03.12.2015 Views

VO-magazine-dec-2015

VO-magazine-dec-2015

VO-magazine-dec-2015

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Opleidingsscholen:<br />

‘Het hele onderwijs<br />

ontwikkelt zich<br />

dankzij het opleiden<br />

van jong talent’<br />

MAGAZINE<br />

Interview: Regio Noord / Doorstroom is zaak van<br />

iedereen / Onderwijs 2032 / Vluchtelingen op<br />

school / Start-up-goeroe over innovatie<br />

Magazine voor voortgezet onderwijs<br />

December <strong>2015</strong> / jaargang 10 3


ADVERTENTIE<br />

Uitval?<br />

Uw invaller<br />

staat al klaar<br />

www.interteach.nl<br />

Uitval betekent met spoed een vervanger regelen en dat valt haast niet te plannen.<br />

Maar dankzij de eigen vervangingspool van Interteach is dat probleem meteen opgelost.<br />

Dus schenk de koffie maar alvast in! Interteach garandeert altijd binnen twee uur een<br />

vervangende leerkracht op locatie.* Minder stress dus bij uitval en niet te vergeten<br />

ruim 20% minder kosten. Want kwalitatief onderwijs gaat verder dan alleen lesgeven.<br />

* m.u.v. de Waddeneilanden


IN DIT NUMMER<br />

06 Regio Noord<br />

Nuchter en bescheiden,<br />

dat is de stijl van het<br />

bestuur van Regio<br />

Noord. Bij schoolleiders<br />

en bestuurders raakt<br />

het de juiste snaar.<br />

10 Opleiden =<br />

leren<br />

Niet alleen aankomende<br />

docenten profiteren van<br />

opleiden in de school.<br />

PAUL ROSENMÖLLER / <strong>VO</strong>ORZITTER<br />

‘Education is about touching life’<br />

Met een aantal mensen uit het onderwijs was ik drie dagen in<br />

Singapore. Ondanks het feit dat de stadstaat niet bepaald een<br />

democratisch Walhalla in Zuidoost-Azië is, was het leerzaam.<br />

De wijze waarop men daar al lange tijd bezig is het op kennis<br />

gebaseerde curriculum te verbreden naar een veel meer holistisch<br />

en op waarden gebaseerd curriculum, gaf veel stof tot gesprek.<br />

Echt bijzonder is de enorme maatschappelijke waardering<br />

voor de leraar. Het vak heeft status. Eén op de zes studenten<br />

die leraar wil worden, wordt uiteindelijk toegelaten. De<br />

scherpe selectie houdt de kwaliteit hoog.<br />

18 Vluchtelingen<br />

op school<br />

Duizenden leerlingen<br />

stromen het voortgezet<br />

onderwijs binnen.<br />

Wat hebben ze nodig?<br />

En verder<br />

4 Kort / agenda<br />

5 1 Minuutje<br />

14 Doorstroomgegevens<br />

22 <strong>VO</strong> in beeld<br />

30 Geo Future School<br />

34 Reflectie voor bestuurders<br />

38 Collegiale bestuurlijke visitatie<br />

40 Leren van start-ups<br />

42 Wie werkt waar / Colofon<br />

24 Onderwijs 2032<br />

Hoe sorteren scholen<br />

voor op het curriculum<br />

van de toekomst? Een<br />

artikel over het onderwijs<br />

van morgen waarvan de<br />

contouren zich vandaag<br />

al laten zien.<br />

Maar er is meer. De salarissen zijn marktconform, er wordt<br />

zeventien uur per week lesgegeven en wie stelselmatig<br />

onderpresteert, krijgt van de vakbond het dringende advies<br />

het onderwijs te verlaten. De beroepsgroep zelf houdt de<br />

standaard dus hoog. Bovendien is er een cultuur van ‘een<br />

leven lang leren’ met een opleidingsinstituut waar menig<br />

docent zijn vingers bij aflikt. In het National Institute of<br />

Education worden leraren opgeleid, bijgeschoold en zijn er<br />

mogelijkheden om te promoveren. Scholen, opleidingen,<br />

vakbonden en het ministerie zijn allemaal met elkaar<br />

verbonden. Het woord ‘alignment’ viel dan ook vaak.<br />

De hoge prijs is dat dit alles top-down wordt georganiseerd,<br />

met leraren in dienst van het ministerie en in een samenleving<br />

met op z’n minste dictatoriale trekjes. Een prijs die<br />

ik er niet voor zou willen betalen. En toch gaf het ons allen<br />

inspiratie. Omdat onderwijs er door iedereen als iets buitengewoon<br />

waardevols wordt gezien. In de taxi vraagt de chauffeur<br />

zijn klanten waar hun kinderen op school zitten en wat het<br />

beste voor zijn eigen kinderen zou zijn. En in de gezinnen<br />

draait het, ook financieel, allemaal om de keuze voor de<br />

school. Zoals een van onze gesprekspartners zei: ‘Education<br />

is about touching life’.<br />

Zou het in onze open democratie mogelijk zijn echt samen<br />

te werken, een cultuur van vertrouwen te creëren, de status<br />

van de leraar te verhogen, ‘alignment’ te bevorderen en zo<br />

ons onderwijs te verbeteren? Onze divers samengestelde<br />

delegatie heeft zich gecommitteerd. Doet u mee?<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

3


KORT<br />

33<br />

Uitbreiding Leerlabs gaat door<br />

In 2016 kunnen meer vo-scholen deelnemen<br />

aan een Leerlab, door een extra tranche van het<br />

ministerie van OCW. In het Doorbraakproject<br />

Onderwijs & ICT is overeenstemming bereikt<br />

over de verdere intensivering van de Leerlabs.<br />

Binnen Leerlabs krijgen scholen de kans om<br />

samen met andere scholen – onder begeleiding<br />

van het project Leerling 2020 – te werken aan<br />

een vraagstuk omtrent gepersonaliseerd leren.<br />

Nieuwsbrief bedrijfsvoering<br />

Speciaal voor diegenen die zich binnen de school<br />

met bedrijfsvoering bezighouden, lanceert de<br />

<strong>VO</strong>-raad een nieuwe digitale nieuwsbrief over<br />

bedrijfsvoering. U leest hierin het laatste nieuws<br />

over bedrijfsvoering, krijgt een overzicht van actuele<br />

praktische informatie en ondersteunings mogelijkheden<br />

en wordt verwezen naar interessante artikelen<br />

waarin scholen hun tips en ervaringen delen.<br />

U kunt zich nu aanmelden via www.vo-raad.nl.<br />

Wij vragen u vriendelijk ook uw collega’s en/of<br />

medewerkers op deze nieuwsbrief te wijzen.<br />

Plenair debat maatwerkdiploma?<br />

Hoewel in de media na een negatief advies van<br />

de Onderwijsraad het beeld is geschapen dat het<br />

maatwerkdiploma van de baan is, is de werkelijkheid<br />

anders. De Tweede Kamer wil een brief van<br />

staatssecretaris Dekker waarin hij aangeeft hoe hij<br />

de aangenomen motie over het mogelijk maken van<br />

een maatwerkdiploma gaat uitvoeren. In een<br />

uitgebreide reactie noemt de <strong>VO</strong>-raad het advies<br />

van de Onderwijsraad eenzijdig en geschreven<br />

vanuit een te beperkte scope.<br />

Nederlands onderwijs<br />

scoort goed<br />

Vergeleken met onderwijsstelsels uit<br />

33 landen presteert het Nederlandse<br />

onderwijs goed. Nederlandse<br />

leerlingen krijgen vergeleken met<br />

leerlingen uit andere landen meer les,<br />

worden minder vaak werkloos en zijn<br />

beter voorbereid op de arbeidsmarkt.<br />

Dat blijkt uit het rapport Education<br />

at a Glance <strong>2015</strong> van de Organisatie<br />

voor Economische Samenwerking en<br />

Ontwikkeling (OESO).<br />

Website <strong>VO</strong>2020 vernieuwd<br />

De afgelopen periode heeft de <strong>VO</strong>-raad<br />

vanuit het programma ‘Naar een<br />

ambitieus leerklimaat’ gewerkt aan het<br />

verbeteren van de samenhang tussen de<br />

projecten van de <strong>VO</strong>-raad. Dit heeft<br />

onder andere geresulteerd in een<br />

vernieuwde website <strong>VO</strong>2020.nl.<br />

Daar leest u alles over de projecten<br />

en hoe zij kunnen bijdragen aan het<br />

verbeter- en innovatieproces op uw<br />

school.<br />

k Kijk voor het laatste<br />

nieuws op www.vo‐raad.nl<br />

AGENDA<br />

10<br />

DEC<br />

Scholenconferentie<br />

‘Passend graag’<br />

Wie Schoolleiders, teamleiders, <strong>dec</strong>anen<br />

Waar Zwolle<br />

16<br />

DEC<br />

Masterclass Duurzame inzetbaarheid<br />

voor schoolleiders (<strong>VO</strong>-academie)<br />

Wie Schoolleiders<br />

Waar Den Bosch<br />

15<br />

DEC<br />

Leertraject Strategisch Onderwijskundig<br />

Leiderschap (<strong>VO</strong>-academie)<br />

Wie Rectoren en algemeen directeuren<br />

Waar Den Dolder<br />

21<br />

JAN<br />

18<br />

FEB<br />

Conferentie Sociale Veiligheid: Op Koers!<br />

Wie Schoolleiders, afdelingsleiders<br />

Waar Amersfoort<br />

4 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


1 MINUUTJE<br />

Het Centrum voor Mondiaal Onderwijs, deel van<br />

de Faculteit Managementwetenschappen van de RU<br />

Nijmegen, maakt lesmateriaal voor basis- en voortgezet<br />

onderwijs. Harry de Ridder, stafmedewerker en<br />

ontwikkelaar van lesmateriaal, vertelt over de ambitie<br />

om beeldvorming van leerlingen over onderwerpen<br />

zoals ontwikkelingssamenwerking, oorlog & vrede,<br />

mensenrechten en vluchtelingen, completer en<br />

waarachtiger te maken.<br />

CMO wil onder andere met de digitale nieuwsbrief ‘Ander<br />

Nieuws, actiekrant voor wereldburgers’ dat leerlingen nadenken<br />

over het gebrachte nieuws, empathie ontwikkelen en zich<br />

afvragen wat ze er zelf van vinden. Behoorlijk ambitieus.<br />

“Als je niet groot durft te dromen, kom je nergens. Ander<br />

Nieuws wil bewustwording creëren. Iedereen spreekt elkaar<br />

na, ook de traditionele media. Het gaat om de beeldvorming<br />

die daardoor ontstaat. Zo schatten kinderen de vluchtelingentoestroom<br />

naar Nederland tien keer hoger in dan werkelijk<br />

het geval is.”<br />

‘Vluchten kan nog wel’ heet de vijfde editie van Ander Nieuws.<br />

Wat wil het CMO daarmee bereiken?<br />

“CMO brengt het nieuws vanuit het perspectief van<br />

ontwikkelingssamenwerking en het Zuiden. Vluchtelingen<br />

worden in de traditionele media vooral als een probleem<br />

gezien, neem alleen al het woord ‘vluchtelingenproblematiek’<br />

of ‘vluchtelingencrisis’. Met Ander Nieuws kijken we verder<br />

dan de waan van de dag, geven de juiste feiten en achtergrondinformatie<br />

waardoor kinderen het nieuws van alle kanten<br />

kunnen bekijken. De politiek is vaak opportuun in het<br />

neerzetten van vluchtelingen als probleem en ook voor<br />

media geldt dat goed nieuws geen nieuws is.”<br />

Zijn scholen niet prima in staat om zelf met leerlingen in<br />

gesprek te gaan over maatschappelijk relevante onderwerpen<br />

zoals vluchtelingen?<br />

“Onze ervaring is dat scholen snakken naar lesmateriaal om<br />

de juiste informatie over te kunnen brengen aan hun leerlingen.<br />

Er is heel weinig materiaal beschikbaar waar ze mee<br />

in de klas aan de slag kunnen. We hebben digitale leerlijnen<br />

over actuele onderwerpen zodat leerlingen echte kennis<br />

krijgen die hen tot zelfstandig nadenken uitnodigt. En niet<br />

hetzelfde antwoord met factor tien vermenigvuldigen.”<br />

Kijk voor meer informatie op www.cmo.nl<br />

4<br />

FEB<br />

Havocongres 2016<br />

‘Trots op de havo’<br />

Wie Schoolleiders en docenten<br />

Waar Ede<br />

31<br />

MAR<br />

<strong>VO</strong>-congres 2016<br />

Wie Leden <strong>VO</strong>-raad<br />

Waar Nog niet bekend<br />

15<br />

FEB<br />

De nieuwe vmbo-conferentie<br />

Wie Schoolleiders en bestuurders<br />

Waar Utrecht<br />

Kijk voor meer informatie op<br />

www.vo-raad.nl/bijeenkomsten<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

5


INTERVIEW<br />

DE NUCHTERHEID VAN HET BESTUUR VAN REGIO NOORD<br />

‘WE MOGEN WEL EENS<br />

WAT TROTSER ZIJN’<br />

Twee keer per jaar organiseert het bestuur van Regio Noord een<br />

bijeenkomst voor schoolleiders en bestuurders. De sfeer is altijd goed<br />

en de opkomst hoog. Het geheim schuilt in de combinatie van een<br />

goed programma en een ontspannen toon. ‘We laten zien dat de<br />

<strong>VO</strong>-raad niet ver weg staat, maar juist te vinden is in de regio.’<br />

Tekst: Maaike Vos / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />

6 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


Regio Noord is groot en omvat een stuk of tachtig<br />

scholen uit Groningen, Friesland, Drenthe en de<br />

Noordoostpolder. Het bestuur van deze regio bestaat<br />

bewust uit een afspiegeling van de provincies. Voorzitter<br />

is Dries Koster, directeur-bestuurder van RSG Wolfsbos<br />

in Hoogeveen. Bernadette Pelgrum, rector van het<br />

Christelijk Gymnasium Beyers Naudé in Leeuwarden is<br />

secretaris en Wieteke Beernink, rector van verschillende<br />

scholen van de Openbaar Onderwijs Groep Groningen<br />

is lid. “Maar we doen eigenlijk alles met z’n drieën”,<br />

vertelt Koster.<br />

Twee keer per jaar organiseert het bestuur een regiobijeenkomst<br />

in het Abe Lenstrastadion in Heerenveen.<br />

Het doel is een inspirerend programma te organiseren<br />

voor de deelnemers, die zowel teamleider, bestuurder<br />

als docent zijn. Ze worden daarbij geholpen door Jeroen<br />

Baerveldt en Onne Folkeringa van het schoolleidersplatform.<br />

“Eigenlijk is bestuur een beetje een apart<br />

woord”, zegt Beernink. “We hebben geen formele<br />

bestuursfunctie, maar zijn meer een soort verbinding<br />

tussen scholen”, legt Koster uit.<br />

Deelnemers kunnen bij zo’n bijeenkomst meedoen<br />

aan verschillende workshops en actuele zaken uit het<br />

onderwijs bespreken met de voorzitter van de <strong>VO</strong>-raad<br />

Paul Rosenmöller. De bijeenkomst heeft altijd een<br />

thema. Tijdens de workshops worden de verschillende<br />

kanten van dit thema belicht en ook de openingsspreker<br />

buigt zich over het overkoepelende thema. De opkomst<br />

is hoog: gemiddeld komen zo’n honderd belangstellenden.<br />

“Als er zeventig mensen zijn, zijn we een<br />

beetje teleurgesteld”, zegt Koster.<br />

Hoe verklaren jullie die hoge opkomst?<br />

Beernink: “In de Randstad wordt heel veel<br />

georganiseerd voor mensen uit het onderwijs,<br />

daar moeten mensen kiezen.”<br />

De bijeenkomsten van Regio Noord worden<br />

omschreven als ‘altijd een feestje’. Waardoor<br />

komt dat?<br />

Beernink, grappend: “Door Dries, want hij vertelt<br />

altijd dat we een feestcommissie zijn.” Dan serieus:<br />

“Ik denk dat we erin slagen een goed programma met<br />

een positieve insteek te bieden en een ontspannen toon<br />

aan te slaan. Daardoor worden onze bijeenkomsten<br />

nooit zwaar.”<br />

Pelgrum: “De mogelijkheid om te netwerken speelt<br />

ook mee. Na de bijeenkomst is er altijd een etentje,<br />

dat is gezellig. Je kunt dan bijpraten met elkaar en<br />

ideeën uitwisselen. En de locatie speelt een rol. Het<br />

Abe Lenstrastadion is een mooie locatie die centraal ligt.<br />

Alles bij elkaar maakt dat het inderdaad een beetje<br />

een feestje is.”<br />

Hoe kiezen jullie het thema?<br />

Pelgrum: “Het is altijd actueel, iets wat op dat moment<br />

speelt in het onderwijs. Het gaat om dingen waar we<br />

zelf ook mee te maken hebben, die we lastig of moeilijk<br />

vinden. Dat komt dan goed uit voor anderen.”<br />

Koster: “Elk thema dat je kunt bedenken, zou aan de<br />

orde kunnen komen. We raadplegen onze achterban<br />

van scholen en de <strong>VO</strong>-raad om te kijken wat daar op<br />

dat moment speelt. Ik vraag altijd wel aan de scholen<br />

waarmee ik nauw contact heb, of ze nog een idee<br />

hebben.”<br />

Beernink: “Een voorbeeld dat laat zien hoe we werken,<br />

is het thema dat we vorig jaar kozen voor de<br />

bijeenkomsten: ‘Er is meer ruimte dan je denkt’. Veel<br />

mensen klagen dat ze worden ingeperkt, maar wij laten<br />

zien dat er veel meer mogelijk is dan vaak wordt gedacht.<br />

We kiezen dan bewust voor een positieve invalshoek om<br />

deelnemers te helpen net even anders naar een kwestie te<br />

kijken. Die nuchtere houding en toon zijn kenmerkend<br />

voor onze bijeenkomsten.”<br />

Kiezen jullie altijd specifiek noordelijke thema’s?<br />

Koster: “Ik denk niet dat er zoiets bestaat als een<br />

specifiek thema voor het Noorden. We zijn geen unieke<br />

regio met unieke thematiek. Dingen die hier spelen,<br />

spelen overal in het land.”<br />

‘We zeggen altijd: de <strong>VO</strong>-raad,<br />

dat zijn we met z’n allen’<br />

Beernink: “Dat is ook niet iets waar we naar streven,<br />

het past niet bij de aard van onze bijeenkomsten.”<br />

Koster: “In dat opzicht zijn we ook geen typisch bestuur<br />

dat een agenda opstelt en beleid uitzet. Wij zijn meer<br />

een soort verbindingscommissie dan een bestuur.”<br />

Verbinding is een woord dat vaak valt in het gesprek.<br />

Het is een van de belangrijkste doelen van de bijeenkomsten.<br />

“Het zijn momenten van verbinding en<br />

ontmoeting. De gesprekken zijn serieus, maar de sfeer is<br />

niet heel zwaarbeladen”, vertelt Koster. Er is ook ruimte<br />

voor discussies in kleine groepen. “Het is vooral heel<br />

veel delen”, zegt Pelgrum. Koster stelt dat de mix van<br />

een stevig programma, aandacht voor de mensen en de<br />

ruimte voor netwerken de bijeenkomsten tot een succes<br />

maakt. “Ik denk dat mensen het ook fijn vinden dat er,<br />

in alle hectiek van de dag, even een moment is waarop je<br />

mensen van buiten je eigen organisatie kan ontmoeten”,<br />

voegt Beernink toe.<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

7


INTERVIEW<br />

CV BERNADETTE PELGRUM<br />

Geboren 17 juni 1956, Aerdt<br />

November 2006 – heden<br />

Rector Christelijk Gymnasium Beyers<br />

Naudé<br />

Augustus 2004 – november 2006<br />

Conrector Fivelcollege<br />

Augustus 2001 – augustus 2004<br />

Sectorleider vwo bovenbouw CSG<br />

Liudger<br />

Augustus 1982 – augustus 2001<br />

Docent en stagecoördinator<br />

opleiding Voeding en Diëtetiek<br />

Hanzehogeschool Groningen<br />

Wisselwerking<br />

Naast de verbindende functie van zo’n bijeenkomst<br />

vindt het bestuur de wisselwerking met de <strong>VO</strong>-raad<br />

belangrijk. De aanwezigen kunnen input geven over<br />

problemen waar ze tegenaan lopen, en voorzitter<br />

Rosenmöller geeft uitleg over wat er op dat moment<br />

speelt in de raad. “Ik merk dat hij de bijeenkomsten<br />

gebruikt om te horen wat er in het veld gebeurt”,<br />

zegt Koster. Die connectie met de <strong>VO</strong>-raad heeft<br />

een grote toegevoegde waarde. “We zeggen altijd:<br />

de <strong>VO</strong>-raad, dat zijn we met z’n allen.” Pelgrum:<br />

“We willen laten zien dat de <strong>VO</strong>-raad niet ver weg<br />

staat, maar juist te vinden is in de regio.”<br />

Een van de onderwerpen waar op dit moment landelijk<br />

druk over wordt gediscussieerd, is het maatwerkdiploma.<br />

De Onderwijsraad bracht vorige maand een negatief<br />

advies uit over dit concept. Dries Koster gelooft echter<br />

heilig in het maatwerkdiploma. “Op mijn school is er<br />

veel draagvlak voor. Ik heb tegen Rosenmöller gezegd:<br />

‘niet opgeven!’” Bernadette Pelgrum legt uit dat de<br />

discussie een beetje aan haar voorbij is gegaan, omdat<br />

het maatwerkdiploma niet relevant is voor het<br />

categoriaal gymnasium waaraan zij leiding geeft.<br />

“Maar op zich sta ik er niet afwijzend tegenover.”<br />

Koster gaat nu rechtop in zijn stoel zitten. “Ik geloof<br />

echt dat dit kinderen een kans biedt. We remmen<br />

nu zoveel talent af.”<br />

Speelt de discussie over het maatwerkdiploma<br />

ook in het Noorden?<br />

Wieteke Beernink: “Nog niet echt. Dat heeft volgens<br />

mij ook te maken met het relatief hoge aantal zwakke<br />

scholen dat de regio een tijdlang kende. Die hebben<br />

inmiddels een stevige inhaalslag gemaakt, maar voor<br />

dat maatwerkdiploma moet je de boel echt goed op<br />

orde hebben.”<br />

Koster: “Er komt heel wat bij kijken, je moet de<br />

basis inderdaad echt op orde hebben. Maar er zijn<br />

veel verbeteringen aangebracht.”<br />

Om wat voor verbeteringen gaat het dan?<br />

Koster: “Het gaat vooral om visitaties. Bij elkaar in de<br />

klas kijken, binnen scholen en tussen scholen, heeft<br />

een enorme vlucht genomen.”<br />

Pelgrum: “Ook de media-aandacht speelt natuurlijk<br />

mee. Al die publiciteit over de prestaties van scholen,<br />

kranten die erover schrijven, rangen en standen die<br />

gepubliceerd worden. Dat komt veel frequenter voor<br />

tegenwoordig.”<br />

Zeggen die cijfers en lijstjes dan alles?<br />

Alle drie tegelijk, stellig: “Nee!”<br />

Pelgrum: “Maar het is wel belangrijk dat scholen weten<br />

waarom ze bepaalde cijfers halen, en dat er discussie over<br />

wordt gevoerd. Je hebt een cijfertje, en dan ga je kijken:<br />

‘wat zit daar nou achter?’”<br />

Beernink: “Cijfers zijn niet zaligmakend, maar je moet<br />

het wel minstens zo goed doen als andere scholen.<br />

En als je het minder goed doet, moet je weten waarom.<br />

De discussie hoeft zich trouwens niet alleen te richten<br />

op negatieve uitschieters. Als leerlingen van een bepaalde<br />

docent bijvoorbeeld systematisch betere eindexamenresultaten<br />

halen, kun je kijken wat je daarvan kan leren.”<br />

Koster vertelt dat docenten op zijn school tegen elkaar<br />

zeggen: ‘kom eens kijken bij mijn lessen, help me verder<br />

te komen’. “Dan ga je met elkaar in gesprek en heb je<br />

niet zo’n houding van: ‘kom niet bij mij, ik doe het<br />

goed’.” Deze open werkwijze is niet onopgemerkt<br />

8 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


CV DRIES KOSTER<br />

Geboren 11 augustus 1959,<br />

Veenendaal<br />

CV WIETEKE BEERNINK<br />

Geboren 17 juni 1957,<br />

Oudenhoorn<br />

Augustus 2008 – heden<br />

Directeur-bestuurder RSG Wolfsbos<br />

Augustus 2005 – augustus 2008<br />

Directeur Deltion College<br />

Augustus 2002 – augustus 2005<br />

Vestigingsmanager Metrium<br />

Januari 1990 – juli 2002<br />

Diverse functies Hanzehogeschool<br />

Groningen<br />

2014 – heden<br />

Rector Zernike College<br />

2012 – heden<br />

Rector H.N. Werkman College<br />

2002 - 2012<br />

Zelfstandig interim-manager en<br />

organisatieadviseur<br />

gebleven door de onderwijsinspectie: RSG Wolfsbos<br />

werd beoordeeld als de beste school van Drenthe.<br />

Koster was hier erg blij mee en belde direct de krant,<br />

maar stuitte op noordelijke nuchterheid. “Mensen in<br />

mijn omgeving zeiden: ‘ho’. We zijn soms echt te<br />

bescheiden hier, en mogen wel eens wat trotser zijn.”<br />

Digitalisering<br />

Net als bij het maatwerkdiploma is ook de discussie<br />

over digitalisering en ICT in het onderwijs nooit ver<br />

weg. Pelgrum heeft een uitgesproken mening over dit<br />

onderwerp: “ICT is geen doel op zich, maar altijd<br />

ondergeschikt aan het onderwijs.” Beernink vertelt<br />

over de opening van het nieuwe schoolgebouw van het<br />

Zernike College in Haren. “We hadden duizend wifi<br />

access points geïnstalleerd, maar in de eerste twee weken<br />

lag de wifi volledig plat. Nu hebben we er vierduizend<br />

en het probleem is opgelost. Wie had een paar jaar terug<br />

kunnen denken dat het grootste drama bij de opening<br />

van een nieuw gebouw de wifi zou zijn?”<br />

‘We kiezen bewust voor een<br />

positieve invalshoek om deelnemers<br />

te helpen net even anders naar een<br />

kwestie te kijken’<br />

Ook het feit dat er nog maar weinig bekend is over de<br />

effecten van digitale leermethodes op het brein van<br />

kinderen, maakt de schoolleiders terughoudend.<br />

“Kinderen krijgen al zoveel prikkels. Ze moeten soms<br />

ook gewoon rustig op dingen kunnen kauwen”, zegt<br />

Pelgrum. ICT kan daarbij als hulpmiddel dienen: “Als<br />

school moet je zoeken naar de juiste mix.” Beernink<br />

zegt dat de ontwikkelingen op digitaal gebied ontzettend<br />

snel gaan, en dat maakt het lastig om alles bij te houden<br />

en beleid te maken. “Een paar jaar geleden bestond<br />

WhatsApp nog niet. Dus hoe kan je op het moment dat<br />

je een fenomeen nog niet kent, beleid hebben?” Koster<br />

vertelt dat hij laatst aan een vmbo-klas uitlegde hoe hij<br />

zijn tijd vroeger doorbracht zonder computer en tv. “Ik<br />

zei dat ik boeken kon lezen of ging spelen met vriendjes.<br />

Dat vonden ze toen heel zielig voor me.”<br />

Tot slot: hoe ziet de toekomst van de docent eruit?<br />

Koster: “Ik had laatst zo’n oudemensengesprek met<br />

iemand, die zei: ‘vroeger werd er nog geluisterd naar de<br />

docent, toen was er nog respect voor het vak’. Ik zou het<br />

mooi vinden als in deze tijden, met veel aandacht voor<br />

sociale media en waarin ook de assertiviteit van ouders<br />

toeneemt, het respect voor het vak blijft. Want het is een<br />

fantastisch vak, en niet gemakkelijk. Ik geef het je maar<br />

te doen.”<br />

Beernink: “Het is een mensenvak. Contact leggen is het<br />

allerbelangrijkste, zowel met leerlingen als met collega’s<br />

als met ouders. Je moet een groep kunnen boeien, want<br />

een klas zal nooit zestig minuten individueel gaan<br />

werken.”<br />

Pelgrum: “En aandacht is heel belangrijk. Wil je een<br />

leerling iets bijbrengen, op wat voor niveau dan ook,<br />

dan is het belangrijk dat hij zich goed voelt op een<br />

school. Maar die aandacht moet er ook voor docenten<br />

zijn. Ik denk dat wij te weinig schouderklopjes uitdelen.<br />

Docent zijn is een intensief beroep. Mensen stoppen er<br />

veel tijd en energie in, dan moeten ze ook aandacht en<br />

waardering terugkrijgen. Iedereen heeft onderwijs<br />

gevolgd en iedereen heeft wel een idee en een beeld over<br />

onderwijs, maar wat een docent nou echt doet, dat is een<br />

complex gebeuren.”<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

9


Opleidingsscholen dragen bij aan lerende cultuur<br />

SAMEN OPLEIDEN =<br />

SAMEN ONTWIKKELEN<br />

Met de recente aanpassing van de OCW-regeling ‘tegemoetkoming kosten<br />

opleidingsscholen’ wordt het aantal opleidingsscholen dit schooljaar flink<br />

uitgebreid. Opleidingsscholen stimuleren een professionele cultuur, een onderzoekende<br />

houding en hechte samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen.<br />

Dat is van grote betekenis voor de ontwikkeling van vo-scholen tot professionele<br />

leergemeenschappen – een van de ambities in het Sectorakkoord <strong>VO</strong>.<br />

Tekst: Martijn Laman / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />

“Werken in een professionele leergemeenschap betekent<br />

dat je elke dag weer zoekt naar nog betere manieren om<br />

leerlingen te bereiken. Daarvoor heb je naast reflectief<br />

ook onderzoekend vermogen nodig. Op weg naar die<br />

situatie levert de opleidingsschool momenteel een<br />

belangrijke bijdrage.” Aldus Carry Jeremiah, projectleider<br />

van de Dunamare Opleidingsschool en schoolopleider<br />

van het deelnemende Haarlemmermeer<br />

Lyceum.<br />

Kort gezegd zijn opleidingsscholen samenwerkingsverbanden<br />

van vo- en/of po-scholen en (academische)<br />

lerarenopleidingen waarin toekomstige leraren worden<br />

opgeleid. Dunamare Opleidingsschool bestaat bijvoorbeeld<br />

uit zes voortrekkersscholen, de Hogeschool van<br />

Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam. “Nadat<br />

er in de zomer ruimte kwam voor nieuwe opleidingsscholen,<br />

hebben we in no time alle stukken leesklaar<br />

gemaakt voor de subsidieaanvraag. Het Steunpunt<br />

Opleidingsscholen heeft ons daar enorm bij geholpen”,<br />

zegt Jeremiah.<br />

Bijzonder aan opleidingsscholen is dat de opleiding<br />

van studenten tot bevoegd docent voornamelijk op de<br />

werkplek plaatsvindt: “In de opleidingsschool zorgen<br />

we ervoor dat theorie en praktijk elkaar ontmoeten.”<br />

Dunamare ambieert voor elke student met elk<br />

ontwikkeldoel een passende leer-/werkplek: “Als een van<br />

de grootste Nederlandse onderwijsstichtingen kunnen<br />

we een heel divers didactisch palet bieden: van praktijkonderwijs<br />

tot technasium en van regulier tot tweetalig en<br />

daltononderwijs.”<br />

‘De praktijk is van onschatbare<br />

waarde voor het stevig equiperen<br />

van studenten en docenten’<br />

Samen opleiden is daarbij ook samen ontwikkelen, zegt<br />

Jeremiah. “Met de instituutsopleiders van HvA en UvA<br />

delen we kennis en brengen we theorie en praktijk<br />

bijeen; studenten brengen de nieuwste ontwikkelingen<br />

de school in en ervaren collega’s leiden gezamenlijk de<br />

studenten op. Deze werkplekbegeleiders wonen intervisiebijeenkomsten<br />

bij en schoolopleiders consulteren<br />

elkaar regelmatig. Uiteindelijk ontwikkelt zo het hele<br />

onderwijs zich dankzij het opleiden van jong docenttalent.”<br />

Opleiden in de school<br />

Opleiden in de school (OIDS) is een heel directe manier<br />

om de aansluiting tussen opleiding en praktijk te<br />

optimaliseren. “De praktijk is van onschatbare waarde<br />

10 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


Liesbeth Bloeme: ‘Juist de wisselwerking tussen de geledingen<br />

vinden we belangrijk’<br />

Carry Jeremiah: ‘In de opleidingsschool zorgen we ervoor dat<br />

theorie en praktijk elkaar ontmoeten’<br />

voor het stevig equiperen van studenten en docenten en<br />

dat levert het beste onderwijs voor leerlingen op”, vertelt<br />

Liesbeth Bloeme, programmamanager van de opleidingsschool<br />

Rijnmond, rondom Rotterdam. “Onze opleidingsschool<br />

is een rechtstreekse voortzetting van het Platform<br />

Rijnmond. Dat samenwerkingsverband werd in 2008<br />

opgericht toen we door knelpunten op de arbeids markt<br />

als risicoregio werden gekwalificeerd. Sindsdien werken<br />

negen schoolbesturen met ruim dertig school locaties<br />

steeds hechter samen. Met elkaar, met de Hogeschool<br />

Rotterdam en met universitaire leraren opleidingen in<br />

Leiden en Delft.”<br />

In samenwerking met de Hogeschool Rotterdam gaven<br />

twee van de drie clusters waarin de regio Rijnmond<br />

het werkproces heeft georganiseerd, al langer vorm aan<br />

OIDS-trajecten. “Initieel was dat vooral om eigen leerlingen<br />

te interesseren in een lerarenopleiding. Het concept<br />

bleek succesvol en werd uitgebreid naar alle categorieën<br />

studenten en naar het derde cluster”, zegt Bloeme.<br />

Individueel bleken de clusters echter te klein om een<br />

erkende opleidingsschool te kunnen worden: “Daardoor<br />

visten we vaak achter het net. We stonden achteraan<br />

bij het ontvangen van stagiairs van de universitaire opleidingen<br />

en ondersteuningsregelingen bleken exclusief<br />

voor erkende opleidingsscholen.” Toen was daar opeens<br />

het sectorakkoord – met de afspraak om het aantal<br />

opleidingsscholen uit te breiden: “Om die kans niet te<br />

missen, hebben we onze krachten nog steviger gebundeld.”<br />

Professionele leercultuur<br />

Een professionele leeromgeving vergt een op leren<br />

gerichte cultuur waaraan leraren, teams, schoolleiding<br />

en bestuur samen bouwen. “Juist de wisselwerking tussen<br />

die geledingen vinden we belangrijk”, vertelt Bloeme.<br />

“Daarom zetten we binnen de kaders van de opleidingsschool<br />

de eerste stappen naar een professionele leergemeenschap<br />

voor bestuurders, schoolleiders en docenten.<br />

Door de regio heen zijn we leernetwerken aan het<br />

inrichten waarbinnen we concrete thema’s koppelen aan<br />

hun betekenis voor onderwijs, organisatie en personeelsbeleid.<br />

Een thema als digitale didactiek vergt een integraal<br />

samenspel tussen alle niveaus. Je moet gezamenlijk<br />

bedenken wat stappen in die richting voor het schoolplan<br />

betekenen, hoe je die in het HRM-beleid inbedt en<br />

welke competenties docenten en schoolleiders ervoor<br />

nodig hebben.” Op termijn zal er ook een Rijnmond<br />

Academie worden opgericht: “Als nascholingsinstituut,<br />

maar vooral om collegiaal leren beter te faciliteren.”<br />

Dunamare wil met de studenten van de opleidingsschool<br />

zowel nieuwe theorieën en ideeën rondom opleiden<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

11


‘Onze directies en het college van<br />

bestuur hebben de ontwikkeling<br />

van het HR-beleid nu permanent<br />

op de agenda staan’<br />

in huis halen als een lerende cultuur aanwakkeren.<br />

Jeremiah: “We faciliteren kruisbestuiving op alle<br />

niveaus. Voor studenten staan de deuren hier overal<br />

open. Studenten leren van ons, wij van hen, van<br />

collega’s, van de instituutsopleiders van HvA en UvA.<br />

Zo worden we die professionele leergemeenschap waar<br />

het sectorakkoord op doelt.”<br />

Doorlopende lijnen<br />

‘De versterking van de samenhang binnen scholen tussen<br />

opleiden, professionaliseren en het op professionele<br />

ontwikkeling gerichte personeelsbeleid, is de basis van de<br />

kwalitatieve impuls voor opleiden in de school.’ Die stelling<br />

uit het Sectorakkoord <strong>VO</strong> sluit aan bij de uitgangs punten<br />

van Dunamare. “We willen bereiken dat binnen ons<br />

onderwijs opleiden, ontwikkelen en reflectie integraal<br />

onderdeel van je carrière zijn”, vertelt Jeremiah. “Daarom<br />

werken we toe naar een doorlopende leerlijn gedurende<br />

de hele onderwijsloopbaan van een mede werker en naar<br />

inbedding van professionele ontwikkeling in het HRMbeleid.”<br />

Dunamare heeft reeds een intern opleidingsinstituut<br />

voor docenten, directies en bestuurs leden.<br />

Jeremiah: “Zoals we aan leerlingen en met de opleidingsschool<br />

maatwerk willen leveren, is het onze bedoeling<br />

om ook het aanbod van de Dunamare Academie af te<br />

stemmen op de feitelijke behoeftes van onze onderwijsprofessionals.”<br />

In 2020 moeten er in de sector<br />

minimaal 2200 extra opleidingsplaatsen<br />

zijn<br />

Ook de regio Rijnmond kiest voor een integrale aanpak,<br />

vertelt Bloeme: “Als opleidingsschool willen we niet<br />

alleen studenten tot leraar opleiden en toekomstige<br />

leraren opnemen in onze infrastructuur.; we willen alles<br />

wat binnen ons onderwijs met professionalisering te<br />

maken heeft, er onderdeel van laten zijn. De afgelopen<br />

jaren zijn we bijvoorbeeld bezig geweest met een groot<br />

project rondom digitale didactiek en het inrichten van<br />

de schoolorganisatie op complexe vaardigheden en<br />

nieuwe mogelijkheden. Professionalisering in die zin<br />

STEUNPUNT<br />

OPLEIDINGSSCHOLEN<br />

Het Steunpunt Opleidingsscholen ondersteunt en<br />

faciliteert bestaande (academische) opleidingsscholen<br />

bij de versterking van het samen<br />

opleiden en professionaliseren. Met diezelfde<br />

ambitie stimuleert het Steunpunt nieuwe en<br />

niet‐bekostigde opleidingsscholen om zich te<br />

ontwikkelen tot geaccrediteerde opleidingsschool.<br />

Daartoe organiseert het Steunpunt<br />

samen met DUO voorlichtingsbijeenkomsten,<br />

ontwikkelt handreikingen rond de aanvraagprocedure<br />

en publiceert voorbeelddocumenten<br />

op de website. De helpdesk brengt nieuwe<br />

opleidingsscholen voor de beantwoording<br />

van vragen in contact met ervaren opleidingsscholen.<br />

Rond de verdere inbedding van<br />

samen opleiden in het HR-beleid van de scholen<br />

werkt het Steunpunt samen met de <strong>VO</strong>-raadprojecten<br />

‘Naar een ambitieus leerklimaat’<br />

en Strategisch HRM.<br />

www.steunpuntopleidingsscholen.nl<br />

gaat vooral over zittend personeel en HRM-beleid.<br />

Leren houdt nooit op. Wel heeft het in elke loopbaanfase<br />

een andere betekenis, vorm en doel.”<br />

Extra opleidingsplaatsen<br />

Door de aanpassing van de ‘Regeling tegemoetkoming<br />

kosten opleidingsscholen’ heeft de sector nu ruimte voor<br />

substantiële uitbreiding van het aantal opleidingsscholen<br />

in het voortgezet onderwijs. In 2020 moet dat zich<br />

vertalen in minimaal 2200 extra opleidingsplaatsen.<br />

Opleidingsschool Rijnmond wil jaarlijks tweehonderd<br />

studenten gaan opleiden, “naast eenzelfde aantal<br />

studenten dat nu al bij ons via het klassieke voltijdsen<br />

stagemodel een opleiding volgt”, vult Bloeme aan.<br />

Kwantitatieve en kwalitatieve aspecten gaan bij<br />

Dunamare hand in hand, zegt Jeremiah: “We richten<br />

ons op die extra opleidingsplaatsen én op het vinden van<br />

jezelf in je docentschap. Zo’n zoektocht is per definitie<br />

maatwerk. Intervisie, supervisie, lesbeoordelingen,<br />

reflectiegesprekken, video-interactiebegeleiding,<br />

kennismaking met de verschillende vormen van voonderwijs<br />

via interne doorstroom, dat alles helpt<br />

daarbij. Tegelijkertijd willen we uitgaan van een<br />

eerlijke beoordeling over je geschiktheid als docent.”<br />

Onderzoekende houding<br />

Het onderzoek dat studenten van academische opleidingsscholen<br />

verrichten, bevordert school ontwikkeling, innovatie<br />

en een onderzoekende houding bij alle onderwijsprofessionals,<br />

weet Bloeme: “Daarnaast is de expertise<br />

12 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


van hogescholen en universiteiten voor de professionalisering<br />

van zittend personeel van enorme waarde.<br />

De bij onze opleidingsschool betrokken lerarenopleidingen<br />

voeren bijvoorbeeld het project Begeleiding<br />

Startende Leraren uit: zij brengen in de leergemeenschappen<br />

academisch onderzoek in om te komen tot<br />

optimale programma’s voor begeleiding van starters.<br />

De school opleiders die daar van ons uit bij betrokken<br />

zijn, nemen onderzoeksvaardigheden en andere academische<br />

bagage mee die zij binnenschools weer kunnen<br />

toepassen en delen.”<br />

Ook Dunamare Opleidingsschool verkent de mogelijkheden<br />

van academisch onderzoek. Jeremiah: “Zulk<br />

praktijkonderzoek moet zich structureel richten op<br />

thema’s die relevant zijn voor onze scholen. Daarvoor<br />

moeten we in samenspraak met de directie kijken naar<br />

de vragen die ons bezighouden en of we die via onderzoek<br />

door een student kunnen en willen beantwoorden.<br />

Ad hoc gebeurt dat al. Hier op het tweetalig Haarlemmermeer<br />

Lyceum heeft een student Nederlands bijvoorbeeld<br />

onderzocht hoe je taalgericht vakonderwijs binnen een<br />

vmbo-afdeling beter tot zijn recht kunt laten komen.”<br />

Bezegeling<br />

Aanvragen voor bekostiging van een (aspirant-)<br />

opleidingsschool konden tot 1 oktober <strong>2015</strong> worden<br />

ingediend. In 2016 en 2017 volgen nog twee aanvraagrondes<br />

voor samenwerkingsverbanden. Opleidingsscholen<br />

kunnen ook dan ondersteuning vinden bij het<br />

Steunpunt Opleidingsscholen van <strong>VO</strong>-raad en PO-Raad<br />

(zie kader).<br />

De aanvraag voor de Dunamare Opleidingsschool<br />

werkte tot op bestuursniveau als een katalysator,<br />

vertelt Jeremiah: “Onze directies en het college van<br />

bestuur hebben de ontwikkeling van het HR-beleid<br />

nu permanent op de agenda staan, in samenhang met<br />

professionele ontwikkeling en een lerende cultuur.<br />

Dat voelt als een bezegeling van ons werk. De projectleiders<br />

van Dunamare Academie en de opleidingsschool<br />

hebben beiden zitting in het HR-team en in onze<br />

nieuwe kernwaarden zijn goed werkgeverschap en<br />

het faciliteren van professionalisering speerpunten.<br />

We brengen de link tussen professionalisering en<br />

beleid dus echt in praktijk.”<br />

NIEUWE <strong>VO</strong>2020-TOUR: MELD U NU AAN!<br />

Begin 2016 trekt de <strong>VO</strong>2020-karavaan weer<br />

door het land. Deze keer staat ambitie 5 uit het<br />

sectorakkoord centraal: professionele scholen als<br />

lerende organisaties. Een ambitieus leerklimaat<br />

vraagt om voldoende ruimte voor de leraar.<br />

Want alleen in gesprek met elkaar kom je tot<br />

verbetering en vernieuwing van het onderwijs.<br />

En dus praten we dit jaar niet over maar samen<br />

mét leraren over dit belangrijke thema.<br />

De <strong>VO</strong>-raad nodigt u van harte uit om u - samen<br />

met enkele geïnteresseerde leraren uit uw school<br />

of organisatie - aan te melden voor één van de<br />

bijeenkomsten op scholen in de regio’s. Zie<br />

voor meer informatie en aanmelden de website<br />

<strong>VO</strong>2020.nl.<br />

Dit is nu al bekend over de bijeenkomsten:<br />

Regio Noordwest: 11 januari, Haarlemmermeer<br />

Lyceum, Hoofddorp<br />

Regio Oost: 19 januari<br />

Regio Noord: 21 januari<br />

Regio Zuid: 27 januari, Stedelijk College,<br />

Eindhoven<br />

Regio Zuidwest: 2 februari, ZuidWestHoek<br />

College, Ossendrecht<br />

Regio Midden: 9 februari<br />

Regio West: 16 februari, Picasso Lyceum,<br />

Zoetermeer<br />

Amsterdam: 10 maart, Berlage Lyceum,<br />

Amsterdam<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

13


BIJPRATEN<br />

Waardevolle gegevens beter benutten<br />

‘DOORSTROOM IS<br />

ZAAK VAN IEDEREEN’<br />

Vo-scholen en instellingen voor het vervolgonderwijs zijn gezamenlijk<br />

verantwoordelijk voor de doorstroom van leerlingen. Zij werken veelvuldig<br />

samen om die doorstroom soepeler te laten verlopen. Doorstroomgegevens<br />

geven daar nog meer richting aan, zo blijkt uit onderzoek.<br />

Tekst: Martijn Laman / Illustratie: Robert Vulkers<br />

Een soepele doorstroom naar het vervolgonderwijs is een<br />

kerntaak in het voortgezet onderwijs. Het vergt zowel<br />

onderwijs dat aansluit bij (regionale) maatschappelijke<br />

en economische veranderingen als gerichte begeleiding<br />

van leerlingen. Mede daarom behoren een hechte band<br />

met de omgeving en aandacht voor de loopbaan van<br />

leerlingen over de sectorgrenzen heen tot de ambities in<br />

het sectorakkoord <strong>VO</strong>. Om daar met doorstroombeleid<br />

op in te spelen, hebben scholen inzicht nodig in het<br />

studiesucces van leerlingen in het vervolgonderwijs.<br />

Goede samenwerking met het vervolgonderwijs is<br />

daarvoor een vereiste.<br />

Onderzoek<br />

Uit inventariserend onderzoek dat Regioplan deed in<br />

opdracht van de <strong>VO</strong>-raad, blijkt dat de samenwerking<br />

tussen vo-scholen en (regionaal) vervolgonderwijs<br />

nadrukkelijk een soepeler doorstroom tot doel heeft.<br />

Neem <strong>dec</strong>aan Frank Brouwers van het Rodenborch-<br />

College in Rosmalen. Hij haalt ‘de omgeving’ al vaak<br />

de school in: “Onze leerlingen waaieren uit naar<br />

Den Bosch, Eindhoven, Tilburg, Nijmegen. Met de<br />

universiteiten en hogescholen daar heb ik veel contact<br />

over de aansluiting, om materiaal en kennis uit te<br />

wisselen en te voorkomen dat we hetzelfde wiel<br />

uitvinden. In <strong>dec</strong>anenkringen en <strong>VO</strong>-HO-platforms<br />

werk ik bewust samen met andere organisaties, ook om<br />

de link te leggen tussen vaardigheden die in het<br />

voortgezet onderwijs aan bod komen en competenties<br />

die het hoger onderwijs vergt. Zo zijn leerlingen met<br />

een C&M-profiel vaak best creatief. Ik zou wel willen<br />

onderzoeken wat zoiets in het hoger onderwijs<br />

betekent voor die leerlingen. Doorstroomdata vormen<br />

dan een mooie informatiebron.”<br />

Samenwerking met de buitenwereld begint volgens<br />

Brouwers bij goede samenwerking in de school:<br />

“Wij hebben het geluk dat onze rector heel LOBminded<br />

is en veel belang hecht aan hoe leerlingen<br />

het buiten de school doen. Dat enthousiasmeert<br />

de teamleiders en de conrector.”<br />

Feiten nodig<br />

Het Regioplanrapport ‘ Samenwerking in het voortgezet<br />

onderwijs’ verscheen afgelopen september. Het laat zien<br />

dat (regionale) samenwerking vele vormen aanneemt en<br />

geeft een beeld van doelen, resultaten en kansen. Scholen<br />

werken vooral samen omdat het hun leerlingen ten<br />

goede komt: betere voorbereiding op de arbeidsmarkt,<br />

betere oriëntatie op het vervolgonderwijs, meer ontwikkelingsmogelijkheden.<br />

Daarnaast profiteert de<br />

schoolorganisatie er zelf van, via professionalisering van<br />

leraren, het behoud van instroom en onderwijsaanbod<br />

en meer efficiëntie.<br />

Samenwerking met de<br />

buitenwereld begint bij goede<br />

samenwerking in de school<br />

Het onderlinge contact brengt samenwerkende partners<br />

nader tot elkaar; zij leren wat voor de ander belangrijk is.<br />

“Om ons doorstroombeleid gerichter vorm te geven,<br />

hebben we het vervolgonderwijs echt nodig”, vertelt<br />

Anneleine Houtzager, docent en <strong>dec</strong>aan/LOB-<br />

14 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


coördinator van Niekée, een vmbo-school in Roermond.<br />

“Wij merken bijvoorbeeld dat relatief veel van<br />

onze leerlingen later dan gemiddeld een startkwalificatie<br />

halen. Alleen samen met het mbo kunnen we achterhalen<br />

of dat werkelijk klopt, op welke vervolgopleidingen<br />

en niveaus dat precies speelt, en op welke punten we<br />

mogelijk de voorlichting moeten aanpassen.” Aanleiding<br />

voor intensieve(re) samenwerking rond de<br />

doorstroom, is vaak een gevoel op de werkvloer dat<br />

‘er iets hapert’. Maar gevoelens vormen een wankele<br />

basis voor daad werkelijke verbeteractiviteiten; daarvoor<br />

zijn feiten nodig.<br />

Doorstroomdata<br />

De effectiviteit van de samenwerking tussen voortgezet<br />

en vervolgonderwijs wordt groter als deze wordt gevoed<br />

door gegevens over doorstroom. Deze doorstroomdata<br />

omvatten niet alleen de feitelijke doorstroomgegevens<br />

van leerlingen en hun leerloopbaan, maar ook informatie<br />

uit alumnionderzoek of terugkoppelingen over de<br />

loopbaan van studenten door het vervolgonderwijs.<br />

Analyse van kwantitatieve en kwalitatieve doorstroomdata<br />

kan scholen inzicht geven in de aantallen<br />

leerlingen die na een jaar nog op dezelfde<br />

vervolgopleiding zitten, maar laat ook zien hoe<br />

ZEVEN RAND<strong>VO</strong>ORWAARDEN <strong>VO</strong>OR<br />

SUCCES<strong>VO</strong>LLE SAMENWERKING<br />

1. Analyseer mogelijke samenwerkingspartners<br />

vanuit een heldere visie op de gewenste<br />

samenwerkingsthema’s.<br />

2. Zorg voor voldoende tijd en direct contact tussen<br />

samenwerkende partijen om de samenwerking<br />

echt te laten groeien.<br />

3. Zorg voor betrokkenheid op alle relevante<br />

niveaus van de schoolorganisatie: bestuurders,<br />

schoolleiders en leraren.<br />

4. Bedenk en leg op bestuursniveau vast wat de<br />

verschillende partijen met de samenwerking<br />

willen bereiken, en op welke manier zij zich<br />

daarvoor willen inzetten.<br />

5. Zorg dat de samenwerking een gezamenlijk doel<br />

dient, waarbij alle partners baat hebben.<br />

6. Zorg voor coördinatie (en/of een coördinator)<br />

en maak heldere afspraken over wederzijdse<br />

verwachtingen.<br />

7. Zorg voor een duidelijke geografische<br />

afbakening van de regio; dat maakt<br />

samenwerken vanzelfsprekender en draagt<br />

bij aan succes.<br />

(Bron: Eindrapport Samenwerking in het vo,<br />

Regioplan / <strong>VO</strong>-raad, <strong>2015</strong>)<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

15


‘Met structurele samenwerking<br />

blijft wat we opbouwen,<br />

behouden voor de toekomst’<br />

leerlingen de voorbereiding op het vervolgonderwijs<br />

hebben ervaren en welke knelpunten ze tegenkomen.<br />

Vanwege de waarde van die informatie voert de <strong>VO</strong>-raad<br />

momenteel de pilot ‘Optimaal werken met doorstroomdata’<br />

uit. De ruim 25 deelnemende vo-scholen beginnen<br />

de pilot met een eigen onderzoeksvraag, en beantwoorden<br />

deze via analyse en bespreking van doorstroom data.<br />

Niekée Roermond formuleerde bewust een brede<br />

onderzoeksvraag, vertelt Houtzager: “We wilden weten<br />

hoe onze doorstroomcijfers zich verhouden tot het<br />

landelijke beeld. Tegelijk willen we dat keuzebegeleiding<br />

en doorstroom ook in de persoonlijke beleving van<br />

leerlingen goed verlopen. Door oud-leerlingen ernaar<br />

te vragen, krijgen we de bevestiging dat wat we doen,<br />

ook is wat we móeten doen. Maar de eerste winst is toch<br />

het bespreekbaar maken van doorstroomgegevens met<br />

collega’s in en buiten de school”, vindt Houtzager.<br />

BRON: MANAGEMENT VENSTER<br />

Waar de stroombestanden van DUO alleen ruwe<br />

data bevatten over de directe doorstroom, biedt het<br />

ManagementVenster van Vensters<strong>VO</strong> overzichtelijke<br />

en vergelijkbare bewerkingen van doorstroomdata -<br />

per onderwijssoort in het vo, met en zonder<br />

diploma, en over vijf jaren:<br />

pp<br />

Naar welke onderwijssectoren (mbo-hbo-wo-vo)<br />

stromen leerlingen door?<br />

pp<br />

Naar welk type opleidingen (vakgebieden)<br />

stromen leerlingen door, afgezet tegen de<br />

gekozen profielen en sectoren?<br />

pp<br />

Hoeveel procent van de leerlingen blijft na<br />

doorstroom in de eerste twee jaren in hetzelfde<br />

vakgebied en/of dezelfde sector; hoeveel<br />

procent switcht en valt uit?<br />

pp<br />

Wat is de uitstroom uitgesplitst naar jongens en<br />

meisjes?<br />

pp<br />

Wat is de startkwalificatie van uitstromende<br />

leerlingen (rapportage)?<br />

ADVERTENTIE<br />

Cursussen<br />

In Arnhem of op locatie<br />

Statistische prognose<br />

Voor komend schooljaar en op<br />

lange termijn. Met de effecten van<br />

krimp/groei en pensionering.<br />

Financiën en formatieplanning<br />

Van begroting naar lessen en<br />

taken.<br />

Starterscursus<br />

Inrichten van programma, tips en<br />

trucs in het gebruik.<br />

Persoonlijk budget<br />

Wetgeving, registratie en relatie<br />

met formatieplanning.<br />

Vervangingen<br />

Het registreren van de vervanger<br />

en het berekenen van de eventuele<br />

uitbreiding.<br />

Lesplanning<br />

Van de eerste prognose tot aan<br />

het basisrooster.<br />

www.foleta.nl<br />

16 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


BIJPRATEN<br />

Nieuwe vragen<br />

Datzelfde geldt voor <strong>dec</strong>aan Brouwers: “De doorstroom<br />

is een zaak van iedereen. Deze pilot zet docenten,<br />

teamleiders, en directie aan het denken en creëert<br />

inzicht in de toepassing van doorstroomdata. Van<br />

daaruit vinden we weer makkelijker de samenwerking<br />

met het vervolgonderwijs.”<br />

‘De eerste winst is het bespreekbaar<br />

maken van doorstroomgegevens met<br />

collega’s in en buiten de school’<br />

De onderzoeksvraag van het Rodenborch-College<br />

betrof de studierichtingen die havo- en vwo-leerlingen<br />

met het profiel Cultuur & Maatschappij de afgelopen<br />

jaren kozen. Bespreking van de doorstroombestanden<br />

in het ManagementVenster leverde Brouwers en zijn<br />

collega’s in eerste instantie vooral nieuwe vragen op,<br />

mede doordat de interpretatie van harde cijfers<br />

afhankelijk bleek van visie en beleid. Brouwers:<br />

“Toch hebben we wat voorzichtige conclusies getrokken.<br />

We willen onze profielcriteria nog eens onder de<br />

loep nemen, eerder in kaart brengen wat leerlingen<br />

denken over de profielen en onder eindexamen leerlingen<br />

onderzoeken of de kennis die ze nu hebben,<br />

een andere profielkeuze zou opleveren.” Na het eindexamen<br />

raken leerlingen nog te vaak uit beeld. Contact<br />

met het vervolgonderwijs helpt scholen om zicht te<br />

blijven houden op het studiesucces van oud-leerlingen<br />

en beleid af te stemmen op hun volledige leerloopbaan.<br />

Toekomst<br />

Uiteindelijk wil Brouwers voor de onderbouwing van<br />

het doorstroombeleid niet langer afgaan op onderbuikgevoelens:<br />

“In mijn eentje kan ik echter niets met<br />

doorstroomcijfers. Daarom wil ik de analyse van<br />

doorstroom data uiteindelijk cyclisch inbedden.<br />

Met structurele samenwerking, intern én extern,<br />

blijft wat we opbouwen, behouden voor de toekomst.”<br />

Ook Houtzager wil toe naar een situatie waarin zij en<br />

haar collega’s jaarlijks bijeenkomen om doorstroomcijfers<br />

te bespreken. “Gevoelens of vragen op de werkvloer<br />

blijven te vaak op de werkvloer. Door daar<br />

doorstroomdata aan te koppelen en leidinggevenden<br />

te betrekken, volgen er sneller acties op.” Daarbij werkt<br />

Houtzager ook samen met de doorstroomcoördinator<br />

van ROC Gilde Opleidingen, Piet Verstappen<br />

(zie kader). “We hebben al lang goed contact over<br />

doorstroom en warme overdracht. Dat maakt het<br />

eenvoudiger om vragen en informatie te delen en daar<br />

terugkoppeling op te krijgen. Samen met het mbo wil<br />

ik ervoor zorgen dat onze leerlingen straks veel vroeger,<br />

veel meer kunnen proeven van het mbo. Het zou mooi<br />

zijn als een tweedejaars leerling van ons straks heel<br />

laagdrempelig bij een mbo-opleiding kan binnenlopen<br />

en met een mbo-docent in gesprek kan.”<br />

IN HET VER<strong>VO</strong>LGONDERWIJS<br />

Als doorstroomcoördinator van het Limburgse ROC<br />

Gilde Opleidingen bezoekt Piet Verstappen regelmatig<br />

de toeleverende scholen: “Voor de warme overdracht<br />

en voor leerlingen die extra aandacht nodig hebben<br />

trek ik samen op met zorgcoördinatoren, <strong>dec</strong>anen en<br />

schooldirectie.” Verstappen vindt het ‘superbelangrijk’<br />

hoe het leerlingen vergaat na hun opleiding: “Ook bij<br />

vo-scholen zie ik groeiende aandacht voor de vraag<br />

hoe hun onderwijs en begeleiding uitwerken bij de<br />

vervolgopleidingen. Je opleiding omvat maar een<br />

stukje van je leven. Daarom proberen we de<br />

loopbaanoriëntatie van leerlingen te focussen op de<br />

vorming van een toekomstbeeld en het beroep dat ze<br />

willen uitoefenen.”<br />

Binnen het samenwerkingsverband Noord- en Midden-<br />

Limburg richt Verstappen zich meer op macroniveau<br />

op een goede afstemming van het regionale onderwijs:<br />

“Samen met de regionale bestuursvoorzitters kijken we<br />

geregeld naar de macrodoelmatigheid van gekozen<br />

profielen.” Met vo-scholen werkt Verstappen ook aan<br />

docentenuitwisseling: “Docenten van mbo, hbo en<br />

universiteiten moeten op de hoogte zijn van wat er op<br />

hun vakgebied gebeurt in het voortgezet onderwijs,<br />

en omgekeerd.”<br />

Bij de pilot van Niekée Roermond haakte Verstappen<br />

graag aan: “Alleen al de vernieuwing van het vmbo<br />

geeft aanleiding om de aansluiting gezamenlijker op<br />

te pakken. En als je zoals Niekée merkt dat een aantal<br />

leerlingen van zorg & welzijn toch kiest voor een<br />

economische opleiding, ga je op zoek naar signalen.<br />

Juist dan heb je doorstroomgegevens nodig.”<br />

Die kunnen ook trends blootleggen, merkt Verstappen.<br />

“Aan populaire opleidingen kleeft soms een geringe<br />

arbeidsrelevantie. Daarom vind ik het zo belangrijk er<br />

samen met het voortgezet onderwijs voor te zorgen dat<br />

leerlingen een reëel beeld krijgen van de mogelijkheden<br />

en gevolgen van hun keuzes. Wie een bakkersopleiding<br />

gaat volgen, moet beseffen dat dit veel<br />

nachtwerk inhoudt. Daar kun je licht over denken,<br />

maar zoiets heeft impact op je leven.”<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

17


ACTUEEL<br />

ONDERWIJS AAN ASIELZOEKERSKINDEREN<br />

SCHOOL IS<br />

EEN PRETTIGE<br />

AFLEIDING<br />

Kinderen tussen twaalf en achttien jaar gaan na hun<br />

aankomst in Nederland eerst naar de internationale<br />

schakelklas (isk). In beleidstermen heet dit ‘eerste<br />

opvang anderstaligen’ (eoa). Een isk-programma omvat<br />

veel taalonderwijs (NT2) en algemeen vormende vakken.<br />

Gemiddeld zitten leerlingen twee jaar op een isk, daarna<br />

gaan ze naar het vervolgonderwijs. 70 procent stroomt<br />

door naar het mbo.<br />

Er zijn op dit moment 91 isk-afdelingen in Nederland,<br />

meestal verbonden aan een school voor voortgezet<br />

onderwijs, soms aan een mbo-instelling. Scholen<br />

werken met man en macht om de nieuwe instroom in<br />

goede banen te leiden. Bestaande voorzieningen moeten<br />

vaak worden uitgebreid: op verschillende locaties, zoals<br />

in Friesland, is sprake van een verdubbeling. De werkdruk<br />

is hoog en besturen worstelen om aan voldoende<br />

en bekwaam personeel te komen.<br />

Hariëtte Boerboom is adviseur vo bij LOWAN, de<br />

organisatie voor ondersteuning van het onderwijs aan<br />

nieuwkomers. Zij zegt: “Er is een gebrek aan informatie<br />

en overzicht: waar moet je op anticiperen? Het is een<br />

lastig moment als je niet meer in je gebouw past.<br />

Er worden noodgebouwen geplaatst, scholen moeten<br />

naar een andere locatie gaan uitkijken, maar hoe is<br />

het over een half jaar? Waar moet je op rekenen?”<br />

‘Het is een heel leuke doelgroep<br />

om les te geven’<br />

Monique van der Kleijn is manager Onderwijs van<br />

School 23, een instelling waar voortgezet onderwijs<br />

anderstaligen (voat) wordt geboden aan jongeren van<br />

vijftien tot negentien jaar. De school maakt deel uit van<br />

het Summa College, een roc in Eindhoven met een votak<br />

. “Het lastigste op dit moment vind ik dat we de hele<br />

tijd achter de feiten aanlopen,” zegt Van der Kleijn.<br />

“We zijn alleen maar bezig met mensen aannemen<br />

en extra lokalen inrichten. Gemeenten, voogden, alle<br />

betrokkenen oefenen druk uit om leerlingen te plaatsen.<br />

Sorry, we kunnen niet sneller dan we nu gaan, we<br />

kunnen geen ijzer met handen breken. Ik krijg niet zo<br />

snel personeel gevonden als er leerlingen instromen.<br />

18 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


OMGAAN MET<br />

TRAUMA’S EN<br />

OORLOGS-<br />

VERWERKING<br />

De toestroom van vluchtelingen houdt<br />

voorlopig aan. Dat betekent dat het aantal<br />

vluchtelingen kinderen op scholen blijft<br />

groeien, ook nu de teldatum van 1 oktober<br />

voorbij is. In oktober en november zijn<br />

volgens schattingen zo’n tweeduizend<br />

extra leerlingen het voortgezet onderwijs<br />

binnen gekomen. Wat is er nodig om deze<br />

leerlingen goed op te vangen?<br />

Tekst: Mirjam van Teeseling / Fotografie: Hollandse Hoogte<br />

Docenten hebben toegang tot kennis<br />

en expertise nodig om goed te kunnen<br />

omgaan met leerlingen die last hebben<br />

van posttraumatische stress en oorlogstrauma’s.<br />

Zo kan de Stichting Tussenspel worden<br />

ingezet voor speltherapie op scholen.<br />

De Augeo Foundation ontwikkelt een<br />

online cursus die docenten leert de<br />

veerkracht en het herstel van kinderen<br />

te bevorderen en om te gaan met<br />

symptomen van traumatische stress.<br />

Deze cursus materialen worden door<br />

Augeo vanaf <strong>dec</strong>ember <strong>2015</strong> gratis<br />

verspreid. Aan vo-scholen biedt het<br />

Expertise centrum gezondheidsverschillen<br />

Pharos ondersteuning<br />

aan leerlingen en docenten in de<br />

vorm van lesmaterialen en kennisbevordering.<br />

(Bron: Kamerbrief over onderwijs aan<br />

asielzoekers, 26 oktober <strong>2015</strong>)<br />

Ik heb nu een beperkt aantal leerplichtigen op een<br />

wachtlijst staan en daar schaam ik me voor, maar<br />

je moet ook de kwaliteit zien te waarborgen.”<br />

Er zijn grote schommelingen in het aantal leerlingen<br />

en dus ook in het aantal benodigde docenten. Een<br />

mogelijke oplossing is docenten aannemen op projectbasis.<br />

“De werving en selectie vraagt veel”, aldus Van<br />

der Kleijn. “NT2-docenten zijn niet meer te krijgen.<br />

Er worden docenten ingezet met een pabo-diploma,<br />

vaak afkomstig uit het speciaal onderwijs. Die kunnen<br />

goed differentiëren, zijn goed in klassenmanagement<br />

en breed inzetbaar.”<br />

Uitklapsysteem<br />

In Nijmegen, waar een grote tijdelijke noodopvanglocatie<br />

voor vluchtelingen is, wil het Canisius College<br />

binnenkort voor zes tot negen maanden een extra<br />

isk‐afdeling openen, een nevenvestiging van de<br />

moederschool, om de kinderen die in deze noodopvang<br />

verblijven het onderwijs te kunnen bieden<br />

waar zij recht op hebben. Jan Müskens, locatieleider<br />

isk van het Canisius College, vindt het “ethisch en<br />

maatschappelijk totaal niet verantwoord om niks te doen<br />

voor deze kinderen.” Hij heeft een blauwdruk gemaakt<br />

voor het snel opzetten van onderwijs aan nieuwkomers.<br />

“Een uitklapsysteem, als een campingtafel.” Zijn visie is<br />

doortimmerd. “Heel belangrijk: het is geen regulier<br />

onderwijs. Pas je curriculum, je aanbod daarop aan.<br />

Er zijn voortdurend enorme mutaties; leerlingen zijn<br />

over twee weken soms alweer weg. Wij gaan werken met<br />

themakaternen, in modules van zes à zeven weken NT2.<br />

Daarna gaan de leerlingen door naar een volgende groep,<br />

een groep van blijvers. Telkens gaat het om blokken van<br />

zeven weken. Je moet niet al te veel willen differentiëren,<br />

dat is niet te doen. Je hebt soms wel zeven verschillende<br />

niveaus in je groep.”<br />

‘Ook na de isk is extra<br />

ondersteuning nodig; dat zie ik<br />

nog te weinig gebeuren in het vo’<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

19


ACTUEEL<br />

ONDERWIJS AAN ASIELZOEKERSKINDEREN<br />

BEKOSTIGING<br />

Bovenop de reguliere bekostiging zijn er twee<br />

regelingen waarmee scholen extra financiering<br />

kunnen krijgen voor onderwijs aan vluchtelingenkinderen.<br />

Het gaat om bekostiging voor twee jaar.<br />

De regeling Nieuwkomers (€5000,- per leerling<br />

per jaar) is voor nieuwkomers die korter dan twee<br />

jaar in Nederland zijn en niet de Nederlandse<br />

nationaliteit bezitten.<br />

Voor de regeling Eerste Opvang Vreemdelingen<br />

(€4500,- per leerling per jaar) mogen<br />

alleen nieuw komers worden meegeteld die korter<br />

dan een jaar in Nederland zijn. Deze regeling ter<br />

vergoeding van tussentijdse in- en uitstroom loopt via<br />

de scholen en kent twee peildata: 1 oktober en 1 april.<br />

Scholen die door een exceptionele instroom in de<br />

problemen komen, kunnen contact opnemen met<br />

LOWAN-vo. LOWAN legt het voor aan OCW, waarna<br />

OCW in overleg met LOWAN en de <strong>VO</strong>‐raad naar<br />

een oplossing op maat zoekt. Een aantal scholen<br />

heeft inmiddels maatwerk bekostiging ontvangen.<br />

www.lowan.nl<br />

Een goede intakeprocedure is cruciaal, zeggen alle<br />

betrokkenen. Müskens: “Je moet goed het profiel<br />

bepalen, zodat je leerlingen kunt indelen in categorieën:<br />

analfabeet, langzame leerders, snelle leerders. Syriërs zijn<br />

over het algemeen goed opgeleid en hebben vaak al<br />

Engels gehad, bij kinderen uit Eritrea is het beeld heel<br />

divers. Stel je ambities niet te hoog, maar organiseer je<br />

onderwijs wel goed. We bieden naast NT2 ook andere<br />

dingen: wiskunde, handvaardigheid, sport en spel. We<br />

willen zo’n dertig lesuren per week gaan geven op de<br />

nieuwe locatie, dagelijks van half negen tot drie, logistiek<br />

is dat handig met het oog op vervoer. Daarna heeft het<br />

personeel tot half vijf de tijd om ervaringen te delen<br />

en met het team zaken bij te stellen. Leerlijnen, klassensamenstelling,<br />

werkafspraken, klassenregels, wat is<br />

respect, wie surveilleert, hoe komen kinderen binnen,<br />

welke deuren mogen ze gebruiken, zijn er lunchpakketten<br />

tussen de middag? Het wordt onderschat<br />

wat er allemaal bij komt kijken.”<br />

Zorgstructuur<br />

Hoewel deze kinderen uit een oorlogssituatie<br />

komen en ontworteld zijn, is hun veerkracht enorm.<br />

Vluchtelingen kinderen vragen wel specifieke aandacht,<br />

maar die hoeft niet specifiek op trauma’s gericht te zijn,<br />

is de boodschap van Pharos, expertisecentrum gezondheidsverschillen.<br />

Belangrijk is vooral het versterken van<br />

onderlinge sociale steun.<br />

Essentieel is dat scholen een goede zorgstructuur hebben,<br />

zegt Dionne Zeldenrijk, adviseur van de <strong>VO</strong>-raad: “Als<br />

er signalen zijn dat het niet goed gaat met een kind,<br />

moet je snel kunnen doorverwijzen. Docenten moeten<br />

oppassen dat ze niet zelf op de stoel van de hulpverlener<br />

gaan zitten. We zien dat deze kinderen juist behoefte<br />

hebben aan het normaliseren van het leven; daar hoort<br />

bij dat ze zoveel mogelijk gewoon en goed onderwijs<br />

krijgen.”<br />

“De groep nieuwkomers is eigenlijk helemaal niet de<br />

moeilijkste doelgroep,” zegt Boerboom van LOWAN-vo.<br />

“Het is een groep die heel graag wil leren. Natuurlijk<br />

zijn er veel kinderen die traumatische ervaringen<br />

hebben. Ze komen uit vluchtelingenkampen, voelen zich<br />

eindelijk een beetje veilig en gaan weer pubergedrag<br />

vertonen, eigenlijk heel gezond. De school kan heel veel<br />

betekenen door een veilig schoolklimaat te bieden, een<br />

goed pedagogisch klimaat te scheppen om weer tot leren<br />

te komen. Soms is er meer hulp nodig. Dan roep je die<br />

extern in, vanuit de zorgstructuur.”<br />

20 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


ADVERTENTIE<br />

58.000<br />

AANTALLEN<br />

De verwachting van het COA is dat in <strong>2015</strong> in totaal<br />

zo’n 58.000 mensen instromen. 62 procent is uit<br />

Syrië afkomstig en 25 procent uit Eritrea. Ongeveer<br />

een op de drie vluchtelingen is kind en 7 procent is<br />

tussen de twaalf en achttien jaar. Veel van deze<br />

leerlingen zijn alleenstaande minder jarigen.<br />

De prognose is dat de instroom voorlopig rond<br />

dit niveau zal blijven en ook de komende jaren<br />

hoger zal zijn dan de afgelopen tien jaar. Maar<br />

er zijn veel onzekerheden over instroom, verdeling<br />

over Europa, verdeling binnen Nederland, en<br />

secundaire instroom door gezinshereniging.<br />

Voor vertrouwen, veiligheid,<br />

rust en wederzijds respect<br />

• Preventief en curatief<br />

Opleiding voor individuele docenten en teams<br />

• Gratis volgsysteem, door COTAN positief beoordeeld<br />

• Aanpak van pesten, erkend effectief (NJi)<br />

Ouders, docenten en leerlingen verlangen een school<br />

die goede leerresultaten weet te behalen en de<br />

veiligheid weet te waarborgen.<br />

(036) 548 94 05<br />

info@kanjertraining.nl<br />

kanjertraining.nl<br />

“We zijn geen hulpverleners, dat moeten we niet willen,”<br />

zegt ook Van der Kleijn. “Het is een heel leuke doelgroep<br />

om les te geven: ze willen zo graag naar school,<br />

weer aan een toekomstperspectief werken. Je krijgt er<br />

veel energie van.”<br />

Leerarrangementen<br />

Omdat de leerlingen na de isk geen diploma hebben,<br />

stromen ze door naar een laag niveau, zoals de mboentreeopleiding,<br />

terwijl dat voor een deel van deze<br />

leerlingen zonde is van hun capaciteiten. “Het is heel<br />

moeilijk om deze kinderen door te laten gaan op het<br />

niveau dat aansluit bij hun potentie,” zegt Boerboom.<br />

“Om de taalachterstand weg te werken, is er ook na<br />

de isk extra ondersteuning nodig. Dat zie ik nog te<br />

weinig gebeuren in het mbo, hbo, of het reguliere vo.”<br />

In opdracht van LOWAN ontwikkelt het kennisinstituut<br />

voor taalontwikkeling ITTA momenteel een aantal<br />

leerlijnen of ‘arrangementen’ voor nieuwkomers,<br />

gekoppeld aan bepaalde uitstroomprofielen, zoals<br />

praktijkonderwijs, werk, of havo. Van der Kleijn werkt<br />

hieraan mee. “Per leerdersprofiel gaan we de keuze van<br />

materiaal en methodieken vastleggen, als handvat voor<br />

isk-scholen om hun lesprogramma’s in te richten, zodat<br />

deze zo goed mogelijk zijn afgestemd op wat de leerling<br />

nodig heeft. Voor de moeilijk lerende groep zijn<br />

bijvoorbeeld praktijkvakken belangrijk, zoals koken<br />

en techniek, om leerlingen zelfredzaam te maken.<br />

De sneller lerende groep bied je eerder Engels aan,<br />

algemeen vormende vakken, staatsexamentraining<br />

NT2. De leerarrangementen verbeteren landelijk ook<br />

de onder linge overdracht en afstemming van isk-scholen.<br />

Het komt vaak voor dat kinderen verhuizen en dan is<br />

het belangrijk dat de leerlingen op een andere school<br />

de draad weer goed kunnen oppakken.”<br />

‘Het komt vaak voor dat kinderen<br />

verhuizen en dan is het belangrijk<br />

dat ze op een andere school de<br />

draad kunnen oppakken’<br />

“Het is in dit gereguleerde landje geweldig om met<br />

deze doelgroep te werken, het is prachtig werk,” zegt<br />

Müskens van het Canisius College. “Je moet wel<br />

bepaalde competenties hebben: improviseren,<br />

vernieuwend werken. De leerling is de maat.”<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

21


22 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


<strong>VO</strong> IN BEELD<br />

Wat Bewegen tijdens het leren<br />

Waar Stanislas College, Rijswijk<br />

Wanneer Donderdag 19 november, 14.10 uur<br />

Waarom Leerlingen leren én bewegen tegelijkertijd om het leren te<br />

vergemakkelijken.<br />

Fotografie: Josje Deekens<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

23


360°<br />

Onderwijs 2032 brengt brede discussie op gang<br />

SCHOOL VAN DE TOEKO<br />

BEGINT VANDAAG<br />

Hoe sorteren scholen voor op het curriculum van de toekomst zoals<br />

voorgesteld door het Platform Onderwijs 2032? Is er ook aandacht voor het<br />

‘hoe’, voor maatwerk en gepersonaliseerd leren? Welke rol spelen docenten<br />

in de ontwikkeling van een nieuw curriculum? Een artikel over het onderwijs<br />

van morgen waarvan de contouren zich vandaag al laten zien.<br />

Tekst: Carolien Nout / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />

“Het onderwijs moet helemaal op de schop”, stelt Paul<br />

van Meenen, lid van de Tweede Kamer voor D66.<br />

“Alleen vernieuwing van het curriculum is niet genoeg;<br />

de ideeën hierover rusten op het bestaande onderwijsbestel.<br />

En dat bestel is failliet.”<br />

In het debat dat de PO-Raad en de <strong>VO</strong>-raad onlangs in<br />

Nieuwspoort organiseerden, mocht een standpunt best<br />

scherp worden neergezet. Want is er wel genoeg ruimte<br />

en flexibiliteit in het systeem om het onderwijs van de<br />

toekomst voor elkaar te krijgen? Het vertrekpunt was het<br />

onlangs uitgebrachte conceptadvies van het Platform<br />

Onderwijs 2032, over de vraag wat leerlingen in 2032<br />

moeten kennen en kunnen als ze van school gaan. Het<br />

resulteerde in een levendige discussie met politici en met<br />

betrokkenen uit het onderwijs, met name over de vraag<br />

wat er allemaal moet veranderen in het<br />

onderwijssysteem.<br />

Onmisbaar<br />

Het Platform, voorgezeten door Paul Schnabel, brengt<br />

begin volgend jaar een definitief advies uit over het<br />

onderwijs van de toekomst. Eerst wil het echter de<br />

hoofdlijnen met zo veel mogelijk mensen uit het<br />

onderwijs bespreken. Die hoofdlijnen zijn dat er in<br />

het onderwijs meer aandacht moet komen voor de<br />

persoonlijke ontwikkeling van leerlingen en hun<br />

voorbereiding op deelname aan de maatschappij<br />

(burgerschap). Inspelen op de nieuwsgierigheid van<br />

leerlingen en talentontwikkeling zijn daarvoor belangrijk.<br />

Verder moeten leerlingen een beperkte kern van<br />

kennis en vaardigheden aangereikt krijgen. Taal en<br />

rekenen blijven onverminderd belangrijk. Digitale en<br />

sociale vaardigheden zijn ook onmisbaar in de komende<br />

tijd, aldus het Platform, dat tevens voorstelt om meer<br />

vakoverstijgend onderwijs aan te bieden. Dit moet een<br />

einde maken aan de versnippering van vakken en het<br />

overladen programma. Verder moeten leerlingen de<br />

mogelijkheid krijgen hun basiskennis verder te verdiepen<br />

en te verbreden naar eigen capaciteit, interesse en<br />

perspectief. Het Platform stelt voor drie domeinen in<br />

het onderwijs te onderscheiden: Natuur & Technologie,<br />

Mens & Maatschappij, en Taal & Cultuur.<br />

Samenspel<br />

Visie, doelen, materiaal, toetsing: in een onderwijsprogramma<br />

hangt alles met elkaar samen, vindt Luc<br />

Sluijsmans, die als leerplanontwikkelaar bij SLO ook<br />

betrokken is bij het Platform Onderwijs 2032. “Bij het<br />

vernieuwen van het onderwijscurriculum gaat het om<br />

een samenspel op verschillende niveaus: de sturing van<br />

de overheid die bepaalt waarom en wat belangrijk is<br />

op (inter)nationaal niveau; de scholen, die lokale en<br />

regionale keuzes maken; en de leraar, die vanuit zijn<br />

vakgebied in overleg met collega’s het leerplan<br />

ontwerpt.”<br />

‘Het betrekken van de wereld buiten<br />

de school is meer dan ooit nodig’<br />

24 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


MST<br />

‘Niet iedere docent hoeft een<br />

curriculumontwerper te zijn,<br />

maar je moet wel iemand in je<br />

team hebben die dat kan’<br />

Nederlandse leraren en schoolleiders vragen om<br />

heldere kaders en een gedeelde visie op het<br />

‘waartoe’ van het onderwijs en leren. Dat bleek uit<br />

de Curriculumspiegel <strong>2015</strong>, die SLO begin dit jaar<br />

presenteerde. Nu het Platform Onderwijs 2032 een<br />

schets op tafel heeft gelegd, is het interessant om te<br />

zien hoe scholen daarmee verder kunnen.<br />

Sluijsmans wijst op het collectieve leerplangesprek<br />

dat zo belangrijk is om samen een curriculum te<br />

ontwikkelen. “Bouwen aan een cultuur waarin die<br />

systematische discussie creatief in de school gevoerd<br />

kan worden, is een vereiste. Schoolleiders moeten<br />

dat faciliteren en aanjagen. Het is belangrijk om<br />

duidelijke, samenhangende keuzes te maken. Een<br />

evenwichtig curriculum bevat ook eigen accenten<br />

van de school. Vanuit de visie op leren kijk je eerst<br />

naar doelen, dan naar de wijze van beoordelen en<br />

vervolgens naar andere curriculumaspecten zoals<br />

het materiaal dat je gebruikt en de leeractiviteiten<br />

die je onderneemt. De rol van de leraar in dat<br />

gesprek is essentieel. Nu hoeft niet iedere docent<br />

een curriculumontwerper te zijn, maar je moet wel<br />

iemand in je team hebben die dat kan, iemand die<br />

de juiste vragen stelt.”<br />

De leerplanontwikkelaar geeft regelmatig<br />

workshops over curriculumontwerp. Het verbaast<br />

hem wel eens hoeveel misverstanden er zijn over<br />

wat moet en mag in het onderwijsprogramma -<br />

waarin scholen en docenten eigenlijk veel vrijheid<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

25


SLO: CURRICULUM VAN DE TOEKOMST<br />

Wat is de moeite waard om te leren? Met die vraag opent de<br />

themawebsite van SLO, www.curriculumvandetoekomst.slo.nl. De<br />

Curriculumspiegel helpt om het gesprek over het leerplan op gang te<br />

helpen. Ook is er een overzicht te vinden van ontwikkeling van het<br />

curriculum in andere Europese landen. Doorlopende leerlijnen van<br />

primair onderwijs tot eind voortgezet onderwijs, tips voor samenhang<br />

en leermiddelen zijn te vinden op www.leerplaninbeeld.slo.nl.<br />

hebben - en hoe weinig leraren weten van elkaars<br />

programma en uitvoering. “Aan de ene kant willen<br />

docenten vrijheid, aan de andere kant willen ze houvast.<br />

Onder andere uitgeverijen spelen daarop in met uitgebreide<br />

lesmethodes. Het begint echter altijd met de<br />

vraag: wat wil je jouw leerlingen leren en wat heb je<br />

ervoor nodig?”<br />

Sluijsmans vindt de brede landelijke discussie over het<br />

curriculum van de toekomst uniek en bijzonder waardevol.<br />

“Het onderwijs is een van de weinige plekken waar<br />

kinderen met kennis en onderwerpen in aanraking<br />

komen die voor velen niet vanzelfsprekend zijn. Juist op<br />

school kun je verborgen talenten aanwakkeren. Ik hoop<br />

dat scholen bij alle ontwikkelingen niet vergeten het<br />

perspectief van de leerling te betrekken. Bij de start van<br />

mijn teamleiderschap in de bovenbouw, liep ik eerst een<br />

paar dagen mee ‘als leerling’ om te ervaren hoe het is om<br />

alle vakken te volgen in het voortgezet onderwijs. Ik was<br />

bekaf! Ik ervaarde naast de bevlogenheid van collega’s<br />

ook de onduidelijkheid die je als leerling kan tegenkomen:<br />

wat wil die leraar nou van mij? Hoe komt een<br />

cijfer tot stand? Wat is de relatie met een ander vak?<br />

Het gaat om de samenhang tussen al die onderwerpen,<br />

die is er vaak niet.”<br />

Curriculumwerkers<br />

Het professionele gesprek voeren op school en de docent<br />

een belangrijke rol geven zijn dus essentieel voor het<br />

onderwijs van de toekomst. Maar hoe denken de<br />

docenten daarover; willen zij dat eigenlijk wel? Een<br />

groep leraren hield hierover een peiling onder leraren<br />

en schreef het manifest ‘In het curriculum toont zich<br />

de meester!’, gericht aan het Platform Onderwijs 2032.<br />

Zij willen een dynamisch curriculummodel dat op alle<br />

niveaus, in verschillende opleidingen en schoolsoorten<br />

kan worden geïmplementeerd. Daarnaast vinden ze<br />

dat leraren een centrale rol dienen te hebben bij de<br />

curriculum ontwikkeling, op school en landelijk. Een<br />

van de auteurs van het manifest is Alderik Visser, docent<br />

geschiedenis op het Thorbecke <strong>VO</strong> in Rotterdam. Op<br />

zijn weblog noemt hij docenten curriculumwerkers die<br />

centraal moeten staan in het onderwijs van de toekomst:<br />

“(…) Zij moeten met hun collega’s kennis en ervaringen<br />

kunnen uitwisselen via horizontale netwerken (peer<br />

review, professionele leergemeenschappen). Dit kan<br />

zowel fysiek, via bijeenkomsten binnen de eigen zuil,<br />

regio of vakgebied worden georganiseerd alsook virtueel,<br />

via digitale platforms en virtual learning communities.<br />

Dat zal veel vragen van de betrokken docent-curriculumontwerpers,<br />

zeker, maar die krijgen daar ook wat voor<br />

terug: ‘eigenaarschap’ en zo mogelijk ook andere vormen<br />

van professionele ontwikkeling, een nieuw<br />

carrièreperspectief.”<br />

Buiten de school<br />

Ab van der Touw, lid van het Platform Onderwijs 2032<br />

en CEO van Siemens, stelt dat scholen meer vrije ruimte<br />

moeten krijgen. “Meer doen aan minder verplichte<br />

vakken is één. En twee: het benutten van vrije ruimte,<br />

zo’n 30 à 40 procent van de onderwijstijd, waarin<br />

docenten samen, vakoverstijgend, nieuwe dingen<br />

kunnen ontwikkelen. Dit betekent dat je regionale<br />

verschillen krijgt tussen scholen en dat ook moet<br />

accepteren. Belangrijk is verder dat leerlingen niet alleen<br />

op school leren. Het betrekken van de wereld buiten<br />

de school is meer dan ooit nodig: ouders, bedrijven,<br />

non-profitorganisaties en andere onderwijsinstellingen<br />

dragen bij aan de ontwikkeling van leerlingen en aan<br />

hun voorbereiding als op de maatschappij.”<br />

Dat is koren op de molen van Judit Weekenborg,<br />

rector van de Scholengemeenschap Lelystad (SGL).<br />

“Ik vind het essentieel dat de gemeenschap waar je<br />

26 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


360°<br />

als school deel van uitmaakt, ook verantwoordelijk is<br />

voor het onder wijs. Wij betrekken alle partners in de<br />

buurt: sportclubs, de gemeente, cultuurinstellingen<br />

en bedrijven. Onder wijs is niet alleen een taak van<br />

de school. We zitten niet op een eiland, maar zijn<br />

maatschappelijk verbonden. Leerlingen kunnen leren<br />

en ervaring opdoen buiten de school en dat is niet<br />

vrijblijvend.”<br />

Kernteam<br />

SGL werkt samen met Scholengemeenschap De Rietlanden<br />

en ISG Arcus aan een nieuw schoolconcept.<br />

De scholen, die onder hetzelfde bestuur vallen (S<strong>VO</strong>L),<br />

ontwikkelen samen nieuwe clusters voor vmbo en havo/<br />

vwo die in 2018 van start zullen gaan. Er wordt veel<br />

gesleuteld aan het onderwijsconcept. Weekenborg,<br />

verantwoordelijk voor het vmbo-cluster, is alvast blij met<br />

de nieuwe vmbo-profielen die zoveel meer ruimte geven.<br />

Voor het vmbo wil de school de verplichte vakken<br />

afsluiten in het derde leerjaar en in het vierde jaar een<br />

gezamenlijk programma met het mbo opzetten. “Het<br />

hele programma, van de brugklas tot en met het mbo,<br />

wordt in kleine stapjes opgebouwd. Alle leerlingen<br />

hebben halfjaarlijkse gesprekken waarna zij keuzes<br />

kunnen maken. Zo krijgen ze steeds beter zicht op waar<br />

ze goed in zijn en wat ze willen leren.”<br />

Ook het Technasium is zo’n plek waar leerlingen op<br />

een andere manier aan kennis en vaardigheden werken.<br />

Havo- en vwo-leerlingen van de SGL werken in blokken<br />

van zeven weken ongeveer zes uur per week aan een<br />

realistische opdracht van een echte opdrachtgever.<br />

Weekenborg is blij met de ideeën van het Platform<br />

omdat ze richting geven. “Scholen moeten geholpen<br />

worden hun systemen te veranderen, door te laten zien<br />

hoe het ook zou kunnen. Onze manier van werken,<br />

met vaste uren, vakken, lokalen en docenten moet<br />

veranderen. Ik zie in de toekomst graag mogelijkheden<br />

om te werken met een kernteam van docenten waar je<br />

tijdelijk mensen van buiten aan toevoegt, als een flexibele<br />

schil. Dan maak je gemakkelijker die verbinding met<br />

nieuwe kennis en ontwikkelingen in de buitenwereld.”<br />

Gepersonaliseerd leren<br />

Verandering van het hele onderwijsbestel of niet: scholen<br />

zijn in de praktijk al volop bezig met de toekomst. De<br />

<strong>VO</strong>2020-tour van begin 2014 leverde ambities op waar<br />

de sector de komende jaren aan werkt om het onderwijs<br />

toekomst bestendig te maken. Ze zijn uitgewerkt in het<br />

sectorakkoord voor de komende jaren. Scholen ontwikkelen<br />

zich in de richting die het advies van het Platform<br />

ook aangeeft: verbinding met de omgeving, eigentijds<br />

onderwijs in een professionele lerende organisatie, een<br />

brede vorming en maat werk. De contouren van het<br />

onderwijs van de toekomst tekenen zich af op tal van<br />

scholen die aan deze onderwerpen werken. Alleen, in<br />

Leerlabs of samen.<br />

‘Docenten maken natuurlijk<br />

altijd een planning, maar nu<br />

denken ze meer in leerdoelen’<br />

Neem de Vlaardingse Openbare Scholengroep (<strong>VO</strong>S).<br />

De school maakt deel uit van Zo.Leer.Ik!, een<br />

samenwerkingsverband van twaalf scholen die de<br />

mogelijkheden van het Zweedse Kunskapsskolan-model<br />

voor Nederlandse scholen onderzoeken. Zo.Leer.Ik!<br />

werkt aan talent en biedt onderwijs waarmee elke<br />

leerling het beste uit zichzelf haalt. Hoge leeropbrengsten,<br />

het efficiënt benutten van onderwijstijd en uitgaan van<br />

het talent van leerlingen zijn de kernbegrippen.<br />

Bètadocenten van de <strong>VO</strong>S maakten voor de bovenbouw<br />

van havo/vwo gepersonaliseerd leren mogelijk. Zij<br />

hebben samen leerdoelenprofielen gemaakt waaraan<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

27


ADVERTENTIE<br />

LOB<br />

van visie<br />

naar<br />

resultaat<br />

LOB staat volop in de belangstelling. De vernieuwing die nu in het VMBO wordt<br />

doorgevoerd maakt LOB tot een verplichting. In visie vinden we elkaar al snel.<br />

Maar dan. Hoe zit het op de werkvloer? Hoe kan LOB ook daadwerkelijk zinvol<br />

worden georganiseerd binnen scholen? Een interview met John Mulder van AMN.<br />

Wat is de visie van AMN op LOB?<br />

In onze visie is LOB een proces, geen momentopname. Wil je het<br />

echt goed doen, dan hoort daar dialoog en reflectie bij. Dat kan<br />

nu eenmaal niet in een halfuurtje. Maar wel in 3 of 4 jaar; je moet<br />

namelijk echte ervaringen opdoen.<br />

Wij vinden dat dit proces “van de leerling is”. Maar wel onder<br />

leiding van mentoren. Deze hebben de verantwoordelijk er voor te<br />

zorgen dat leerlingen daadwerkelijk iets doen. Mentoren zullen de<br />

leerlingen moeten aansporen de opdrachten volgens de planning<br />

te maken, zodat ze op tijd hun keuzes kunnen maken.<br />

Verder zeggen wij dat LOB “van iedereen is”. Dus ook de docent<br />

geschiedenis heeft bijvoorbeeld een rol.<br />

De <strong>dec</strong>aan voert de regie op het hele proces. Hij/zij zorgt ervoor<br />

dat mentoren volgens een jaarplanning kunnen werken en stuurt<br />

op voortgang en resultaat.<br />

U zegt resultaat, maar wat is dat resultaat<br />

dan volgens u?<br />

Resultaat is misschien wel in de eerste plaats dat leerlingen gaan<br />

nadenken, gaan reflecteren op ervaringen. Dat ze rijper worden<br />

als mens, dat er een bewustwording ontstaat. Dat ze leren<br />

kiezen. Vaak denken we bij resultaat alleen aan een eindresultaat,<br />

zoals een onderbouwde keuze voor een vervolgopleiding of<br />

profielkeuze. Maar als je gelooft in LOB als proces, dan is er ook<br />

tussentijds resultaat. Bij ons is dat naast de genoemde persoonlijke<br />

ontwikkeling bijvoorbeeld een niveaukeuze, een profielkeuze<br />

maar ook verslagen en bezoekrapporten. En, heel belangrijk, de<br />

TalentMatch, een 360 graden competentiemeting. Dat is de rode<br />

draad waar alles samenkomt. Hieruit genereert het systeem de<br />

best passende opleidingen die de leerling verder onderzoekt.<br />

De Intaketest, met ruim 100.000 afnames per jaar de grootste in<br />

zijn soort, is uiteindelijk de afsluitende controle.<br />

Daarnaast bouwen de leerlingen ook aan de loopbaancompetenties<br />

van Marinka Kuipers. Alle resultaten worden bijgehouden<br />

in een digitaal portfolio. De essentiële resultaten kunnen digitaal<br />

worden overgedragen aan een vervolgopleiding.<br />

En dan de praktijk? Hoe gaat het op de<br />

“werkvloer”?<br />

Met een jaarplanning kunnen de mentoren gestructureerd aan<br />

de slag. Zij geven opdrachten voor thuis en bespreken zaken<br />

in de les. Veel kan klassikaal worden besproken, andere zaken<br />

beter in een een-op-een dialoog. De geplande opdrachten staan<br />

klaar in een digitaal portfolio van de leerling. Deze kan daarmee<br />

zelfstandig aan de slag. De mentor houdt overzicht op het<br />

gemaakte werk en kan bijsturen wanneer dat nodig is.<br />

Tegelijk moet ik wel zeggen dat dit vooralsnog een ideaalplaatje is.<br />

We merken dat nog veel mentoren en <strong>dec</strong>anen moeten groeien in<br />

hun rol van loopbaanbegeleider. Dat is ten dele bewustwording en<br />

ten dele zoeken naar die rol; wat wordt er dan van mij verwacht?<br />

Hoe integreer ik LOB met mijn andere verantwoordelijkheden als<br />

mentor? Wij willen ze daar graag bij ondersteunen. ik roep dan<br />

ook mentoren en <strong>dec</strong>anen op om met ons hierover in gesprek te<br />

gaan. We willen onze LOB methode Entree verder ontwikkelen,<br />

zodat deze door iedereen in de school gedragen wordt.<br />

Zelf ook resultaat boeken op LOB?<br />

Wilt u meer informatie over Entree, of zelf uitproberen hoe u<br />

resultaat boekt met LOB? Neem contact op met AMN.<br />

026 3557333 / info@amn.nl


360°<br />

‘Wat ik heel jammer vind, is dat<br />

het maatwerkdiploma nog niet mogelijk is’<br />

leerlingen onder andere werken in keuzewerkuren.<br />

Leerlingen tekenen daarop in en werken individueel of<br />

groepsgewijs. Esther Slaa, afdelingsleider havo/vwo:<br />

“Het is volop in ontwikkeling. Voordeel is dat leerlingen<br />

de doelen waaraan ze werken precies voor ogen hebben<br />

en kunnen laten afvinken als ze gehaald zijn. Ze weten<br />

dus hoe ver ze zijn. We doen dat nog een beetje<br />

ouderwets op papier, maar gaan dat later zeker digitaal<br />

doen. Ons digitale systeem is daar nu niet op berekend.”<br />

De school wil deze werkwijze - na een testperiode -<br />

volgend jaar uitbreiden naar de onderbouw en ook<br />

andere vakgebieden, zoals de talen, gepersonaliseerd<br />

aanbieden via een leerportaal waarin de leerdoelprofielen<br />

zijn verwerkt. Het is een andere manier van denken,<br />

merkt Slaa. “Docenten maken natuurlijk altijd een<br />

planning van wat ze in een leerjaar willen behandelen,<br />

maar nu denken ze meer in leerdoelen. Ze ontwikkelen<br />

een goed curriculumbewustzijn. Deze manier van werken<br />

heeft de openheid onder docenten vergroot, er is meer<br />

kennisdeling. Elke dag is er een half uur docenten overleg,<br />

waarin ze informatie over leerlingen uitwisselen en kijken<br />

of iedere leerling wel met zijn vragen terecht kan.”<br />

Slaa zorgt als afdelingsleider dat de praktische, organisatorische<br />

kant goed is geregeld, zodat docenten daar<br />

geen tijd aan kwijt zijn. Het inroosteren van de<br />

keuzewerkuren is wel eens lastig, vindt zij. “Soms kiezen<br />

leerlingen voor een docent bij wie ze willen werken,<br />

niet vanwege de vakinhoud, maar omdat ze hem aardig<br />

vinden of omdat er een rustige werksfeer is. Ik merk hoe<br />

belangrijk de persoonlijke contacten tussen leerling en<br />

leraar zijn: als je elkaar niet meer op vaste momenten<br />

treft, is het moeilijker een persoonlijke relatie op te<br />

bouwen. Wat ik heel jammer vind, is dat het maatwerkdiploma<br />

nog niet mogelijk is. Juist als je leerlingen<br />

op verschillende niveaus laat werken is het mooi om dat<br />

in hun diploma terug te zien.”<br />

Toetsing in balans<br />

Het Platform Onderwijs 2032 wil tot slot de huidige<br />

nadruk op het overdragen van kennis meer in balans<br />

brengen met de twee andere hoofddoelen van onderwijs:<br />

persoonlijke ontwikkeling en voorbereiding op deelname<br />

aan de maatschappij. Bij die andere balans past volgens<br />

het Platform een eigentijdse manier van toetsen en<br />

examineren. Het Platform vindt dat vormen van centrale<br />

examinering van belang blijven, zodat leerlingen voldoen<br />

aan de eisen voor vervolgonderwijs. Maar sommige<br />

vaardigheden zijn alleen ‘merkbaar’ en niet meetbaar.<br />

Bijvoorbeeld in de ervaringen die leerlingen hebben<br />

opgedaan, de verantwoordelijkheid die ze hebben laten<br />

zien en het zelfvertrouwen dat ze hebben ontwikkeld.<br />

Het is belangrijk zulke kwaliteiten op maat te beoordelen<br />

en waarderen. Het toezicht op onderwijs kan de<br />

aandacht daarvoor stimuleren, aldus het Platform.<br />

Het gesprek over wat leerlingen moeten leren moet<br />

steeds weer worden gevoerd; de eisen die aan het<br />

onderwijs worden gesteld blijven immers veranderen.<br />

Hoe onze maatschappij er precies uitziet in 2032 kan<br />

niemand zeggen. Hoe dan ook zal elk onderwijssysteem<br />

zo flexibel moeten zijn om ook de uitdagingen die we<br />

nog niet kennen, aan te gaan. Met alle ‘checks and<br />

balances’ die daarbij horen. Daarover waren de politici<br />

bij het debat in Nieuwspoort het uiteindelijk van harte<br />

met elkaar eens.<br />

De weblog van Alderik Visser leest u op<br />

alderikvisser.blogspot.nl.<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

29


IN DE PRAKTIJK<br />

CSG HET STREEK PIONIERT MET GEO FUTURE SCHOOL<br />

GROTE VRAGEN,<br />

PRAKTISCHE<br />

OPLOSSINGEN<br />

Geo Future School maakt modules die leerlingen stimuleren na te<br />

denken over de toekomst van de aarde. CSG Het Streek verkent de<br />

mogelijkheden: “Wij denken ons onderwijs hiermee interessanter,<br />

meer divers en vooral meer toekomstgericht te maken.”<br />

Tekst: Mirjam van Teeseling / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />

In Geo Future School staan de grote uitdagingen op<br />

het gebied van klimaatverandering, energie, water,<br />

voedsel, geopolitiek, gezondheid en logistiek centraal.<br />

Deze thema’s komen aan bod in vakoverstijgende<br />

modules, waarin leerlingen leren onderzoek te doen,<br />

hun kritisch denken scherpen, samenwerkingsvaardigheden<br />

en probleemoplossend vermogen<br />

ontwikkelen.<br />

Rob Adriaens is docent aardrijkskunde bij Het Streek<br />

en vanuit het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig<br />

Genootschap (KNAG) betrokken bij de ontwikkeling<br />

van Geo Future-modules. Zijn school is het afgelopen<br />

jaar als een van de eerste scholen in Nederland begonnen<br />

met de uitvoering daarvan. Inmiddels zijn enkele<br />

tientallen scholen ermee bezig.<br />

Opdrachten zijn bijvoorbeeld het<br />

ontwikkelen van een app of het<br />

verzorgen van een TED-sessie<br />

Adriaens: “De grote 21 e -eeuwse vraagstukken proberen<br />

we dicht bij de belevingswereld van de leerling te<br />

brengen, zodat die leerling actuele kennis van zaken<br />

heeft en daarmee praktisch aan de slag kan gaan. Of dat<br />

nu in een eenvoudig experiment is, zoals het reflecterend<br />

vermogen van een oppervlak meten, of door in de<br />

meterkast de meterstanden zelf bij te houden met een<br />

app. De leerlingen vinden het leuk om erop uit te gaan.<br />

Ze werken gedurende de module aan een uitdagende<br />

eindopdracht die de inzet van kennis, creativiteit en<br />

hogere denkvaardigheden vraagt, bijvoorbeeld bij het<br />

maken van een korte documentaire.”<br />

Rector Wilfred Nep: “De leerlingen leren analyseren en<br />

verbanden leggen. Vanuit het overkoepelende thema van<br />

een smeltende ijskap zelf meten hoe weerkaatsing werkt<br />

op een ondergrond, vind ik een mooie verbinding van<br />

groot naar klein en weer terug.”<br />

Andere opdrachten zijn bijvoorbeeld het ontwikkelen<br />

van een app, het ontwerpen van een duurzame woonwijk,<br />

het opstellen van een evacuatieplan voor een<br />

overstroming, het maken van een interactieve kaart<br />

of het verzorgen van een TED-sessie.<br />

Niet vaag<br />

Diederick Schipper, Anouk Evers en Janne Fuchs zitten<br />

in 6 vwo en hebben eind vorig schooljaar een Geo<br />

Future-module gedaan: ‘Energie in de wijk van de<br />

toekomst’. Een lessenreeks, door Het Streek ontwikkeld<br />

in samenwerking met Shell.<br />

“De opdracht was het ontwerpen van een nieuwe wijk<br />

die energiezuinig is, met aandacht voor het milieu,”<br />

30 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


Docent aardrijkskunde Rob Adriaens, leerlinge Anouk Evers en twee medeleerlingen, en rector Wilfred Nep<br />

vertelt Janne. “Je hoefde niet buiten de les dingen te<br />

doen, alles gebeurde in de les. We werkten in kleine<br />

groepjes.”<br />

Diederick vond de lessen ‘erg anders’. “We deden<br />

meer met ICT, ook je telefoon gebruikte je. We gingen<br />

kijken op de locatie van de oude kazernes in Ede en<br />

onderzochten daar hoe de grond in elkaar zit.”<br />

Janne vult aan: “Dat vond ik heel erg leuk, dat het niet<br />

vaag over een of andere plek op de wereld gaat. Je ziet<br />

waar je het wilt realiseren. Met andere vakken is alles<br />

theoretischer. Ook een leuke opdracht was om voor<br />

je eigen huis na te gaan waar je op kan besparen,<br />

bijvoorbeeld een regenton plaatsen in de tuin, of<br />

een waterzuinige douchekop. Hele simpele dingen<br />

die best wel verschil maken.”<br />

‘Een leerling had laatst aan de<br />

leraar geschiedenis verteld hoe<br />

leuk het nu bij aardrijkskunde is’<br />

“Je was behoorlijk vrij in hóe je de opdracht uitvoerde,”<br />

vond Anouk. “De eindpresentatie was niet voor de<br />

hele klas maar steeds voor een groepje van twee of<br />

drie mensen. Daardoor moest je het vaker doen; niet<br />

uit je hoofd leren, maar echt uit jezelf vertellen.<br />

Het was fijn dat je niet iets hoefde te reproduceren,<br />

maar gewoon kon vertellen over iets waar je verstand<br />

van hebt.”<br />

Diederick: “Omdat we allemaal met hetzelfde bezig<br />

waren geweest, was je echt benieuwd wat anderen ervan<br />

hadden gemaakt. Er kwamen heel aparte oplossingen uit.<br />

Bijvoorbeeld dat mensen grond krijgen om zelf hun eten<br />

te kunnen verbouwen.”<br />

Anouk: “Bij die presentaties dacht ik vaak: Oh, dat<br />

hadden wij ook wel kunnen doen, hun idee is veel beter.<br />

Of: hé, dat hadden wij óók. Dan onthoud je het veel<br />

beter. Je gaat toch meer de diepte in, denk ik.”<br />

Dwingende kaders<br />

De Geo Future-projecten vinden momenteel vooral in<br />

3 vwo-klassen plaats. Adriaens: “Doordat we ANW niet<br />

meer verplicht hoeven aan te bieden is ook in 4 vwo<br />

ruimte ontstaan. Daar doen we nu een project over het<br />

weer, in samenwerking met het KNMI.” Dit jaar gaat<br />

de school in 3 havo starten, met een module over het<br />

watervraagstuk.<br />

Het is nog een puzzel om de zelfstandige modules<br />

van Geo Future School echt een plaats te geven in de<br />

bovenbouw. “Ik zit vast aan de wettelijke kaders”, zegt<br />

Nep. “De lestabellen, de tweede fase: alles ligt redelijk<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

31


IN DE PRAKTIJK<br />

Geo Future School is een onderwijsstroom<br />

die leerlingen stimuleert na te denken over de<br />

toekomst van de aarde. ‘Grand Challenges’<br />

op het gebied van klimaatverandering, energie,<br />

water, voedsel, geopolitiek, gezondheid en<br />

logistiek staan centraal. Deze thema’s komen<br />

aan bod in vakoverstijgende modules die zijn<br />

gemaakt door docenten in samenwerking met<br />

bedrijven of instellingen. Er wordt gebruik<br />

gemaakt van geo-ICT en het lesmateriaal biedt<br />

mogelijkheden voor differentiatie.<br />

vast. In de huidige structuur kun je dit alleen in de vrije<br />

ruimte doen.”<br />

Op termijn is het de ambitie om Geo Future-modules<br />

meer als vak te bundelen, of als samenwerkende vakken,<br />

zegt de rector. “Er zijn al contacten geweest met<br />

economie en geschiedenis. Maar als die vakken daarvoor<br />

een uur in moeten leveren, dan raak ik ze waarschijnlijk<br />

kwijt. We hebben een vorm gevonden om er alvast van<br />

te kunnen proeven zonder dat de organisatie overstuur<br />

raakt, maar uiteindelijk zullen we serieus keuzes moeten<br />

maken. In de tussentijd hoop ik dat de collega’s overtuigd<br />

raken van de meerwaarde van deze manier van<br />

werken. Een leerling had laatst aan de leraar geschiedenis<br />

verteld hoe leuk het nu bij aardrijkskunde is.” (Lachend:)<br />

“Dat soort dingen helpen wel!”<br />

Multidisciplinair<br />

Geo Future School beoogt ook een brug te slaan tussen<br />

het gepolariseerde alfa-bèta-denken. “Initiatieven als<br />

Onderwijs 2032 wijzen in de richting van multidisciplinair<br />

werken, in grotere opdrachten,” zegt Rob<br />

Adriaens. “Met Geo Future School doen wij dat al.<br />

‘Grand challenges’ zijn per definitie multidisciplinair.<br />

Een onderwerp als klimaatverandering kun je aardrijkskundig<br />

benaderen, maar het komt ook bij natuurkunde<br />

ter sprake en er zijn zelfs berichten dat het de economie<br />

gaat raken. En op het gebied van presentatie- en schrijfvaardigheid<br />

kan de docent Nederlands een essentiële<br />

bijdrage leveren. Elk vak heeft z’n eigen insteek, maar we<br />

willen het echt geïntegreerd aan bieden, zodat leerlingen<br />

verbanden gaan zien.”<br />

Adriaens vindt de samenwerking met bedrijven en wetenschappers<br />

erg leuk. In de module over landijs kunnen<br />

leer lingen via een portal direct hun vragen stellen aan<br />

een wetenschapper. “Zij willen graag hun ideeën<br />

spiegelen aan jongeren en horen hoe die er onbevangen<br />

over denken.” Het is een win-win-winsituatie: “Zelf kijk<br />

ik mijn ogen uit bij Shell of de waterschappen. Daar zijn<br />

ze volop bezig met nieuwe ontwikkelingen, dat neem je<br />

allemaal mee terug de klas in.”<br />

Hoofdauteur<br />

De docent is de spil bij het vertalen van de stof naar de<br />

leerlingen. Hij is vaak de hoofdauteur van een module.<br />

Adriaens: “Vaak willen de wetenschappers met wie je<br />

samenwerkt te veel. Als docent moet je ook durven<br />

zeggen: dit gaat te ver. We zijn al blij als leerlingen dit<br />

ene stapje kunnen zetten.”<br />

Een voordeel is dat de vraag ‘wat wil ik met mijn onderwijs?’<br />

veel meer centraal komt te staan. Adriaens mist in<br />

het traditionele onderwijs nog te vaak dat de docent<br />

vooraf duidelijke doelen bepaalt. “Wat wil je dat<br />

leerlingen kunnen aan het eind van zo’n blok? Dat is<br />

toch het allerbelangrijkste? Veel docenten beginnen<br />

gewoon met het boek, er wordt niet echt over<br />

nagedacht.”<br />

‘Wij gaan naar het kazerneterrein,<br />

in Eindhoven gaan ze<br />

naar een oude Philipsfabriek.<br />

Maar het verhaal stáát’<br />

Vraagt dit alles niet een flinke extra tijdsinvestering?<br />

Adriaens vindt dat het meevalt. “In de lessen heb je<br />

vaak juist meer tijd. De leerlingen werken zelfstandig<br />

in hun eigen tempo en ze kunnen dóór. Als ze maar tot<br />

opdracht 6 mogen, gaan ze vervolgens met de buurman<br />

kletsen. Een collega aardrijkskunde die hiermee aan de<br />

slag ging, ontdekte dat hij in de lessen veel meer tijd<br />

had om de leerlingen te observeren en daardoor meer te<br />

vertellen had bij de rapportvergadering.”<br />

32 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


‘Als docent kijk ik mijn<br />

ogen uit bij Shell of bij de<br />

waterschappen’<br />

Het KNAG helpt bij het opzetten van Geo Future<br />

School en verschillende scholen maken al modules,<br />

dus het groeit. Wel moeten scholen modules vaak<br />

een beetje aanpassen aan de lokale context, zegt<br />

Adriaens: “Wij gaan naar het kazerneterrein, in<br />

Eindhoven gaan ze naar een oude Philipsfabriek.<br />

Maar het verhaal stáát. Je hoeft niet opnieuw het<br />

wiel uit te vinden.”<br />

Minder stof<br />

Ook de leerlingen moeten nog wat wennen aan de<br />

vrijheid in deze vorm van onderwijs. Anouk zegt:<br />

“In het begin iets meer richtlijnen over hoe je<br />

zoiets aanpakt, is misschien toch wel handig.<br />

Sommige groepjes hadden er meer werk van<br />

gemaakt dan andere, je merkt dat mensen soms<br />

niet zo goed de tijd kunnen indelen. Dan krijg je<br />

wel grote niveauverschillen.”<br />

Ook het elkaar beoordelen is geen alledaagse bezigheid.<br />

Janne constateert dat je je medeleerlingen<br />

niet zo snel een slecht cijfer geeft. “Ik dacht vaak:<br />

het is wel prima. Maar je moest bij elke presentatie<br />

wel een tip en een top geven, dat zet je aan het<br />

denken over andermans ideeën.”<br />

Diederick noemt het ‘een langzamere manier van<br />

leren’. “Je hebt het idee dat je veel minder stof<br />

verwerkt in die tijd, maar je leert het wel beter te<br />

begrijpen. Het werken aan een grote opdracht en<br />

zelf onderzoek doen is een leuke manier om het<br />

onderwijs afwisselender te maken.”<br />

Rector Nep: “Ik vind dit de ideale manier van<br />

onderwijs vernieuwing: het komt van onderaf,<br />

vanuit de beroeps groep zelf. We maken het onderwijs<br />

interessanter, meer divers en vooral meer<br />

toekomstgericht. Ik geloof er absoluut in dat dit<br />

aansluit bij het onderwijs van de toekomst.”<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

33


BESTUURSGESPREKKEN<br />

Hoe bestuur je een lerende schoolorganisatie?<br />

HET CADEAU VAN<br />

ONGEMAKKELIJKE<br />

VRAGEN<br />

Stimuleer en ondersteun ik met mijn aanpak het leren van de<br />

school organisatie of zit ik het leren juist in de weg? Bestuurders<br />

kunnen behoefte hebben aan een onafhankelijke gesprekspartner<br />

om te reflecteren op hun bijdrage aan de ontwikkeling van een<br />

lerende schoolorganisatie. Kritische-vriendgesprekken vormen een<br />

goed instrument.<br />

Tekst: Rick Steur<br />

34 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


“Hoe kan ik de schoolontwikkeling meer van onderop<br />

laten ontstaan en meer initiatief leggen bij de<br />

teamleiders? Op die vraag heb ik kunnen reflecteren”,<br />

zegt Sixtus Haverkamp, rector/bestuurder van RSG<br />

Magister Alvinus in Sneek. “De komende maand gaan<br />

we hier tijdens een 24-uurs sessie met het MT direct<br />

werk van maken. Daarnaast ga ik participeren in het<br />

Directeuren met Durf-leernetwerk ‘Schoolontwikkeling<br />

van onderop’ van de <strong>VO</strong>-academie.”<br />

Haverkamp was een van de in totaal 35 bestuurders die<br />

in 2014 en <strong>2015</strong> met experts van School aan Zet het<br />

gesprek aangingen over de vraag hoe zij als bestuurder<br />

kunnen bijdragen aan het versterken van een lerende<br />

organisatie. Het verzoek hiertoe kwam bij henzelf<br />

vandaan. Voor een lerende organisatie is een gedragen<br />

visie en ambitie op alle lagen in de schoolorganisatie<br />

van groot belang – een alignment van leerling, leraar,<br />

middenmanager, schoolleider én bestuurder –, en de<br />

bestuurders wilden de ontwikkelingen binnen hun<br />

organisaties vanuit hun eigen rol ondersteunen.<br />

De keuze viel op het aanbieden van een serie kritischevriendgesprekken<br />

omdat dergelijke gesprekken de<br />

mogelijkheid bieden om met meer diepgang te<br />

verkennen of een bestuur zich bewust is van zijn invloed<br />

op het leren van de organisatie. Is er expliciet aandacht<br />

voor de besturingsfilosofie, maakt het bestuur die<br />

filosofie ook waar in de praktijk, hoe zitten de<br />

bestuurders er persoonlijk in?<br />

Vertaalslag<br />

Elk gesprek werd voorbereid vanuit vier thema’s (zie<br />

kader), maar daarbinnen konden de bestuurders zelf<br />

aangeven welke vragen en dilemma’s voor hen zwaar<br />

wegen. In de praktijk bleken dat vooral vragen te zijn<br />

uit het eerste thema: besturing van een lerende<br />

organisatie.<br />

Zo bleek dat veel besturen in hun filosofie weliswaar<br />

begrippen als professionele cultuur, veranderprocessen<br />

of leerprocessen van mensen en teams noemen als<br />

middelen om de ambitie waar te maken, maar dat de<br />

vertaalslag naar de praktijk en het gedrag van leidinggevenden<br />

lastig is. Als essentiële aandachtspunten<br />

kwamen boven tafel: een gedeelde opvatting van<br />

leidinggevenden over sturen en inspireren; kaders die<br />

richting geven én eigen beslisruimte aan de mensen<br />

laten, focus op samenwerken en kwalitatief goede<br />

informatie over lopende ontwikkelingen.<br />

Uit de gesprekken bleek verder dat het leren van<br />

individuele medewerkers meestal goed gestimuleerd<br />

en gefaciliteerd wordt, maar dat het verband met de<br />

SUCCESFACTOREN<br />

<strong>VO</strong>OR REFLECTIE-<br />

GESPREKKEN<br />

Experts van School aan Zet voerden<br />

ruim 70 gesprekken met 35 besturen<br />

die samen verantwoordelijk zijn voor<br />

ruim 220 scholen en een veelvoud aan<br />

vestigingen. Welke factoren hebben<br />

aan het succes van deze gesprekken<br />

bijgedragen?<br />

pp<br />

Bestuurders reflecteerden op de<br />

effectiviteit van hun eigen besturing,<br />

vanuit hun streven naar een meer<br />

professionele en lerende cultuur.<br />

pp<br />

Elke bestuurder kreeg twee<br />

gespreks partners, een schoolexpert<br />

die ook scholen van het bestuur<br />

begeleidde en een expert met ruime<br />

bestuurlijke ervaring.<br />

pp<br />

Het ging om een serie van maximaal<br />

3 gesprekken van 2 uur,<br />

gespreid over een langere periode.<br />

pp<br />

Het eerste gesprek was alleen met<br />

de bestuurder(s); bij vervolggesprekken<br />

konden ook anderen<br />

betrokken worden.<br />

pp<br />

De experts werkten vanuit een<br />

gemeenschappelijk referentiekader,<br />

met de lerende organisatie als<br />

hoofdthema.<br />

pp<br />

In de bepaling van de onderwerpen,<br />

de focus en de matching<br />

met de experts was het bestuur<br />

leidend: het ging om de meerwaarde<br />

voor het bestuur.<br />

pp<br />

De opstelling van de experts<br />

was die van kritische vrienden:<br />

vertrouwe lijk, open en scherp<br />

waar nodig.<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

35


BESTUURSGESPREKKEN<br />

REFLECTIEVRAGEN <strong>VO</strong>OR BESTUURDERS<br />

Is uw manier van besturen ondersteunend voor het leren van de organisatie?<br />

Een selectie van voorbeeldvragen uit de bestuursgesprekken van School aan<br />

Zet die bij reflectie op deze hoofdvraag behulpzaam kunnen zijn:<br />

THEMA e<br />

Besturing van een lerende organisatie<br />

pp<br />

Wat is uw besturingsfilosofie en welke betekenis<br />

heeft deze voor het gedrag van u<br />

en uw leidinggevenden in de dagelijkse praktijk?<br />

pp<br />

Hoe bepalend is het ideaal van de lerende<br />

organisatie voor uw opvattingen over<br />

besturing en professionaliteit?<br />

pp<br />

Op welke terreinen aarzelt u om nadrukkelijk te<br />

sturen en waarom?<br />

THEMA r<br />

Weten hoe het zit<br />

pp<br />

Hoe wilt u als bestuur ‘in control’ zijn en waaruit<br />

blijkt of dit ook lukt?<br />

pp<br />

Hoe weet u écht hoe het zit met uw eigen<br />

ambities: de ontwikkelingen en resultaten<br />

binnen uw scholen (anders dan de<br />

inspectienormen)?<br />

pp<br />

Hoe ondersteunt of belemmert de uitwisseling<br />

van welke informatie het leren in uw organisatie?<br />

ontwikkelbehoeften van het team of de school lang<br />

niet altijd wordt gelegd. Diverse bestuurders namen<br />

zich op grond hiervan voor om dit in de gesprekscyclus<br />

beter op elkaar af te gaan stemmen.<br />

Een derde conclusie was dat een ruimere opvatting<br />

van de leerfunctie op organisatieniveau belangrijk is.<br />

Professionals leren immers lang niet altijd via scholing,<br />

maar bijvoorbeeld ook via projectleider schap of het<br />

ontwikkelen van een nieuwe onderwijsmodule.<br />

Moed<br />

Andere vraagstukken die op tafel kwamen, hielden<br />

indirect verband met het aansturen van een lerende<br />

organisatie. Sommige bestuurders aarzelden bijvoor beeld<br />

om op bestuursniveau expliciet onderwijs kundig beleid<br />

te maken met consequenties voor de scholen: zij<br />

benoemden dat als een <strong>dec</strong>entrale verantwoordelijkheid.<br />

Tijdens de gesprekken groeide bij sommigen de overtuiging<br />

dat dit eigenlijk een kerntaak van het bestuur is.<br />

Het vraagt dan moed om de bestuursrol onderwijskundig<br />

te gaan invullen en dat zo te doen dat mensen op andere<br />

niveaus beslisruimte houden om eigen keuzes te maken<br />

en verantwoordelijkheid te nemen.<br />

Verder noemden nogal wat bestuurders de aansluiting<br />

tussen de diverse managementlagen als aandachtspunt.<br />

In de dagelijkse hectiek en drukte kan dit zomaar<br />

ondersneeuwen. Het is een uitdaging om regelmatig<br />

ruimte te maken om met de leidinggevenden en met<br />

de leraren in gesprek te zijn over wat er echt toe doet.<br />

Voor bestuurders is ook een rol weggelegd in het<br />

stimuleren van de ontwikkeling van teams en afdelingen.<br />

Omdat zij de professionele ruimte van leraren willen<br />

respecteren, leggen bestuurders in de praktijk een<br />

grote nadruk op het stimuleren van veranderingen<br />

en scheppen van voorwaarden (‘push’). Tijdens de<br />

gesprekken kwam naar voren dat zij de verhoudingen<br />

ook spannender zouden kunnen maken door nadrukkelijk<br />

iets te verwachten in termen van doelen,<br />

samenwerking of prestaties (‘pull’).<br />

‘Het leren van individuele<br />

medewerkers wordt meestal goed<br />

gefaciliteerd, maar het verband<br />

met de ontwikkelbehoeften van het<br />

team of de school wordt lang niet<br />

altijd gelegd’<br />

Spiegel<br />

Al met al hebben de bestuurders de gesprekken als<br />

bijzonder zinvol ervaren. Doordat velen de experts in het<br />

gesprek dichtbij lieten komen (wat zou jij als bestuurder<br />

willen of moeten doen en wat houdt je daarbij tegen?),<br />

kwam het gesprek dikwijls in een hogere versnelling.<br />

Bij deelnemers ontstond nieuw of verdiept inzicht in<br />

processen en hun rol daarin. “Aan de vragen die<br />

36 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


THEMA t<br />

Organiseren verander- en verbeterproces<br />

pp<br />

Komen onderwijskundig beleid (wat willen we?)<br />

en organisatieontwikkeling (wat is daarvoor<br />

nodig?) in samenhang aan de orde op alle<br />

niveaus van de organisatie?<br />

pp<br />

Zitten uw leidinggevenden met u op één lijn als<br />

het gaat om de doelen en wijze van sturing?<br />

Ook als het om veranderprocessen gaat?<br />

THEMA u<br />

Focus op aspecten<br />

pp<br />

Hoe verbindt u buiten (maatschappelijke<br />

ontwikkelingen) met binnen en<br />

werkt u aan de ‘responsiviteit’ van uw<br />

organisatie?<br />

pp<br />

Hoe schept u de voorwaarden om tot een<br />

lerende cultuur te komen?<br />

pp<br />

Hoe houdt u de spanning tussen leren en<br />

afrekenen hanteerbaar?<br />

(Bron: School aan Zet)<br />

schuurden, die mij een ongemakkelijk gevoel gaven,<br />

heb ik het meeste gehad. Want dat gebeurt me niet zo<br />

vaak”, zegt een bestuurder.<br />

Voor een andere bestuurder was het “een cadeau om<br />

uit de waan van de dag te stappen en met een paar<br />

stevige mensen die geen enkele rol of belang hebben,<br />

te reflecteren op mijn keuzes en mijn aanpak”. Hier<br />

klinkt iets door wat bij meer bestuurders opvalt, zeker<br />

bij eenhoofdige besturen: het besturen heeft eenzame<br />

kanten. Natuurlijk zijn bestuurders voortdurend in<br />

gesprek met allerlei betrokkenen binnen en buiten de<br />

organisatie, maar vrijwel altijd is daar een agenda in de<br />

dubbele betekenis van het woord: inhoud en belang.<br />

Hier was ruimte om in een stevig en vertrouwelijk<br />

gesprek vrijuit te onderzoeken hoe een bestuur de<br />

eigen aanpak verder kan ontwikkelen.<br />

Ambitieus leerklimaat<br />

De huidige programmering van School aan Zet wordt<br />

eind dit jaar afgerond en bestuurders kunnen zich dan<br />

ook niet meer aanmelden voor bestuursgesprekken.<br />

Maar de les die zij kunnen meenemen, is dat het<br />

belangrijk is om voor zichzelf doelbewust soortgelijke<br />

vormen van reflectie te organiseren.<br />

Bestuurders kunnen bijvoorbeeld deelnemen aan het<br />

traject voor collegiale bestuurlijke visitatie van de<br />

<strong>VO</strong>-academie. Daarnaast start de <strong>VO</strong>-raad het<br />

programma Ambitieus leerklimaat, waarin ook besturen<br />

met ondersteuning vanuit de <strong>VO</strong>-raad verder kunnen<br />

gaan met het uitwisselen van kennis en ervaringen<br />

over vragen als: hoe komen we tot een meer ambitieus<br />

leerklimaat en hoe houden we dit ‘levend’ binnen de<br />

organisatie? Wat is daarvoor nodig, welke rol heeft ieder<br />

hierin en hoe organiseren we dit? En wat zijn goede<br />

methoden en instrumenten die hierbij kunnen helpen?<br />

De verzamelde kennis, ervaringen en tools zullen voor<br />

alle scholen ontsloten worden.<br />

‘Het is een cadeau om uit de<br />

waan van de dag te stappen en<br />

met een paar stevige mensen die<br />

geen enkele rol of belang hebben,<br />

te reflecteren op mijn keuzes’<br />

Als het aan de deelnemers aan de bestuursgesprekken<br />

ligt, horen reflectieve gesprekken daar zeker bij. Zoals<br />

een van de bestuurders besluit: “Dit heeft mij geholpen<br />

in mijn zoektocht. Ik heb ook niet alle wijsheid in pacht<br />

en ook ik wil mijzelf blijven ontwikkelen. De experts<br />

hebben mij een spiegel voorgehouden en wisten de<br />

vinger op de zere plek te leggen. Het was een persoonlijk<br />

traject waarvan ik veel geleerd heb.”<br />

Zie ook het artikel over collegiale bestuurlijke<br />

visitaties op pagina 38 van dit nummer. Meer<br />

informatie over het programma Ambitieus leerklimaat<br />

op www.vo-raad.nl/themas/ambitieus-leerklimaat.<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

37


<strong>VO</strong>‐ACADEMIE<br />

Pilot collegiale bestuurlijke visitaties van start<br />

KIJKJE IN<br />

DE KEUKEN<br />

Met collegiale bestuurlijke visitaties kunnen bestuurders hun<br />

denken en handelen op een hoger plan brengen en vernieuwing<br />

in gang zetten. De <strong>VO</strong>-academie is een pilot gestart waaraan<br />

zestien bestuurders deelnemen. Leren en verbeteren staan<br />

centraal: ‘Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden.’<br />

Tekst: Cindy Curré / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />

“Als bestuur kun je ongelooflijk veel leren van collegiale<br />

bestuurlijke visitaties.” Dit zegt Truus Vaes, voorzitter<br />

CvB van IRIS uit Heemstede. Zij neemt deel aan de<br />

pilot collegiale bestuurlijke visitaties van de <strong>VO</strong>-academie.<br />

“Een bestuurder moet de momenten van feedback<br />

organiseren. Ik zoek die graag op. Daar komt bij dat<br />

wij op onze scholen al interne visitaties houden en we<br />

die allemaal als heel zinvol ervaren.”<br />

Vaes is er daarnaast van overtuigd dat het goed is om<br />

als sector een signaal af te geven door het organiseren<br />

van collegiale bestuurlijke visitaties: “We laten zien dat<br />

we als beroepsgroep gericht zijn op kwaliteitsverbetering.<br />

Daar hoort bij dat je je deur openzet en anderen een<br />

kijkje in jouw keuken geeft.”<br />

Zelfevaluatie en leervragen<br />

Aan de pilot collegiale bestuurlijke visitaties, die nog<br />

tot eind 2016 duurt, nemen zestien bestuurders van in<br />

totaal veertien besturen deel. De pilot kent drie rondes<br />

en is zo opgezet dat de visitatiecommissie steeds een<br />

andere samenstelling heeft, vertelt Marie-Anne van<br />

Reijen, projectleider Bestuurskracht van de <strong>VO</strong>-academie:<br />

“Drie bestuurders gaan visiteren, samen met een externe<br />

voorzitter en een secretaris. Het is niet wederkerig: als<br />

bestuurder A bij bestuurder B visiteert, komt B niet bij<br />

A.” Voorafgaand aan de eerste ronde is in september een<br />

trainingsbijeenkomst geweest. De deelnemers zijn tevens<br />

gecoacht bij het schrijven van een zelfevaluatie en het<br />

geven van goede feedback.<br />

Elk deelnemend bestuur maakt voorafgaand aan de<br />

visitatie op basis van een inhoudelijk kader een zelfevaluatie<br />

en formuleert één of meerdere leervragen waar<br />

het graag feedback op wil krijgen van de commissie.<br />

De visitatiecommissie komt vervolgens een dag langs<br />

en spreekt dan eerst met het bestuur en daarna met<br />

verschillende panels van de raad van toezicht, eindverantwoordelijk<br />

schoolleiders, ouders, docenten,<br />

leerlingen en bijvoorbeeld het stafbureau. Aan het einde<br />

van de dag heeft de visitatiecommissie een overleg met<br />

het bestuur om de belangrijkste zaken die zijn opgevallen,<br />

terug te koppelen. De commissie leden kijken daarbij of<br />

het beeld van de zelfevaluatie klopt met het beeld dat zij<br />

hebben gekregen uit de panelgesprekken en de stukken<br />

die zij hebben gelezen. Enige tijd later volgt een<br />

schriftelijke rapportage van de visitatie.<br />

Stortvloed aan adviezen<br />

Kees Schouten is directeur-bestuurder van de Purmerendse<br />

ScholenGroep (PSG). Hij ontving in de laatste week van<br />

november een visitatiecommissie in het kader van de<br />

pilot: “We hebben de afgelopen jaren het bestuursmodel<br />

van onze zes scholen opnieuw opgebouwd. Ik wilde graag<br />

medebestuurders laten kijken naar dit model. Voldoet<br />

het aan de kwaliteitscriteria van onze sector?” Schouten<br />

had een specifieke vraag over sturing van zijn onderwijsorganisatie:<br />

“Ik wil graag weten of mijn visie, die te<br />

maken heeft met hoe we samenwerken bij de PSG,<br />

tot uiting komt in de manier waarop de organisatie is<br />

ingericht. Is daar iets van terug te vinden? En wat moet<br />

ik doen om de zes verschillende scholen te verenigen tot<br />

een geheel met één gemeenschappelijke boodschap die<br />

38 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


Kees Schouten: ‘Dit is een ervaring die ik iedereen van harte gun’<br />

Truus Vaes: ‘Het mag kritisch zijn, maar wel vanuit een positieve grondhouding’<br />

door iedereen gedragen wordt? In hoeverre werkt die<br />

boodschap mee aan een efficiënte samenwerking?”<br />

Schouten was van tevoren niet zenuwachtig, maar vond<br />

het wel spannend. “Nu, na het bezoek, kan ik zeggen:<br />

‘het was grandioos’. Wanneer tref je vijf professionele<br />

collega’s die zich zo gecommitteerd met jouw organisatie<br />

willen bemoeien en daarna een gratis stortvloed van<br />

adviezen en ervaringen met je delen? Ook al weet je<br />

bepaalde dingen wel, zij plaatsen zaken toch in een ander<br />

licht. Dit is een ervaring die ik iedereen van harte gun.”<br />

Positief-kritisch<br />

Truus Vaes heeft deelgenomen aan een visitatie bij een<br />

ander bestuur. Ze benadrukt dat collegiale bestuurlijke<br />

visitaties gericht zijn op leren en verbeteren: “Het gaat<br />

niet om de beoordeling, we zijn geen inspectie. Belangrijk<br />

is dat je een bestuurder iets meegeeft waar hij of zij<br />

over na kan denken. Je hoeft immers niet ziek te zijn<br />

om beter te worden. Het mag kritisch zijn, maar wel<br />

vanuit een positieve grondhouding. Het gesprek aan het<br />

eind van de visitatiedag was echt een dialoog en geen<br />

eenrichtingsverkeer. Er ontstond door te reflecteren<br />

al meteen een leermoment, voor beide partijen.”<br />

Was het moeilijk om lastige vragen te stellen? Vaes:<br />

“Nee, totaal niet. Je focust immers op de leervragen.<br />

De ander vraagt om feedback en je geeft hem of haar<br />

positief-kritische suggesties mee.”<br />

Meer weten over collegiale bestuurlijke visitaties?<br />

Kijk op www.vo-academie.nl/bestuurskracht/<br />

collegiale-bestuurlijke-visitaties.<br />

<strong>VO</strong>-ACADEMIE OP TWITTER<br />

Blijf altijd op de hoogte van het<br />

laatste nieuws over professionalisering.<br />

Volg ons ook op Twitter!<br />

twitter.com/voacademie<br />

KATERNEN – VRAAG ZE NU<br />

AAN<br />

<strong>VO</strong>-academie geeft jaarlijks diverse<br />

publicaties uit. Hieronder treft u het<br />

overzicht van onze katernen, die<br />

u kosteloos kunt aanvragen via<br />

info@vo-academie.nl<br />

pp<br />

Katern 1 ‘Al doende Leren’<br />

over non- en informeel leren<br />

pp<br />

Katern 2 ‘Samenspel en dialoog’<br />

over financieel leiderschap in<br />

het vo<br />

pp<br />

Katern 3 ‘Doelgericht vertrouwen’<br />

over strategisch hrm<br />

pp<br />

Katern 4 ‘Richting geven aan<br />

professionele ontwikkeling’ over<br />

de beroepsstandaard<br />

pp<br />

Katern 5 ‘Samen leren in<br />

netwerken’ over professionele<br />

leernetwerken<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

39


BLIK VAN BUITEN<br />

‘DOEN WAAR JE<br />

HÉÉL GOED IN BENT’<br />

Naam k Guus Meulendijks (1982)<br />

Achtergrond k medeoprichter B. Amsterdam, een snel groeiende incubator voor start-ups met momenteel<br />

253 bedrijven en ruim 650 creatieve geesten<br />

Gespreksonderwerp k innovatie<br />

Standpunt k focus op talent, niet op middelmatigheid<br />

Tekst: Suzanne Visser / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />

Je haalde je havodiploma op het<br />

Dendron College in Horst. Hoe heb<br />

je de middelbare school ervaren?<br />

“Ik was een superjonge leerling, de<br />

jongste van de klas, en ik wilde heel snel<br />

volwassen worden. Ik begon heel ijverig,<br />

maar al snel was het leven fascinerender<br />

dan school. Daarom werd het ook havo<br />

en geen vwo. Ik zorgde wel dat ik deed<br />

wat nodig was, ook omdat ik snapte dat<br />

ik die havo toch echt wel moest halen.<br />

De omslag kwam toen ik een profiel<br />

kon kiezen, dat heeft me uit mijn<br />

comfort zone gehaald. Toen gingen<br />

mijn punten ook omhoog.”<br />

Je bent een van de oprichters van B.<br />

Amsterdam, een ‘ecosysteem voor<br />

innovatie, educatie en groei’ dat in<br />

2,5 jaar tijd is uitgegroeid tot een van<br />

de grootste incubators voor startende<br />

bedrijven ter wereld. Hoe hebben<br />

jullie dat voor elkaar gekregen?<br />

“Goede vraag. Waarschijnlijk kwam<br />

alles op het juiste moment samen. Er<br />

was een eigenaar met een kansarm pand”<br />

(het voormalige IBM-hoofdkantoor in<br />

Amsterdam- Nieuw West, red.) “en wij<br />

hadden de droom om de start-up-scene<br />

te verbinden en een omgeving voor groei<br />

en innovatie te creëren. Wij wilden een<br />

brug slaan tussen start-ups, die uit<br />

rebellie geboren zijn en de wereld willen<br />

ver overen, en grote bedrijven die<br />

dromen van kleine speedbootjes om snel<br />

te kunnen innoveren.”<br />

‘Als je kansen ziet, moet<br />

je het doen’<br />

Veel scholen willen vernieuwen om<br />

hun leerlingen beter voor te bereiden<br />

op wat er in de 21e-eeuw van mensen<br />

wordt gevraagd. Hoe breng je<br />

innovatie op gang?<br />

“Het is belangrijk om een niche te<br />

kiezen en daar zo min mogelijk<br />

concessies aan te doen. Die niche is de<br />

kern waar je voor staat, op dat stukje ga<br />

je zoveel mogelijk waarde toevoegen.<br />

Waar wij bij B. Amsterdam voor staan,<br />

is ‘start-ups, innovatie en groei’. Er is<br />

plaats voor alles wat daarmee te maken<br />

heeft. Daarom bieden we niet alleen<br />

office spaces aan start-ups, maar ook<br />

event spaces, en innovation spaces aan<br />

corporate bedrijven. Je kunt bij ons<br />

werken en sporten, evenementen<br />

organiseren en bijwonen, relaxen op de<br />

daktuin en studeren. De laatste schakel<br />

die we willen toevoegen, is kapitaal. We<br />

zijn aan het onderzoeken hoe we dat<br />

toegankelijker kunnen maken voor startups<br />

met sterke ideeën.”<br />

Onlangs zijn jullie ook een school<br />

begonnen, de B. Startup School<br />

Amsterdam. Hogeropgeleide jongeren<br />

kunnen hier IT-vaardigheden opdoen<br />

om een baan bij een startup te<br />

bemachtigen. Hoe kom je op zo’n idee?<br />

“Wij zagen een misfit in de<br />

arbeidsmarkt. De jeugdwerkeloosheid<br />

groeit, terwijl start-ups staan te springen<br />

om IT-talent. Bovendien hebben we<br />

anderhalf jaar geleden in New York<br />

gezien hoe talent volle jongeren in drie<br />

maanden kunnen worden omgeschoold<br />

tot junior developer. Dat doen ze daar<br />

waanzinnig slim. Wij zijn dus op zoek<br />

gegaan naar partners: Manpower, de<br />

Amsterdam Economic Board en vijf<br />

start-up academy’s van over de hele<br />

wereld. Half november is de pilot<br />

begonnen met een bootcamp voor acht<br />

jongeren, samen met de New York<br />

Coding Academy. Het is de bedoeling<br />

dat komend jaar driehonderd jongeren<br />

tussen de 23 en 26 jaar worden opgeleid.<br />

Door een Europese subsidie kunnen de<br />

eerste honderd studenten gratis aan de<br />

slag; met de plaatsings vergoedingen van<br />

40 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


‘Wat wij nu in feite zeggen,<br />

is: hoe talentvol je ook<br />

bent, als je niet overal<br />

middelmatig genoeg bent,<br />

laten we je niet door’<br />

bedrijven willen we het lesgeld voor de<br />

volgende groep verminderen. Hoe dat<br />

uitpakt, weten wij ook nog niet. Maar<br />

ook dat is innovatie: als je kansen ziet,<br />

moet je het doen.”<br />

Zouden scholen die kansen beter<br />

moeten pakken?<br />

“Ja, al moet ik zeggen dat wij natuurlijk<br />

minder vastzitten aan wet- en regelgeving<br />

dan scholen. Aan de andere kant<br />

verbaast het me af en toe hoe groot de<br />

verschillen tussen scholen zijn. Op de<br />

ene school zijn mensen vol passie aan<br />

de slag met vernieuwing, op de andere<br />

school gebeurt bijna niets. Dus misschien<br />

kan er veel en zit het minder in<br />

de regelgeving dan in de manier van<br />

denken. Je kunt wel vrij heid hebben,<br />

maar dat wil niet zeggen dat je weet hoe<br />

je die ondernemend moet oppakken.”<br />

Geven we jongeren de juiste dingen<br />

mee op school?<br />

“Als ik bij ons in het gebouw rondkijk,<br />

zie ik mensen die worden gedreven door<br />

passie. Zo is het ook mijn persoonlijke<br />

keus geweest om B. Amsterdam te<br />

beginnen. Maar toen ik twaalf was, koos<br />

ik er niet voor om geschiedenis te leren.<br />

Heel veel van de keuzes voor leerlingen<br />

worden door leraren gemaakt. Terwijl<br />

leren veel interessanter en leuker kan<br />

zijn als je meer zelf kunt kiezen wat<br />

je doet. Intrinsieke motivatie is zó<br />

belangrijk. Ook dat zie je bij start-ups:<br />

mensen zijn er 24 uur per dag, zeven<br />

dagen per week mee bezig. Dat houd<br />

je niet vol als je het niet leuk vindt, als<br />

je hart er niet in ligt. Zelf heb ik dat<br />

ervaren toen ik op mijn 28e directeur/<br />

eigenaar werd van een grote salesorganisatie.<br />

Je zou zeggen: mooie plek.<br />

Maar ik kon niet voor de volle honderd<br />

procent omarmen wat ik aan het doen<br />

was. Toen ik daar toch mee doorging,<br />

kreeg ik een burn-out. Wat ik ervan heb<br />

geleerd, is dat je mensen altijd in hun<br />

kracht moet zetten.”<br />

Voor iedere leerling een persoonlijk<br />

leertraject?<br />

“In elk geval meer vrijheid. Het lijkt me<br />

heel goed dat elke leerling belangrijke<br />

basisvaardigheden mee krijgt; die kern<br />

moet je goed bewaken. Maar daarnaast<br />

denk ik dat het goed zou zijn als er meer<br />

aandacht komt voor persoonlijke ontwikkeling.<br />

Op school heb ik van alles<br />

geleerd, maar wie ik was en wat ik wilde,<br />

daar kwam ik op mijn 28e door mijn<br />

burn-out pas achter. En focus daarnaast<br />

op sociale ontwikkeling. Zet programma’s<br />

op met mensen van buiten de<br />

school, waarin leerlingen zelf de wereld<br />

kunnen verkennen.”<br />

‘Zet programma’s op<br />

waarin leerlingen zelf de<br />

wereld kunnen verkennen’<br />

Moet er ook iets veranderen in de<br />

diplomering?<br />

“Ik geloof heel erg in talentontwikkeling.<br />

Op school zouden we jongeren<br />

zo snel mogelijk datgene moeten laten<br />

ont wikkelen waar ze héél goed in zijn.<br />

Hun talenten dus, niet hun zwakke<br />

punten. In de toekomst is er voor<br />

iedereen een heel klein stukje markt<br />

en dan moet je zorgen dat je het op<br />

dat stukje beter doet dan wie dan ook.<br />

Dat past niet bij een onderwijssysteem<br />

waarin bijna het hele programma<br />

voorgeschreven is en je kunt struikelen<br />

over een enkel vak. Wat wij nu in feite<br />

zeggen, is: hoe talentvol je ook bent, als<br />

je niet overal middelmatig genoeg bent,<br />

laten we je niet door. Dat vind ik<br />

onbegrijpelijk.”<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong><br />

41


WIE WERKT WAAR<br />

STICHTING BESTUUR OPENBAAR<br />

ONDERWIJS ROTTERDAM (BOOR)<br />

Erasmiaans Gymnasium, Rotterdam<br />

Op het Erasmiaans Gymnasium is met ingang<br />

van dit schooljaar Jacques van Hoof rector.<br />

Hij volgt Paul Scharff op. Van Hoof was rector<br />

van Gymnasium Novum in Voorburg.<br />

ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS<br />

(OMO)<br />

Maaslandcollege, Oss<br />

Ivo Vis (44) is benoemd tot rector van het<br />

Maaslandcollege in Oss. Hij volgt Jacques van<br />

Meegen op, die met pensioen gaat. Nu is Vis<br />

nog conrector op Lyceum Bisschop Bekkers in<br />

Eindhoven.<br />

GOOISE SCHOLEN FEDERATIE<br />

Roland Holst College, Hilversum<br />

Het Roland Holst College heeft al snel na<br />

het vertrek van Louis van Kaam als rector een<br />

(tijdelijke) opvolger gevonden in de persoon<br />

van Angela Koot. Haar opdracht loopt tot het<br />

einde van dit schooljaar.<br />

STICHTING SCHOLENGROEP RIJK<br />

VAN NIJMEGEN<br />

Kandinsky College, Nijmegen<br />

Per 1 november is Astrid Wassink (56) benoemd<br />

tot rector van het Kandinsky College te Nijmegen.<br />

Zij volgt Yolande Ulenaers op, die nu directeurbestuurder<br />

van de Scholengroep Rijk van Nijmegen<br />

is. Wassink werkte op het Kandinsky als conrector/<br />

plaatsvervangend rector.<br />

ACHTERHOEK <strong>VO</strong><br />

Almende College, Ulft en Silvolde<br />

Roelof Louwsma is per 1 februari 2016 benoemd<br />

tot rector van het Almende College. Hij volgt<br />

Jozef Geurtzen op. Louwsma is nu nog werkzaam<br />

als rector van Openbare Scholengemeenschap<br />

Graaf Engelbrecht in Breda.<br />

ST. S<strong>VO</strong> WOLVEGA/STEENWIJK<br />

RSG Tromp Meesters, Steenwijk<br />

Janny Visser is per 1 februari 2016 de nieuwe<br />

rector van RSG Tromp Meesters. Visser is op<br />

dit moment locatiedirecteur op Groenhorst<br />

Nijkerk, onderdeel van de Aeres Groep te Ede.<br />

Visser volgt rector/bestuurder Johan Timmermans<br />

op, die met pensioen is gegaan.<br />

ONDERWIJSSTICHTING<br />

ZELFSTANDIGE GYMNASIA (OSZG)<br />

Gymnasium Felisenum, Velsen-Zuid<br />

Marcel Kemper wordt met ingang van 1 maart<br />

2016 rector van het Gymnasium Felisenum<br />

en tevens lid van het bestuur van de OSZG.<br />

Kemper werkt nu als plaatsvervangend rector<br />

van het Murmellius Gymnasium in Alkmaar.<br />

ALMEERSE SCHOLEN GROEP<br />

Montessori Lyceum Flevoland, Almere Buiten<br />

Diana Kwast-Hoekstra gaat op 1 maart 2016<br />

aan de slag als rector van het Montessori<br />

Lyceum Flevoland. Zij neemt het stokje<br />

over van San van Donselaar.<br />

Colofon <strong>VO</strong>‐<strong>magazine</strong> is een uitgave van de<br />

<strong>VO</strong>‐raad, de sector organisatie van het voortgezet<br />

onderwijs. <strong>VO</strong>‐<strong>magazine</strong> verschijnt 7 keer per jaar<br />

in een oplage van 4.500 exemplaren.<br />

Redactie Cindy Curré, Ingrid Janssen, Stan Termeer<br />

Suzanne Visser (eind redactie), Linda Zeegers.<br />

Medewerkers: Martijn Laman, Hanneke van der<br />

Linden, Emmanuel Naaijkens, Marijke Nijboer,<br />

Carolien Nout, Mirjam van Teeseling en Maaike Vos.<br />

Redactieadres <strong>VO</strong>‐raad, Postbus 8282,<br />

3503 RG UTRECHT, T 030 232 48 00,<br />

redactie@vo‐raad.nl, www.vo‐raad.nl.<br />

Fotografie Josje Deekens, Dirk Kreijkamp<br />

(ook voorpagina), Hollandse Hoogte, iStockphoto<br />

Illustratie Robert Vulkers<br />

Ontwerp OSAGE / communicatie en ontwerp, Utrecht<br />

Druk Drukkerij Damen, Werkendam<br />

Advertenties Uitgeverij Recent Amsterdam,<br />

T 020 330 89 98 (Ray Aronds), www.recent.nl.<br />

Issn 1873-1163<br />

Abonnementen Besturen en de daarbij horende<br />

scholen, die lid zijn van de <strong>VO</strong>‐raad ontvangen het<br />

<strong>VO</strong>‐<strong>magazine</strong> gratis. Een abonnement kost € 75,-<br />

per jaar. Beëindiging van het abon ne ment dient<br />

schriftelijk te geschieden voor 1 juli.<br />

42 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 3 / December <strong>2015</strong>


ADVERTENTIE<br />

Speciaal voor schoolleiders<br />

in het voortgezet onderwijs<br />

Digitalisering<br />

van het onderwijs<br />

Digitalisering speelt een grote rol in de maatschappij en komt<br />

ook uw school binnen: een uitdaging voor u als schoolleider.<br />

Hoe zet u ICT effectief in voor het onderwijs op uw school?<br />

Wat zijn de mogelijkheden van digitaal toetsen? En hoe<br />

draagt gedigitaliseerd onderwijs bij aan differentiatie in de<br />

klas?<br />

Maak bewuste keuzes op het gebied van ICT op uw<br />

school!<br />

Praktische handvatten voor<br />

schoolleiders<br />

Locatie:<br />

Leerhotel het Klooster, Amersfoort<br />

Datum:<br />

Donderdag 31 maart 2016<br />

Inschrijven:<br />

www.medilexonderwijs.nl/digitalisering<br />

Kijk eens verder op www.medilexonderwijs.nl<br />

Medilex Onderwijs - Congressen en cursussen voor het onderwijs<br />

T. (030) - 657 51 57 E. info@medilexonderwijs.nl<br />

MEDI0911JS_Digitalisering_<strong>VO</strong><strong>magazine</strong>_179,5x266,5_HIRES.indd 1 09-11-<strong>2015</strong> 11:49:15


2064589_Comeet_<strong>VO</strong>_Dec<strong>2015</strong>:2061064_Comeet_<strong>VO</strong>_april2014 12-11-<strong>2015</strong> 10:29 Pagina 1<br />

ADVERTENTIE<br />

Met scholingscertificaat<br />

De nieuwe<br />

cursusdata<br />

voor 2016<br />

2016<br />

Professionalisering<br />

financieel<br />

schoolmanagement<br />

Bezuinigingen, onderwijsvernieuwingen en horizontale verantwoording stellen<br />

nieuwe eisen aan de onderwijsmanager. Om bestuurders, bovenschools managers,<br />

schooldirecteuren, beleidsadviseurs en beleidsmedewerkers een handreiking te<br />

bieden bij het vormgeven van het financieel schoolmanagement organiseert<br />

Comeet de leergang onderwijsfinanciën.<br />

In deze leergang worden alle facetten van het financieel management behandeld.<br />

De leergang bestaat uit 4 modules van elk 2 cursusdagen. U kunt per module inschrijven.<br />

Module 1: Elementaire financiële kennis<br />

2016 donderdag 21 en vrijdag 22 januari in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />

Module 2: Financiële kennis<br />

2016 dinsdag 12 en woensdag 13 januari in Zwolle: Bilderberg Grand Hotel Wientjes<br />

2016 dinsdag 8 en woensdag 9 maart in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />

Module 3: Verdiepingscursus financiële kennis<br />

2016 donderdag 14 en vrijdag 15 januari in Ede: Zalencentrum ROVC<br />

2016 donderdag 10 en vrijdag 11 maart in Zwolle: Bilderberg Grand Hotel Wientjes<br />

2016 dinsdag 12 en woensdag 13 april in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />

Module 4: Het maken van uw eigen financieel beleidsplan<br />

2016 dinsdag 15 en woensdag 16 maart in Ede: Zalencentrum ROVC<br />

2016 donderdag 14 en vrijdag 15 april in Zwolle: Bilderberg Grand Hotel Wientjes<br />

2016 dinsdag 13 en woensdag 14 september in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />

NIEUW: 1 daagse opfriscursus Leergang Onderwijsfinanciën:<br />

2016 dinsdag 19 januari in Zwolle: Bilderberg Grand Hotel Wientjes<br />

2016 donderdag 24 maart in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />

De cursussen kunnen ook op verzoek incompany worden uitgevoerd.<br />

www.comeet.nl<br />

De kosten van deelname aan deze tweedaagse modules zijn e 580,00 (per module);<br />

module 4 e 630,00; de Opfriscursus e 305,00.<br />

Prijs incl. lesmaterialen, koffie/thee, lunch en excl. BTW.<br />

Voor nadere informatie over deze cursussen verwijzen wij u naar onze website:<br />

www.comeet.nl<br />

Direct inschrijven:<br />

1. www.comeet.nl<br />

2. Stuur een e-mail naar secretariaat@comeet.nl<br />

3. Telefonisch via 010-2424200<br />

Zwolseweg 27, 2994 LB Barendrecht T: 010-2424200 E: secretariaat@comeet.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!