#7
Radbode_7_2015
Radbode_7_2015
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>#7</strong><br />
Personeelsmagazine Radboudumc | Jaargang 40 oktober 2015<br />
Michel van der Jagt, transplantatiechirurg<br />
bij het Zelfstandig Uitname Team<br />
Orgaantransplantatie<br />
van Leeuwarden<br />
tot Maastricht<br />
Radboud KinderTV<br />
Haalt de wereld voor jonge<br />
patiënten naar binnen<br />
Opleidingsafdeling<br />
Leerling-verpleegkundigen<br />
runnen de afdeling<br />
Rondvraag<br />
‘Vaker kleinere porties<br />
beter voor patiënt?’
<strong>#7</strong> – oktober 2015<br />
3<br />
INHOUD<br />
16<br />
LEESTIP<br />
Angelien Sieben, verpleegkundig specialist<br />
en voorzitter Adviesraad verpleegkundigen<br />
en paramedici (VAR). Zij tipt het artikel op<br />
pagina 16 en 17.<br />
Estel Residence - Panoramisch wonen in Nijmegen<br />
62 luxe appartementen | vanaf 70 m 2 € 220.000,- v.o.n.<br />
Bent u op zoek naar een bijzonder appartement of pied-à-terre in Nijmegen? Dan is Estel Residence echt iets voor u.<br />
Op slechts 12 auto- of fietsminuten van het RadboudUMC. Gelegen op de stuwwal aan de Barbarossastraat met<br />
ongeëvenaarde uitzichten over het polderlandschap en Nijmegen-Oost. In Estel Residence worden alle woonwensen<br />
gerealiseerd voor iedereen die comfortabel en exclusief wil wonen!<br />
Estel Residence is bijzonder<br />
• lofts, appartementen, penthouses<br />
• riante terrassen, loggia’s en ruime balkons<br />
• één of meer parkeerplaatsen ondergronds<br />
• huismeester<br />
• exclusieve bewonersfaciliteiten in souterrain<br />
Start transformatie<br />
in oktober<br />
Wilt u wonen in Estel Residence?<br />
Neem dan contact op met Audrey Spanbroek 06 – 49 89 35 15<br />
of met Coen Nolthenius 06 - 15 95 11 39. Zij vertellen u graag<br />
over de unieke appartementen in het voormalige onderkomen<br />
van Royal Haskoning. U kunt ook contact opnemen via<br />
info@estelresidence.nl of zich inschrijven voor een appartement<br />
via www.estelresidence.nl.<br />
08<br />
Onderzoek – Het wordt de moeilijkste<br />
08<br />
ziekte die er bestaat genoemd: spierziekte<br />
myotone dystrofie. Wetenschappers bij het<br />
Radboudumc werken hard aan een oplossing.<br />
‘We hebben het hele leerboek van de celbiologie<br />
nodig om te begrijpen wat er aan de hand is.’<br />
Zorg – Het Zelfstandig Uitname Team<br />
12<br />
haalt organen uit bij overleden donoren.<br />
Collega’s van het team vertellen over dit bijzondere<br />
werk. ‘Het kan voor nabestaanden troostrijk<br />
zijn: de gedachte dat de organen van hun geliefde<br />
een tweede leven krijgen in andere mensen.’<br />
Opleiden – De verpleegafdeling Cardio-<br />
16<br />
thoracale Chirurgie & Longziekten is een<br />
opleidingsafdeling die jaarlijks circa 44 leerling-<br />
20<br />
verpleegkundigen begeleidt. Ze runnen de zorg<br />
zoveel mogelijk samen. ‘Door studenten zelf de<br />
stappen te laten benoemen, leren ze beter.’<br />
Rondvraag – Het Radboudumc voert<br />
20<br />
vanaf deze maand het FoodforCare-concept<br />
stapsgewijs in. Patiënten krijgen zes keer per dag<br />
kleine hapjes naar keuze aangeboden.<br />
Doel: patiënten gaan beter eten en dat is goed<br />
voor hun herstel. We vroegen drie betrokkenen<br />
en een patiënt naar de eerste ervaringen.<br />
RUBRIEKEN<br />
04 HET GETAL<br />
06 KORT<br />
11 5 VRAGEN AAN<br />
18 ZAPSERVICE<br />
19 DE PATIENT<br />
22 COLLEGA'S<br />
23 HET MOMENT<br />
24 ACHTEROP<br />
Lees:<br />
Studenten<br />
runnen<br />
de zorg<br />
‘Ik mis als professional wel eens mensen om<br />
me heen, die gewoon met de handen op de rug<br />
staan. Die je alle vertrouwen geven en weten:<br />
het komt wel goed. We moeten tegenwoordig<br />
immers alles verantwoorden en vastleggen, we<br />
slaan daar naar mijn idee een beetje in door.<br />
Mooi vind ik daarom het artikel over de opleidingsafdeling<br />
Cardio-thoracale Chirurgie &<br />
Longziekten. Jaarlijks worden er circa 44 leerling-verpleegkundigen<br />
opgeleid. Studenten<br />
runnen de zorg samen en gaan eerst bij elkaar<br />
te rade. Verpleegkundig werkbegeleiders<br />
coachen hen als het ware met de handen op<br />
de rug. Ze krijgen vertrouwen en verantwoordelijkheid<br />
over het eigen leerproces.<br />
Ze leren bovendien hoe belangrijk het is om<br />
goed samen te werken, te communiceren en<br />
te ervaren dat je elkaar nodig hebt. Een leerschool<br />
waar ze straks veel profijt van hebben.<br />
In de toekomst zou het mooi zijn als op de<br />
oplei dingafdelingen de stages van studenten<br />
geneeskunde, verpleegkunde en van de paramedische<br />
opleidingen elkaar meer gaan kruisen.<br />
Nu komen ze elkaar vaak pas tegen eenmaal<br />
afgestudeerd aan het patiëntenbed. Terwijl je<br />
het in de praktijk wél samen moet doen.’<br />
Angelien Sieben<br />
www.estelresidence.nl
4 personeelsmagazine radboudumc <strong>#7</strong> – oktober 2015 5<br />
HET GETAL<br />
Willem Andrée<br />
Paul Lagro<br />
filmopnames maakte Radboud Kinder TV vorig jaar voor en door kinderen<br />
die in het Radboudumc worden behandeld. Vanuit een echte filmstudio<br />
krijgen jonge patiënten de kans hun fantasie de vrije loop te<br />
laten. Ze worden regisseur van hun eigen film, programma of videoclip.<br />
Duizendpoot (coördinator, filmer, geluidsman en editor) Pieter<br />
van den Nieuwenhuizen biedt samen met collega Iris Wolf en zo’n<br />
twintig vrijwilligers de kinderen deze afleiding. Patiëntjes mogen<br />
zelf het verhaal verzinnen.<br />
Het team is ook verantwoordelijk voor de tweewekelijkse live tv-uitzending<br />
De PatsBoemKnalshow en maakt – als de kinderen van ver<br />
komen – bijvoorbeeld opnames van vriendjes op school of familie. Of<br />
andersom: ze laten in een film zien hoe de dialyse van hun klasgenootje<br />
werkt. Pieter: ‘Wij halen de wereld naar binnen en brengen het ziekenhuis<br />
naar buiten. Voor opnames hebben we in de studio een<br />
greenscreen staan. Dat staat achter de acteurs en naderhand kunnen<br />
we daardoor alles inmonteren, van sprookjessettings tot een voetbalveld.<br />
En die oneindige mogelijkheden zijn soms hard nodig, de fantasie<br />
van de kinderen is onbegrensd. Onlangs kwam er een meisje<br />
dat Sneeuwwitje wilde spelen. De koene prins werd een domme<br />
prins. Ze wilde bovendien zelf verschillende rollen spelen en niet de<br />
prins, maar een dokter moest haar wakker maken. “Want dat doen<br />
dokters”, zei ze. Of er was ooit een jongetje dat zijn vader in een<br />
poppetje gemonteerd wilde hebben dat werd opgegeten door een<br />
haai. Voor de kinderen is het soms echt magie.’
6 personeelsmagazine radboudumc <strong>#7</strong> – oktober 2015 7<br />
KORT<br />
COLUMN | ETHIEK<br />
Getweet<br />
‘Het gaat om de mens’<br />
Medewerkers van de sectie medische ethiek<br />
(iq healthcare) geven een beschouwing<br />
over een actueel onderwerp.<br />
Deze keer Stef Groenewoud.<br />
@JKNL ‘Eigen’ patiënt voor iedere geneeskunde<br />
student. Nieuw curriculum #Radboudumc van start.<br />
@medischcontact<br />
@stefanievdbosch Omg the new @radboudumc<br />
students are so lucky with such a start and great<br />
curriculum #kickoffradboudumc<br />
@lijner Wat een toffe dag bij @HHreshape in het<br />
@radboudumc! Onder de indruk van alle concepten en<br />
de organisatie! #hhreshape #hackathon<br />
@fredderieke Niet naar buiten kunnen bij het<br />
Radboudumc omdat de deuren dicht zijn na 22.00 en dan<br />
nét aan de 1e aflevering van The Walking Dead denken…<br />
@BrittaRTLNieuws En hoe voelt het om oud te zijn.<br />
Een ouderdomspak van 16 kg van #Radboudumc laat<br />
het je even voelen<br />
@geertkb Het hele weekend in @radboudumc doorgebracht<br />
voor @HHreshape en niet ervaren hoe het<br />
weer buiten was. Hoe is dat voor patiënten? #dtv<br />
Heb je direct contact<br />
met patiënten in je<br />
werk? Haal dan ook<br />
dit jaar tussen 2 en 17<br />
november de griepprik.<br />
Meer informatie<br />
op intranet.<br />
IMPACT VAN ONDERZOEK<br />
Veel media-aandacht<br />
voor Lowlandsonderzoek<br />
Eind augustus stonden twee onderzoeksteams van de afdelingen Geriatrie en<br />
Medische Psychologie op festival Lowlands. Bij één onder zoek trokken bezoekers<br />
ouderdomspakken aan, het andere wetenschapsteam onderzocht psychosociale<br />
problemen bij jongeren met en zonder kanker. Met de uitkomsten van dat laatste<br />
onderzoek willen Olga Husson en haar collega’s aantonen dat er meer aandacht<br />
voor jongeren met kanker moet zijn, bijvoorbeeld binnen een AYA-poli. Met het<br />
eerste onderzochten Franka Bakker en Miriam Reelick hoe jongeren tegen ouderen<br />
en tegen veroudering bij zichzelf aankijken. Belangrijk omdat uit onderzoek<br />
van het Nationaal Programma Ouderenzorg bleek dat maar een klein deel van de<br />
mensen die in de zorg werkt voor de ouderenzorg kiest. Het Lowlands-onderzoek<br />
trok enorm veel bezoekers en kreeg daarnaast erg veel landelijke media-aandacht.<br />
Elkaar op het spoor door Radbode<br />
De medewerkers van Geestelijke Verzorging en Pastoraat (GVP) kunnen ook iets<br />
betekenen voor poliklinische patiënten. Internist Bas Bredie en geestelijk verzorger/<br />
pastor Ans Bertens kwamen samen tot mooie ideeën. Ze vonden elkaar via Radbode.<br />
Ze stonden allebei in dezelfde Radbode, nummer<br />
5. Internist Bas Bredie in ‘Het moment’,<br />
over de les die hij leerde van een achttienjarige<br />
patiënt die door hartproblemen in een<br />
totaal ander leven belandde. ‘Wat kun je als<br />
dokter doen, bij zo’n patiënt die alle dromen<br />
op moet geven? Daar ben ik niet helemaal<br />
uit,’ dat vroeg hij zich hardop af.<br />
‘Wij zouden daarin best een rol kunnen spelen’,<br />
dacht geestelijk verzorger/pastor Ans<br />
Bertens toen ze het verhaal las. Zelf stond ze<br />
in datzelfde nummer in ‘Achterop’. Daarin<br />
vertelde ze dat geestelijk verzorgers in<br />
gesprek gaan met patiënten, die door wat hen<br />
is overkomen allerlei levensvragen hebben.<br />
Om hen te helpen daar mee om te gaan.<br />
Ans zocht contact met Bas. ‘We maken inderdaad<br />
weinig gebruik van deze ondersteuning,<br />
terwijl ook poliklinische patiënten baat kunnen<br />
hebben bij een goed gesprek buiten de<br />
reguliere medische kanalen’, vertelt Bas.<br />
Samen kwamen ze tot mooie ideeën.<br />
‘We gaan bijvoorbeeld kijken hoe we geestelijke<br />
verzorging structureel een plaats kunnen geven<br />
op de polikliniek. Bijvoorbeeld bij jonge mensen<br />
met levensbedreigende en/of chronische aandoeningen,<br />
voor wie ook al speciale projecten<br />
lopen in het Radboudumc: AYA, MyVasc.<br />
Andere mogelijkheid is een geestelijk verzorger<br />
als een “vliegende keep” in te schakelen<br />
op de poli, voor patiënten die op dat moment<br />
geestelijke ondersteuning nodig hebben.’<br />
In een grote witte tent op het Geert Grooteplein werden de 450 eerstejaars studenten Geneeskunde<br />
en Biomedische Wetenschappen die starten met het nieuwe curriculum, de eerste week<br />
van september drie dagen ondergedompeld in de gezondheidszorg van nu en in de toekomst.<br />
Paul Smits (decaan/vice-voorzitter<br />
RvB) opende het programma. ‘Het<br />
is een defining moment in history.<br />
Studenten zo opleiden dat ze meteen<br />
de goede dingen doen, en de dingen<br />
die ze doen meteen goed doen.’<br />
Studen ten Geneeskunde en Biomedische<br />
Wetenschappen trekken<br />
in de oplei ding deels samen op.<br />
Smits: ‘Zo krijgen we straks artsen<br />
die beter wetenschappelijk kunnen<br />
denken dan daarvoor en researchers<br />
met een klinische blik.’ Keynote speaker staatssecretaris<br />
VWS Martin van Rijn benadrukte dat<br />
de makers van het curriculum het uitstekend<br />
hebben begrepen. ‘Het gaat om de patiënt.<br />
Vanaf dag één is zijn gezondheid, zijn welzijn de<br />
leidraad in jullie studie. En dat is precies zoals het<br />
moet zijn. Of nog beter: het gaat om de mens.'<br />
GETIPT<br />
Leven en dood,<br />
gezondheid en<br />
ziekte, werk en zorg<br />
vormen voor veel<br />
schrijvers, artiesten,<br />
film- en theatermakers<br />
een inspiratiebron.<br />
In iedere<br />
Radbode lees je<br />
cultuurtips.<br />
Bekijk de sfeerverslagen op intranet (pagina:<br />
Curriculum 2015). Met onder meer de speech<br />
van staatssecretaris Van Rijn, een verslag van de<br />
college tour met Leon van Halder en Didi Braat,<br />
korte interviews met studenten, YouTube-filmpjes<br />
van de inspirerende talks en een filmpje met een<br />
sfeerimpressie.<br />
Allereerst niet schaden<br />
Boek: verhalen over de keuzes en dilemma’s<br />
van de beroemde Engelse neurochirurg Henry<br />
Marsh. Zijn voornaamste les: het is net zo<br />
belang rijk om te weten wannéér je moet opereren<br />
als hóe je moet opereren. En dat niet<br />
opereren soms verstandiger kan zijn dan<br />
wel, omdat je soms meer kwaad dan goed<br />
doet. ISBN: 978-90-4681-690-5, € 22,95.<br />
Overgang medewerkers<br />
naar FoodforCare<br />
Het FoodforCare-concept wordt vanaf deze<br />
maand stapsgewijs ingevoerd op alle afdelingen<br />
van het Radboudumc (zie pagina 20).<br />
Ruim negentig medewerkers – het merendeel<br />
voedingsassistent – gaan daarmee over<br />
naar de nieuwe onderneming, maar blijven<br />
werkzaam in het Radboudumc. Het werk<br />
verandert ook: het concept vraagt bijvoorbeeld<br />
meer kennis van de gerechten en<br />
voedingswaarden en een actieve rol in het<br />
aanbieden van de gerechten. Iedereen wordt<br />
op deze nieuwe werkwijze ingewerkt. De<br />
voedingsassistenten worden hierbij intensief<br />
begeleid.<br />
Cadeaubon of<br />
écht iets geven?<br />
Binnen de zorg wordt “value based<br />
healthcare” steeds vaker gebruikt als<br />
organisatieprincipe. Dit houdt in: het<br />
organiseren van de zorg rond patiëntengroepen<br />
en het voortdurend meten van<br />
de kwaliteit en de gemaakte kosten.<br />
Ook in het Radboudumc zijn afdelingen<br />
hiermee bezig. “Value based healthcare”<br />
kan bijdragen aan efficiëntere zorg en<br />
betere kwaliteit. Een goede ontwikkeling,<br />
maar ook één met valkuilen.<br />
Kijken naar kwaliteit en kosten is een<br />
heel economische benadering. Eenzelfde<br />
afweging maakt Philips bij het produceren<br />
van plasma-tv’s: kun je tegen een aantrekkelijke<br />
prijs een goede tv aanbieden aan de<br />
consument? De zorg is geen televisiefabriek.<br />
Je louter richten op kwaliteit en kosten gaat<br />
voorbij aan de intrinsieke motivatie van<br />
veel zorgprofessionals: het met aandacht<br />
iemand beter willen maken en de waarde<br />
van die zorgrelatie.<br />
Het verlenen van zorg en de aandacht die<br />
je daarbij hebt voor je patiënt, is al waardevol<br />
op zichzelf. De filosofische literatuur<br />
noemt dit “gift value”. Vergelijk het met het<br />
geven van een verjaardagscadeau aan een<br />
vriend of familielid. Geef je iemand een<br />
cadeaubon, of zoek je zorgvuldig een ‘echt’<br />
cadeau uit. Het behoeft geen toelichting<br />
dat dit laatste meer van waarde zal zijn<br />
voor de ontvanger.<br />
Kosten kun je meten, kwaliteitsindicatoren<br />
ook. Maar het meten van de aandacht die<br />
je als zorgverlener voor je patiënt hebt,<br />
kun je niet uitdrukken in een indicator of<br />
koppelen aan een prijskaartje. Ik vind het<br />
goed dat er door “value based healthcare”<br />
meer bewustzijn is voor kwaliteit en kosten.<br />
Maar ik pleit wel voor een 2.0-variant hiervan,<br />
waarin we die andere kant, de waarde<br />
van het zorgen voor mensen, niet uit het<br />
oog verliezen.
<strong>#7</strong> – oktober 2015<br />
9<br />
‘We hebben het hele leerboek<br />
van de celbiologie nodig om<br />
deze ziekte te begrijpen’<br />
Marcel Wortel<br />
Eric Scholten, Paul Lagro<br />
Onderzoek naar oorzaak en behandeling<br />
van spierziekte myotone dystrofie<br />
De moeilijkste<br />
ziekte die er is<br />
Onderzoek<br />
Voordat een patiënt de diagnose myotone dystrofie krijgt, is hij al bij de huisarts,<br />
neuroloog, revalidatiearts of fysiotherapeut geweest. De ziekte staat te<br />
boek als spierziekte, maar klachten aan de spieren zijn maar een deel van de<br />
problemen. Het is één van de meest complexe ziekten die er bestaat.<br />
Myotone dystrofiepatiënt Martine Tuijn is bezig met<br />
haar looptest. Onderzoeksassistent Yvonne Cornelissen<br />
houdt nauwkeurig haar doorkomsttijden bij.<br />
Martine Tuijn (33) heeft net haar bloeddruk<br />
laten meten nadat ze zes minuten intensief<br />
heeft gelopen voor een conditietest. Ze leidt aan<br />
myotone dystrofie en doet mee aan een onderzoek<br />
naar de behandeling van haar ziekte: ‘Vier<br />
jaar geleden kreeg ik op vakantie last van mijn<br />
grote teen. Via de huisarts kwam ik eerst terecht<br />
bij een podotherapeut. Maar dat hielp niet. Ik<br />
kreeg steeds meer last van mijn voeten. Mijn<br />
huisarts heeft me daarom doorverwezen naar<br />
het ziekenhuis waar ze een soort luisteronderzoek<br />
deden naar mijn spieren. Toen werd duidelijk<br />
dat het om myotone dystrofie ging.’<br />
Lange weg tot diagnose<br />
Voor wie bekend is met medische termen, verklapt<br />
de naam van de ziekte al een beetje de<br />
symptomen ervan. Myotonie betekent het vertraagd<br />
ontspannen van spieren. Wat je ook wel<br />
kunt voelen als je de hele middag in de tuin hebt<br />
staan spitten. Dystrofie is de afbraak van spiercellen.<br />
De skeletspieren die zorgen voor beweging<br />
en het overeind houden van het lichaam<br />
worden hierdoor steeds zwakker. Maar ook de<br />
spieren van bijvoorbeeld de darmen of het hart.<br />
En niet alleen de spieren wor den getroffen. Ook<br />
in de hersenen en in de ogen richt de ziekte<br />
schade aan. Bij iedere patiënt gebeurt dit op een<br />
andere manier. Hierdoor herkent lang niet elke<br />
dokter de ziekte direct. Niet iedere patiënt krijgt<br />
dan ook even snel de diagnose als Martine<br />
Tuijn. Gemiddeld duurt het wel acht jaar voordat<br />
iemand met myotone dystrofie de juiste<br />
diagnose krijgt.<br />
DNA, RNA en tripletten<br />
Haperend gen<br />
De boosdoener is een stukje genetische code in<br />
het DMPK-gen. Dit gen maakt een eiwit dat een<br />
rol speelt in de functie van onder meer spieren<br />
en hersenen. Ergens in dat gen zit een stukje<br />
code dat is opgebouwd uit drie van de vier<br />
DNA-bouwstenen, een zogenoemd CTG-triplet.<br />
Bij gezonde mensen komt dit triplet 5 tot 37 keer<br />
achter elkaar voor. Patiënten met myotone dystrofie<br />
dragen 50 tot wel 3000 tripletten in het gen.<br />
Onder meer in spiercellen, waar het DMPK- gen<br />
zeer actief is, raakt hierdoor de hele celhuishouding<br />
overhoop (zie kader 1). De meeste patiënten<br />
merken hier nog weinig van als ze jong zijn,<br />
maar vanaf het twintigste levensjaar beginnen<br />
de problemen. Over het algemeen geldt ook: hoe<br />
meer van die tripletten mensen in hun DNA<br />
hebben, hoe eerder de ziekte optreedt.<br />
Hele leerboek nodig<br />
Celbioloog Bé Wieringa was in 1991 één van de<br />
onderzoekers die de genetische oorzaak van<br />
myotone dystrofie ontdekte. Samen met zijn<br />
collega Rick Wansink leidt hij nu het celbiologische<br />
onderzoek naar de ziekte: ‘Na de ontdekking<br />
van dit gen begon het onderzoek pas<br />
Wie we zijn, staat in onze genen geschreven. De genetische code ligt in ons DNA; lange moleculen<br />
die zijn opgebouwd uit de bouwstenen C, T, A en G. Het DNA wordt afgelezen tot RNA dat weer vertaald<br />
wordt naar eiwitten. Bij myotone dystrofiepatiënten zorgen de CTG-tripletten in het DMPK-gen<br />
ervoor dat het daarvan afgelezen RNA zichzelf in de weg zit. Dit verstoort op den duur ook de productie<br />
en verwerking van het RNA en de eiwitten van andere genen. Zo ontstaat een kettingreactie<br />
van celprocessen die verstoord raken.
10 personeelsmagazine radboudumc<br />
<strong>#7</strong> – oktober 2015<br />
11<br />
Gijs Munnichs<br />
Eric Scholten<br />
5 VRAGEN AAN<br />
Rick Wansink (links) en Bé Wieringa doen<br />
al dertig jaar onderzoek naar oorzaak en<br />
behandeling van myotone dystrofie.<br />
Expertise gebundeld<br />
Myotone dystrofie is één van de zeshonderd bekende spierziekten. Ongeveer net zoveel als er<br />
spieren zijn, en bijna allemaal zeldzaam. Het is dan ook een hele opgave om kennis over alle spierziekten<br />
en de behandeling daarvan te hebben. Ook de diagnose is lastig, omdat de ziektes vaak mild<br />
starten en heel verschillend kunnen zijn. In Nederland is expertise over myotone dystrofie ondergebracht<br />
bij het Radboudumc en Maastricht UMC+. Zo werken beide instellingen ook samen aan<br />
een landelijke registratie van patiënten.<br />
echt. De vraag is namelijk hoe je uit zo’n ontdekking<br />
een therapie kunt ontwikkelen. Dat is niet<br />
gemakkelijk. Deze ziekte raakt zoveel biologische<br />
principes. We hebben het hele leerboek<br />
van de celbiologie nodig om te begrijpen wat er<br />
aan de hand is. Ik denk dat wij voor de huidige<br />
generatie patiënten ook nog geen oplossingen<br />
kunnen bieden. Misschien voor de volgende<br />
generatie.’<br />
Onopgemerkt begin<br />
Omdat myotone dystrofie wordt veroorzaakt<br />
door foutjes in een gen, is de ziekte ook erfelijk.<br />
Ook bij Martine Tuijn en haar familie: ‘Nadat ik<br />
zelf de diagnose kreeg, is de hele familie getest.<br />
Dat was best een heftige tijd. Ik weet nu dat het<br />
bij mij afkomstig is van mijn vader. En die had<br />
het weer van zijn vader. Door die testen kwam<br />
naar voren dat meerdere mensen in mijn familie<br />
myotone dystrofie hadden, maar allemaal in de<br />
lichtere vorm.’ Een vervelende eigenschap van<br />
de ziekte is namelijk dat deze bij elke nieuwe<br />
generatie erger wordt. Bé Wieringa: ‘Als iemand<br />
meer dan 37 tripletten in het DMPK-gen heeft,<br />
wordt de situatie instabiel, doordat DNA-reparatiemechanismen<br />
niet meer goed werken.<br />
Deze mensen hoeven daar zelf nog niets van te<br />
merken, maar kunnen wel de stamvader worden<br />
van een nieuwe myotone dystrofiefamilie.<br />
De ziekte kan vervolgens exploderen over een<br />
generatie of drie.’<br />
Klachten verlichten<br />
Ook al is dus bekend wat myotone dystrofie veroorzaakt,<br />
er is geen behandeling die deze oorzaak<br />
wegneemt. De gangbare behandelingen<br />
zijn erop gericht om symptomen te voorkomen<br />
of te verlichten. Sommige patiënten krijgen bijvoorbeeld<br />
een pacemaker om hartproblemen te<br />
voorkomen, of medicijnen tegen pijn of vermoeidheid.<br />
Omdat de ziekte voor iedere patiënt<br />
anders is, heeft iedereen een andere behandeling<br />
nodig. Om te weten welke aanpak het beste<br />
werkt, zette neuroloog Baziel van Engelen samen<br />
met zijn collega Joost Raaphorst en onderzoeker<br />
Marlies van Nimwegen de OPTIMISTIC trial<br />
op, het onderzoek waar Martine Tuijn nu aan<br />
meedoet. Zij maken hierbij slim gebruik van<br />
nieuwe biologische en psychologische kennis<br />
over de ziekte. Baziel van Engelen: ‘We onderzoeken<br />
het effect van een cognitieve gedragstherapie.<br />
Van andere spierziektes weten we dat<br />
een behandeling tegen de vermoeidheid, in<br />
combinatie met meer bewegen en meer uitleg<br />
over de ziekte mensen kan helpen. We vergelijken<br />
ook de moleculaire handtekening van<br />
patiënten die verbeteren door de behandeling<br />
met patiënten die dat niet doen. Zo proberen<br />
we de effecten van de therapie terug te vinden<br />
op celniveau. Dit kan weer leiden naar nieuwe<br />
inzichten voor een behandeling.’<br />
De weg naar genezing<br />
De behandeling op maat door de neuroloog biedt<br />
dus hoop. Maar de zoektocht naar een genezende<br />
therapie is ook niet zonder resultaten. De<br />
laatste jaren zijn de verwachtingen van zogenoemde<br />
AON’s positief. Deze moleculen zijn in<br />
staat om de productie van ribonucleïnezuur<br />
(RNA) van het gen met de schadelijke tripletten<br />
te blokkeren, waardoor de cel weer normaal kan<br />
functioneren en de symptomen van de ziekte<br />
verdwijnen. Rick Wansink: ‘In theorie kun je<br />
myotone dystrofie behandelen met deze AON’s.<br />
Maar zoals dat zo vaak gaat met hoopvolle<br />
nieuwe ontdekkingen, blijkt de praktijk weerbarstig.<br />
De grootste hobbel is de celmembraan.<br />
Want anders dan bijvoorbeeld bij de ziekte van<br />
Duchenne, zijn de celmembranen bij myotone<br />
dystrofie patiënten niet verzwakt. De AON’s<br />
komen dus niet zomaar in de celkern terecht<br />
waar ze hun werk moeten doen. Daar komt ook<br />
bij dat behandeling met AON’s geen aanpak is<br />
van de oorzaak van myotone dystrofie. Dit ligt<br />
immers op het DNA en niet op het RNA (zie<br />
kader 1). Ook weten we nog niets over de benodigde<br />
frequentie van behandeling.’<br />
Alle beetjes helpen<br />
Ook Baziel van Engelen is realistisch in zijn verwachtingen<br />
van de AON-therapie: ‘Op korte termijn<br />
is totale genezing geen realistisch scenario.<br />
Belangrijker is dat een lifestylebehan deling een<br />
heel sterk effect kan hebben. Kijk naar de behandeling<br />
van de aan myotone dystrofie verwante<br />
ziekte FSHD. Statistisch gezien moet je hierbij<br />
elf patiënten een bepaalde lifestylebehandeling<br />
geven om bij tien patiënten de ver moeidheid te<br />
verminderen. Dat is echt heel gunstig. Met een<br />
pil haal je deze aantallen zo goed als nooit.’ En<br />
dat is de reden waarom Martine Tuijn zich ook<br />
had aangemeld voor het OPTIMISTIC onderzoek:<br />
‘Alles wat je eraan kunt doen om de behandeling<br />
van myotone dystrofie een beetje beter te<br />
maken, is nuttig.’<br />
Reageren?<br />
redactie@radboudumc.nl<br />
Mayke Nillesen<br />
Deskundige infectiepreventie<br />
‘Voer één keer per jaar<br />
een e-mailvrije dag in’<br />
Wat is je persoonlijke hoogtepunt bij het Radboudumc?<br />
1 ‘Mijn Radboudpluim, vanwege het verbeteren van de handdesinfectie. Op<br />
klinische afdelingen hebben we bereikt dat medewerkers de regels voor 78 procent<br />
naleven. Mijn grootste wens is dat we dit behouden. Of verder verbeteren<br />
natuurlijk. Handdesinfectie is de belangrijkste maatregel om te voorkomen<br />
dat we infecties overdragen op patiënten. Dit najaar starten we de campagne<br />
op de poliklinieken, spannend!’<br />
Wat is je favoriete plek in het Radboudumc en waarom?<br />
2 ‘Het restaurant in het A-gebouw. Ik eet daar vaak ‘s avonds. Een fijne<br />
plek om bij te komen van de werkdag. Maar ook om mensen – collega’s en<br />
patiënten – te ontmoeten. Je schuift makkelijk even bij elkaar aan tafel.’<br />
Wie bewonder je?<br />
3 ‘Mijn moeder, voor wie ik mantelzorger ben. Ze is dementerend.<br />
Ondanks haar ziekte lacht ze elke dag. Ze komt heel berustend over,<br />
accepteert het leven zoals het gaat. Ze herkent bijna niemand meer, toch<br />
straalt ze als mensen aandacht voor haar hebben. Een paar jaar geleden<br />
is mijn broer overleden. Dat heeft ze nog bewust meegemaakt. Een schokkende<br />
gebeurtenis. Door de dementie is ze het vergeten. Haar ziekte biedt<br />
dus verzachting, ergens is dat ook mooi.’<br />
Met wie zou je een dagje willen ruilen?<br />
4 ‘Met een SEH-verpleegkundige. Acute zorg lijkt me geweldig om te doen.<br />
Trauma kan heel ellendig zijn. Het lijkt me mooi om te zorgen dat iemands toestand<br />
beter wordt. Ook moet je patiënten of familie opvangen. Daar moet je veel<br />
empathie voor hebben. Maar niet te veel, want je moet niet mee gaan lijden.’<br />
Wat zou je doen als je een jaar bestuursvoorzitter bent?<br />
5 ‘Eén keer per jaar een e-mailvrije dag invoeren. Die mailbox raakt zo vol.<br />
Net terug van vakantie had ik minstens 400 mails! Mailen kan efficiënt zijn,<br />
maar het kan ook leiden tot misverstanden. Aan de telefoon of in het echt, voel<br />
je meer de emotie achter iemands verhaal. Eén dag umc-breed géén mail, alleen<br />
echt contact. Een prachtige ervaring, denk ik.’<br />
Personalia<br />
Naam: Mayke Nillesen (57) Functie: deskundige infectiepreventie Medische Microbiologie<br />
Pluim verdiend op: 14 juli 2015 Omdat: het succes van de campagne om de<br />
handdesinfectie in het Radboudumc te verbeteren grotendeels haar verdienste is.<br />
Op bevlogen en kundige wijze bracht Mayke handdesinfectie onder de aandacht op de<br />
werkvloer. Ze zorgde onder meer voor audits van de infrastructuur en scholingen en<br />
trainingen van medewerkers.<br />
In deze rubriek stellen we persoonlijke<br />
vragen aan een medewerker die een<br />
Radboudpluim heeft ontvangen.
12 personeelsmagazine radboudumc<br />
<strong>#7</strong> – oktober 2015<br />
13<br />
Zorg<br />
Gijs Munnichs<br />
Eric Scholten<br />
Organen<br />
krijgen een<br />
tweede leven<br />
In de Donorweek, 12 tot en met 18 oktober, is er landelijk<br />
weer aandacht voor orgaandonatie. Vanuit het Radboudumc<br />
verzorgt het Zelfstandig Uitname Team (ZUT) de uitname<br />
van organen bij overleden donoren in heel Oost- Nederland.<br />
Hoe verloopt dit? En hoe bijzonder is dit? ‘Zodra ik dit werk<br />
zonder emotie zou doen, moet ik ermee stoppen.’<br />
‘Ik weet wat het voor iemand betekent om een<br />
donororgaan te krijgen’, zegt transplantatiechirurg<br />
Michel van der Jagt. ‘Een vriendin van<br />
me had ernstig leverfalen en heeft diverse levertransplantaties<br />
gehad. Daardoor heeft ze vijftien<br />
jaar langer kunnen leven dan zonder die transplantaties.<br />
Elke keer als ik een donatieprocedure<br />
heb gedaan, denk ik daaraan. Hoe een donororgaan<br />
iemands leven kan verlengen of kwaliteit<br />
van leven kan verbeteren. Daar doe ik het voor.’<br />
Michel is chirurg in het Zelfstandig Uitname<br />
Team (ZUT). Binnen de regio Oost-Nederland is<br />
het ZUT-team van het Radboudumc een van de<br />
drie teams die organen uitneemt bij overleden<br />
donoren (zie kader). Naast de chirurg maken ook<br />
een anesthesioloog, anes thesiemedewerker,<br />
twee OK-assistenten en een transplantatiecoördinator<br />
hier deel van uit. Laatste is de spil<br />
in het team, de ‘regelneef’ in het coördineren<br />
van de donatieprocedure.<br />
‘Komt een donor te overlijden, of besluiten nabe -<br />
staanden dat iemands organen beschikbaar<br />
komen, dan moet er van alles uitgezocht worden’,<br />
vertelt transplantatiecoördinator Willem<br />
Hordijk. ‘Er moet worden beoordeeld welke<br />
organen geschikt zijn voor transplantatie. Een<br />
cardioloog onderzoekt de kwaliteit van het hart,<br />
een longarts beoordeelt de longen enzovoorts.<br />
De informatie over de donor en zijn organen<br />
sturen we naar de database van Eurotransplant.<br />
Deze Europese organisatie beschikt over de<br />
wachtlijsten en kijkt welke patiënt bovenaan<br />
staat en de beste match heeft. De “ontvangende”<br />
patiënt wordt vervolgens opgeroepen om zich<br />
te melden bij zijn eigen ziekenhuis. Daar vindt<br />
de transplantatie van het orgaan plaats.’<br />
Scherpst van de snede<br />
De uitname van het orgaan gebeurt in het ziekenhuis<br />
waar de donor ligt. Het Zelfstandig<br />
Uitname Team rijdt in een speciale bus – ander -<br />
half keer zo groot als een ambulance – daar naar<br />
toe. ‘We nemen ons eigen instrumentarium<br />
mee. We hebben alleen OK-ruimte met anesthesieapparatuur<br />
nodig’, vertelt anesthesioloog<br />
Dennis van Aalst. ‘Het voorbereiden van de OK,<br />
de uitname van de organen door de chirurg en<br />
het afronden van de procedure, neemt snel 12<br />
uur in beslag. Vaak moet je er ’s avonds of ’s<br />
nachts op uit, na een werkdag. Pittig. Van de<br />
week zijn we nog de hele nacht in Leeuwarden<br />
geweest voor een donatieprocedure.’<br />
Het ZUT-team uit Nijmegen wordt per jaar zo’n<br />
zestig keer opgeroepen. ‘Bij een uitname werk je<br />
op het scherpst van de snede’, zegt Michel. ‘Hoe<br />
sneller je een orgaan uitneemt, des te beter zijn<br />
werking na transplantatie. Snelheid is essentieel.<br />
Maar nauwkeurigheid even goed: een<br />
foute knip in de lever of alvleesklier en het<br />
orgaan is niet meer te transplanteren.’<br />
Voor een orgaan geldt een maximale tijd dat die<br />
na uitname weer moet functioneren bij de “ontvanger”.<br />
Voor een hart is dat bijvoorbeeld vier<br />
uur, een long zes uur, terwijl dat voor een nier<br />
veel langer is (24 uur). Het adagium blijft: hoe<br />
sneller hoe beter. Een ervaren team is essentieel<br />
om de uitname snel én goed te laten verlopen.<br />
Michel: ‘Ik hoef de OK-assistenten, anesthesio-<br />
Toegewijd team voor orgaanuitname<br />
Het Zelfstandig Uitname Team (ZUT) is een<br />
team van toegewijde profes sionals dat organen<br />
uitneemt bij over leden donoren. Hierin zitten<br />
een transplantatiechirurg, een anesthesio loog,<br />
een anesthesiemedewerker, twee OK-verpleegkundigen<br />
en een transplantatiecoördinator.<br />
Vanuit het Radboudumc is sinds 2012 het ZUT<br />
actief, dat samen met teams uit Groningen en<br />
Zo'n 25 collega's werken in verschillende diensten voor het<br />
Zelfstandig Uitname Team. V.l.n.r. anesthesiemedewerker Dave Banning,<br />
anesthesioloog Sandra van den Heuvel, OK-assistent Tessa van Kerkhof,<br />
transplantatiecoördinator Willem Hordijk en OK-assistent Maud van<br />
de Logt, samen met drie chauffeurs. Met links de ZUT-bus en rechts<br />
de ambulance die het orgaan vervoert.<br />
Maastricht, voor Oost- Nederland de orgaanuitnames<br />
verricht. Het Radboudumc heeft zo’n<br />
25 zorgprofessionals die in verschillende diensten<br />
hiervoor opgeroepen worden. Het ZUT<br />
heeft een eigen bus met alle benodigde<br />
instrumen tarium. Het enige dat nodig is, is<br />
OK-ruimte en anesthesieapparatuur in het<br />
ziekenhuis waar de donor ligt.
<strong>#7</strong> – oktober 2015<br />
15<br />
daarnaast boeiend om te zien hoe het in andere<br />
ziekenhuizen reilt en zeilt.’ Zijn echte motivatie<br />
zit dieper. ‘Ik ben al sinds mijn twaalfde donor,<br />
dat is altijd een heel bewuste keuze geweest’,<br />
vertelt Dave. ‘Met dit werk draag ik nog meer<br />
een steentje bij om organen een tweede leven<br />
te geven.’<br />
Transplantatiecoördinator Willem Hordijk:<br />
‘Het kan voor nabestaanden troostrijk zijn dat<br />
organen van hun geliefde een tweede leven<br />
krijgen in andere mensen.’<br />
loog en anesthesiemedewerker niets uit te leggen.<br />
Ze weten precies wat ik nodig heb om de<br />
uitname goed te verrichten.’ OK-assistent Louise<br />
Walraven-Arts: ‘Een uitnameprocedure is bikkelen,<br />
topsport. Urenlang geconcentreerd werken<br />
en vaak op tijdstippen dat je eigenlijk aan rust<br />
Nijmeegs ZUT-team in cijfers<br />
52<br />
3,25<br />
18<br />
In 2014 is het Zelfstandig Uitname<br />
Team van het Radboudumc<br />
52 keer opgeroepen<br />
Dat is gemiddeld 3,25 keer<br />
per dienstweek<br />
Er zijn orgaanuitnames verricht in<br />
18 ziekenhuizen. Het ging om:<br />
28 levers<br />
10 alvleesklieren<br />
84 nieren<br />
toe bent. Ik heb wel eens meerdere pro cedures<br />
achter elkaar gehad, toen was ik 36 uur op pad.’<br />
Masterplan<br />
Het ZUT-team komt voort uit het Masterplan<br />
Orgaandonatie 2012-2015. Daarin staat dat gespecialiseerde<br />
teams de orgaandonatieproce dures<br />
moeten uit voeren. In Nederland zijn vijf teams<br />
actief. Het team van het Radboudumc dekt<br />
samen met teams uit Groningen en Maastricht<br />
de regio Oost-Nederland; Leiden en Rotterdam<br />
richten zich op West-Nederland. ‘Het ZUT-team<br />
is ervaren en gespecialiseerd in uitnames, wat<br />
de kwaliteit van de organen ten goede komt’,<br />
vertelt Willem. ‘Een ander voordeel is dat het<br />
OK-team van het donorziekenhuis niet hiermee<br />
belast wordt en hun OK-programma zoveel<br />
mogelijk gewoon kan doorgaan.’<br />
De chirurg van het ZUT-team verricht de uitname<br />
van de buikorganen (lever, nieren, alvlees -<br />
klier en dunne darm). Hart en longen worden<br />
door de chirurg van het ziekenhuis van de “ont -<br />
vangende” patiënt gedaan. Deze chirurg komt<br />
naar het ziekenhuis van de donor toe. ‘Je werkt<br />
binnen Eurotransplant-verband, dus het komt<br />
ook voor dat het hart of de longen bijvoorbeeld<br />
bestemd is voor een patiënt in Duitsland of<br />
Engeland, en je met chirurgen uit die landen op<br />
de OK staat. Die internationale contacten maken<br />
dit werk ook bijzonder’, aldus Dennis.<br />
Anesthesiemedewerker Dave Banning: ‘Het is<br />
Twee kanten<br />
Orgaandonatie heeft twee kanten: enerzijds kan<br />
het zorgen voor levensverlenging of verbetering<br />
van de kwaliteit van leven van de “ontvangende”<br />
patiënt. Aan de andere kant is er iemand, de<br />
donor, overleden. ‘Omdat hun organen nog goed<br />
zijn, gaat het vaak om mensen die nog gezond<br />
waren en vrij plotseling overlijden’, vertelt<br />
Willem. ‘Bijvoorbeeld door een hersenbloeding<br />
of een ongeval.’ Als transplantatiecoördinator<br />
heeft Willem contact met de nabestaanden.<br />
‘Het is voor hen een heel intensief, emotioneel<br />
traject. Je wilt ze zo goed mogelijk informatie<br />
verstrekken over de donatieprocedure. Daarnaast<br />
wil je ze de ruimte geven om te rouwen<br />
om het verlies van hun dierbare. Toch kan het<br />
voor nabestaanden ook troostrijk zijn: de<br />
gedachte dat de organen van hun geliefde een<br />
tweede leven krijgen in andere mensen.’<br />
Ook voor de mensen in het ZUT-team kan een<br />
donatieprocedure emoties oproepen. ‘Zeker bij<br />
kinderen’, zegt chirurg Michel. ‘Dat laat je niet<br />
koud. Dat wíl ik ook niet. Zodra ik dit werk zonder<br />
emotie zou doen, moet ik ermee stoppen.<br />
Natuurlijk, ik ben professioneel, maar ik schakel<br />
mijn emotie niet uit. Die menselijkheid vind ik<br />
heel belangrijk in dit werk.’<br />
OK-assistent Louise: ‘Iedere donatieprocedure<br />
bij een kind vergeet ik niet, nóóit. Na afloop<br />
bespreken we met elkaar hoe we terugkijken op<br />
de uitname en wat het met ons gedaan heeft.<br />
Daarin vangen we elkaar goed op.’ Haar collega<br />
OK-assistent Tessa van Kerkhof houdt goed<br />
voor ogen waarom ze dit werk doet. ‘Het is de<br />
wens van de overledene of nabestaanden om de<br />
orga nen een nieuw leven te geven, dat is bijzonder’,<br />
vertelt Tessa. ‘We weten niet wie de “ontvangende”<br />
mensen zijn. Maar we krijgen via de<br />
transplantatiecoördinator wel te lezen hoe het<br />
met ze is gegaan. Dan lees je bijvoorbeeld dat<br />
een patiënt na een hart- of levertransplantatie<br />
weer thuis is. Deze mails bewaar ik in een speciale<br />
map in mijn Outlook. Als ik die lees, motiveert<br />
me dat weer enorm om hiermee door te<br />
gaan, ook al is het soms heel zwaar werk.’<br />
Reageren?<br />
redactie@radboudumc.nl<br />
Wel of geen donor?<br />
Tweederde van de Nederlanders is voorstander<br />
van orgaandonatie. Terwijl maar 40 procent van<br />
de mensen zich heeft geregistreerd als donor.<br />
Het gevolg is dat de ‘donatievraag’ bij overlijden<br />
pas gesteld wordt en vaak heel ongelegen komt.<br />
‘Familie zit volop in de rouw omdat ze een dierbare<br />
verloren hebben’, vertelt intensivist Farid Abdo.<br />
‘Voor veel nabestaanden is het dan moeilijk<br />
welover wogen een keuze te maken. Meestal<br />
zeggen ze nee, terwijl ze achteraf misschien<br />
anders hadden gewild.’<br />
Nederland telt zo’n 270 orgaandonoren per jaar.<br />
In België zijn dat er driehonderd, op een veel<br />
kleinere bevolking van negen miljoen mensen.<br />
Transplantatiechirurg Michel van der Jagt: ‘Bij een uitname<br />
werk je op het scherpst van de snede. Hoe sneller je een<br />
orgaan uitneemt, des te beter zijn werking na transplantatie.’<br />
Het verschil verklaard: België heeft een “geen<br />
bezwaar”-systeem: na je dood zijn je organen<br />
beschikbaar, tenzij je aangeeft dat níet te willen.<br />
Ook bijvoorbeeld Italië, Oostenrijk en Spanje<br />
hebben dankzij dit systeem veel meer donoren.<br />
Farid, voorzitter van de commissie orgaandonatie<br />
van de Nederlandse Vereniging voor IC, pleit<br />
ervoor dat ook Nederland een “geen bezwaar”-<br />
policy voert. Zodat er meer donoren komen. Maar<br />
niet alleen daarom. ‘Ook als je geen organen wilt<br />
schenken, is het des te belangrijk dat je dit registreert’,<br />
zegt Farid. ‘Dan hoeven je nabestaanden<br />
niet op een heel moeilijk moment voor je te<br />
beslissen of je wel of geen donor wordt.’
16 personeelsmagazine radboudumc<br />
17<br />
ONDERWIJS<br />
Jannie Meussen<br />
Eric Scholten<br />
Studenten<br />
runnen<br />
de zorg<br />
Dagelijks stromen de studenten binnen op verpleegafdeling C4,<br />
Cardio-thoracale Chirurgie & Longziekten. Deze opleidingsafdeling<br />
begeleidt jaarlijks circa 44 leerling-verpleegkundigen.<br />
Ze runnen de zorg zoveel mogelijk samen. Zo ook Jort Beijer<br />
en Evi Swinkels, die 9 juli zijn afgestudeerd en er nu een<br />
werkplek hebben gevonden.<br />
‘Op andere stageplekken heb je het gevoel dat je<br />
jezelf continu moet bewijzen. Je loopt mee met<br />
ervaren verpleegkundigen en er zijn niet zoveel<br />
studenten. Dan heb je het gevoel dat je steeds<br />
moet laten zien hoe goed je bent en wat je al<br />
kunt. Op Cardio-thoracale Chirurgie & Longziekten<br />
daarentegen mag je laten zien dat je<br />
lerende bent, dat geeft een veilig gevoel. Je concurreert<br />
ook minder met medestudenten, want<br />
ieder heeft z’n eigen leerdoelen. Je moet het<br />
juist sámen doen.’ Zo schetsen Evi en Jort het<br />
grote verschil met hun andere stageplaatsen.<br />
Leren staat voorop<br />
Verpleegafdeling C4 is al vanaf 2003 opleidingsafdeling.<br />
Er komen verspreid over het jaar circa<br />
44 studenten, met name vierdejaars MBO- en<br />
HBO-studenten van ROC en HAN uit Nijmegen.<br />
Samen met ongeveer 50 verpleegkundigen bieden<br />
zij zorg aan de patiënten op 42 bedden.<br />
‘We hechten veel waarde aan een veilig leerklimaat’,<br />
zegt seniorverpleegkundige Jolien van<br />
Rijn. ‘Het leren staat voorop bij alles wat de studenten<br />
doen.’ Elke ochtend starten ze gezamenlijk<br />
met de verpleegkundig werkbegeleiders de<br />
dag. Ze mogen daarbij aangeven wat ze deze dag<br />
willen leren, passend bij hun leerdoelen. ‘Dat<br />
kan van alles zijn,’ vertelt Jort. ‘Bijvoorbeeld<br />
meedraaien bij de artsenvisite, patiënten voorbereiden<br />
op de OK, leren prikken, een slechtnieuwsgesprek<br />
voeren. En één van de studenten<br />
coördineert samen met de zorgcoör dinator de<br />
kamers waar de studenten staan.’ Daarna gaat<br />
ieder aan de slag, met twee keer een gezamenlijk<br />
evaluatiemoment, met alle studen ten en<br />
werkbegeleiders.<br />
In principe runnen de studenten de zorg samen.<br />
Met vragen gaan ze eerst bij elkaar te rade, pas<br />
daarna bij de verpleegkundig werkbegeleiders.<br />
Jolien: ‘Dat bevordert zelfoplossend vermogen<br />
en leren van elkaar. Het dwingt tot samenwerken<br />
en communiceren. Ze ervaren dat je elkaar<br />
nodig hebt.’ ‘Ik ben bijvoorbeeld goed in de rust<br />
bewaken, het kan hier behoorlijk hectisch zijn’,<br />
vertelt Jort. Evi: ‘Als gevorderd leerling heb je<br />
een eigen oproepsein, dat draag je aan elkaar<br />
over tijdens de pauze. En je legt werk bij elkaar<br />
neer, als je het zelf niet afkrijgt.’<br />
De studenten hebben een eigen afdelingsvergadering,<br />
waarin ze bespreken hoe het loopt. En<br />
ze delen ervaringen binnen hun yammergroep.<br />
Ze werken ook elke dag aan een teamdoel. Evi<br />
lachend: ‘Aan het einde van onze stage hadden<br />
we ons bijvoorbeeld als doel gesteld dat de werkbegeleiders<br />
niet uit hun post hoefden te komen.’<br />
Begeleiden is een vak apart<br />
De studenten werken gaande hun stage steeds<br />
meer zelfstandig, maar hun werkbegeleiders<br />
blijven eindverantwoordelijk. Vrijwel alle verpleegkundigen<br />
op de afdeling zijn getraind als<br />
werkbegeleider, voorwaarde is dat ze minimaal<br />
een jaar op de afdeling werken. Dat begeleiden<br />
is een vak apart, zegt Haico Smits, die zelf in de<br />
zorg werkt en daarnaast als praktijkbegeleider<br />
de verpleegkundigen hierin ondersteunt. ‘Het is<br />
lastiger om met de handen op de rug te coachen,<br />
in plaats van het werk over te nemen. Het is ook<br />
gemakkelijker om direct een antwoord te geven<br />
op vragen, dan coachend te reageren: “Wat weet<br />
je zelf, wat denk je zelf…?” Door studenten zelf<br />
de stappen te laten benoemen, leren ze beter.’<br />
De werkbegeleiders doen steeds een stapje terug<br />
bij elke student: van in eerste instantie leiden,<br />
naar begeleiden, daarna steunen en tot slot enkel<br />
nog delegeren. In die laatste fase zorgen de studenten<br />
zelfstandig voor drie tot vier patiënten.<br />
Professionele werkhouding<br />
Wat is de belangrijkste winst van deze werkwijze?<br />
‘Studenten ontwikkelen al in de stage<br />
een professionele werkhouding’, zegt Jolien.<br />
‘We willen hen boeien voor het vak, en daarmee<br />
ook binden aan de afdeling. Veel studenten zijn<br />
Drie opleidingsafdelingen<br />
Het Radboudumc heeft drie opleidingafdelingen. Naast Cardio-thoracale Chirurgie & Longziekten<br />
zijn dat Neurologie en Cardiologie. Er lopen minimaal acht studenten tegelijk stage. Studenten leren<br />
samenwerken en krijgen een grote mate van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Verpleegkundigen<br />
passen hun begeleidingsstijl aan, aan het leerproces van de student en ze leiden hen naar<br />
zelfstandig werken. De opleiders van de Radboudumc Health Academy ondersteunen de opleidingsafdelingen,<br />
bewaken de kwaliteit van het leerklimaat en de begeleiding. Docenten van de HAN en/<br />
of ROC uit Nijmegen komen tweewekelijks naar de afdeling. Dichtbij de werkplek is er alle gelegenheid<br />
voor reflectie, casuïstiek en het bespreken van de voortgang.<br />
Samen hart voor leren, dat hebben ze op verpleegafdeling C4. Het<br />
leren staat voorop bij alles wat de studenten doen. Van links naar<br />
rechts: Evi Swinkels, Jolien van Rijn, Haico Smits en Jort Beijer.<br />
hier blijven “hangen” na diplomering, daar ben<br />
ik er een van.’ Haico: ‘Het verloop is op onze<br />
afdeling best groot. Veel verpleegkundigen gaan<br />
zich na een aantal jaren verbreden op de Intensive<br />
Care of Spoedeisende Hulp. Op deze manier<br />
zorgen we van onderaf voor goede nieuwe aanwas.’<br />
Jolien: ‘Bijkomstig voordeel is dat het de<br />
hele afdeling fris houdt, met zoveel nieuwsgierige,<br />
enthousiaste studenten om je heen. In feite<br />
blijven we allemaal continu leren.’<br />
Reageren?<br />
redactie@radboudumc.nl
18 personeelsmagazine radboudumc <strong>#7</strong> – oktober 2015 19<br />
Zapservice<br />
Jannie Meussen<br />
Paul Lagro<br />
DE PATIËNT<br />
Radboudumc intranet informeert over ontwikkelingen in<br />
huis. Voor wie het online nieuws niet heeft gevolgd, een<br />
korte update van de opmerkelijkste berichten.<br />
In deze rubriek het persoonlijke verhaal<br />
van onze ‘academische’ patiënt en de reactie<br />
van zijn of haar behandelaar.<br />
Miny Pouls<br />
krijgt<br />
Maar liefst 597 likes en 99<br />
reacties kreeg het bericht<br />
van patiënt Miny Pouls op<br />
de Facebookpagina van het<br />
Radboudumc. ‘Als ik na de<br />
behandeling niet meer moe<br />
ben, kom ik op de fiets vanuit<br />
Baarlo naar het Radboudumc<br />
voor de afsluitende<br />
afspraak’, zei Miny Pouls,<br />
patiënt bij het Nijmeegs<br />
Kenniscentrum Chronische<br />
Vermoeidheid, tegen klinisch<br />
psycholoog Thea<br />
Berends. Een gewaagde uitspraak,<br />
omdat ze op het<br />
moment dat ze het zei, een<br />
half jaar geleden, nog ernstig<br />
moe was. En Baarlo<br />
(73 km) is niet om de hoek,<br />
maar liefst 4 uur fietsen. Op<br />
1 september voegde ze echter<br />
de daad bij het woord<br />
‘Respect, geweldig, top…’,<br />
zo waren de reacties op<br />
Facebook. Lees het volledige<br />
bericht op intranet.<br />
opent nieuwe werelden<br />
597 likes<br />
100.000<br />
nieuwe bewoners op<br />
het Radboudumc-terrein<br />
Op het terrein van het Radboudumc<br />
staan sinds kort vijf gloednieuwe bijenkasten<br />
met daarin ongeveer 100.000<br />
bijen. De kasten staan op een vlonder<br />
achter het A-gebouw en zijn goed zichtbaar<br />
vanuit het restaurant en voor de<br />
kinderen van de afdeling Dialyse. Op<br />
7 september vond de officiële opening<br />
van de kasten plaats waarbij verrekijkers<br />
aan de kinderen van de Dialyseafdeling<br />
werden uitgereikt, zodat zij<br />
tijdens het dialyseren de bijen vanuit<br />
hun bed goed kunnen volgen. De<br />
honing die de imkers uit de kasten<br />
halen, wordt binnenkort verkocht in<br />
het restaurant van het A-gebouw.<br />
Lees het volledige bericht en de duurzame<br />
gedachte op intranet 8 september<br />
‘Alsof er continu een pak<br />
melk aan je arm hangt’<br />
Janet Warmelts (51) kreeg zes jaar geleden borstkanker. Na de behandeling had<br />
ze een verstoorde lymfeafvoer, ook wel oedeemarm genoemd. Hierdoor hield ze<br />
een liter vocht vast in haar arm en hand. Ze kon aanvankelijk geen lepel meer<br />
vasthouden. De ingreep die ze bij Plastische Chirurgie onderging heeft haar<br />
enorm geholpen.<br />
‘De kanker was zo ver gevorderd dat ik de zwaarste<br />
behandeling kreeg: operatie, bestraling,<br />
chemokuren en hormoontherapie. Veel lymfeklieren<br />
waren aangetast, niet alleen in mijn<br />
oksel maar ook de hoger gelegen klieren in de<br />
longtop en het sleutelbeen. Ze zijn allemaal<br />
weggehaald en bestraald. Hierdoor zijn er geen<br />
verdere uitzaaiingen ontstaan.<br />
Ik heb er echter wel een oedeemarm aan overgehouden.<br />
Door verstoring van de lymfeafvoer,<br />
hield ik een liter vocht vast in mijn rechterarm<br />
en -hand. Gelukkig had ik me al eerder omgeschoold<br />
tot bedrijfsverpleegkundige, want mijn<br />
oorspronkelijke werk als IC-verpleegkundige<br />
had ik niet meer kunnen uitoefenen.<br />
Zo’n arm voelt enorm zwaar, alsof er een pak<br />
melk aan hangt. Door de dikke hand en vingers<br />
heb je een handicap. Bovendien ben je extra<br />
vatbaar voor ontstekingen, omdat lymfevocht<br />
een voedingsbodem voor bacteriën is. Twee<br />
keer is een klein wondje aan mijn vinger ontspoord<br />
in wondroos. De laatste keer heb ik een<br />
week in het ziekenhuis gelegen aan een infuus<br />
met antibiotica.<br />
Vijf jaar ging ik tweewekelijks naar de oedeemtherapeut,<br />
om het vocht weg te masseren. En<br />
thuis lag ik om de dag een half uur aan het lymfapress<br />
apparaat. Dat voelt hetzelfde als een<br />
bloeddrukmeter, maar dan met een band over<br />
je hele arm. Bovendien moest ik om de arm<br />
dun te houden voor de tegendruk altijd een<br />
armkous dragen.<br />
Ik was enorm blij dat jullie professor Dietmar<br />
Ulrich een nieuwe behandeling introduceerde.<br />
Met het inspuiten van een fluorescerende contrastvloeistof<br />
tussen wijs- en middelvinger,<br />
kon hij op een beeldscherm zien waar mijn<br />
lymfevaten lagen. Gelukkig waren ze groot<br />
genoeg om aan te sluiten op een bloedvat. Tijdens<br />
een vier uur durende operatie heeft hij<br />
dat gedaan bij mijn pols en aan de bovenkant<br />
van mijn onderarm. Na de narcose was mijn<br />
hand al spectaculair geslonken. Dat is een half<br />
jaar geleden. Ik heb nu veel minder beperkingen.<br />
Ik kan weer pijnloos typen en de hand is<br />
beweeglijker. Ik hoef nog maar één keer per<br />
week aan het lymfapress apparaat en minder<br />
vaak naar de oedeemtherapeut. En ik draag<br />
voor het eerst weer mouwloze jurken, nu ik de<br />
armkous vaker af kan laten.’<br />
onderschat probleem<br />
‘Wij hebben bij mevrouw Warmelts op twee<br />
plekken een lymfevat op een bloedvat aangesloten,<br />
in de onderarm en de hand. Zo is<br />
er 400 milliliter vocht uit haar arm het<br />
lichaam in gestroomd.<br />
Circa 10 procent van de vrouwen met borstkanker<br />
krijgt na de bestraling van okselklieren<br />
last van lymfoedeem. Een deel<br />
daarvan moet levenslang naar de oedeemtherapeut<br />
en een armkous dragen.<br />
Het is een onderschat probleem. Als enige<br />
in Nederland voeren wij nu, sinds twee<br />
jaar, deze ingreep uit. We sluiten daarbij<br />
een lymfevat op een afvoerend bloedvat<br />
aan, zodat het lymfevocht via deze shunt<br />
kan weglopen. We hebben daarvoor een<br />
microscoop aangeschaft die 40 keer vergroot.<br />
Samen met een collega behandelen<br />
we zo’n 40 patiënten per jaar. Het werkt<br />
niet bij elke vrouw. Soms zijn de lymfevaatjes<br />
te dun of de kleinste bloedvaatjes te<br />
dik. Dan loopt het lymfevocht terug, waardoor<br />
de shunt dichtslibt. Onze uitdaging is<br />
nu vooraf te voorspellen bij wie deze<br />
ingreep wel of niet zal werken.’<br />
Dietmar Ulrich<br />
plastisch chirurg en principal clinician
20 personeelsmagazine radboudumc<br />
<strong>#7</strong> – oktober 2015<br />
21<br />
RONDVRAAG<br />
Jannie Meussen<br />
Michiel Moormann<br />
Is vaker kleinere porties<br />
eten beter voor de patiënt?<br />
Goed eten (s)maakt beter. Het FoodforCare-concept wordt vanaf deze maand stapsgewijs ingevoerd op alle<br />
afdelingen van het Radboudumc. Patiënten krijgen daarbij zes keer per dag een gerecht naar keuze aangeboden.<br />
De hapjes zien er smaakvol uit en de voedingsassistenten ‘verleiden’ patiënten tot eten. Doel: patiënten<br />
gaan beter eten en dat is goed voor hun herstel. We vroegen drie betrokken medewerkers en een patiënt:<br />
Ís vaker kleinere porties eten beter voor de patiënt?<br />
Proef en beleef<br />
Op woensdag 21 oktober is er een open inloopsessie<br />
‘Proef en beleef FoodforCare’ in de Oranjezaal<br />
van het restaurant tussen 16.00 en 17.30 uur.<br />
Je kunt daar een aantal gerechtjes proeven en<br />
collega’s van pilot-afdelingen, van de projectgroep<br />
Radboudumc en de partner FoodforCare<br />
vertellen je graag meer over FoodforCare in<br />
het Radboudumc.<br />
‘Alle hapjes hebben<br />
een hoog eiwit- en<br />
energiegehalte’<br />
Manon van den Berg, themaleider voeding,<br />
diëtist onderzoeker<br />
‘Ongeveer 35 procent van de patiënten komt al<br />
ondervoed binnen in een ziekenhuis. En dat<br />
percentage loopt op tot wel 50 procent als ze<br />
naar huis gaan. Wij screenen alle patiënten bij<br />
opname op ondervoeding. Wie een hoog risico<br />
heeft, krijgt een voedingsadvies van de diëtist.<br />
Soms zijn patiënten zo ziek, bijvoorbeeld misselijk<br />
door de behandeling, dat ze absoluut<br />
geen trek hebben. Maar ook patiënten met minder<br />
ernstige aandoeningen eten vaak slecht.<br />
Het mooie aan dit FoodforCare-concept is dat<br />
patiënten verleid worden tot eten van verse en<br />
aantrekkelijke gerechten, zes, zeven keer per<br />
dag. Met ruime keuze, voor de ouderen zijn er<br />
bijvoorbeeld ook kleine stamppotjes met vlees<br />
omdat daar behoefte aan bleek te zijn. Zo krijgen<br />
patiënten gelijkmatig verdeeld over de dag veel<br />
eiwit en energie binnen, wat gunstig is voor de<br />
spiermassa en dat draagt bij aan herstel.<br />
Ook voor patiënten met andere diëten en voedingsgewoonten<br />
zoals bijvoorbeeld een natriumarm<br />
dieet, vloeibare voeding, halal, is een scala<br />
aan gerechten ontwikkeld. Er is dus voor ieder<br />
wat wils.’<br />
‘Ik merk dat<br />
patiënten nu<br />
beter eten’<br />
Ellen Wieland, voedingsassistent<br />
‘Mijn ervaringen tijdens de pilot zijn heel positief.<br />
In het verleden nam ik regelmatig dienbladen<br />
mee terug, waarvan patiënten slechts de helft<br />
van het eten hadden opgegeten. Ik merk dat ze<br />
nu beter eten. Er is altijd wel iets van hun gading<br />
bij: een soepje, smoothie of een pizzapunt. Het<br />
zijn allemaal calorie-bommetjes. “Het lijkt wel<br />
een hotel, ik ga niet meer naar huis …”<br />
We krijgen veel positieve reacties. Het maakt<br />
ons werk ook leuker. We hebben meer contact<br />
met patiënten, omdat we vaker bij hen aan bed<br />
komen. Wij moeten hen “verleiden” tot eten.<br />
Ze kunnen kiezen uit telkens weer andere hapjes<br />
op ons dienblad.<br />
FoodforCare<br />
FoodforCare is een initiatief van jongeren met kanker (AYA), het Radboudumc en Maison<br />
van den Boer.<br />
We zijn het eerste ziekenhuis in Nederland dat de voedingsformule introduceert en ziekenhuisbreed<br />
doorvoert.<br />
In totaal zijn er 250 eiwit- en energierijke gerechten ontwikkeld, die qua geur, kleur en smaak<br />
uitnodigen tot eten.<br />
Naar verwachting gebruiken vanaf april 2016 alle verpleegafdelingen het nieuwe assortiment.<br />
Het nieuwe concept leidt tot minder verspilling, er wordt minder voeding weggegooid.<br />
Er is een FoodforCare Foundation opgericht, waarvan Radboudumc de penvoerder is en die onder<br />
meer wetenschappelijk onderzoek bevordert naar de relatie tussen voeding en gezondheid.<br />
We zijn drie keer in Veghel bij Maison van den<br />
Boer geweest. Daar hebben we geleerd hoe je<br />
het eten uitnodigend kunt aanbieden en hoe je<br />
patiënten kunt informeren over de voedingswaarde.<br />
We hebben ook geoefend hoe we de<br />
hapjes in de keuken mooi kunnen opmaken,<br />
bijvoorbeeld tonijnsalade in kleine glaasjes.<br />
Bezoek kan bij de lunch en het avondeten tegen<br />
betaling gewoon blijven mee-eten. En dan bijvoorbeeld<br />
voor meer hapjes tegelijk kiezen.’<br />
‘Het effect gaan<br />
we met onderzoek<br />
aantonen’<br />
Dorian Dijxhoorn, arts-onderzoeker<br />
‘We zijn vanuit de FoodforCare Foundation (zie<br />
kader, red.) een onderzoek gestart. Daarbij volgen<br />
we 600 patiënten bij Maag-, Darm en Leverziekten,<br />
Gynaecologie/Urologie en Orthopedie.<br />
De eerste circa vier maanden 300 patiënten die<br />
de traditionele voeding krijgen, daarna 300<br />
patiënten met FoodforCare. We kijken primair<br />
naar de voedingsinname. Wat heeft de patiënt<br />
besteld en wat heeft hij daarvan opgegeten?<br />
Daarnaast beoordelen we de voedingstoestand.<br />
In het dossier kunnen we zien wanneer de<br />
patiënt is opgenomen en ontslagen, of er complicaties<br />
zijn opgetreden enzovoort.<br />
We verwachten dat patiënten, met een gelijkmatige<br />
verdeling van eiwitten over de dag, een<br />
betere spieropbouw hebben. Hierdoor kunnen ze<br />
mogelijk eerder uit bed, krijgen ze minder complicaties<br />
zoals infecties en decubitus (doorliggen).<br />
En dat ze daardoor minder lang in het<br />
ziekenhuis liggen. Dat gaan we onderzoeken. We<br />
kijken daarbij ook naar de beleving, want dat is<br />
eveneens een belangrijk facet. Patiënten kunnen<br />
in een vragenlijst aangeven of ze tevreden zijn<br />
over de voeding en hoe ze de service vinden.’<br />
‘Ik heb geen<br />
enkele keer<br />
nee gezegd’<br />
Tuti Amaliyah, patiënt<br />
‘Ik vind het écht fijn om regelmatig kleine hapjes<br />
te eten. Ik zag er tegenop om naar het ziekenhuis<br />
te gaan, juist om het eten. Ik werk zelf in de<br />
keuken van een verzorgingshuis en verwachtte<br />
hier ook de dienbladen met deksel, met daaronder<br />
geprakte aardappels, te gare groentes en<br />
droog vlees. Ik had echter geluk, bij Longziekten<br />
loopt de pilot met FoodforCare. Ik was blij verrast<br />
door jullie aanbod en kijk zelfs uit naar de<br />
hapjes die de voedingsassistenten om de twee<br />
uur brengen. Het is bovendien een leuke afleiding,<br />
want ik lig hier alleen op een kamer.<br />
De hapjes zien er heel chique uit, mooi uitgestald<br />
op een dienblad. Het nodigt echt uit tot eten in<br />
die kleine pannetjes en glaasjes. Ik heb nog geen<br />
enkele keer ‘nee’ gezegd. En de keuze is telkens<br />
weer anders: shakes, bouillon, broodje makreel,<br />
gehaktballetjes. Gisteren kon ik ook kiezen voor<br />
rijst met saté, helemaal naar mijn zin.’ <br />
Meepraten?<br />
Kijk op Yammer en zoek naar de groep van de<br />
Radbode. Nog geen account op Yammer? Ga naar<br />
www.yammer.com en maak snel en eenvoudig<br />
met het Radboudumc emailadres een account<br />
aan. Lees ook het artikel in Radbode #08,<br />
november 2014: Goed eten (s)maakt beter.
22 personeelsmagazine radboudumc <strong>#7</strong> – oktober 2015 23<br />
COLLEGA’S<br />
HET MOMENT<br />
Mooie woorden horen bij een jubileum of<br />
afscheid. Deze pagina’s staan er vol van, speciaal<br />
voor al die collega’s die iets te vieren hebben.<br />
In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in<br />
het Radboudumc. Dit keer verpleegkundig specialist neurologie Martha Huvenaars wat zij<br />
leerde van een sterke vrouw met Parkinson.<br />
25 jaar in dienst<br />
Karina Teelen<br />
Researchanalist<br />
40 jaar in dienst<br />
Met pensioen<br />
Miriam Meurkens<br />
IC-verpleegkundige<br />
‘Miriam is zeer betrokken<br />
bij de zorg voor de IC-patiënt<br />
en zijn/haar familie. Bij de<br />
directe patiëntenzorg aan<br />
het bed van de patiënt is ze op haar best. Daarnaast<br />
is zij vanaf de start van de MICU ook werkzaam als<br />
MICU-verpleegkundige. Miriam is een zeer gewaardeerde,<br />
behulpzame collega met humor.’<br />
Namens alle collega’s C1b, Stephanie Kaalberg<br />
hoofdverpleegkundige IC<br />
Henriëtte Boekholt<br />
IC-verpleegkundige<br />
‘Henriëtte is alle jaren werkzaam<br />
gebleven op de algemene<br />
Intensive Care H20 en<br />
later C1b. Ze is altijd goed<br />
gehumeurd en het is bewonderenswaardig hoe zij<br />
ondanks een kleiner contract altijd goed op de<br />
hoogte is van het afdelingsgebeuren in de breedste<br />
zin van het woord. Ze staat voor persoongerichte<br />
zorg, is betrokken en heeft een luisterend oor voor<br />
de patiënt en zijn/haar familie.’ Stephanie Kaalberg<br />
hoofdverpleegkundige IC<br />
Quirine Francissen<br />
Anesthesie-assistent<br />
‘Quirine heeft diverse functies<br />
binnen het Radboudumc<br />
uitgevoerd, van doktersassistente<br />
tot operationeel<br />
manager OK. Al jaren heeft ze tot ieders tevredenheid<br />
de personele planning als extra taak. Verder<br />
houdt zij zich buiten het uitvoerende deel van haar<br />
werk bezig met het toetsen van risicovolle/voorbehouden<br />
handelingen. Ondanks haar voorkeur voor<br />
het aandachtsgebied KNO/MKA is Quirine een<br />
all-round anesthesiemedewerker.’ Raymond van<br />
Zunderd, operationeel manager OK Anesthesie<br />
‘Al deze jaren draaide<br />
Karina volcontinu in het<br />
malariaonderzoek. Haar<br />
expertise groeide mee met<br />
de grootte van de groep en zij heeft een grote<br />
bijdrage geleverd aan de diverse onderzoeken en<br />
proefschriften met immunologische en moleculaire<br />
bepalingen. Met een als vanzelfsprekende toewijding<br />
en een groot sociaal hart opereert zij als<br />
onmisbare rots in de branding van het malariaonderzoek.<br />
Ze is de vraagbaak voor een stoet van<br />
passerende studenten, onderzoekers en collega’s.<br />
Wij zijn verknocht aan Karina!’ Robert Sauerwein,<br />
afdelingshoofd Medische Parasitologie<br />
Liesbeth Clerx<br />
Mondhygiënist<br />
‘In de loop van de jaren<br />
heeft het Centrum voor<br />
Bijzondere Tandheelkunde<br />
(CBT) zich ontwikkeld en<br />
Liesbeth heeft alle veranderingen, soms met weemoed,<br />
doorstaan. Haar hart ligt bij de patiëntenzorg<br />
en bij de ‘bijzondere patiënt’. Zij heeft zich altijd ten<br />
volle ingezet om de kwaliteit van zorg voor deze<br />
patiëntengroepen hoog te houden. Daarnaast is zij<br />
in de loop van de jaren uitgegroeid tot een mater<br />
familias voor de junioren van ons centrum. Haar<br />
ervaring en betrokkenheid worden zeer gewaardeerd.’<br />
Celeste van Heumen, hoofd Centrum voor<br />
Bijzondere Tandheelkunde<br />
Harry Hoogenboom<br />
Applicatiespecialist<br />
‘25 jaar geleden begon Harry<br />
bij het Radboud, toen er bij<br />
de vakgroep Preventieve en<br />
Curatieve Tandheelkunde<br />
behoefte was aan een ICT-ondersteuner. Op eigen<br />
kracht heeft Harry zich dit vak toegeëigend. Hij ontwikkelde<br />
zich tot een gedreven professional. Niet op<br />
de voorgrond, wel een collega wiens mening en<br />
inzicht sterk gewaar deerd wordt. Een fijne collega.<br />
Zeker als je merkt dat zijn gedrevenheid en plezier<br />
in het werk zo zichtbaar zijn. Harry: we hopen nog<br />
lang met je te mogen werken!’ Nicolai Giling,<br />
bedrijfsleider Tandheelkunde<br />
Koopje Toering<br />
Managementassistent<br />
‘Koopje heeft zich altijd<br />
prima weten aan te passen<br />
aan de veranderingen binnen<br />
het Radboudumc en ze<br />
denkt ook nu nog actief mee hoe we de werkzaamheden<br />
binnen de productgroep Vastgoed & Infrastructuur<br />
beter en efficiënter kunnen uitvoeren.<br />
Haar inzet en aanpassings vermogen zijn van grote<br />
waarde voor ons nog vrij jonge managementteam.<br />
Ze pakt haar rol in ons MT op met professionele<br />
deskundigheid, enthousiasme en veel energie. Ze<br />
schroomt daarbij niet om op een duidelijke en<br />
directe wijze, “de Koopje manier”, zaken te benoemen<br />
die anders of beter zouden kunnen. De kennis<br />
die ze in de loop der jaren heeft opgebouwd binnen<br />
deze grote complexe organisatie is voor ons een<br />
houvast.’ Eric Mimmel, manager PG V&I<br />
Jan Oosterhof<br />
Fysiotherapeut/onderzoeker<br />
‘Namens de afdeling Orthopedie<br />
en de afdeling Fysiotherapie<br />
Centraal danken wij<br />
hem hartelijk voor zijn grote<br />
inzet en de rol die hij vervult binnen de patiëntenzorg,<br />
het onderwijs en vooral de laatste jaren ook<br />
het onderzoek. Hij heeft daarin mooie resultaten<br />
geboekt met als bekroning zijn promotie in 2012.<br />
Vele patiënten, collega’s en studenten hebben<br />
Jan leren kennen als een bijzonder gedreven en<br />
een kundig mens.’ Frank Hofmans, zorgmanager<br />
Orthopedie/Fysiotherapie Centraal, Anouk Puts,<br />
teamleider Fysiotherapie Centraal<br />
Elly Beeke<br />
Seniorverpleegkundige<br />
‘Elly werkte 35 jaar op de<br />
afdeling Intensive Care,<br />
aanvankelijk als Intensive<br />
Care verpleeg kundige, later<br />
als teamleider en sinds 10 jaar als seniorverpleegkundige.<br />
Vanaf 1997 was zij een belangrijke steunpilaar<br />
voor de Kinder-IC. Haar sterke betrokkenheid<br />
bij kind en ouders, haar luisterend oor voor collega’s,<br />
haar verantwoordelijkheidsgevoel en betrouwbaarheid<br />
zijn kenmerkend voor Elly. Ook haar uitgebreide<br />
kennis en ervaring zullen we gaan missen.’ Marie-José<br />
Jorna, ad interim hoofdverpleegkundige IC/high care<br />
voor kinderen<br />
Ankie Jansen-Groenen<br />
Administratief medewerker<br />
‘Na een dienstverband van<br />
40 jaar gaat Ankie Jansen-<br />
Groenen genieten van haar<br />
pensioen. We gaan haar deskundigheid<br />
maar ook haar kritische noot missen.<br />
Haar tomeloze inzet en betrokkenheid, het luisterende<br />
oor voor zowel patiënten als collega’s hebben<br />
we altijd enorm gewaardeerd.’ Emmy Wanetie, teamleider<br />
Radiologie/Nucleaire Geneeskunde<br />
Ricky de Bruijn-Willems<br />
Verpleegkundige<br />
‘Na bijna 40 jaar werkzaam<br />
te zijn geweest in het<br />
Radboud gaat op 5 november<br />
Ricky met welverdiend<br />
pensioen. Ze heeft al die jaren met veel plezier voor<br />
afdeling Verloskunde gewerkt. Ze was een vraagbaak<br />
voor menig student verpleegkunde en heeft<br />
vele jaren haar aandeel geleverd in de OC. We willen<br />
Ricky bedanken voor haar jarenlange inzet en<br />
haar een hele mooie tijd wensen na haar pensionering<br />
met haar gezin.’ Nardie ten Broek, operationeel<br />
manager Verloskunde<br />
Meer mooie woorden lezen? Ga dan<br />
naar intranet voor uitgebreidere loftuitingen.<br />
(Kijk onder Nieuws bij Jubileum en Afscheid.)<br />
Martha Huvenaars: ‘Nooit eerder bracht ik een bezoek aan de uitvaart van<br />
een overleden patiënt. Nu ben ik onderweg naar de crematie van een vrouw<br />
die ik tien jaar begeleidde: ze had Parkinson en was 75 jaar oud geworden.<br />
Weifelend stap ik de auto uit: waarom ben ik hier?’<br />
‘Ik teken de condoleance en als ik opkijk,<br />
staat haar echtgenoot bij me. Hij omhelst me.<br />
Tijdens de dienst luister ik naar warme verhalen<br />
over haar leven, ik zie een sterke mooie vrouw<br />
voor me. Ze gaf sturing aan haar gezin, leidde<br />
een verpleegkundig team in een verpleeghuis<br />
en zorgde voor haar dochter, die een half jaar<br />
voor haar overleed. Ze haalde kracht uit haar<br />
geloof. Ze reisde de hele wereld rond. En<br />
steeds weer werd gerefereerd aan haar<br />
oprechte aandacht voor de ander. Iets wat ook<br />
ik gevoeld had tijdens onze ontmoetingen.<br />
Ik dacht aan de tien jaar waarin ik haar begeleidde.<br />
Ik sprak haar vooral als het niet goed<br />
ging; over leren omgaan met beperkingen en<br />
achteruitgang. Ze kon de ziekte niet aanvaarden.<br />
De laatste jaren werd haar strijd tegen de<br />
ziekte sterker en ze werd door zorgverleners<br />
benoemd als lastig. “Ze is dwingend!” concludeerde<br />
de telefoniste. “Ze vraagt te veel aandacht!”,<br />
vertelde een afdelingsverpleegkundige.<br />
“Haar pijnbeleving is uitzonderlijk”, zei een arts.<br />
COLOFON<br />
Radbode is het personeelsmagazine van het Radboudumc en verschijnt 9 keer in 2015<br />
Redactie Willem Andrée, Jannie Meussen, Gijs Munnichs, Michiel ter Laan (hoofd redacteur).<br />
Contentcommissie Miranda Bennink, Mirjam van Dijk-Jager, Gerben Ferwerda, Miranda Heijser, Marja Jillissen,<br />
Bart Kiemeney, Lotje de Laat, Annie Moedt, Angela van Remortele, René Bindels, Marloes de Vink en Jessica Vogel<br />
Aan dit nummer werkten mee Stef Groenewoud, Paul Lagro, Michiel Moormann, Eric Scholten, Marcel Wortel en<br />
John Wijbenga Contact radbode@radboudumc.nl of (024) 818 66 82 Correspon dentie vragen over bezorging via<br />
radbode@radboudumc.nl. Concept en realisatie ZB Communicatie & Media i.s.m. Martijn Ubink en<br />
Modderkolk Grafische Projecten Advertenties Bureau van Vliet, (023) 571 47 45 of zandvoort@bureauvanvliet.com.<br />
Oplage 12.000 exemplaren. De volgende Radbode verschijnt op 13 november 2015.<br />
Ook ik vond haar gedrag soms moeilijk en relateerde<br />
het vaak aan haar ziekte, aan een te<br />
lage dopaminespiegel. Door de verhalen die ik<br />
nu hoor, realiseer ik mij sterker dan ooit dat ze<br />
op deze momenten geen grip had op haar<br />
leven. Had ik haar wel voldoende benaderd in<br />
haar kracht?<br />
Een tijdje voordat ze stierf, liep ik haar man<br />
tegen het lijf in het ziekenhuis. Ze had haar<br />
heup gebroken en ik besloot haar te bezoeken.<br />
Ik sprak haar nadat was verteld dat herstellen<br />
niet meer mogelijk was en ze zich moest voorbereiden<br />
op de dood. Met haar hand in mijn<br />
hand luisterde ik naar haar verhalen. We spraken<br />
over het naderende einde. Met een omhelzing<br />
nam ik afscheid. Ik ben dankbaar dat ik haar<br />
heb leren kennen, ook na haar dood. Haar<br />
verhaal bevestigt voor mij het belang om de<br />
mens achter de patiënt te ontmoeten!’<br />
Shutterstock
24<br />
personeelsmagazine radboudumc<br />
ACHTEROP<br />
In deze rubriek stapt een medewerker achterop de<br />
fiets bij een collega. Uit nieuwsgierigheid, want op<br />
de werkvloer komen ze elkaar niet tegen.<br />
Willem Andrée<br />
Paul Lagro<br />
Dit keer springt manager polikliniek<br />
Angelina van den Ende achterop bij<br />
Minke Nieuwboer, adviseur bij adviesgroep<br />
Procesverbetering & Innovatie<br />
(PVI) en promovenda.<br />
Angelina: ‘Je bent aan het promoveren, wat onderzoek<br />
je?’ Minke: ‘Betere eerstelijnszorg voor mensen<br />
met dementie. Te vaak nog komen zij voor<br />
diagnosestelling naar het ziekenhuis, terwijl ze<br />
ook bij hun huisarts terecht kunnen. Bovendien<br />
zien we dat in wijken met veel ouderen, signalen<br />
van dementie door de zorgverleners vaak niet<br />
worden opgepakt.’ Angelina: ‘Dit gaat over procesverbeteringen,<br />
hoe doe je dat?’ Minke: ‘Inmiddels<br />
hebben we vanuit het Radboud Alzheimer<br />
Centrum tien testgebieden in en rondom Nijmegen<br />
ingericht. Vanuit PVI ondersteunen we dit project<br />
en zet ik daar wijknetwerken op. Het doel is dat<br />
onder meer huisartsen, wijkverpleegkundigen,<br />
welzijnswerkers en de mantelzorgers beter gaan<br />
samenwerken. We proberen te zorgen voor één<br />
aanspreekpunt, één klinisch leider voor het netwerk.<br />
Ook moeten we naar shared decision<br />
making: dus dat de zorgverlener sámen met de<br />
mantelzorger en patiënt beslissingen neemt over<br />
behandeling of woonsituatie.’ Angelina: ‘Wat<br />
levert dat concreet op?’ Minke: ‘Rust voor de<br />
patiënt en voor de mantelzorger. Bovendien<br />
kunnen we laten zien dat professionals moeten<br />
beseffen dat we de stap van de tweede naar de<br />
eerste lijn moeten maken en ons afvragen: wat is<br />
academische zorg en wat kan naar de eerste<br />
lijn?’ Angelina: ‘Is er wel voldoende kennis in de<br />
eerste lijn over dementie om dit te doen?’<br />
Minke: ‘Niet altijd en daarom coachen we vanuit<br />
het Radboudumc en geven we scholing. We nemen<br />
tijdens bijeenkomsten bijvoorbeeld aan de hand<br />
van een indicatorenset op: leveren we goede<br />
kwaliteit? Er was bijvoorbeeld een WMO-consulent<br />
die tijdens zo’n bijeenkomst zei: ik zie niet of<br />
iemand cognitieve problemen heeft.’ Angelina:<br />
‘Waar loop je tegenaan?’ Minke: ‘Versnippering.<br />
De huisarts “doet zijn ding”, de wijkverpleegkundigen<br />
werken soms anders. En niet iedereen kan<br />
tijd vrijmaken.’ Angelina: ‘Wat zijn volgens jou<br />
de belangrijkste waarden bij goede samenwerking?’<br />
Minke: ‘Vertrouwen in elkaar en het besef<br />
dat je verantwoordelijkheden moet delen.’ <br />
Wil jij ook bij een collega achterop?<br />
Laat het weten via radbode@radboudumc.nl<br />
Angelina<br />
Minke