in Gorinchem zeker niet zult willen<br />
schaden, gelieve U mij <strong>uit</strong>erlijk 9 Mei 7942 te berichten dat<br />
aan mun aanwljzingen door U gevolg is gegeven.<br />
Commissaris voor niet-commercieele<br />
Vereenigingen en Stichtingen,<br />
Namens dezen,<br />
het Hoofd der Afdeeling,<br />
(w.9.) onleesbeaar).<br />
Men ziet, wederom zonder eenige arg:umentatie, werden de<br />
vroeg:er gestelde eischen herhaald, terwljl de tijd, gedurende welke<br />
de heer H. K. Sterkenburg b<strong>uit</strong>en het <strong>Unitas</strong>-verband gesteld<br />
moest worden, werd verlengd tot 1 Maart .1943!<br />
In verband met dezen brief werd direct een bestuursvergadering<br />
bijeen geroepen en de kwestie <strong>op</strong>nieuw <strong>uit</strong>voerig besproken, het<br />
voor en tegen nauwkeurig afgewogen, maar de eind-conclusie kon<br />
niet anders zun dan ,,weigeren aan het verzoek te voldoen". AIle<br />
bestuursleden, behalve de heer L. P. den Besten, die in D<strong>uit</strong>schland<br />
vertoefde, doch reeds eerder had laten weten dat hij het met<br />
ons standpunt gieheel eens was, waren unaniem deze meening<br />
toegedaan. Deze hield in, het zÍj hier nog eens <strong>uit</strong>drukkelijk<br />
gezegd, dat:<br />
1e. De verkiezing van den heer T. Walraven geheel volgens de<br />
Statuten en het Huish. Reglement had plaats gevonden;<br />
15
2e. de Alg:emeene Vergadering de hoogste macht was in de vereeniging<br />
en dus<br />
3e, het Bestuur niet. het recht had een beslissing van deze<br />
hoogste macht ongedaan te maken, terwijl geen enkele andere<br />
macht of orgaan het Bestuur kon dwingen zulks wèl te doen;<br />
4e. ten aanzien van den heer H. K. Sterkenburg noch het Bestuur<br />
noch de Algemeene Vergadering het recht had hem b<strong>uit</strong>en<br />
het vereenigings-verband te zetten, behoudens in de gevallen<br />
voorzien bij het Huish. Reglement, doch waarvan hier geen<br />
' sprake was;<br />
5e. ook g:een enkele andere macht het Bestuur of de Algemeene<br />
Vergadering hiertoe kon dwingen en zeker niet wanneer dit<br />
geëischt werd <strong>uit</strong> wraak-gevoelens.<br />
Voor elk weldenkend mensch stonden wij dus sterk, maar helaas<br />
niet voor machts-wellustelingen en hun bij- en nalo<strong>op</strong>ers. Het<br />
Bestuursbesl<strong>uit</strong> werd in den volgenden vorm ter kennis van den<br />
Commissaris gebracht:<br />
Afd. 4,<br />
Ref. vD/LW.<br />
Reg. No. 411106<br />
HoogEdelgestrenge Heer,<br />
Gorinchem, I Mei 1942<br />
Den heer Commissaris voor<br />
voor niet-commercieele Vereen. en Stichtingen,<br />
Waalsdorperweg 72<br />
's-Gravenhage<br />
Ifw schrijven van 2 dezer is een onderwerp van ampele<br />
bespreking geweest in de door ons gehouden Bestuursvergadering.<br />
Zoowel in ons schrijven van 18 December als bij de <strong>op</strong><br />
24 April gehouden bespreking hebben wij een <strong>uit</strong>voeriS:e <strong>uit</strong>eenzetting<br />
gegeven van ons standpunt in de onderhavige<br />
aangelegenheid en het lijkt ons overbodig en nutteloos zulks<br />
thans <strong>op</strong>nieuw te doen.<br />
Bii de behandeling van Uw schrijven in onze Bestuursvergadering<br />
konden wij geen enkel motief vinden dat verandering<br />
in onze, U bekende, zienswijze zou kunnen brengen<br />
en wij betreuren het, IJ niet anders te kunnen mededeelen, dan<br />
dat het thans zitting hebbende Bestuur niet in staat is maatregelen<br />
te nemen welke in strud ziin met den wil der Algeméene<br />
Vergadering en met ons, ook door U goedgekeurd,<br />
reglement, te meer daar ons de gelegenheid ontbreekt de<br />
meening onzer leden door middel van een Algemeene Vergadering<br />
te hooren.<br />
Met verschuldigde gevoelens,<br />
Namens het Bestuur der G.V.V. ,,<strong>Unitas</strong>",<br />
(w.g.) T. VAN DEN ANKER, Secretaris.<br />
* * *<br />
Afwachten was nu weer de boodschap; weer een nieuwe tiJd<br />
van spanning, doch onvermoeid gingen de bestuurs-werkzaamheden<br />
door, tot dat <strong>op</strong> de bestuursvergadering van Dinsdag 23<br />
Juni 1942 de heer de Jong binnen kwam en den Voorzitter een<br />
brief overhandigde. Deze ga:f het epistel door aan den SecretarÍs'<br />
16
die juist bezig was de notulen cler vorige bestuursvergadering<br />
voor te lezen, om den brief bij de ingekomen stukken tà betranl<br />
delen. De_ heer de Jong drong echter óp clirecte behandeling aan,<br />
waarom de Voorzitter de voorlezing der notulen Iiet staken ón clen<br />
volgenden brief aan cle vergaclering voorlas:<br />
's-Gravenhage<br />
COMMISSARIS VOOR,<br />
VERDENIGINGEN<br />
Interl. gespr. letter F<br />
Afd. 4<br />
Ref.: vD/LS.<br />
Reg. No. 411106<br />
NIET-COn{MERCIEELE<br />
EN STTCH'T'INGEN<br />
Waalsdorperweg 72<br />
Telefoon 72OO3O<br />
's-Gravenhage, 19 Juni 19,12<br />
BESCIIIKI(ING<br />
Betr.: Verordening van den Rijkscommissaris voor het lrc_<br />
zette Nederlandsche gebied tot herorclening van cle<br />
niet-commercieele Vereenigingen en Stichtingen van<br />
28 Februari 1941 (Verordeningenblacl voor hei bezette<br />
Nederlandsche gebied, No. 8, Verorclening No. 41).<br />
Op groncl van bovengenoemde Verordening heb ik beschikt:<br />
dat met ingang van 77 Juni 1942 wordt benoemd tot Gemach_<br />
tigde voor dc Gorinchernsche Voetbalvereeniging ,,IJnitas" tt:<br />
Gorinchem de hccr A. de Jong, W. de Vries Robbéweg 42 te<br />
Gorinchem.<br />
De Commissaris voor niet-commerciecle<br />
Vereenigingen en Stichtingetr,<br />
Namens clezen<br />
hct Hoofd clcr Afcleeling,<br />
(w'g') onleesbaar)'<br />
Bijlage 126.<br />
Na van den cersten schrik bekomen tc zijn, vrocg clc Voorzittcr<br />
(len hecr de Jong wat cle cigenlijkc beclocling van clit schlijven<br />
was, waar<strong>op</strong> clezc antwoordde, dat h.ij in alli_. bcsl<strong>uit</strong>en dt_- eindbeslissing<br />
had.<br />
De vergaclering stond perplcx toen <strong>op</strong> cle <strong>op</strong>rnerking van rlen<br />
9oorzitter, dat dus in het vervolg vergadcr.err feitelijk ovc.r.boclig<br />
zov zljn, omclat alleen de mcening van dcn Gcmachtig.cle nrchtsgeldigheid<br />
bezat, de heer de Jong met ccn voh-nonclig ,,JA,, antwoordde<br />
oncler toevoeging, dat va.naf clit l.r1ol1.l(,nt ver.garlcren<br />
zonder hern, verboden was.<br />
I{et zal elken onbevooroordeelclen lczer cluiclelijl< zijn clat gcen<br />
enkel Bestuur, dat zich zelf respectecrt, zich <strong>op</strong> zoocianigc lvi.jze<br />
onder culateele laat stellen en dat claarom cle Voorzittcr cle vcrgadering<br />
onmicldellijk sloot, onder medeclct lirrg aan rlen ht t,r<br />
de Jong, dat hij zich verder beraden zou wat her-n te cloen stoncl,<br />
waarmcde alle aanwezige Bestuur.sleclen instemrlen.<br />
De heer cic Jong clrong cr <strong>op</strong> aan clat onmiddellijk ccn beslissir-rg<br />
genomen zou worden, doch hem wercl te verstaan gegeven clat het<br />
Bestuur niet zulk een haast hacl cn dat, in vcrban
Áangezien de heer de Jong in het vergaderlokaal bleef zitten,<br />
verlietén de Bestuursleden dit, hem alleen achterlatend.<br />
<strong>Een</strong> en ander scheen onder de leden <strong>uit</strong>gelekt te zijn en het<br />
was dan ook niet te verwonderen dat een groot aantal leden<br />
Donderdag 25 Juni <strong>op</strong> het terrein; waar dien avond getraind<br />
werd, aaiwezig was. Zooals afgesproken was, overhandigd-en -de<br />
Bestuursleden áen heer de Jong sètrrittet;jt< hun besl<strong>uit</strong>, n'l', dat<br />
zíj als zóodanig en tevens als lid bedankten. Op een tusschentiJds<br />
góhouden bijeeákomst was men tot het inzicht gekomen, dat een<br />
andere handelwljze niet mogelijk was'<br />
Na aflo<strong>op</strong> dér training deelde de Voorzitter den aanwezige<br />
leden mede, -wat er voorgevàllen was en nadat ook de heeren Baltus<br />
MeÍjer en de Jong het hunne hadden gezegd, gingen vele lede-n<br />
tegóUh over tot Íet bedanken als lid, zoodat het begin van^ d-e<br />
taát< ïan deh Gemachtigde niet van' aangenamen aard was' Ook<br />
de volgende dagen bereikten hem vele bedankjes en gezegd' k an<br />
wordenl dat pràctisch alle leden (slechts een enkele <strong>uit</strong>zondering<br />
wa" ""i het verband tusschen hen en den Gemachtigde verbrak-en'<br />
Zij verbraken echter niet het verband met de Vereeniging! Nog<br />
niminer is er zulk een eenheid tusschen de leden geweest als juist<br />
in den tijd dat zij officieel geen lid meer waren van het oude<br />
,,<strong>Unitas</strong>".<br />
Het demissionnaire Bestuur moest nu trachten het verband tusschen<br />
de leden te bewaren. Hulcle moet hierbij gebracht worden<br />
aan het Bestuur van de Buurt-Vereeniging ,,Indië", dat onmiddellijk<br />
bereid was haar voetbalterrein ter beschikking van onze..leden<br />
tá stellen, zoodat deze toch konrlen oefenen. Helaas was dit van<br />
korten duur. De heer de Jong, die immers nog steeds zoo prat<br />
ging <strong>op</strong> zijn voor 100% <strong>Unitas</strong>ser-zijn en-slechts noodgedwongen de<br />
inst"rucïieJ van zijn Pártij <strong>op</strong>volgde, maakte aan de voetbalvreugde<br />
vàn onze jongeni eett eittdê doór de Buurtvereeniging te dreigen<br />
dat haar<br />
't tgrrein ontnomen zou worden als zii doorging- de<br />
<strong>Unitas</strong>sers <strong>op</strong> haar veld te laten oefenen. Hieraan mochten wij de<br />
Buurtvereeniiging niet bloot stellen, vooral niet toen zij ouet deáe<br />
kwestie een ichiilven vaR het langzamerhand beruchte Commissariaat<br />
ontving en wij maakten dan ook van de groote medewerking<br />
van deze Vereeniging geen gebruik meer.<br />
C'iandestien werd er áooi áxetJ teden nog wel eens tegen andere<br />
"tuls !"speeld, doch het groote verband was nu <strong>uit</strong> elkaar gerukt'<br />
Wel bleeÈ dat de leden ónderling steeds met elkaar in contact<br />
bleven, evenals dat natuurlijk mei de Bestuursleden het geval was'<br />
* * ;<br />
Intusschen had de Burgemeester in December reeds den Voorzitter<br />
tot een besprekittg -over de onderhavige aangelegenheid <strong>uit</strong>genoodigcl,<br />
omdat.hij vreesde dat een zonder meer afwrJzen van oe<br />
áoor Oen Comm' voor niet-comm. Vereenigingen en Stichtingen<br />
gegeven ,,aànwijzing" voor ljnitas in directen en voor de gemeenf,e<br />
êà-rincirem in iirdirécten zin de grootste moeilijkheden zou <strong>op</strong>leveren.<br />
Bi5 die gelegenheid liet hij zich jegens het Bestuur scherp<br />
<strong>uit</strong> over iret feit, d;t dit de niet-herkiezing van den'heer de Jong<br />
niet had voorkomen' Hii meende echter nog een <strong>op</strong>lossing te kunnen<br />
vinden door voor tL stellen den heer de Jong weer in tret<br />
Bestuur <strong>op</strong> te nemen en den heer H. K' SterkenburC te,v:119eT:1<br />
vrijwillig ie bedanken, waarna ook de- heer de Jong na korf,en [rJo<br />
we"er viijwillig zou moeten aftreden. Op basis van dit voorstel zou<br />
18
de Burgemeester zijn bemiddeling willen verleenen, maar het<br />
Bestuur moest dit voorstel als onaannemelijk verwerpen.<br />
Nu de zaken de vorenomschreven lo<strong>op</strong> hadden genomen, noodigde<br />
de Burgemeester den Voorzitter wederom bíj zich en gaf den<br />
wensch te kennen een bespreking met het geheele Bestuur te hebben,<br />
waarbij hij tevens gaarne den Heer Baltus Meijer aanwezÍg'<br />
zag.Dit.was, omdat hij in dezen den man meende te zien die achter<br />
de schermen het vuur aanwakkerde. Hoewel de Voorzitter dit ten<br />
stelligste ontkende, meende de Burgemeester toch <strong>op</strong> diens aanwezigheid<br />
te moeten blijven aandringen en aangezien het Bestuur<br />
hiertegen geen enkel bezwaar had, vond <strong>op</strong> Maandag 29 Juní 7,942<br />
te 17 uur een bespreking plaats, waarvan wij hier de door den<br />
Gemeente-Secretaris <strong>op</strong>gemaakte notulen laten volgen:<br />
VERSLAG van een bespreking tusschen den Burgemeester van<br />
Gorinchem en het Bestuur van de voetbalvereeniging ,,<strong>Unitas</strong>,, <strong>op</strong><br />
Maandag ?9 Juni 1942 te 17 uur.<br />
Tegenwoordig zijn de heeren: A. Lammers, P. H. H. de Bekker,<br />
T. van den Anker, T. J. Walraven, II. van der Heijden, M. E. Rovers<br />
alsmede de heer Baltus Meijer.<br />
De Burgemeester vangt het ouderhoud aan met cen herinnering<br />
aan het destijds door hem aan den voorzitter, den heer Lammers,<br />
gedaan tusschen-voorstel inzake de kwestie de Jong, hetgeen hier<strong>op</strong><br />
neerkwam, dat de heer de Jong in het bestuur zou worden <strong>op</strong>genomen,<br />
de heer Sterl
is plausibel. Ik ben van iryreening', dat het <strong>op</strong> mijn weg ligt om u<br />
hier<strong>op</strong> te wijzen en voornamelijk wil ik dit doen, omdat door deze<br />
affaire meer aandacht aan Gorinchem wordt besteed dan in de gegeven<br />
omstandigheden wel gewenscht is. En, zoo vraag ik'mÍLj af,<br />
is deze affaire <strong>uit</strong> een nationaal oogpunt bezien wel voldoende van<br />
gewicht om haar tot .een cause célébre te maken. Voortgaanoe<br />
merkt de burgemeester <strong>op</strong>, dat de kringleider van de N.S.B., de<br />
heer Bakker, na een afwezigheid van enkele dagen van spreker urt<br />
de gemeente, hem mededeeling heeft gedaan van de aanwiizing<br />
door den commissaris der niet-commercieele vereenigingen, van<br />
de4 heer de Jong tot gemachtigde voor ,,IJnitas" en de daar<strong>op</strong> gevolgde<br />
massale ontslagname door alle Bestuursleden. Uit het daar<strong>op</strong><br />
volgend gesprek met den heer Bakker heb ik niet den indruk<br />
gekregen, dat de N.S.B. politieken invloed <strong>op</strong> ,,<strong>Unitas</strong>" wenscht <strong>uit</strong><br />
te oefenen. Als dat het geval was, aldus de burgemeester, zou ik<br />
de eerste zijn om uw standpunt, hetwelk u in deze hebt gemeend<br />
te moeten innemen, te onderschr$ven. Er behoort geen politiek in<br />
een voetbalvereeniging thuis.<br />
Dat de heer Meijer hierbij door spreker <strong>uit</strong>genoodigd is, vindt<br />
z4n oorzaak in de omstandigheid, dat de heer Meljer, naar sprekers<br />
meening, de vertegenwoordiger van de ,,scherpe richting" in het<br />
conflict is. Hebt u zich, aldus vraagt spreker, gerealiseerd, dat uw<br />
vereeniging <strong>op</strong> deze wuze volkomen te niet ga'at, tenz\i u meent,<br />
dat de oorlog over vier maanden is afgelo<strong>op</strong>en en Nederland dan<br />
weer geheel vfij zal zijn. Spreker is van meening, dat lang niet alle<br />
Ieden van ,,IJnitas,, hun vereeniging in deze al of niet langdurende<br />
tusschenperiode getrouw zullen blijven. U moet mij goed begrijpen,<br />
aldus de burgemeester, ik streef geen bepaalde richting na en het<br />
is geenszins mijn bedoeling u een <strong>op</strong>lossing aan de hand te doen,<br />
die uw eer te na zou komen. Mijn <strong>op</strong>zet is te redden, wat er nog te<br />
redden is, in het belang van ,,IJnitas" en dus ook in het belang<br />
van Gorinchem. Ik streef dus naar een <strong>op</strong>lossing, welke het instandhouden<br />
van uw vereeniging meebrengt, zonder aantasting<br />
van de nationale eer van het bestuur. Ik heb den indruk, dat de<br />
heer Bakker er naar streeft deze aangelegenheid tot Gorinchem<br />
te beperken..<br />
De heer Meiier meent te moeten protesteeren tegen de voorstelling<br />
vàn zaken alsof hij de vertegenwoordiger van cle z.Í1.<br />
,,scherpe richting" in het conflict zou z7irr.<br />
De burgemeester: ,,die overtuiging heb ik inderdaad".<br />
De heer Meiier: ,,Ik ben in tegendeel juist degene g:eweest, die<br />
een bemiddelingsrol heeft traphten te spelen".<br />
De burgemeester merkt <strong>op</strong>, dat hlj reden heeft om aan te<br />
nemen, dat de heer Meijer aan de zijde van hen heeft gestaan, die<br />
het conflict naar voren deden treden.<br />
De heer Lammers vestigt er de aandacht <strong>op</strong>, dat hij' na de<br />
ontvangst van clen eersten brief, waarin er <strong>op</strong> werd aangedrongen<br />
dat de heer Walraven zou verdwijnen en de heer de Jong weer<br />
zou terugkomen, als penningmeester, een vergadering van het<br />
bestuur heeft belegd en daarbij tevens heeft <strong>uit</strong>genoodigd de<br />
heeren Baltus Meíjer, Beausar en van Tilburg, als met ,,IJnitas"<br />
sympathiseerende leden. De antwoordbrief is door Mr. Vonkenberg<br />
ont*orpen. In dezen brief wordt over de kwaliteiten van den heer<br />
de Jong als penningmeester niet gerept. De mededeeling, dat de<br />
heer dJ Jong als penningmeester <strong>op</strong> bepaalde punten heeft I,efaald<br />
is van mg, átAus de heer Lammers, persoonlijk afkomstig. Ik heb<br />
20
in een onderhoud met den vertegenwoordiger van den commissaris<br />
der niet-commere. vereenigingen enkele <strong>op</strong>merkingen over het<br />
het beleid van den heer de Jong naar voren gebracÈt.<br />
Pe burgemeester zegt destijds van den heer Vonkenberg te<br />
hebben vernomen, dat deze geadviseerd had niet toe te geven.2ijn<br />
oordeel was, dat de commissaris der niet-commerc. verèenigingèn<br />
de vereeniging niet zou durven <strong>op</strong>heffen. Spreker blijft er Ug, áat<br />
de heer Meijer de schakel tusschen het bestuur en den heer-Vonkenberg<br />
geweest is.<br />
Uit enkele <strong>op</strong>merkingen, zoowel van den heer Lammers als van<br />
enkele andere bestuursleden constateert de burgemeostor ver_<br />
volge_ns, dat aan zijn bemiddelingsvoorstel het afwÍrjzend besl<strong>uit</strong><br />
van het bestuur is voorafgegaan.<br />
-<br />
De heer Meiier deelt daarna mede, clat hij in de conferentie rnet<br />
het }estuur, qaarbij cle heer Vonkenberg tègenwoordig was, heeft<br />
geadviseerd_ alle pogingen in het werk-te itellen orÀ alsnog tot<br />
een vergel$k te komen. Op zijn'vraag. aan het bestuur of heí met<br />
den heer de Jong had overlegd, werd ontkennend geantwoord,<br />
waarna spreker aan het bestuur machtiging heeft gèvraagd en<br />
verkregen'om persoonrlik over deze aangólegenheid rÀet deri treer<br />
de Jong te overleggen. In het ten huiie ván den heer de Jong<br />
gevoerd onderhoud, dat van zeer vertrouwelijken aard is geweeÈ,<br />
en ten aanzíen waarvan spr-eker dan ook gaarne geheirrrÉouding<br />
wenscht bev/aard te zien, heeft spreker ian den-heer de Jon[<br />
gevraagd of zijn liefde voor ,,<strong>Unitas</strong>" hem er niet toe zou kunneá<br />
!L"1g.""_zich terug te trekken. De heer de Jong verklaarde, dat<br />
hij dit niet kon doen ter wille van zijn partij. H[ gaf echter deze<br />
suggestie: ,,Ik ben bereid, wanneer men mii heefitoegelaten, na<br />
twee of drie weken te bedanken',. Deze afspiaak zou echter strikt<br />
geheim moeten blljven ter wille van het prestige van zljn partij.<br />
De heer L&mmers voegt hieraan toe, daf hij dáarna (Záteràags)<br />
bij den heer Bakker is geweest, die hem vefirlaarde, dat er nËts<br />
aan- te- doen was. Hij beschouwde de onderwerpelijke aangelegen_<br />
heid als een rel tegen de N. S. B. en zeí letterfuk: ,,da1 nËem<br />
il< niet".<br />
De burgemeester erkent, dat de heer Meijer inderdaad naar een<br />
<strong>op</strong>lossing heeft gestreefd, maar wel naar êen <strong>op</strong>lossing met een<br />
eenzijdig karakter, n.l. volkomen in de richting van-,,<strong>Unitas</strong>,,.<br />
Spreker's veronderstelli-ng, da de heer Meijer sch*erp ste'tting haO<br />
genomen tegen den heer de Jong, baseerde hirj -tevens óp de<br />
animositeit,, die' er tusschen beiden heerschte.<br />
.. De heer Meiier merkt <strong>op</strong>, zulks ter verklaring van zijn houding<br />
in deze, dat hij inderdaad in het verleden met den heer de Jón[<br />
veel meeningsverschil heeft gehad, doch dat.zij <strong>op</strong> den evacuatiel<br />
dag, in dezelfde omstandigheden verkeerendef viede hebben ge_<br />
sloten.<br />
De heer La,mmers overhandigt thans aan den burgemester het<br />
ontwerp van den door den heer Vonkenberg geconcipieerden brief<br />
aan den commissaris der niet-commerc. vereenigingón.<br />
.<br />
De burgemeester merkt na lezing van dezen brief <strong>op</strong>, dat er<br />
inderdaad niet gerept wordt van de minder goede kwalitèiten van<br />
den heer de Jong als penningmeester.<br />
De heer Lammers herhaalt hetgeen hij in het begin reeds heeft<br />
gezegd, dat de <strong>op</strong>merkingen over het minder goede beleid van den<br />
heer de Jong van hem persoonlÍrjk afkomstig ?tjn.<br />
De burgemeeBter zou thans gaarne vernemen, welke houding<br />
2r
het bestuur denkt aan te nemen en vraagt of het bereid is lijn<br />
bemiddelihg te aanvaarden.<br />
De heer Lammers zegt, dat het bestuur van oordeel is, dat de<br />
vereeniging in de gelegenheid moet worden gesteld een geheel<br />
nieuw bestuur te kiezen, waarin het tegenwoordige bestuur noch<br />
de heer de Jong plaats zouden mogen nemen.<br />
De heer de Bekker begrijpt het standpunt van den burS:emeester<br />
niet. Reeds in 1939 wilde men in de algemeene vergadering den<br />
.Wij<br />
heer de Jong als penningmeester wippen. kunnen, aldus de<br />
heer de Bekker. de leden toch niet in een bepaalde richting<br />
dwingen.<br />
De burgemeester zegt: ,,U had toch Uw invloed moeten <strong>uit</strong>oefenen<br />
oh het in het belang van IJw vereeniging in de goede<br />
richting te sturen; als dat gebeurd was, zou het niet zoover gekomen<br />
z!jn".<br />
De heer de Bekker is van meening, dat het reglement een dergelijke<br />
-- houding van het bestuur niet zou hebben toegelaten.<br />
De burgemeèster zegt, dat in een b<strong>uit</strong>engewonen tijd' b<strong>uit</strong>enge\Mone<br />
màatregelen toeiaatbaar ziin, wanneer het gaat om groote<br />
belangen.<br />
De -lreer v. d. Anker zegt, dat hU desttids wel met verschillende<br />
leden van ,,<strong>Unitas</strong>" heeft gesproken, die hem echter verklaarden,<br />
dat het hen niets kon schelen. Naar hun oordeel was de verceniging<br />
toch altijd verloren.<br />
Dó burgemeester zegt,'dat hji het-meeste heil ziet in een gezamenlijkó<br />
bespreking lusschen het bèstuur en de heeren Bakker<br />
en de Jong, onder zljn leiding. Hjj bl|ft van oordeel, dat het<br />
bestuur om begrijpelijke redenen zeer ontactisch is geweest' HiJ<br />
is echter gaarne bereid alles in het werk te stellen om de vereeniging<br />
te behouden en hèt bestuur <strong>uit</strong> de impas.se te helpen.<br />
oó nóer Lammers meent, dat voor het geval de heer de Jong<br />
gehandhaafd was, cle vereeniging toch zou zijn . verlo<strong>op</strong>en. Men<br />
had nu eenmaal een antipathie tegen dien man en wanneer<br />
de Jong nu als gemachtigde zijn intrede in het bestuur doet komt<br />
er heelemaal niets van terecht.<br />
De burgemeester wijst er <strong>op</strong>, dat de heer Bakker hem heeft<br />
gesuggereórd, dat de heer de Jong, indien men hem voor zekeren<br />
íi;A ás gèmachtigde zov accepteeren, zich daarna zou terugtiekken,<br />
b;jvoorbeeld na verlo<strong>op</strong> van vier à zes weken. Dat de<br />
rreer Bàkkèr zich tot mij wend1, aldus de burgemeester, bewijst'<br />
dat h$ er niet <strong>op</strong> <strong>uit</strong> is de vereeniging kapot te maken.<br />
Qe heer Walraven merkt <strong>op</strong>, dat de heer de Jong heeft verklaard<br />
dat alles wat er gebeurt, zljn goedkeuring behoeft.<br />
De burgemeester: ,,Mii is in de praktijk, n.l. als voorzitter van<br />
de bijenteéltvereeniging in Nederland, gebleken, dat het ÍíLet zoo'n<br />
gemáchtigde geen vaart lo<strong>op</strong>t. Theoretisch kan hij alles, maar<br />
practisch beteekent hlj niets".<br />
De heer Lammers overhancligt <strong>op</strong> verzoek van den burgemeester<br />
den brief van den commissaris der niet-commerc. vereenigingen'<br />
houdende de aanwijzinS- van den heer de .Iong als gemachtigde<br />
over ,,IJnitas".<br />
De burgemeester constateert, dat deze brief, juridisch pezien,<br />
geen enkóle volmacht inhoudt; het is evenwel zaak om <strong>op</strong> zijn<br />
[ui vive te zíjn. Hij geeft daarom het bestuur in overweging de<br />
lèden van de vereeniging te bewegen niet verder te bedanken en<br />
zich bereid te verklaien tot een gezamenlijke bespreking als zoooo
even door hem voorgesteld. Men behoeft niet bevreesd te zijn,<br />
daarvoor kent men hem toch voldoende, dat hij een compromis<br />
zal voorstaan. waaraan men als Nederlander niet kan medewerken.<br />
De heer Lammers evenals. de heer \ilalr&ven verklaart zich<br />
beteid tot een bespreking als door den burgemeester in overweginS'<br />
ge8even.<br />
Na onderling overleg verklaren ook de overige bestuursleden<br />
ziqh hiermede accoord. Afgesproken wordt, dat de bedoelde bijeenkomst<br />
zal worden gehouden <strong>op</strong> Dinsdagavond 30 Juni a.s'<br />
* ' F *<br />
Uit bovenstaand verslag bemerkt men, dat de burgemeester in<br />
een bespreking onder zijn leiding tusschen ons Bestuur en de<br />
N.S.B. nog een mogelljkheid tot <strong>op</strong>lossing zag. f let hier besprokene<br />
leggen wij U voor in het volgende, eveneens door den Gemeente-<br />
Secretaris <strong>op</strong>g:emaakte<br />
VERSLAG van de bespreking tusschen den burgemeester van<br />
Gorinchem, het bestuur van de voetbalvereeniging ,,<strong>Unitas</strong>", alsmede<br />
de heeren E. H. Bakker, A. de Jong en Baltus Meijer <strong>op</strong><br />
Dinsdag 30 Juni 7942 íe 20 uur ten stadhuize.<br />
Tegenwoordig zir' van het bestuur van ,,IJnitas", de heeren<br />
A. Lammers, P. H. H. de Bekker, T. v. d. Anker, T. J. Walraven'<br />
Ií. van der Heijden en M. E. Rovers.<br />
De heer Bakker is aanwezig in zijn kwaliteit van kringleider<br />
van de N. S. B. en de heer de Jong in zljn kwaliteit van<br />
gemachtigde voor ,,<strong>Unitas</strong>" als zoodanig aangewezen door den<br />
commissaris voor de niet-commerciëele vereenigingen.<br />
De burgemeester danlit de aanwezigen, dat zíi gevolg hebben<br />
willen geven a;àn z\in <strong>uit</strong>noodiging ter bespreking van de moeiUikheden<br />
waarin de vereeniging ,,<strong>Unitas</strong>" zich bevindt. HU noemt dit<br />
een alleronaangenaamst conflict, dat naar zljn meening vermeden<br />
had kunnen worden. H$ streeft er naar om het conflict van een<br />
locaal standpunt te beschouwen, hetgeen de <strong>op</strong>lossing g:emakkelijker<br />
zal maken. ,,<strong>Unitas</strong>" neemt in de Gorinchemsche sportvereènigingen<br />
een belangrijke plaats in en daarom, aldus de burgemeester,<br />
meen ik gerechtigd te zíjn mij met de onderhavige<br />
kwestie te bemoeien. Hij herinnert er aan, dat hU een half jaar<br />
geleden een poging heeft gedaan om het toen gerezen conflict <strong>op</strong><br />
te lossen, welke poging hier<strong>op</strong> neerkwam, dat de heer de Jong in<br />
het bestuur zou woiden <strong>op</strong>genomen, de heer Sterkenburg zou bedanken<br />
en vervolgens de heer de Jong, na korten trjd, weer vrijwillig<br />
<strong>uit</strong> het bestuur zou treden. Dit voorstel, dat tot zijn spijt<br />
niet geaccepteerd werd is - en hlj stelt er priis <strong>op</strong> hier<strong>op</strong> den<br />
nadruk te leggen - dsel den heer Lammers aan het bestuur<br />
cloorgegeven. Éèt conflict is nu zoodanig verscherpt, dat er groote<br />
kanJ <strong>op</strong> bestaat, dat ,,<strong>Unitas</strong>" zal verdw$nen, zulks als gevolg<br />
van hetgeen de laatste week heeft plaats gehad. Als gevolg van<br />
de aanwljzing van den heer de Jong als gemachtigde voor<br />
,,<strong>Unitas</strong>" is het bestuur en bloc afgetreden, terwljl het grootste<br />
gedeelte der leden heeft gemeend te moeten bedanken. Spreker<br />
írerkt terlo<strong>op</strong>s <strong>op</strong>, clat dJ aanstelling van den heer de JonS: als<br />
gemachtigde voor ,,llnitas" geen omschrijving van diens taal<<br />
Éevat. Oà aanstelling bevat niet meer en niet minder dan dat de<br />
heer de Jong met ingang van 77 Juni 1942 wordt benoemd tot<br />
gemachtigde voor de Gorinchemsche Voetbalvereeniging,,<strong>Unitas</strong>".<br />
23
De burgerneester zegt het te betreuren, dat ,,<strong>Unitas</strong>" als gevolg<br />
van het gerezerL conflict zou <strong>op</strong>houden te bcstaan en daarom<br />
streeft hij er naar een <strong>op</strong>lossing te vinden, welke haar voortbestaan<br />
mogelijk maakt. Hij stelt er pr[js <strong>op</strong> te verklaren, dat<br />
hem in de terzake met den heer Bakker gevoerde besprekingen is<br />
gebleken, dat deze er niet naar streeft ,,<strong>Unitas</strong>" weg te werken.<br />
Men stelt zich echter aan de zljde van den heer Bakker <strong>op</strong> het<br />
standpunt, dat niet geduld kan worden, dat een bestuurslid wordt<br />
weggewerkt om andere dan zakelljke redenen. Spreker kan niet<br />
beoordeelen of de reden, die voor het niet-benoemen van den heer<br />
de Jong werd <strong>op</strong>gegeven, juist is. <strong>Een</strong> feit 'is, dat althans hel<br />
bestuur van ,,IJnitas" blijkbaar geen motief had om hem niet aan<br />
te beveleri. AIs er geen reden was om den heer de Jong als penningmeester<br />
te disqualificeeren, dan had zijn lidmaatschap van de<br />
N.S.B. geen reden mogen zijn om hem niet <strong>op</strong>nieuw tot bestuurslid<br />
te benoemen. Het bestuur van ,,IJnitas" heeft tegenover<br />
spreker erkend, dat de heer de Jong zich bij de behandeling van<br />
Vereenigingszaken nimmer <strong>op</strong> politiek terrein heeft begeven. Als<br />
het juist is geweest, dat een deel van dc leden van ,,<strong>Unitas</strong>" den<br />
heer de Jong niet meer tot bestuurslid wil benoemen <strong>op</strong> grond van<br />
zijn lidmaatschap van de N. S. 8., dan is het volkomen begrijpelijk,<br />
dat die partij in hetgeen gebeurd is, niet wil berusten.<br />
De burgemeester herhaalt hetgeen hij in de <strong>op</strong> 29 Juni j.I. met<br />
het bestuur van ,,llnitas" gevoerde bespreking heeft <strong>op</strong>gemerkt,<br />
dat dit bestuur zich in deze aangelegenheid aan een beleidsfout<br />
heeft schuldig gemaakt. Het heeft n.l. den schijn <strong>op</strong> zich geladen,<br />
dat het zich achter het bcsl<strong>uit</strong> van de algemeene vergadering<br />
stelde. Spreker betreurt hct, dat het bestuur geen poging in het<br />
werk heeft Besteld om hetgeen stond te gebeuren te voorkomen,<br />
doch zal hierover nu verder niet spreken. Hij wijst er nogmaals <strong>op</strong>,<br />
dat het zijn streven is om deze kwestie in de locale sfeer te<br />
houden ern haar te behandelen als Gorcumers onder elkaar, die<br />
hechten aal. het voortbestaan van ,.<strong>Unitas</strong>". Zoo zullen beide<br />
part$cn, om tot elkaar te kunnen komen, water in hun wijn<br />
moeten doen. Wij moeten, aldus de burgemeester, trachten een<br />
<strong>op</strong>lossing te vinden welke de gerezen kwestie <strong>uit</strong> de wereld helpt<br />
met behoud van eigen eer. Hij heeft den indruk, dat het beide<br />
partijen ernst is om tot een zoodanige <strong>op</strong>lossing te komen. Het wil<br />
hem voorkomen, dat de heer de Jong niet geporteerd is voor de<br />
positie, die hem door den commissariq voor niet-commerc. vereenigingen<br />
is toegekend, zood,at hlj meent te mogen verwachten,<br />
dat er van de zijde van den heer de Jong medewerking zal worden<br />
verleend.<br />
Het bestuur van ,,<strong>Unitas</strong>" zal moeten erkennen, dat het in<br />
deze een beleidsfout heeft gemaakt.<br />
Aan den heer Bakker stelt spreker de vraag om krachtiSf mede<br />
te werken aan de <strong>op</strong>lossing van het gerezen conflict.<br />
De heer Bakker zegt daartoe bereid te zljn; de beslissing van<br />
den Commissaris voor niet-commerc. vereenigingen zal evenwel<br />
<strong>uit</strong>gevoerd moeten .worden. Wij. willen, aldus de heer Bakker,<br />
,,I-trnitas" behouden, maar dan zal er iets moeten gebeuren en wel<br />
dit, dat het <strong>Unitas</strong>bestuur tot alle leden een rondschrijven richt;<br />
waarin wordt vermeld:<br />
1e. dat burgemeester van Rappard in deze bemiddelend is <strong>op</strong>getreden<br />
en aannemel$k heeft kunnen maken, dat de houding van<br />
het ,,<strong>Unitas</strong>"-bestuur, t.o.v. de maatregelen, genomen door den<br />
24
commissaris voor niet-c
1e. dat het bestuur nooit wist hoe de vereeniging in financieel<br />
<strong>op</strong>zicht reilde en zeilde;<br />
2e. d,at de kwitanties wegens contributie der leden niet <strong>op</strong> tijd<br />
werden <strong>uit</strong>geschreven (geïnd, A. L.)<br />
Ook de heer de Jong acht de door den heer Lammers geboden<br />
<strong>op</strong>lossing niet aanvaardbaar. Hij wijst er <strong>op</strong>, dat de N.S.B. ln feite<br />
meer rechtvaardiging eischt, dan hlj persoonlijk noodig acht.<br />
De heer Bakker zegt: ,,<strong>Unitas</strong>,' moet gaan voetballen en niet<br />
meer aan politiek doen".<br />
De heer La,mmers zegt: ,dan moet ook de lleer de Jong niet<br />
meer aan politiek doen".<br />
De heer de Jong ontkent, dat hij in ,,<strong>Unitas</strong>" ooit aan politiek<br />
heeft gedaan. Als er evenwel zaken in ,,IJnitas,' worden besproken,<br />
dan behoort hU daarb{, krachtens zijn functie van gemachtigde,<br />
tegenwoordig te zijn.<br />
De heer Lammers merkt <strong>op</strong>, dat de heer de Jong zelfs is blijven<br />
zitten toen hiJ als voorzitter de bestuursvergadering had gesloten.<br />
De heer de Jong ontkent zulks.<br />
De burgemeester zegt, dat het voorstel van den heer Lammers<br />
geen basis van overeenstemming kan vormen. Bijna alle leden van<br />
,,<strong>Unitas</strong>" hebben hun ontslag genomen, zood,at de mogelijkheid van<br />
I
De burgemeester zegt, dat de heer de Jong in zijn functie -van<br />
gemachtigde de toestemming tot het houden van een dergelijke<br />
iergaderÉg kan bekomen, ais hij <strong>uit</strong>eenzet, dat <strong>op</strong> die -vergadering<br />
geen ondeiwerpen van potitieken aard ter sprake zullen -komen'<br />
De burgemeester legt er den nadruk <strong>op</strong>, dat, wanneer de algemeene<br />
veigadering dit voorstel niet zou accepteeren, de vereeniging<br />
- ,,<strong>Unitas</strong>" ten doode is <strong>op</strong>gepchreven. _<br />
De heer L&mrners meent, dat het voorstel van den burgemeester<br />
niet voldoende rekening houdt rnet het standpunt van ,,<strong>Unitas</strong>"'<br />
Hij acht het compromis-voorstel van den burgemeester -persoonlljk<br />
onïannemelijk. H;t reglement, dat de grondwet voor de vereenig:ing<br />
moet v-ormen, veÍret zidn tegen dezen g:ang van zaken' Indien<br />
Éet bestuur een voorstel, als door den burgemeester aangegeven,<br />
zou doen, zou het zic}lzelf een brevet van onbekwaamheid geven'<br />
De heer Me[jer kan deze <strong>op</strong>vatting niet deelen. Het is de algemeene<br />
vergadering die besl<strong>uit</strong> en zichzelf dus een brevet van onbekwaamheid<br />
zou geven.<br />
De moeilijkheid É volgens den heer Meiier, dat het wettig- gekozen<br />
bestuurslid zou moeten aftreden, indien de heer de Jong<br />
zou worden herkozen, omdat het reglement bepaalt, dat het bestuur<br />
<strong>uit</strong> zeven leden bestaat.<br />
DeheerdeJongmerkt<strong>op</strong>,datereenbestuurslidinD<strong>uit</strong>schland<br />
werkt, 'Uo*g.-eester<br />
zoodat er feitelijk een vacature is.<br />
ó"<br />
driígt er met klem <strong>op</strong> a,aír ziiÍL voorstel^in<br />
urn"tig" &erweging te n-emen. I{et zou een groote ramp-voor Go-<br />
.incrreïn ziin, ináiei ,,<strong>Unitas</strong>" zou tenietgaan. De door hem aangeboden<br />
oilossing is van dien aard, dat zíi de eer van ,,ÏJnitas"<br />
8náangetaêt taatl rrg houdt er aan vast' dat de heer de Jong als<br />
mensch gerehabiliteerd dient te worden.<br />
De heér Lammers: ,,en als de door U gesuggereerde <strong>op</strong>lossing<br />
door de algemeene vergadering niet wordt- aanvaard"'<br />
De burgémeester: ,,dán hebt u zich als bestuurslid niets te verwUtu",<br />
otia"t u alleí in het werk hebt gesteld om tot <strong>op</strong>lossing<br />
van het huidige conflict te komen".<br />
De heer de Bekker vraag:t of het dus cle bedoeling is, dat de heer<br />
de Jong als gewoon bestuurslid weer terugkomt.<br />
De biurgemeester beantwoordt deze vraag bevestigend en voegt<br />
daaraan Ioe, dat het <strong>uit</strong>eraard noodig is, dat het bestuur in de<br />
algemeene vergadering een <strong>uit</strong>eenzetting van den gang van zaken<br />
ge"eft. als ,r, ádu" dó burgemeester, <strong>op</strong> het gezond van<br />
-verstandáe<br />
leden appelleert, twijfel ik sr niet aan of de vergadering zal het<br />
voorstel aanvaarden.<br />
De heer Lammers vra;agt of de aanvaarding van het voorstel zou<br />
beteekenen, dat ook de Èeer Sterkenburg als Iid der vereenÍging<br />
geroyeerd " moet worden.<br />
oó burgemeester is van meening, dat de heer Sterkenburg in het<br />
conflict niet als de Urheber beschouwd moet worden<br />
De heer.Bakker:,,ik heb de overtuiging, dat dit wel het geval<br />
is"; er wordt verder in het algemeen van gedachten gewisseld over<br />
de vraag of het mogelijk is het aantal bestuursleden <strong>uit</strong> te breiden.<br />
De burgemeester acht dit, gezien de redactie' van de betreffende<br />
bepaling van het reglement, geen.bezwaar.<br />
De heer Walraven meent, dat het gemakkelijkst is wanneer hij<br />
zich terugtrekt. De burgemeester zou dit niet juist achten'<br />
De burgemeester vraagt aan de heeren Bakker en de Jong of zij<br />
er accoorá mede kunnen- gaan, dat de heer de Jong zou benoemd<br />
on
worden, in afwachting van een rcglernentswijziging, welke het aan_<br />
tal leden met één vermeerdert.<br />
De heeren Bakker en dc Jong vcrl
Ís dit <strong>op</strong> de convocatie tot <strong>uit</strong>drukking te brengen, terwÍjl de burgemeester<br />
het wenschelijk acht, dat <strong>op</strong> de convocatie een <strong>uit</strong>eenzettíng<br />
wordt gegeven <strong>op</strong> welke wijze gepoogd wordt het huidige<br />
conflict b$ te leggen.<br />
De heer La,rnrrlers verklaart zich daartoe bereid en vraagt aan<br />
den burgemeeester of deze het concept, vóór dat het wordt afgedrukt,<br />
even wil doorzien.<br />
De burgemeester verklaart zic}r daar.toe bereid onder <strong>op</strong>merking,<br />
dat hij het gewenscht acht, dat ook de heer de Jong in de algemeene<br />
verg'adering een redevoering houdt, die in verzoenenden toon<br />
zal zijn gesteld.<br />
De heer de Bekker vraagt of de bestuursleden, voor het geval<br />
de algemeene vergadering het voorstel niet. aanvaardt, het recht<br />
hebben om te bedanken,<br />
De burgemeester antwoordt hier<strong>op</strong> bevestigend.<br />
De heer de Bekkêr stelt nog de vraag of de heer de Jong als<br />
gemachtigde zal bedanken wanneer het conflict is bijgelegd.<br />
Ook deze vraag beantwoordt de burgemeester in bevestigenden<br />
zin.<br />
De heer Bakker vfaagt of hij nu kan aannemen, dat het bestuur<br />
<strong>op</strong> zijn ontslagname is teruggekomen.<br />
De burgemeester is van oordeel, dat dit inderdaad aan de leden<br />
zal moeten worden medegedeeld.<br />
De heer Lammers stelt, alvorens hier<strong>op</strong> te antwoorden, de vraag<br />
hoe de heer de Jong denkt over de wijze van afdoening der thans<br />
lo<strong>op</strong>ende zaken.<br />
De heer de Jong antwoordt: ,,ík zal alles teruggeven,,,<br />
Nadat daarover verschillende <strong>op</strong>merkingen, zoowel van de zijde<br />
van ,,IJnitas" als door den burgemeester en den heer Bakker, zijn<br />
gemaakt, wordt in algemeene overeenstemming besloten dat deze<br />
aangelegenheid door het bestuur en den heer de Jong onderling zal<br />
worden geregeld.<br />
De burgemeester zegt de aanwezigen dank voor de door hen<br />
betoonde bereidwilligheid om tot <strong>op</strong>lossing van het conflict te<br />
komen en noodigt den heer Lammers <strong>uit</strong> zich ten spoedigste met<br />
hem te verstaan ten aanzien van de redactie van de aan de<br />
,,<strong>Unitas</strong>"-Ieden te zenden convocatie voor de algemeene vergadering<br />
* * *<br />
De in het vorenstaand verslag voorkomencle passage welke luidt:<br />
,,Het bestuur van ,,unitas" wil voor de gemaakte fout boeten en<br />
trekt zich geheel terug om plaats te maken voor een geheel nieuw<br />
samen te stellen bestuur", meenen wij te moeten verduidelijken en<br />
aan te vullen. In verband nl. met het feit, dat zoowel de burgemeester<br />
als de N.S.B., zíj het om verschillende motieven, zulk een<br />
Broot zwaartepunt bleken te leggen <strong>op</strong> de reeds eerder genoemde<br />
mededeelingen van den voorzitter aan den heer Henke over het<br />
waarnemen van het penningmeestérschap door den heer de Jong,<br />
legde dè voorzitter er nog eens den nadruk <strong>op</strong>, dat die <strong>uit</strong>latingen<br />
<strong>uit</strong>sl<strong>uit</strong>end en alleen tegenover den Heer Henke en nimmer tegenover<br />
de b<strong>uit</strong>enwereld waren gedaan en dat deze kwaliteiten ook<br />
nimmer in het geding waren geweest. Wanneer deze mededeelingen<br />
echter als een ernstige fout door de N.S.B. werdeyr beschouwd, en<br />
wel 26ó ernstig dat daardoor ,,IInitas" werd gedupeerd, dan was<br />
de voorzitter bereid heen te gaan als daarmede d,e zaak gered kon<br />
worden. De overige bestuursleden verklaarden hier<strong>op</strong> dat ook zij<br />
dan bereid waren heen te gaan, onder voonvaarde, dat er een<br />
29
g:eheel nieuw bestuur gevormd zou worden zonder den heer<br />
de Jong. Hiermede gingen de heeren N. S. B.-'ers echter niet<br />
accoord !<br />
Zooals <strong>uit</strong> het verslag blijkt, kregen de bestuursleden de gelegenheid<br />
onderling te beraadslagen over het voorstel van den<br />
burgemeester om den heer cle Jong aan het zitting gehad hebbende<br />
Bestuur toe te voegen. Iloewel de meeste Bestuursleden persoonlijk<br />
niet veel voelden voor het voorstel, werd toch besloten dit aan de<br />
Algemeene Vergadering voor te leggen.<br />
In overleg met den heer de Jong, die voor het aanvragen van<br />
de te houden Alg. Vergadering moest zorgdragen, werd deze vastgesteld<br />
<strong>op</strong> Vrijdag !7 Julí 7942.<br />
Tijdens de bespreking van deze aangelegenheid liet de hcer<br />
cle Jong zich tegenover den Voorzitter in dezen geest <strong>uit</strong>, dat hij<br />
het volgende jaar nog wel zitting zou hebben. Wlj merkten <strong>op</strong>,<br />
dat dit geen afspraak was, want dat hlj na korten tijd, volgens<br />
den heer Bakker na 4 à 6 weken, zou aftreden. Het bleek nu<br />
echter, dat dit kort zeer rekbaar zou kunnen zijn, vraarom cle<br />
Voorzitter zich hierover met enkele Bestuursleden en den volgcnden<br />
dag met den Burgemeester in verbinding stelde, hem daarbij<br />
mededeelende, dat het Bestuur er niets voor voelde de vergadering<br />
cloor te laten gaan, gezien het voornemen van den heer de Jong.<br />
Daar de Burgemeester echter cle <strong>uit</strong>drukkelijkc verzcl
Hierna heeft de Burgemeester een voorstel gedaan waarmede<br />
de tegenpartq zich ten slotte accoord verklaardè. Na een onderlinge<br />
bespreking hierover, meenden ondergeteekenden, da t de<br />
strekking er van zoodanig was, dat zij het een Algemeene Vergadering<br />
konden en moesten voorleggen.<br />
Op deze te houden vergadering zullen wij IJ er een <strong>uit</strong>voerige<br />
<strong>uit</strong>eenzetting van geven. Met dit schrijven zullen wij dit nog ntet<br />
doen, om. te voorkomen dat mogelijke onjuiste conclusies getrokken<br />
zouden worden, die de zaak misschien zullen vertroebelen.<br />
Moge het feit dat ondergeteekenden thans van oordeel zqn TJ<br />
het betreffende voorstel voor te kunnen leggen, voor lI aanleiding<br />
Èijn niet bij voorbaat afwijzend er tegenover te staan, doch om tei<br />
vergadering te komen en rustig het voorstel met <strong>uit</strong>eenzetting<br />
aan te hooren.<br />
Daar ondergeteekenden voor hun lidmaatschap bedankt hadden<br />
en zoovelen dit eveneens gedaan hebben, maar allen reglementair<br />
tot 1 Augustus contribueerend lid moeten blijven, zullen alle<br />
bedankjes, welke vóór 17 Juli a.s. niet ziin ingetrokken, toch<br />
beschouwd worden als te zljn <strong>op</strong>geschort tot en met dien datum,<br />
zood,at een ieder, die ter vergadering aanwezig is, <strong>op</strong> dat moment<br />
lid onzer vereeniging is.<br />
Laat nu een ieder, onbevooroordeeld, <strong>op</strong> 17 Juli a.s. aanwezig zijn.<br />
Gorinchem. 6 JuIi 1942.<br />
A, Lammers<br />
T. v. d, Anker<br />
T. \ilalraven<br />
P. de Bel
dhr. Walraven een g:oed penningmeester is en bovendien <strong>uit</strong>stekend<br />
met de spelers kan omgaan. Op 13 Oct. '41 gewerd dhr.<br />
Lammers een schrijven van den Comm. voor niet-commerc. Vereenigingen,<br />
waarin werd medegedeeld, dat de niet-herkiezing' van<br />
dhr, de Jong aanleiding was om met dhr. Lammers hierover een<br />
nadere gedachtenwisseling te hebben. Dit onderhoud heeft plaats<br />
gehad met Inspecteur Henke, welke ook <strong>op</strong> deze vergadering aanwezig,is.<br />
Dhr. Lammers heeft bij die gelegenheid dhr. Henke <strong>uit</strong>voerig<br />
ingelicht, daarbiJ aangehaald, dat het in '38 plaats gehad<br />
hebbende conflict tusschen dhr .de Jong en dhr. Baltus Meijer<br />
voor de oudere leden aanleiding is g:eweest dhr. de Jong niet'te<br />
herkiezen en dat dhr, de Jong reeds eerder <strong>uit</strong> het Bestuur verdwenen<br />
zou zln als niet Jan Snoek <strong>op</strong> het laatste oogenblik in<br />
'39<br />
zijn candidatuur had ingetrokken. Dhr. Henke had echter<br />
weinig oor naar hetgeen dhr, Lammers te zeggen had en plaatste<br />
de <strong>op</strong>merking, dat dhr. de Jong toch 100/o penningmeester was.<br />
Dhr. Lammers heeft zich toen verplicht gevoeld de fouten mede<br />
te deelen die aan het beleid van dhr. de Jong kleefden, Na dit<br />
onderhoud is geruimen tijd niets vernomen.<br />
Op 5 Dec. '41 ontvingen wij van den Comm. v. niet-Commerc.<br />
Vereenigingen de ,,aanwijzing" om, inplaats van dhr. Walraven<br />
dhr. de Jong weer in het Bestuur <strong>op</strong> te nemen en dhr. H.í K. Sterkenburg,<br />
als zijnde de eerste onderteekenaar van de candidaatstelling<br />
van dhr. Walraven, voor 1 jaar van het lidmaatschap<br />
onzer vereeniging vervallen te verklaren. Het behoeft geen betoog<br />
wat er in. die dagen in het Bestuur omging. Secretaris heeft<br />
een paar dagen met dien brief in zijn zak gelo<strong>op</strong>en eer hij voldoende<br />
moed verzameld had om hem aan den voorzilter ter hand<br />
te stellen; dit gebeurde <strong>op</strong> 7 Dec. nà den wedstrijd tegen Excelsior<br />
<strong>op</strong> fFt station D.P. te Rotterdam. In de daar<strong>op</strong> volgende Bestuursvergadering<br />
is geen besl<strong>uit</strong> genomen, getracht zou worden bU<br />
autoriteiten inlichtingen in te winnen. Gevolg is geweest, dat aan<br />
de ,,aanwijzing" geen gevolg is gegeven. Elke <strong>Unitas</strong>ser en. ieder<br />
ander mensch, hoe hij de wereld ook bekijkt, begrijpt, dat aan<br />
deze aanwijzing geen gevolg g:egeven kon worden. Ook dhr. Sterkenburg<br />
heeft volkomen reglementair gehandeld en ook tegen<br />
henl kan geen enkele maatregel strijdig met ons reglement genomen<br />
worden. Dhr. Henke heeft te kennen gegeven, dat wanneer<br />
aan de aanwijzing geen 'gevolg geg:even zou worden, onze vereeniging<br />
zou worden ontbonden. Mêt deze wetenschap voor oogen<br />
hebben wlj onze beslissingen moeten nemen.<br />
Wij hebben er prijs <strong>op</strong> gesteld de oudere leden, de heeren van<br />
Tilburg en Baltus Meijer te raadplegen en ook dhr. Beausar, als<br />
één der grootste obligatiehouders, hebben wij om ziin zienswuze<br />
verzocht. Bovenal echter, hebben wij als Bestuur zelfstandig een<br />
besl<strong>uit</strong> g:enomen, waarbij het prettig was te weten, dat deze heeren<br />
het met onze <strong>op</strong>vatting eens waren.<br />
Dhr. Lammers leest het door ons ofi 18 Dec. '41 verzontlen<br />
antwoord aan den Com,. v. niet-Commerc. Vereen. aan de vergaclering<br />
voor. Ten aanzien van de <strong>op</strong> dhr. H. K. Sterkenburg<br />
betrekking hebbende clausule, zegt dhr. Lammers, dat het voor<br />
dezen een zeer moeilljke stap gewecst zov ziin zich zelf <strong>op</strong> te<br />
offeren, maar dat hij voldoende IJnitasser is om daaraan toch<br />
gevolg te geven.<br />
Na dit schruven hebben wii de toekomst ho<strong>op</strong>vol tegemoet<br />
gezien, tot dhr. Lammers <strong>op</strong> 22 April<br />
'42 va]]' meergcnoemden<br />
32
Commissaris de <strong>uit</strong>noodiging ontving om naar den Haag te komen,<br />
aan welke <strong>uit</strong>noodiging <strong>op</strong> 24 April door de heeren Lammers,<br />
Walraven en de Bekker. is voldaan.<br />
Helaas is ook bij die gelegenheid g.een regeling getroffen kunnen<br />
worden en het was niet onverwacht toen <strong>op</strong> 2 Mei ,42 de tijding<br />
binnen kwam, dat de <strong>op</strong> 4 Dec. ,41 gestelde eischen ten spoedlgste<br />
ingewilligd moesten worden, met dien verstande, dat- de heer<br />
Sterkenburg tot 1 Maart '48 geschorst diende te worden. Op<br />
9 Mei_hebben wij bericht, dat ons besl<strong>uit</strong> medegedeeld bij schrijven<br />
d.d. 18 Dec. '41, ten volle gehandhaafd bleef.<br />
Op 23 Juni '42 kwam dhr. de Jong tljdens een Bestuursvergadering<br />
binnenstappen en overhandigde een beschikking van den<br />
Cornm. v. niet-Commerc. Ver., waarin dhr. A. de Jong, ingaande<br />
17 Juni '42, als Gemachtigde voor de Vereeniging ,,UnitaÀ', was<br />
aangesteld. Dit beteekende dat het <strong>Unitas</strong>-bestuur onmondig werd<br />
verklaard en onder curateele was gesteld. Aan dhr. de Jon[ werd<br />
medegedeeld, dat wij tot Donderdag d.a.v. tijd wilden hebbèn, <strong>op</strong>dat<br />
ieder Bestuurslid voor zich een besluii kon overwegen. Op<br />
dien Donderdagavond hebben alle Bestuursleden schrifteltik hun<br />
functie neergelegd en is aan de aanwezige leden een <strong>uit</strong>eenzetting<br />
g:eg:even van den toestand die geschapen was, bij welke gelegenheid<br />
door de heeren Lammers, A. de Jong en Éaltus Meijer het<br />
woord gevoerd is. Zeer vele leden hebben hierna eveneens voor het<br />
lidmaatschap bedankt en in feite had onze vereeniging Been reden<br />
van bestaan meer.<br />
__De<br />
Burgemeester, die van het conflict kennis had genomen en<br />
die een neutraler en zakelljker inácht in de gebeurtenissen meent<br />
te hebben, verzocht ons er mede accoord 1e gaan, dat hlj als<br />
bemiddelaar tusschen <strong>Unitas</strong> en de politieke partjj zou <strong>op</strong>tróden.<br />
Wij hebben hierin toegestemd, mits het ter tafel komenàe voor<br />
ons aanvaardbaar geacht kon worden.<br />
De interventie van den Burgemeester had tot gevolg, dat onder<br />
z$n-leiding <strong>op</strong> het gemeentehuis d.d. B0 Juni '42 een-vergadering<br />
heeft plaats gehad, waar ons volledig Bestuur en voor OJN. S. È.<br />
de heeren Bakker en de Jong aanwezig waren. Na een <strong>uit</strong>eenzettíng<br />
van den Burgemeester is door dhr. Bakker een voorstel<br />
gedaan dat voor ons onaanneembaar was, onzerzuds is toen een<br />
tegenvoorstel g'edaan hetwelk inhield, dat, daar men van meening<br />
is dat het huidige Bestuur fouten heeft gemaakt, dit Bestuui<br />
bereid in il<br />
,ijtr g'eheel af te treden, waarna aan de Algem. Verg.<br />
gelegenheid geg'even moet worden in volle vríjheid een nieuí<br />
Bestuur te kiezen, onder voorbehoud dat geen dei oude Bestuursleden<br />
hierin zitting zou nemen, Dit voorstel vond blj de heeren van<br />
de N, S. B. geen genade.<br />
De Burgemeester heeft toen, <strong>uit</strong>gaande van de gedachte dat,<br />
waar twee ruzie heben, water in de wijn gedaan zal-moeten wor_<br />
den, een tusschenvoorstel gedaan in dezen vorm, dat dhr. de Jong<br />
in het Bestuur <strong>op</strong>genomen wordt en het aantal Bestuursleden vaí<br />
7 <strong>op</strong> 8 gebracht zal worden. Het was voor ons zeer moeiliik hierin<br />
een beslissing te nemen, de Burgemeester voelde dit aan en gaf<br />
ons Bestuur gelegenheid zich <strong>op</strong> het gemeentehuis eenig.en tijd-af<br />
te zonderen om zich over dit voorstel te beraden. Nitangáurtg<br />
overleg is besloten dit voorstel .aan de Algemeene Vergaderiig, alï<br />
z[nde de hoogste macht in de Vereeniging, te moeten voorlJggen.<br />
_-Dezen<br />
avond z{jn wij hier bljeen om een beslissing te nemen.<br />
Dhr. Lammers gelooft hiermede een voldoende inzicÈ-t in de ge-<br />
33
eurtenissen te hebben geg:even en een ieder nu in staat geacht<br />
moet worden zelfstandig een besl<strong>uit</strong> te kunnen nemen. Elkeen die<br />
iets te vragen of te zeggen heeft, zal daatbe gaarne in de gelegenheid<br />
gesteld worden, hij ho<strong>op</strong>t echter, dat dit <strong>op</strong> volwaardige wijze<br />
zal geschieden.<br />
Dhr. Lamrners verzoekt hierna aan dhr. de Jong zijn zienswijze<br />
aan de vergadering te willen mededeelen.<br />
Dhr. de Jong neemt het woord eÍ zegt het volgende:<br />
Het Bestuur heeft in deze kwestie het conflict Baltus Meljer<br />
@ntra de Jong gesteld, maar in 1940 is dat conflict van mijn zijde<br />
en naar ik aanneem ook van Meijer's z$de volkomen biigelegd. Ik<br />
ben er dan ook van oveqtuigd dat het een zaak van politieken<br />
aard is. Op straàt hoort men de leden en ook slagers, groenteboeren<br />
etz. verkondig'en, dat die N. S. B.-'er <strong>uit</strong> het Bestuur<br />
gegooid is. Dit heeft de aandacht van de N.S.B. getrokken en desgevraagd<br />
heeft dhr. de Jong aan die instantie verklaard, dat het<br />
inderdaad een politieke aangelegenheid was.<br />
Aan den heer Meijer heb ik gezegd, dat ik na het weder<strong>op</strong>nemen<br />
van mijn persoon in het Bestuur na verlo<strong>op</strong> van tijd weer weg zou<br />
gaan en na mijn bezoek aan den Haag, heb ik dhr. Meijer vrÍjheid<br />
g:egeven dezen tip aan het Bestuur door te g:even. Ik zou het<br />
-redelijk gevonden hebben als dhr. Meijer dit ook inderdaad gedaan<br />
had. Dhr. Meijer heeft mlj te verstaan gegeven dat ik het <strong>Unitas</strong>belang<br />
boven het N.S.B.-belang behoorde te stellen, maar ik moet<br />
daar <strong>op</strong> antwoorden, dat, daar de N. S. B. deze zaàk ÍLu eenmaal<br />
aan het rollen heeft gebracht, dit voor mij niet mogelijk is. De<br />
aanstelling als Gemachtigde vindt hij niet prettig en men heeft<br />
hem gezegd, dat hij dit aan anderen had moeten overlaten. fk ben<br />
van meening, dat ik dat als goed <strong>Unitas</strong>ser wel moest aanvaarden,<br />
met mij is er in ieder geval te praten en verder zou dat gemachtigdeschap<br />
soepel worden toegepast. Ik vond het niet verstandig'<br />
dat <strong>op</strong> dien bewusten Donderdagavond de Bestuursleden stuk voor<br />
stuk mij een brief overhandigden waarin zij voor het lidmaatschap<br />
bedankten; <strong>op</strong> deze wijze kon het niet anders of het weid door<br />
andere leden nagevolgd. Ik heb niet anders gedaan dan getracht<br />
<strong>Unitas</strong> te behouden en ik ho<strong>op</strong> dat de leden den haat, dien zij<br />
jegens mij koesteren, dezen avond <strong>op</strong> z4 zttllen zetten en alleen<br />
aan lJnitas denken, want het zou mij ter harte g:aan als <strong>Unitas</strong><br />
zou sneuvelen. Ik doe een beroep <strong>op</strong> de leden te overdenken wat<br />
er <strong>op</strong> het spel staat. Ik vind het niet prettig om in het Bestuur<br />
zítting te nemen, rnaar zal na of-ame<br />
als voorhgen mijn plicht doen.<br />
<strong>op</strong> dezelfde ,,slechte" wijze<br />
Jan de Vries (Lid van Verdienste) vraagt of de Burgemeester<br />
nu eerst het woord voert of na de stemming en stelt tevens de<br />
vraag of men volkomen vrlj<strong>uit</strong> kan spreken<br />
De Burgemeester antwoordt, dat hij eerst de meening van de<br />
vergadering wil aanhooren en ten aanzíen van de tweede vraag<br />
merkt hij <strong>op</strong>, dat w$ als Nederlanders ons altijd'de vrijheid moeten<br />
toekennen <strong>op</strong> volwaardige wijze te zeggen wat wlj te zeggeÍr<br />
hebben.<br />
Huub Sterkenburg voert hierna het woord. IÍi: zegt het merkwaardig<br />
te vinden, dat hlj het is geweest, die 15 iaar teruS: dhr.<br />
de Jong als Bestuurslid voorgedragen heeft. Tot voor 7 of 8 jaar<br />
heeft hij de Jong bewonderd en gevonden, dat hii wel <strong>op</strong> zijn<br />
plaats was. Maar de ervaring leert hem nu, dat men zich na<br />
34
15 jaar toch nog wel eens vergissen kan. in dhr. de Jong missen<br />
we het meegaan met de jongeren en hij weet ook niet te geven en<br />
te nemen. Dhr. Sterkenburg roept in herinnering het conflict dat<br />
4 jaar geleden tusschen dhr. de Jong en Baltus Meijer is voorg:evallen<br />
en dat we door de houding van dhr. de Jong toen Baltus<br />
Meljer zijn kwijtgeraakt. Toen werd er echter nog niet aan politiek<br />
gcdaan in de Vereeniging, maar nu dhr. de Jong is afgestemd,<br />
wordt het een politieke rel.<br />
Hoe b<strong>uit</strong>engewoon dhr. Sterkenburg het in den Burgemeester<br />
waardeert, dat hij een middel aan de hand wil doen om deze zaak<br />
tot een <strong>op</strong>lossing te brengen, dhr. Sterkenburg meent <strong>uit</strong> den<br />
grond van zíjn hart dat dhr. de Jong niet in het Bestuur thuis<br />
hoort. Gij jongeren zult uw sport niet kunnen beoefenen en uw<br />
wedstrijden zult ge missen. Dat offer zl.;Jt ge moeten brengen.<br />
Denkt aan uw Clublied, waarin wij zingen ,,wij gaan voor niemand<br />
<strong>uit</strong> den weg", denkt ook aan onzen Eere-Voorzitter, dhr. van<br />
Tilburg, die in St. Michelsgestel zijn offer brengt! ,,Ik", aldus<br />
dhr. Sterkenburg, ,,ben bereid het ook te brengen".<br />
Baltus Meijer wordt verzocht hierna het woord te nemen. Deze<br />
zegt reeds vele malen getroffen te z4n door de eigenaardigheid,<br />
dat hij b<strong>uit</strong>en zijn wil en bedoeling in zoovele besprekingen<br />
gphaald wordt. Hij heeft zich met deze zaak niet willen bemoeien,<br />
hij heeft zich alleen er voor geïnteresseerd. Toen de Burgemeester<br />
mij verzocht het woord te willen voeren, heeft hij vergeten te<br />
zeggerL dat ik in de keuken tegenwoordig ben geweest waar het<br />
bemiddelingsvoorstel is gemaakt. Dhr. Meijer zegt, dat als gevolg<br />
da4rvan, het hem eigenlijk beter paste thans niet het woord te<br />
voeren.<br />
Dhr. Meljer achtte dhr. de Jong een goed <strong>Unitas</strong>-lid, aan de<br />
hand van hetgeen deze in het verleden gepresteerd heeft. Hij is<br />
daarom naar hem toegegaan, om met hem de gevolgen te besprefen<br />
die deze zaak voor IJnitas zal kunnen hebben en te<br />
trachten hem er van te overtuigen, dat wanneer U<strong>uit</strong>as tengevolge<br />
van deze kwestie ten ondergaat, dhr. de Jong onherroepelijk<br />
als schuldige zal worden aangewezen.<br />
Dhr. Meijer, die zegt de grootste tegenstander van dhr. de Jong<br />
te zijn geweest, heeft hij bij hem een goed gehoor gehad. Het voorstel,<br />
om dhr. de Jong voor eenigen tijd in het Bestuur <strong>op</strong> te nemen<br />
heeft dhr. Meljer niet overgebracht, omdat het voor hem vaststond<br />
dat dit voor het Bestuur onaanvaardbaar was.<br />
Na het bezoek aan den Haag heeft dhr. Meijer een tweede<br />
poging gedaan om met dhr. de Jong te onderhandelen. Het heeft<br />
hem diep getroffen, toen hij door den Burgemeester werd <strong>uit</strong>genoodigd<br />
de bespreking tusschen de N, S. B. en <strong>Unitas</strong> bij te<br />
wonen. Veel leed deed het hem, toen hjj moest vernemen, dat hij<br />
was <strong>uit</strong>genoodigd, omdat de Burgemeester hem aanzag voor één<br />
der aanstichters van deze rel. Hij heeft niet nagelaten daarover<br />
een <strong>uit</strong>voerige <strong>uit</strong>eenzetting te geven.<br />
Dhr. Meijer had liever als de andere leden de zaak aangehoord.<br />
Nu de Burgemeester echter wil, dat hij toch het woord voert, zal<br />
hij dat doen. Hij zegt, dat het niet past demonstratief <strong>uit</strong>ing te<br />
geven aan sympathie voor Jantje of Pietje; dat men zich niet<br />
moet .verschuilen achter applaus, maar dat elk <strong>Unitas</strong>-lid voor zich<br />
zljn meening naar voren moet durven brengen. Het gaat er niet<br />
óm of bij een bemiddelingspoging de eene partij wat meer toegeeft<br />
dan de andere, hoewel hij van meening is, dat de N.S.B. veel meer<br />
35
toegegeven heeft dan <strong>Unitas</strong>. Alle eischen zijn immers stuk voor<br />
stuk ingetrokken en-àet is reeds een groote winst, dat de Algem.<br />
Vergadering als volwaardig instituut over deze zaak kan beslissen.<br />
Wanneer hij als ingewijde het voorstel bekijkt, dan kan hij ja<br />
zegg,en, omdat hij meer weet dan hij zegt. Als dhr. Meijer bíij den<br />
burgemeester <strong>op</strong> visite komt, wordt hij hoffelijk ontvangen, ondanks<br />
dat hij niet <strong>uit</strong>genoodigd is. De burgemeester zal echter wel<br />
woorden weten te vinden, dat dhr. Meijer een tweede bezoek<br />
achterwege laat. Wanneer wij ditzelfde <strong>op</strong> dhr. de Jong toepassen,<br />
dan vindt hij het niet erg dat deze eerherstel kriiigt en hij twijfelt<br />
er niet aan of dhr. de Jong zal de samenwerking met dit Bestuur<br />
niet langer laten duren dan voor het eerherstel van <strong>Unitas</strong> noodzakelljk<br />
is.. Dhr. de Jong korirt toch in het Bestuur, maar niet<br />
zooals Den Haag het gewild heeft; hij komt als achtste man. Het<br />
voornaamste is, dat de leden weer kunnen beslissen.<br />
Als hij d,e zaak <strong>uit</strong> <strong>Unitas</strong>-oogpunt bekljkt, kan hij zijn stem<br />
<strong>uit</strong> volle overtuiging aan het voorstel geven. Vastgelegd dient te<br />
worden, dat de houding van het Bestuur tot aan het bemi$delingsvoorstel<br />
<strong>uit</strong>muntend is geweest, zlj heeft de vernietiging van de<br />
club als consequentie aanvaard.<br />
Dhr. Meljer betreurt het, het bemiddelingsvoorstel mede te hebben<br />
zien ontstaan en moet daar<strong>uit</strong> voor zichzelf concludeeren: dat<br />
het unJair zort zijr: het nu mee te torpedeeren.<br />
De heer J. de Vries (Lid van Verdienste) verklaart met groote<br />
belangstelling naar de sprekers geluisterd te hebben, De <strong>op</strong>vatting<br />
van dhr. de Jong, dat hij als een goed ljnitasser handelde,<br />
meent dhr. de Vries persoonlijk te moeten bevechten. Toen dhr.<br />
Bakker aan dhr. de Jong de vraag stelde, of zijn niet-herkiezing<br />
als een politieke betooging moest worden <strong>uit</strong>gelegd, heeft dhr. de<br />
Jong hier<strong>op</strong> bevestigend geantwoord. De heer de Vries kan niet<br />
vinden dat dhr. de Jong dan nog een 700% Ifnitasser is, en<br />
bovendien is hij van meening, dat dhr. de Jong niet heelemaal de<br />
stemming kan beoordeelen. Wat de kwestie Meijer-de Jong betreft,<br />
dit geschil is voor de leden van lJnitas niet <strong>uit</strong> de wereld.<br />
Dhr. Meijer is men als Bestuurslid kwtjt gebleven.<br />
Overigens kan er z.i. over een principe-kwestie'niet gemarchandeerd<br />
worden en er blijft voor hem de wrange bijsmaak, dat de<br />
burgemeester in deze zuivere club-aangelegenheid wenscht te bemiddelen,<br />
hoezeer hU het overigens in den burgemeester waardeert,<br />
dat deze naar een <strong>op</strong>lossing streeft. Dhr. de Vries beschouwt de<br />
door de N.S.B. gestelde eischen in den zin zooals dhr. Meljer dat al<br />
eerder deed en zegt met nadruk, dat tegen dhr. H. K. Sterkenburg<br />
nooit of te nimmer eenigen maatregel genomen zou kunnen. worden.<br />
<strong>Unitas</strong>. gaat in <strong>op</strong> den nieuwen eisch dat dhr. de Jong als achtste<br />
man zitting neemt, wanneer dit als eerherstel beschouwd wordt,<br />
welnu, a,àn onze eer is in elk geval niet geraakt.<br />
De heer de Vries zegt nog <strong>uit</strong> hoofde van zun beroep met verscheidene<br />
oudere leden van lJnitas in aanraking te komen en blj de<br />
bespreking van deze zaak van allen de verzekering te hebben gekregen,<br />
dat z4 het met de zienswijze van 't Bestuur volkomen eens<br />
zíjn. Namens deze categorie en namens de aanwezige leden spreekt<br />
hij dank en waardeering <strong>uit</strong> voor de wljze waar<strong>op</strong> het Bestuur deze<br />
zaak behandeld heeft. Als Baltus Meijer van meening is, dat het<br />
Bestuur vertrouwen verdient, dan wil hij gaarne zeggen, dat hij het<br />
volkomen met hem ecns is.<br />
36
De Burgemeester, hierna het woord nemend, zegt d,al <strong>op</strong> hem<br />
dezen avond niet de aangenaamste taak rust. Hij heeft tot <strong>op</strong><br />
heden weinig contact met <strong>Unitas</strong> gehad en zegt doo'r drukke werk'-<br />
zaamheden niet in de gelegenheid te zÍjn geweest dit contact <strong>uit</strong> te<br />
breiden. H1i ho<strong>op</strong>t, dat men hier<strong>uit</strong> niet zaI concludeeren, dat htj<br />
<strong>Unitas</strong> minder.sympathie toedraagt dan S.V.W.<br />
t{{tas kcnt hij nog <strong>uit</strong> den tijd dat zij bij Theole <strong>op</strong> bezoek kwam<br />
en hlj haalt in dit verband voorvallen <strong>uit</strong> dien tijd nàar voren.<br />
Thans staat <strong>Unitas</strong> <strong>op</strong> den tweesprong en er Èestaat kans dat zíj<br />
binnenkort niet meer zal bestaan. De Burgemeester deelt mide, dal<br />
hij in December van het vorige jaar reeds een poging heeft gedaan<br />
in deze kwestie te bemiddelen, waarbij een der vooiwaarden was,<br />
dat dhr. -Sterkenburg vrijwillig zou héengaan. Na niet-aanneming<br />
hiervan, heeft hij gemeend zich verder niet in deze zaak te moeteí<br />
mengen. Wel heeft hij gezegd, dat er groote belangen <strong>op</strong> het spel<br />
stonden, maar menschen <strong>uit</strong> deze gemeente heb,ben hem gèzegd, Oat<br />
het zoo'n vaart niet lo<strong>op</strong>en zou.<br />
Spreker g:aat na, wat eigenlijk het geval is; aan de eene z{de een<br />
44-jafige vereeniging, die in Nederland een eerenaam treètt, die<br />
haar ups en downs gekend heeft, maar niettemin in de annalen van<br />
de voetbalgeschiederris vermeld staat. Aan de andere zijde een lid,<br />
dat 10 jaren deel van het Bestuur heeft <strong>uit</strong>gemaakt, dát ondanks<br />
zijn fouten de vereeniging gediend heeft en nu <strong>op</strong> de laatste Alg.<br />
Vergadering niet is herbenoemd. <strong>Een</strong> besl<strong>uit</strong> dat volgens den Buigemegster<br />
niet heelemaal juist geweest is. Burgemeéster stelt het<br />
<strong>op</strong> prijs, dat iedereen eerlijk zijn meening heeft gezegd; hij zal het<br />
ook doen. Er is een tactische fout gemaakt, cloordát niel tegengehouden<br />
is, f,at dhr. de Jong <strong>op</strong> de laatste Alg. Verg. gewipt werd.<br />
Het was bekend dat htj rieel <strong>uit</strong>maakte van de N.S.È. en dit best<strong>uit</strong><br />
zou mogelijk conclusies voor deze partij met zich brengen.<br />
Hij acht het een beleidsfout van het Bestuur, dat het zich niet<br />
gerealiseerd heeft, dat er kon gebeuren wat nu gebeurd is. Ver_<br />
schillende personen hebben vanavond het woord góvoerd, maar niet<br />
alle sprekers zijn juist in hun accent geweest. rn-dit verLand wordt<br />
hulde gebracht aan den Voorzitter voor zijn eerlijk woord. Toch<br />
waren de woorden van den Voorzitter niet animeèrend voor aan_<br />
neming van het voorstel. Ook dhr. de Jong heeft in zun rede dingen<br />
gezegd,, die de vergadering niet gaarne hoort. Toch ls er de ov:er_<br />
eenkomst, dat beiden de club willen behouden. Dhr. de Jong is in<br />
een.b<strong>uit</strong>engewone positie geraakt, doordat ook <strong>op</strong> zijn fináncieel<br />
beleid- aan_merkingen zljn gemaakt, maar er is niemànd die bewijzen<br />
kan, dat dhr. de Jong in de vereeniging pr<strong>op</strong>aganda voor zijn poli_<br />
tieke overtuiging heeft gemaakt. Dáaróm nèflen hem de *ooidun<br />
va-n_ dhr. Sterkenburg zoo getroffen, die er een tendenz ingebracht<br />
hebben waar<strong>op</strong> }ret zoo gemakkelijk is te werken<br />
De Jrurgemeester zegt dat het een locaal belang is, dat <strong>Unitas</strong><br />
voor Gorcum behouden blijft. Wanneer wij in het áoeras zitten en<br />
de wagen kan er met vier wielen niet <strong>uit</strong>kómen, wat is er dan tegen<br />
dat wij er een v{jfde bijnemen.<br />
Van dhr. Meijer heeft de Burgemeester zachte verwijten gehoord<br />
en hij zou gelijk hebben als de Burgemeester nu nog <strong>op</strong> zijn stand_<br />
punt zou staan. Maar het is gebleken, dat dhr. Meijer niet de aan_<br />
stichter van deze zaak g:eweest is en de Burgemèester verklaart<br />
qa?rr-re, dat hí$ in deze ook heelemaal geen ondeizoek ingesteld had.<br />
Het is nu zoo, dat dhr. Meijer betreurt in de keuken, in óasu Burgemeesters<br />
werkkamer, aanwezig te zíjn geweest toen het bemidáe_<br />
37
lingsvoorstel werd gemaakt en dhr. de Vries als oudere lJnitasser<br />
de zaak beluisterend, voor zíc}:zelf nog niet heeft <strong>uit</strong>gemaakt of<br />
hij het voorstel aanvaardbaar acht. Daarom wordt de door den Burgemeester<br />
<strong>op</strong>g:estelde motie ter sprake gebracht, waardoor wellicht<br />
een verhelderend inzicht verkregen kan worden.<br />
De Burgemecster merkt hierbij <strong>op</strong>, dat hij nooit hier g:estaan zou<br />
hebben als hem gebleken was, dat <strong>op</strong> welke wijze ook, politiek in<br />
<strong>Unitas</strong> gebracht zott zijn. Dhr. Lammers heeft hem indertljd gezegd,<br />
dat hij niet wenschte te schipperen; men kan dit standpunt innemen<br />
als het een privé-aangelegenheid betreft, maar waar in deze<br />
kwestie de belangen van een groote groep jonge menschen <strong>op</strong>. het<br />
spel staan, is het niet zoo eenvoudig. Door de voorgestelde <strong>op</strong>lossing<br />
wordt niet aan de eer geraakt, terwijl door de weder<strong>op</strong>neming<br />
van dhr. de Jong niet de Bestuurs-sbuvereiniteit in gevaar komt.<br />
Het belang van <strong>Unitas</strong> ligt ook den Burgemeester hoog en het<br />
mag dan ook niet gebeuren, dat deze vereeniging ontbonden zou<br />
moeten worden. Afgezien nog van andere gevolgen, zal men in de<br />
toekomst niet licht meer over de gelden kunnen beschikken om<br />
een nieuwe terrein-inrichting te bekostigen. }Jij zegt niet ten behoeve<br />
van één der partijen te spreken, maar is van meening dat<br />
het voorstel aanvaard kan worden, temeer daar voor wie goed<br />
Iuistert een half woord voldoende is.<br />
De Burgemeester acht het verder ongewenscht, door deze zaak<br />
de aandacht.van hoogere autoriteiten naar Gorcum te trekken en<br />
zegl, d.at wr.j alleen voor een nationale zaak van veel meer waarde<br />
offtrs zullen brengen. Ieder voor zich moet bepalen of hij' zijn<br />
stem aan deze motie kan geven, waarbij hij zich niet <strong>uit</strong> angst<br />
voor represaillemaatregelen moet laten verleiden vóór te stemmen.<br />
De Burgerheester eindigt zljn betoog met voorlezing van de<br />
volgende<br />
DAT<br />
DAT<br />
DAT<br />
DAT<br />
DE ALGEMEENE<br />
MOTIE<br />
VERGADERING<br />
cler G.V.V. ,,UNITAS", in b<strong>uit</strong>engewone vergadering bljeen<br />
<strong>op</strong> Vrudag 17 Juli 1942 ín het gebouw ROXY te Gorinchem;<br />
overwegende:<br />
bij besl<strong>uit</strong> van den Commissaris voor de niet-commelcieele<br />
vereenigingen en stichtingen te den Haag d.d. 17 Juni 1942<br />
over de vereeniging een g:emachtigde is benoemd, welk<br />
besl<strong>uit</strong> kennelijk verband houdt met het voorgevallene <strong>op</strong><br />
de Algemeene Vergadering van 5 September 1941;<br />
in bedoelde vergadering in de plaats van den <strong>op</strong> dat oogenblik<br />
periodiek aftredenden penningmeester van het bestuur,<br />
dhr. A. de Jong, die zich als zoodanig herkiesbaar gesteld<br />
had, bij overgroote meerderheid van stemmen tot lid van het<br />
Bestuur werd benoemd de heer T. Walraven:<br />
deze bestuursverkiezing eenerzijds is <strong>uit</strong>gelegd als een ongewenschte<br />
politieke demonstratie, anderzijds is beschouwd<br />
als een veroordeeling van de wijze, waar<strong>op</strong> de toenmalige<br />
functionaris het penningmeesterschap der vereeniging had<br />
waarsenomen; \<br />
hoezeer ook bedoelde stemming in overeenstemming met de<br />
statuten en het huishoudelijk reglement der vereeniging<br />
heeft plaats gehad, ziJ bij nader inzien inderdaad met be-<br />
38
trekking tot de integriteit van den voormaligen penningmeester<br />
en als mensch en als <strong>Unitas</strong>lid tot minder juiste<br />
conclusies aanleiding heeft kunnen geven en in het licht der<br />
huidige omstandigheden bezien, in verband met des heeren<br />
de Jong's oogenblikkelijke politieke overtuiging:, eveneens<br />
tot ongewenschte gevolgtrekkingen heeft kunnen leiden,<br />
welke feiten, zoo zij destijds door de meerderheid der aanwezigen<br />
voldoende gerealiseerd zouden zijn geweest, waarschijnlijk<br />
den <strong>uit</strong>slag der stemming beduidend zouden<br />
hebben beïnvloed:<br />
DAT thans <strong>uit</strong> deze verkiezing, met betrekking tot de levenqbelangen<br />
van <strong>Unitas</strong>, hoogst betreurenswaardige consequenties<br />
dreigen voort te vloeien, die het voortbestaan van<br />
Gorinchem's oudste en eerbiedwaardigste voetbalvereeniging<br />
ernstig in gevaar brengen;<br />
DAT immers na het bekend worden van de benoeming van<br />
bovengenoemden gemachtigde. binnen enkele dagen de<br />
over$roote meerderheid der werkende leden voor het lidmaatschap<br />
hunner vereeniging heeft bedankt, nadat het<br />
bestuur unaniem zijn zetels ter beschikking had gesteld;<br />
DAT <strong>op</strong> die manier de verkiezingskwestie de Jong, welke door de<br />
meesten nooit anders dan als een zuiver interne vereenigingsruzie<br />
als gevolg van een conflict tusschen bepaalde<br />
personen is <strong>op</strong>gevat, waarbij de politiek als zoodanig zeker<br />
niet primair een rol heeft gespeeld, in een zaak:dreigt te<br />
ontaarden, die ten eenenmale niet strookt met het algemeene<br />
ïJnitasbelang, en nog minder met de bedoeling van<br />
de meerderheid destijds tot stemmen bevoegde leden;<br />
DÀT daarom naar een <strong>op</strong>lossing dient te worden gezocht, die<br />
eenerzijds afdoende den onjuisten indruk wegneemt, welke<br />
door de1 onderhavige bestuursverkiezing met betrekking tot<br />
den persoon van den heer de Jong publiekelijk wellicht<br />
zow zijn gewekt en anderzijds de noodige waarborgen bevat,<br />
dat de vereeniging <strong>op</strong> den ouden voet en onder de oude<br />
beproefde leiding haar vereenigingsdoel, de beoefening en<br />
de bevordering van het voetbalspel te Gorinchem met <strong>uit</strong>sl<strong>uit</strong>ing<br />
van ióaïr politiek of ander bij-oogmerk zal kunnen<br />
blijven nastreven;<br />
DAT zoodanige <strong>op</strong>lossing gevonden zou kunnen worden, door den<br />
heer de Jong naast degenen, die tot dusver in het bestuur<br />
.<br />
zittíng hadden eveneens in het bestuur <strong>op</strong> te nemen;<br />
DAT waar krachtens de geldende statuten het bestuur <strong>uit</strong> 7 leden<br />
bestaat, maatregelen getroffen dienen te worden, die de<br />
gewenschte <strong>uit</strong>breiding van het aantal bestuurszetels tot<br />
8 mogelijk maakt;<br />
DAT in afwachting der statutenwijziging den heer de Jong het<br />
voorlo<strong>op</strong>ige bestuurslidmaatschap ten teeken van volledige<br />
rehabilitatie wordt toegestaan, waardoor deze in staat gesteld<br />
zal worden om <strong>op</strong> volkomen voet van gelijlrheid met<br />
de overige bestuursleden de bestuurvergaderingen, die vóór<br />
de totstandkoming der statuten-wijziging noodig geoordeeld<br />
mochten worden, bU te wonen;<br />
DAT gehoord de door den voorzitter dezer vergadering gegeven<br />
<strong>uit</strong>eenzetting en mede in aanmerking genomen de gevoerde<br />
discussiën, waar<strong>uit</strong> de concluSie getrokken kan worden dat<br />
<strong>op</strong> de voorgestelde basis met de belangen en de eer van alle<br />
39
partijen voldoende zal zijn rel
en onder leiding van den heer Burgemeester dezer Gemeente,<br />
tusschen de heeren E. H. Bakker en A. de Jong eenerzijds en hqt<br />
voormalig <strong>Unitas</strong>bestuur anderzijds;<br />
gczien het feit dat den Burgemeester was gebleken dat de<br />
oor:zaak der gerezen moeilijkheden gelegen was in het feit dat de<br />
heer A. de Jong meende in zijn eer te zijn aangetast door de aanmerl
BU een tweetal leden werd het verlangen naar voetballen helaas<br />
zoo.groot, d,at zíj <strong>op</strong> het gelok van den Gemachtigde ingingen en<br />
pogrngen aanwendden om verschillende spelers over te halen weer<br />
een elftal te vormen onder leiding van den heer de Jong. Deze<br />
actie bleef echter slechts bij een pogen; er was geen elftal bg<br />
elkaar te trommelen,<br />
Het bleek, dat de standvastigheid, die men tot dusver aan den<br />
dag gelegd had, niet aan het wankelen te brengen was en een<br />
treffend bewijs daarvan werd wel geleverd toen het gerucht de<br />
ronde deed, dat er tegen de Bestuursleden maatregelen genomen<br />
zouden worden als ,,<strong>Unitas</strong>" niet ging voetballen. Klaas Sterk en<br />
eenige<br />
'Walraven,<br />
zijner vrienden stelden onzen Penningmeester, den heer<br />
van dit gerucht <strong>op</strong> de hoogte, maar deze bleek er niet<br />
vatbaar voor te zijn. ,,Ptaàtjes jongens", zeide hij, ,,maar willen<br />
jullie gaan voetballen, dan moet je dat zelf weten, doch wij komen<br />
niet terug". Als één man antwoordden de jongens:,,We dénken er<br />
niet aan, wij blÍrjven achter jullie staan".<br />
Verwonderd konden wij over deze, weinig houvast gevcnde<br />
geruchten niet zijn, want voordien had men ons reecls <strong>op</strong> het<br />
bestaan van St. Michelsgestel geattendeerd. Met dat al moesten<br />
wij toch rekêning gaan ghouden met eventueele voornemens van de<br />
heeren N.S.B.-'ers en verschillende Bestuursleden namen dan ook<br />
die maatregelen, welke zU in de geg:even omstandigheden. meenden<br />
te moeten nemen.<br />
Intusschen had <strong>Unitas</strong>' verzet in den lande algemeene bewondering<br />
en waardeering gewekt, niet alleen in sportkringen, maar<br />
ook daarb<strong>uit</strong>en, getuige het volgende bericht in het illegàle ,,VRIJ<br />
NEDERLAND", d.d. 10 October 1942:<br />
HIDT VADER,LANDSCH VERZET TEGEN DE<br />
NAZI GELIJKSCgAKELINGSPOGINGEN<br />
Voorbeelden, die ons leeren hoe het moet en<br />
hoe het kan.<br />
Zond,er luidruchtigheid, vaak ongeweten door het overgroote<br />
deel van het Nederlandsche volk, wordt er in onze vereenigingen<br />
en instellingen, die nog onbesmeí z$n gebleven van nazi-invloed,<br />
9en<br />
verbitterde strfd g:estreden tegen den machtshonger en<br />
terreur van de N. S. B.<br />
Het is helaas niet mogelÍrjk elk geval, dat ons ter oore komt.<br />
in ons blad te publiceeren, hoewel de. dappere strijders voor onze<br />
gemeenschappelijke zaak verdienen bij het geheele volk bekend en<br />
geëerd te z\n. Deze burgers ,immers<br />
zijn de soldaten in dezen<br />
totalen oorlog, wier heldendom niet onderdoet voor die van onze<br />
jongens <strong>op</strong> de Grebbe,<br />
Door middel van z.g. Verwalters probeert de N. S. B. overal<br />
binnen te dringen, waar z$ niet thuis hoort.<br />
De Voetbalvereeniging,,IJnitas", een van de oudste leden van de<br />
2e klasse van den K. N. V. B., weigerde zoo,n nazíhandlanger en<br />
alle leden, tot het jongste lid der junioren, bedankten.<br />
* * *<br />
Door de donkere, boven lJnitas zwevende wolken, meenden wij<br />
een lichtstraal te zien breken, toen de Burgemeester ons <strong>op</strong>beldé<br />
en vroeg of het Bestuur bereid was den daar<strong>op</strong>volgenden Maandagmorgen<br />
een bespreking te hebben met den hèer K. J. J. Lotsy,<br />
42
Voorzitter van den toenmaligen N.V.B. Zonder eerst de overige<br />
Bestuursleden te raadplegen namen wij de <strong>uit</strong>noodiging latuurl{k<br />
aan, niet twijfelende of nu zou ons een <strong>op</strong>lossing aan de hand<br />
worden gedaan. Na de desbetreffende mededeeling van de te<br />
houden bljeenkomst waren ook de andere Bestuursleden even<br />
enthousiast.<br />
Helaas, ook deze bespreking liep <strong>op</strong> een teleurstelling <strong>uit</strong>.<br />
De komst van den N. V. B.-Voorzitter hield niets anders in, dan<br />
dat h{j door den Gevolgmachtigde voor de Sport in Nederland was<br />
aangezocht naar Gorinchem te gaan om met <strong>Unitas</strong> te overleggen<br />
of het niet verstandiger was aan de gegeven ,,aanw$zing" gevolg<br />
te geven.<br />
De Burgemeester had voor het houden van deze bespreking één<br />
der kamers van het Stadhuis ter beschikking gesteld, maar<br />
wenschte hieraan overigens geen deel te hebben.<br />
In de tweede helft van November verspreidden de geruchten<br />
zich, dat de bezittingen van ,,<strong>Unitas</strong>" verkocht zouden worden.<br />
Deze geruchten deden den heer Baltus Meijer besl<strong>uit</strong>en een snelle<br />
en voor dien tíjd gedurfde actie te ondernemen. Zelf. had' híj' destijds<br />
in zoo ruime mate aan de totstandkoming van de terreinaccomodatie<br />
medegewerkt en nu zouden de <strong>op</strong>stallen, waaraan hij<br />
en geheel <strong>Unitas</strong> zoo gehecht waren, in vreemde handen overgaan?<br />
Neen, niet voordat het <strong>Unitas</strong>hart van eenige vooraanstaanoe<br />
Gorinchemsche burgers <strong>op</strong> de proef was gesteld en hij zeker zou<br />
weten dat er niets rneer aan te doen was. Hij schreef viiftien<br />
na[ren <strong>op</strong> een papiertje en veronderstelde, dat de dragers van die<br />
narnen bereid zouden zijn gezarnenlijk een bedrag van J 10.000.-,<br />
dat au foncls perdu gestort moest worden, bljeen te brengen. Dit<br />
bedrag werd in die dagen voldoende geacht om de voornaamste<br />
<strong>op</strong>stallen te kunnen aanko<strong>op</strong>en en ze <strong>op</strong> deze wljze voor het<br />
<strong>Unitas</strong> van na den oorlog veilig te stellen. <strong>Een</strong> familielid van<br />
hem, timmerman van beroep zijnde, had zich bereid verklaard als<br />
strooman te fungeeren. Uét betwamen spoed toog hij aan het '<br />
werk en het bleek weldra, dat hÍj een voldoening gevende taak <strong>op</strong><br />
zijn schouders had genomen. Overal waar h{j kwam vond hlj een<br />
gewillig oor en eer alle vijftien personen met een bezoek waren<br />
vereerd, was de 10 mille volteekend.<br />
Intusschen hadden verschillende vereenigingen reeds haar tusschenpersonen<br />
<strong>op</strong> onze mooie tribune afgestuurd. Nog enkele<br />
dagen en onze eigendommen zouden worden geveild. pat het geen<br />
geruchten waren die werden rondverteld, doch bittere werkelljkheid,<br />
bleek <strong>uit</strong> het feit, dat de burgemeester hierin aarrleiding<br />
vond ons telefonisch nogeens tot een bespreking met hem <strong>uit</strong> te<br />
noodigen. BÍj die gelegenheid vroeg hij ons of het Bestuur nog<br />
bereid was zijn eigen vroeger gedane voorstel, n.l. het in 'zijn<br />
geheel aftreden van het Bestuur en het door een Algemeene Vergadering<br />
te doen kiezen nieuw. Bestuur, waarin noch een afgetreden<br />
bestuurslid, noch de heer de Jong zitting zou mogen nemen,<br />
gestand te doen. Zonder voorafgaande rugS'espraak konden wU<br />
hier<strong>op</strong> volmondig ,,ja" antwoorden. De burgemeester beloofde toen<br />
dit voorstel nogeens met de heeren N.S.B.-ers te zullen bespreken.<br />
AIs resultaat daarvan werd ons medegedeeld, dat zij bereid<br />
waren thans met dit voorstel accoord te ga,an, onder voorwaarde,<br />
dat er een neutraal persoon benoemd werd, die er toezicht <strong>op</strong> zou<br />
houden, dat in ,,<strong>Unitas</strong>" niet aan politiek werd gedaan. Hiertegen<br />
kon onzerzijds natuurlijk niet het minste bezwaar bestaan. De be-<br />
43
noening van dezen pe-rsoon. had..de burgemeester aan zich gehou_<br />
den. Deze stelde echter zijnerziids ats-eiscn, dat de heer Baltus<br />
Meiier als voorzitter zou fungeerón in het nieuw te vormen gestuui<br />
De oud-Bestuursleden konden zich hiermede vereenigen,<br />
ging<br />
,rr"." ii"i<br />
er om hoe de betrokkene zelf hier<strong>op</strong> áor, """g"u""rl<br />
werd<br />
.-Gelukkig<br />
hij bereid gevonden hei, voorzittóschap<br />
te<br />
<strong>op</strong> zich<br />
nemen, zoodat aan alle voorwaarden om tot een voor ons bevre_<br />
digende- <strong>op</strong>lossing te komen, was voldaan. Nu kwam d" ;";il'U;;<br />
vraag': hoe komen we.aa_n de overige Eestuursledenf Oanf< 25"áà<br />
overredingskracht en invloed van dén nieuwen Voorzitter "" "*Ëi<br />
de medewerking van de oud-Bestuursleden werden Ou "óiá""à"<br />
He_er91 b-ereid gevonden in ,t nieuwe Bestuur zítting t" ""*""ii.w.,<br />
J. Sterkenburg als Vice-Voorzitter, C. Verduin (Lid v. Verdienste<br />
en oud-secretaris) Secretaris, Jan Snoek penningmeester,<br />
;; ;i;<br />
commiss.arissen de Heeren Th. prins, G. Jochems ó fn. Xraayveià.<br />
Door bemiddeling van den Burgemeester nam de Heer Mig;Éis";;<br />
consulent voor de lichamelijke <strong>op</strong>voeding, de taak <strong>op</strong> zich Ae gesteÉ<br />
van_,,<strong>Unitas</strong>" ten..<strong>op</strong>zichte van áe politiók, te controleeren.<br />
-,I:-l :::<br />
C^e,rlst gevoel en niet 10b7 .kans van slagen kon nu <strong>op</strong>_<br />
nreuw_ een Algem. Vergadering bijeengeroepen woiden.<br />
ging<br />
Daartàe<br />
de volgende convocatie in zeel<br />
GORINCIIEMSCIrE<br />
VODTBALVEREENIGING,,UNI'TAS,,<br />
Gorinchem, 1 Decembér 1942<br />
OPROEP tot een ALGEMDENE VERGADERING, te<br />
. houden <strong>op</strong> VrÍLjdag 4 December a.s., des avonds ïchi<br />
uur, in het Gebouw ,,T.A.V.E.N.U.',, Krabsteeg.<br />
- Het doet ons genoegen U te kunnen mededeelen, dat inzake<br />
de bekende quaestie van het bestaan of niet-bestaan onzer vereeniging,<br />
_thans een <strong>op</strong>lossing gevonden is die beide partijen kán<br />
bevredigen.<br />
. -Wij<br />
noodigen IJ daarom <strong>uit</strong> tot het bijwonen van bovengenoemde<br />
Vergadering<br />
ftg"ry:l:.<br />
om uw sanctie te verleenen ""; A;<br />
den <strong>op</strong>lossing<br />
;;;;;:<br />
en het medewerken aan de maatregelen die às ge_<br />
volg hiervan genomen dienen te worden.<br />
HET BESTUUR<br />
P.S. In verband met de duisternis hebben<br />
junioren geen toegang.<br />
. 9p 9"19 vergadering zaten met ,t oude Éestuur aan de Bestuurs_<br />
raret de Burgemeester en de Heer K. J. J. Lotsy, daartoe door den<br />
Furgemeester <strong>uit</strong>genoodigd, terwÍfl in de zaal áanwezig *rr"., rrLï<br />
te vormen nieuwe Bestuur, de Héer Migchelsen en de-Heer A. de<br />
Jong', benevens ons Eere-lid de lfeer Èeausar, en een zeer g.root,<br />
aantal leden.<br />
Na een welkomstwoord en een korte inreiding van den voorzitter,<br />
nam de Burgemeester het woord, die nog eens wees <strong>op</strong> den ernsi<br />
van den toestand en de thans gevonden óplossing aar, à" ,u"gadà_<br />
ring voorlegde. Ook de Heer l,otsy sprali een ópwekkend lioord,<br />
waarna het voorstel bij ac-clamatie werà aarigenomen. De strijd was<br />
tot een goed einde geËrachil<br />
,<br />
De afgetreden Voorzitter dankte den Burgemeester voor zijn<br />
ïeu.we, - thans geslaagde bemiddelings-pogin-g en de nieu#e<br />
Bestuursleden voor hunne bereidwilIighéid ràeoó te werken om te<br />
komen tot het einde van het conflictl Hierna noodigde hij hen <strong>uit</strong><br />
44
hu' plaatsen achter de' groene tafel voor cie eerste maal iri te<br />
nem_en._Toen zij hieraan<br />
lad-den<br />
voldaan, voerden Ae eurgeme;Àtàr<br />
en de lfeer Lotsy nogmaals het woord.<br />
Ten-slotte<br />
. sprak de Heer Me{jer.. Na de afgetreden Bestuurs_<br />
leden bedankt te hebben, gaf hii een <strong>uit</strong>eenzeti,ing van fret Aóor<br />
tu volgen<br />
l:T<br />
-rverk-progràm, rrlaarin hÍrj o.a. zgn- voornemen tà<br />
Kennen gaf het Itestuur dat_ in zijn geheele samens.elling nieuw was<br />
en dus onvoorbereid de z.aken van ,,<strong>Unitas</strong>', moest overnemen, te<br />
laten blistaan door verschillende coinmissies. Hli rekende - -----: dairbil<br />
ook <strong>op</strong> de medewerking van de Oud-Bestuursledei.<br />
.<br />
De Heer de Jong meende hier<strong>op</strong> te moeten aanmerken alat dit<br />
niet volgens de afspraak was, maalr de Heer Meijer repliceerOe Aai<br />
hij we-l degelijk bij het aanvaarden van het Voo"rittóriàfrap i;g.;;:<br />
over den, Burgemeestel{9 ygoryaarde g:esteld had, dat nii' vaf, ae<br />
rredewerking van ALLE unitas-Ieden gebruik moest kunneí maken<br />
Nadat ook de Heer Migchelsen enkóle woorden gesproten en à;<br />
verwachting ge<strong>uit</strong> hacl_ d,at zijn taak een lichte zà'u 2t", *u"A OË<br />
vergadering gesloten. Ten huize van ons lid tr rank weti íera áeze<br />
::::yL"rlg.in,het.bijzijnian<br />
den Burgemeester en den Heer Lotsy<br />
ooor oude en nieuwe Bestuur beklonken.<br />
Zoo _was dus <strong>op</strong> 4 December 1g42 ,,<strong>Unitas</strong>', herrezen en konden<br />
onze_elftallen er zorg voor gaan dragen, dat de in ae competiiil_<br />
standen achter hun namen prijkende nullen of streepjes, ,rieer in<br />
cijfers werden <strong>uit</strong>gedrukt.<br />
Voor wat het eerste elftal betreft, werd hiermede reeds twee<br />
dagen later een aanvang gemaakt. Want dank zij groote medewer_<br />
king van den Heer Lotsy, kon reeds <strong>op</strong> Zondag- Orn""u*n""-fga2<br />
de .competitie-wedstrljd <strong>Unitas</strong> - Overàaas wórden gespeeld, die<br />
na^'n -sportief<br />
verlo<strong>op</strong> in een 3-0 zege voor onze 3ongénJ eindigde.<br />
onder de vele toeschouwers die dJrentree *'"tt áe ïinitassers- áp<br />
het .groene<br />
veld wilden meemaken, bevond zich, naast andere auto^rrterten,<br />
ook de Burgemeester. Het moet voor hem wel een groote<br />
verras-sing geweest zijn, toen voor den aanvang van den weástrÍLjd<br />
plotseling de unitasspelers zich voor ziin zit[laats <strong>op</strong>stetaen Ën<br />
spontaan een drietal cheers <strong>op</strong> hem <strong>uit</strong>Érachtèn. Z;j javen daarmede<br />
<strong>op</strong> treffende wljz€ <strong>uit</strong>ing aan hun vreug.de ovei d"e getukkige<br />
<strong>op</strong>lossing van het conflict en over het feit, daizij na zeven-maandËn<br />
hun geliefde sport weer konden gaan beoefenen.<br />
Voor het nieuwe Bestuur zou een moeilijke tijd aanbreken, m&ar<br />
de rreeren waren zich hiervan bewust en heb-ben daar ook naar<br />
gehandeld.<br />
-<br />
Het was geen wonder dat het eerste elftal en ook de andere, in<br />
de competitie geen gunstig fig.uur sloeg:en. Geheel ongetrainá<br />
moeste_n z_tJ d9n strljd <strong>op</strong>ne_men tegen de reeds u"rrige fiaarráà;<br />
spelende elftallen. Desondanks wisten zU toch het degraïatie_t;;;;<br />
te o_ntlo_o_pen.<br />
_Het volgende seizoen na-men zij echtér ""rrarróhu "r,<br />
werden Kampioen van hun afdeeling! <strong>Een</strong> res<strong>uit</strong>aat dat ongetwÍrjfelà<br />
verkregen werd dank zq ],.et tiidens het conflict tot stanígeko"À;;<br />
en daarna nog verinnigde saamhoorigheidsgevoel. Mocht -ik hiermede<br />
mijn relaas kunnen besl<strong>uit</strong>enl<br />
Echter, het zwaarste tiidperk voor ljnitas in de bezetting moest<br />
rrog komen. In den winter van lg44l'45 werd alles wat zíclï <strong>op</strong> het<br />
te*ein bevond door onze beschermers met den grond geluk geriaakt<br />
45
en.weggevoerd, Niet meer dan een doodgewoon grasveld was van<br />
de eertijds zoo keurig'e terrein-inrichting overgebleven. Of dit de<br />
tffraak was voor het verloren spel, zullen wÍqi misschien nooit te<br />
w€ten komen, maar er zal ongetwijfeld geruimen tijd over heen<br />
g'aan eer ,,<strong>Unitas</strong>" weer in staat zal zíIr }l.a,aÍ g:asten en bezoekers<br />
te ontvangen <strong>op</strong> een wijze een 2e klasser waardig. Maar, zooals een<br />
junior destijds <strong>op</strong> zijn bedank-briefje schreef: ,,IINITAS zal }rerriizen,<br />
manneke!" Moge deze profetie spoedig en volledig venvuld.<br />
worden.<br />
<strong>Een</strong> woord van eerbiedige gedachtenis past ons <strong>op</strong> deze plaats<br />
tegenover wijlen ons lid, den Heer Ir. I{. Sterkenburg. Wegg:evoerd<br />
door hen die geén recht van onrecht lvisten te scheiden, is hij niet<br />
meer terugg:ekeerd. \illi zullen hem blijven waardeeren als een<br />
IJnita,sser, die onder alle omstandigheden voor de rechten van z{n<br />
Vereenig'ing <strong>op</strong>kwam.<br />
*<br />
'Wij meenen hierrgede aan het einde te zijn gekomen van de ons<br />
<strong>op</strong>g:edrag:en taak, waarbij wij getracht hebben deze zoo bekn<strong>op</strong>t<br />
maar toch ook zoo volledig mogelijk te vervullen, als een blijvende<br />
bÍLjdrage in de <strong>Unitas</strong>-geschiedenis.<br />
Toch mogen w$ de pen niet neerleggen alvorens dank te hebben<br />
gebracht: ten eerste a;ar' orrze mede-Bestuursleden, die met elkaar<br />
zoo eensg:ezind pal hebben gestaa,n toen een politieke partii meende<br />
zóó machtig te zijn da,t zi naar 'fi/illekeur, met terz$de-stelling van<br />
alle recht en bill$kheid, kon handelen zooals zij wilde en ten tweede<br />
aan alle leden en donateutrs, die ook in'de spannendste tljden achter<br />
ons bleven staan, waardoor wij ons g:esteund g:evoelden in den strljd<br />
tegen datgene wat wij als tyranniek onrecht meenden te moeten<br />
beschouwen'<br />
A. r,.<br />
46