VO-magazine-dec-2015
VO-magazine-dec-2015
VO-magazine-dec-2015
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Opleidingsscholen:<br />
‘Het hele onderwijs<br />
ontwikkelt zich<br />
dankzij het opleiden<br />
van jong talent’<br />
MAGAZINE<br />
Interview: Regio Noord / Doorstroom is zaak van<br />
iedereen / Onderwijs 2032 / Vluchtelingen op<br />
school / Start-up-goeroe over innovatie<br />
Magazine voor voortgezet onderwijs<br />
December <strong>2015</strong> / jaargang 10 3
ADVERTENTIE<br />
Uitval?<br />
Uw invaller<br />
staat al klaar<br />
www.interteach.nl<br />
Uitval betekent met spoed een vervanger regelen en dat valt haast niet te plannen.<br />
Maar dankzij de eigen vervangingspool van Interteach is dat probleem meteen opgelost.<br />
Dus schenk de koffie maar alvast in! Interteach garandeert altijd binnen twee uur een<br />
vervangende leerkracht op locatie.* Minder stress dus bij uitval en niet te vergeten<br />
ruim 20% minder kosten. Want kwalitatief onderwijs gaat verder dan alleen lesgeven.<br />
* m.u.v. de Waddeneilanden
IN DIT NUMMER<br />
06 Regio Noord<br />
Nuchter en bescheiden,<br />
dat is de stijl van het<br />
bestuur van Regio<br />
Noord. Bij schoolleiders<br />
en bestuurders raakt<br />
het de juiste snaar.<br />
10 Opleiden =<br />
leren<br />
Niet alleen aankomende<br />
docenten profiteren van<br />
opleiden in de school.<br />
PAUL ROSENMÖLLER / <strong>VO</strong>ORZITTER<br />
‘Education is about touching life’<br />
Met een aantal mensen uit het onderwijs was ik drie dagen in<br />
Singapore. Ondanks het feit dat de stadstaat niet bepaald een<br />
democratisch Walhalla in Zuidoost-Azië is, was het leerzaam.<br />
De wijze waarop men daar al lange tijd bezig is het op kennis<br />
gebaseerde curriculum te verbreden naar een veel meer holistisch<br />
en op waarden gebaseerd curriculum, gaf veel stof tot gesprek.<br />
Echt bijzonder is de enorme maatschappelijke waardering<br />
voor de leraar. Het vak heeft status. Eén op de zes studenten<br />
die leraar wil worden, wordt uiteindelijk toegelaten. De<br />
scherpe selectie houdt de kwaliteit hoog.<br />
18 Vluchtelingen<br />
op school<br />
Duizenden leerlingen<br />
stromen het voortgezet<br />
onderwijs binnen.<br />
Wat hebben ze nodig?<br />
En verder<br />
4 Kort / agenda<br />
5 1 Minuutje<br />
14 Doorstroomgegevens<br />
22 <strong>VO</strong> in beeld<br />
30 Geo Future School<br />
34 Reflectie voor bestuurders<br />
38 Collegiale bestuurlijke visitatie<br />
40 Leren van start-ups<br />
42 Wie werkt waar / Colofon<br />
24 Onderwijs 2032<br />
Hoe sorteren scholen<br />
voor op het curriculum<br />
van de toekomst? Een<br />
artikel over het onderwijs<br />
van morgen waarvan de<br />
contouren zich vandaag<br />
al laten zien.<br />
Maar er is meer. De salarissen zijn marktconform, er wordt<br />
zeventien uur per week lesgegeven en wie stelselmatig<br />
onderpresteert, krijgt van de vakbond het dringende advies<br />
het onderwijs te verlaten. De beroepsgroep zelf houdt de<br />
standaard dus hoog. Bovendien is er een cultuur van ‘een<br />
leven lang leren’ met een opleidingsinstituut waar menig<br />
docent zijn vingers bij aflikt. In het National Institute of<br />
Education worden leraren opgeleid, bijgeschoold en zijn er<br />
mogelijkheden om te promoveren. Scholen, opleidingen,<br />
vakbonden en het ministerie zijn allemaal met elkaar<br />
verbonden. Het woord ‘alignment’ viel dan ook vaak.<br />
De hoge prijs is dat dit alles top-down wordt georganiseerd,<br />
met leraren in dienst van het ministerie en in een samenleving<br />
met op z’n minste dictatoriale trekjes. Een prijs die<br />
ik er niet voor zou willen betalen. En toch gaf het ons allen<br />
inspiratie. Omdat onderwijs er door iedereen als iets buitengewoon<br />
waardevols wordt gezien. In de taxi vraagt de chauffeur<br />
zijn klanten waar hun kinderen op school zitten en wat het<br />
beste voor zijn eigen kinderen zou zijn. En in de gezinnen<br />
draait het, ook financieel, allemaal om de keuze voor de<br />
school. Zoals een van onze gesprekspartners zei: ‘Education<br />
is about touching life’.<br />
Zou het in onze open democratie mogelijk zijn echt samen<br />
te werken, een cultuur van vertrouwen te creëren, de status<br />
van de leraar te verhogen, ‘alignment’ te bevorderen en zo<br />
ons onderwijs te verbeteren? Onze divers samengestelde<br />
delegatie heeft zich gecommitteerd. Doet u mee?<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
3
KORT<br />
33<br />
Uitbreiding Leerlabs gaat door<br />
In 2016 kunnen meer vo-scholen deelnemen<br />
aan een Leerlab, door een extra tranche van het<br />
ministerie van OCW. In het Doorbraakproject<br />
Onderwijs & ICT is overeenstemming bereikt<br />
over de verdere intensivering van de Leerlabs.<br />
Binnen Leerlabs krijgen scholen de kans om<br />
samen met andere scholen – onder begeleiding<br />
van het project Leerling 2020 – te werken aan<br />
een vraagstuk omtrent gepersonaliseerd leren.<br />
Nieuwsbrief bedrijfsvoering<br />
Speciaal voor diegenen die zich binnen de school<br />
met bedrijfsvoering bezighouden, lanceert de<br />
<strong>VO</strong>-raad een nieuwe digitale nieuwsbrief over<br />
bedrijfsvoering. U leest hierin het laatste nieuws<br />
over bedrijfsvoering, krijgt een overzicht van actuele<br />
praktische informatie en ondersteunings mogelijkheden<br />
en wordt verwezen naar interessante artikelen<br />
waarin scholen hun tips en ervaringen delen.<br />
U kunt zich nu aanmelden via www.vo-raad.nl.<br />
Wij vragen u vriendelijk ook uw collega’s en/of<br />
medewerkers op deze nieuwsbrief te wijzen.<br />
Plenair debat maatwerkdiploma?<br />
Hoewel in de media na een negatief advies van<br />
de Onderwijsraad het beeld is geschapen dat het<br />
maatwerkdiploma van de baan is, is de werkelijkheid<br />
anders. De Tweede Kamer wil een brief van<br />
staatssecretaris Dekker waarin hij aangeeft hoe hij<br />
de aangenomen motie over het mogelijk maken van<br />
een maatwerkdiploma gaat uitvoeren. In een<br />
uitgebreide reactie noemt de <strong>VO</strong>-raad het advies<br />
van de Onderwijsraad eenzijdig en geschreven<br />
vanuit een te beperkte scope.<br />
Nederlands onderwijs<br />
scoort goed<br />
Vergeleken met onderwijsstelsels uit<br />
33 landen presteert het Nederlandse<br />
onderwijs goed. Nederlandse<br />
leerlingen krijgen vergeleken met<br />
leerlingen uit andere landen meer les,<br />
worden minder vaak werkloos en zijn<br />
beter voorbereid op de arbeidsmarkt.<br />
Dat blijkt uit het rapport Education<br />
at a Glance <strong>2015</strong> van de Organisatie<br />
voor Economische Samenwerking en<br />
Ontwikkeling (OESO).<br />
Website <strong>VO</strong>2020 vernieuwd<br />
De afgelopen periode heeft de <strong>VO</strong>-raad<br />
vanuit het programma ‘Naar een<br />
ambitieus leerklimaat’ gewerkt aan het<br />
verbeteren van de samenhang tussen de<br />
projecten van de <strong>VO</strong>-raad. Dit heeft<br />
onder andere geresulteerd in een<br />
vernieuwde website <strong>VO</strong>2020.nl.<br />
Daar leest u alles over de projecten<br />
en hoe zij kunnen bijdragen aan het<br />
verbeter- en innovatieproces op uw<br />
school.<br />
k Kijk voor het laatste<br />
nieuws op www.vo‐raad.nl<br />
AGENDA<br />
10<br />
DEC<br />
Scholenconferentie<br />
‘Passend graag’<br />
Wie Schoolleiders, teamleiders, <strong>dec</strong>anen<br />
Waar Zwolle<br />
16<br />
DEC<br />
Masterclass Duurzame inzetbaarheid<br />
voor schoolleiders (<strong>VO</strong>-academie)<br />
Wie Schoolleiders<br />
Waar Den Bosch<br />
15<br />
DEC<br />
Leertraject Strategisch Onderwijskundig<br />
Leiderschap (<strong>VO</strong>-academie)<br />
Wie Rectoren en algemeen directeuren<br />
Waar Den Dolder<br />
21<br />
JAN<br />
18<br />
FEB<br />
Conferentie Sociale Veiligheid: Op Koers!<br />
Wie Schoolleiders, afdelingsleiders<br />
Waar Amersfoort<br />
4 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
1 MINUUTJE<br />
Het Centrum voor Mondiaal Onderwijs, deel van<br />
de Faculteit Managementwetenschappen van de RU<br />
Nijmegen, maakt lesmateriaal voor basis- en voortgezet<br />
onderwijs. Harry de Ridder, stafmedewerker en<br />
ontwikkelaar van lesmateriaal, vertelt over de ambitie<br />
om beeldvorming van leerlingen over onderwerpen<br />
zoals ontwikkelingssamenwerking, oorlog & vrede,<br />
mensenrechten en vluchtelingen, completer en<br />
waarachtiger te maken.<br />
CMO wil onder andere met de digitale nieuwsbrief ‘Ander<br />
Nieuws, actiekrant voor wereldburgers’ dat leerlingen nadenken<br />
over het gebrachte nieuws, empathie ontwikkelen en zich<br />
afvragen wat ze er zelf van vinden. Behoorlijk ambitieus.<br />
“Als je niet groot durft te dromen, kom je nergens. Ander<br />
Nieuws wil bewustwording creëren. Iedereen spreekt elkaar<br />
na, ook de traditionele media. Het gaat om de beeldvorming<br />
die daardoor ontstaat. Zo schatten kinderen de vluchtelingentoestroom<br />
naar Nederland tien keer hoger in dan werkelijk<br />
het geval is.”<br />
‘Vluchten kan nog wel’ heet de vijfde editie van Ander Nieuws.<br />
Wat wil het CMO daarmee bereiken?<br />
“CMO brengt het nieuws vanuit het perspectief van<br />
ontwikkelingssamenwerking en het Zuiden. Vluchtelingen<br />
worden in de traditionele media vooral als een probleem<br />
gezien, neem alleen al het woord ‘vluchtelingenproblematiek’<br />
of ‘vluchtelingencrisis’. Met Ander Nieuws kijken we verder<br />
dan de waan van de dag, geven de juiste feiten en achtergrondinformatie<br />
waardoor kinderen het nieuws van alle kanten<br />
kunnen bekijken. De politiek is vaak opportuun in het<br />
neerzetten van vluchtelingen als probleem en ook voor<br />
media geldt dat goed nieuws geen nieuws is.”<br />
Zijn scholen niet prima in staat om zelf met leerlingen in<br />
gesprek te gaan over maatschappelijk relevante onderwerpen<br />
zoals vluchtelingen?<br />
“Onze ervaring is dat scholen snakken naar lesmateriaal om<br />
de juiste informatie over te kunnen brengen aan hun leerlingen.<br />
Er is heel weinig materiaal beschikbaar waar ze mee<br />
in de klas aan de slag kunnen. We hebben digitale leerlijnen<br />
over actuele onderwerpen zodat leerlingen echte kennis<br />
krijgen die hen tot zelfstandig nadenken uitnodigt. En niet<br />
hetzelfde antwoord met factor tien vermenigvuldigen.”<br />
Kijk voor meer informatie op www.cmo.nl<br />
4<br />
FEB<br />
Havocongres 2016<br />
‘Trots op de havo’<br />
Wie Schoolleiders en docenten<br />
Waar Ede<br />
31<br />
MAR<br />
<strong>VO</strong>-congres 2016<br />
Wie Leden <strong>VO</strong>-raad<br />
Waar Nog niet bekend<br />
15<br />
FEB<br />
De nieuwe vmbo-conferentie<br />
Wie Schoolleiders en bestuurders<br />
Waar Utrecht<br />
Kijk voor meer informatie op<br />
www.vo-raad.nl/bijeenkomsten<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
5
INTERVIEW<br />
DE NUCHTERHEID VAN HET BESTUUR VAN REGIO NOORD<br />
‘WE MOGEN WEL EENS<br />
WAT TROTSER ZIJN’<br />
Twee keer per jaar organiseert het bestuur van Regio Noord een<br />
bijeenkomst voor schoolleiders en bestuurders. De sfeer is altijd goed<br />
en de opkomst hoog. Het geheim schuilt in de combinatie van een<br />
goed programma en een ontspannen toon. ‘We laten zien dat de<br />
<strong>VO</strong>-raad niet ver weg staat, maar juist te vinden is in de regio.’<br />
Tekst: Maaike Vos / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />
6 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
Regio Noord is groot en omvat een stuk of tachtig<br />
scholen uit Groningen, Friesland, Drenthe en de<br />
Noordoostpolder. Het bestuur van deze regio bestaat<br />
bewust uit een afspiegeling van de provincies. Voorzitter<br />
is Dries Koster, directeur-bestuurder van RSG Wolfsbos<br />
in Hoogeveen. Bernadette Pelgrum, rector van het<br />
Christelijk Gymnasium Beyers Naudé in Leeuwarden is<br />
secretaris en Wieteke Beernink, rector van verschillende<br />
scholen van de Openbaar Onderwijs Groep Groningen<br />
is lid. “Maar we doen eigenlijk alles met z’n drieën”,<br />
vertelt Koster.<br />
Twee keer per jaar organiseert het bestuur een regiobijeenkomst<br />
in het Abe Lenstrastadion in Heerenveen.<br />
Het doel is een inspirerend programma te organiseren<br />
voor de deelnemers, die zowel teamleider, bestuurder<br />
als docent zijn. Ze worden daarbij geholpen door Jeroen<br />
Baerveldt en Onne Folkeringa van het schoolleidersplatform.<br />
“Eigenlijk is bestuur een beetje een apart<br />
woord”, zegt Beernink. “We hebben geen formele<br />
bestuursfunctie, maar zijn meer een soort verbinding<br />
tussen scholen”, legt Koster uit.<br />
Deelnemers kunnen bij zo’n bijeenkomst meedoen<br />
aan verschillende workshops en actuele zaken uit het<br />
onderwijs bespreken met de voorzitter van de <strong>VO</strong>-raad<br />
Paul Rosenmöller. De bijeenkomst heeft altijd een<br />
thema. Tijdens de workshops worden de verschillende<br />
kanten van dit thema belicht en ook de openingsspreker<br />
buigt zich over het overkoepelende thema. De opkomst<br />
is hoog: gemiddeld komen zo’n honderd belangstellenden.<br />
“Als er zeventig mensen zijn, zijn we een<br />
beetje teleurgesteld”, zegt Koster.<br />
Hoe verklaren jullie die hoge opkomst?<br />
Beernink: “In de Randstad wordt heel veel<br />
georganiseerd voor mensen uit het onderwijs,<br />
daar moeten mensen kiezen.”<br />
De bijeenkomsten van Regio Noord worden<br />
omschreven als ‘altijd een feestje’. Waardoor<br />
komt dat?<br />
Beernink, grappend: “Door Dries, want hij vertelt<br />
altijd dat we een feestcommissie zijn.” Dan serieus:<br />
“Ik denk dat we erin slagen een goed programma met<br />
een positieve insteek te bieden en een ontspannen toon<br />
aan te slaan. Daardoor worden onze bijeenkomsten<br />
nooit zwaar.”<br />
Pelgrum: “De mogelijkheid om te netwerken speelt<br />
ook mee. Na de bijeenkomst is er altijd een etentje,<br />
dat is gezellig. Je kunt dan bijpraten met elkaar en<br />
ideeën uitwisselen. En de locatie speelt een rol. Het<br />
Abe Lenstrastadion is een mooie locatie die centraal ligt.<br />
Alles bij elkaar maakt dat het inderdaad een beetje<br />
een feestje is.”<br />
Hoe kiezen jullie het thema?<br />
Pelgrum: “Het is altijd actueel, iets wat op dat moment<br />
speelt in het onderwijs. Het gaat om dingen waar we<br />
zelf ook mee te maken hebben, die we lastig of moeilijk<br />
vinden. Dat komt dan goed uit voor anderen.”<br />
Koster: “Elk thema dat je kunt bedenken, zou aan de<br />
orde kunnen komen. We raadplegen onze achterban<br />
van scholen en de <strong>VO</strong>-raad om te kijken wat daar op<br />
dat moment speelt. Ik vraag altijd wel aan de scholen<br />
waarmee ik nauw contact heb, of ze nog een idee<br />
hebben.”<br />
Beernink: “Een voorbeeld dat laat zien hoe we werken,<br />
is het thema dat we vorig jaar kozen voor de<br />
bijeenkomsten: ‘Er is meer ruimte dan je denkt’. Veel<br />
mensen klagen dat ze worden ingeperkt, maar wij laten<br />
zien dat er veel meer mogelijk is dan vaak wordt gedacht.<br />
We kiezen dan bewust voor een positieve invalshoek om<br />
deelnemers te helpen net even anders naar een kwestie te<br />
kijken. Die nuchtere houding en toon zijn kenmerkend<br />
voor onze bijeenkomsten.”<br />
Kiezen jullie altijd specifiek noordelijke thema’s?<br />
Koster: “Ik denk niet dat er zoiets bestaat als een<br />
specifiek thema voor het Noorden. We zijn geen unieke<br />
regio met unieke thematiek. Dingen die hier spelen,<br />
spelen overal in het land.”<br />
‘We zeggen altijd: de <strong>VO</strong>-raad,<br />
dat zijn we met z’n allen’<br />
Beernink: “Dat is ook niet iets waar we naar streven,<br />
het past niet bij de aard van onze bijeenkomsten.”<br />
Koster: “In dat opzicht zijn we ook geen typisch bestuur<br />
dat een agenda opstelt en beleid uitzet. Wij zijn meer<br />
een soort verbindingscommissie dan een bestuur.”<br />
Verbinding is een woord dat vaak valt in het gesprek.<br />
Het is een van de belangrijkste doelen van de bijeenkomsten.<br />
“Het zijn momenten van verbinding en<br />
ontmoeting. De gesprekken zijn serieus, maar de sfeer is<br />
niet heel zwaarbeladen”, vertelt Koster. Er is ook ruimte<br />
voor discussies in kleine groepen. “Het is vooral heel<br />
veel delen”, zegt Pelgrum. Koster stelt dat de mix van<br />
een stevig programma, aandacht voor de mensen en de<br />
ruimte voor netwerken de bijeenkomsten tot een succes<br />
maakt. “Ik denk dat mensen het ook fijn vinden dat er,<br />
in alle hectiek van de dag, even een moment is waarop je<br />
mensen van buiten je eigen organisatie kan ontmoeten”,<br />
voegt Beernink toe.<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
7
INTERVIEW<br />
CV BERNADETTE PELGRUM<br />
Geboren 17 juni 1956, Aerdt<br />
November 2006 – heden<br />
Rector Christelijk Gymnasium Beyers<br />
Naudé<br />
Augustus 2004 – november 2006<br />
Conrector Fivelcollege<br />
Augustus 2001 – augustus 2004<br />
Sectorleider vwo bovenbouw CSG<br />
Liudger<br />
Augustus 1982 – augustus 2001<br />
Docent en stagecoördinator<br />
opleiding Voeding en Diëtetiek<br />
Hanzehogeschool Groningen<br />
Wisselwerking<br />
Naast de verbindende functie van zo’n bijeenkomst<br />
vindt het bestuur de wisselwerking met de <strong>VO</strong>-raad<br />
belangrijk. De aanwezigen kunnen input geven over<br />
problemen waar ze tegenaan lopen, en voorzitter<br />
Rosenmöller geeft uitleg over wat er op dat moment<br />
speelt in de raad. “Ik merk dat hij de bijeenkomsten<br />
gebruikt om te horen wat er in het veld gebeurt”,<br />
zegt Koster. Die connectie met de <strong>VO</strong>-raad heeft<br />
een grote toegevoegde waarde. “We zeggen altijd:<br />
de <strong>VO</strong>-raad, dat zijn we met z’n allen.” Pelgrum:<br />
“We willen laten zien dat de <strong>VO</strong>-raad niet ver weg<br />
staat, maar juist te vinden is in de regio.”<br />
Een van de onderwerpen waar op dit moment landelijk<br />
druk over wordt gediscussieerd, is het maatwerkdiploma.<br />
De Onderwijsraad bracht vorige maand een negatief<br />
advies uit over dit concept. Dries Koster gelooft echter<br />
heilig in het maatwerkdiploma. “Op mijn school is er<br />
veel draagvlak voor. Ik heb tegen Rosenmöller gezegd:<br />
‘niet opgeven!’” Bernadette Pelgrum legt uit dat de<br />
discussie een beetje aan haar voorbij is gegaan, omdat<br />
het maatwerkdiploma niet relevant is voor het<br />
categoriaal gymnasium waaraan zij leiding geeft.<br />
“Maar op zich sta ik er niet afwijzend tegenover.”<br />
Koster gaat nu rechtop in zijn stoel zitten. “Ik geloof<br />
echt dat dit kinderen een kans biedt. We remmen<br />
nu zoveel talent af.”<br />
Speelt de discussie over het maatwerkdiploma<br />
ook in het Noorden?<br />
Wieteke Beernink: “Nog niet echt. Dat heeft volgens<br />
mij ook te maken met het relatief hoge aantal zwakke<br />
scholen dat de regio een tijdlang kende. Die hebben<br />
inmiddels een stevige inhaalslag gemaakt, maar voor<br />
dat maatwerkdiploma moet je de boel echt goed op<br />
orde hebben.”<br />
Koster: “Er komt heel wat bij kijken, je moet de<br />
basis inderdaad echt op orde hebben. Maar er zijn<br />
veel verbeteringen aangebracht.”<br />
Om wat voor verbeteringen gaat het dan?<br />
Koster: “Het gaat vooral om visitaties. Bij elkaar in de<br />
klas kijken, binnen scholen en tussen scholen, heeft<br />
een enorme vlucht genomen.”<br />
Pelgrum: “Ook de media-aandacht speelt natuurlijk<br />
mee. Al die publiciteit over de prestaties van scholen,<br />
kranten die erover schrijven, rangen en standen die<br />
gepubliceerd worden. Dat komt veel frequenter voor<br />
tegenwoordig.”<br />
Zeggen die cijfers en lijstjes dan alles?<br />
Alle drie tegelijk, stellig: “Nee!”<br />
Pelgrum: “Maar het is wel belangrijk dat scholen weten<br />
waarom ze bepaalde cijfers halen, en dat er discussie over<br />
wordt gevoerd. Je hebt een cijfertje, en dan ga je kijken:<br />
‘wat zit daar nou achter?’”<br />
Beernink: “Cijfers zijn niet zaligmakend, maar je moet<br />
het wel minstens zo goed doen als andere scholen.<br />
En als je het minder goed doet, moet je weten waarom.<br />
De discussie hoeft zich trouwens niet alleen te richten<br />
op negatieve uitschieters. Als leerlingen van een bepaalde<br />
docent bijvoorbeeld systematisch betere eindexamenresultaten<br />
halen, kun je kijken wat je daarvan kan leren.”<br />
Koster vertelt dat docenten op zijn school tegen elkaar<br />
zeggen: ‘kom eens kijken bij mijn lessen, help me verder<br />
te komen’. “Dan ga je met elkaar in gesprek en heb je<br />
niet zo’n houding van: ‘kom niet bij mij, ik doe het<br />
goed’.” Deze open werkwijze is niet onopgemerkt<br />
8 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
CV DRIES KOSTER<br />
Geboren 11 augustus 1959,<br />
Veenendaal<br />
CV WIETEKE BEERNINK<br />
Geboren 17 juni 1957,<br />
Oudenhoorn<br />
Augustus 2008 – heden<br />
Directeur-bestuurder RSG Wolfsbos<br />
Augustus 2005 – augustus 2008<br />
Directeur Deltion College<br />
Augustus 2002 – augustus 2005<br />
Vestigingsmanager Metrium<br />
Januari 1990 – juli 2002<br />
Diverse functies Hanzehogeschool<br />
Groningen<br />
2014 – heden<br />
Rector Zernike College<br />
2012 – heden<br />
Rector H.N. Werkman College<br />
2002 - 2012<br />
Zelfstandig interim-manager en<br />
organisatieadviseur<br />
gebleven door de onderwijsinspectie: RSG Wolfsbos<br />
werd beoordeeld als de beste school van Drenthe.<br />
Koster was hier erg blij mee en belde direct de krant,<br />
maar stuitte op noordelijke nuchterheid. “Mensen in<br />
mijn omgeving zeiden: ‘ho’. We zijn soms echt te<br />
bescheiden hier, en mogen wel eens wat trotser zijn.”<br />
Digitalisering<br />
Net als bij het maatwerkdiploma is ook de discussie<br />
over digitalisering en ICT in het onderwijs nooit ver<br />
weg. Pelgrum heeft een uitgesproken mening over dit<br />
onderwerp: “ICT is geen doel op zich, maar altijd<br />
ondergeschikt aan het onderwijs.” Beernink vertelt<br />
over de opening van het nieuwe schoolgebouw van het<br />
Zernike College in Haren. “We hadden duizend wifi<br />
access points geïnstalleerd, maar in de eerste twee weken<br />
lag de wifi volledig plat. Nu hebben we er vierduizend<br />
en het probleem is opgelost. Wie had een paar jaar terug<br />
kunnen denken dat het grootste drama bij de opening<br />
van een nieuw gebouw de wifi zou zijn?”<br />
‘We kiezen bewust voor een<br />
positieve invalshoek om deelnemers<br />
te helpen net even anders naar een<br />
kwestie te kijken’<br />
Ook het feit dat er nog maar weinig bekend is over de<br />
effecten van digitale leermethodes op het brein van<br />
kinderen, maakt de schoolleiders terughoudend.<br />
“Kinderen krijgen al zoveel prikkels. Ze moeten soms<br />
ook gewoon rustig op dingen kunnen kauwen”, zegt<br />
Pelgrum. ICT kan daarbij als hulpmiddel dienen: “Als<br />
school moet je zoeken naar de juiste mix.” Beernink<br />
zegt dat de ontwikkelingen op digitaal gebied ontzettend<br />
snel gaan, en dat maakt het lastig om alles bij te houden<br />
en beleid te maken. “Een paar jaar geleden bestond<br />
WhatsApp nog niet. Dus hoe kan je op het moment dat<br />
je een fenomeen nog niet kent, beleid hebben?” Koster<br />
vertelt dat hij laatst aan een vmbo-klas uitlegde hoe hij<br />
zijn tijd vroeger doorbracht zonder computer en tv. “Ik<br />
zei dat ik boeken kon lezen of ging spelen met vriendjes.<br />
Dat vonden ze toen heel zielig voor me.”<br />
Tot slot: hoe ziet de toekomst van de docent eruit?<br />
Koster: “Ik had laatst zo’n oudemensengesprek met<br />
iemand, die zei: ‘vroeger werd er nog geluisterd naar de<br />
docent, toen was er nog respect voor het vak’. Ik zou het<br />
mooi vinden als in deze tijden, met veel aandacht voor<br />
sociale media en waarin ook de assertiviteit van ouders<br />
toeneemt, het respect voor het vak blijft. Want het is een<br />
fantastisch vak, en niet gemakkelijk. Ik geef het je maar<br />
te doen.”<br />
Beernink: “Het is een mensenvak. Contact leggen is het<br />
allerbelangrijkste, zowel met leerlingen als met collega’s<br />
als met ouders. Je moet een groep kunnen boeien, want<br />
een klas zal nooit zestig minuten individueel gaan<br />
werken.”<br />
Pelgrum: “En aandacht is heel belangrijk. Wil je een<br />
leerling iets bijbrengen, op wat voor niveau dan ook,<br />
dan is het belangrijk dat hij zich goed voelt op een<br />
school. Maar die aandacht moet er ook voor docenten<br />
zijn. Ik denk dat wij te weinig schouderklopjes uitdelen.<br />
Docent zijn is een intensief beroep. Mensen stoppen er<br />
veel tijd en energie in, dan moeten ze ook aandacht en<br />
waardering terugkrijgen. Iedereen heeft onderwijs<br />
gevolgd en iedereen heeft wel een idee en een beeld over<br />
onderwijs, maar wat een docent nou echt doet, dat is een<br />
complex gebeuren.”<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
9
Opleidingsscholen dragen bij aan lerende cultuur<br />
SAMEN OPLEIDEN =<br />
SAMEN ONTWIKKELEN<br />
Met de recente aanpassing van de OCW-regeling ‘tegemoetkoming kosten<br />
opleidingsscholen’ wordt het aantal opleidingsscholen dit schooljaar flink<br />
uitgebreid. Opleidingsscholen stimuleren een professionele cultuur, een onderzoekende<br />
houding en hechte samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen.<br />
Dat is van grote betekenis voor de ontwikkeling van vo-scholen tot professionele<br />
leergemeenschappen – een van de ambities in het Sectorakkoord <strong>VO</strong>.<br />
Tekst: Martijn Laman / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />
“Werken in een professionele leergemeenschap betekent<br />
dat je elke dag weer zoekt naar nog betere manieren om<br />
leerlingen te bereiken. Daarvoor heb je naast reflectief<br />
ook onderzoekend vermogen nodig. Op weg naar die<br />
situatie levert de opleidingsschool momenteel een<br />
belangrijke bijdrage.” Aldus Carry Jeremiah, projectleider<br />
van de Dunamare Opleidingsschool en schoolopleider<br />
van het deelnemende Haarlemmermeer<br />
Lyceum.<br />
Kort gezegd zijn opleidingsscholen samenwerkingsverbanden<br />
van vo- en/of po-scholen en (academische)<br />
lerarenopleidingen waarin toekomstige leraren worden<br />
opgeleid. Dunamare Opleidingsschool bestaat bijvoorbeeld<br />
uit zes voortrekkersscholen, de Hogeschool van<br />
Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam. “Nadat<br />
er in de zomer ruimte kwam voor nieuwe opleidingsscholen,<br />
hebben we in no time alle stukken leesklaar<br />
gemaakt voor de subsidieaanvraag. Het Steunpunt<br />
Opleidingsscholen heeft ons daar enorm bij geholpen”,<br />
zegt Jeremiah.<br />
Bijzonder aan opleidingsscholen is dat de opleiding<br />
van studenten tot bevoegd docent voornamelijk op de<br />
werkplek plaatsvindt: “In de opleidingsschool zorgen<br />
we ervoor dat theorie en praktijk elkaar ontmoeten.”<br />
Dunamare ambieert voor elke student met elk<br />
ontwikkeldoel een passende leer-/werkplek: “Als een van<br />
de grootste Nederlandse onderwijsstichtingen kunnen<br />
we een heel divers didactisch palet bieden: van praktijkonderwijs<br />
tot technasium en van regulier tot tweetalig en<br />
daltononderwijs.”<br />
‘De praktijk is van onschatbare<br />
waarde voor het stevig equiperen<br />
van studenten en docenten’<br />
Samen opleiden is daarbij ook samen ontwikkelen, zegt<br />
Jeremiah. “Met de instituutsopleiders van HvA en UvA<br />
delen we kennis en brengen we theorie en praktijk<br />
bijeen; studenten brengen de nieuwste ontwikkelingen<br />
de school in en ervaren collega’s leiden gezamenlijk de<br />
studenten op. Deze werkplekbegeleiders wonen intervisiebijeenkomsten<br />
bij en schoolopleiders consulteren<br />
elkaar regelmatig. Uiteindelijk ontwikkelt zo het hele<br />
onderwijs zich dankzij het opleiden van jong docenttalent.”<br />
Opleiden in de school<br />
Opleiden in de school (OIDS) is een heel directe manier<br />
om de aansluiting tussen opleiding en praktijk te<br />
optimaliseren. “De praktijk is van onschatbare waarde<br />
10 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
Liesbeth Bloeme: ‘Juist de wisselwerking tussen de geledingen<br />
vinden we belangrijk’<br />
Carry Jeremiah: ‘In de opleidingsschool zorgen we ervoor dat<br />
theorie en praktijk elkaar ontmoeten’<br />
voor het stevig equiperen van studenten en docenten en<br />
dat levert het beste onderwijs voor leerlingen op”, vertelt<br />
Liesbeth Bloeme, programmamanager van de opleidingsschool<br />
Rijnmond, rondom Rotterdam. “Onze opleidingsschool<br />
is een rechtstreekse voortzetting van het Platform<br />
Rijnmond. Dat samenwerkingsverband werd in 2008<br />
opgericht toen we door knelpunten op de arbeids markt<br />
als risicoregio werden gekwalificeerd. Sindsdien werken<br />
negen schoolbesturen met ruim dertig school locaties<br />
steeds hechter samen. Met elkaar, met de Hogeschool<br />
Rotterdam en met universitaire leraren opleidingen in<br />
Leiden en Delft.”<br />
In samenwerking met de Hogeschool Rotterdam gaven<br />
twee van de drie clusters waarin de regio Rijnmond<br />
het werkproces heeft georganiseerd, al langer vorm aan<br />
OIDS-trajecten. “Initieel was dat vooral om eigen leerlingen<br />
te interesseren in een lerarenopleiding. Het concept<br />
bleek succesvol en werd uitgebreid naar alle categorieën<br />
studenten en naar het derde cluster”, zegt Bloeme.<br />
Individueel bleken de clusters echter te klein om een<br />
erkende opleidingsschool te kunnen worden: “Daardoor<br />
visten we vaak achter het net. We stonden achteraan<br />
bij het ontvangen van stagiairs van de universitaire opleidingen<br />
en ondersteuningsregelingen bleken exclusief<br />
voor erkende opleidingsscholen.” Toen was daar opeens<br />
het sectorakkoord – met de afspraak om het aantal<br />
opleidingsscholen uit te breiden: “Om die kans niet te<br />
missen, hebben we onze krachten nog steviger gebundeld.”<br />
Professionele leercultuur<br />
Een professionele leeromgeving vergt een op leren<br />
gerichte cultuur waaraan leraren, teams, schoolleiding<br />
en bestuur samen bouwen. “Juist de wisselwerking tussen<br />
die geledingen vinden we belangrijk”, vertelt Bloeme.<br />
“Daarom zetten we binnen de kaders van de opleidingsschool<br />
de eerste stappen naar een professionele leergemeenschap<br />
voor bestuurders, schoolleiders en docenten.<br />
Door de regio heen zijn we leernetwerken aan het<br />
inrichten waarbinnen we concrete thema’s koppelen aan<br />
hun betekenis voor onderwijs, organisatie en personeelsbeleid.<br />
Een thema als digitale didactiek vergt een integraal<br />
samenspel tussen alle niveaus. Je moet gezamenlijk<br />
bedenken wat stappen in die richting voor het schoolplan<br />
betekenen, hoe je die in het HRM-beleid inbedt en<br />
welke competenties docenten en schoolleiders ervoor<br />
nodig hebben.” Op termijn zal er ook een Rijnmond<br />
Academie worden opgericht: “Als nascholingsinstituut,<br />
maar vooral om collegiaal leren beter te faciliteren.”<br />
Dunamare wil met de studenten van de opleidingsschool<br />
zowel nieuwe theorieën en ideeën rondom opleiden<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
11
‘Onze directies en het college van<br />
bestuur hebben de ontwikkeling<br />
van het HR-beleid nu permanent<br />
op de agenda staan’<br />
in huis halen als een lerende cultuur aanwakkeren.<br />
Jeremiah: “We faciliteren kruisbestuiving op alle<br />
niveaus. Voor studenten staan de deuren hier overal<br />
open. Studenten leren van ons, wij van hen, van<br />
collega’s, van de instituutsopleiders van HvA en UvA.<br />
Zo worden we die professionele leergemeenschap waar<br />
het sectorakkoord op doelt.”<br />
Doorlopende lijnen<br />
‘De versterking van de samenhang binnen scholen tussen<br />
opleiden, professionaliseren en het op professionele<br />
ontwikkeling gerichte personeelsbeleid, is de basis van de<br />
kwalitatieve impuls voor opleiden in de school.’ Die stelling<br />
uit het Sectorakkoord <strong>VO</strong> sluit aan bij de uitgangs punten<br />
van Dunamare. “We willen bereiken dat binnen ons<br />
onderwijs opleiden, ontwikkelen en reflectie integraal<br />
onderdeel van je carrière zijn”, vertelt Jeremiah. “Daarom<br />
werken we toe naar een doorlopende leerlijn gedurende<br />
de hele onderwijsloopbaan van een mede werker en naar<br />
inbedding van professionele ontwikkeling in het HRMbeleid.”<br />
Dunamare heeft reeds een intern opleidingsinstituut<br />
voor docenten, directies en bestuurs leden.<br />
Jeremiah: “Zoals we aan leerlingen en met de opleidingsschool<br />
maatwerk willen leveren, is het onze bedoeling<br />
om ook het aanbod van de Dunamare Academie af te<br />
stemmen op de feitelijke behoeftes van onze onderwijsprofessionals.”<br />
In 2020 moeten er in de sector<br />
minimaal 2200 extra opleidingsplaatsen<br />
zijn<br />
Ook de regio Rijnmond kiest voor een integrale aanpak,<br />
vertelt Bloeme: “Als opleidingsschool willen we niet<br />
alleen studenten tot leraar opleiden en toekomstige<br />
leraren opnemen in onze infrastructuur.; we willen alles<br />
wat binnen ons onderwijs met professionalisering te<br />
maken heeft, er onderdeel van laten zijn. De afgelopen<br />
jaren zijn we bijvoorbeeld bezig geweest met een groot<br />
project rondom digitale didactiek en het inrichten van<br />
de schoolorganisatie op complexe vaardigheden en<br />
nieuwe mogelijkheden. Professionalisering in die zin<br />
STEUNPUNT<br />
OPLEIDINGSSCHOLEN<br />
Het Steunpunt Opleidingsscholen ondersteunt en<br />
faciliteert bestaande (academische) opleidingsscholen<br />
bij de versterking van het samen<br />
opleiden en professionaliseren. Met diezelfde<br />
ambitie stimuleert het Steunpunt nieuwe en<br />
niet‐bekostigde opleidingsscholen om zich te<br />
ontwikkelen tot geaccrediteerde opleidingsschool.<br />
Daartoe organiseert het Steunpunt<br />
samen met DUO voorlichtingsbijeenkomsten,<br />
ontwikkelt handreikingen rond de aanvraagprocedure<br />
en publiceert voorbeelddocumenten<br />
op de website. De helpdesk brengt nieuwe<br />
opleidingsscholen voor de beantwoording<br />
van vragen in contact met ervaren opleidingsscholen.<br />
Rond de verdere inbedding van<br />
samen opleiden in het HR-beleid van de scholen<br />
werkt het Steunpunt samen met de <strong>VO</strong>-raadprojecten<br />
‘Naar een ambitieus leerklimaat’<br />
en Strategisch HRM.<br />
www.steunpuntopleidingsscholen.nl<br />
gaat vooral over zittend personeel en HRM-beleid.<br />
Leren houdt nooit op. Wel heeft het in elke loopbaanfase<br />
een andere betekenis, vorm en doel.”<br />
Extra opleidingsplaatsen<br />
Door de aanpassing van de ‘Regeling tegemoetkoming<br />
kosten opleidingsscholen’ heeft de sector nu ruimte voor<br />
substantiële uitbreiding van het aantal opleidingsscholen<br />
in het voortgezet onderwijs. In 2020 moet dat zich<br />
vertalen in minimaal 2200 extra opleidingsplaatsen.<br />
Opleidingsschool Rijnmond wil jaarlijks tweehonderd<br />
studenten gaan opleiden, “naast eenzelfde aantal<br />
studenten dat nu al bij ons via het klassieke voltijdsen<br />
stagemodel een opleiding volgt”, vult Bloeme aan.<br />
Kwantitatieve en kwalitatieve aspecten gaan bij<br />
Dunamare hand in hand, zegt Jeremiah: “We richten<br />
ons op die extra opleidingsplaatsen én op het vinden van<br />
jezelf in je docentschap. Zo’n zoektocht is per definitie<br />
maatwerk. Intervisie, supervisie, lesbeoordelingen,<br />
reflectiegesprekken, video-interactiebegeleiding,<br />
kennismaking met de verschillende vormen van voonderwijs<br />
via interne doorstroom, dat alles helpt<br />
daarbij. Tegelijkertijd willen we uitgaan van een<br />
eerlijke beoordeling over je geschiktheid als docent.”<br />
Onderzoekende houding<br />
Het onderzoek dat studenten van academische opleidingsscholen<br />
verrichten, bevordert school ontwikkeling, innovatie<br />
en een onderzoekende houding bij alle onderwijsprofessionals,<br />
weet Bloeme: “Daarnaast is de expertise<br />
12 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
van hogescholen en universiteiten voor de professionalisering<br />
van zittend personeel van enorme waarde.<br />
De bij onze opleidingsschool betrokken lerarenopleidingen<br />
voeren bijvoorbeeld het project Begeleiding<br />
Startende Leraren uit: zij brengen in de leergemeenschappen<br />
academisch onderzoek in om te komen tot<br />
optimale programma’s voor begeleiding van starters.<br />
De school opleiders die daar van ons uit bij betrokken<br />
zijn, nemen onderzoeksvaardigheden en andere academische<br />
bagage mee die zij binnenschools weer kunnen<br />
toepassen en delen.”<br />
Ook Dunamare Opleidingsschool verkent de mogelijkheden<br />
van academisch onderzoek. Jeremiah: “Zulk<br />
praktijkonderzoek moet zich structureel richten op<br />
thema’s die relevant zijn voor onze scholen. Daarvoor<br />
moeten we in samenspraak met de directie kijken naar<br />
de vragen die ons bezighouden en of we die via onderzoek<br />
door een student kunnen en willen beantwoorden.<br />
Ad hoc gebeurt dat al. Hier op het tweetalig Haarlemmermeer<br />
Lyceum heeft een student Nederlands bijvoorbeeld<br />
onderzocht hoe je taalgericht vakonderwijs binnen een<br />
vmbo-afdeling beter tot zijn recht kunt laten komen.”<br />
Bezegeling<br />
Aanvragen voor bekostiging van een (aspirant-)<br />
opleidingsschool konden tot 1 oktober <strong>2015</strong> worden<br />
ingediend. In 2016 en 2017 volgen nog twee aanvraagrondes<br />
voor samenwerkingsverbanden. Opleidingsscholen<br />
kunnen ook dan ondersteuning vinden bij het<br />
Steunpunt Opleidingsscholen van <strong>VO</strong>-raad en PO-Raad<br />
(zie kader).<br />
De aanvraag voor de Dunamare Opleidingsschool<br />
werkte tot op bestuursniveau als een katalysator,<br />
vertelt Jeremiah: “Onze directies en het college van<br />
bestuur hebben de ontwikkeling van het HR-beleid<br />
nu permanent op de agenda staan, in samenhang met<br />
professionele ontwikkeling en een lerende cultuur.<br />
Dat voelt als een bezegeling van ons werk. De projectleiders<br />
van Dunamare Academie en de opleidingsschool<br />
hebben beiden zitting in het HR-team en in onze<br />
nieuwe kernwaarden zijn goed werkgeverschap en<br />
het faciliteren van professionalisering speerpunten.<br />
We brengen de link tussen professionalisering en<br />
beleid dus echt in praktijk.”<br />
NIEUWE <strong>VO</strong>2020-TOUR: MELD U NU AAN!<br />
Begin 2016 trekt de <strong>VO</strong>2020-karavaan weer<br />
door het land. Deze keer staat ambitie 5 uit het<br />
sectorakkoord centraal: professionele scholen als<br />
lerende organisaties. Een ambitieus leerklimaat<br />
vraagt om voldoende ruimte voor de leraar.<br />
Want alleen in gesprek met elkaar kom je tot<br />
verbetering en vernieuwing van het onderwijs.<br />
En dus praten we dit jaar niet over maar samen<br />
mét leraren over dit belangrijke thema.<br />
De <strong>VO</strong>-raad nodigt u van harte uit om u - samen<br />
met enkele geïnteresseerde leraren uit uw school<br />
of organisatie - aan te melden voor één van de<br />
bijeenkomsten op scholen in de regio’s. Zie<br />
voor meer informatie en aanmelden de website<br />
<strong>VO</strong>2020.nl.<br />
Dit is nu al bekend over de bijeenkomsten:<br />
Regio Noordwest: 11 januari, Haarlemmermeer<br />
Lyceum, Hoofddorp<br />
Regio Oost: 19 januari<br />
Regio Noord: 21 januari<br />
Regio Zuid: 27 januari, Stedelijk College,<br />
Eindhoven<br />
Regio Zuidwest: 2 februari, ZuidWestHoek<br />
College, Ossendrecht<br />
Regio Midden: 9 februari<br />
Regio West: 16 februari, Picasso Lyceum,<br />
Zoetermeer<br />
Amsterdam: 10 maart, Berlage Lyceum,<br />
Amsterdam<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
13
BIJPRATEN<br />
Waardevolle gegevens beter benutten<br />
‘DOORSTROOM IS<br />
ZAAK VAN IEDEREEN’<br />
Vo-scholen en instellingen voor het vervolgonderwijs zijn gezamenlijk<br />
verantwoordelijk voor de doorstroom van leerlingen. Zij werken veelvuldig<br />
samen om die doorstroom soepeler te laten verlopen. Doorstroomgegevens<br />
geven daar nog meer richting aan, zo blijkt uit onderzoek.<br />
Tekst: Martijn Laman / Illustratie: Robert Vulkers<br />
Een soepele doorstroom naar het vervolgonderwijs is een<br />
kerntaak in het voortgezet onderwijs. Het vergt zowel<br />
onderwijs dat aansluit bij (regionale) maatschappelijke<br />
en economische veranderingen als gerichte begeleiding<br />
van leerlingen. Mede daarom behoren een hechte band<br />
met de omgeving en aandacht voor de loopbaan van<br />
leerlingen over de sectorgrenzen heen tot de ambities in<br />
het sectorakkoord <strong>VO</strong>. Om daar met doorstroombeleid<br />
op in te spelen, hebben scholen inzicht nodig in het<br />
studiesucces van leerlingen in het vervolgonderwijs.<br />
Goede samenwerking met het vervolgonderwijs is<br />
daarvoor een vereiste.<br />
Onderzoek<br />
Uit inventariserend onderzoek dat Regioplan deed in<br />
opdracht van de <strong>VO</strong>-raad, blijkt dat de samenwerking<br />
tussen vo-scholen en (regionaal) vervolgonderwijs<br />
nadrukkelijk een soepeler doorstroom tot doel heeft.<br />
Neem <strong>dec</strong>aan Frank Brouwers van het Rodenborch-<br />
College in Rosmalen. Hij haalt ‘de omgeving’ al vaak<br />
de school in: “Onze leerlingen waaieren uit naar<br />
Den Bosch, Eindhoven, Tilburg, Nijmegen. Met de<br />
universiteiten en hogescholen daar heb ik veel contact<br />
over de aansluiting, om materiaal en kennis uit te<br />
wisselen en te voorkomen dat we hetzelfde wiel<br />
uitvinden. In <strong>dec</strong>anenkringen en <strong>VO</strong>-HO-platforms<br />
werk ik bewust samen met andere organisaties, ook om<br />
de link te leggen tussen vaardigheden die in het<br />
voortgezet onderwijs aan bod komen en competenties<br />
die het hoger onderwijs vergt. Zo zijn leerlingen met<br />
een C&M-profiel vaak best creatief. Ik zou wel willen<br />
onderzoeken wat zoiets in het hoger onderwijs<br />
betekent voor die leerlingen. Doorstroomdata vormen<br />
dan een mooie informatiebron.”<br />
Samenwerking met de buitenwereld begint volgens<br />
Brouwers bij goede samenwerking in de school:<br />
“Wij hebben het geluk dat onze rector heel LOBminded<br />
is en veel belang hecht aan hoe leerlingen<br />
het buiten de school doen. Dat enthousiasmeert<br />
de teamleiders en de conrector.”<br />
Feiten nodig<br />
Het Regioplanrapport ‘ Samenwerking in het voortgezet<br />
onderwijs’ verscheen afgelopen september. Het laat zien<br />
dat (regionale) samenwerking vele vormen aanneemt en<br />
geeft een beeld van doelen, resultaten en kansen. Scholen<br />
werken vooral samen omdat het hun leerlingen ten<br />
goede komt: betere voorbereiding op de arbeidsmarkt,<br />
betere oriëntatie op het vervolgonderwijs, meer ontwikkelingsmogelijkheden.<br />
Daarnaast profiteert de<br />
schoolorganisatie er zelf van, via professionalisering van<br />
leraren, het behoud van instroom en onderwijsaanbod<br />
en meer efficiëntie.<br />
Samenwerking met de<br />
buitenwereld begint bij goede<br />
samenwerking in de school<br />
Het onderlinge contact brengt samenwerkende partners<br />
nader tot elkaar; zij leren wat voor de ander belangrijk is.<br />
“Om ons doorstroombeleid gerichter vorm te geven,<br />
hebben we het vervolgonderwijs echt nodig”, vertelt<br />
Anneleine Houtzager, docent en <strong>dec</strong>aan/LOB-<br />
14 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
coördinator van Niekée, een vmbo-school in Roermond.<br />
“Wij merken bijvoorbeeld dat relatief veel van<br />
onze leerlingen later dan gemiddeld een startkwalificatie<br />
halen. Alleen samen met het mbo kunnen we achterhalen<br />
of dat werkelijk klopt, op welke vervolgopleidingen<br />
en niveaus dat precies speelt, en op welke punten we<br />
mogelijk de voorlichting moeten aanpassen.” Aanleiding<br />
voor intensieve(re) samenwerking rond de<br />
doorstroom, is vaak een gevoel op de werkvloer dat<br />
‘er iets hapert’. Maar gevoelens vormen een wankele<br />
basis voor daad werkelijke verbeteractiviteiten; daarvoor<br />
zijn feiten nodig.<br />
Doorstroomdata<br />
De effectiviteit van de samenwerking tussen voortgezet<br />
en vervolgonderwijs wordt groter als deze wordt gevoed<br />
door gegevens over doorstroom. Deze doorstroomdata<br />
omvatten niet alleen de feitelijke doorstroomgegevens<br />
van leerlingen en hun leerloopbaan, maar ook informatie<br />
uit alumnionderzoek of terugkoppelingen over de<br />
loopbaan van studenten door het vervolgonderwijs.<br />
Analyse van kwantitatieve en kwalitatieve doorstroomdata<br />
kan scholen inzicht geven in de aantallen<br />
leerlingen die na een jaar nog op dezelfde<br />
vervolgopleiding zitten, maar laat ook zien hoe<br />
ZEVEN RAND<strong>VO</strong>ORWAARDEN <strong>VO</strong>OR<br />
SUCCES<strong>VO</strong>LLE SAMENWERKING<br />
1. Analyseer mogelijke samenwerkingspartners<br />
vanuit een heldere visie op de gewenste<br />
samenwerkingsthema’s.<br />
2. Zorg voor voldoende tijd en direct contact tussen<br />
samenwerkende partijen om de samenwerking<br />
echt te laten groeien.<br />
3. Zorg voor betrokkenheid op alle relevante<br />
niveaus van de schoolorganisatie: bestuurders,<br />
schoolleiders en leraren.<br />
4. Bedenk en leg op bestuursniveau vast wat de<br />
verschillende partijen met de samenwerking<br />
willen bereiken, en op welke manier zij zich<br />
daarvoor willen inzetten.<br />
5. Zorg dat de samenwerking een gezamenlijk doel<br />
dient, waarbij alle partners baat hebben.<br />
6. Zorg voor coördinatie (en/of een coördinator)<br />
en maak heldere afspraken over wederzijdse<br />
verwachtingen.<br />
7. Zorg voor een duidelijke geografische<br />
afbakening van de regio; dat maakt<br />
samenwerken vanzelfsprekender en draagt<br />
bij aan succes.<br />
(Bron: Eindrapport Samenwerking in het vo,<br />
Regioplan / <strong>VO</strong>-raad, <strong>2015</strong>)<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
15
‘Met structurele samenwerking<br />
blijft wat we opbouwen,<br />
behouden voor de toekomst’<br />
leerlingen de voorbereiding op het vervolgonderwijs<br />
hebben ervaren en welke knelpunten ze tegenkomen.<br />
Vanwege de waarde van die informatie voert de <strong>VO</strong>-raad<br />
momenteel de pilot ‘Optimaal werken met doorstroomdata’<br />
uit. De ruim 25 deelnemende vo-scholen beginnen<br />
de pilot met een eigen onderzoeksvraag, en beantwoorden<br />
deze via analyse en bespreking van doorstroom data.<br />
Niekée Roermond formuleerde bewust een brede<br />
onderzoeksvraag, vertelt Houtzager: “We wilden weten<br />
hoe onze doorstroomcijfers zich verhouden tot het<br />
landelijke beeld. Tegelijk willen we dat keuzebegeleiding<br />
en doorstroom ook in de persoonlijke beleving van<br />
leerlingen goed verlopen. Door oud-leerlingen ernaar<br />
te vragen, krijgen we de bevestiging dat wat we doen,<br />
ook is wat we móeten doen. Maar de eerste winst is toch<br />
het bespreekbaar maken van doorstroomgegevens met<br />
collega’s in en buiten de school”, vindt Houtzager.<br />
BRON: MANAGEMENT VENSTER<br />
Waar de stroombestanden van DUO alleen ruwe<br />
data bevatten over de directe doorstroom, biedt het<br />
ManagementVenster van Vensters<strong>VO</strong> overzichtelijke<br />
en vergelijkbare bewerkingen van doorstroomdata -<br />
per onderwijssoort in het vo, met en zonder<br />
diploma, en over vijf jaren:<br />
pp<br />
Naar welke onderwijssectoren (mbo-hbo-wo-vo)<br />
stromen leerlingen door?<br />
pp<br />
Naar welk type opleidingen (vakgebieden)<br />
stromen leerlingen door, afgezet tegen de<br />
gekozen profielen en sectoren?<br />
pp<br />
Hoeveel procent van de leerlingen blijft na<br />
doorstroom in de eerste twee jaren in hetzelfde<br />
vakgebied en/of dezelfde sector; hoeveel<br />
procent switcht en valt uit?<br />
pp<br />
Wat is de uitstroom uitgesplitst naar jongens en<br />
meisjes?<br />
pp<br />
Wat is de startkwalificatie van uitstromende<br />
leerlingen (rapportage)?<br />
ADVERTENTIE<br />
Cursussen<br />
In Arnhem of op locatie<br />
Statistische prognose<br />
Voor komend schooljaar en op<br />
lange termijn. Met de effecten van<br />
krimp/groei en pensionering.<br />
Financiën en formatieplanning<br />
Van begroting naar lessen en<br />
taken.<br />
Starterscursus<br />
Inrichten van programma, tips en<br />
trucs in het gebruik.<br />
Persoonlijk budget<br />
Wetgeving, registratie en relatie<br />
met formatieplanning.<br />
Vervangingen<br />
Het registreren van de vervanger<br />
en het berekenen van de eventuele<br />
uitbreiding.<br />
Lesplanning<br />
Van de eerste prognose tot aan<br />
het basisrooster.<br />
www.foleta.nl<br />
16 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
BIJPRATEN<br />
Nieuwe vragen<br />
Datzelfde geldt voor <strong>dec</strong>aan Brouwers: “De doorstroom<br />
is een zaak van iedereen. Deze pilot zet docenten,<br />
teamleiders, en directie aan het denken en creëert<br />
inzicht in de toepassing van doorstroomdata. Van<br />
daaruit vinden we weer makkelijker de samenwerking<br />
met het vervolgonderwijs.”<br />
‘De eerste winst is het bespreekbaar<br />
maken van doorstroomgegevens met<br />
collega’s in en buiten de school’<br />
De onderzoeksvraag van het Rodenborch-College<br />
betrof de studierichtingen die havo- en vwo-leerlingen<br />
met het profiel Cultuur & Maatschappij de afgelopen<br />
jaren kozen. Bespreking van de doorstroombestanden<br />
in het ManagementVenster leverde Brouwers en zijn<br />
collega’s in eerste instantie vooral nieuwe vragen op,<br />
mede doordat de interpretatie van harde cijfers<br />
afhankelijk bleek van visie en beleid. Brouwers:<br />
“Toch hebben we wat voorzichtige conclusies getrokken.<br />
We willen onze profielcriteria nog eens onder de<br />
loep nemen, eerder in kaart brengen wat leerlingen<br />
denken over de profielen en onder eindexamen leerlingen<br />
onderzoeken of de kennis die ze nu hebben,<br />
een andere profielkeuze zou opleveren.” Na het eindexamen<br />
raken leerlingen nog te vaak uit beeld. Contact<br />
met het vervolgonderwijs helpt scholen om zicht te<br />
blijven houden op het studiesucces van oud-leerlingen<br />
en beleid af te stemmen op hun volledige leerloopbaan.<br />
Toekomst<br />
Uiteindelijk wil Brouwers voor de onderbouwing van<br />
het doorstroombeleid niet langer afgaan op onderbuikgevoelens:<br />
“In mijn eentje kan ik echter niets met<br />
doorstroomcijfers. Daarom wil ik de analyse van<br />
doorstroom data uiteindelijk cyclisch inbedden.<br />
Met structurele samenwerking, intern én extern,<br />
blijft wat we opbouwen, behouden voor de toekomst.”<br />
Ook Houtzager wil toe naar een situatie waarin zij en<br />
haar collega’s jaarlijks bijeenkomen om doorstroomcijfers<br />
te bespreken. “Gevoelens of vragen op de werkvloer<br />
blijven te vaak op de werkvloer. Door daar<br />
doorstroomdata aan te koppelen en leidinggevenden<br />
te betrekken, volgen er sneller acties op.” Daarbij werkt<br />
Houtzager ook samen met de doorstroomcoördinator<br />
van ROC Gilde Opleidingen, Piet Verstappen<br />
(zie kader). “We hebben al lang goed contact over<br />
doorstroom en warme overdracht. Dat maakt het<br />
eenvoudiger om vragen en informatie te delen en daar<br />
terugkoppeling op te krijgen. Samen met het mbo wil<br />
ik ervoor zorgen dat onze leerlingen straks veel vroeger,<br />
veel meer kunnen proeven van het mbo. Het zou mooi<br />
zijn als een tweedejaars leerling van ons straks heel<br />
laagdrempelig bij een mbo-opleiding kan binnenlopen<br />
en met een mbo-docent in gesprek kan.”<br />
IN HET VER<strong>VO</strong>LGONDERWIJS<br />
Als doorstroomcoördinator van het Limburgse ROC<br />
Gilde Opleidingen bezoekt Piet Verstappen regelmatig<br />
de toeleverende scholen: “Voor de warme overdracht<br />
en voor leerlingen die extra aandacht nodig hebben<br />
trek ik samen op met zorgcoördinatoren, <strong>dec</strong>anen en<br />
schooldirectie.” Verstappen vindt het ‘superbelangrijk’<br />
hoe het leerlingen vergaat na hun opleiding: “Ook bij<br />
vo-scholen zie ik groeiende aandacht voor de vraag<br />
hoe hun onderwijs en begeleiding uitwerken bij de<br />
vervolgopleidingen. Je opleiding omvat maar een<br />
stukje van je leven. Daarom proberen we de<br />
loopbaanoriëntatie van leerlingen te focussen op de<br />
vorming van een toekomstbeeld en het beroep dat ze<br />
willen uitoefenen.”<br />
Binnen het samenwerkingsverband Noord- en Midden-<br />
Limburg richt Verstappen zich meer op macroniveau<br />
op een goede afstemming van het regionale onderwijs:<br />
“Samen met de regionale bestuursvoorzitters kijken we<br />
geregeld naar de macrodoelmatigheid van gekozen<br />
profielen.” Met vo-scholen werkt Verstappen ook aan<br />
docentenuitwisseling: “Docenten van mbo, hbo en<br />
universiteiten moeten op de hoogte zijn van wat er op<br />
hun vakgebied gebeurt in het voortgezet onderwijs,<br />
en omgekeerd.”<br />
Bij de pilot van Niekée Roermond haakte Verstappen<br />
graag aan: “Alleen al de vernieuwing van het vmbo<br />
geeft aanleiding om de aansluiting gezamenlijker op<br />
te pakken. En als je zoals Niekée merkt dat een aantal<br />
leerlingen van zorg & welzijn toch kiest voor een<br />
economische opleiding, ga je op zoek naar signalen.<br />
Juist dan heb je doorstroomgegevens nodig.”<br />
Die kunnen ook trends blootleggen, merkt Verstappen.<br />
“Aan populaire opleidingen kleeft soms een geringe<br />
arbeidsrelevantie. Daarom vind ik het zo belangrijk er<br />
samen met het voortgezet onderwijs voor te zorgen dat<br />
leerlingen een reëel beeld krijgen van de mogelijkheden<br />
en gevolgen van hun keuzes. Wie een bakkersopleiding<br />
gaat volgen, moet beseffen dat dit veel<br />
nachtwerk inhoudt. Daar kun je licht over denken,<br />
maar zoiets heeft impact op je leven.”<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
17
ACTUEEL<br />
ONDERWIJS AAN ASIELZOEKERSKINDEREN<br />
SCHOOL IS<br />
EEN PRETTIGE<br />
AFLEIDING<br />
Kinderen tussen twaalf en achttien jaar gaan na hun<br />
aankomst in Nederland eerst naar de internationale<br />
schakelklas (isk). In beleidstermen heet dit ‘eerste<br />
opvang anderstaligen’ (eoa). Een isk-programma omvat<br />
veel taalonderwijs (NT2) en algemeen vormende vakken.<br />
Gemiddeld zitten leerlingen twee jaar op een isk, daarna<br />
gaan ze naar het vervolgonderwijs. 70 procent stroomt<br />
door naar het mbo.<br />
Er zijn op dit moment 91 isk-afdelingen in Nederland,<br />
meestal verbonden aan een school voor voortgezet<br />
onderwijs, soms aan een mbo-instelling. Scholen<br />
werken met man en macht om de nieuwe instroom in<br />
goede banen te leiden. Bestaande voorzieningen moeten<br />
vaak worden uitgebreid: op verschillende locaties, zoals<br />
in Friesland, is sprake van een verdubbeling. De werkdruk<br />
is hoog en besturen worstelen om aan voldoende<br />
en bekwaam personeel te komen.<br />
Hariëtte Boerboom is adviseur vo bij LOWAN, de<br />
organisatie voor ondersteuning van het onderwijs aan<br />
nieuwkomers. Zij zegt: “Er is een gebrek aan informatie<br />
en overzicht: waar moet je op anticiperen? Het is een<br />
lastig moment als je niet meer in je gebouw past.<br />
Er worden noodgebouwen geplaatst, scholen moeten<br />
naar een andere locatie gaan uitkijken, maar hoe is<br />
het over een half jaar? Waar moet je op rekenen?”<br />
‘Het is een heel leuke doelgroep<br />
om les te geven’<br />
Monique van der Kleijn is manager Onderwijs van<br />
School 23, een instelling waar voortgezet onderwijs<br />
anderstaligen (voat) wordt geboden aan jongeren van<br />
vijftien tot negentien jaar. De school maakt deel uit van<br />
het Summa College, een roc in Eindhoven met een votak<br />
. “Het lastigste op dit moment vind ik dat we de hele<br />
tijd achter de feiten aanlopen,” zegt Van der Kleijn.<br />
“We zijn alleen maar bezig met mensen aannemen<br />
en extra lokalen inrichten. Gemeenten, voogden, alle<br />
betrokkenen oefenen druk uit om leerlingen te plaatsen.<br />
Sorry, we kunnen niet sneller dan we nu gaan, we<br />
kunnen geen ijzer met handen breken. Ik krijg niet zo<br />
snel personeel gevonden als er leerlingen instromen.<br />
18 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
OMGAAN MET<br />
TRAUMA’S EN<br />
OORLOGS-<br />
VERWERKING<br />
De toestroom van vluchtelingen houdt<br />
voorlopig aan. Dat betekent dat het aantal<br />
vluchtelingen kinderen op scholen blijft<br />
groeien, ook nu de teldatum van 1 oktober<br />
voorbij is. In oktober en november zijn<br />
volgens schattingen zo’n tweeduizend<br />
extra leerlingen het voortgezet onderwijs<br />
binnen gekomen. Wat is er nodig om deze<br />
leerlingen goed op te vangen?<br />
Tekst: Mirjam van Teeseling / Fotografie: Hollandse Hoogte<br />
Docenten hebben toegang tot kennis<br />
en expertise nodig om goed te kunnen<br />
omgaan met leerlingen die last hebben<br />
van posttraumatische stress en oorlogstrauma’s.<br />
Zo kan de Stichting Tussenspel worden<br />
ingezet voor speltherapie op scholen.<br />
De Augeo Foundation ontwikkelt een<br />
online cursus die docenten leert de<br />
veerkracht en het herstel van kinderen<br />
te bevorderen en om te gaan met<br />
symptomen van traumatische stress.<br />
Deze cursus materialen worden door<br />
Augeo vanaf <strong>dec</strong>ember <strong>2015</strong> gratis<br />
verspreid. Aan vo-scholen biedt het<br />
Expertise centrum gezondheidsverschillen<br />
Pharos ondersteuning<br />
aan leerlingen en docenten in de<br />
vorm van lesmaterialen en kennisbevordering.<br />
(Bron: Kamerbrief over onderwijs aan<br />
asielzoekers, 26 oktober <strong>2015</strong>)<br />
Ik heb nu een beperkt aantal leerplichtigen op een<br />
wachtlijst staan en daar schaam ik me voor, maar<br />
je moet ook de kwaliteit zien te waarborgen.”<br />
Er zijn grote schommelingen in het aantal leerlingen<br />
en dus ook in het aantal benodigde docenten. Een<br />
mogelijke oplossing is docenten aannemen op projectbasis.<br />
“De werving en selectie vraagt veel”, aldus Van<br />
der Kleijn. “NT2-docenten zijn niet meer te krijgen.<br />
Er worden docenten ingezet met een pabo-diploma,<br />
vaak afkomstig uit het speciaal onderwijs. Die kunnen<br />
goed differentiëren, zijn goed in klassenmanagement<br />
en breed inzetbaar.”<br />
Uitklapsysteem<br />
In Nijmegen, waar een grote tijdelijke noodopvanglocatie<br />
voor vluchtelingen is, wil het Canisius College<br />
binnenkort voor zes tot negen maanden een extra<br />
isk‐afdeling openen, een nevenvestiging van de<br />
moederschool, om de kinderen die in deze noodopvang<br />
verblijven het onderwijs te kunnen bieden<br />
waar zij recht op hebben. Jan Müskens, locatieleider<br />
isk van het Canisius College, vindt het “ethisch en<br />
maatschappelijk totaal niet verantwoord om niks te doen<br />
voor deze kinderen.” Hij heeft een blauwdruk gemaakt<br />
voor het snel opzetten van onderwijs aan nieuwkomers.<br />
“Een uitklapsysteem, als een campingtafel.” Zijn visie is<br />
doortimmerd. “Heel belangrijk: het is geen regulier<br />
onderwijs. Pas je curriculum, je aanbod daarop aan.<br />
Er zijn voortdurend enorme mutaties; leerlingen zijn<br />
over twee weken soms alweer weg. Wij gaan werken met<br />
themakaternen, in modules van zes à zeven weken NT2.<br />
Daarna gaan de leerlingen door naar een volgende groep,<br />
een groep van blijvers. Telkens gaat het om blokken van<br />
zeven weken. Je moet niet al te veel willen differentiëren,<br />
dat is niet te doen. Je hebt soms wel zeven verschillende<br />
niveaus in je groep.”<br />
‘Ook na de isk is extra<br />
ondersteuning nodig; dat zie ik<br />
nog te weinig gebeuren in het vo’<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
19
ACTUEEL<br />
ONDERWIJS AAN ASIELZOEKERSKINDEREN<br />
BEKOSTIGING<br />
Bovenop de reguliere bekostiging zijn er twee<br />
regelingen waarmee scholen extra financiering<br />
kunnen krijgen voor onderwijs aan vluchtelingenkinderen.<br />
Het gaat om bekostiging voor twee jaar.<br />
De regeling Nieuwkomers (€5000,- per leerling<br />
per jaar) is voor nieuwkomers die korter dan twee<br />
jaar in Nederland zijn en niet de Nederlandse<br />
nationaliteit bezitten.<br />
Voor de regeling Eerste Opvang Vreemdelingen<br />
(€4500,- per leerling per jaar) mogen<br />
alleen nieuw komers worden meegeteld die korter<br />
dan een jaar in Nederland zijn. Deze regeling ter<br />
vergoeding van tussentijdse in- en uitstroom loopt via<br />
de scholen en kent twee peildata: 1 oktober en 1 april.<br />
Scholen die door een exceptionele instroom in de<br />
problemen komen, kunnen contact opnemen met<br />
LOWAN-vo. LOWAN legt het voor aan OCW, waarna<br />
OCW in overleg met LOWAN en de <strong>VO</strong>‐raad naar<br />
een oplossing op maat zoekt. Een aantal scholen<br />
heeft inmiddels maatwerk bekostiging ontvangen.<br />
www.lowan.nl<br />
Een goede intakeprocedure is cruciaal, zeggen alle<br />
betrokkenen. Müskens: “Je moet goed het profiel<br />
bepalen, zodat je leerlingen kunt indelen in categorieën:<br />
analfabeet, langzame leerders, snelle leerders. Syriërs zijn<br />
over het algemeen goed opgeleid en hebben vaak al<br />
Engels gehad, bij kinderen uit Eritrea is het beeld heel<br />
divers. Stel je ambities niet te hoog, maar organiseer je<br />
onderwijs wel goed. We bieden naast NT2 ook andere<br />
dingen: wiskunde, handvaardigheid, sport en spel. We<br />
willen zo’n dertig lesuren per week gaan geven op de<br />
nieuwe locatie, dagelijks van half negen tot drie, logistiek<br />
is dat handig met het oog op vervoer. Daarna heeft het<br />
personeel tot half vijf de tijd om ervaringen te delen<br />
en met het team zaken bij te stellen. Leerlijnen, klassensamenstelling,<br />
werkafspraken, klassenregels, wat is<br />
respect, wie surveilleert, hoe komen kinderen binnen,<br />
welke deuren mogen ze gebruiken, zijn er lunchpakketten<br />
tussen de middag? Het wordt onderschat<br />
wat er allemaal bij komt kijken.”<br />
Zorgstructuur<br />
Hoewel deze kinderen uit een oorlogssituatie<br />
komen en ontworteld zijn, is hun veerkracht enorm.<br />
Vluchtelingen kinderen vragen wel specifieke aandacht,<br />
maar die hoeft niet specifiek op trauma’s gericht te zijn,<br />
is de boodschap van Pharos, expertisecentrum gezondheidsverschillen.<br />
Belangrijk is vooral het versterken van<br />
onderlinge sociale steun.<br />
Essentieel is dat scholen een goede zorgstructuur hebben,<br />
zegt Dionne Zeldenrijk, adviseur van de <strong>VO</strong>-raad: “Als<br />
er signalen zijn dat het niet goed gaat met een kind,<br />
moet je snel kunnen doorverwijzen. Docenten moeten<br />
oppassen dat ze niet zelf op de stoel van de hulpverlener<br />
gaan zitten. We zien dat deze kinderen juist behoefte<br />
hebben aan het normaliseren van het leven; daar hoort<br />
bij dat ze zoveel mogelijk gewoon en goed onderwijs<br />
krijgen.”<br />
“De groep nieuwkomers is eigenlijk helemaal niet de<br />
moeilijkste doelgroep,” zegt Boerboom van LOWAN-vo.<br />
“Het is een groep die heel graag wil leren. Natuurlijk<br />
zijn er veel kinderen die traumatische ervaringen<br />
hebben. Ze komen uit vluchtelingenkampen, voelen zich<br />
eindelijk een beetje veilig en gaan weer pubergedrag<br />
vertonen, eigenlijk heel gezond. De school kan heel veel<br />
betekenen door een veilig schoolklimaat te bieden, een<br />
goed pedagogisch klimaat te scheppen om weer tot leren<br />
te komen. Soms is er meer hulp nodig. Dan roep je die<br />
extern in, vanuit de zorgstructuur.”<br />
20 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
ADVERTENTIE<br />
58.000<br />
AANTALLEN<br />
De verwachting van het COA is dat in <strong>2015</strong> in totaal<br />
zo’n 58.000 mensen instromen. 62 procent is uit<br />
Syrië afkomstig en 25 procent uit Eritrea. Ongeveer<br />
een op de drie vluchtelingen is kind en 7 procent is<br />
tussen de twaalf en achttien jaar. Veel van deze<br />
leerlingen zijn alleenstaande minder jarigen.<br />
De prognose is dat de instroom voorlopig rond<br />
dit niveau zal blijven en ook de komende jaren<br />
hoger zal zijn dan de afgelopen tien jaar. Maar<br />
er zijn veel onzekerheden over instroom, verdeling<br />
over Europa, verdeling binnen Nederland, en<br />
secundaire instroom door gezinshereniging.<br />
Voor vertrouwen, veiligheid,<br />
rust en wederzijds respect<br />
• Preventief en curatief<br />
Opleiding voor individuele docenten en teams<br />
• Gratis volgsysteem, door COTAN positief beoordeeld<br />
• Aanpak van pesten, erkend effectief (NJi)<br />
Ouders, docenten en leerlingen verlangen een school<br />
die goede leerresultaten weet te behalen en de<br />
veiligheid weet te waarborgen.<br />
(036) 548 94 05<br />
info@kanjertraining.nl<br />
kanjertraining.nl<br />
“We zijn geen hulpverleners, dat moeten we niet willen,”<br />
zegt ook Van der Kleijn. “Het is een heel leuke doelgroep<br />
om les te geven: ze willen zo graag naar school,<br />
weer aan een toekomstperspectief werken. Je krijgt er<br />
veel energie van.”<br />
Leerarrangementen<br />
Omdat de leerlingen na de isk geen diploma hebben,<br />
stromen ze door naar een laag niveau, zoals de mboentreeopleiding,<br />
terwijl dat voor een deel van deze<br />
leerlingen zonde is van hun capaciteiten. “Het is heel<br />
moeilijk om deze kinderen door te laten gaan op het<br />
niveau dat aansluit bij hun potentie,” zegt Boerboom.<br />
“Om de taalachterstand weg te werken, is er ook na<br />
de isk extra ondersteuning nodig. Dat zie ik nog te<br />
weinig gebeuren in het mbo, hbo, of het reguliere vo.”<br />
In opdracht van LOWAN ontwikkelt het kennisinstituut<br />
voor taalontwikkeling ITTA momenteel een aantal<br />
leerlijnen of ‘arrangementen’ voor nieuwkomers,<br />
gekoppeld aan bepaalde uitstroomprofielen, zoals<br />
praktijkonderwijs, werk, of havo. Van der Kleijn werkt<br />
hieraan mee. “Per leerdersprofiel gaan we de keuze van<br />
materiaal en methodieken vastleggen, als handvat voor<br />
isk-scholen om hun lesprogramma’s in te richten, zodat<br />
deze zo goed mogelijk zijn afgestemd op wat de leerling<br />
nodig heeft. Voor de moeilijk lerende groep zijn<br />
bijvoorbeeld praktijkvakken belangrijk, zoals koken<br />
en techniek, om leerlingen zelfredzaam te maken.<br />
De sneller lerende groep bied je eerder Engels aan,<br />
algemeen vormende vakken, staatsexamentraining<br />
NT2. De leerarrangementen verbeteren landelijk ook<br />
de onder linge overdracht en afstemming van isk-scholen.<br />
Het komt vaak voor dat kinderen verhuizen en dan is<br />
het belangrijk dat de leerlingen op een andere school<br />
de draad weer goed kunnen oppakken.”<br />
‘Het komt vaak voor dat kinderen<br />
verhuizen en dan is het belangrijk<br />
dat ze op een andere school de<br />
draad kunnen oppakken’<br />
“Het is in dit gereguleerde landje geweldig om met<br />
deze doelgroep te werken, het is prachtig werk,” zegt<br />
Müskens van het Canisius College. “Je moet wel<br />
bepaalde competenties hebben: improviseren,<br />
vernieuwend werken. De leerling is de maat.”<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
21
22 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
<strong>VO</strong> IN BEELD<br />
Wat Bewegen tijdens het leren<br />
Waar Stanislas College, Rijswijk<br />
Wanneer Donderdag 19 november, 14.10 uur<br />
Waarom Leerlingen leren én bewegen tegelijkertijd om het leren te<br />
vergemakkelijken.<br />
Fotografie: Josje Deekens<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
23
360°<br />
Onderwijs 2032 brengt brede discussie op gang<br />
SCHOOL VAN DE TOEKO<br />
BEGINT VANDAAG<br />
Hoe sorteren scholen voor op het curriculum van de toekomst zoals<br />
voorgesteld door het Platform Onderwijs 2032? Is er ook aandacht voor het<br />
‘hoe’, voor maatwerk en gepersonaliseerd leren? Welke rol spelen docenten<br />
in de ontwikkeling van een nieuw curriculum? Een artikel over het onderwijs<br />
van morgen waarvan de contouren zich vandaag al laten zien.<br />
Tekst: Carolien Nout / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />
“Het onderwijs moet helemaal op de schop”, stelt Paul<br />
van Meenen, lid van de Tweede Kamer voor D66.<br />
“Alleen vernieuwing van het curriculum is niet genoeg;<br />
de ideeën hierover rusten op het bestaande onderwijsbestel.<br />
En dat bestel is failliet.”<br />
In het debat dat de PO-Raad en de <strong>VO</strong>-raad onlangs in<br />
Nieuwspoort organiseerden, mocht een standpunt best<br />
scherp worden neergezet. Want is er wel genoeg ruimte<br />
en flexibiliteit in het systeem om het onderwijs van de<br />
toekomst voor elkaar te krijgen? Het vertrekpunt was het<br />
onlangs uitgebrachte conceptadvies van het Platform<br />
Onderwijs 2032, over de vraag wat leerlingen in 2032<br />
moeten kennen en kunnen als ze van school gaan. Het<br />
resulteerde in een levendige discussie met politici en met<br />
betrokkenen uit het onderwijs, met name over de vraag<br />
wat er allemaal moet veranderen in het<br />
onderwijssysteem.<br />
Onmisbaar<br />
Het Platform, voorgezeten door Paul Schnabel, brengt<br />
begin volgend jaar een definitief advies uit over het<br />
onderwijs van de toekomst. Eerst wil het echter de<br />
hoofdlijnen met zo veel mogelijk mensen uit het<br />
onderwijs bespreken. Die hoofdlijnen zijn dat er in<br />
het onderwijs meer aandacht moet komen voor de<br />
persoonlijke ontwikkeling van leerlingen en hun<br />
voorbereiding op deelname aan de maatschappij<br />
(burgerschap). Inspelen op de nieuwsgierigheid van<br />
leerlingen en talentontwikkeling zijn daarvoor belangrijk.<br />
Verder moeten leerlingen een beperkte kern van<br />
kennis en vaardigheden aangereikt krijgen. Taal en<br />
rekenen blijven onverminderd belangrijk. Digitale en<br />
sociale vaardigheden zijn ook onmisbaar in de komende<br />
tijd, aldus het Platform, dat tevens voorstelt om meer<br />
vakoverstijgend onderwijs aan te bieden. Dit moet een<br />
einde maken aan de versnippering van vakken en het<br />
overladen programma. Verder moeten leerlingen de<br />
mogelijkheid krijgen hun basiskennis verder te verdiepen<br />
en te verbreden naar eigen capaciteit, interesse en<br />
perspectief. Het Platform stelt voor drie domeinen in<br />
het onderwijs te onderscheiden: Natuur & Technologie,<br />
Mens & Maatschappij, en Taal & Cultuur.<br />
Samenspel<br />
Visie, doelen, materiaal, toetsing: in een onderwijsprogramma<br />
hangt alles met elkaar samen, vindt Luc<br />
Sluijsmans, die als leerplanontwikkelaar bij SLO ook<br />
betrokken is bij het Platform Onderwijs 2032. “Bij het<br />
vernieuwen van het onderwijscurriculum gaat het om<br />
een samenspel op verschillende niveaus: de sturing van<br />
de overheid die bepaalt waarom en wat belangrijk is<br />
op (inter)nationaal niveau; de scholen, die lokale en<br />
regionale keuzes maken; en de leraar, die vanuit zijn<br />
vakgebied in overleg met collega’s het leerplan<br />
ontwerpt.”<br />
‘Het betrekken van de wereld buiten<br />
de school is meer dan ooit nodig’<br />
24 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
MST<br />
‘Niet iedere docent hoeft een<br />
curriculumontwerper te zijn,<br />
maar je moet wel iemand in je<br />
team hebben die dat kan’<br />
Nederlandse leraren en schoolleiders vragen om<br />
heldere kaders en een gedeelde visie op het<br />
‘waartoe’ van het onderwijs en leren. Dat bleek uit<br />
de Curriculumspiegel <strong>2015</strong>, die SLO begin dit jaar<br />
presenteerde. Nu het Platform Onderwijs 2032 een<br />
schets op tafel heeft gelegd, is het interessant om te<br />
zien hoe scholen daarmee verder kunnen.<br />
Sluijsmans wijst op het collectieve leerplangesprek<br />
dat zo belangrijk is om samen een curriculum te<br />
ontwikkelen. “Bouwen aan een cultuur waarin die<br />
systematische discussie creatief in de school gevoerd<br />
kan worden, is een vereiste. Schoolleiders moeten<br />
dat faciliteren en aanjagen. Het is belangrijk om<br />
duidelijke, samenhangende keuzes te maken. Een<br />
evenwichtig curriculum bevat ook eigen accenten<br />
van de school. Vanuit de visie op leren kijk je eerst<br />
naar doelen, dan naar de wijze van beoordelen en<br />
vervolgens naar andere curriculumaspecten zoals<br />
het materiaal dat je gebruikt en de leeractiviteiten<br />
die je onderneemt. De rol van de leraar in dat<br />
gesprek is essentieel. Nu hoeft niet iedere docent<br />
een curriculumontwerper te zijn, maar je moet wel<br />
iemand in je team hebben die dat kan, iemand die<br />
de juiste vragen stelt.”<br />
De leerplanontwikkelaar geeft regelmatig<br />
workshops over curriculumontwerp. Het verbaast<br />
hem wel eens hoeveel misverstanden er zijn over<br />
wat moet en mag in het onderwijsprogramma -<br />
waarin scholen en docenten eigenlijk veel vrijheid<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
25
SLO: CURRICULUM VAN DE TOEKOMST<br />
Wat is de moeite waard om te leren? Met die vraag opent de<br />
themawebsite van SLO, www.curriculumvandetoekomst.slo.nl. De<br />
Curriculumspiegel helpt om het gesprek over het leerplan op gang te<br />
helpen. Ook is er een overzicht te vinden van ontwikkeling van het<br />
curriculum in andere Europese landen. Doorlopende leerlijnen van<br />
primair onderwijs tot eind voortgezet onderwijs, tips voor samenhang<br />
en leermiddelen zijn te vinden op www.leerplaninbeeld.slo.nl.<br />
hebben - en hoe weinig leraren weten van elkaars<br />
programma en uitvoering. “Aan de ene kant willen<br />
docenten vrijheid, aan de andere kant willen ze houvast.<br />
Onder andere uitgeverijen spelen daarop in met uitgebreide<br />
lesmethodes. Het begint echter altijd met de<br />
vraag: wat wil je jouw leerlingen leren en wat heb je<br />
ervoor nodig?”<br />
Sluijsmans vindt de brede landelijke discussie over het<br />
curriculum van de toekomst uniek en bijzonder waardevol.<br />
“Het onderwijs is een van de weinige plekken waar<br />
kinderen met kennis en onderwerpen in aanraking<br />
komen die voor velen niet vanzelfsprekend zijn. Juist op<br />
school kun je verborgen talenten aanwakkeren. Ik hoop<br />
dat scholen bij alle ontwikkelingen niet vergeten het<br />
perspectief van de leerling te betrekken. Bij de start van<br />
mijn teamleiderschap in de bovenbouw, liep ik eerst een<br />
paar dagen mee ‘als leerling’ om te ervaren hoe het is om<br />
alle vakken te volgen in het voortgezet onderwijs. Ik was<br />
bekaf! Ik ervaarde naast de bevlogenheid van collega’s<br />
ook de onduidelijkheid die je als leerling kan tegenkomen:<br />
wat wil die leraar nou van mij? Hoe komt een<br />
cijfer tot stand? Wat is de relatie met een ander vak?<br />
Het gaat om de samenhang tussen al die onderwerpen,<br />
die is er vaak niet.”<br />
Curriculumwerkers<br />
Het professionele gesprek voeren op school en de docent<br />
een belangrijke rol geven zijn dus essentieel voor het<br />
onderwijs van de toekomst. Maar hoe denken de<br />
docenten daarover; willen zij dat eigenlijk wel? Een<br />
groep leraren hield hierover een peiling onder leraren<br />
en schreef het manifest ‘In het curriculum toont zich<br />
de meester!’, gericht aan het Platform Onderwijs 2032.<br />
Zij willen een dynamisch curriculummodel dat op alle<br />
niveaus, in verschillende opleidingen en schoolsoorten<br />
kan worden geïmplementeerd. Daarnaast vinden ze<br />
dat leraren een centrale rol dienen te hebben bij de<br />
curriculum ontwikkeling, op school en landelijk. Een<br />
van de auteurs van het manifest is Alderik Visser, docent<br />
geschiedenis op het Thorbecke <strong>VO</strong> in Rotterdam. Op<br />
zijn weblog noemt hij docenten curriculumwerkers die<br />
centraal moeten staan in het onderwijs van de toekomst:<br />
“(…) Zij moeten met hun collega’s kennis en ervaringen<br />
kunnen uitwisselen via horizontale netwerken (peer<br />
review, professionele leergemeenschappen). Dit kan<br />
zowel fysiek, via bijeenkomsten binnen de eigen zuil,<br />
regio of vakgebied worden georganiseerd alsook virtueel,<br />
via digitale platforms en virtual learning communities.<br />
Dat zal veel vragen van de betrokken docent-curriculumontwerpers,<br />
zeker, maar die krijgen daar ook wat voor<br />
terug: ‘eigenaarschap’ en zo mogelijk ook andere vormen<br />
van professionele ontwikkeling, een nieuw<br />
carrièreperspectief.”<br />
Buiten de school<br />
Ab van der Touw, lid van het Platform Onderwijs 2032<br />
en CEO van Siemens, stelt dat scholen meer vrije ruimte<br />
moeten krijgen. “Meer doen aan minder verplichte<br />
vakken is één. En twee: het benutten van vrije ruimte,<br />
zo’n 30 à 40 procent van de onderwijstijd, waarin<br />
docenten samen, vakoverstijgend, nieuwe dingen<br />
kunnen ontwikkelen. Dit betekent dat je regionale<br />
verschillen krijgt tussen scholen en dat ook moet<br />
accepteren. Belangrijk is verder dat leerlingen niet alleen<br />
op school leren. Het betrekken van de wereld buiten<br />
de school is meer dan ooit nodig: ouders, bedrijven,<br />
non-profitorganisaties en andere onderwijsinstellingen<br />
dragen bij aan de ontwikkeling van leerlingen en aan<br />
hun voorbereiding als op de maatschappij.”<br />
Dat is koren op de molen van Judit Weekenborg,<br />
rector van de Scholengemeenschap Lelystad (SGL).<br />
“Ik vind het essentieel dat de gemeenschap waar je<br />
26 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
360°<br />
als school deel van uitmaakt, ook verantwoordelijk is<br />
voor het onder wijs. Wij betrekken alle partners in de<br />
buurt: sportclubs, de gemeente, cultuurinstellingen<br />
en bedrijven. Onder wijs is niet alleen een taak van<br />
de school. We zitten niet op een eiland, maar zijn<br />
maatschappelijk verbonden. Leerlingen kunnen leren<br />
en ervaring opdoen buiten de school en dat is niet<br />
vrijblijvend.”<br />
Kernteam<br />
SGL werkt samen met Scholengemeenschap De Rietlanden<br />
en ISG Arcus aan een nieuw schoolconcept.<br />
De scholen, die onder hetzelfde bestuur vallen (S<strong>VO</strong>L),<br />
ontwikkelen samen nieuwe clusters voor vmbo en havo/<br />
vwo die in 2018 van start zullen gaan. Er wordt veel<br />
gesleuteld aan het onderwijsconcept. Weekenborg,<br />
verantwoordelijk voor het vmbo-cluster, is alvast blij met<br />
de nieuwe vmbo-profielen die zoveel meer ruimte geven.<br />
Voor het vmbo wil de school de verplichte vakken<br />
afsluiten in het derde leerjaar en in het vierde jaar een<br />
gezamenlijk programma met het mbo opzetten. “Het<br />
hele programma, van de brugklas tot en met het mbo,<br />
wordt in kleine stapjes opgebouwd. Alle leerlingen<br />
hebben halfjaarlijkse gesprekken waarna zij keuzes<br />
kunnen maken. Zo krijgen ze steeds beter zicht op waar<br />
ze goed in zijn en wat ze willen leren.”<br />
Ook het Technasium is zo’n plek waar leerlingen op<br />
een andere manier aan kennis en vaardigheden werken.<br />
Havo- en vwo-leerlingen van de SGL werken in blokken<br />
van zeven weken ongeveer zes uur per week aan een<br />
realistische opdracht van een echte opdrachtgever.<br />
Weekenborg is blij met de ideeën van het Platform<br />
omdat ze richting geven. “Scholen moeten geholpen<br />
worden hun systemen te veranderen, door te laten zien<br />
hoe het ook zou kunnen. Onze manier van werken,<br />
met vaste uren, vakken, lokalen en docenten moet<br />
veranderen. Ik zie in de toekomst graag mogelijkheden<br />
om te werken met een kernteam van docenten waar je<br />
tijdelijk mensen van buiten aan toevoegt, als een flexibele<br />
schil. Dan maak je gemakkelijker die verbinding met<br />
nieuwe kennis en ontwikkelingen in de buitenwereld.”<br />
Gepersonaliseerd leren<br />
Verandering van het hele onderwijsbestel of niet: scholen<br />
zijn in de praktijk al volop bezig met de toekomst. De<br />
<strong>VO</strong>2020-tour van begin 2014 leverde ambities op waar<br />
de sector de komende jaren aan werkt om het onderwijs<br />
toekomst bestendig te maken. Ze zijn uitgewerkt in het<br />
sectorakkoord voor de komende jaren. Scholen ontwikkelen<br />
zich in de richting die het advies van het Platform<br />
ook aangeeft: verbinding met de omgeving, eigentijds<br />
onderwijs in een professionele lerende organisatie, een<br />
brede vorming en maat werk. De contouren van het<br />
onderwijs van de toekomst tekenen zich af op tal van<br />
scholen die aan deze onderwerpen werken. Alleen, in<br />
Leerlabs of samen.<br />
‘Docenten maken natuurlijk<br />
altijd een planning, maar nu<br />
denken ze meer in leerdoelen’<br />
Neem de Vlaardingse Openbare Scholengroep (<strong>VO</strong>S).<br />
De school maakt deel uit van Zo.Leer.Ik!, een<br />
samenwerkingsverband van twaalf scholen die de<br />
mogelijkheden van het Zweedse Kunskapsskolan-model<br />
voor Nederlandse scholen onderzoeken. Zo.Leer.Ik!<br />
werkt aan talent en biedt onderwijs waarmee elke<br />
leerling het beste uit zichzelf haalt. Hoge leeropbrengsten,<br />
het efficiënt benutten van onderwijstijd en uitgaan van<br />
het talent van leerlingen zijn de kernbegrippen.<br />
Bètadocenten van de <strong>VO</strong>S maakten voor de bovenbouw<br />
van havo/vwo gepersonaliseerd leren mogelijk. Zij<br />
hebben samen leerdoelenprofielen gemaakt waaraan<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
27
ADVERTENTIE<br />
LOB<br />
van visie<br />
naar<br />
resultaat<br />
LOB staat volop in de belangstelling. De vernieuwing die nu in het VMBO wordt<br />
doorgevoerd maakt LOB tot een verplichting. In visie vinden we elkaar al snel.<br />
Maar dan. Hoe zit het op de werkvloer? Hoe kan LOB ook daadwerkelijk zinvol<br />
worden georganiseerd binnen scholen? Een interview met John Mulder van AMN.<br />
Wat is de visie van AMN op LOB?<br />
In onze visie is LOB een proces, geen momentopname. Wil je het<br />
echt goed doen, dan hoort daar dialoog en reflectie bij. Dat kan<br />
nu eenmaal niet in een halfuurtje. Maar wel in 3 of 4 jaar; je moet<br />
namelijk echte ervaringen opdoen.<br />
Wij vinden dat dit proces “van de leerling is”. Maar wel onder<br />
leiding van mentoren. Deze hebben de verantwoordelijk er voor te<br />
zorgen dat leerlingen daadwerkelijk iets doen. Mentoren zullen de<br />
leerlingen moeten aansporen de opdrachten volgens de planning<br />
te maken, zodat ze op tijd hun keuzes kunnen maken.<br />
Verder zeggen wij dat LOB “van iedereen is”. Dus ook de docent<br />
geschiedenis heeft bijvoorbeeld een rol.<br />
De <strong>dec</strong>aan voert de regie op het hele proces. Hij/zij zorgt ervoor<br />
dat mentoren volgens een jaarplanning kunnen werken en stuurt<br />
op voortgang en resultaat.<br />
U zegt resultaat, maar wat is dat resultaat<br />
dan volgens u?<br />
Resultaat is misschien wel in de eerste plaats dat leerlingen gaan<br />
nadenken, gaan reflecteren op ervaringen. Dat ze rijper worden<br />
als mens, dat er een bewustwording ontstaat. Dat ze leren<br />
kiezen. Vaak denken we bij resultaat alleen aan een eindresultaat,<br />
zoals een onderbouwde keuze voor een vervolgopleiding of<br />
profielkeuze. Maar als je gelooft in LOB als proces, dan is er ook<br />
tussentijds resultaat. Bij ons is dat naast de genoemde persoonlijke<br />
ontwikkeling bijvoorbeeld een niveaukeuze, een profielkeuze<br />
maar ook verslagen en bezoekrapporten. En, heel belangrijk, de<br />
TalentMatch, een 360 graden competentiemeting. Dat is de rode<br />
draad waar alles samenkomt. Hieruit genereert het systeem de<br />
best passende opleidingen die de leerling verder onderzoekt.<br />
De Intaketest, met ruim 100.000 afnames per jaar de grootste in<br />
zijn soort, is uiteindelijk de afsluitende controle.<br />
Daarnaast bouwen de leerlingen ook aan de loopbaancompetenties<br />
van Marinka Kuipers. Alle resultaten worden bijgehouden<br />
in een digitaal portfolio. De essentiële resultaten kunnen digitaal<br />
worden overgedragen aan een vervolgopleiding.<br />
En dan de praktijk? Hoe gaat het op de<br />
“werkvloer”?<br />
Met een jaarplanning kunnen de mentoren gestructureerd aan<br />
de slag. Zij geven opdrachten voor thuis en bespreken zaken<br />
in de les. Veel kan klassikaal worden besproken, andere zaken<br />
beter in een een-op-een dialoog. De geplande opdrachten staan<br />
klaar in een digitaal portfolio van de leerling. Deze kan daarmee<br />
zelfstandig aan de slag. De mentor houdt overzicht op het<br />
gemaakte werk en kan bijsturen wanneer dat nodig is.<br />
Tegelijk moet ik wel zeggen dat dit vooralsnog een ideaalplaatje is.<br />
We merken dat nog veel mentoren en <strong>dec</strong>anen moeten groeien in<br />
hun rol van loopbaanbegeleider. Dat is ten dele bewustwording en<br />
ten dele zoeken naar die rol; wat wordt er dan van mij verwacht?<br />
Hoe integreer ik LOB met mijn andere verantwoordelijkheden als<br />
mentor? Wij willen ze daar graag bij ondersteunen. ik roep dan<br />
ook mentoren en <strong>dec</strong>anen op om met ons hierover in gesprek te<br />
gaan. We willen onze LOB methode Entree verder ontwikkelen,<br />
zodat deze door iedereen in de school gedragen wordt.<br />
Zelf ook resultaat boeken op LOB?<br />
Wilt u meer informatie over Entree, of zelf uitproberen hoe u<br />
resultaat boekt met LOB? Neem contact op met AMN.<br />
026 3557333 / info@amn.nl
360°<br />
‘Wat ik heel jammer vind, is dat<br />
het maatwerkdiploma nog niet mogelijk is’<br />
leerlingen onder andere werken in keuzewerkuren.<br />
Leerlingen tekenen daarop in en werken individueel of<br />
groepsgewijs. Esther Slaa, afdelingsleider havo/vwo:<br />
“Het is volop in ontwikkeling. Voordeel is dat leerlingen<br />
de doelen waaraan ze werken precies voor ogen hebben<br />
en kunnen laten afvinken als ze gehaald zijn. Ze weten<br />
dus hoe ver ze zijn. We doen dat nog een beetje<br />
ouderwets op papier, maar gaan dat later zeker digitaal<br />
doen. Ons digitale systeem is daar nu niet op berekend.”<br />
De school wil deze werkwijze - na een testperiode -<br />
volgend jaar uitbreiden naar de onderbouw en ook<br />
andere vakgebieden, zoals de talen, gepersonaliseerd<br />
aanbieden via een leerportaal waarin de leerdoelprofielen<br />
zijn verwerkt. Het is een andere manier van denken,<br />
merkt Slaa. “Docenten maken natuurlijk altijd een<br />
planning van wat ze in een leerjaar willen behandelen,<br />
maar nu denken ze meer in leerdoelen. Ze ontwikkelen<br />
een goed curriculumbewustzijn. Deze manier van werken<br />
heeft de openheid onder docenten vergroot, er is meer<br />
kennisdeling. Elke dag is er een half uur docenten overleg,<br />
waarin ze informatie over leerlingen uitwisselen en kijken<br />
of iedere leerling wel met zijn vragen terecht kan.”<br />
Slaa zorgt als afdelingsleider dat de praktische, organisatorische<br />
kant goed is geregeld, zodat docenten daar<br />
geen tijd aan kwijt zijn. Het inroosteren van de<br />
keuzewerkuren is wel eens lastig, vindt zij. “Soms kiezen<br />
leerlingen voor een docent bij wie ze willen werken,<br />
niet vanwege de vakinhoud, maar omdat ze hem aardig<br />
vinden of omdat er een rustige werksfeer is. Ik merk hoe<br />
belangrijk de persoonlijke contacten tussen leerling en<br />
leraar zijn: als je elkaar niet meer op vaste momenten<br />
treft, is het moeilijker een persoonlijke relatie op te<br />
bouwen. Wat ik heel jammer vind, is dat het maatwerkdiploma<br />
nog niet mogelijk is. Juist als je leerlingen<br />
op verschillende niveaus laat werken is het mooi om dat<br />
in hun diploma terug te zien.”<br />
Toetsing in balans<br />
Het Platform Onderwijs 2032 wil tot slot de huidige<br />
nadruk op het overdragen van kennis meer in balans<br />
brengen met de twee andere hoofddoelen van onderwijs:<br />
persoonlijke ontwikkeling en voorbereiding op deelname<br />
aan de maatschappij. Bij die andere balans past volgens<br />
het Platform een eigentijdse manier van toetsen en<br />
examineren. Het Platform vindt dat vormen van centrale<br />
examinering van belang blijven, zodat leerlingen voldoen<br />
aan de eisen voor vervolgonderwijs. Maar sommige<br />
vaardigheden zijn alleen ‘merkbaar’ en niet meetbaar.<br />
Bijvoorbeeld in de ervaringen die leerlingen hebben<br />
opgedaan, de verantwoordelijkheid die ze hebben laten<br />
zien en het zelfvertrouwen dat ze hebben ontwikkeld.<br />
Het is belangrijk zulke kwaliteiten op maat te beoordelen<br />
en waarderen. Het toezicht op onderwijs kan de<br />
aandacht daarvoor stimuleren, aldus het Platform.<br />
Het gesprek over wat leerlingen moeten leren moet<br />
steeds weer worden gevoerd; de eisen die aan het<br />
onderwijs worden gesteld blijven immers veranderen.<br />
Hoe onze maatschappij er precies uitziet in 2032 kan<br />
niemand zeggen. Hoe dan ook zal elk onderwijssysteem<br />
zo flexibel moeten zijn om ook de uitdagingen die we<br />
nog niet kennen, aan te gaan. Met alle ‘checks and<br />
balances’ die daarbij horen. Daarover waren de politici<br />
bij het debat in Nieuwspoort het uiteindelijk van harte<br />
met elkaar eens.<br />
De weblog van Alderik Visser leest u op<br />
alderikvisser.blogspot.nl.<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
29
IN DE PRAKTIJK<br />
CSG HET STREEK PIONIERT MET GEO FUTURE SCHOOL<br />
GROTE VRAGEN,<br />
PRAKTISCHE<br />
OPLOSSINGEN<br />
Geo Future School maakt modules die leerlingen stimuleren na te<br />
denken over de toekomst van de aarde. CSG Het Streek verkent de<br />
mogelijkheden: “Wij denken ons onderwijs hiermee interessanter,<br />
meer divers en vooral meer toekomstgericht te maken.”<br />
Tekst: Mirjam van Teeseling / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />
In Geo Future School staan de grote uitdagingen op<br />
het gebied van klimaatverandering, energie, water,<br />
voedsel, geopolitiek, gezondheid en logistiek centraal.<br />
Deze thema’s komen aan bod in vakoverstijgende<br />
modules, waarin leerlingen leren onderzoek te doen,<br />
hun kritisch denken scherpen, samenwerkingsvaardigheden<br />
en probleemoplossend vermogen<br />
ontwikkelen.<br />
Rob Adriaens is docent aardrijkskunde bij Het Streek<br />
en vanuit het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig<br />
Genootschap (KNAG) betrokken bij de ontwikkeling<br />
van Geo Future-modules. Zijn school is het afgelopen<br />
jaar als een van de eerste scholen in Nederland begonnen<br />
met de uitvoering daarvan. Inmiddels zijn enkele<br />
tientallen scholen ermee bezig.<br />
Opdrachten zijn bijvoorbeeld het<br />
ontwikkelen van een app of het<br />
verzorgen van een TED-sessie<br />
Adriaens: “De grote 21 e -eeuwse vraagstukken proberen<br />
we dicht bij de belevingswereld van de leerling te<br />
brengen, zodat die leerling actuele kennis van zaken<br />
heeft en daarmee praktisch aan de slag kan gaan. Of dat<br />
nu in een eenvoudig experiment is, zoals het reflecterend<br />
vermogen van een oppervlak meten, of door in de<br />
meterkast de meterstanden zelf bij te houden met een<br />
app. De leerlingen vinden het leuk om erop uit te gaan.<br />
Ze werken gedurende de module aan een uitdagende<br />
eindopdracht die de inzet van kennis, creativiteit en<br />
hogere denkvaardigheden vraagt, bijvoorbeeld bij het<br />
maken van een korte documentaire.”<br />
Rector Wilfred Nep: “De leerlingen leren analyseren en<br />
verbanden leggen. Vanuit het overkoepelende thema van<br />
een smeltende ijskap zelf meten hoe weerkaatsing werkt<br />
op een ondergrond, vind ik een mooie verbinding van<br />
groot naar klein en weer terug.”<br />
Andere opdrachten zijn bijvoorbeeld het ontwikkelen<br />
van een app, het ontwerpen van een duurzame woonwijk,<br />
het opstellen van een evacuatieplan voor een<br />
overstroming, het maken van een interactieve kaart<br />
of het verzorgen van een TED-sessie.<br />
Niet vaag<br />
Diederick Schipper, Anouk Evers en Janne Fuchs zitten<br />
in 6 vwo en hebben eind vorig schooljaar een Geo<br />
Future-module gedaan: ‘Energie in de wijk van de<br />
toekomst’. Een lessenreeks, door Het Streek ontwikkeld<br />
in samenwerking met Shell.<br />
“De opdracht was het ontwerpen van een nieuwe wijk<br />
die energiezuinig is, met aandacht voor het milieu,”<br />
30 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
Docent aardrijkskunde Rob Adriaens, leerlinge Anouk Evers en twee medeleerlingen, en rector Wilfred Nep<br />
vertelt Janne. “Je hoefde niet buiten de les dingen te<br />
doen, alles gebeurde in de les. We werkten in kleine<br />
groepjes.”<br />
Diederick vond de lessen ‘erg anders’. “We deden<br />
meer met ICT, ook je telefoon gebruikte je. We gingen<br />
kijken op de locatie van de oude kazernes in Ede en<br />
onderzochten daar hoe de grond in elkaar zit.”<br />
Janne vult aan: “Dat vond ik heel erg leuk, dat het niet<br />
vaag over een of andere plek op de wereld gaat. Je ziet<br />
waar je het wilt realiseren. Met andere vakken is alles<br />
theoretischer. Ook een leuke opdracht was om voor<br />
je eigen huis na te gaan waar je op kan besparen,<br />
bijvoorbeeld een regenton plaatsen in de tuin, of<br />
een waterzuinige douchekop. Hele simpele dingen<br />
die best wel verschil maken.”<br />
‘Een leerling had laatst aan de<br />
leraar geschiedenis verteld hoe<br />
leuk het nu bij aardrijkskunde is’<br />
“Je was behoorlijk vrij in hóe je de opdracht uitvoerde,”<br />
vond Anouk. “De eindpresentatie was niet voor de<br />
hele klas maar steeds voor een groepje van twee of<br />
drie mensen. Daardoor moest je het vaker doen; niet<br />
uit je hoofd leren, maar echt uit jezelf vertellen.<br />
Het was fijn dat je niet iets hoefde te reproduceren,<br />
maar gewoon kon vertellen over iets waar je verstand<br />
van hebt.”<br />
Diederick: “Omdat we allemaal met hetzelfde bezig<br />
waren geweest, was je echt benieuwd wat anderen ervan<br />
hadden gemaakt. Er kwamen heel aparte oplossingen uit.<br />
Bijvoorbeeld dat mensen grond krijgen om zelf hun eten<br />
te kunnen verbouwen.”<br />
Anouk: “Bij die presentaties dacht ik vaak: Oh, dat<br />
hadden wij ook wel kunnen doen, hun idee is veel beter.<br />
Of: hé, dat hadden wij óók. Dan onthoud je het veel<br />
beter. Je gaat toch meer de diepte in, denk ik.”<br />
Dwingende kaders<br />
De Geo Future-projecten vinden momenteel vooral in<br />
3 vwo-klassen plaats. Adriaens: “Doordat we ANW niet<br />
meer verplicht hoeven aan te bieden is ook in 4 vwo<br />
ruimte ontstaan. Daar doen we nu een project over het<br />
weer, in samenwerking met het KNMI.” Dit jaar gaat<br />
de school in 3 havo starten, met een module over het<br />
watervraagstuk.<br />
Het is nog een puzzel om de zelfstandige modules<br />
van Geo Future School echt een plaats te geven in de<br />
bovenbouw. “Ik zit vast aan de wettelijke kaders”, zegt<br />
Nep. “De lestabellen, de tweede fase: alles ligt redelijk<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
31
IN DE PRAKTIJK<br />
Geo Future School is een onderwijsstroom<br />
die leerlingen stimuleert na te denken over de<br />
toekomst van de aarde. ‘Grand Challenges’<br />
op het gebied van klimaatverandering, energie,<br />
water, voedsel, geopolitiek, gezondheid en<br />
logistiek staan centraal. Deze thema’s komen<br />
aan bod in vakoverstijgende modules die zijn<br />
gemaakt door docenten in samenwerking met<br />
bedrijven of instellingen. Er wordt gebruik<br />
gemaakt van geo-ICT en het lesmateriaal biedt<br />
mogelijkheden voor differentiatie.<br />
vast. In de huidige structuur kun je dit alleen in de vrije<br />
ruimte doen.”<br />
Op termijn is het de ambitie om Geo Future-modules<br />
meer als vak te bundelen, of als samenwerkende vakken,<br />
zegt de rector. “Er zijn al contacten geweest met<br />
economie en geschiedenis. Maar als die vakken daarvoor<br />
een uur in moeten leveren, dan raak ik ze waarschijnlijk<br />
kwijt. We hebben een vorm gevonden om er alvast van<br />
te kunnen proeven zonder dat de organisatie overstuur<br />
raakt, maar uiteindelijk zullen we serieus keuzes moeten<br />
maken. In de tussentijd hoop ik dat de collega’s overtuigd<br />
raken van de meerwaarde van deze manier van<br />
werken. Een leerling had laatst aan de leraar geschiedenis<br />
verteld hoe leuk het nu bij aardrijkskunde is.” (Lachend:)<br />
“Dat soort dingen helpen wel!”<br />
Multidisciplinair<br />
Geo Future School beoogt ook een brug te slaan tussen<br />
het gepolariseerde alfa-bèta-denken. “Initiatieven als<br />
Onderwijs 2032 wijzen in de richting van multidisciplinair<br />
werken, in grotere opdrachten,” zegt Rob<br />
Adriaens. “Met Geo Future School doen wij dat al.<br />
‘Grand challenges’ zijn per definitie multidisciplinair.<br />
Een onderwerp als klimaatverandering kun je aardrijkskundig<br />
benaderen, maar het komt ook bij natuurkunde<br />
ter sprake en er zijn zelfs berichten dat het de economie<br />
gaat raken. En op het gebied van presentatie- en schrijfvaardigheid<br />
kan de docent Nederlands een essentiële<br />
bijdrage leveren. Elk vak heeft z’n eigen insteek, maar we<br />
willen het echt geïntegreerd aan bieden, zodat leerlingen<br />
verbanden gaan zien.”<br />
Adriaens vindt de samenwerking met bedrijven en wetenschappers<br />
erg leuk. In de module over landijs kunnen<br />
leer lingen via een portal direct hun vragen stellen aan<br />
een wetenschapper. “Zij willen graag hun ideeën<br />
spiegelen aan jongeren en horen hoe die er onbevangen<br />
over denken.” Het is een win-win-winsituatie: “Zelf kijk<br />
ik mijn ogen uit bij Shell of de waterschappen. Daar zijn<br />
ze volop bezig met nieuwe ontwikkelingen, dat neem je<br />
allemaal mee terug de klas in.”<br />
Hoofdauteur<br />
De docent is de spil bij het vertalen van de stof naar de<br />
leerlingen. Hij is vaak de hoofdauteur van een module.<br />
Adriaens: “Vaak willen de wetenschappers met wie je<br />
samenwerkt te veel. Als docent moet je ook durven<br />
zeggen: dit gaat te ver. We zijn al blij als leerlingen dit<br />
ene stapje kunnen zetten.”<br />
Een voordeel is dat de vraag ‘wat wil ik met mijn onderwijs?’<br />
veel meer centraal komt te staan. Adriaens mist in<br />
het traditionele onderwijs nog te vaak dat de docent<br />
vooraf duidelijke doelen bepaalt. “Wat wil je dat<br />
leerlingen kunnen aan het eind van zo’n blok? Dat is<br />
toch het allerbelangrijkste? Veel docenten beginnen<br />
gewoon met het boek, er wordt niet echt over<br />
nagedacht.”<br />
‘Wij gaan naar het kazerneterrein,<br />
in Eindhoven gaan ze<br />
naar een oude Philipsfabriek.<br />
Maar het verhaal stáát’<br />
Vraagt dit alles niet een flinke extra tijdsinvestering?<br />
Adriaens vindt dat het meevalt. “In de lessen heb je<br />
vaak juist meer tijd. De leerlingen werken zelfstandig<br />
in hun eigen tempo en ze kunnen dóór. Als ze maar tot<br />
opdracht 6 mogen, gaan ze vervolgens met de buurman<br />
kletsen. Een collega aardrijkskunde die hiermee aan de<br />
slag ging, ontdekte dat hij in de lessen veel meer tijd<br />
had om de leerlingen te observeren en daardoor meer te<br />
vertellen had bij de rapportvergadering.”<br />
32 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
‘Als docent kijk ik mijn<br />
ogen uit bij Shell of bij de<br />
waterschappen’<br />
Het KNAG helpt bij het opzetten van Geo Future<br />
School en verschillende scholen maken al modules,<br />
dus het groeit. Wel moeten scholen modules vaak<br />
een beetje aanpassen aan de lokale context, zegt<br />
Adriaens: “Wij gaan naar het kazerneterrein, in<br />
Eindhoven gaan ze naar een oude Philipsfabriek.<br />
Maar het verhaal stáát. Je hoeft niet opnieuw het<br />
wiel uit te vinden.”<br />
Minder stof<br />
Ook de leerlingen moeten nog wat wennen aan de<br />
vrijheid in deze vorm van onderwijs. Anouk zegt:<br />
“In het begin iets meer richtlijnen over hoe je<br />
zoiets aanpakt, is misschien toch wel handig.<br />
Sommige groepjes hadden er meer werk van<br />
gemaakt dan andere, je merkt dat mensen soms<br />
niet zo goed de tijd kunnen indelen. Dan krijg je<br />
wel grote niveauverschillen.”<br />
Ook het elkaar beoordelen is geen alledaagse bezigheid.<br />
Janne constateert dat je je medeleerlingen<br />
niet zo snel een slecht cijfer geeft. “Ik dacht vaak:<br />
het is wel prima. Maar je moest bij elke presentatie<br />
wel een tip en een top geven, dat zet je aan het<br />
denken over andermans ideeën.”<br />
Diederick noemt het ‘een langzamere manier van<br />
leren’. “Je hebt het idee dat je veel minder stof<br />
verwerkt in die tijd, maar je leert het wel beter te<br />
begrijpen. Het werken aan een grote opdracht en<br />
zelf onderzoek doen is een leuke manier om het<br />
onderwijs afwisselender te maken.”<br />
Rector Nep: “Ik vind dit de ideale manier van<br />
onderwijs vernieuwing: het komt van onderaf,<br />
vanuit de beroeps groep zelf. We maken het onderwijs<br />
interessanter, meer divers en vooral meer<br />
toekomstgericht. Ik geloof er absoluut in dat dit<br />
aansluit bij het onderwijs van de toekomst.”<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
33
BESTUURSGESPREKKEN<br />
Hoe bestuur je een lerende schoolorganisatie?<br />
HET CADEAU VAN<br />
ONGEMAKKELIJKE<br />
VRAGEN<br />
Stimuleer en ondersteun ik met mijn aanpak het leren van de<br />
school organisatie of zit ik het leren juist in de weg? Bestuurders<br />
kunnen behoefte hebben aan een onafhankelijke gesprekspartner<br />
om te reflecteren op hun bijdrage aan de ontwikkeling van een<br />
lerende schoolorganisatie. Kritische-vriendgesprekken vormen een<br />
goed instrument.<br />
Tekst: Rick Steur<br />
34 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
“Hoe kan ik de schoolontwikkeling meer van onderop<br />
laten ontstaan en meer initiatief leggen bij de<br />
teamleiders? Op die vraag heb ik kunnen reflecteren”,<br />
zegt Sixtus Haverkamp, rector/bestuurder van RSG<br />
Magister Alvinus in Sneek. “De komende maand gaan<br />
we hier tijdens een 24-uurs sessie met het MT direct<br />
werk van maken. Daarnaast ga ik participeren in het<br />
Directeuren met Durf-leernetwerk ‘Schoolontwikkeling<br />
van onderop’ van de <strong>VO</strong>-academie.”<br />
Haverkamp was een van de in totaal 35 bestuurders die<br />
in 2014 en <strong>2015</strong> met experts van School aan Zet het<br />
gesprek aangingen over de vraag hoe zij als bestuurder<br />
kunnen bijdragen aan het versterken van een lerende<br />
organisatie. Het verzoek hiertoe kwam bij henzelf<br />
vandaan. Voor een lerende organisatie is een gedragen<br />
visie en ambitie op alle lagen in de schoolorganisatie<br />
van groot belang – een alignment van leerling, leraar,<br />
middenmanager, schoolleider én bestuurder –, en de<br />
bestuurders wilden de ontwikkelingen binnen hun<br />
organisaties vanuit hun eigen rol ondersteunen.<br />
De keuze viel op het aanbieden van een serie kritischevriendgesprekken<br />
omdat dergelijke gesprekken de<br />
mogelijkheid bieden om met meer diepgang te<br />
verkennen of een bestuur zich bewust is van zijn invloed<br />
op het leren van de organisatie. Is er expliciet aandacht<br />
voor de besturingsfilosofie, maakt het bestuur die<br />
filosofie ook waar in de praktijk, hoe zitten de<br />
bestuurders er persoonlijk in?<br />
Vertaalslag<br />
Elk gesprek werd voorbereid vanuit vier thema’s (zie<br />
kader), maar daarbinnen konden de bestuurders zelf<br />
aangeven welke vragen en dilemma’s voor hen zwaar<br />
wegen. In de praktijk bleken dat vooral vragen te zijn<br />
uit het eerste thema: besturing van een lerende<br />
organisatie.<br />
Zo bleek dat veel besturen in hun filosofie weliswaar<br />
begrippen als professionele cultuur, veranderprocessen<br />
of leerprocessen van mensen en teams noemen als<br />
middelen om de ambitie waar te maken, maar dat de<br />
vertaalslag naar de praktijk en het gedrag van leidinggevenden<br />
lastig is. Als essentiële aandachtspunten<br />
kwamen boven tafel: een gedeelde opvatting van<br />
leidinggevenden over sturen en inspireren; kaders die<br />
richting geven én eigen beslisruimte aan de mensen<br />
laten, focus op samenwerken en kwalitatief goede<br />
informatie over lopende ontwikkelingen.<br />
Uit de gesprekken bleek verder dat het leren van<br />
individuele medewerkers meestal goed gestimuleerd<br />
en gefaciliteerd wordt, maar dat het verband met de<br />
SUCCESFACTOREN<br />
<strong>VO</strong>OR REFLECTIE-<br />
GESPREKKEN<br />
Experts van School aan Zet voerden<br />
ruim 70 gesprekken met 35 besturen<br />
die samen verantwoordelijk zijn voor<br />
ruim 220 scholen en een veelvoud aan<br />
vestigingen. Welke factoren hebben<br />
aan het succes van deze gesprekken<br />
bijgedragen?<br />
pp<br />
Bestuurders reflecteerden op de<br />
effectiviteit van hun eigen besturing,<br />
vanuit hun streven naar een meer<br />
professionele en lerende cultuur.<br />
pp<br />
Elke bestuurder kreeg twee<br />
gespreks partners, een schoolexpert<br />
die ook scholen van het bestuur<br />
begeleidde en een expert met ruime<br />
bestuurlijke ervaring.<br />
pp<br />
Het ging om een serie van maximaal<br />
3 gesprekken van 2 uur,<br />
gespreid over een langere periode.<br />
pp<br />
Het eerste gesprek was alleen met<br />
de bestuurder(s); bij vervolggesprekken<br />
konden ook anderen<br />
betrokken worden.<br />
pp<br />
De experts werkten vanuit een<br />
gemeenschappelijk referentiekader,<br />
met de lerende organisatie als<br />
hoofdthema.<br />
pp<br />
In de bepaling van de onderwerpen,<br />
de focus en de matching<br />
met de experts was het bestuur<br />
leidend: het ging om de meerwaarde<br />
voor het bestuur.<br />
pp<br />
De opstelling van de experts<br />
was die van kritische vrienden:<br />
vertrouwe lijk, open en scherp<br />
waar nodig.<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
35
BESTUURSGESPREKKEN<br />
REFLECTIEVRAGEN <strong>VO</strong>OR BESTUURDERS<br />
Is uw manier van besturen ondersteunend voor het leren van de organisatie?<br />
Een selectie van voorbeeldvragen uit de bestuursgesprekken van School aan<br />
Zet die bij reflectie op deze hoofdvraag behulpzaam kunnen zijn:<br />
THEMA e<br />
Besturing van een lerende organisatie<br />
pp<br />
Wat is uw besturingsfilosofie en welke betekenis<br />
heeft deze voor het gedrag van u<br />
en uw leidinggevenden in de dagelijkse praktijk?<br />
pp<br />
Hoe bepalend is het ideaal van de lerende<br />
organisatie voor uw opvattingen over<br />
besturing en professionaliteit?<br />
pp<br />
Op welke terreinen aarzelt u om nadrukkelijk te<br />
sturen en waarom?<br />
THEMA r<br />
Weten hoe het zit<br />
pp<br />
Hoe wilt u als bestuur ‘in control’ zijn en waaruit<br />
blijkt of dit ook lukt?<br />
pp<br />
Hoe weet u écht hoe het zit met uw eigen<br />
ambities: de ontwikkelingen en resultaten<br />
binnen uw scholen (anders dan de<br />
inspectienormen)?<br />
pp<br />
Hoe ondersteunt of belemmert de uitwisseling<br />
van welke informatie het leren in uw organisatie?<br />
ontwikkelbehoeften van het team of de school lang<br />
niet altijd wordt gelegd. Diverse bestuurders namen<br />
zich op grond hiervan voor om dit in de gesprekscyclus<br />
beter op elkaar af te gaan stemmen.<br />
Een derde conclusie was dat een ruimere opvatting<br />
van de leerfunctie op organisatieniveau belangrijk is.<br />
Professionals leren immers lang niet altijd via scholing,<br />
maar bijvoorbeeld ook via projectleider schap of het<br />
ontwikkelen van een nieuwe onderwijsmodule.<br />
Moed<br />
Andere vraagstukken die op tafel kwamen, hielden<br />
indirect verband met het aansturen van een lerende<br />
organisatie. Sommige bestuurders aarzelden bijvoor beeld<br />
om op bestuursniveau expliciet onderwijs kundig beleid<br />
te maken met consequenties voor de scholen: zij<br />
benoemden dat als een <strong>dec</strong>entrale verantwoordelijkheid.<br />
Tijdens de gesprekken groeide bij sommigen de overtuiging<br />
dat dit eigenlijk een kerntaak van het bestuur is.<br />
Het vraagt dan moed om de bestuursrol onderwijskundig<br />
te gaan invullen en dat zo te doen dat mensen op andere<br />
niveaus beslisruimte houden om eigen keuzes te maken<br />
en verantwoordelijkheid te nemen.<br />
Verder noemden nogal wat bestuurders de aansluiting<br />
tussen de diverse managementlagen als aandachtspunt.<br />
In de dagelijkse hectiek en drukte kan dit zomaar<br />
ondersneeuwen. Het is een uitdaging om regelmatig<br />
ruimte te maken om met de leidinggevenden en met<br />
de leraren in gesprek te zijn over wat er echt toe doet.<br />
Voor bestuurders is ook een rol weggelegd in het<br />
stimuleren van de ontwikkeling van teams en afdelingen.<br />
Omdat zij de professionele ruimte van leraren willen<br />
respecteren, leggen bestuurders in de praktijk een<br />
grote nadruk op het stimuleren van veranderingen<br />
en scheppen van voorwaarden (‘push’). Tijdens de<br />
gesprekken kwam naar voren dat zij de verhoudingen<br />
ook spannender zouden kunnen maken door nadrukkelijk<br />
iets te verwachten in termen van doelen,<br />
samenwerking of prestaties (‘pull’).<br />
‘Het leren van individuele<br />
medewerkers wordt meestal goed<br />
gefaciliteerd, maar het verband<br />
met de ontwikkelbehoeften van het<br />
team of de school wordt lang niet<br />
altijd gelegd’<br />
Spiegel<br />
Al met al hebben de bestuurders de gesprekken als<br />
bijzonder zinvol ervaren. Doordat velen de experts in het<br />
gesprek dichtbij lieten komen (wat zou jij als bestuurder<br />
willen of moeten doen en wat houdt je daarbij tegen?),<br />
kwam het gesprek dikwijls in een hogere versnelling.<br />
Bij deelnemers ontstond nieuw of verdiept inzicht in<br />
processen en hun rol daarin. “Aan de vragen die<br />
36 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
THEMA t<br />
Organiseren verander- en verbeterproces<br />
pp<br />
Komen onderwijskundig beleid (wat willen we?)<br />
en organisatieontwikkeling (wat is daarvoor<br />
nodig?) in samenhang aan de orde op alle<br />
niveaus van de organisatie?<br />
pp<br />
Zitten uw leidinggevenden met u op één lijn als<br />
het gaat om de doelen en wijze van sturing?<br />
Ook als het om veranderprocessen gaat?<br />
THEMA u<br />
Focus op aspecten<br />
pp<br />
Hoe verbindt u buiten (maatschappelijke<br />
ontwikkelingen) met binnen en<br />
werkt u aan de ‘responsiviteit’ van uw<br />
organisatie?<br />
pp<br />
Hoe schept u de voorwaarden om tot een<br />
lerende cultuur te komen?<br />
pp<br />
Hoe houdt u de spanning tussen leren en<br />
afrekenen hanteerbaar?<br />
(Bron: School aan Zet)<br />
schuurden, die mij een ongemakkelijk gevoel gaven,<br />
heb ik het meeste gehad. Want dat gebeurt me niet zo<br />
vaak”, zegt een bestuurder.<br />
Voor een andere bestuurder was het “een cadeau om<br />
uit de waan van de dag te stappen en met een paar<br />
stevige mensen die geen enkele rol of belang hebben,<br />
te reflecteren op mijn keuzes en mijn aanpak”. Hier<br />
klinkt iets door wat bij meer bestuurders opvalt, zeker<br />
bij eenhoofdige besturen: het besturen heeft eenzame<br />
kanten. Natuurlijk zijn bestuurders voortdurend in<br />
gesprek met allerlei betrokkenen binnen en buiten de<br />
organisatie, maar vrijwel altijd is daar een agenda in de<br />
dubbele betekenis van het woord: inhoud en belang.<br />
Hier was ruimte om in een stevig en vertrouwelijk<br />
gesprek vrijuit te onderzoeken hoe een bestuur de<br />
eigen aanpak verder kan ontwikkelen.<br />
Ambitieus leerklimaat<br />
De huidige programmering van School aan Zet wordt<br />
eind dit jaar afgerond en bestuurders kunnen zich dan<br />
ook niet meer aanmelden voor bestuursgesprekken.<br />
Maar de les die zij kunnen meenemen, is dat het<br />
belangrijk is om voor zichzelf doelbewust soortgelijke<br />
vormen van reflectie te organiseren.<br />
Bestuurders kunnen bijvoorbeeld deelnemen aan het<br />
traject voor collegiale bestuurlijke visitatie van de<br />
<strong>VO</strong>-academie. Daarnaast start de <strong>VO</strong>-raad het<br />
programma Ambitieus leerklimaat, waarin ook besturen<br />
met ondersteuning vanuit de <strong>VO</strong>-raad verder kunnen<br />
gaan met het uitwisselen van kennis en ervaringen<br />
over vragen als: hoe komen we tot een meer ambitieus<br />
leerklimaat en hoe houden we dit ‘levend’ binnen de<br />
organisatie? Wat is daarvoor nodig, welke rol heeft ieder<br />
hierin en hoe organiseren we dit? En wat zijn goede<br />
methoden en instrumenten die hierbij kunnen helpen?<br />
De verzamelde kennis, ervaringen en tools zullen voor<br />
alle scholen ontsloten worden.<br />
‘Het is een cadeau om uit de<br />
waan van de dag te stappen en<br />
met een paar stevige mensen die<br />
geen enkele rol of belang hebben,<br />
te reflecteren op mijn keuzes’<br />
Als het aan de deelnemers aan de bestuursgesprekken<br />
ligt, horen reflectieve gesprekken daar zeker bij. Zoals<br />
een van de bestuurders besluit: “Dit heeft mij geholpen<br />
in mijn zoektocht. Ik heb ook niet alle wijsheid in pacht<br />
en ook ik wil mijzelf blijven ontwikkelen. De experts<br />
hebben mij een spiegel voorgehouden en wisten de<br />
vinger op de zere plek te leggen. Het was een persoonlijk<br />
traject waarvan ik veel geleerd heb.”<br />
Zie ook het artikel over collegiale bestuurlijke<br />
visitaties op pagina 38 van dit nummer. Meer<br />
informatie over het programma Ambitieus leerklimaat<br />
op www.vo-raad.nl/themas/ambitieus-leerklimaat.<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
37
<strong>VO</strong>‐ACADEMIE<br />
Pilot collegiale bestuurlijke visitaties van start<br />
KIJKJE IN<br />
DE KEUKEN<br />
Met collegiale bestuurlijke visitaties kunnen bestuurders hun<br />
denken en handelen op een hoger plan brengen en vernieuwing<br />
in gang zetten. De <strong>VO</strong>-academie is een pilot gestart waaraan<br />
zestien bestuurders deelnemen. Leren en verbeteren staan<br />
centraal: ‘Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden.’<br />
Tekst: Cindy Curré / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />
“Als bestuur kun je ongelooflijk veel leren van collegiale<br />
bestuurlijke visitaties.” Dit zegt Truus Vaes, voorzitter<br />
CvB van IRIS uit Heemstede. Zij neemt deel aan de<br />
pilot collegiale bestuurlijke visitaties van de <strong>VO</strong>-academie.<br />
“Een bestuurder moet de momenten van feedback<br />
organiseren. Ik zoek die graag op. Daar komt bij dat<br />
wij op onze scholen al interne visitaties houden en we<br />
die allemaal als heel zinvol ervaren.”<br />
Vaes is er daarnaast van overtuigd dat het goed is om<br />
als sector een signaal af te geven door het organiseren<br />
van collegiale bestuurlijke visitaties: “We laten zien dat<br />
we als beroepsgroep gericht zijn op kwaliteitsverbetering.<br />
Daar hoort bij dat je je deur openzet en anderen een<br />
kijkje in jouw keuken geeft.”<br />
Zelfevaluatie en leervragen<br />
Aan de pilot collegiale bestuurlijke visitaties, die nog<br />
tot eind 2016 duurt, nemen zestien bestuurders van in<br />
totaal veertien besturen deel. De pilot kent drie rondes<br />
en is zo opgezet dat de visitatiecommissie steeds een<br />
andere samenstelling heeft, vertelt Marie-Anne van<br />
Reijen, projectleider Bestuurskracht van de <strong>VO</strong>-academie:<br />
“Drie bestuurders gaan visiteren, samen met een externe<br />
voorzitter en een secretaris. Het is niet wederkerig: als<br />
bestuurder A bij bestuurder B visiteert, komt B niet bij<br />
A.” Voorafgaand aan de eerste ronde is in september een<br />
trainingsbijeenkomst geweest. De deelnemers zijn tevens<br />
gecoacht bij het schrijven van een zelfevaluatie en het<br />
geven van goede feedback.<br />
Elk deelnemend bestuur maakt voorafgaand aan de<br />
visitatie op basis van een inhoudelijk kader een zelfevaluatie<br />
en formuleert één of meerdere leervragen waar<br />
het graag feedback op wil krijgen van de commissie.<br />
De visitatiecommissie komt vervolgens een dag langs<br />
en spreekt dan eerst met het bestuur en daarna met<br />
verschillende panels van de raad van toezicht, eindverantwoordelijk<br />
schoolleiders, ouders, docenten,<br />
leerlingen en bijvoorbeeld het stafbureau. Aan het einde<br />
van de dag heeft de visitatiecommissie een overleg met<br />
het bestuur om de belangrijkste zaken die zijn opgevallen,<br />
terug te koppelen. De commissie leden kijken daarbij of<br />
het beeld van de zelfevaluatie klopt met het beeld dat zij<br />
hebben gekregen uit de panelgesprekken en de stukken<br />
die zij hebben gelezen. Enige tijd later volgt een<br />
schriftelijke rapportage van de visitatie.<br />
Stortvloed aan adviezen<br />
Kees Schouten is directeur-bestuurder van de Purmerendse<br />
ScholenGroep (PSG). Hij ontving in de laatste week van<br />
november een visitatiecommissie in het kader van de<br />
pilot: “We hebben de afgelopen jaren het bestuursmodel<br />
van onze zes scholen opnieuw opgebouwd. Ik wilde graag<br />
medebestuurders laten kijken naar dit model. Voldoet<br />
het aan de kwaliteitscriteria van onze sector?” Schouten<br />
had een specifieke vraag over sturing van zijn onderwijsorganisatie:<br />
“Ik wil graag weten of mijn visie, die te<br />
maken heeft met hoe we samenwerken bij de PSG,<br />
tot uiting komt in de manier waarop de organisatie is<br />
ingericht. Is daar iets van terug te vinden? En wat moet<br />
ik doen om de zes verschillende scholen te verenigen tot<br />
een geheel met één gemeenschappelijke boodschap die<br />
38 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
Kees Schouten: ‘Dit is een ervaring die ik iedereen van harte gun’<br />
Truus Vaes: ‘Het mag kritisch zijn, maar wel vanuit een positieve grondhouding’<br />
door iedereen gedragen wordt? In hoeverre werkt die<br />
boodschap mee aan een efficiënte samenwerking?”<br />
Schouten was van tevoren niet zenuwachtig, maar vond<br />
het wel spannend. “Nu, na het bezoek, kan ik zeggen:<br />
‘het was grandioos’. Wanneer tref je vijf professionele<br />
collega’s die zich zo gecommitteerd met jouw organisatie<br />
willen bemoeien en daarna een gratis stortvloed van<br />
adviezen en ervaringen met je delen? Ook al weet je<br />
bepaalde dingen wel, zij plaatsen zaken toch in een ander<br />
licht. Dit is een ervaring die ik iedereen van harte gun.”<br />
Positief-kritisch<br />
Truus Vaes heeft deelgenomen aan een visitatie bij een<br />
ander bestuur. Ze benadrukt dat collegiale bestuurlijke<br />
visitaties gericht zijn op leren en verbeteren: “Het gaat<br />
niet om de beoordeling, we zijn geen inspectie. Belangrijk<br />
is dat je een bestuurder iets meegeeft waar hij of zij<br />
over na kan denken. Je hoeft immers niet ziek te zijn<br />
om beter te worden. Het mag kritisch zijn, maar wel<br />
vanuit een positieve grondhouding. Het gesprek aan het<br />
eind van de visitatiedag was echt een dialoog en geen<br />
eenrichtingsverkeer. Er ontstond door te reflecteren<br />
al meteen een leermoment, voor beide partijen.”<br />
Was het moeilijk om lastige vragen te stellen? Vaes:<br />
“Nee, totaal niet. Je focust immers op de leervragen.<br />
De ander vraagt om feedback en je geeft hem of haar<br />
positief-kritische suggesties mee.”<br />
Meer weten over collegiale bestuurlijke visitaties?<br />
Kijk op www.vo-academie.nl/bestuurskracht/<br />
collegiale-bestuurlijke-visitaties.<br />
<strong>VO</strong>-ACADEMIE OP TWITTER<br />
Blijf altijd op de hoogte van het<br />
laatste nieuws over professionalisering.<br />
Volg ons ook op Twitter!<br />
twitter.com/voacademie<br />
KATERNEN – VRAAG ZE NU<br />
AAN<br />
<strong>VO</strong>-academie geeft jaarlijks diverse<br />
publicaties uit. Hieronder treft u het<br />
overzicht van onze katernen, die<br />
u kosteloos kunt aanvragen via<br />
info@vo-academie.nl<br />
pp<br />
Katern 1 ‘Al doende Leren’<br />
over non- en informeel leren<br />
pp<br />
Katern 2 ‘Samenspel en dialoog’<br />
over financieel leiderschap in<br />
het vo<br />
pp<br />
Katern 3 ‘Doelgericht vertrouwen’<br />
over strategisch hrm<br />
pp<br />
Katern 4 ‘Richting geven aan<br />
professionele ontwikkeling’ over<br />
de beroepsstandaard<br />
pp<br />
Katern 5 ‘Samen leren in<br />
netwerken’ over professionele<br />
leernetwerken<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
39
BLIK VAN BUITEN<br />
‘DOEN WAAR JE<br />
HÉÉL GOED IN BENT’<br />
Naam k Guus Meulendijks (1982)<br />
Achtergrond k medeoprichter B. Amsterdam, een snel groeiende incubator voor start-ups met momenteel<br />
253 bedrijven en ruim 650 creatieve geesten<br />
Gespreksonderwerp k innovatie<br />
Standpunt k focus op talent, niet op middelmatigheid<br />
Tekst: Suzanne Visser / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />
Je haalde je havodiploma op het<br />
Dendron College in Horst. Hoe heb<br />
je de middelbare school ervaren?<br />
“Ik was een superjonge leerling, de<br />
jongste van de klas, en ik wilde heel snel<br />
volwassen worden. Ik begon heel ijverig,<br />
maar al snel was het leven fascinerender<br />
dan school. Daarom werd het ook havo<br />
en geen vwo. Ik zorgde wel dat ik deed<br />
wat nodig was, ook omdat ik snapte dat<br />
ik die havo toch echt wel moest halen.<br />
De omslag kwam toen ik een profiel<br />
kon kiezen, dat heeft me uit mijn<br />
comfort zone gehaald. Toen gingen<br />
mijn punten ook omhoog.”<br />
Je bent een van de oprichters van B.<br />
Amsterdam, een ‘ecosysteem voor<br />
innovatie, educatie en groei’ dat in<br />
2,5 jaar tijd is uitgegroeid tot een van<br />
de grootste incubators voor startende<br />
bedrijven ter wereld. Hoe hebben<br />
jullie dat voor elkaar gekregen?<br />
“Goede vraag. Waarschijnlijk kwam<br />
alles op het juiste moment samen. Er<br />
was een eigenaar met een kansarm pand”<br />
(het voormalige IBM-hoofdkantoor in<br />
Amsterdam- Nieuw West, red.) “en wij<br />
hadden de droom om de start-up-scene<br />
te verbinden en een omgeving voor groei<br />
en innovatie te creëren. Wij wilden een<br />
brug slaan tussen start-ups, die uit<br />
rebellie geboren zijn en de wereld willen<br />
ver overen, en grote bedrijven die<br />
dromen van kleine speedbootjes om snel<br />
te kunnen innoveren.”<br />
‘Als je kansen ziet, moet<br />
je het doen’<br />
Veel scholen willen vernieuwen om<br />
hun leerlingen beter voor te bereiden<br />
op wat er in de 21e-eeuw van mensen<br />
wordt gevraagd. Hoe breng je<br />
innovatie op gang?<br />
“Het is belangrijk om een niche te<br />
kiezen en daar zo min mogelijk<br />
concessies aan te doen. Die niche is de<br />
kern waar je voor staat, op dat stukje ga<br />
je zoveel mogelijk waarde toevoegen.<br />
Waar wij bij B. Amsterdam voor staan,<br />
is ‘start-ups, innovatie en groei’. Er is<br />
plaats voor alles wat daarmee te maken<br />
heeft. Daarom bieden we niet alleen<br />
office spaces aan start-ups, maar ook<br />
event spaces, en innovation spaces aan<br />
corporate bedrijven. Je kunt bij ons<br />
werken en sporten, evenementen<br />
organiseren en bijwonen, relaxen op de<br />
daktuin en studeren. De laatste schakel<br />
die we willen toevoegen, is kapitaal. We<br />
zijn aan het onderzoeken hoe we dat<br />
toegankelijker kunnen maken voor startups<br />
met sterke ideeën.”<br />
Onlangs zijn jullie ook een school<br />
begonnen, de B. Startup School<br />
Amsterdam. Hogeropgeleide jongeren<br />
kunnen hier IT-vaardigheden opdoen<br />
om een baan bij een startup te<br />
bemachtigen. Hoe kom je op zo’n idee?<br />
“Wij zagen een misfit in de<br />
arbeidsmarkt. De jeugdwerkeloosheid<br />
groeit, terwijl start-ups staan te springen<br />
om IT-talent. Bovendien hebben we<br />
anderhalf jaar geleden in New York<br />
gezien hoe talent volle jongeren in drie<br />
maanden kunnen worden omgeschoold<br />
tot junior developer. Dat doen ze daar<br />
waanzinnig slim. Wij zijn dus op zoek<br />
gegaan naar partners: Manpower, de<br />
Amsterdam Economic Board en vijf<br />
start-up academy’s van over de hele<br />
wereld. Half november is de pilot<br />
begonnen met een bootcamp voor acht<br />
jongeren, samen met de New York<br />
Coding Academy. Het is de bedoeling<br />
dat komend jaar driehonderd jongeren<br />
tussen de 23 en 26 jaar worden opgeleid.<br />
Door een Europese subsidie kunnen de<br />
eerste honderd studenten gratis aan de<br />
slag; met de plaatsings vergoedingen van<br />
40 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
‘Wat wij nu in feite zeggen,<br />
is: hoe talentvol je ook<br />
bent, als je niet overal<br />
middelmatig genoeg bent,<br />
laten we je niet door’<br />
bedrijven willen we het lesgeld voor de<br />
volgende groep verminderen. Hoe dat<br />
uitpakt, weten wij ook nog niet. Maar<br />
ook dat is innovatie: als je kansen ziet,<br />
moet je het doen.”<br />
Zouden scholen die kansen beter<br />
moeten pakken?<br />
“Ja, al moet ik zeggen dat wij natuurlijk<br />
minder vastzitten aan wet- en regelgeving<br />
dan scholen. Aan de andere kant<br />
verbaast het me af en toe hoe groot de<br />
verschillen tussen scholen zijn. Op de<br />
ene school zijn mensen vol passie aan<br />
de slag met vernieuwing, op de andere<br />
school gebeurt bijna niets. Dus misschien<br />
kan er veel en zit het minder in<br />
de regelgeving dan in de manier van<br />
denken. Je kunt wel vrij heid hebben,<br />
maar dat wil niet zeggen dat je weet hoe<br />
je die ondernemend moet oppakken.”<br />
Geven we jongeren de juiste dingen<br />
mee op school?<br />
“Als ik bij ons in het gebouw rondkijk,<br />
zie ik mensen die worden gedreven door<br />
passie. Zo is het ook mijn persoonlijke<br />
keus geweest om B. Amsterdam te<br />
beginnen. Maar toen ik twaalf was, koos<br />
ik er niet voor om geschiedenis te leren.<br />
Heel veel van de keuzes voor leerlingen<br />
worden door leraren gemaakt. Terwijl<br />
leren veel interessanter en leuker kan<br />
zijn als je meer zelf kunt kiezen wat<br />
je doet. Intrinsieke motivatie is zó<br />
belangrijk. Ook dat zie je bij start-ups:<br />
mensen zijn er 24 uur per dag, zeven<br />
dagen per week mee bezig. Dat houd<br />
je niet vol als je het niet leuk vindt, als<br />
je hart er niet in ligt. Zelf heb ik dat<br />
ervaren toen ik op mijn 28e directeur/<br />
eigenaar werd van een grote salesorganisatie.<br />
Je zou zeggen: mooie plek.<br />
Maar ik kon niet voor de volle honderd<br />
procent omarmen wat ik aan het doen<br />
was. Toen ik daar toch mee doorging,<br />
kreeg ik een burn-out. Wat ik ervan heb<br />
geleerd, is dat je mensen altijd in hun<br />
kracht moet zetten.”<br />
Voor iedere leerling een persoonlijk<br />
leertraject?<br />
“In elk geval meer vrijheid. Het lijkt me<br />
heel goed dat elke leerling belangrijke<br />
basisvaardigheden mee krijgt; die kern<br />
moet je goed bewaken. Maar daarnaast<br />
denk ik dat het goed zou zijn als er meer<br />
aandacht komt voor persoonlijke ontwikkeling.<br />
Op school heb ik van alles<br />
geleerd, maar wie ik was en wat ik wilde,<br />
daar kwam ik op mijn 28e door mijn<br />
burn-out pas achter. En focus daarnaast<br />
op sociale ontwikkeling. Zet programma’s<br />
op met mensen van buiten de<br />
school, waarin leerlingen zelf de wereld<br />
kunnen verkennen.”<br />
‘Zet programma’s op<br />
waarin leerlingen zelf de<br />
wereld kunnen verkennen’<br />
Moet er ook iets veranderen in de<br />
diplomering?<br />
“Ik geloof heel erg in talentontwikkeling.<br />
Op school zouden we jongeren<br />
zo snel mogelijk datgene moeten laten<br />
ont wikkelen waar ze héél goed in zijn.<br />
Hun talenten dus, niet hun zwakke<br />
punten. In de toekomst is er voor<br />
iedereen een heel klein stukje markt<br />
en dan moet je zorgen dat je het op<br />
dat stukje beter doet dan wie dan ook.<br />
Dat past niet bij een onderwijssysteem<br />
waarin bijna het hele programma<br />
voorgeschreven is en je kunt struikelen<br />
over een enkel vak. Wat wij nu in feite<br />
zeggen, is: hoe talentvol je ook bent, als<br />
je niet overal middelmatig genoeg bent,<br />
laten we je niet door. Dat vind ik<br />
onbegrijpelijk.”<br />
<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />
41
WIE WERKT WAAR<br />
STICHTING BESTUUR OPENBAAR<br />
ONDERWIJS ROTTERDAM (BOOR)<br />
Erasmiaans Gymnasium, Rotterdam<br />
Op het Erasmiaans Gymnasium is met ingang<br />
van dit schooljaar Jacques van Hoof rector.<br />
Hij volgt Paul Scharff op. Van Hoof was rector<br />
van Gymnasium Novum in Voorburg.<br />
ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS<br />
(OMO)<br />
Maaslandcollege, Oss<br />
Ivo Vis (44) is benoemd tot rector van het<br />
Maaslandcollege in Oss. Hij volgt Jacques van<br />
Meegen op, die met pensioen gaat. Nu is Vis<br />
nog conrector op Lyceum Bisschop Bekkers in<br />
Eindhoven.<br />
GOOISE SCHOLEN FEDERATIE<br />
Roland Holst College, Hilversum<br />
Het Roland Holst College heeft al snel na<br />
het vertrek van Louis van Kaam als rector een<br />
(tijdelijke) opvolger gevonden in de persoon<br />
van Angela Koot. Haar opdracht loopt tot het<br />
einde van dit schooljaar.<br />
STICHTING SCHOLENGROEP RIJK<br />
VAN NIJMEGEN<br />
Kandinsky College, Nijmegen<br />
Per 1 november is Astrid Wassink (56) benoemd<br />
tot rector van het Kandinsky College te Nijmegen.<br />
Zij volgt Yolande Ulenaers op, die nu directeurbestuurder<br />
van de Scholengroep Rijk van Nijmegen<br />
is. Wassink werkte op het Kandinsky als conrector/<br />
plaatsvervangend rector.<br />
ACHTERHOEK <strong>VO</strong><br />
Almende College, Ulft en Silvolde<br />
Roelof Louwsma is per 1 februari 2016 benoemd<br />
tot rector van het Almende College. Hij volgt<br />
Jozef Geurtzen op. Louwsma is nu nog werkzaam<br />
als rector van Openbare Scholengemeenschap<br />
Graaf Engelbrecht in Breda.<br />
ST. S<strong>VO</strong> WOLVEGA/STEENWIJK<br />
RSG Tromp Meesters, Steenwijk<br />
Janny Visser is per 1 februari 2016 de nieuwe<br />
rector van RSG Tromp Meesters. Visser is op<br />
dit moment locatiedirecteur op Groenhorst<br />
Nijkerk, onderdeel van de Aeres Groep te Ede.<br />
Visser volgt rector/bestuurder Johan Timmermans<br />
op, die met pensioen is gegaan.<br />
ONDERWIJSSTICHTING<br />
ZELFSTANDIGE GYMNASIA (OSZG)<br />
Gymnasium Felisenum, Velsen-Zuid<br />
Marcel Kemper wordt met ingang van 1 maart<br />
2016 rector van het Gymnasium Felisenum<br />
en tevens lid van het bestuur van de OSZG.<br />
Kemper werkt nu als plaatsvervangend rector<br />
van het Murmellius Gymnasium in Alkmaar.<br />
ALMEERSE SCHOLEN GROEP<br />
Montessori Lyceum Flevoland, Almere Buiten<br />
Diana Kwast-Hoekstra gaat op 1 maart 2016<br />
aan de slag als rector van het Montessori<br />
Lyceum Flevoland. Zij neemt het stokje<br />
over van San van Donselaar.<br />
Colofon <strong>VO</strong>‐<strong>magazine</strong> is een uitgave van de<br />
<strong>VO</strong>‐raad, de sector organisatie van het voortgezet<br />
onderwijs. <strong>VO</strong>‐<strong>magazine</strong> verschijnt 7 keer per jaar<br />
in een oplage van 4.500 exemplaren.<br />
Redactie Cindy Curré, Ingrid Janssen, Stan Termeer<br />
Suzanne Visser (eind redactie), Linda Zeegers.<br />
Medewerkers: Martijn Laman, Hanneke van der<br />
Linden, Emmanuel Naaijkens, Marijke Nijboer,<br />
Carolien Nout, Mirjam van Teeseling en Maaike Vos.<br />
Redactieadres <strong>VO</strong>‐raad, Postbus 8282,<br />
3503 RG UTRECHT, T 030 232 48 00,<br />
redactie@vo‐raad.nl, www.vo‐raad.nl.<br />
Fotografie Josje Deekens, Dirk Kreijkamp<br />
(ook voorpagina), Hollandse Hoogte, iStockphoto<br />
Illustratie Robert Vulkers<br />
Ontwerp OSAGE / communicatie en ontwerp, Utrecht<br />
Druk Drukkerij Damen, Werkendam<br />
Advertenties Uitgeverij Recent Amsterdam,<br />
T 020 330 89 98 (Ray Aronds), www.recent.nl.<br />
Issn 1873-1163<br />
Abonnementen Besturen en de daarbij horende<br />
scholen, die lid zijn van de <strong>VO</strong>‐raad ontvangen het<br />
<strong>VO</strong>‐<strong>magazine</strong> gratis. Een abonnement kost € 75,-<br />
per jaar. Beëindiging van het abon ne ment dient<br />
schriftelijk te geschieden voor 1 juli.<br />
42 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>
ADVERTENTIE<br />
Speciaal voor schoolleiders<br />
in het voortgezet onderwijs<br />
Digitalisering<br />
van het onderwijs<br />
Digitalisering speelt een grote rol in de maatschappij en komt<br />
ook uw school binnen: een uitdaging voor u als schoolleider.<br />
Hoe zet u ICT effectief in voor het onderwijs op uw school?<br />
Wat zijn de mogelijkheden van digitaal toetsen? En hoe<br />
draagt gedigitaliseerd onderwijs bij aan differentiatie in de<br />
klas?<br />
Maak bewuste keuzes op het gebied van ICT op uw<br />
school!<br />
Praktische handvatten voor<br />
schoolleiders<br />
Locatie:<br />
Leerhotel het Klooster, Amersfoort<br />
Datum:<br />
Donderdag 31 maart 2016<br />
Inschrijven:<br />
www.medilexonderwijs.nl/digitalisering<br />
Kijk eens verder op www.medilexonderwijs.nl<br />
Medilex Onderwijs - Congressen en cursussen voor het onderwijs<br />
T. (030) - 657 51 57 E. info@medilexonderwijs.nl<br />
MEDI0911JS_Digitalisering_<strong>VO</strong><strong>magazine</strong>_179,5x266,5_HIRES.indd 1 09-11-<strong>2015</strong> 11:49:15
2064589_Comeet_<strong>VO</strong>_Dec<strong>2015</strong>:2061064_Comeet_<strong>VO</strong>_april2014 12-11-<strong>2015</strong> 10:29 Pagina 1<br />
ADVERTENTIE<br />
Met scholingscertificaat<br />
De nieuwe<br />
cursusdata<br />
voor 2016<br />
2016<br />
Professionalisering<br />
financieel<br />
schoolmanagement<br />
Bezuinigingen, onderwijsvernieuwingen en horizontale verantwoording stellen<br />
nieuwe eisen aan de onderwijsmanager. Om bestuurders, bovenschools managers,<br />
schooldirecteuren, beleidsadviseurs en beleidsmedewerkers een handreiking te<br />
bieden bij het vormgeven van het financieel schoolmanagement organiseert<br />
Comeet de leergang onderwijsfinanciën.<br />
In deze leergang worden alle facetten van het financieel management behandeld.<br />
De leergang bestaat uit 4 modules van elk 2 cursusdagen. U kunt per module inschrijven.<br />
Module 1: Elementaire financiële kennis<br />
2016 donderdag 21 en vrijdag 22 januari in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />
Module 2: Financiële kennis<br />
2016 dinsdag 12 en woensdag 13 januari in Zwolle: Bilderberg Grand Hotel Wientjes<br />
2016 dinsdag 8 en woensdag 9 maart in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />
Module 3: Verdiepingscursus financiële kennis<br />
2016 donderdag 14 en vrijdag 15 januari in Ede: Zalencentrum ROVC<br />
2016 donderdag 10 en vrijdag 11 maart in Zwolle: Bilderberg Grand Hotel Wientjes<br />
2016 dinsdag 12 en woensdag 13 april in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />
Module 4: Het maken van uw eigen financieel beleidsplan<br />
2016 dinsdag 15 en woensdag 16 maart in Ede: Zalencentrum ROVC<br />
2016 donderdag 14 en vrijdag 15 april in Zwolle: Bilderberg Grand Hotel Wientjes<br />
2016 dinsdag 13 en woensdag 14 september in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />
NIEUW: 1 daagse opfriscursus Leergang Onderwijsfinanciën:<br />
2016 dinsdag 19 januari in Zwolle: Bilderberg Grand Hotel Wientjes<br />
2016 donderdag 24 maart in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />
De cursussen kunnen ook op verzoek incompany worden uitgevoerd.<br />
www.comeet.nl<br />
De kosten van deelname aan deze tweedaagse modules zijn e 580,00 (per module);<br />
module 4 e 630,00; de Opfriscursus e 305,00.<br />
Prijs incl. lesmaterialen, koffie/thee, lunch en excl. BTW.<br />
Voor nadere informatie over deze cursussen verwijzen wij u naar onze website:<br />
www.comeet.nl<br />
Direct inschrijven:<br />
1. www.comeet.nl<br />
2. Stuur een e-mail naar secretariaat@comeet.nl<br />
3. Telefonisch via 010-2424200<br />
Zwolseweg 27, 2994 LB Barendrecht T: 010-2424200 E: secretariaat@comeet.nl