26.09.2015 Views

TUAREG 92 4x4 EVO APACHE 92 4x4 EVO - Oleo-Mac

TUAREG 92 4x4 EVO APACHE 92 4x4 EVO - Oleo-Mac

TUAREG 92 4x4 EVO APACHE 92 4x4 EVO - Oleo-Mac

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

5.5 DE MACHINE BERIJDEN<br />

Algemene waarschuwingen voordat u gaat rijden:<br />

Controleer dat de parkeerrem is uitgeschakeld. De parkeerrem mag niet in stand „2“ blijven staan<br />

( 4.2.1 (3)). Wanneer u op de parkeerrem trapt, wordt de parkeerrem automatisch uitgeschakeld.<br />

De by-passhendel moet in stand „1“ staan, d.w.z. de by-pass van de aandrijving moet ingeschakeld<br />

zijn.<br />

Wanneer u onderweg bent naar het terrein dat u gaat maaien, moethet maaimechanisme<br />

uitgeschakeld zijn en in de transportstand staan.<br />

Wanneer over obstakels rijdt die hoger zijn dan 8 cm (trottoirbanden, enz.), moet u rijplanken<br />

gebruiken zodat u het maaimechanisme en de versnellingsbak niet beschadigt.<br />

Voorkom dat de voorwielen hard stoten tegen massieve obstakels, omdat anders de vooras zou<br />

kunnen beschadigen, vooral wanneer u op hoge snelheid rijdt.<br />

5.5.1 VOORUIT- / ACHTERUITRIJDEN<br />

Verplaats, terwijl u langzaam gaat rijden, de versnellingshendel in in de gewenste rijrichting, d.w.z. in<br />

de stand „F“ als u vooruit wilt rijden en in de stand „R“ als u achteruit wilt rijden.<br />

Als u uw rijsnelheid wilt verlagen, verplaatst u de versnellingshendel minder ver in de rijrichting. Als<br />

u de rijsnelheid wilt verhogen, verplaatst u de versnellingshendel verder in de rijrichting.<br />

U kunt de rijrichting pas wijzigen als u de versnellingshendel in de stand “N”<br />

hebt gezet en de hendel even in deze stand is blijven staan. Als u dit doet terwijl de<br />

machine rijdt, bestaat het gevaar dat u de transmissie beschadigt.<br />

Gebruik nooit de hendel voor de rijrichting en de rem tegelijkertijd – hierdoor kan de<br />

transmissie beschadigen.<br />

5.5.2 STOPPEN<br />

U stopt de machine terwijl deze in voorwaartse / achterwaartse richting rijdt, door op het rempedaal<br />

te trappen. De versnellingspook keert automatisch terug in de stand „N“. De remafstand is minder<br />

dan 1,5 m.<br />

Wanneer u op het rempedaal trapt en de cruise-control is ingeschakeld, wordt deze<br />

automatisch in de neutrale stand gezet. De remafstand is minder dan 2 m.<br />

De machine kan alleen worden gestopt door de hendel voor de rijrichting geleidelijk naar de<br />

stand “N“ te verplaatsen en geleidelijk het rempedaal in te trappen.<br />

Gebruik nooit de hendel voor de rijrichting en de rem tegelijkertijd – hierdoor kan de<br />

transmissie beschadigen.<br />

5.5.3 RIJSNELHEID EN GRASMAAIEN<br />

Over het algemeen geldt dat hoe natter, hoger en dichter het gras is, des te lager de rijsnelheid<br />

moet zijn. Wanneer de machine te snel rijdt en er hogere eisen aan de machine worden gesteld,<br />

neemt de rotatiesnelheid van de messen af en ook de kwaliteit van het maaien. Stel onder dergelijke<br />

omstandigheden de motor in op maximaal vermogen.<br />

Als het gras erg hoog is, moet het enkele malen worden gemaaid. Maai eerst op maximale<br />

hoogte en met een kleinere maaibreedte, als dat nodig is. De tweede maal kan dan het gras op de<br />

gewenste hoogte worden gemaaid.<br />

Wij adviseren u te maaien in parallelle of gekruiste banen. Wanneer u een oppervlak maait dat<br />

u al eerder met de machine hebt bestreken, neemt de effectiviteit van de messen toe en zal het<br />

gemaaide terrein er beter uitzien.<br />

Wanneer u rijdt over ongelijk terrein, kan de rijsnelheid wisselen.<br />

274

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!