De impact van milieufactoren op ouderdomsgerelateerde chronische aandoeningen
De impact van milieufactoren op ouderdomsgerelateerde ...
De impact van milieufactoren op ouderdomsgerelateerde ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>De</strong> <strong>impact</strong> <strong>van</strong> <strong>milieufactoren</strong> <strong>op</strong> <strong>ouderdomsgerelateerde</strong> <strong>chronische</strong><br />
<strong>aandoeningen</strong><br />
N. <strong>van</strong> Larebeke & Sam <strong>De</strong> Coster (13/10/08)<br />
Voorwoord.<br />
<strong>De</strong> auteurs wensen Dr. Karen Van Campenhout en haar collega’s <strong>van</strong> de administratie LNE te<br />
bedanken voor talrijke <strong>op</strong>merkingen die toegelaten hebben aanzienlijke verbeteringen aan de<br />
oorspronkelijke tekst aan te brengen. <strong>De</strong> inhoudelijke verantwoordelijkheid <strong>van</strong> dit rapport<br />
berust evenwel uitsluitend bij de onderzoekers <strong>van</strong> het Steunpunt Milieu en Gezondheid. Dit<br />
rapport weerspiegelt dus niet noodzakelijk de zienswijze <strong>van</strong> de administraties <strong>van</strong> de<br />
Vlaamse Overheid.<br />
1.Inleiding<br />
<strong>De</strong> westerse wereld heeft in de lo<strong>op</strong> <strong>van</strong> de 20 ste eeuw een sterke verschuiving gekend <strong>van</strong><br />
infectieziekten naar <strong>chronische</strong> degeneratieve ziekten (“beschavingsziekten” waaronder<br />
‘ouderdomsziekten’) als belangrijkste oorzaak <strong>van</strong> sterfte en verminderde levenskwaliteit.<br />
<strong>De</strong>ze trend is te wijten aan de introductie <strong>van</strong> de antimicrobiële hygiëne en aan de<br />
vooruitgang die geboekt werd in de biomedische wetenschappen (<strong>De</strong> Flora et al. 2005).<br />
Doordat de ontwikkeling <strong>van</strong> deze <strong>chronische</strong> degeneratieve <strong>aandoeningen</strong> sterk beïnvloed<br />
kan worden door externe factoren, is het ook belangrijk aandacht te hebben voor de <strong>impact</strong><br />
<strong>van</strong> het ons omringende leefmilieu. In dit rapport wordt gepoogd een overzicht te geven <strong>van</strong><br />
de <strong>milieufactoren</strong>, die de ontwikkeling <strong>van</strong> de verschillende ouderdomsziekten kunnen<br />
beïnvloeden.Onder ouderdomsziekten wordt hier verstaan ziekten waar<strong>van</strong> de incidentie<br />
duidelijk toeneemt met de leeftijd. Met betrekking tot kanker worden er ook sommige<br />
gegevens die betrekking hebben <strong>op</strong> kinderen vermeld, omdat deze gegevens ook een zekere<br />
rele<strong>van</strong>tie hebben voor kanker <strong>op</strong> oudere leeftijd.<br />
In deze diversiteit <strong>van</strong> ouderdomsziekten zijn er natuurlijk zeer veel factoren die een rol<br />
kunnen spelen, leeftijd is al per definitie een belangrijke factor, maar anderen zoals genetica,<br />
immuniteit, infecties en andere <strong>aandoeningen</strong>, voeding, persoonlijkheidskenmerken, en<br />
<strong>milieufactoren</strong> interageren, en dit waarschijnlijk nog <strong>op</strong> verschillende tijdsstippen én wijze<br />
afhankelijk <strong>van</strong> de pathologie.<br />
Blootstellingen aan toxische stoffen bij het begin <strong>van</strong> het leven<br />
Bijzonder belangrijk is dat blootstelling in de eerste (kritieke) levensfases (<strong>van</strong> voor de<br />
geboorte tot de eerste levensjaren), een hoge <strong>impact</strong> kunnen hebben, en de ontwikkeling,<br />
graad, en leeftijd <strong>van</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> ouderdomsziekten sterk kunnen beïnvloeden. Dit zou<br />
onder andere het geval zijn voor kanker (Prins et al. 2007; Prins et al. 2008; Soto et al. 2008;<br />
Soffriti et al. 2008), obesiteit (Vickers et al. 2007; Newbold et a.l 2007; Hanson & Gluckman<br />
2008) metabool syndroom ( Hanson & Gluckman 2008) diabetes (Hanson & Gluckman<br />
2008), hart- en vaatziekten (Hanson & Gluckman 2008), neurondegeneratieve ziekten<br />
(Alzheimer, Parkinson) (Barlow et al. 2004; Cory-Slechta et al. 2005; Carvey et al. 2006;<br />
Lloyd et al. 2006; Ross et al. 2007; Ceccatelli et al 2007; Barlow et al. 2007 Wu et al. 2008)<br />
en mentale achterstand (Verheyde & Benotmane 2007). Prenatale blootstellingen zouden<br />
misschien zelfs psychosen in de hand kunnen werken (Lewis & Levitt 2002; Loganovsky et<br />
1
al. 2005). <strong>De</strong>ze blootstellingen zijn zeer moeilijk of zelfs onmogelijk te achterhalen, maar<br />
kunnen studies naar ouderdomziekten dus wel sterk beïnvloeden (Cameron & <strong>De</strong>merath 2002,<br />
Landrigan et al. 2005). Recente studies wijzen overigens steeds duidelijker <strong>op</strong> het belang <strong>van</strong><br />
pre- en postnatale blootstelling. Inderdaad, blootstellingen tijdens de eerste levensfazen<br />
wanneer de verschillende organen tot ontwikkeling komen zijn een grootte-orde belangrijker<br />
dan blootstellingen tijdens het latere leven. In het bijzonder tijdens bepaalde tijdsvensters,<br />
wanneer kritische proliferatie, differentiatie of migratieprocessen plaatsgrijpen, dient rekening<br />
gehouden met een zeer sterk verhoogde gevoeligheid aan verstorende agentia, in het<br />
bijzonder wanneer deze inwerken via een receptor (Gluckman et al. 2007; vom Saal 2007b).<br />
Dit besef heeft aanleiding gegeven tot het nieuwe paradigma <strong>van</strong> de “devel<strong>op</strong>mental origins<br />
of human health and disease” (Gluckman et al. 2007; vom Saal 2007b).<br />
Ook blootstelling aan mutagene agenia (direct werkende of indirect werkende doorheen<br />
bijvoorbeeld een verstoring <strong>van</strong> DNA herstel) kan tijdens fasen <strong>van</strong> intense celdeling (zoals<br />
o.m. in utero) een relatief sterker effect hebben (Perera et al. 2002). Bij de geboorte dragen<br />
we reeds ongeveer 25% <strong>van</strong> alle mutaties die we ooit zullen verwerven ( de zeer talrijke<br />
mutaties in “ver gevorderde” genetisch instabiele kankercellen niet meegerekend) (Zhang et<br />
al., 1995; Paashuis & Heddle, 1998).<br />
Uiteraard biedt een vroege initiatie <strong>van</strong> het carcinogenese proces meer tijd voor de talrijke<br />
volgende stappen die nodig zijn om tot een maligne transformatie te komen.<br />
Intra-uteriene blootstellingen zijn ook grotendeels bepalend voor andere <strong>aandoeningen</strong>.<br />
Prenatale blootstelling aan bisphenol A stimuleert postnatale groei bij muizen (Takai et al.<br />
2001). Perinatale blootstelling aan exogene oestrogenen of andere toxische invloeden zou<br />
kunnen bijdragen tot zwaarlijvigheid (Newbold et al. 2007), diabetes (Holloway et al. 2007;<br />
Sinclair et al 2007; Ozanne & Constancia, 2007). Ook zou blootstelling tijdens de<br />
zwangerschap aan solventen het risico <strong>op</strong> zwangerschaps-geïnduceerde hypertensie doen<br />
stijgen (Hewitt et al. 1998). <strong>De</strong> blootstelling in utero aan environmentele tabaksrook, waar<strong>van</strong><br />
geweten is dat deze allergische astma bevordert in muis modellen voor allergisch astma,<br />
beïnvloedt de genexpressie, in de zin dat genen betrokken bij ontstekingsreacties en<br />
allergische reacties differentieel tot expressie komen in de longen <strong>op</strong> volwassen leeftijd bij<br />
muizen (Rouse et al. 2007). Blootstelling in utero aan environmentele tabaksrook versterkt,<br />
bij proefdieren, het antwoord <strong>op</strong> allergenen <strong>op</strong> volwassen leeftijd (Penn et al, 2007). Men<br />
stelde, in een Japanse studie, vast dat er bij de mens een betekenisvolle prenatale blootstelling<br />
aan de hormoonverstorende stof bisphenol A bestaat (Ikezuki et al. 2002). Bij proefdieren is<br />
er veel evidentie beschikbaar over het gezondheidsschadeden effecten tengevolge <strong>van</strong> in utero<br />
blootstelling aan environmenteel rele<strong>van</strong>te dosissen <strong>van</strong> bisphenol A (Vom Saal et al. 2007a).<br />
Bij proefdieren werd een stijging waargenomen <strong>van</strong> de incidentie <strong>van</strong> verschillende<br />
pathologien <strong>van</strong> de vrouwelijke genitale tractus (Newbold et al. 2007b), <strong>van</strong> het risico <strong>op</strong><br />
borstkanker (Soto et al. 2008) en <strong>op</strong> prostaatkanker (Prins et al. 2008) terwijl ook<br />
gedragsveranderingen zouden geïnduceerd worden (Kubo et al. 2003; Adriani et al. 2003;<br />
Ryan & Vandenbergh 2006; Porrini et al. 2005)<br />
In verband met ziekten die zich meestal uiten in de zesde decade <strong>van</strong> het leven en later, is de<br />
<strong>impact</strong> <strong>van</strong> deze pre- en postnatale blootstellingen echter zeer moeilijk of zelfs onmogelijk te<br />
achterhalen. Naast het feit dat er waarschijnlijk gevoelige tijdsvensters bestaan, is het ook nog<br />
eens moeilijk om levenslange milieublootstellingen te kwantificeren. Lage lange termijn<br />
blootstellingen zijn moeilijker in te schatten dan hogere kortdurende blootstellingen, maar hun<br />
cumulatieve <strong>impact</strong> kan groter zijn (Barclay et al. 2005). Daarom wordt er in studies naar<br />
ouderdomsziekten ook vaak gebruik gemaakt <strong>van</strong> data rond beroepsblootstellingen, omdat<br />
2
deze blootstellingen duidelijker te linken zijn aan specifieke <strong>aandoeningen</strong> (Walter et al.<br />
2000). Dit heeft echter ook beperkingen omdat de hoogste beroepsblootstellingen zich<br />
situeren in de gezondste p<strong>op</strong>ulatie (‘healthy worker effect’) (o.a. Viaene et al. 2001).<br />
Bovendien bestaan er interacties tussen acute en <strong>chronische</strong> factoren onderling (Campbell<br />
2004) . Ook is het zo dat milieubelasting boven<strong>op</strong> andere belasting (zoals infecties, genetica,<br />
…) inwerkt, en er daardoor een kritische drempel overschreden kan worden, die dan tot ziekte<br />
kan leiden die zonder extra milieubelasting vermeden kon worden. Milieubelasting kan ook<br />
de symptomen <strong>van</strong> andere ziekten verergeren (Montnemery et al., 2003). Samengevat, er zijn<br />
verschillende kenmerken <strong>van</strong> de toxiciteit <strong>van</strong> milieublootstellingen (tijdsvensters <strong>van</strong> <strong>impact</strong>,<br />
kwantificeerbaarheid ,omgevings-gen-interacties, …) die het erg moeilijk maken om sterke<br />
en eenduidige verbanden te vinden tussen specifieke milieublootstellingen en specifieke<br />
<strong>chronische</strong> <strong>aandoeningen</strong>.<br />
Blootstelling <strong>op</strong> oudere leeftijd<br />
Alhoewel blootstellingen <strong>op</strong> oudere leeftijd globaal zeker minder belangrijk zijn dan deze in<br />
utero of tijdens de prille jeugd zijn er wel redenen om aan te nemen dat de intrinsieke<br />
gevoeligheid aan genotoxische kankerverwekkende stoffen toeneemt met de leeftijd.<br />
Inderdaad, met de leeftijd neemt het aantal voor carinogenese geïnitieerde cellen in ons<br />
lichaam toe, en waarschijnlijk berust deze initiatie in vele gevallen <strong>op</strong> een mutatie die de<br />
mutatiefrequentie <strong>op</strong>drijft. <strong>De</strong>ze mutatie zal meer frequent betrekking hebben <strong>op</strong> een gen dat<br />
betrokken is bij het herstel <strong>van</strong> exogene schade, omdat het uitschakelen <strong>van</strong> een gen<br />
betrokken bij het herstel <strong>van</strong> endogene schade dikwijls letaal zal zijn ( zie <strong>De</strong>man & <strong>van</strong><br />
Larebeke 2001).<br />
Belangrijkste ziektelast<br />
Wat ernstige ziekten betreft: onder de leeftijd <strong>van</strong> 75 jaar is kanker (alle kankers samen) de<br />
belangrijkste doodsoorzaak in de westerse wereld, vóór cardiovasculaire ziekten (Belpomme<br />
et al.2007; Clapp et al. 2006). Kanker heeft, in de USA in 1999 cardiovasculaire<br />
<strong>aandoeningen</strong> overtroffen als belangrijkste doodsoorzaak. Het aandeel dat verschillende<br />
ziektes hebben in doodsoorzaak en verlies aan levenskwaliteit is sterk leeftijdsafhankelijk.<br />
Tabel 1 geeft een overzicht <strong>van</strong> de ziektelast 1 per leeftijdscategorie. In deze lijst is “kanker”<br />
als geheel <strong>van</strong> verschillende soorten kankers echter niet in rekening gebracht.<br />
Tabel 1: T<strong>op</strong> vijf <strong>van</strong> ziekten die de meeste ziektelast a veroorzaken naar leeftijd .<br />
0-14 15-24 25-44 45-64 65-74 75+<br />
1 aangeboren Alcoholafhankelijkheid<br />
angststoorniss coronaire coronaire coronaire<br />
afwijkingen<br />
en<br />
hartziekten hartziekten<br />
hartziekten<br />
2 verstandelijke<br />
handicap<br />
angststoornissen<br />
depressie en<br />
dysthymie<br />
angststoornis<br />
sen<br />
beroerte<br />
beroerte<br />
1<br />
Ziektelast is uitgedrukt in DALY’s. <strong>De</strong>ze zijn gedefinieerd als de som <strong>van</strong> het aantal<br />
jaren verloren door vroegtijdige sterfte en het aantal jaren verlies aan kwaliteit <strong>van</strong> leven<br />
door het leven met een ziekte (zie Hoe staat het met onze gezondheid? voor verdere uitleg<br />
over de ziektelast).<br />
3
4 infecties lage<br />
luchtwegen<br />
depressie en<br />
dysthymie<br />
longkanker COPD dementie<br />
verkeersongevallen suïcide depressie longkanker COPD<br />
5 astma verstandelijke<br />
handicap<br />
3 privéongevallen<br />
Alcoholafhankelijkheid<br />
Verkeersongevallen<br />
diabetes diabetes diabetes<br />
2.Kanker<br />
2.1. Belang:<br />
<strong>De</strong> incidentie <strong>van</strong> kanker stijgt wereldwijd (Sasco 2007).<br />
<strong>De</strong>ze stijging is niet volledig uit te leggen, noch door verschillen in de effectiviteit waarmee<br />
en juiste diagnose gesteld wordt, noch door een verbetering <strong>van</strong> de registratie. Het dient ook<br />
benadrukt dat lang niet alle vormen <strong>van</strong> kanker in incidentie toenemen. Het is trouwens zo dat<br />
de geregistreerde incidentie <strong>van</strong> sommige vrij moeilijk te diagnosticeren vormen <strong>van</strong> kanker<br />
<strong>op</strong> vele plaatsen daalt, daar waar men dan eerder zou verwachten dat ze zou stijgen<br />
tengevolge <strong>van</strong> de verbetering <strong>van</strong> diagnostische methoden.Bovendien is ook de incidentie<br />
<strong>van</strong> kanker bij kinderen gestegen, daar waar de diagnose <strong>van</strong> kanker bij kinderen minder<br />
moeilijk is dan bij oude mensen. Inderdaad, de spontane evolutie <strong>van</strong> kanker bij kinderen lijdt<br />
tot een gezondheidstoestand die sterk contrasteert met de normale situatie, wat niet<br />
noodzakelijk het geval is bij oudere mensen. Sommige epidemiologen stellen dat de<br />
waargenomen stijging in de kankerincidentie te wijten is aan de ontdekking, middels<br />
vroegtijdige screening, <strong>van</strong> kleine tumoren die zich nooit zouden ontwikkeld hebben tot<br />
invasieve kankers. Dit wordt echter tegengesproken door de ervaring met<br />
prostaatkankerscreening. Door screening gedetecteerde prostaatkankers bleken dezelfde<br />
Gleason score te vertonen als niet-gescreende gevallen, er<strong>op</strong> wijzend dat gescreende en nietgescreende<br />
gevallen vermoedelijk een gelijkaardige hist<strong>op</strong>rognose hebben (Crawford, 2003).<br />
In de USA en in verschillende andere industriestaten bedraagt het levenslang risico <strong>op</strong> kanker<br />
voor mannen ongeveer 50% en voor vrouwen ongeveer 30%. In westerse landen is kanker nu<br />
de belangrijkste doodsoorzaak onder de leeftijd <strong>van</strong> 75 jaar (Belpomme et al. 2007; Clapp et<br />
al. 2006). Het kankerrisico is onder meer gestegen voor kinderen. Tijdens de laatste decennia<br />
tot het midden <strong>van</strong> de negentiger jaren is de incidentie <strong>van</strong> kanker bij kinderen in de USA met<br />
ongeveer 1% per jaar gestegen, terwijl dergelijke stijging met 1% per jaar zich in Eur<strong>op</strong>a ook<br />
nog doorzet tot in de meest recente gegevens (Steliarova-Foucher et al. 2004; Kaatsch et al.<br />
2006; Dreifaldt et al. 2004), en in Groot-Britannie zelfs 1.5% per jaar bedraagt. Ho<strong>op</strong>gevend<br />
is dat de kankerincidentie in de USA na 1992 lichtjes is gedaald. Tussen 1973 toen het<br />
National Cancer Institute <strong>van</strong> de USA zijn “Surveillance, Epidemiology, and End Results<br />
(SEER) program” <strong>op</strong>startte en 1992 steeg de incidentie <strong>van</strong> alle kankers met 32 % <strong>van</strong><br />
385/100.000 tot 510/100.000 om vervolgens te dalen tot 477/100.000 in het jaar 2000.In de<br />
USA steeg de naar leeftijd gestandaardiseerde incidentie, voor alle kankers samen, met 18,6%<br />
bij de mannen en 12,4% bij de vrouwen (1975-1979 vergeleken met 1987-1991) (<strong>De</strong>vesa et<br />
al., 1995). <strong>De</strong> incidentie <strong>van</strong> enkele kankers zoals maagkanker en cervixkanker daalt terwijl<br />
deze <strong>van</strong> borst-, prostaat-, testis-, colon-, long-, thyroid-en hersenkanker toeneemt alsmede<br />
deze <strong>van</strong> non-Hodgkin lymphoma’s (Sasco 2007). Het risico <strong>op</strong> kanker in het algemeen (som<br />
<strong>van</strong> alle kankers samen) stijgt met de leeftijd, en deze stijging is meer uitgesproken bij de man<br />
dan bij de vrouw. <strong>De</strong> incidentie <strong>van</strong> borstkanker is hoog <strong>van</strong>af de leeftijd <strong>van</strong> 40 jaar, deze<br />
<strong>van</strong> schildklierkanker <strong>van</strong>af 30 jaar, deze <strong>van</strong> het hodgkin lymfoom <strong>van</strong>af 20 jaar, deze <strong>van</strong><br />
longkanker stijgt sterk tot de leeftijd <strong>van</strong> 70 jaar, de incidentie <strong>van</strong> prostaatkanker,<br />
4
maagkanker en colorectale kanker stijgt zeer sterk met de leeftijd, de incidentie <strong>van</strong><br />
testiskanker piekt tussen de 30 en 35 jaar,deze <strong>van</strong> cervixkanker tussen de 35 en de 39 jaar en<br />
deze <strong>van</strong> kanker <strong>van</strong> het zenuwstelsel tussen de 75 en de 85 jaar (gegevens afgeleid <strong>van</strong> het<br />
verslag <strong>van</strong> het Belgisch Nationaal Kankerregister 1990-1992.)<br />
2.2. Interactie met erfelijke factoren<br />
Erfelijke factoren kunnen belangrijk zijn, maar zouden slechts verantwoordelijk zijn voor<br />
duidelijk minder dan 10% <strong>van</strong> de kankers zoals deze zich <strong>op</strong> heden voordoen (Lichtenstein et<br />
al. 2000; Czene et al. 2002). Het artikel <strong>van</strong> Lichtenstein et al. kreeg kritiek (zie N Engl J<br />
Med November 16), die voor een deel misverstandelijk is (er wordt verwezen naar de rol <strong>van</strong><br />
toevallige mutaties, maar deze kunnen uiteraard aan exogene factoren te wijten zijn), en voor<br />
een deel wijst <strong>op</strong> het feit dat de studie in feite niets zegt over <strong>milieufactoren</strong> in de enge zin<br />
<strong>van</strong> het woord. <strong>De</strong>ze kritiek werd weerlegd door de auteurs die stellen dat hun studie aantoont<br />
dat overerfbare factoren slechts een beperkt aandeel hebben (<strong>op</strong> het niveau <strong>van</strong> de p<strong>op</strong>ulatie)<br />
in de variatie <strong>van</strong> susceptibiliteit. Uiteraard gebruiken Lichtenstein en Czene de term<br />
“<strong>milieufactoren</strong>” voor het geheel <strong>van</strong> exogene invloeden.<br />
In het bijzonder de <strong>impact</strong> (<strong>op</strong> het geheel <strong>van</strong> de p<strong>op</strong>ulatie) <strong>van</strong> genen zoals BRCA (een gen<br />
betrokken bij het herstel <strong>van</strong> DNA waar<strong>van</strong> sommige polymorfismen (vormen) of mutaties<br />
het risico <strong>op</strong> borstkanker sterk doen toenemen) die rechtstreeks voorbestemmen tot het<br />
ontwikkelen <strong>van</strong> bepaalde types <strong>van</strong> kanker is zeer beperkt. Colorectal kanker bijvoorbeeld<br />
zou voor ongeveer 6% te wijten zijn aan herkenbare overerfbare “germline” mutaties (Jeter et<br />
al. 2006), ovariumkankers voor 5-10% (Salehi et al. 2008) .<br />
<strong>De</strong> BRCA1 en BRCA2 genen zijn belangrijke determinanten <strong>van</strong> het risico <strong>op</strong> borstkanker.<br />
In de bevolking <strong>van</strong> de USA bedroeg het cumulatieve risico <strong>op</strong> borstkanker <strong>op</strong> 70 jaar 0.46<br />
(95% CI, 0.39 to 0.54) in BRCA1 carriers en 0.43 (95% CI, 0.36 to 0.51) in BRCA2 carriers,<br />
terwijl het risico <strong>op</strong> ovarium kanker 0.39 (95% CI, 0.30 to 0.50) in BRCA1 carriers en 0.22<br />
(95% CI, 0.14 to 0.32) in BRCA2 carriers bedroeg ( Chen et al. 2006)). Maar de mate waarin<br />
dit het geval is hangt terug af <strong>van</strong> externe factoren. Zo is het risico voor draagsters <strong>van</strong> deze<br />
genen om <strong>op</strong> de leeftijd <strong>van</strong> 50 jaar reeds borstkanker gehad te hebben 24% voor personen<br />
geboren voor 1940 en 67% voor deze die na 1940 geboren werden (King et al. 2003). In<br />
Ijsland nam de cumulatieve incidentie <strong>van</strong> borstkanker <strong>op</strong> de leeftijd <strong>van</strong> 70 jaar toe <strong>van</strong><br />
18.6% (95% CI = 11.0% to 29.5%) in het jaar 1920 tot 71.9% (95% CI = 45.9% to 100%) in<br />
2002 (P < .001) (Tryggvadottir et al. 2006).<br />
Genen verantwoordelijk voor het metabolisme <strong>van</strong> exogene stoffen zouden wel een<br />
belangrijke rol spelen in het risico <strong>op</strong> longkanker (Miller &Fain 2003 ). Ook polymorfismen<br />
in DNA herstel genen, in het bijzonder in de “Nucleotide excision Pathway”, zouden door een<br />
verhogen <strong>van</strong> de gevoeligheid aan exogene mutagenen belangrijk kunnen zijn (Lin et al.<br />
2007). <strong>De</strong> “P<strong>op</strong>ulation attributable faction” <strong>van</strong> het geheel <strong>van</strong> familiale factoren wordt <strong>op</strong><br />
11% geschat voor borstkanker in Zweden (Hemminki et al. 2002a) en <strong>op</strong> 11.63% voor<br />
prostaatkanker in Zweden (Hemminki et al. 2002b). Op basis <strong>van</strong> geografische verschillen,<br />
<strong>van</strong> studies <strong>op</strong> migranten, <strong>van</strong> tijdstrends, <strong>van</strong> studies <strong>op</strong> ouders waar<strong>van</strong> een kind aan kanker<br />
leidt, <strong>van</strong> studies <strong>op</strong> het voorkomen in families en bij tweelingen kan gesteld worden dat vast<br />
staat dat de incidentie <strong>van</strong> kanker zoals wij die kennen in hoofdzaak te wijten is aan externe<br />
factoren.<br />
2.3. Milieufactoren, persoonlijke levenswijze en beroepsmatige blootstellingen die<br />
bijdragen tot het ontstaan <strong>van</strong> kanker<br />
5
Naarmate men meer gegevens verzamelt, wordt het duidelijk dat, éénmaal een genotoxsich<br />
agens toegang heeft tot een weefsel, de kans groot is dat het zal bijdragen tot het kankerrisico<br />
in dat weefsel. Zo bijvoorbeeld worden nu meer soorten kankers in verband gebracht met<br />
roken dan vroeger. Toch vertonen ook genotoxische agentia een zekere weefselspecificiteit,<br />
zei het in mindere mate dan kankerverwekkende of kankerbevorderende stoffen die<br />
uitsluitend of hoofdzakelijk inwerken via beïnvloeding <strong>van</strong> de genexpressie.<br />
Hieronder wordt een overzicht gegeven berustend <strong>op</strong> de studies <strong>van</strong> Clapp et al..2005 en<br />
2007. Beroepsmatige blootstellingen worden eveneens vermeld, niet omdat ze <strong>op</strong> zichzelf<br />
gelijk te stellen zijn aan milieublootstellingen, maar omdat vele blootstellingen in het<br />
leefmilieu, alhoewel minder intens, gelijkenissen kunnen vertonen met beroepsmatige<br />
blootstellingen. In dit overzicht worden alle blootstellingen vermeld die in functie <strong>van</strong> de<br />
bestaande gegevens duidelijk verdacht zijn <strong>op</strong> kankerverwekkende eigenschappen. Er werd<br />
evenwel geen poging ondernomen om voor elk agens of elke blootstelling het geheel <strong>van</strong> de<br />
bestaande gegevens te verzamelen en te evalueren, dit zou een kolossale hoeveelheid werk<br />
vragen. <strong>De</strong> meeste <strong>van</strong> de vernoemde blootstellingen zullen ongetwijfeld later definitief als in<br />
enige mate kankerverwekkend beschouwd worden, maar sommige <strong>van</strong> deze agentia zullen<br />
later mogelijks uit de lijst geschrapt worden. Inderdaad, men weet dat een belangrijk<br />
percentage (grootte-orde: 10%) <strong>van</strong> niet polymere scheikundige stoffen in zekere mate<br />
kankerverwekkende eigenschappen hebben. Dierproeven met 127 niet-verdachte<br />
scheikundige stoffen die aan een onderzoek onderworpen werden, omdat ze in zeer grote<br />
hoeveelheden geproduceerd werden en/of omdat er een belangrijke blootstelling aan bestond,<br />
toonden aan dat 26 (20 %) <strong>van</strong> deze stoffen carcinogeen waren (Huff, 1993). Vals negatieve<br />
epidemiologische studies inzake kankerincidentie zijn veel frequenter dan vals positive. Dit<br />
onder meer omdat epidemiologische studies slechts zelden toelaten risico factoren leidend tot<br />
relatieve risico's kleiner dan 1,5 à 2 te detecteren (Ehrenberg et al., 1996); omdat negatieve<br />
“confounding” zeer frequent is (denk aan de hoge inwendige blootstelling bij oudere<br />
volwassenen in Peer); omdat in studies waarin naar een dosis-antwoord verband wordt<br />
gezocht, onnauwkeurigheden in het bepalen <strong>van</strong> de blootstelling (en deze zijn legio) zullen<br />
leiden tot een onderschatting <strong>van</strong> de stijging <strong>van</strong> het risico (Freudenheim & Marshall, 1988);<br />
omdat peri-natale blootstellingen zeer belangrijk zijn maar niet gemakkelijk in rekening<br />
kunnen gebracht worden. Evenwel blijft de mogelijkheid <strong>van</strong> een vals positieve studie<br />
uiteraard bestaan. Het dient ook duidelijk gesteld dat zeker niet alle vermelde agentia<br />
krachtige carcinogene eigenschappen hebben. Sommige <strong>van</strong> de vermelde agentia zullen<br />
wellicht slechts zwakke carcinogene of kankerbevorderende eigenschappen hebben, die<br />
echter, samen met tal <strong>van</strong> andere invloeden, toch tot het totale kankerrisico kunnen bijdragen.<br />
<strong>De</strong> hieronder weergegeven lijst geeft echter een beeld <strong>van</strong> de veelheid <strong>van</strong> agentia en toont<br />
ook dat sommige blootstellingen vermoedelijk een rol spelen in meerdere vormen <strong>van</strong> kanker.<br />
Zoals uit experimenteel onderzoek blijkt dat zeer vele stoffen in mindere of meerdere mate<br />
kankerverwekkende eigenschappen vertonen, blijkt uit onderstaande lijsten dat een zeer groot<br />
aantal blootstellingen <strong>van</strong> zeer verscheiden aard het risico <strong>op</strong> kanker doen toenemen.<br />
Onderstaande lijst berust in essentie <strong>op</strong> epidemiologische waarnemingen, vooral betreffende<br />
beroepsbloostellingen. <strong>De</strong> rele<strong>van</strong>tie voor milieublootstelling is nochtans groot, omdat<br />
enerzijds er voor genotoxische agentia geen kritische dosis is waaronder geen mutageen effect<br />
<strong>op</strong>treedt, en anderzijds ook vele receptorbindende epigenetische carcinogenen<br />
(tumorpromotors) actief kunnen zijn bij blootstellingen <strong>van</strong> zeer lage intensiteit (zie N. <strong>van</strong><br />
Larebeke, 2004 MIRA rapport: ”Gezondheidseffecten <strong>van</strong> blootstelling aan<br />
omgevingsconcentraties <strong>van</strong> mutagene of hormoonverstorende agentia”). In vele gevallen,<br />
althans met betrekking tot mutagene of receptorbindende stoffen, zullen ook blootstellingen<br />
<strong>van</strong> zeer lage intensiteit het kankerrisico doen toenemen, althans bij levenslange blootstelling<br />
6
en zeker wanneer die aan<strong>van</strong>gt in utero, zij het dan <strong>op</strong> een wijze die in de praktijk moeilijk<br />
epidemiologisch kan vastgesteld worden.<br />
7
2.3.1. Per soort kanker (grotendeels naar Clapp et al., 2005 en 2007)<br />
2.3.1.1. Blaaskanker:<br />
Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />
blaaskanker veroorzaken<br />
Arsenicum (Clapp et al. 2005)<br />
Tabaksrook (Clapp et al. 2005)<br />
Nevenproducten die ontstaan bij de chlorinatie <strong>van</strong> drinkwater. <strong>De</strong> evidentie hiervoor is de<br />
laatste jaren nog toegenomen en een verdubbeling <strong>van</strong> het risico werd waargenomen bij<br />
een blootstelling langer dan 30 jaar (Morris 1995b;Clapp et al. 2005; Clapp et al..<br />
2007;Villanueva et al. 2006).<br />
Aromatische amines (arylamines) waaronder 2-naphthylamine, benzidine, chlornaphazine, het<br />
productieproces <strong>van</strong> auramine en <strong>van</strong> magenta kleurstof, O-toluidine, aniline (Clapp et<br />
al. 2005; Clapp et al. 2007).<br />
Procédés aangewend in de rubber industrie (Clapp et al. 2005)<br />
Vloeistoffen gebruikt in de metaalverwerking (Clapp et al. 2007)<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijk blaaskanker veroorzaken:<br />
Cadmium (met een odds ratio <strong>op</strong>l<strong>op</strong>end tot 5.7 (Kellen et al., 2007b)<br />
Tetrachloroethyleen, trichloroethyleen (OR 1.54 voor middelmatige blootstelling, 1.98 voor<br />
intense blootstelling (Zhao et al. 2005) en andere solventen (Clapp et al. 2005; Clapp et<br />
al. 2007)<br />
Kleurstoffen gebruikt voor het kleuren <strong>van</strong> het haar (Clapp et al. 2005)<br />
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen en hun nitroderivaten (Clapp et al. 2005; Clapp<br />
et al. 2007)<br />
Uitlaatgassen <strong>van</strong> dieselmotoren (Clapp et al. 2007)<br />
Koolteer (Clapp et al. 2005)<br />
Stof <strong>van</strong> leder (Clapp et al. 2005)<br />
Verven (Clapp et al. 2007)<br />
Minerale oliën (Clapp et al. 2005)<br />
Mogelijks zijn er interacties tussen roken enerzijds en blootstelling aan respectievelijk<br />
aromatische aminen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen, diesel uitlaatgassen<br />
en metabole genetische polymorfismen anderzijds( Kellen et al. 2007a).<br />
Beroepsmatige blootstellingen in de textiel en aluminium industrieën en aan silica en aan<br />
electromagnetische velden (Band et al., 2005).<br />
Beroepsmatige blootstellingen in de olie industrie ( Baena et al. 2006; Lynge et al. 2006)<br />
2.3.1.2. Beenderkanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />
beenderkanker veroorzaken<br />
Ioniserende straling<br />
2.3.1.3. Kanker <strong>van</strong> de hersenen en het centraal zenuwstelsel in het algemeen<br />
Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />
kanker veroorzaken <strong>van</strong> het centraal zenuwstelsel:<br />
Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />
8
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks kanker veroorzaken <strong>van</strong> het<br />
centraal zenuwstelsel:<br />
Extreem lage frequentie niet-ioniserende elektromagnetische straling (Clapp et al. 2007)<br />
Lood, arsenicum, kwik (zwakke evidentie) (Clapp et al. 2007)<br />
Solventen waaronder benzeen, tolueen, xyleen,methyleenchloride (Clapp et al. 2007)<br />
Verven en inkten (mogelijks) (Clapp et al. 2007)<br />
Vrouwen die haarverf producten gebruiken :glioma OR= 1.7 (Clapp et al. 2005; Heineman<br />
2005)<br />
Niet-ioniserende straling <strong>van</strong> het type radiofrequentie (GSM) (met OR <strong>op</strong>l<strong>op</strong>end tot 2.6 voor<br />
analoge telefoons) (Hardell et al. 2006 a en b).<br />
Sommige pesticiden: beroepshalve blootstelling was geassocieerd aan een SIR= 1.85)<br />
(Ala<strong>van</strong>ja et al., 2005). Carbamaten (Carreon et al. 2005) en bufencarb, chlorpyrifos,<br />
coumaphos, metribuzin en paraquat worden als risicofactoren vernoemd (Lee et al.<br />
2005)<br />
Met nitriet behandeld vlees (vooral dan bij kinderen na blootstelling in utero) (Clapp et al.<br />
2005; Clapp et al. 2007)<br />
Nitrieten in drinkwater (Mueller et al. 2004). Ward et al. (2005) vonden geen duidelijke<br />
aanwijzingen voor een rol <strong>van</strong> nitraat en nitriet.<br />
PCBs (Ruder et al. 2006).<br />
Blootstellingen die <strong>op</strong>treden in laboratoria, rubber industrie,verf en plastiek industrie, metaal<br />
industrie, wol en textiel industrie, petroleum rafinaderijen (Clapp et al. 2005), en<br />
misschien ook productie <strong>van</strong> computers en semiconductoren (Clapp et al. 2007 ;<br />
Nichols et al. 2005; Beall et al. 2005; Bender et al. 2007) en bij de brandweer (Bates et<br />
al. 2007).<br />
2.3.1.4. Borstkanker<br />
In de USA nam de incidentie <strong>van</strong> borstkanker toe met 43% <strong>van</strong> 99/100.000 in 1973 tot<br />
141/100.000 in 1998 en verminderde dan tot 135/100.000 in het jaar 2000.Voor blanke<br />
vrouwen in de USA bedroeg de incidentie in het jaar 2000 142/100.000.<br />
Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />
borstkanker veroorzaken<br />
Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />
Diethylstilboestrol (DES): dochters <strong>van</strong> vrouwen die DES namen tijdens hun zwangerschap<br />
hebben meer dan tweemaal zoveel risico <strong>op</strong> borstekanker (Breast Cancer Fund and<br />
Breast Cancer Action 2004)<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks borstkanker veroorzaken:<br />
Xenooestrogenen (waaronder bisphenol A, sommige pesticiden, ftalaten). Dit inzicht berust<br />
<strong>op</strong> in vitro experimenten dierproeven en biomonitoring bij de mens (Ibarluzea et al.<br />
2004). <strong>De</strong> dierproeven <strong>van</strong> Soto et al. 2008 wijzen <strong>op</strong> een stijgen <strong>van</strong> het risico <strong>op</strong><br />
borstkanker tengevolge <strong>van</strong> blootstelling aan bisphenol A bij concentraties zoals die bij<br />
de mens voorkomen.<br />
Styreen (Brody et al.2003)<br />
Solventen, waaronder, benzeen, carbon tetrachloride en mogelijks ethyleen glycol methyl<br />
ether (Clapp et al. 2005).<br />
Formaldehyde (Brody et al. 2003)<br />
Sommige pesticiden (Clapp et al. 2005) waaronder DDT en DDE; blootstelling aan DDT voor<br />
de leeftijd <strong>van</strong> 14 jaar zou gepaard gaan met een tot vijfmaal verhoogd risico voor de<br />
9
meest blootgestelden (Cohn et al. 2007). Vrouwen <strong>van</strong> mannen die werken met 2,4,5-<br />
trichlor<strong>op</strong>henoxypr<strong>op</strong>ionic acid of met het fungicide Captan vertoonden een significante<br />
stijging <strong>van</strong> het risico <strong>op</strong> borstkanker (RR=2,0 en 2,7 respectievelijk) (Engel et al.<br />
2005).Andere pesticiden waarvoor enige epidemiologische aanwijzing bestaat dat ze het<br />
borstkankerrisico kunnen <strong>op</strong>drijven: Triazine herbiciden, dieldrin, chlordaan, aldrin,<br />
lindaan, chlorpyrifos, dichlorvos, terbufos, heptachlor epoxide (metaboliet <strong>van</strong> het<br />
insecticide heptachlor), diazinon en malathion (Clapp et al. 2005; Clapp et al. 2007;<br />
Teitelbaum et al. 2007). Vrouwen met borstkanker vertoonden in hun lichaamsvet<br />
hogere concentraties <strong>van</strong> xeno-oestrogenen en in het bijzonder <strong>van</strong> aldrin en lindane<br />
(Ibarluzea et al. 2004).<br />
Environmentele tabaksrook (Californian EPA 2005; Clapp et al. 2005; Miller et al. 2007)<br />
PCBs: vrouwen met een polymorfisme in het CYP1A1 gen vertonen een verhoogd risico <strong>op</strong><br />
borstkanker bij blootstelling aan PCBs (Brody et al. 2007)<br />
Hexachlorobenzeen (Breast Cancer Fund and Breast Cancer Action 2005;.Clapp et al. 2005)<br />
Hexachlorocyclohexaan (lindaan) (Breast Cancer Fund and Breast Cancer Action 2005; Clapp<br />
et al. 2005)<br />
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (Clapp et al. 2005).Een hogere blootstelling aan<br />
PAKs in termen <strong>van</strong> “total suspended particulate” <strong>op</strong> het geboorte adres bleek<br />
geassocieerd met een niet-significante verhoging <strong>van</strong> het borstkanker risico bij<br />
postmen<strong>op</strong>ausale vrouwen (OR= 2.42) (Bonner et al. 2005)<br />
Dioxines (Clapp et al. 2005)<br />
Reactive scheikundige stoffen, waaronder ethylene oxide (Blair et al. 1997; Clapp et al. 2005)<br />
Er bestaan beperkte aanwijzingen voor het <strong>op</strong>drijven <strong>van</strong> het risico <strong>op</strong> borstkanker door:<br />
Niet-ioniserende electromagnetische straling (niet duidelijk). Een niet significante verhoging<br />
met 16% werd gerapporteerd (McElroy et al. 2007)<br />
Zeranol:een niet steridale groeipromotor met oestrogene activiteit (Breast Cancer Fund and<br />
Breast Cancer Action 2005;.Clapp et al. 2005)<br />
Zonnecrème ingrediënten (Breast Cancer Fund and Breast Cancer Action 2005;.Clapp et al.<br />
2005). Het enige dat met absolute zekerheid kan worden gezegd over het gebruik <strong>van</strong><br />
zonnecrème is dat het ons beschermt tegen zonnebrand. Voor de rest voorkomt<br />
zonnecrème waarschijnlijk plaveisel-cel carcinomen <strong>van</strong> de huid, maar het is niet zeker<br />
dat zonnecrème ook beschermt tegen de inductie <strong>van</strong> carcinomen <strong>van</strong> het basaal-cel type<br />
en tegen de inductie <strong>van</strong> melanomen. Omdat zonnecrème, zowel bij proefdieren als bij<br />
de mens, bescherming biedt tegen de inductie <strong>van</strong> mutaties in de huidcellen kan wel<br />
vermoed worden dat zonnecrème toch enige bescherming bied tegen huidkankers in het<br />
algemeen, maar dit kon dus epidemiologisch niet bewezen worden. Helaas staat ook vast<br />
dat sommige zonnecrèmebestanddelen ook hormoonverstorend kunnen werken, maar<br />
het is weinig waarschijnlijk dat dit effect belangrijk is en het lijkt zeer waarschijnlijk dat<br />
de positieve effecten <strong>van</strong> zonnecrème (het verminderen <strong>van</strong> het aantal mutaties) de<br />
negatieve effecten <strong>van</strong> de hormoonverstoring duidelijk overtreffen. Zonnecrème mag<br />
niet de eerste keus zijn als preventiemiddel tegen huidkanker en het mag niet als enige<br />
middel gebruikt worden tegen de zon. Bescherming tegen UV-straling bekomt men in<br />
de eerste plaats door de huid te bedekken met kledij. <strong>De</strong> toegenomen ongerustheid<br />
betreffende de blootstelling aan de zon heeft ondertussen geleid tot het bepalen <strong>van</strong> de<br />
UV beschermingsfactor (UPF) <strong>van</strong> textiel. Nationale stralingslaboratoria in Australië en<br />
het Verenigd Koninkrijk hebben de UPFs <strong>van</strong> verschillende duizende zomerkleren<br />
bepaald. Bijna 90% heeft UPF>10en voorziet dus in een bescherming die equivalent is<br />
aan die <strong>van</strong> een zonnecrème met ‘sun protection factor’ (SPF) 30 of hoger. 80% heeft<br />
10
een UPF>15 en geeft volledige bescherming tegen de zon.Adequate bescherming tegen<br />
de zon is het belangrijkst gedurende de kindertijd. Kinderen moeten in de eerste plaats<br />
met kleding tegen de zon beschermd worden, en daarnaast ook met zonnecrème.<br />
Cosmetica die oestrogenen en/of xeno-oestrogenen bevatten: Dono<strong>van</strong> et al. (2006) trekken<br />
de aandacht <strong>op</strong> dit probleem dat <strong>van</strong> bijzonder belang zou kunnen zijn voor Afro-<br />
Amerikaanse vrouwen. Hierover is weinig bekend.<br />
Beroepsblootstellingen als cabinepersoneel in de luchtvaart (Tokumaru et al. 2006)en als<br />
verpleegster (Lie et al. 2007)<br />
2.3.1.5. Baarmoederhalskanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen mogelijks baarmoederhalskanker veroorzaken<br />
Solventen waaronder Trichloroeyhyleen en tetrachloroethyleen (Clapp et al. 2005)<br />
2.3.1.6. Colonkanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen mogelijks colonkanker veroorzaken<br />
Nevenproducten die ontstaan bij de chlorinatie <strong>van</strong> drinkwater (Clapp et al. 2005)<br />
Xylene en toluene (Lynge et al. 1997)<br />
Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />
Pesticiden, in het bijzonder het herbicide dicamba (met een RR <strong>op</strong>l<strong>op</strong>end tot 3.29) (Samanic<br />
et al. 2006)<br />
Kleurstoffen: blootstelling gedurende minstens 20 jaar was geassoiceerd aan een Hazard ratio<br />
<strong>van</strong> 3.9 (<strong>De</strong> Roos et al. 2005)<br />
Hydrazine (een bestandeel <strong>van</strong> raketbrandstof): geobserveerde RR= 2.2 bij “aerospace”<br />
arbeiders (Ritz et al. 2006).<br />
2.3.1.7. Slokdarmkanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen mogelijks slokdarmkanker veroorzaken<br />
Solventen, waaronder tetrachloroethyleen (Clapp et al. 2005) (Een Scandinavische studie<br />
(Lynge et al. 2006) vond echter geen verhoogd risico)<br />
Droogkuis en ververijen (Clapp et al. 2005)<br />
Olieën gebruikt bij metaalbewerking (Clapp et al. 2005; Tolbert PE 1997).<br />
Minerale olie (Tolbert 1997)<br />
Verbrandingsproducten; Californische brandweerlui hebben een verhoogd risico (Bates et al.<br />
2007)<br />
Silica stof: hazard ratio 15,8 (Wernli et al. 2006)<br />
Blootstelling aan las-stof, lood dampen en staal: Hazard ratio 3,7 (Wernli et al. 2006)<br />
2.3.1.8. Hodgkin’s disease<br />
Volgende agentia of procédés kunnen mogelijks of wellicht de ziekte <strong>van</strong> Hodgkin<br />
veroorzaken<br />
Solventen waaronder trichloorethyleen en benzeen (Lynge et al. 1997; Wartenber et al. 2000;<br />
Clapp et al., 2005)<br />
11
Werken in droogkuis en wasserijen (Miligi et al. 1999; Wartenberg et al. 2000)<br />
Pesticiden waaronder phenoxy zuur herbiciden, chlor<strong>op</strong>henolen, DDT (Clapp et al., 2005)<br />
Houtnijverheid (McCunney 1999)<br />
2.3.1.9. Nierkanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen mogelijks of wellicht nierkanker veroorzaken<br />
Metalen, waaronder arsenic, cadmium en lood (Clapp et al. 2005)<br />
Solventen waaronder trichloroethyleen (Boice et al. 2006); blootgestelde arbeiders<br />
vertoonden een RR= 4,90 met een significant dosis-effect verband (Zhao et al. 2005)<br />
Wasserijen en droogkuis, in het bijzonder blootstelling aan tetrachloroethylene (Lynge et al.<br />
1997; Clapp et al. 2005)<br />
Diezel brandstof (Clapp et al. 2005)<br />
Pesticiden en Wilm’s tumor (bij kinderen) (Clapp et al. 2007)<br />
Pentachlor<strong>op</strong>henol (<strong>De</strong>mers et al. 2006)<br />
Vaderlijk beroep als lasser of mechanicien en Wilm’s tumor (bij kinderen) (Clapp et al.<br />
2005).<br />
Blootstellingen in de computerindustrie (Clapp et al. 2007)- en voedingsindustrieën<br />
(Laakkonen et al. 2006).<br />
2.3.1.10. Larynxkanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />
larynxkanker veroorzaken<br />
Olieën gebruikt bij metaalbewerking (Clapp et al. 2005)<br />
Asbest (OR=1.9) (Purdue et al. 2006; Clapp et al. 2005)<br />
Volgende agentia of procédés kunnen mogelijks of wellicht larynxkanker veroorzaken<br />
Beroepsblootstellingen aan<br />
Houtstof (Clapp et al. 2005)<br />
Kolenstof (OR=6,53) (Shangina et al. 2006)<br />
Stof <strong>van</strong> harde legeringen (OR=2.23) (Shangina et al. 2006)<br />
Gechlorineerde koolwaterstoffen (OR=2,18) (Shangina et al. 2006)<br />
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (OR=,20) (Becher et al. 2005)<br />
Graanstof (Laakkonen et al. 2006)<br />
Reactieve stoffen zoals zwavelzuur (Blair et al. 1997)<br />
Rubbernijverheid (Clapp et al. 2005)<br />
Productie <strong>van</strong> mosterdgas, nikkelrafinage,de “sterk zuur” procedure in de productie <strong>van</strong><br />
is<strong>op</strong>r<strong>op</strong>ylalcohol en blootstelling aan diethyl sulfaat in de productie <strong>van</strong> ethanol (Clapp<br />
et al. 2005).<br />
2.3.1.11. Leukemie<br />
Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />
leukemie veroorzaken<br />
Benzeen: per ppm-jaar beroepsblootstelling werd een verhoging <strong>van</strong> 10% in het risico <strong>op</strong><br />
leukemie waargenomen (Glass et al. 2006); blootstellingberoepsmatige blootstelling aan<br />
meer dan 8 ppm-jaren : OR= 7.17 voor acute niet-lymfocytaire leukemie, terwijl voor<br />
<strong>chronische</strong> lymfoiede leukemie een OR= 4.52 werd vastgesteld (Glass et al. 2006).<br />
12
Ioniserende straling: kinderen (leeftijd 0-9 jaar) in de nabijheid <strong>van</strong> nucleaire installaties<br />
vertoonden een toename <strong>van</strong> 14 tot 21% en voor de leeftijdscategorie 0-25 jaar was dit<br />
7%-10% (meta-analyse <strong>van</strong> Baker & Hoel 2007).<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks leukemie veroorzaken<br />
Andere solventen waaronder trichloroethyleen (Clapp et al. 2005; Alexander et al. 2006).<br />
Rubber industrie (Clapp et al. 2005)<br />
Vaderlijke blootstelling aan solventen waaronder benzeen, koolstof tetrachloride,<br />
Trichloorethyleen, en aan verven en pigmenten en leukemie bij kinderen (Clapp et al.<br />
2005).<br />
Reactieve stoffen waaronder butadieen (Blair et al. 1997) (ook onafhankelijk <strong>van</strong> andere<br />
industriële blootstellingen (Graff et al. 2005; Cheng et al. 2007),<br />
dimethyldithiocarbamate (Graff et al. 2005) en ethyleen oxide (Clapp et al. 2005).<br />
Niet ioniserende straling (Clapp et al. 2005) (zowel extreem laagfrequent als radiofrequent);<br />
EMF gemeten in de slaapkamer <strong>van</strong> kinderen was geassocieerd aan een OR= 2.6 voor<br />
AML en ALL samengenomen en een OR <strong>van</strong> 4,7 voor ALL alleen ( Kabuto et al. 2006).<br />
Petroleum industrie (beroepsblootstelling) (Clapp et al. 2005)<br />
Pesticiden waaronder carbon disulfide, phosphine, methyl bromide en DDT (Clapp et al.<br />
2005).Landbouwarbeiders blootgesteld aan het pesticide mancozeb: OR= 2,35 (Mills et<br />
al. 2005). Landbouwarbeiders blootgesteld aan het pesticide toxaphene:OR=2,20 (Mills<br />
et al. 2005). Pesticide toepassers: organochlotrine pesticides (Purdue et al. 2006)<br />
waaronder aldrin, chlordane en heptachlor (RR=2), DDT, dieldrin, toxaphene,<br />
heptachlor en lindane (RR=2). Blootstelling aan de organofosfaat fonofos leidde tot een<br />
RR=2.67 (Mahajan et al. 2006). Intens gebruik <strong>van</strong> simazine (RR=1,21) en methyl<br />
bromide (RR= 1.16) (Reynolds et al. 2005).<br />
Haarverven (zwarte haarverven): 90% toename in het risico (Miligi et al.2005).<br />
Metalen (tungsten en arseen): vermoeden <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> geografische clustering in associatie<br />
met blootstelling aan deze metalen (Rubin et al. 2007)<br />
Dioxine: vermoeden <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> geografische clustering in associatie met blootstelling (Read<br />
et al. 2007)<br />
2.3.1.12. Lever en galwegen kanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />
leverkanker veroorzaken<br />
Ioniserende stralingn(Clapp et al. 2005)<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks kanker <strong>van</strong> lever en galwegen<br />
veroorzaken<br />
Arsenicum (Clapp et al. 2005)<br />
Solventen waaronder trichloroethylene (Lynge et al. 1997; Clapp et al. 2005)<br />
Methylene chloride (Lynge et al. 1997; Clapp et al. 2005)<br />
Reactieve agentia waaronder vinyl chloride (Clapp et al. 2005)<br />
PCBs (Clapp et al. 2005). Bevestigd door recente studies die een SMR <strong>van</strong> 2,11 vermelden<br />
(Prince et al. 2006a en 2006b)<br />
2.3.1.13. Longkanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />
longkanker veroorzaken<br />
13
Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />
Radon (ook bij concentraties zoals die in huizen voorkomen (Krewski et al. 2006).<br />
Reactieve stoffen waaronder Bis(chloromethyl) ether(BCME) en chloromethyl methyl ether<br />
(CMME) en mosterd gas (Clapp et al. 2005).<br />
Environmentele tabaksrook (Clapp et al. 2005). Levenslang niet rokende vrouwen hebben een<br />
toename met 24% <strong>van</strong> hun longkankerrisico indien hun man roker is (Hackshaw 1998).<br />
Luchtpollutie (waaronder deze met Fijn stof). Waargenomen verhogingen <strong>van</strong> het risico l<strong>op</strong>en<br />
<strong>op</strong> tot 83% (Edwards et al. 2006); wonen nabij een weg met druk verkeer was<br />
geassocieerd met een toename <strong>van</strong> 46% in de incidentie <strong>van</strong> longkanker (Vineis et al.<br />
2006). Een toename met 10 ppb NO2 zou geasocieerd zijn aan een toename met 14% in<br />
de incidentie <strong>van</strong> longkanker.<br />
Binnenshuisluchtpollutie (verwarming en koken met kolen,blootstelling aan koolstof, olie<br />
gebruikt voor het koken) (Zhao et al. 2006).<br />
Diesel uitlaatgassen (Clapp et al. 2005)<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks longkanker veroorzaken<br />
Metalen:<br />
Arseen, (zowel via blootstelling doorheen stof als via drinkwater); ook via arsenic<br />
houdende pesticiden (Clapp et al. 2005)<br />
Beryllium: (Hayes 1997; Siemiatycki et al. 2004; Clapp et al.2005);<br />
Cadmium: in Vlaanderen bleken zowel environmentele blootstelling als inwendige<br />
blootstelling aan cadmium significant geassocieerd aan een stijging <strong>van</strong> het risico<br />
<strong>op</strong> longkanker. Het globaal kankerrisico was <strong>op</strong> significante wijze geassocieerd met<br />
een verdubbeling <strong>van</strong> de 24-uurs urinaire excretie <strong>van</strong> (hazard ratio 1.31 [95% CI<br />
1.03-1.65], p=0.026. <strong>De</strong> “p<strong>op</strong>ulation-attributable risk” voor long kanker bedroeg<br />
67% (95% CI 33-101) in de streek met hoge blootstelling, te vergelijken met deze<br />
voor roken die 73% (38-108) bedroeg. Voor long kanker bedroeg de “ adjusted<br />
hazard ratio” 1.70 (1.13-2.57, p=0.011) voor een verdubbeling <strong>van</strong> de 24-uurs<br />
urinaire cadmium excretie, 4.17 (1.21-14.4, p=0.024) voor residentie in de streek<br />
met hoge blootstelling vergeleken met de streek met lage blootstelling, en 1.57<br />
(1.11-2.24, p=0.012) voor een verdubbeling <strong>van</strong> de cadmium concentratie in de<br />
bodem. <strong>De</strong> cadmium concentratie in de bodem varieerde <strong>van</strong> 0.8 mg/kg tot 17.0<br />
mg/kg. Bij de start <strong>van</strong> de studie bedroeg de geometrisch gemiddelde urinaire<br />
cadmium excretie 12.3 nmol/day voor bewoners <strong>van</strong> de streek met hoge<br />
blootstelling, tegen 7.7 nmol/day voor de bewoners <strong>van</strong> de streek met lage<br />
blootstelling (p
toepassers significant geasocieerd met een gestegen risico. Een blootstelling aan<br />
metachlor bleek geassocieerd aan een , weliswaar niet significant, gestegen<br />
risico(RR=2,37) (Rusiecki et al. 2006). Een intense blootstelling aan dicamba bleek<br />
geassocieerd aan een verdubbeling <strong>van</strong> het longkanker risico (Samanic et al. 2006)<br />
Olieën gebruikt bij metaalbewerking (Clapp et al. 2005)<br />
Natuurlijke Vezels: silica houtstof, alle soorten asbest (Clapp et al. 2005)<br />
Man-made fibers (glas wol, rotswol en ceramische vezels): de evidentie is wel minder<br />
duidelijk dan voor natuurlijke vezels (Clapp et al. 2005)<br />
Minerale olieën (RR=2) (Zhao et al. 2005)<br />
Hydrazine (RR=2,5) (Ritz et al. 2006).<br />
Ozon. Ozon kan, bij concentraties beneden actuele normen, DNA breuken en oxidatieve<br />
schade aan DNA veroorzaken bij cellen in vitro (Cheng et al. 2003). Blootstelling aan<br />
omgevingslucht met hogere concentraties aan ozon bleek geassocieerd aan een<br />
verhoging <strong>van</strong> het aantal micronuclei in cellen <strong>van</strong> het mondslijmvlies <strong>van</strong> studenten<br />
(Chen et al.2006). Ozon bleek carcinogeen bij B6C3F1 muizen (Boorman et al. 1995;<br />
Herbert et al. 1996) maar niet bij vrouwelijke A/J muizen (Witschi et al.1999) noch bij<br />
Fischer 344/N ratten (Boorman et al.1995). Het National Toxicology Program <strong>van</strong> de<br />
USA vond zwakke carcinogene effecten bij B6C3F1 muizen en inductie <strong>van</strong><br />
precarcinogene letsels bij F344/N ratten.<br />
2.3.1.14. Mesothelioma<br />
Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />
mesothelioma veroorzaken<br />
Asbest (Clapp et al. 2005).<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks mesothelioma veroorzaken<br />
“Multi-wall carbon nanotubes”; veroorzaken mesothelioma’s na intraperitoneale toediening<br />
bij muizen (Takagi et al. 2008)<br />
Man-made mineral Fibers (Ellouk et al.1994). Na intraperitoneale toediening bij ratten bleken<br />
alle ratten die 10 mg of silicon carbide whisker kregen peritoneaal mesothelioma te<br />
ontwikkelen binnen het jaar.Na twee jaar was de cumulatieve incidentie <strong>van</strong> peritoneaal<br />
mesothelioma 85% voor 10 mg UICC chrysotile B asbest, 77% voor 10 mg “potassium<br />
titanate whisker”, 70% voor 5 mg “silicon carbide whisker”, 20% voor 5 mg potassium<br />
titanate whisker, 20% voor 20 mg “refractory fiber 2” en 10% voor 20 mg “refractory<br />
fiber 1”.Het carcinogeen vermogen <strong>van</strong> deze vezels varieerde <strong>van</strong> een factor 2,4 voor<br />
“silicon carbide whisker” tot 0.23 voor “potassium titanate whisker” in vergelijking met<br />
de positieve controle, het UICC chrysotile B asbest (Adachi et al. 2001). Keramische<br />
vezels (RCF1) bleken na blootstelling doorheen de ademhaling pleurale mesothelioma’s<br />
te verwekken bij hamsters maar niet bij ratten (Rutten et al. 1994).<br />
2.3.1.15. Multiple Myeloma<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks Multiple Myeloma veroorzaken<br />
Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />
Solventen waaronder1,1,1 trichloroethane (Lynge et al. 1997). Dit kon niet bevestigd worden<br />
door Alexander et al. (2006).<br />
Benzeen (RR=2,13) (Infante, 2006).<br />
15
Pesticiden waaronder deze gecontamineerd met dioxines; Pesticide toepassers <strong>van</strong> glyphosate<br />
(Round-up) vertoonden een RR tot 4,4 (<strong>De</strong> Roos et al. 2005).<br />
Haarverven (Clapp et al. 2005).<br />
Pentachlor<strong>op</strong>henol (bij arbeiders in houtzagerijen): viervoudige stijging <strong>van</strong> het risico<br />
(<strong>De</strong>mers et al. 2006)<br />
PCBs (SMR=2,11) (Prince et al. 2006 a en b)<br />
1,3 buradieen blootstelling bij arbeiders in de syntheytische rubber industrie(Graff et al.<br />
2005).<br />
Beroepsblootstellingen in de landbouw (OR=10,4), arbeiders in veeteelt,<br />
onderhoudsarbeidsters, bouwvakkers (OR tot 4,7), dokwerkers en transportarbeiders<br />
(OR tot 8,1) (Mester et al. 2006).<br />
Diezel uitlaatgassen (Lee et al. 2003)<br />
2.3.1.16. Kanker <strong>van</strong> neus en nas<strong>op</strong>harynx<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks Kanker <strong>van</strong> neus en nas<strong>op</strong>harynx<br />
veroorzaken<br />
Metalen:chromium is een sterke risicofactor voor deze kankers (Clapp et al. 2005).<br />
Nickel (Arbeiders in Nickel rafinage vertonen SMR=870 (Grimsrud & Peto 2006))<br />
Benzeen (Lynge et al. 1997)<br />
Reactieve stoffen waaronder formaldehyde( Clapp et al. 2005)<br />
Olieën gebruikt bij metaalbewerking (Calvert et al. 1998)<br />
Houtstof (Clapp et al. 2005)<br />
Verven en inkten (RR= 3,6) (Li et al. 2006)<br />
Zuren, basen en caustische agentia (HR=2,1) (Li et al. 2006)<br />
Ioniserende straling (Clapp et al. 2007).<br />
Schoenindustrie (beroepsblootstelling) (Clapp et al. 2005)<br />
2.3.1.17. Non-Hodgkin lymphoma (NHL)<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks non-Hodgkin lymphoma<br />
veroorzaken<br />
Solventen waaronder (cijfers <strong>van</strong> Miligi et al. 2006) benzene (OR=1,6), trichloroethylene<br />
(OR=1,2), tetrachloroethylene (OR=1,2), styreen(OR=1,3) toluene (OR=1,8),<br />
dichloromethane (OR=1,7).<br />
Pesticiden:<br />
Dich et al. (1997) en Fritchi et al. (2005) vonden verhoogde risico’s na blootstelling<br />
aan fenoxyzuurherbiciden, chlorofenols, organofosfoorinsecticides,<br />
koolstofdisulfide, fosfine, methylbromide en ethyleendibromide (Dich et al.<br />
1997).<br />
Jaga & Brosius (1999) vonden verhoogde risico’s na blootstelling aan DDT, dieldrin,<br />
oxychlordaan, heptachloor<br />
Fritchi et al. (2005) vonden in een “p<strong>op</strong>ulation-based case-control” studie dat een<br />
belangrijke blootstelling aan pesticiden geassocieerd was aan een drievoudig<br />
risico <strong>op</strong> NHL. Specifiek voor fenoxyherbiciden werd ook een verhoogd risico<br />
vastgesteld (OR=1,75)<br />
Rafnsson et al. (2006) vonden dat een intense blootstelling aan hexachlorocyclohexaan<br />
geassocieerd was aan een significante stijging <strong>van</strong> het risico (OR 3,86)<br />
Lynch et al. 2006 observeerden een stijging <strong>van</strong> 25% <strong>van</strong> het risico in associatie met<br />
applicatie <strong>van</strong> cyanazine (een triazine)<br />
16
Mills et al. 2005 vonden een duidelijke stijging <strong>van</strong> het risico (OR=3,8) in associatie<br />
met blootstelling aan 2,4D, alhoewel een review <strong>van</strong> Garabrant et al. (2002) geen<br />
duidelijke aanwijzing voor een gestegen risico vond..<br />
Purdue et al.(2006a) vonden een associatie met blootstelling aan lindaan<br />
Pentachlorofenol (vermoedelijk gecontamineerd met dioxines) (<strong>De</strong>mers et al. 2006; Clapp et<br />
al. 2007)<br />
Dioxines (Clapp et al. 2005)<br />
PCBs (Ruder et al. 2006)<br />
Haarverven (Miligi et al. 2005)<br />
2.3.1.18. Ovariumkanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks ovariumkanker veroorzaken<br />
Drukkerijen en bedrijven voor grafiek (Clapp et al. 2005).<br />
Atrazine (Dich et al. 1997).<br />
Ioniserende straling (Clapp et al. 2005).<br />
Perineaal gebruik <strong>van</strong> talk (Clapp et al. 2005).<br />
Kappers en schoonheidsspecialisten ( Shen et al. 1998).<br />
Beroepsblootstellingen als toepassers <strong>van</strong> pesticiden (SIR=2,97) (Ala<strong>van</strong>ja et al. 2005), in de<br />
electronische industrie (RR=3,7)(Bender et al. 2007) en in de verpleegkunde (toename<br />
met 14 %) (Lie et al. 2007).<br />
.<br />
2.3.1.19. Pancreaskanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks pancreaskanker veroorzaken<br />
Metalen waaronder cadmium en nickel. Kriegel et al. (2006) stelden vast dat de odds ratio<br />
(OR) voor pancreas kanker een significante associatie vertoonde met serum cadmium<br />
concentratie [OR=1.12; 95% confidence interval (CI), 1.04-1.23; p=0.0089].<br />
Solventen, <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> studies <strong>op</strong> arbeiders in wasserijen en droogkuis (Clapp et al. 2005).<br />
Methylene chloride (Lynge et al. 1997).<br />
Reactieve stoffen:formaldehyde (zwak verband)(Collins et al. 2001); acrylamide (sterk<br />
verband) (Clapp et al. 2005)<br />
Pesticiden:<br />
DDT (Jaga & Brosius 1999);<br />
Lo et al. 2007 stelden vast dat het risico verhoogd was bij personen blootgesteld aan<br />
pesticiden (OR, 2.6; 95% CI, 0.97-7.2).<br />
Kriegel et al. (2006) stelden vast dat de odds ratio (OR) voor pancreas kanker een<br />
significante associatie vertoonde met werken in de landbouw (OR=3.25; 95% CI,<br />
1.03-11.64; p=0.0475)..<br />
Olieën gebruikt bij metaalbewerking en minerale olie (Clapp et al. 2005)<br />
Beroepsblootstellingen in de computerindustrie (Clapp et al. 2007; Nichols et al. 2005) en in<br />
de voedingsindustrie (Laakkonen et al. 2006).<br />
2.3.1.20. Prostaatkanker<br />
<strong>De</strong> incidentie <strong>van</strong> prostaatkanker steeg in de USA <strong>van</strong> 85/100.000 in 1973 tot de PSA-test<br />
geïnduceerde piek <strong>van</strong> 237/100.000 in 1992 om dan te dalen tot 179/100.000 in het jaar<br />
2000. Dit is wat men verwacht wanneer een nieuwe diagnostische methode toelaat de<br />
diagnose vroeger te stellen. Gevallen die tussen 1992 en 2000 zouden gediagnosticeerd<br />
17
geworden zijn werden dank zij de PSA test in 1992 gediagnosticeerd (Clapp et al.<br />
2005).<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks prostaatkanker veroorzaken<br />
Gekende risicofactoren voor prostaatkanker zijn dierlijk vet en rood vlees (mogelijks<br />
tengevolge <strong>van</strong> daarin aanwezige polluenten), cadmium en pesticiden (Schettler 2003).<br />
Gebraden rood vlees bevat de aromatische amine 2-amino-1-methyl-6-<br />
phenylimidazol{4,5-b}pyridine (PhIP).<br />
Hormoonverstorende stoffen.Experimenten met proefdieren tonen aan dat blootstelling, zelfs<br />
aan zeer lage concentraties, in utero aan hormoonverstorende stoffen zoals Bisphenol A<br />
het risico <strong>op</strong> prostaatkanker in het latere leven doet toenemen (Prins et al. 2008). Ook<br />
zijn er epidemiologische waarnemingen bij de mens die er<strong>op</strong> wijzen dat blootstelling in<br />
utero aan diethylstilboestrol (DES) aanleiding gaf tot grotere prostaatklierbuizen en<br />
meer Leydigcellen in de testes (Schettler 2003).<br />
Metalen waaronder cadmium en arseen (Clapp et al. 2005); hogere lichaamsconcentraties aan<br />
cadmium gemeten in teennagels waren geassocieerd aan een OR tot 4,7 (Vinceti et al.<br />
2007).<br />
Metaalhoudend stof en metaal dampen (Boers et al. 2005)<br />
Pesticiden, waaronder herbiciden, organochlooor pesticiden, een pyrethoied en een fungicide<br />
(Clapp et al. 2005).Verschillende, maar niet alle, studies vinden een verhoogd risico<br />
geassocieerd met landbouw of het gebruik <strong>van</strong> pesticiden (Clapp et al. 2007).<br />
Toepassers <strong>van</strong> pesticiden vertoonden een SIR tot 1,37 (Ala<strong>van</strong>ja et al. 2005);<br />
toepassers <strong>van</strong> het organ<strong>op</strong>hosphaat pesticiden phorate (RR tot 1,55 bij personen met<br />
familiale anamnese) (Mahajan et al. 2006) , fonofos (bij personen met familiale<br />
anamnese) (Mazhajan et al. 2006), het triazine pesticide cyanazine (toename met 23%)<br />
(Lynch et al. 2006). Hogere concentraties in lichaamsvet <strong>van</strong> trans-chlordane<br />
(OR=3,49), hexachlorobenzene (OR= 2,39) en p,pDDE (OR2,30) bleken geassocieerd<br />
met een verhoogde Odds ratio voor prostaatkanker (Hardell et al. 2006).<br />
Olieën gebruikt bij metaalbewerking en minerale olie met RR <strong>op</strong>l<strong>op</strong>end tot 3,41 voor een<br />
blootstelling aan <strong>op</strong>losbare vloeistoffen <strong>van</strong> 270 mg/m³-jaren; voor “straight fluids”<br />
nam het risico toe met 12% voor elke toename in de blootstelling met 10 mg/m³-jaren<br />
(Agalliu et al. 2005). Het risico steeg sterker voor blootstelling <strong>van</strong> d adolescentie tot<br />
vroege volwassenheid, met een RR=2,4 per 10 mg/m³-jaren cumulatieve blootstelling.<br />
Er bleek een sterke associatie te zijn tussen blootstelling voor de leeftijd <strong>van</strong> 23 jaar en<br />
prostaatkankerrisico na de leeftijd <strong>van</strong> 50 jaar (Agalliu et al. 2005 b).<br />
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen. Het risico is vooral groot voor mannen onder de<br />
leeftijd <strong>van</strong> 60 jaar die het GSTP1 Val polymorfisme dragen (OR=4,52) (Rybicki et al.<br />
2006). Niet alle studies inzake PAKs vinden een verband (Boers et al., 2005) .<br />
Solventen waaronder TCE (OR tot 2,1) (Krishnadasan et al. 2007) en benzene (OR= 1,5)<br />
(Krishnadasan et al. 2007).<br />
Dioxines: US air force Vietnam veteranen bleken geen gestegen risico <strong>op</strong> prostaatkanker te<br />
vertonen. <strong>De</strong> studie vond echter een gestegen risico bij veteranen die hoge dioxine<br />
bloedconcentraties vertoonden en voor 1969 aktief waren (RR=2,7) (Pavuk et al. 2006)<br />
Verbrandingsproducten <strong>van</strong> vloeibare brandstoffen (Clapp et al. 2005).<br />
PCBs bleken geassocieerd meteen stijging <strong>van</strong> het risico bij arbeiders (fabricatie <strong>van</strong><br />
electrische capacitators), met een stijgend risico in functie <strong>van</strong> een stijgende<br />
blootstelling (Prince et al. 2006). Hogere concentraties in lichaamsvet <strong>van</strong> PCB 153 was<br />
geassocieerd met een OR=3,15 (Hardell et al. 2006)<br />
18
Beroepsblootstellingen in de landbouw (bij blanken, OR=1,8) (Meyer et al. 2007), brandweer<br />
(OR=1,22) (Bates 2007), petroleum industrie(SIR=1,18) (Gun et al. 2006) en personen<br />
werkend met semiconductors (SMR=198) (Bender et al. 2007).<br />
2.3.1. 21. Rectum kanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks rectumtkanker veroorzaken<br />
Solventen waaronder tolueen en xyleen (Lynge et al. 1997)<br />
Nevenproducten die ontstaan bij de chlorinatie <strong>van</strong> drinkwater (Morris 1995), maar de<br />
evidentie is niet eensluidend (Mills et al 1998).<br />
Olieën gebruikt bij metaalbewerking en minerale olie, vooral dan “straight fluids” met<br />
RR=3,2 bij een blootstelling <strong>van</strong> 40 mg/m³-jaren (Malloy et al. 2007).<br />
Metalen:blootstellling aan metalen in de textielindustrie was geassocieerd met een<br />
verdubbeling <strong>van</strong> het risico (<strong>De</strong> Roos et al. 2005).<br />
Pesticiden: toepassers <strong>van</strong> chlordane (RR= 1,7) en toxaphene (RR=2,0), alsook lichte stijging<br />
<strong>van</strong> het risico bij blootstellling aan aldrin, DDT, dieldrin, heptachlor en lindane (Purdue<br />
et al. 2006).<br />
Beroepsblootstellingen in de electronische nijverheid (Nichols et al. 2005) en bij vrouwen in<br />
de textielnijverheid (<strong>De</strong> Roos et al. 2005)<br />
2.3.1.22. Sarcoma’s <strong>van</strong> de zachte weefsels<br />
Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />
sarcoma’s <strong>van</strong> de zachte weefsels veroorzaken<br />
<strong>De</strong> reactieve stof vinylchloride (Clapp et al. 2005; Boffeta et al. 2003)<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks sarcoma’s <strong>van</strong> de zachte weefsels<br />
veroorzaken<br />
Metalen: arseen (Clapp et al. 2005)<br />
Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />
Pesticiden (verhoogde risico bij landbouwers,tuinbouwers, bosbewerkers, personen die<br />
pesticiden toepassen)(Clapp et al. 2005; Dich et al. 1997) ).Ewing sarcoma bleek meer<br />
frequent na blootstelling aan phenoxy zuur herbiciden,chlor<strong>op</strong>henolen met en zonder<br />
contaminatie door dioxines, DDT (Jaga & Brosius 1999; Dich et al. 1997).<br />
Dioxines: er bestaat sterke evidentie voor een associatie tussen blootstelling aan dioxines en<br />
een verhoging <strong>van</strong> het risico <strong>op</strong> sarcoma’s <strong>van</strong> de zachtre weefsels. (Clapp et al. 2005;<br />
Mukherjee 1998; Cole et al. 2003)<br />
Gefluorideert water? (verhoogd risico <strong>op</strong> osteosarcoma gebaseerd <strong>op</strong> één enkele case-control<br />
studie) (Clapp et al. 2005; Morris 1995).<br />
2.3.1.23. Huidkanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />
huidkanker veroorzaken<br />
Ioniserende straling (Clapp et al. 20005; Wakeford 2004)<br />
Ultraviolet licht (Clapp et al. 20005; Wakeford 2004)<br />
Arseen (Clapp et al. 2005)<br />
Olieën gebruikt bij metaalbewerking en minerale olie (Clapp et al.2005)<br />
19
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (Clapp et al.2005)<br />
Koolteer (Clapp et al.2005)<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks huidkanker veroorzaken<br />
Werken in de petroleum industrie is geassocieerd aan een gestegen risico <strong>op</strong> melanoma en<br />
andere huidkankers (Ward et al. 1997; Mehlman 2006), maar niet in studies betaald<br />
door de industrie (Mehlman 2006).<br />
Pesticiden: incidentie <strong>van</strong> melanoma bleek verhoogd bij binnenshuis gebruik <strong>van</strong> pesticiden<br />
(OR 2,48 voor een gebruik gedurende minstens tien jaar) (Fortes et al. 2007). Andere<br />
studies hebben tegenstrijdige resultaten.<br />
Metalen: melanoma is positief geassocieerd met k<strong>op</strong>er en zink lichaamsconcentraties gemeten<br />
in teennagels (Vinceti et al. 2005).<br />
Dioxines: bij Vietnam veteranen werd een positief verband gevonden tussen serum dioxine en<br />
melanoma risico, alsook een zwak verband met het risico <strong>op</strong> bazaal cel carcinoma en<br />
plaveiselcel carcinoma (Pavuk et al. 2006).<br />
PCBs: melanoma SMR 2,43, maar er werd geen dosi-response vastgesteld (Ruder et al.<br />
2006).<br />
Minerale olie: “Aerospace” arbeiders matig (OR=2,15) of zwaar (OR= 3,32) blootgesteld aan<br />
minerale olie vertoonden een verhoogd risico <strong>op</strong> melanoma (Zhao et al. 2005).<br />
Het risico <strong>op</strong> melanoma bleek geassocieerd aan beroepsactiviteiten bij Californische<br />
brandweerlui (OR1,50) (Bates et al. 2007) en tal <strong>van</strong> andere beroepen waaronder<br />
tuinbouwarbeiders, computerindustrie, verpleegsters en vliegend personeel (Clapp et al.<br />
2007).<br />
2.3.1.24. Maagkanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks maagkanker veroorzaken<br />
Metalen waaronder lood (Landrigan et al. 2000)<br />
Drinkwater met hoge nitraat concentraties (Clapp et al. 2005)<br />
Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />
Solventen waaronder tolueen (Lynge et al. 1997)<br />
Pesticiden: de bevindingen zijn echter inconsistent (Dich et al. 1997; Clapp et al. 2005)<br />
Olieën gebruikt bij metaalbewerking en minerale olie: arbeiders blootgesteld aan minerale<br />
olie in de lucht- en ruimtevaartindustrie vertoonden een OR tot 1,99 (Zhao et al. 2005).<br />
Asbest (Clapp et al. 2005)<br />
PCBs: Een cohort studie <strong>op</strong> arbeiders blootgesteld aan PCB’s bij de productie <strong>van</strong> electrische<br />
capacitoren vond een verhoogde mortaliteit tengevolge <strong>van</strong> maagkanker (SMR 1,53)<br />
(Prince et al. 2006)<br />
Een verhoogd risico <strong>op</strong> maagkanker werd beschreven bij arbeiders in de rubber-, kool-, ijzer-,<br />
lood-, zinc- en goudmijn industrien (Clapp et al. 2005)<br />
2.3.1.25. Testiskanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks testiskanker veroorzaken<br />
Hormoonverstorende stoffen, vooral bij blootstelling in utero. Meerdere publicaties,<br />
gereviewd door Aitken et al. (2006) wijzen <strong>op</strong> een stijging in de incidentie <strong>van</strong> testis<br />
kanker samengaand met een vermindering in de kwaliteit <strong>van</strong> het sperma. Beide<br />
fenomenen kunnen berusten <strong>op</strong> het “ testicular dysgenesis syndrome” dat zijn intraoorsprong<br />
zou vinden in een verstoorde intrauteriene ontwikkeling <strong>van</strong> de testis<br />
tengevolge <strong>van</strong> hormoonverstoring (Skakkebæk et al. 2001; Moller 2001) en resulteert<br />
20
in een cascade <strong>van</strong> defecten in Sertoli en Leydig cellen in de testis met als uiteindelijk<br />
gevolg testiskanker en gedaalde fertiliteit. Het lijkt waarschijnlijk dat zeer vroege<br />
blootstellingen, <strong>op</strong>tredend tijdens kritische tijdsvensters gedurende het foetale leven,<br />
verantwoordelijk zijn voor het “testicular dysgenesis syndrome” en ook kunnen<br />
bijdragen tot het ontstaan <strong>van</strong> andere vormen <strong>van</strong> kanker (Birnbaum & Fenton 2003).<br />
Blootstelling aan onder meer phthalaten tijdens de zwangerschap zou kunnen bijdragen<br />
tot het “testicular dysgenesis syndrome” (Swan et al. 2005).<br />
Diethylstilboestrol (DES): intrauteriene blootstellling bleek bij muizen het risico <strong>op</strong><br />
testiskanker te verhogen (McLachlan et al. 1998).<br />
Moeders <strong>van</strong> mannen met testis kankerbleken, in een case-control studie, 2 tot 4 maal hogere<br />
concentraties aan PCBs, hexachlorobenzeen, trans- en cisnonachlordane en som <strong>van</strong><br />
chlordanen te vertonen (Hardell et al. 2003).<br />
Mannen werkend in volgende industrieën bleken een significant verhoogde incidentie<strong>van</strong><br />
testiskanker te vertonen: landbouw,leerlooierijen,mechanische industrieën, schilders,<br />
mijnbouw,plastiekindustrie, metaalbewerking, beroepshalve gebruik <strong>van</strong> draagbare<br />
radars (Faroy-Menciere et al. 2002). Sommige <strong>van</strong> deze gegevens berusten echter <strong>op</strong><br />
een klein aantal gevallen<br />
Hogere consumptie <strong>van</strong> melkproducten zou de wijziging in de testiskanker incidentie in Japan<br />
kunnen uitleggen (middels contaminatie met estrogenen? Door hogere concentraties aan<br />
verzadigd vet?) (Ganmaa et al. 2003)<br />
Beroepsblootstellingen bij de brandweer (OR=1,54) (Bates et al. 2007) en bij het toepassen<br />
<strong>van</strong> pesticiden (OR tot 1,24).<br />
2.3.1.26. Schildklierkanker<br />
Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />
schildklierkanker veroorzaken<br />
Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />
21
2.3.2. Milieufactoren en beroepsmatige blootstellingen die bijdragen tot het ontstaan <strong>van</strong><br />
kanker. Per soort agens<br />
Hieronder een tabel overgenomen uit Clapp et al. 2007, waarin voor de belangrijkste agentia<br />
de belangrijkste vormen <strong>van</strong> kanker zijn samengevat, gevolgd door enkele bijkomende<br />
beschouwingen.<br />
22
23
Radon en ioniserende straling<br />
Radon is één <strong>van</strong> de belangrijkste bronnen <strong>van</strong> blootstelling aan ioniserende straling<br />
(Akerblom, 1999 geciteerd door Belpomme).Binnenshuis contaminatie met Radon zou,<br />
tenminste in sommige streken (onder meer in China, de USA en Zweden), aan de oorzaak<br />
liggen <strong>van</strong> ongeveer 10% <strong>van</strong> de longkankers en, in Eur<strong>op</strong>a, <strong>van</strong> 2% <strong>van</strong> alle kankersterfte<br />
(Lubin & Boice, 1997; Darby et al. 2005). <strong>De</strong> “excess relative risk of lung cancer” bedraagt<br />
volgens Darby et al. (2006) (na correctie voor “bias” tengevolge <strong>van</strong> “random” onzekerheden<br />
in de bepaling <strong>van</strong> de blootstellingsintensiteit) 0.16 (95% CI 0.05-0.31) per 100 Bq/m3<br />
gebaseerd <strong>op</strong> alle 13 Eur<strong>op</strong>ese studies terzake. Op basis <strong>van</strong> deze cijfers bedraagt het risico<br />
<strong>van</strong> levenslange blootstelling aan 0, 100, en 400 Bq/m3, relatief ten<strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> levenslange<br />
niet-rokers zonder radon blootstelling respectievelijk 1.0, 1.2, and 1.6 voor levenslange nietrokers<br />
en 25.8, 29.9, and 42.3 voor rokers <strong>van</strong> 15 tot 24 cigaretten per dag. Een interessant<br />
overzicht <strong>van</strong> de Life Span Study <strong>op</strong> overlevenden <strong>van</strong> Hiroshima en Nagasaki m.b.t. het<br />
waargenomen effect <strong>van</strong> ioniserende straling <strong>op</strong> het kankerrisico wordt gegeven door Preston<br />
et al. (2007). <strong>De</strong> gegevens zijn consistent met een lineair dosis-antwoord tussen de 0 en de 2<br />
24
Gy, met een afvlakken <strong>van</strong> de kurve bij hogere dosis. Op de leeftijd <strong>van</strong> 70 jaar, na<br />
blootstelling <strong>op</strong> de leeftijd <strong>van</strong> 30 jaar, stijgt de incidentie <strong>van</strong> vaste tumoren met ongeveer<br />
35% per Gy (90% CI 28%; 43%) voor mannen en 58% per Gy (43%; 69%) voor vrouwen.<br />
Voor vaste tumoren daalt het “ excess relative risk” (ERR per Gy) met ongeveer 17% per tien<br />
jaar stijging <strong>van</strong> de leeftijd bij blootstelling (90% CI 7%; 25%) rekening houdend met het<br />
effect <strong>van</strong> de bereikte leeftijd, terwijl het EER vermindert in pr<strong>op</strong>ortie met de macht 1.65<br />
(90% CI 2.1; 1.2) <strong>van</strong> de bereikte leeftijd, na de leeftijd bij blootstelling in rekening gebracht<br />
te hebben (Preston et al. 2007). <strong>De</strong> neerslag <strong>van</strong> Cesium 137 tengevolge <strong>van</strong> de Chernobyl<br />
ramp in 1986 was in de periode 1988-1999 in 8 Zweedse provincies geassocieerd met een<br />
toename in het totaal aantal kankers, met een excess relatief risico <strong>van</strong> 0.042 per 100 nGY/uur<br />
(Tondel et al., 2006).<br />
Zware metalen<br />
Voor verschillende metalen werden kankerverwekkende effecten beschreven. Dit kan<br />
ondermeer te maken hebben met inhibitie <strong>van</strong> zinc finger DNA herstel enzymen, zoals<br />
beschreven voor arseen, cadmium, nikkel, kobalt en lood (Witkiewicz et al. 2006). Ook<br />
andere mechanismen kunnen een rol spelen. Chroom III kan direct interageren met DNA<br />
(Snow, 1994), en platinum verbindingen kunnen breuken en cross-links in DNA veroorzaken<br />
Donahue et al., 1990).<br />
2.4. Eindbedenking bij het verband tussen <strong>milieufactoren</strong> en kanker<br />
2.4.1. Kanker is een multicausale aandoening<br />
Bij het nadenken over de <strong>impact</strong> <strong>van</strong> diverse factoren <strong>op</strong> de kankerincidentie dient men goed<br />
voor de ogen te houden dat het om een multicausale aandoening gaat die altijd het gevolg is<br />
<strong>van</strong> meerdere factoren, wellicht zelfs zeer talrijke factoren. Daarbij is de som <strong>van</strong> “attributable<br />
pr<strong>op</strong>ortions” noodzakelijkerwijs groter dan 100 (Saracci & Vineis 2007, Environmental<br />
Health 6 38 ).<br />
2.4.2. Zowel levensstijl als <strong>milieufactoren</strong> spelen een rol<br />
Zowel mechanistische inzichten, dier-experimentele gegevens als epidemiologische gegevens<br />
wijzen er<strong>op</strong> dat vervuiling <strong>van</strong> het leefmilieu met chemische of fysische agentia en<br />
blootstelling aan agentia die samenhangen met de menselijke activiteit (zoals stoffen die<br />
bestanddelen zijn <strong>van</strong> voorwerpen en andere producten of toegevoegd zijn aan<br />
voedingsproducten) een belangrijke rol spelen bij de inductie <strong>van</strong> kanker bij de mens. Andere<br />
belangrijke factoren zijn uiteraard roken, het drinken <strong>van</strong> te grote hoeveelheden alcohol,<br />
obesiteit, een voeding die deficiënt is in termen <strong>van</strong> vitamines of anticarcinogene<br />
micronutriënten, aangebrande voedingswaren met mutagenen tengevolge <strong>van</strong> pyrolyse of <strong>van</strong><br />
de bruiningsreactie tussen suikers en aminozuren, sommige infecties (human papillloma virus,<br />
helicobacter pylori, blaasparasieten), zeer laattijdig voor de eerste maal zwanger worden, en<br />
wellicht ook <strong>chronische</strong> inflammatie. Op deze levensstijl gebonden factoren, die zeer<br />
belangrijk kunnen zijn, wordt in het kader <strong>van</strong> dit rapport, dat handelt over <strong>milieufactoren</strong>,<br />
niet ingegaan.<br />
25
2.4.3. Het belang <strong>van</strong> <strong>milieufactoren</strong> wordt onderschat door het Establishment<br />
Tal <strong>van</strong> officiële en privé-organismen verstrekken informatie over deze levensstijlgebonden<br />
factoren, terwijl het belang <strong>van</strong> vervuiling <strong>van</strong> het leefmilieu en agentia die samenhangen met<br />
de menselijke activiteit dikwijls als zeer laag wordt ingeschat door diverse instanties. Zo<br />
bijvoorbeeld werd door het International Agency for Research on Cancer het kankerrisico<br />
verbonden aan een aantal belangrijke agentia de laatste jaren als lager ingeschat dan voorheen<br />
het geval was (Huff 2002). Recent werd door een aantal officiële organismen een rapport<br />
gepubliceerd (Boffetta et al. 2008) waarin polluenten verantwoordelijk worden geacht voor<br />
minder dan 1% <strong>van</strong> de kankersterfteDat kolossale materiële belangen in het spel zijn is een<br />
feit dat erkend dient te worden en dat wellicht niet vreemd is aan sommige minimalistische<br />
inschattingen. Een groot deel <strong>van</strong> het toxicologisch onderzoek wordt rechtstreeks of<br />
onrechtstreeks betaald of beïnvloed door industriële groepen(Huff 2007), en een aantal grote<br />
nationale of internationale organisaties (zoals de Environmental Protection Agency en de<br />
International Agency for Research on Cancer) blijken niet ongevoelig voor de wensen <strong>van</strong> de<br />
industrie (Huff 2007). Er zijn ook problemen met belangenconflicten en met geheime banden<br />
tussen “onafhankelijke” onderzoekers en industriële belangen (Hardell et al. 2006). Het is een<br />
publiek geheim dat dergelijke fenomenen een rol gespeeld hebben bij het vertragen <strong>van</strong> het<br />
ernstig nemen <strong>van</strong> de klimaatproblematiek (zie OpinionNature 412, 103 (12 July 2001) ,<br />
alsmede bij het <strong>op</strong>trekken <strong>van</strong> een mist (in naam <strong>van</strong> wetenschappelijke onzekerheid) rond de<br />
gezondheidseffecten <strong>van</strong> aktief roken (in de vijftiger en zestiger jaren) en <strong>van</strong> passief roken<br />
(in de tachtiger en negentiger jaren). <strong>De</strong> publicaties en rapporten die stellen dat vervuiling <strong>van</strong><br />
het leefmilieu en blootstelling aan agentia die samenhangen met de menselijke activiteit<br />
slechts voor enkele procenten of zelfs maar voor een fractie <strong>van</strong> één procent <strong>van</strong> de gevallen<br />
<strong>van</strong> kanker verantwoordelijk zijn nemen telkens maar een klein deel <strong>van</strong> de beschikbare<br />
evidentie en inzichten in overweging. Zo bijvoorbeeld is het veel geciteerde artikel <strong>van</strong> Doll<br />
& Peto <strong>van</strong> 1981 slechts rele<strong>van</strong>t m.b.t. de kankerverwekkende agentia die toendertijd bekend<br />
waren en door de auteurs in hun berekeningen <strong>op</strong>genomen werden: zij hielden rekening met<br />
slechts 16 substanties of nijverheden. Het aantal kankerverwekkende agentia is echter zeer<br />
groot en divers (Belpomme et al. 2007b).<br />
2.4.4. Het aantal kankerverwekkende agentia is zeer groot.<br />
Stoffen die <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> hun scheikundige eigenschappen of <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> in vitro tests<br />
verdacht werden, bleken in 168 gevallen <strong>op</strong> 255 (66%) inderdaad carcinogeen te zijn.<br />
Dierproeven met 127 niet-verdachte scheikundige stoffen die aan een onderzoek<br />
onderworpen werden, omdat ze in zeer grote hoeveelheden geproduceerd werden en/of omdat<br />
er een belangrijke blootstelling aan bestond, toonden aan dat 26 (20 %) <strong>van</strong> deze stoffen<br />
carcinogeen waren (Huff, 1993). Volgens de informatie <strong>van</strong> Huff & Hoel (1992) zouden in de<br />
Verenigde Staten 8.500 scheikundige stoffen geproduceerd worden in hoeveelheden groter<br />
dan 10.000 pond (4,5 ton) per jaar (polymeren, anorganische stoffen en natuurlijk<br />
voorkomende stoffen niet meegeteld). Op grond <strong>van</strong> de ervaring met dierproeven schatten zij<br />
dat 10 à 20% daar<strong>van</strong>, hetzij 1.000 à 2.000 stoffen, kankerverwekkende eigenschappen<br />
hebben (Huff & Hoel, 1992) en rele<strong>van</strong>te carcinogenen voor de mens kunnen zijn. Van de<br />
meer dan 900 stoffen die tot dusver door het het “International Agency for research on<br />
Cancer” bestudeerd werden bleek 44% kankerverwekkende eigenschappen te hebben en<br />
mogelijks, waarschijnlijk of zeker kanker bij de mens te veroorzaken (Cogliano, 2004). <strong>De</strong><br />
overgrote meerderheid der kankerverwekkende agentia is echter niet als dusdanig<br />
geïdentificeerd. Een bijkomend probleem is dat diertests die gebruikt worden om carcinogene<br />
activiteit <strong>op</strong> te sporen dikwijls slechts bij hoge dosis en <strong>op</strong> weinig dieren worden uitgevoerd<br />
26
(omwille <strong>van</strong> de kostprijs) en dat de dieren over een onvoldoend lange periode <strong>van</strong> hun leven<br />
worden <strong>op</strong>gevolgd. <strong>De</strong> “Ramazzini Foundation for Oncology and Environmental Sciences” in<br />
Italië is de enige instelling waar dieren tijdens carcinogeniciteitsexperimenten <strong>van</strong><br />
onmiddellijk na de geboorte (om de gevoelige periode waarin complexe evoluties<br />
plaatsgrijpen in te sluiten) tot <strong>op</strong> hoge leeftijd (om ook late kankers <strong>op</strong> het spoor te komen)<br />
worden blootgesteld (Soffritti et al. 20002).<br />
Wij zijn blootgesteld aan vele polluenten, onder meer middels de nabijheid <strong>van</strong><br />
stortplaatsen. In 1991 schatte de National Research Council <strong>van</strong> de USA dat één <strong>op</strong> de zes<br />
Amerikanen binnen een afstand <strong>van</strong> 4 mijl <strong>van</strong> een stortplaats met toxisch afval woont. Van<br />
eind de jaren 50 tot eind de jaren 90 werd meer dan 750 miljoen ton aan toxisch scheikundig<br />
afval gestort in de USA.<br />
2.4.5. Hoe het kankerverwekkend vermogen <strong>van</strong> een agens detecteren en inschatten?<br />
Velen zullen <strong>van</strong> mening zijn dat we niet mogen wachten <strong>op</strong> epidemiologische gegevens bij<br />
de mens, waar<strong>op</strong> tientallen jaren moet gewacht worden en waarachter massa’s menselijk<br />
lijden verscholen gaan, om chemische stoffen en andere agentia (zoals stralingen) te<br />
reguleren. Een epidemiologische benadering is absoluut noodzakelijk, maar het zijn vooral de<br />
positieve bevindingen die belangrijk zijn. Inderdaad, epidemiologische studies inzake de<br />
oorzaken <strong>van</strong> kanker bij de mens hebben een zeer beperkte gevoeligheid, zodat niet veel<br />
waarde kan gehecht worden aan negatieve bevindingen. In vitro experimenten kunnen zeer<br />
nuttig zijn maar ook dierproeven blijven essentiëel (Sasco, 2007). Een echt rationele en<br />
wetenschappelijk verantwoorde benadering voor de identificatie <strong>van</strong> kankerverwekkende<br />
stoffen dient echter in essentie te berusten <strong>op</strong> mechanistische gegevens, <strong>op</strong> gegevens over de<br />
biologische effecten <strong>van</strong> een agens in moleculaire termen (Cogliano, 2004).<br />
2.4.6. Kankerpreventie vereist fysisch-chemische hygiëne<br />
Er zijn goede redenen om aan te nemen dat de introductie <strong>van</strong> een fysisch-chemische hygiëne<br />
een nodige voorwaarde is om tot een effectieve preventie <strong>van</strong> kanker en andere milieugebonden<br />
<strong>aandoeningen</strong> te komen (<strong>van</strong> Larebeke, 2004). <strong>De</strong> fysisch chemische hygiëne<br />
bestaat erin de blootstelling aan sommige types <strong>van</strong> stralingen, aan reactieve scheikundige<br />
stoffen en aan receptor-bindende en hormoonverstorende stoffen zoveel mogelijk te beperken.<br />
Een en ander in analogie met de invoering <strong>van</strong> de anti-microbiële hygiëne, die heeft<br />
toegelaten de gevallen <strong>van</strong> infectieziekten in een belangrijke mate te verminderen, lang voor<br />
de introductie <strong>van</strong> de antibiotica.<br />
Inderdaad:<br />
- het aantal kankerverwekkende stoffen is zeer groot. Ongeveer 10% <strong>van</strong> de scheikundige<br />
stoffen zou een carcinogene activiteit hebben (Huff, 1993); structuuractiviteit analyses<br />
(QSAR) doen vermoeden dat 2 à 3% <strong>van</strong> de volumetrisch meest geproduceerde stoffen in<br />
Eur<strong>op</strong>a een oestrogene werking bezitten (Karcher, 1996)<br />
- de onzekerheden m.b.t. hun potentie en de verhoudingen tussen de verschillende risico's<br />
zijn groot. Het stellen <strong>van</strong> prioriteiten met behulp <strong>van</strong> vergelijkende risicoanalyse is zeer<br />
moeilijk en gaat gepaard met grote onzekerheden (Finkel, 1995).<br />
- de blootstelling aan reactieve scheikundige stoffen en aan stoffen met een hormoonachtige<br />
werking dient zoveel mogelijk beperkt.<br />
27
3. Diabetes<br />
Diabetes is stofwisselingsziekte die het gevolg is <strong>van</strong> een verminderde productie <strong>van</strong> insuline<br />
door pancreas B-cellen (type-I diabetes) of door het <strong>op</strong>bouwen <strong>van</strong> een weerstand tegen<br />
insulinewerking, waardoor een relatief insulinetekort ontstaat (type-II diabetes) (Harrisson’s<br />
Principles of Internal Medicine 16 th edition).<br />
3.1 Persistente Organische Polluenten:<br />
Verschillende studies hebben verhoogde PCB-niveau’s aangetoond bij diabetes-patienten<br />
(Carpenter 2006, Fierens et al. 2003), en er werd ook een duidelijk dosis-respons verband<br />
gevonden tussen inwendige blootstelling aan PCBs en risico <strong>op</strong> diabetes (Longnecker et al.<br />
2001). Inwoners <strong>van</strong> Seveso die blootgesteld werden aan zeer hoge gehaltes dioxines tijdens<br />
de milieuramp in 1976 vertoonden significant vaker diabetes dan niet blootgestelde inwoners<br />
(Pesatori et al. 1998). Ook bij arbeiders die beroepsmatig blootgesteld werden aan dioxines in<br />
de pesticide- en chlorofenol-industrie werd deze waarneming gemaakt (Carpenter 2006).<br />
(Cranmer et al. 2000) hebben verhoogde insulineconcentraties in plasma aangetoond in<br />
personen met verhoogde dioxineconcentraties, wat kan wijzen <strong>op</strong> een door dioxines<br />
veroorzaakte insulineresistentie. Diabetes werd ook gelinkt aan verhoogde concentraties <strong>van</strong><br />
andere POP’s zoals p,p-DDE en organochloorpesticides (Lee et al. 2006, Rylander et al.<br />
2005). Lee et al. (2006) rapporteerden een sterke associatie tussen serum concentraties <strong>van</strong><br />
persistente organische polluenten (2,2',4,4',5,5'-hexachlorobiphenyl, 1,2,3,4,6,7,8-<br />
heptachlorodibenzo-p-dioxin, 1,2,3,4,6,7,8,9-octachlorodibenzo-p-dioxin, oxychlordane, p,p'-<br />
dichlorodiphenyltrichloroethane, and trans-nonachlor), voornamelijk organochloor pesticiden<br />
en niet-dioxine-achtige PCBs, en de prevalentie <strong>van</strong> diabetes. Odds ratio’s <strong>op</strong>l<strong>op</strong>end tot 38,3<br />
werden waargenomen, met p voor trend
drinkwaterconcentraties aan arseen, zoals in delen <strong>van</strong> Bangladesh en Taiwan (Longnecker &<br />
Daniels 2001).<br />
3.4. Kunststofcomponenten<br />
Het xeno-oestrogen Bisphenol A verstoorde de werking <strong>van</strong> de endocriene pancreas en de<br />
homeostase <strong>van</strong> bloedsuiker bij proefdieren: een post-prandiale hyperinsulinemie en insuline<br />
resistentie werden geïnduceerd na injectie <strong>van</strong> 100µg/kg per dag gedurende 4 dagen bij<br />
muizen (R<strong>op</strong>ero et al. 2008).<br />
4. Het Metabool Syndroom (gekenmerkt door een verhoogde bloeddruk, verhoogde<br />
glycemie en triglyceridemie, lage HDL concentratie en een te grote hoveelheid vet rond de<br />
lenden.)<br />
Lee et al. (2007b) vonden een verband tussen serumconcentraties <strong>van</strong> persistente organische<br />
polluenten en de prevalentie <strong>van</strong> het metabool syndroom bij niet-diabetische volwassenen. <strong>De</strong><br />
organochloor pesticiden vertoonden de sterkste associatie met gecorrigeerde odds ratio’s<br />
gelijk aan 1,0, 1,5, 2,3 en 5,3 over de organochloor quartielen. Dioxine-achtige PCBs<br />
vertoonden ook een positieve relatie met ORs = 1,0, 1,1, 2,2 en 2,1. Niet-dioxine-achtige<br />
PCBs vertoonden een omgekeerde U verband met ORs 1,0, 1,3, 1,8, en 1,0.<br />
5. Obesitas<br />
Vet<strong>op</strong>losbare xenobiotica kunnen zich <strong>op</strong>stapelen in vetweefsel, dat dan functioneert als een<br />
reservoir <strong>van</strong> waaruit deze stoffen terug in de bloedcirculatie gebracht worden, waar ze<br />
kunnen gemeten worden in dosissen die, voor sommige xenobiotica, een positieve correlatie<br />
vertonen met de Body mas index (Hutcheon et al. 1983). Irigaray et al. (2006) stelden vast dat<br />
benzo(a)pyreen zwaarlijvigheid kan bevorderen bij muizen door de Beta-adrenerge stimulatie<br />
<strong>van</strong> de lipolyse in vetweefsel te inhiberen. Opmerkelijk is dat bij adolescenten in Vlaanderen<br />
een significante negatieve associatie wordt gevonden tussen inwendige blootstelling aan<br />
organochloor verbindingen (dit zowel in termen <strong>van</strong> merker PCB’s en Hexachlorobenzeen<br />
als, in minder uitgesproken mate, in termen <strong>van</strong> PCB118 en DDE) en de Body Mass Index<br />
(BMI) (Biomonitoring <strong>van</strong> het Steunpunt Milieu en Gezondheid).<br />
6. Oste<strong>op</strong>orose<br />
Oste<strong>op</strong>orose is een complexe aandoening, die hoofdzakelijk verband houdt met een verlaagde<br />
beendensiteit. Ook microarchitecturale abnormaliteiten in de beenstructuur spelen een rol<br />
(Goyer et al. 1994).<br />
Metalen: Blootstelling aan cadmium, zowel gemeten in bloed als in urine, wordt<br />
geassocieerd aan verlaagde beendensiteit en oste<strong>op</strong>orose (Alfven et al. 2002, Zhu et<br />
al. 2004). Alfven et al. (2002) vonden een drie maal hoger risico in de groep met hoge<br />
cadmium blootstelling tegenover de groep met lage cadmiumblootstelling bij 60-<br />
plussers. <strong>De</strong> zogenaamde ‘itai-itai’-ziekte is een combinatie <strong>van</strong> verstoring <strong>van</strong> de<br />
nierwerking en ostromalacie (beenderverweking) en oste<strong>op</strong>orose, die het gevolg is <strong>van</strong><br />
een ernstige cadmiumblootstelling (Zhu et al. 2004). Ook bij matige<br />
cadmiumblootstelling (vb. in de nabijheid <strong>van</strong> zink-smelters) werd echter een<br />
associatie gevonden tussen cadmium in urine en een verminderde beendensiteit, met<br />
29
een duidelijk dosis-effectverband (Kazantzis 2004). Het is reeds een aantal jaren<br />
geweten dat zelfs vrij lage environmentele blootstellling aan cadmium de botdensiteit<br />
vermindert <strong>op</strong> indirecte wijze doorheen hypercalciurie tengevolge <strong>van</strong> renale tubulaire<br />
dysfunctie (Staessen et al. 1999). Recent onderzoek toont aan dat milieublootstelling<br />
aan cadmium de botdensiteit ook <strong>op</strong> directe wijze vermindert en de botres<strong>op</strong>tie<br />
stimuleert in afwezigheid <strong>van</strong> tubulaire dysfunctie door een direct osteotoxisch effect<br />
met een verhoogde calcieurie en reactieve veranderingen in de calciotr<strong>op</strong>ê hormonen<br />
(Schutte et al. 2008). Lood accumuleert in het been en is een potentiële risicofactor<br />
voor oste<strong>op</strong>orose, door de centrale rol die de beenderen spelen bij de Loodtoxicokinetiek.<br />
Het <strong>op</strong>slaan en vrijgeven <strong>van</strong> lood in/uit de beenderen volgen dezelfde<br />
fysiologie als het Calcium-metabolisme (Berglund et al. 2000). <strong>De</strong> relatie aluminium<br />
en oste<strong>op</strong>orose is momenteel onduidelijk. Bij in vitro en dierenstudies werden zowel<br />
positieve, negatieve, als de afwezigheid <strong>van</strong> invloeden <strong>op</strong> de beenvorming<br />
aangetoond. Bij studie naar oste<strong>op</strong>orose bij mensen werd geen verband met verhoogde<br />
aanwezigheid <strong>van</strong> aluminium in het been aangetoond (Hellstrom et al. 2006).<br />
PM 10 , PM 2.5 en NO 2 : Oste<strong>op</strong>orose blijkt relatief meer voor te komen in steden dan <strong>op</strong><br />
het platteland, en luchtvervuiling was negatief geassocieerd met algemene<br />
beendensiteit in een studie bij oudere mannen (75-76 jaar). Luchtvervuilingparameters<br />
die in rekening werden gebracht zijn fijn stof (PM 2.5 en PM 10 ) en stikstofdioxide. <strong>De</strong>ze<br />
associaties waren sterker bij rokers (Alvaer et al. 2007).<br />
Tabaksrook: een veelvoud aan studies <strong>op</strong> proefdieren heeft een verband aangetoond<br />
tussen tabaksconsumptie en verlaagde beenmassa en een verhoogd risico <strong>op</strong> breuken<br />
(Akhter et al. 2003; 2005).<br />
7. <strong>De</strong> ziekte <strong>van</strong> Alzheimer<br />
<strong>De</strong> ziekte <strong>van</strong> Alzheimer is een progressieve neurodegeneratieve aandoening die gekenmerkt<br />
wordt door functieverlies en afsterven <strong>van</strong> zenuwcellen <strong>op</strong> diverse plaatsen in de hersenen die<br />
leidt tot het verlies <strong>van</strong> cognitieve functies zoals geheugen en taalvaardigheid. Het is de meest<br />
voorkomende oorzaak <strong>van</strong> dementie. <strong>De</strong> oorzaak <strong>van</strong> het afsterven <strong>van</strong> deze zenuwcellen is<br />
onbekend, maar de cellen worden gekenmerkt door het verschijnen, <strong>van</strong> ongewone helicale<br />
eiwitfilamenten en door de degeneratie in corticale regionen <strong>van</strong> de hersenen, vooral in de<br />
frontale en temporale lobben (Brown et al. 2005) .<br />
Persistente Organische Polluenten: bij arbeiders werden een significante relatie<br />
gevonden tussen blootstelling aan pesticiden en de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer in<br />
verschillende studies (Baldi et al. 2003, Santibanez et al. 2007).<br />
Metalen: Van diverse metalen is gekend dat ze de ontwikkeling en werking <strong>van</strong> de<br />
hersenen kunnen beïnvloeden. Verschillende transport systemen kunnen metalen door<br />
de bloedhersen barrière laten doordringen (Yokel 2006). In het bijzonder de<br />
blootstelling aan aluminium zou mogelijk de ontwikkeling <strong>van</strong> Alzheimer kunnen<br />
bevorderen of induceren. Verschillende studies hebben een verband aangetoond tussen<br />
blootstelling aan aluminium via drinkwater, deodorants of beroepsmatige blootstelling<br />
en de ontwikkeling <strong>van</strong> Alzheimer. Andere studies konden echter geen verband<br />
aantonen, wat Brown et al. (2005) deed besluiten dat het precieze aandeel <strong>van</strong><br />
aluminium in de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer nog niet is ekend (Brown et al. 2005). Een<br />
recent review artikel kwam echter tot de conclusie dat, <strong>van</strong> 34 studies die de<br />
“Rele<strong>van</strong>ce Test” doorstonden, 68% wel degelijk een relatie tussen blootstelling aan<br />
aluminium en Alzheimer vonden, terwijl slechts 8,5% geen relatie vonden en de<br />
andere artikels niet conclusief waren (Ferreira et al. 2008). Andere metalen zijn<br />
30
minder goed bestudeerd, maar verhoogde concentraties <strong>van</strong> zink, ijzer, kwik en<br />
selenium werden gevonden in hersenen <strong>van</strong> Alzheimerpatiënten in vergelijking met<br />
controles (Cornett et al. 1998).<br />
Luchtvervuiling (smog): bewoners <strong>van</strong> steden met een ernstige luchtvervuiling<br />
vertonen, in de hersenen, significant meer ontstekingsverschijnselen en<br />
anatom<strong>op</strong>athologische kenmerken <strong>van</strong> de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer. Inwoners <strong>van</strong> steden<br />
met zware luchtpollutie hadden , in een aut<strong>op</strong>sie-onderzoek <strong>van</strong> de hersenen, een<br />
hogere expressie <strong>van</strong> het COX2 enzyme in de frontale cortex en in de hippocampus en<br />
een grotere <strong>op</strong>stapeling <strong>van</strong> Aβ42 in neuronen en astrocyten dan inwoners <strong>van</strong> steden<br />
met minder luchtpollutie (Calderon-Garciduenas et al., 2004). .<br />
Solventen: bij studies naar het effect <strong>van</strong> beroepsmatige solventblootstelling (het<br />
betreft diverse solventen) <strong>op</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> Alzheimer werd een positief<br />
verband gevonden (Graves et al. 1998, Kukull et al. 1995). Andere studies (zie<br />
Santibanez et al. 2007) konden echter geen verband aantonen en de associatie tussen<br />
solventen en Alzheimer zou minder consistent zijn dan tussen Alzheimer en pesticiden<br />
(Santibanez et al. 2007).<br />
Elektromagnetische velden: verschillende studies hebben een verhoogd risico <strong>op</strong> de<br />
ontwikkeling de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer gevonden bij personen die beroepsmatig<br />
blootgesteld werden aan laagfrequente elektromagnetische velden. Bij een grote studie<br />
(n=1931) bleek dat 2.1% resp. 5.4% <strong>van</strong> de Alzheimerpatienten werd blootgesteld aan<br />
hoge resp. matig hoge elektromagnetische velden, terwijl dit bij de controlep<strong>op</strong>ulatie<br />
zonder Alzheimer 0.8% resp. 3.0% was. Dit verband is mogelijk ook <strong>van</strong> toepassing<br />
voor de algemene bevolking (Da<strong>van</strong>ipour et al. 2007).<br />
Pesticiden<br />
Studies <strong>van</strong> betere kwaliteit vonden statistisch significante positieve verbanden tussen<br />
beroepsmatige blootstelling aan pesticiden en de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer (Santibanez et<br />
al. 2007). Het relatieve risico <strong>op</strong> Alzheimer voor mannen zou 2,39 (95% confidence<br />
interval: 1.02, 5.63) bedragen in een prospectieve cohort studie <strong>op</strong> 1507 ouderen in<br />
Frankrijk (Baldi et al. 2003).<br />
8. <strong>De</strong> ziekte <strong>van</strong> Parkinson<br />
<strong>De</strong> ziekte <strong>van</strong> Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte <strong>van</strong> onbekende etiologie die<br />
gekenmerkt wordt door ritmische trilling <strong>van</strong> de lidmaten, gebogen houding, traagheid <strong>van</strong><br />
vrijwillige bewegingen, en verstarde gelaatsuitdrukking. Pathologisch is er het verlies<br />
zenuwcellen in voornamelijk, maar niet uitsluitend, de substantia nigra in de hersenstam en<br />
een overeenkomstige vermindering <strong>van</strong> d<strong>op</strong>amine niveaus <strong>van</strong> corpus striatum. Lewylichamen<br />
zijn aanwezig in de substantia nigra en de locus coeruleus (Brown et al. 2003).<br />
Persistente Organische Polluenten: een aanzienlijk aantal epidemiologische studies hebben<br />
een positieve associatie gevonden tussen Parkinson en blootstelling aan pesticiden. <strong>De</strong>ze<br />
associaties werden onder andere gevonden bij landbouwers en boomgaardarbeiders<br />
blootgesteld aan pesticiden, bewoners <strong>van</strong> landelijke gebieden en gebruik <strong>van</strong> grondwater<br />
(Brown et al. 2005). <strong>De</strong> meeste studies vonden ook een positieve correlatie tussen de kans <strong>op</strong><br />
Parkinson en de blootstellingsduur (Lai et al. 2002). Fleming et al. 1994 vonden hogere<br />
pesticideconcentraties in de hersenen <strong>van</strong> Parkinson-patiënten in vergelijking met controles.<br />
Metalen: verschillende studies hebben verband kunnen aantonen tussen blootstelling aan<br />
metalen en de ontwikkeling <strong>van</strong> Parkinson (Brown et al. 2005, Lai et al. 2002). Resultaten<br />
<strong>van</strong> studies naar het verband tussen specifieke metalen en de ontwikkeling <strong>van</strong> Parkinson zijn<br />
echter variabel. Metalen die correleerden aan de ziekte <strong>van</strong> Parkinson waren mangaan, k<strong>op</strong>er,<br />
31
lood, kwik, ijzer, en met name combinaties <strong>van</strong> verschillende blootstellingen (Brown et al.<br />
2005).<br />
Solventen: Verschillende studies hebben een verband aangetoond tussen blootstelling aan<br />
solventen en de het voorkomen <strong>van</strong> Parkinson, de ernst er<strong>van</strong>, en de leeftijd waarbij de<br />
symptomen tot ontwikkeling kwamen (Brown et al. 2005, Gralewicz & Dyzma 2005).<br />
Waarnemingen in Vlaanderen: Een groep Vlaamse onderzoekers (Pals et al. 2003) heeft<br />
een retrospectieve casecontrol studie verricht in Vlaanderen 423 Parkinson patiënten en 205<br />
echtgenoten als controle werden betrokken. <strong>De</strong> gemiddelde leeftijd bij het begin <strong>van</strong> de ziekte<br />
bedroeg 58 jaar, meteen man/vrouw verhouding <strong>van</strong> 1.53. In 15% <strong>van</strong> de gevallen werd een<br />
familiale factor gedetecteerd, en bij de vrouwen zouden nulliparen (vrouwen die geen<br />
kinderen <strong>op</strong> de wereld hebben gebracht) een groter risico l<strong>op</strong>en dan anderen (95%CI/ 1.08-<br />
5.76). Volgende waarnemingen zouden kunnen wijzen <strong>op</strong> het belang <strong>van</strong> blootstelling aan<br />
polluenten in het ontstaan <strong>van</strong> de ziekte <strong>van</strong> Parkinson: Roken bleek een licht beschermend<br />
effect te hebben. Matige consumptie <strong>van</strong> alcohol bleek geen effect te hebben, en in<br />
Vlaanderen bleek er geen associatie te zijn met het drinken <strong>van</strong> putwater. Tewerkstelling in de<br />
metallurgie bleek wel een risicofactor te zijn, in het bijzonder echt contact met industriële<br />
metallurgische processen. Vooral blootstelling aan zink zou een risicofactor zijn . Ook<br />
blootstelling aan organofosfaat pesticiden zou mogelijks een risicofactor zijn, alsmede<br />
blootstelling aan tolueen.<br />
9. Chronische respiratoire <strong>aandoeningen</strong><br />
Chronische bronchitis is een permanente ontsteking <strong>van</strong> de bronchiën, met verhoogde<br />
afscheiding <strong>van</strong> slijm. Longemfyseem is een aandoening die veroorzaakt wordt door een<br />
verminderde elasticiteit <strong>van</strong> het longweefsel en door een verlies <strong>van</strong> alveoli en haarvaten <strong>van</strong><br />
de alveoli. Samen vormen deze <strong>aandoeningen</strong> de “Chronic Obstructive Pulmonary Diseases”<br />
(COPD), die gekenmerkt worden door een <strong>chronische</strong> en meestal irreversibele belemmering<br />
<strong>van</strong> de luchtstroom in de longen, en die vaak voorkomen bij rokers en personen blootgesteld<br />
aan toxische stoffen. <strong>De</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> COPD is afhankelijk <strong>van</strong> processen die longgroei<br />
en –ontwikkeling beïnvloeden tijdens de eerdere levensfases, alsook <strong>van</strong> processen die <strong>op</strong><br />
latere leeftijd ingrijpen. Er is bovendien aangetoond dat er belangrijke interacties bestaan<br />
tussen genetische factoren en <strong>milieufactoren</strong>, waardoor bepaalde personen gevoeliger zijn<br />
voor de ontwikkeling <strong>van</strong> COPD (Caramori & Adcock 2006, Walter et al. 2000).<br />
Tabaksrook: Dit de best gekende en bestudeerde milieugerelateerde oorzaak <strong>van</strong><br />
COPD. <strong>De</strong> werking zou te wijten zijn aan de inductie <strong>van</strong> ontstekingsprocessen. Ook<br />
oxidatieve stress zou een rol spelen. Passieve blootstelling aan tabaksrook eveneens de<br />
ontwikkeling <strong>van</strong> COPD bevorderen. Bij kinderen waar<strong>van</strong> de ouders roken wordt een<br />
verlaagde longcapaciteit waargenomen, hetgeen een vermindering <strong>van</strong> longfunctie <strong>op</strong><br />
latere leeftijd kan veroorzaken (Walter et al. 2000).<br />
Stof: beroepsmatige blootstelling aan diverse soorten organisch en anorganisch stof is<br />
een risicofactor gebleken voor COPD. Dit is onder andere het geval voor stof dat<br />
vrijkomt in de verwerking of bewerking <strong>van</strong> graan, katoen, kurk, hout suiker en<br />
papier, en in de mijnbouw (goud, steenkool) en bij arbeiders blootgesteld <strong>van</strong> krijt<br />
en/of kalk (Walter et al. 2000).<br />
Gassen <strong>op</strong> de werkplaats: COPD werd gelinkt aan blootstelling aan onder andere<br />
metaaldampen, SO2-gassen, chloor-bevattende gassen, H2S, styreen, en PVC-dampen<br />
(Walter et al. 2000).<br />
Luchtpollutie: algemene luchtvervuiling wordt beschouwd als een risicofactor voor<br />
COPD. Hoewel het precieze aandeel <strong>van</strong> elke factor hierin moeilijk te bepalen is,<br />
wijzen studies er<strong>op</strong> dat verhoogde concentraties <strong>van</strong> fijn stof, NO 2 , SO 2 en ozon een<br />
32
verergering symptomen kan veroorzaken in COPD patiënten. Langetermijneffecten<br />
zijn nog moeilijker te bepalen, maar bij volwassenen zijn verminderde longfuncties en<br />
een verhoogd voorkomen <strong>van</strong> longobstructie gevonden. Bij kinderen die wonen <strong>op</strong><br />
plaatsen met hoge concentraties aan NO2, ozon en deeltjes in de atmosfeer, werd een<br />
verminderde longfunctie waargenomen. Ook een woonplaats in de buurt <strong>van</strong> een<br />
industriële site bleek hiermee gecorreleerd. Cohortestudies wijzen <strong>op</strong> een verband<br />
tussen het leven <strong>op</strong> plaatsen met hoge deeltjesvervuiling en <strong>chronische</strong><br />
long<strong>aandoeningen</strong>, met een dosis-effectverband. Verschillende studies duiden ook <strong>op</strong><br />
het verhoogde risico <strong>van</strong> een ongezond binnenhuismilieu <strong>op</strong> COPD. Zo worden er<br />
verbanden gevonden tussen binnenhuisverbranding (koken, verwarmen) en COPD<br />
(Alfaro-Moreno et al. 2007, Brugge et al. 2007, Walter et al. 2000).<br />
10. Nierfalen<br />
Metalen: Cadmiumblootstelling, zowel gemeten in bloed als in urine, wordt<br />
geassocieerd met een hogere kans <strong>op</strong> nierschade, met een kans <strong>op</strong> tubulaire proteinuria<br />
die viermaal hoger licht bij de groep met hoge blootstelling in vergelijking met de<br />
groep met lage blootstelling. Het verband tussen environmentele en inwendige<br />
blootstelling aan cadmium en nierziekten werd in België grondig onderzocht door<br />
Staessen en medewerkers (Lauwerys 1991; Staessen et al 1994; 1996; 2001). Een<br />
toename tot 2 microgram per dag in de urinaire cadmiumexcretie was geassocieerd<br />
met een probabiliteit <strong>van</strong> ongeveer 10% <strong>op</strong> tubulaire dysfunctie (Lauwerys 1991).<br />
11. Hart- en Vaatziekten.<br />
Hart- en vaatziekten vormen een zeer belangrijke doodsoorzaak in Eur<strong>op</strong>a bij personen ouder<br />
dan ca. 50 jaar . Atheromatose is onderliggend aan het merendeel der cardiovasculaire<br />
ziekten. Atheromata zijn multicausale letsels waarbij metabole factoren (hyperlypidemie),<br />
virussen (Benditt et al. 1988), chlamydiae (Kuo et al. 1995) en polluenten aan wezig in het<br />
leefmilieu een rol kunnen spelen. Een belangrijke vaststelling is dat atheromata monoclonaal<br />
zijn, dus een soort goedaardige tumoren zijn (Benditt 1976). Het is dan ook waarschijnlijk dat<br />
allerhande mutagene (kanker-initiërende) agentia en tumorpromotors een rol kunnen spelen<br />
bij de inductie <strong>van</strong> atheromata. In overeenstemming daarmee vonden Majesky et al.(1983) dat<br />
duiven die gevoelig zijn aan atherosclerosis een meer efficiënte activatie <strong>van</strong> benzo(a)pyreen<br />
vertonen in hun aortaweefsel dan duiven die resistent zijn aan deze ziekte. Ook konden<br />
Majesky et al. (1985) een focale proliferatie <strong>van</strong> gladde spiercellen in de intima <strong>van</strong> de aorta<br />
<strong>van</strong> kippen veroorzaken middels een initiatie-promotie procedure zoals deze die tumoren<br />
verwekt in proefdieren. Recente gegevens wijzen <strong>op</strong> het grote belang <strong>van</strong> luchtpollutie als<br />
oorzaak <strong>van</strong> cardiovasculaire ziekten (Brook 2007; Simkhovich et al. 2008)<br />
11.1. Luchtvervuiling. Effecten <strong>van</strong> <strong>chronische</strong> blootstelling <strong>op</strong> hart- en vaatziekten<br />
Het moet dan ook geen verwondering wekken dat er nu heel wat gegevens beschikbaar zijn<br />
die wijzen <strong>op</strong> een belangrijke rol <strong>van</strong> milieuvervuiling als oorzaak <strong>van</strong> cardiovasculaire<br />
<strong>aandoeningen</strong>. <strong>De</strong> prevalentie <strong>van</strong> ischemische hartziekten bedroeg 9,6% bij personen<br />
(behorend tot de algemene p<strong>op</strong>ulatie) die waren blootgesteld aan vervuilde lucht met een<br />
jaarlijks gemiddelde fijne stofdeeltjes (PM 2,5 ) “Air Quality Index” boven de 60 tegen over<br />
5,9% bij personen blootgesteld aan vervuilde lucht met een jaarlijks gemiddelde fijne<br />
stofdeeltjes (PM2,5) “Air Quality Index” gelijk aan of kleiner dan 60 (Balluz et al. 2007). Een<br />
“Air Quality Index” voor PM 2,5 gelijk aan 100 stemt overeen met een 24 uurs gemiddelde <strong>van</strong><br />
33
40 microgram per m³ ( USA regeringswebsite<br />
http://airnow.gov/index.cfm?action=aqibroch.aqi#aqipar). Personen met de hogere<br />
blootstelling hadden een grotere kans (adjusted odds ratio =1,72, 95% confidence Interval<br />
1,11-2,66) dan personen met de lagere blootstelling na correctie voor leeftijd, geslacht,<br />
etnische factoren, roken, body mass index, diabetes, arteriële hypertensie en<br />
hypercholesterolemie.<br />
Volgende figuur, gegevens <strong>van</strong> de WHO (Ostro 2004), geeft een beeld <strong>van</strong> de relatie tussen<br />
PM 10 en het risico <strong>op</strong> mortaliteit tengevolge <strong>van</strong> cardi<strong>op</strong>ulmonaire <strong>aandoeningen</strong>.<br />
Miller K.A. et al. (2007) bestudeerden 65893 postmen<strong>op</strong>ausale vrouwen zonder voorafgaande<br />
cardiovasculaire pathologie in 36 stedelijke gebieden in de USA <strong>van</strong> 1994 to 1998, met een<br />
mediane follow-up <strong>van</strong> 6 jaar. <strong>De</strong> blootstelling <strong>van</strong> de vrouwen aan luchtpollutie werd<br />
gemeten middels de monitor die het dichtst gesitueerd was bij de woning <strong>van</strong> de vrouw.<br />
Risico’s werden berekend voor het eerste cardiovasculair accident, na correctie voor leeftijd,<br />
ras of ethnische afkomst, tabaksgebruik, <strong>op</strong>leidingsniveau, inkomen <strong>van</strong> het huishouden, body<br />
mass index, en aan- of afwezigheid <strong>van</strong> diabetes, hypertensie of hypercholesterolemie. In<br />
totaal hadden 1816 vrouwen een of meer fatale of niet fatale cardiovasculaire incidenten,<br />
waaronder sterfte tengevolge <strong>van</strong> kroonslagaderziekte of cerebrovasculaire ziekte,<br />
revascularisatie <strong>van</strong> een kroonslagader, hartinfarct of beroerte. In het jaar 2000 varieerdende<br />
blootstelllingen aan PM 2.5 <strong>van</strong> 3,4 tot 28,3 µg/m 3 (gemiddeld 13,5 µg/m 3 ).Elke stijging <strong>van</strong><br />
PM 2.5 met 10 µg/m3 was geassocieerd met een toename <strong>van</strong> 24% in het risico <strong>op</strong> een<br />
cardiovasculair incident (hazard ratio, 1,24; 95% confidence interval [C.I.], 1,09 tot 1,41) en<br />
een toename met 76% in het risico <strong>op</strong> overlijden tengevolge <strong>van</strong> cardiovasculaire ziekte<br />
(hazard ratio, 1,76; 95% CI, 1,25 tot 2,47).<br />
34
11.2. Effecten <strong>van</strong> acute blootstelling aan fijn stof <strong>op</strong> hart- en vaatziekten :<br />
Zelfs korte termijn-blootstelling aan PM 2.5 gedurende enkele uren zou aanleiding kunnen<br />
geven aan hartinfarcten, hartischemie, arrhytmia, hartfalen, beroerte, verergeren <strong>van</strong><br />
<strong>aandoeningen</strong> <strong>van</strong> de perifere bloedvaten and plots overlijden. Lange termijn-blootstelling aan<br />
lage concentraties PM 2.5 wordt gelinkt aan hypertensie en atheroscleoris (Brook 2007, Maitre<br />
et al. 2006).. PM0.1, de ultrafijne deeltjes, uitgestoten door voornamelijk dieselmotoren, die<br />
verantwoordelijk zijn voor het grootste aantal deeltjes in de atmosfeer, kunnen direct<br />
binnendringen in de bloedbaan, en vasculaire effecten uitoefenen. Naast met inflammatoire<br />
effecten, worden deeltjes ook geassocieerd met onder andere verhoogde fibrinogeen- en<br />
bloedplaatjesconcentraties (Brook, 2007; Maitre et al., 2006).<br />
11.3. Reactieve stoffen en hart en vaatziekten<br />
Wat reactieve stoffen betreft, blootstelling aan styreen bleek geassocieerd te zijn, bij arbeiders<br />
werkend tussen 1943 en 1984 in twee styreen-butadieen rubber fabrieken in de USA, met<br />
overlijden tengevolge <strong>van</strong> acute ischemische hartziekte. Het relatief risico i.v.m. blootstelling<br />
gedurende de laatste 2 jaar bij actieve arbeiders bedroeg respectievelijk 2.95 (95% confidence<br />
interval: 1.02, 8.57) bij een tijdsgewogen styreenconcentratie <strong>van</strong> 0.2- of =0.3 ppm voor dezelfde periode<br />
<strong>van</strong> blootstelling. (Matanoski et al. 2003).<br />
11.4. Metalen en hart en vaatziekten:<br />
Talrijke studies hebben positieve associatie aangetoond tussen lood en hart- en vaatziekten.<br />
<strong>De</strong>ze verbanden werden gevonden zowel met hypertensie als met klinische uitkomsten zoals<br />
kransslagader-<strong>aandoeningen</strong> en hartstilstand (Navas-Acien et al. 2007). Een verhoogde<br />
inwendige blootstelling aan cadmium is niet geassocieerd aan een verhoogd risico <strong>op</strong> arteriële<br />
hypertensie (Staessen et al. 2000) maar wel met wijzigingen in de eigenschappen <strong>van</strong> de wand<br />
<strong>van</strong> arteriën, met een lagere snelheid <strong>van</strong> de aortische pols golf, een lagere pols druk doorheen<br />
het arteriëel systeem en met een hogere femorale vervormbaarheid. (Schutte et al. 2008b).<br />
35
12. Algemeen besluit<br />
Uit dit ten dele bondig overzicht <strong>van</strong> de gezondheidsbedreigende effecten <strong>van</strong> de vervuiling<br />
<strong>van</strong> het leefmilieu blijkt dat niet alleen kanker, maar ook andere <strong>chronische</strong> <strong>aandoeningen</strong> in<br />
aanzienlijke mate hun oorsprong vinden in de vervuiling. Dit geldt in het bijzonder, maar niet<br />
alleen, voor <strong>aandoeningen</strong> die vooral <strong>op</strong> latere leeftijd voorkomen. Men dient echter wel voor<br />
ogen te houden dat de belangrijkste blootstellingen in vele gevallen plaatsgrijpen in utero of<br />
bij het begin <strong>van</strong> het leven. Blootstellingen in utero kunnen dus niet alleen de ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> het jonge kind beïnvloeden, maar kunnen ook leiden tot een aantal pathologieën <strong>op</strong> latere<br />
leeftijd. Daarnaast is het ook zo dat blootstellingen tijdens het volwassen leven uiteraard<br />
bijdragen tot het ontstaan <strong>van</strong> pathologieën, of deze zoals in het geval <strong>van</strong> astma, in<br />
aanzienlijke mate verergeren.<br />
36
Bibliografie<br />
Adachi S, Kawamura K, Takemoto K. A trial on the quantitative risk assessment of manmade<br />
mineral fibers by the rat intraperitoneal administration assay using the JFM standard<br />
fibrous samples. Ind Health 2001 Apr;39(2):168-74.<br />
Adriani W, Seta DD, ssi-Fulgheri F, Farabollini F, Laviola G. Altered profiles of spontaneous<br />
novelty seeking, impulsive behavior, and response to D-amphetamine in rats perinatally<br />
exposed to bisphenol A. Environ Health Perspect 2003 Apr;111(4):395-401.<br />
Agalliu I, Eisen EA, Kriebel D. A biological approach to characterizing exposure to metal<br />
working fluids and risk of prostate cancer (United States), Cancer Causes and Control. 2005b;<br />
16(4):323-331.<br />
Agalliu I, Kriebel D, Quinn MM et al. Prostate cancer incidence in relation to time windows<br />
of exposure to metalworking fluids in the auto industry, Epidemiology, 2005a; 16(5):664-671.<br />
Aitken RJ, Skakkebaek NE, Roman SD. Male reproductive health and the environment. Med<br />
J Aust 2006 ;185:414-415. Akhter, M. P., Lund, A. D., & Gairola, C. G. (2005). Bone<br />
biomechanical pr<strong>op</strong>erty deterioration due to tobacco smoke exposure. Calcif. Tissue Int. 77,<br />
319-326.<br />
Akhter MP, Iwaniec UT, Haynatzki GR, Fung YK, Cullen DM, Recker RR. Effects of<br />
nicotine on bone mass and strength in aged female rats. J Orth<strong>op</strong> Res 2003 Jan;21(1):14-9.<br />
Akhter MP, Lund AD, Gairola CG. Bone biomechanical pr<strong>op</strong>erty deterioration due to tobacco<br />
smoke exposure. Calcif Tissue Int 2005 Nov;77(5):319-26.<br />
Ala<strong>van</strong>ja MCR, Dosemeci M, Samanic C, et al. Pesticides and lung cancer risk in the<br />
agricultural health study cohort. American Journal of Epidemiology. 2004; 160(9):876-885.<br />
Ala<strong>van</strong>ja MCR, Sandler DP, Lynch CF, et al. Cancer incidence in the Agricultural Health<br />
Study, Scandinavian Journal of Work, Environment and Health. 2005;31(suppl 1):39-45.<br />
Alexander DD, Mink PJ, Mandel JH, et al. A meta-analysis of occupational trichloroethylene<br />
exposure and multiple myeloma or leukaemia, Occupational Medicine. 2006; 56(7):485-493.<br />
Alfaro-Moreno, E., Nawrot, T. S., Nemmar, A., & Nemery, B. (2007). Particulate matter in<br />
the environment: pulmonary and cardiovascular effects. Curr. Opin. Pulm. Med. 13, 98-106.<br />
Alfven, T., Jarup, L., & Elinder, C. G. (2002). Cadmium and lead in blood in relation to low<br />
bone mineral density and tubular proteinuria. Environ. Health Perspect. 110, 699-702.<br />
Alvaer, K., Meyer, H. E., Falch, J. A., Nafstad, P., & Sogaard, A. J. (2007). Outdoor air<br />
pollution and bone mineral density in elderly men - the Oslo Health Study. Oste<strong>op</strong>oros. Int.<br />
18, 1669-1674.<br />
Baena AV, Allam MF, Diaz-Molina C, et al. Urinary bladder cancer and the petroleum<br />
industry: a quantitative review, Eur<strong>op</strong>ean Journal of Cancer Prevention. 2006; 15: 493-497.<br />
37
Baker PJ and Hoel D. Meta-analysis of standardized incidence and mortality rates of<br />
childhood leukaemia in proximity to nuclear facilities, Eur<strong>op</strong>ean Journal of Cancer Care.<br />
2007; 16(4):355-363.<br />
Baldi I., P. Lebailly, B. Mohammed-Brahim, L. Letenneur, J. F. Dartigues, and P. Brochard.<br />
Neurodegenerative diseases and exposure to pesticides in the elderly. Am.J.Epidemiol. 157<br />
(5):409-414, 2003.<br />
Baldi, I., Cantagrel, A., Lebailly, P., Tison, F., Dubroca, B., Chrysostome, V., Dartigues, J. F.,<br />
& Brochard, P. (2003). Association between Parkinson's disease and exposure to pesticides in<br />
southwestern France. Neuroepidemiology 22, 305-310.<br />
Balluz L., X. J. Nen, M. Town, J. D. Shire, J. Qualter, and A. Mokdad. Ischemic heart disease<br />
and ambient air pollution of particulate matter 2.5 in 51 counties in the U.S. Public Health<br />
Rep. 122 (5):626-633, 2007.<br />
Band PR, Nhu DL, MacAurthur AC et al. Identification of occupational cancer risks in<br />
British Columbia: a p<strong>op</strong>ulation-based case-control study of 1129 cases of bladder cancer,<br />
Journal of Occupational & Environmental Medicine. 2005; 47(8):854-858.<br />
Barclay, J., Hillis, G., & Ayres, J. (2005). Air pollution and the heart : cardiovascular effects<br />
and mechanisms. Toxicol. Rev. 24, 115-123.<br />
Barlow BK, Cory-Slechta DA, Richfield EK, Thiruchelvam M. The gestational environment<br />
and Parkinson's disease: evidence for neurodevel<strong>op</strong>mental origins of a neurodegenerative<br />
disorder. Reprod Toxicol 2007 Apr;23(3):457-70.<br />
Barlow BK, Richfield EK, Cory-Slechta DA, Thiruchelvam M. A fetal risk factor for<br />
Parkinson's disease. <strong>De</strong>v Neurosci 2004 Jan;26(1):11-23.<br />
Bates, MN. Registry-based case-control study of cancer in California firefighters, American<br />
Journal of Industrial Medicine. 2007; 50(5):339-344.<br />
Beall Cl, Bender TJ, Cheng H, et al. Mortality among semiconductor and storage devicemanufacturing<br />
workers, Journal of Occupational and Environmental Medicine. 2005; 47:996-<br />
1014.<br />
Becher H, Ramroth, H, Ahrens W, et al. Occupation, exposure to polycyclic aromatic<br />
hydrocarbons and laryngeal cancer, International Journal of Cancer. 2005; 116:451-457.<br />
BELPOMME D.1,2, P. IRIGARAY2, A.J. SASCO3, J.A. NEWBY4, V. HOWARD5, R.<br />
CLAPP6 and L. HARDELL7: The growing incidence of cancer: Role of lifestyle and<br />
screening detection (Review). INTERNATIONAL JOURNAL OF ONCOLOGY 30: 1037-<br />
1049, 2007<br />
Belpomme, D., P. Irigaray, L. Hardell, R. Clapp, L. Montagnier, S. Epstein, and A. J. Sasco.<br />
The multitude and diversity of environmental carcinogens. Environ.Res. 105 (3):414-429,<br />
2007b.<br />
38
Bender TJ, Beall C, Cheng H, et al. Cancer incidence among semiconductor and electronic<br />
storage device workers, Occupational and Environmental Medicine. 2007; 64:30-36.<br />
Benditt EP. Implications of the monoclonal character of human atherosclerotic plaques. Beitr<br />
Pathol 1976 Sep;158(4):405-16.<br />
Benditt EP. Implications of the monoclonal character of human atherosclerotic plaques. Beitr<br />
Pathol 1976 Sep;158(4):405-16.<br />
Benditt EP. Origins of human atherosclerotic plaques. The role of altered gene expression.<br />
Arch Pathol Lab Med 1988 Oct;112(10):997-1001.<br />
Berglund, M., Akesson, A., Bjellerup, P., & Vahter, M. (2000). Metal-bone interactions.<br />
Toxicol. Lett. 112-113, 219-225.<br />
Birch JM, Alston RD and Kelsey AM: Classification and incidence of cancers in adolescents<br />
and young adults in England 1979-1997. Br J Cancer 87: 1267-1274, 2002.<br />
Birk T, Mundt KA, <strong>De</strong>ll LD, et al. Lung cancer mortality in the German chromate industry,<br />
1958-1998, Journal of Occupational and Environmental Medicine. 2006; 48(4):426-433.<br />
Birnbaum LS, Fenton SE. Cancer and devel<strong>op</strong>mental exposure to endocrine disruptors.<br />
Environ Health Perspect. 2003;111:389-394.<br />
Blair A, Hartge P, Stewart PA, McAdams M, Lubin J. Mortality and cancer incidence of<br />
aircraft maintenance workers exposed to trichloroethylene and other organic solvents and<br />
chemicals: extended follow up. Occup Environ Med 1998 Mar;55(3):161-71.<br />
Blair A, Kazerouni N. Reactive chemicals and cancer. Cancer Causes & Control. 1997; 8:473-<br />
490.<br />
Boers D, Zeegers MPA, Swaen GM, et al. The influence of occupational exposure to<br />
pesticides, polycyclic aromatic hydrocarbons, diesel exhaust, metal dust, metal fumes, and<br />
mineral oil on prostate cancer: a prospective cohort study, Occupational and Environmental<br />
Medicine. 2005; 62:531-537.<br />
Boice,J. D. Jr., D. E. Marano, S. S. Cohen, M. T. Mumma, W. J. Blot, A. B. Brill, J. P.<br />
Fryzek, B. E. Henderson, and J. K. McLaughlin. Mortality among Rocketdyne workers who<br />
tested rocket engines, 1948-1999. J.Occup.Environ.Med. 48 (10):1070-1092, 2006.<br />
Boffetta P, Matisane L, Mundt KA, <strong>De</strong>ll LD. Meta-analysis of studies of occupational<br />
exposure to vinyl chloride in relation to cancer mortality. Scandinavian Journal of Work,<br />
Environment & Health. 2003; 29(3):220-229.<br />
Boffetta P., M. Tubiana, C. Hill, M. Boniol, A. Aurengo, R. Masse, A. J. Valleron, R. Monier,<br />
The G. de, P. Boyle, and P. Autier. The causes of cancer in France. Ann.Oncol., 2008.<br />
39
Bonner MR, Han D, Nie J, et al. Breast cancer risk and exposure to early life polycyclic<br />
aromatic hydrocarbons using total suspended particulates as a proxy measure, Cancer<br />
Epidemiology, Biomarkers and Prevention. 2005; 14(1):53-60.<br />
Bonner MR, Lee WJ, Sandler DP, et al. Occupational exposure to carbofuran and the<br />
incidence of cancer in the Agricultural Health Study, Environmental Health Perspectives.<br />
2005; 113(3):285-289.<br />
Boorman GA, Sills RC, Grumbein S, Hailey R, Miller RA, Herbert RA. Long-term toxicity<br />
studies of ozone in F344/N rats and B6C3F1 mice. Toxicol Lett 1995 <strong>De</strong>c;82-83:301-6.<br />
Breast Cancer Fund and Breast Cancer Action. State of the Evidence: What is the connection<br />
between the environment and breast cancer? Third edition 2004: edited by Nancy E<strong>van</strong>s,<br />
Accessed February 4, 2005 at http://www.bcaction.org/PDF/StateofEvidence.pdf.<br />
Brody JG, Moysich KB, Humblet O, et al. Environmental pollutants and breast cancer,<br />
epidemiologic studies, Cancer (Supplement). 2007; 109(12):2667-2711.<br />
Brody JG, Rudel RA. Environmental pollutants and breast cancer. Environmental Health<br />
Perspectives. June 2003; 111(8):1007-1019.<br />
Brook, R. D. (2007). Is air pollution a cause of cardiovascular disease? Updated review and<br />
controversies. Rev. Environ. Health 22, 115-137.<br />
Brown P. Oscillatory nature of human basal ganglia activity: relationship to the<br />
path<strong>op</strong>hysiology of Parkinson's disease. Mov Disord. 18 (4):357-363, 2003.<br />
Brown, R. C., Lockwood, A. H., & Sonawane, B. R. (2005). Neurodegenerative diseases: an<br />
overview of environmental risk factors. Environ. Health Perspect. 113, 1250-1256.<br />
Brugge, D., Durant, J. L., & Rioux, C. (2007). Near-highway pollutants in motor vehicle<br />
exhaust: a review of epidemiologic evidence of cardiac and pulmonary health risks. Environ.<br />
Health 6, 23.<br />
Calderon-Garciduenas, L., Reed, W., Maronpot, R. R., Henriquez-Roldan, C., gado-Chavez,<br />
R., Calderon-Garciduenas, A., Dragustinovis, I., Franco-Lira, M., ragon-Flores, M., Solt, A.<br />
C., Altenburg, M., Torres-Jardon, R., & Swenberg, J. A. (2004). Brain inflammation and<br />
Alzheimer's-like pathology in individuals exposed to severe air pollution. Toxicol. Pathol. 32,<br />
650-658.<br />
California Environmental Protection Agency. Pr<strong>op</strong>osed identification of environmental<br />
tobacco smoke as a toxic air contaminant: California Air Resources Board, June, 2005,<br />
Accessed at http://www.arb.ca.gov/toxics/ets/dreport/dreport.htm.<br />
Calvert GM, Ward E, Schnorr TM, Fine LJ. Cancer risks among workers exposed to<br />
metalworking fluids: a systematic review. American Journal of Industrial Medicine. 1998;<br />
33:282-292.<br />
Cameron, N. & <strong>De</strong>merath, E. W. (2002). Critical periods in human growth and their<br />
relationship to diseases of aging. Am. J. Phys. Anthr<strong>op</strong>ol. Suppl 35, 159-184.<br />
40
Campbell, A. (2004). Inflammation, neurodegenerative diseases, and environmental<br />
exposures. Ann. N. Y. Acad. Sci. 1035, 117-132.<br />
Caramori, G. & Adcock, I. (2006). Gene-environment interactions in the devel<strong>op</strong>ment of<br />
chronic obstructive pulmonary disease. Curr. Opin. Allergy Clin. Immunol. 6, 323-328.<br />
Carpenter, D. O. (2006). Polychlorinated biphenyls (PCBs): routes of exposure and effects on<br />
human health. Rev. Environ. Health 21, 1-23.<br />
Carreon T, Butler MA, Ruder AM et al. Gliomas and farm pesticide exposure in women: the<br />
upper Midwest Health Study, Environmental Health Perspectives. 2005; 113(5):546-551.<br />
Carvey PM, Punati A, Newman MB. Progressive d<strong>op</strong>amine neuron loss in Parkinson's<br />
disease: the multiple hit hypothesis. Cell Transplant 2006;15(3):239-50.<br />
Ceccatelli S, Tamm C, Zhang Q, Chen M. Mechanisms and modulation of neural cell damage<br />
induced by oxidative stress. Physiol Behav 2007 Sep 10;92(1-2):87-92.<br />
Chen C, Arjomandi M, Qin H, Balmes J, Tager I, Holland N. Cytogenetic damage in buccal<br />
epithelia and peripheral lymphocytes of young healthy individuals exposed to ozone.<br />
Mutagenesis 2006 Mar;21(2):131-7.<br />
Chen S, Iversen ES, Friebel T, Finkelstein D, Weber BL, Eisen A, et al. Characterization of<br />
BRCA1 and BRCA2 mutations in a large United States sample. J Clin Oncol 2006 Feb<br />
20;24(6):863-71.<br />
Cheng , Sathiakumar N, Graff J, et al. 1,3-Butadiene and leukemia among synthetic rubber<br />
industry workers: exposure-response relationships, Chemico-Biological Interactions. 2007;<br />
166:15-24.<br />
Cheng TJ, Kao HP, Chan CC, Chang WP. Effects of ozone on DNA single-strand breaks and<br />
8-oxoguanine formation in A549 cells. Environ Res 2003 Nov;93(3):279-84.<br />
Clapp RW, Howe GK and Jacobs M (2005): Environmental and occupational causes of<br />
cancer. A review of recent Scientific Literature. Published by the Lowell Center for<br />
Sustainable Production, University of Massachusetts, Lowell.<br />
Clapp RW, Howe GK and Jacobs M: Environmental and occupational causes of cancer revisited.<br />
J Public Health Policy 27: 61-76, 2006.<br />
Clapp RW, Jacobs M M and Loechler EL (2007): Environmental and occupational causes of<br />
cancer. New evidence, 2005-2007. Published by the Lowell Center for Sustainable<br />
Production, University of Massachusetts, Lowell.<br />
Clapp RW. Mortality among US employees of a large computer manufacturing company:<br />
1969-2001, Environmental Health: A Global Access Science Source. 2006; 5:30-39.<br />
Cogliano V.J., R. A. Baan, K. Straif, Y. Grosse, M. B. Secretan, Ghissassi F. El, and P.<br />
Kleihues. The science and practice of carcinogen identification and evaluation.<br />
Environ.Health Perspect. 112 (13):1269-1274, 2004.<br />
41
Cohn, BA, Wolfe MS, Cirillo PM, et al. DDT and breast cancer in young women: new data<br />
on the significance of age at exposure, Environmental Health Perspectives. 2007;115:1406–<br />
1414.<br />
Cole P, Trich<strong>op</strong>oulos D, Pastides H, Starr T, Mandel JS. Dioxin and cancer: a critical review.<br />
Regulatory Toxicology & Pharmacology. 2003; 38:378-388.<br />
Collins JJ, Esmen NA, Hall TA. A review and meta-analysis of formaldehyde exposure and<br />
pancreatic cancer.American Journal of Industrial Medicine. 2001; 39:336-345.<br />
Cornett, C. R., Markesbery, W. R., & Ehmann, W. D. (1998). Imbalances of trace elements<br />
related to oxidative damage in Alzheimer's disease brain. Neurotoxicology 19, 339-345.<br />
Cory-Slechta DA, Thiruchelvam M, Barlow BK, Richfield EK. <strong>De</strong>vel<strong>op</strong>mental pesticide<br />
models of the Parkinson disease phenotype. Environ Health Perspect 2005 Sep;113(9):1263-<br />
70.<br />
Cranmer, M., Louie, S., Kennedy, R. H., Kern, P. A., & Fonseca, V. A. (2000). Exposure to<br />
2,3,7,8-tetrachlorodibenzo-p-dioxin (TCDD) is associated with hyperinsulinemia and insulin<br />
resistance. Toxicol. Sci. 56, 431-436.<br />
Crawford ED. Epidemiology of prostate cancer. Urology 2003 <strong>De</strong>c 22;62(6 Suppl 1):3-12.<br />
Czene K, Lichtenstein P, Hemminki K.. Environmental and heritable causes of cancer among<br />
9.6 million individuals in the Swedish Family-Cancer Database. Int J Cancer 2002; 99:260-6.<br />
Darby, S., Hill, D., Auvinen, A., Barros-Dios, J.M., Baysson, H., Bochicchio, F., <strong>De</strong>o, H., 755<br />
Falk, R., Forastiere, F., Hakama, M., Heid, I., Kreienbrock, L., Kreuzer, M., Lagarde, F., 756<br />
Makelainen, I., Muirhead, C., Oberaigner, W., Pershagen, G., Ruano-Ravina, A., 757<br />
Ruosteenoja, E., Rosario, A.S., Tirmarche, M., Tomasek, L., Whitley, E., Wichmann, H.E.,<br />
758 Doll, R., 2005. Radon in homes and risk of lung cancer: collaborative analysis of<br />
individual 759 data from 13 Eur<strong>op</strong>ean case-control studies. B.M.J. 330, 223-228.<br />
Darby S., D. Hill, H. <strong>De</strong>o, A. Auvinen, J. M. Barros-Dios, H. Baysson, F. Bochicchio, R.<br />
Falk, S. Farchi, A. Figueiras, M. Hakama, I. Heid, N. Hunter, L. Kreienbrock, M. Kreuzer, F.<br />
Lagarde, I. Makelainen, C. Muirhead, W. Oberaigner, G. Pershagen, E. Ruosteenoja, A. S.<br />
Rosario, M. Tirmarche, L. Tomasek, E. Whitley, H. E. Wichmann, and R. Doll. Residential<br />
radon and lung cancer--detailed results of a collaborative analysis of individual data on 7148<br />
persons with lung cancer and 14,208 persons without lung cancer from 13 epidemiologic<br />
studies in Eur<strong>op</strong>e. Scand.J.Work Environ.Health 32 Suppl 1:1-83, 2006.<br />
Da<strong>van</strong>ipour, Z., Tseng, C. C., Lee, P. J., & Sobel, E. (2007). A case-control study of<br />
occupational magnetic field exposure and Alzheimer's disease: results from the California<br />
Alzheimer's Disease Diagnosis and Treatment Centers. BMC. Neurol. 7, 13.<br />
<strong>De</strong> Flora, S., Quaglia, A., Bennicelli, C., & Vercelli, M. (2005). The epidemiological<br />
revolution of the 20th century. FASEB J. 19, 892-897.<br />
42
de Hollander, A. E. M., Hoeymans, N., Melse, J. M., <strong>van</strong> Oers, J. A. M., & Polder, J. J.<br />
(2006). Zorg voor Gezondheid - Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2006, RIVM<br />
rapport 270061003; Volksgezondheid Toekomst Verkenning.<br />
<strong>De</strong> Roos AJ, Blair A, Rusiecki JA, et al. Cancer incidence among glyphospate-exposed<br />
pesticide applicators in the Agricultural Health Study, Environmental Health Perspectives.<br />
2005; 113(1):49-54.<br />
<strong>De</strong> Roos AJ, Gao DL, Wernli KJ , et al. Colorectal cancer incidence among female textile<br />
workers in Shanghai, China: a case-cohort analysis of occupational exposures, Cancer Causes<br />
and Control. 2005; 16 (10):1177-1188.<br />
<strong>De</strong>man J.& N. <strong>van</strong> Larebeke: Carcinogenesis: "Mutations and mutagens." Tumour Biol. 2001<br />
Mar;22(3):191-202. (The journal of the International Society for Oncodevel<strong>op</strong>mental Biology<br />
and medicine).<br />
<strong>De</strong>mers PA, Davies HW, Friesen MC, et al. Cancer and occupational exposure to<br />
pentachlor<strong>op</strong>henol and tetrachlor<strong>op</strong>henol (Canada), Cancer Causes and Control. 2006;<br />
17:749-758.<br />
<strong>De</strong>vesa, S.S., Blot, W.J., Stone, B.J., Miller, B.A., Tarone, R.E., Fraumeni, J.F.Jr (1995)<br />
Recent cancer trends in the United States. J. Natl. Cancer Inst., 87(3): 175-82.<br />
Dich J, Zahm SH, Hanberg A, Adami H. Pesticides and cancer. Cancer Causes & Control.<br />
1997; 8:420-443.<br />
Dich J, Zahm SH, Hanberg A, Adami H. Pesticides and cancer. Cancer Causes & Control.<br />
1997; 8:420-443.<br />
Dick, F. D. (2006). Solvent neurotoxicity. Occup. Environ. Med. 63, 221-6, 179.<br />
Donahue, B.A., Augot, M., Bellon, S.F., Treiber, D.K., Toney, J.H., Lippard, S.J., Essigmann,<br />
J.M., 1990. Characterization of a DNA damage-recognition protein from mammalian cells<br />
that binds specifically to intrastrand d(GpG) and d(ApG) DNA adducts of the anticancer drug<br />
cisplatin. Biochemistry. 29, 5872-5880<br />
Dono<strong>van</strong> M, Tiwary CM, Axelrod D, Sasco AJ, Jones L, Hajek R, Sauber E, Kuo J, Davis<br />
DL. Personal care products that contain estrogens or xenoestrogens may increase breast<br />
cancer risk. Med Hypotheses, 2006; 68:756-66.<br />
Dreifaldt AC, Carlberg M and Hardell L: Increasing incidence rates of childhood malignant<br />
diseases in Sweden during the period 1960-1998. Eur J Cancer 40: 1351-1360, 2004.<br />
Edwards R, Pless-Mulloli T, Howel D, et al. Does living near heavy industry cause lung<br />
cancer in women? A case-control study using life grid interviews, Thorax. 2006;61(12):1076-<br />
1082.<br />
Ehrenberg, L., Granath, F., Törnqvist, M. (1996): Macromolecule adducts as biomarkes of<br />
exposure to environmental mutagens in human p<strong>op</strong>ulations. Environ Health Perspect 1996<br />
May;104 Suppl 3:423-8<br />
43
Ellouk SA, Jaurand MC. Review of animal/in vitro data on biological effects of man-made<br />
fibers. Environ Health Perspect 1994 Jun;102 Suppl 2:47-61.<br />
Engel LS, Hill DA, H<strong>op</strong>pin, JA, et al. Pesticide use and breast cancer risk among farmers’<br />
wives in the Agricultural Health Study, American Journal of Epidemiology. 2005;<br />
161(2):121-135.<br />
Faroy-Menciere B, <strong>De</strong>schamps F. Relationships between occupational exposure and cancer of<br />
the testis. Annales de Medicine Interne. 2002; 153(2):89-96.<br />
Ferreira P.C., Kde A. Piai, A. M. Takayanagui, and S. I. Segura-Munoz. Aluminum as a risk<br />
factor for Alzheimer's disease. Rev.Lat.Am.Enfermagem. 16 (1):151-157, 2008.<br />
Fierens, S., Mairesse, H., Heilier, J. F., <strong>De</strong>, B. C., Focant, J. F., Eppe, G., <strong>De</strong>, P. E., &<br />
Bernard, A. (2003). Dioxin/polychlorinated biphenyl body burden, diabetes and<br />
endometriosis: findings in a p<strong>op</strong>ulation-based study in Belgium. Biomarkers 8, 529-534.<br />
Finkel, A.M. (1995) Toward less misleading comparisons of uncertain risks: the example of<br />
aflatoxin and alar. Environ. Health. Perspect., 103(4): 376-85.<br />
Fleming, L., Mann, J. B., Bean, J., Briggle, T., & Sanchez-Ramos, J. R. (1994). Parkinson's<br />
disease and brain levels of organochlorine pesticides. Ann. Neurol. 36, 100-103.<br />
Fortes C, Mastroeni S, Melchi F, et al. The association between residential pesticide use and<br />
cutaneous melanoma, Eur<strong>op</strong>ean Journal of Cancer. 2007; 43:1066-1075.<br />
Freudenheim, J.L., Marshall, J.R. (1988) The problem of profound mismeasurement and the<br />
power of epidemiological studies of diet and cancer. Nutr. Cancer, 11(4): 243-50.<br />
Fritschi L, Benke G, Hughes AM, et al. Occupational exposure to pesticides and risk of non-<br />
Hodgkin’s lymphoma, American Journal of Epidemiology. 2005; 162: 847-857.<br />
Ganmaa D, Li XM, Qin LQ, et al. The experience of Japan as a clue to the etiology of<br />
testicular and prostatic cancers. Medica l Hypothesis. 2003; 60(5):724-730.<br />
Garabrant DH, Philbert MA. Review of 2,4-Diclor<strong>op</strong>henoxyacetic acid (2,4-D) epidemiology<br />
and toxicology. Critical Reviews in Toxicology. 2002; 23(4):233-257.<br />
Glass DC, Gray CN, Jolley DJ, et al. The health watch case-control study of leukemia and<br />
benzene, Annals of the New York Academy of Science. 2006; 1076:80-89.<br />
Gluckman PD, Hanson MA, Beedle AS. Early life events and their consequences for later<br />
disease: a life history and evolutionary perspective. Am J Hum Biol 2007 Jan;19(1):1-19.<br />
Gluckman PD, Hanson MA. <strong>De</strong>vel<strong>op</strong>mental origins of disease paradigm: a mechanistic and<br />
evolutionary perspective. Pediatr Res 2004 Sep;56(3):311-7.<br />
Goyer, R. A., Epstein, S., Bhattacharyya, M., Korach, K. S., & Pounds, J. (1994).<br />
Environmental risk factors for oste<strong>op</strong>orosis. Environ. Health Perspect. 102, 390-394.<br />
44
Graff J, Sathiakumar, N, Macaluso M, et al. Chemical exposures in the synthetic rubber<br />
industry and lymphohemat<strong>op</strong>oietic cancer mortality, Journal of Occupational and<br />
Environmental Medicine. 2005; 47(9):916-932.<br />
Gralewicz, S. & Dyzma, M. (2005). Organic solvents and the d<strong>op</strong>aminergic system. Int. J.<br />
Occup. Med. Environ. Health 18, 103-113.<br />
Graves, A. B., Rosner, D., Echeverria, D., Mortimer, J. A., & Larson, E. B. (1998).<br />
Occupational exposures to solvents and aluminium and estimated risk of Alzheimer's disease.<br />
Occup. Environ. Med. 55, 627-633.<br />
Grimsrud TK and Peto J. Persisting risk of nickel related lung cancer and nasal cancer among<br />
Clydach refiners, Occupational and Environmental Medicine. 2006; 63:365-366.<br />
Gun RT, Pratt N, Ryan P, et al. Update of mortality and cancer incidence in the Australian<br />
petroleum industry cohort, Occupational and Environmental Medicine. 2006; 63:476-481.<br />
Hackshaw AK. Lung cancer and passive smoking. Statistical Methods in Medical Research.<br />
1998; 7:119-136.<br />
Hanson MA, Gluckman PD. <strong>De</strong>vel<strong>op</strong>mental origins of health and disease: new insights. Basic<br />
Clin Pharmacol Toxicol 2008 Feb;102(2):90-3.<br />
Hardell L, Andersson SO, Carlberg M, et al. Adipose tissue concentrations of persistent<br />
organic pollutants and the risk of prostate cancer, Journal of Occupational and Environmental<br />
Medicine. 2006; 48(7):700-707.<br />
Hardell L, Calberg M and Mild KH. Case-control study of the association between the use of<br />
cellular and cordless telephones and malignant brain tumors diagnosed during 2000-2003,<br />
Environmental Research. 2006a; 100(2):232-241.<br />
Hardell L, Carlber M, Hansson Mild, K. Pooled analysis of two case-control studies on use of<br />
cellular and cordless telephones and the risk for malignant brain tumours diagnosed in 1997-<br />
2003, International Archives of Occupational and Environmental Health. 2006b; 79(8):630-<br />
639.<br />
Hardell L, Van Bavel B, Lindstrom G, et al. Increased concentrations of polychlorinated<br />
biphenyls, hexachlorobenzene, and chlordanes in mothers of men with testicular cancer.<br />
Environmental Health Perspectives. 2003;111(7):930-934.<br />
Hardell L, Walker MJ, Walhjalt B, Friedman LS, Richter ED. RE: a rebuttal: secret ties to<br />
industry and conflicting interests in cancer research. Am J Ind Med 2007 Sep;50(9):697-8.<br />
Hardell L, Walker MJ, Walhjalt B, Friedman LS, Richter ED. Secret ties to industry and<br />
conflicting interests in cancer research. Am J Ind Med 2007 Mar;50(3):227-33.<br />
Hardell L, Walker MJ, Walhjalt B. RE: A rebuttal: Secret ties to industry and conflicting<br />
interests in cancer research, March 2007;50(3):227-233. Am J Ind Med 2008 Sep;51(9):717-<br />
8.<br />
45
Hayes RB. The carcinogenicity of metals in humans. Cancer Causes & Control. 1997; 8:371-<br />
385.<br />
Heineman EF, Ward MD, McComb RD, et al. Hair dyes and risk of glioma among Nebraska<br />
women, Cancer Causes and Control. 2005; 16(7):857-64<br />
Hellstrom, H. O., Mjoberg, B., Mallmin, H., & Michaelsson, K. (2006). No association<br />
between the aluminium content of trabecular bone and bone density, mass or size of the<br />
proximal femur in elderly men and women. BMC. Musculoskelet. Disord. 7, 69.<br />
Hemminki K, Czene K. Age specific and attributable risks of familial prostate carcinoma<br />
from the family-cancer database. Cancer 2002 Sep 15;95(6):1346-53.<br />
Hemminki K, Granstrom C, Czene K. Attributable risks for familial breast cancer by proband<br />
status and morphology: a nationwide epidemiologic study from Sweden. Int J Cancer 2002 Jul<br />
10;100(2):214-9.<br />
Herbert RA, Hailey JR, Grumbein S, Chou BJ, Sills RC, Haseman JK, et al. Two-year and<br />
lifetime toxicity and carcinogenicity studies of ozone in B6C3F1 mice. Toxicol Pathol 1996<br />
Sep;24(5):539-48.<br />
Hewitt JB, Tellier L. Risk of adverse outcomes in pregnant women exposed to solvents. J<br />
Obstet Gynecol Neonatal Nurs 1998 Sep;27(5):521-31.<br />
Holloway AC, Cuu DQ, Morrison KM, Gerstein HC, Tarn<strong>op</strong>olsky MA. Transgenerational<br />
effects of fetal and neonatal exposure to nicotine. Endocrine 2007 Jun;31(3):254-9.<br />
Huff J. IARC monographs, industry influence, and upgrading, downgrading, and undergrading<br />
chemicals: a personal point of view. International Agency for Research on Cancer.<br />
Int J Occup Environ Health 2002 Jul;8(3):249-70.<br />
Huff, J. (1993) Issues and controversies surrounding qualitative strategies for identifying and<br />
forecasting cancer causing agents in the human environment. Pharmacol. Toxicol., 72 (Suppl<br />
1): 12-27.<br />
Huff J.. Industry influence on occupational and environmental public health.<br />
Int.J.Occup.Environ.Health 13 (1):107-117, 2007.<br />
Huff, J., Hoel, D (1992) Perspective and overview of the concepts and value of hazard<br />
identification as the initial phase of risk assessment for cancer and human health. Scand. J.<br />
Work. Environ. Health., 18 (Suppl 1): 83-9.<br />
Hutcheon DE, Kantrowitz J, Van Gelder RN and Flynn E: Factors affecting plasma<br />
benzo[a]pyrene levels in environmental studies. Environ Res 32: 104-110, 1983.<br />
Ibarluzea JJ, Fernandez MF, Santa-Marina L, Olea-Serrano MF, Rivas AM, Aurrekoetxea JJ,<br />
et al. Breast cancer risk and the combined effect of environmental estrogens . Cancer Causes<br />
Control 2004 Aug;15(6):591-600.<br />
46
Ikezuki Y, Tsutsumi O, Takai Y, Kamei Y, Taketani Y. <strong>De</strong>termination of bisphenol A<br />
concentrations in human biological fluids reveals significant early prenatal exposure. Hum<br />
Reprod 2002 Nov;17(11):2839-41.<br />
Infante PF. Benzene exposure and multiple myeloma: a detailed meta-analysis of benzene<br />
cohort studies. Ann N Y Acad Sci 2006 Sep;1076:90-109.<br />
Irigaray P., V. Ogier, S. Jacquenet, V. Notet, P. Sibille, L. Mejean, B. E. Bihain, and F. T.<br />
Yen. Benzo[a]pyrene impairs beta-adrenergic stimulation of adipose tissue lipolysis and<br />
causes weight gain in mice. A novel molecular mechanism of toxicity for a common food<br />
pollutant. FEBS J. 273 (7):1362-1372, 2006.<br />
Jaga K, Brosius D. Pesticide exposure: Human cancers on the horizon. Reviews on<br />
Environmental Health. 1999; 14(1):39-50<br />
Jeter JM, Kohlmann W, Gruber SB. Genetics of colorectal cancer. Oncology (Williston Park)<br />
2006 Mar;20(3):269-76.<br />
Kaatsch P, Steliarova-Foucher E, Crocetti E, Magnani C, Spix C and Zambon P: Time trends<br />
of cancer incidence in Eur<strong>op</strong>ean children (1978-1997): report from the Automated Childhood<br />
Cancer Information System project. Eur J Cancer 42: 1961-1971, 2006.<br />
Kabuto M, Nitta H, Yamamoto S, et al. Childhood leukemia and magnetic fields in Japan: A<br />
case-control study of childhood leukemia and residential power-frequency magnetic fields in<br />
Japan, International Journal of Cancer. 2006; 119:643-650.<br />
Karcher W., Hansen B.G., <strong>van</strong> Leeuwen C., Clements R., Hiromatsu K. The US-EU-Japanese<br />
trilateral collaborative project on QSARs; Lecture on the 7th international Worksh<strong>op</strong> on<br />
QSAR in Environmental Sciences. QSAR 96 “Past, Present and Future”. Org. by National<br />
Environmental Reserarch Institute of <strong>De</strong>nmark. June 24-28, 1996. Elsinore (Helsingor)<br />
<strong>De</strong>nmark (1996).<br />
Kazantzis, G. (2004). Cadmium, oste<strong>op</strong>orosis and calcium metabolism. Biometals 17, 493-<br />
498.<br />
Kellen E, Zeegers M, Paulussen A, et al. Does occupational exposure to PAHs, diesel and<br />
aromatic amines interactwith smoking and metabolic genetic polymorphisms to increase the<br />
risk on bladder cancer?; The Belgian casecontrol study on bladder cancer risk, Cancer Letters.<br />
2007a; 245:51-60.<br />
Kellen E, Zeegers MP, <strong>De</strong>n Hond E, et al. Blood cadmium may be associated with bladder<br />
carcinogenesis: the Belgian case-control study on bladder cancer, Cancer <strong>De</strong>tection and<br />
Prevention. 2007b; 31:77-82.<br />
King MC, Marks JH and Mandell JB: New York Breast Cancer Study Group: breast and<br />
ovarian cancer risks due to inherited mutations in BRCA1 and BRCA2. Science 302: 643-<br />
646, 2003.<br />
47
Krewski D, Lubin JH, Zielinski JM, et al. A combined analysis of North American casecontrol<br />
studies of residential radon and lung cancer, Journal of Toxicology and Environmental<br />
Health, Part A. 2006; 69:533-597.<br />
Kriegel AM, Soliman AS, Zhang Q, El-Ghawalby N, Ezzat F, Soultan A, et al. Serum<br />
cadmium levels in pancreatic cancer patients from the East Nile <strong>De</strong>lta region of Egypt.<br />
Environ Health Perspect 2006 Jan;114(1):113-9.<br />
Krishnadasan A, Kennedy N, Zhao Y, et al. Nested case-control study of occupational<br />
chemical exposures and prostate cancer in aerospace and radiation workers, American Journal<br />
of Industrial Medicine. 2007; 50:383-390.<br />
Kubo K, Arai O, Omura M, Watanabe R, Ogata R, Aou S. Low dose effects of bisphenol A<br />
on sexual differentiation of the brain and behavior in rats. Neurosci Res 2003 Mar;45(3):345-<br />
56.<br />
Kukull, W. A., Larson, E. B., Bowen, J. D., McCormick, W. C., Teri, L., Pfanschmidt, M. L.,<br />
Thompson, J. D., O'Meara, E. S., Brenner, D. E., & <strong>van</strong>, B. G. (1995). Solvent exposure as a<br />
risk factor for Alzheimer's disease: a case-control study. Am. J. Epidemiol. 141, 1059-1071.<br />
Kuo CC, Grayston JT, Campbell LA, Goo YA, Wissler RW, Benditt EP. Chlamydia<br />
pneumoniae (TWAR) in coronary arteries of young adults (15-34 years old). Proc Natl Acad<br />
Sci U S A 1995 Jul 18;92(15):6911-4.<br />
Laakkonen A, Kauppinen T, Pukkala E. Cancer risk among Finnish food industry workers,<br />
International Journal of Cancer. 2006; 118:2567-2571.<br />
Lai, B. C., Marion, S. A., Teschke, K., & Tsui, J. K. (2002). Occupational and environmental<br />
risk factors for Parkinson's disease. Parkinsonism. Relat Disord. 8, 297-309.<br />
Landrigan PJ, Boffetta P, Apostoli P. The reproductive toxicity and carcinogenicity of lead: a<br />
critical review. American Journal of Industrial Medicine. 2000; 38:231-243.<br />
Landrigan, P. J., Sonawane, B., Butler, R. N., Trasande, L., Callan, R., & Droller, D. (2005).<br />
Early environmental origins of neurodegenerative disease in later life. Environ. Health<br />
Perspect. 113, 1230-1233.<br />
Lauwerys R., A. Bernard, J. P. Buchet, H. Roels, P. Bruaux, F. Claeys, G. Ducoffre, Plaen P.<br />
<strong>De</strong>, J. Staessen, A. Amery, and . Does environmental exposure to cadmium represent a health<br />
risk? Conclusions from the Cadmibel study. Acta Clin.Belg. 46 (4):219-225, 1991.<br />
Lee DH, Lee IK, Jin SH, Steffes M, Jacobs DR, Jr. Association between serum concentrations<br />
of persistent organic pollutants and insulin resistance among nondiabetic adults: results from<br />
the National Health and Nutrition Examination Survey 1999-2002. Diabetes Care 2007a<br />
Mar;30(3):622-8.<br />
Lee DH, Lee IK, Porta M, Steffes M, Jacobs DR, Jr. Relationship between serum<br />
concentrations of persistent organic pollutants and the prevalence of metabolic syndrome<br />
among non-diabetic adults: results from the National Health and Nutrition Examination<br />
Survey 1999-2002. Diabetologia 2007b Sep;50(9):1841-51.<br />
48
Lee DH, Lee IK, Song K, Steffes M, Toscano W, Baker BA, et al. A strong dose-response<br />
relation between serum concentrations of persistent organic pollutants and diabetes: results<br />
from the National Health and Examination Survey 1999-2002. Diabetes Care 2006<br />
Jul;29(7):1638-44.<br />
Lee DH, Lee IK, Steffes M, Jacobs DR, Jr. Extended analyses of the association between<br />
serum concentrations of persistent organic pollutants and diabetes. Diabetes Care 2007<br />
Jun;30(6):1596-8.<br />
Lee WJ, Baris D, Jarvholm B, Silverman DT, Bergdahl IA, Blair A. Multiple myeloma and<br />
diesel and other occupational exposures in swedish construction workers. Int J Cancer 2003<br />
Oct 20;107(1):134-8.<br />
Lee WJ, Colt, JS, Heineman EF, et al. Agricultural pesticide use and risk of glioma in<br />
Nebraska, United States, Occupational and Environmental Medicine. 2005; 62:786-792.<br />
Lee, D. H., Lee, I. K., Song, K., Steffes, M., Toscano, W., Baker, B. A., & Jacobs, D. R., Jr.<br />
(2006). A strong dose-response relation between serum concentrations of persistent organic<br />
pollutants and diabetes: results from the National Health and Examination Survey 1999-2002.<br />
Diabetes Care 29, 1638-1644.<br />
Lewis DA, Levitt P. Schiz<strong>op</strong>hrenia as a disorder of neurodevel<strong>op</strong>ment. Annu Rev Neurosci<br />
2002;25:409-32.<br />
Li W, Ray RM, Gao DL, et al. Occupational risk factors for nas<strong>op</strong>haryngeal cancer among<br />
female textile workers in Shanghai, China, Occupational and Environmental Medicine. 2006;<br />
63:39-44.<br />
Lichtenstein P, Holm NV, Verkasalo PK, Iliadou A, Kaprio J, Koskenvuo M, Pukkala E,<br />
Skytthe A, Hemminki K. Environmental and heritable factors in the causation of cancer. N<br />
Engl J Med 2000; 343:78-86.<br />
Lie JS, Andersen A, Kjaerheim K. Cancer risk among 43,000 Norwegian nurses,<br />
Scandinavian Journal of Work, Environment and Health. 2007; 33(1):66-73.<br />
Lin J, Swan GE, Shields PG, Benowitz NL, Gu J, Amos CI, et al. Mutagen sensitivity and<br />
genetic variants in nucleotide excision repair pathway: genotype-phenotype correlation.<br />
Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2007 Oct;16(10):2065-71.<br />
Lloyd SA, Faherty CJ, Smeyne RJ. Adult and in utero exposure to cocaine alters sensitivity to<br />
the Parkinsonian toxin 1-methyl-4-phenyl-1,2,3,6-tetrahydr<strong>op</strong>yridine. Neuroscience 2006<br />
Feb;137(3):905-13.<br />
Lo AC, Soliman AS, El-Ghawalby N, bdel-Wahab M, Fathy O, Khaled HM, et al. Lifestyle,<br />
occupational, and reproductive factors in relation to pancreatic cancer risk. Pancreas 2007<br />
Aug;35(2):120-9.<br />
Loganovsky KN, Volovik SV, Manton KG, Bazyka DA, Flor-Henry P. Whether ionizing<br />
radiation is a risk factor for schiz<strong>op</strong>hrenia spectrum disorders? World J Biol Psychiatry<br />
2005;6(4):212-30.<br />
49
Longnecker, M. P. & Daniels, J. L. (2001). Environmental contaminants as etiologic factors<br />
for diabetes. Environ. Health Perspect. 109 Suppl 6, 871-876.<br />
Longnecker, M. P., Klebanoff, M. A., Brock, J. W., & Zhou, H. (2001). Polychlorinated<br />
biphenyl serum levels in pregnant subjects with diabetes. Diabetes Care 24, 1099-1101.<br />
Lubin, J.H., Boice, J.D., 1997. Lung cancer risk from residential radon: a meta analysis of<br />
eight epidemiologic studies. Natl. Cancer Ins. 89, 49-57.<br />
Luippold RS. Low-level hexavalent chromium exposure and rate of mortality among US<br />
chromate production employees, Journal of Occupational & Environmental Medicine. 2005;<br />
47(4):381-385.<br />
Lynch SM, Rusiecki JA, Blair A, et al. Cancer incidence among pesticide applicators exposed<br />
to cyanazine in the Agricultural Health Study, Environmental Health Perspectives. 2006;<br />
114(8):1248-1252.<br />
Lynge E, Andersen A, Rylander L, et al. Cancer in persons working in dry cleaning in the<br />
Nordic countries, Environmental Health Perspectives. 2006; 114(2):213-219.<br />
Mahajan R, Blair, A Lynch CF, et al. Fonofos exposure and cancer incidence in the<br />
Agricultural Health Study, Environmental Health Perspectives. 2006; 114(12):1838-1842.<br />
Mahajan R, Bonner MR, H<strong>op</strong>pin JA, et al. Phorate exposure and incidence of cancer in the<br />
Agricultural Health Study, Environmental Health Perspectives. 2006; 114(8):1205-1209.<br />
Maitre, A., Bonneterre, V., Huillard, L., Sabatier, P., & de, G. R. (2006). Impact of urban<br />
atmospheric pollution on coronary disease. Eur. Heart J. 27, 2275-2284.<br />
Majesky MW, Reidy MA, Benditt EP, Juchau MR. Focal smooth muscle proliferation in the<br />
aortic intima produced by an initiation-promotion sequence. Proc Natl Acad Sci U S A 1985<br />
May;82(10):3450-4.<br />
Majesky MW, Yang HY, Benditt EP, Juchau MR. Carcinogenesis and atherogenesis:<br />
differences in monooxygenase inducibility and bioactivation of benzo[a]pyrene in aortic and<br />
hepatic tissues of atherosclerosis-susceptible versus resistant pigeons. Carcinogenesis<br />
1983;4(6):647-52.<br />
Malloy, EJ, Miller KL, Eisen EA. Rectal cancer and exposure to metalworking fluids in the<br />
automobile manufacturing industry, Occupational and Environmental Medicine. 2007; 64:<br />
244-249.<br />
Matanoski GM, Tao X. Case-cohort study of styrene exposure and ischemic heart disease.<br />
Res Rep Health Eff Inst 2002 May;(108):1-29.(1-42)<br />
Matanoski GM, Tao XG. Styrene exposure and ischemic heart disease: a case-cohort study.<br />
Am J Epidemiol 2003 Nov 15;158(10):988-95.<br />
McCunney RJ. Hodgkin's disease, work, and the environment. A review.<br />
J.Occup.Environ.Med. 41 (1):36-46, 1999.<br />
50
McElroy JA, Egan KM, Titus-Ernstoff L, et al. Occupational exposures to electromagnetic<br />
field and breast cancer risk in a large, p<strong>op</strong>ulation-based, case-control study in the United<br />
States, Journal of Occupational and Environmental Medicine.2007; 49(3):266-274.<br />
McLachlan JA, Newbold RR, Li S, Negishi M. Are estrogens carcinogenic during<br />
devel<strong>op</strong>ment of the testes? APMIS. 1998; 106(1):240-242.<br />
McNally RJQ, Alexander FE and Birch JM: Space-time clustering analyses of childhood and<br />
acute lymphoblastic leukaemia by immun<strong>op</strong>henotype. Br J Cancer 87: 513-515, 2002.<br />
Mehlman MA. Causal relationship from exposure to chemicals in oil refining and chemical<br />
industries and malignant melanoma, Annals of the New York Academy of Sciences. 2006;<br />
1076:822-828.<br />
Mester B, Nieters A, <strong>De</strong>eg E, et al. Occupation and malignant lymphoma: a p<strong>op</strong>ulation based<br />
case-control study in Germany, Occupational and Environmental Medicine. 2006; 63:17-26<br />
Meyer TE, Coker AL, Sanderson M, et al. A case-control study of farming and prostate<br />
cancer in African-American and Caucasian men, Occupational and Environmental Medicine.<br />
2007; 64(3):155-160.<br />
Michaels D, Lurie P, Monforton C. Letter to the editor. Journal of Occupational and<br />
Environmental Medicine. 2006; 48(10): 995-996.<br />
Miligi L, Costantini AS, Benvenuti A, et al. Personal use of hair dyes and<br />
hematolymph<strong>op</strong>oietic malignancies, Archives of Environmental and Occupational Health.<br />
2005; 60(5):249-256.<br />
Miligi L, Costantini AS, Bevenuti A, et al. Occupational exposure to solvents and the risk of<br />
lymphomas, Epidemiology. 2006; 17(5):552-561.<br />
Miller KA, Siscovick DS, Sheppard L, Shepherd K, Sulli<strong>van</strong> JH, Anderson GL, Kaufman JD.<br />
Long-term exposure to air pollution and incidence of cardiovascular events in women. N Engl<br />
J Med 2007 Feb 1;356(5):447-58.<br />
Miller MD, Marty MA, Broadwin R, et al. The association between exposure to<br />
environmental tobacco smoke and breast cancer: a review by the California Environmental<br />
Protection Agency, Preventative Medicine. 2007; 44:93-106.<br />
Miller YE, Fain P. Genetic susceptibility to lung cancer. Semin Respir Crit Care Med 2003<br />
Apr;24(2):197-204.<br />
Mills CJ, Bull RJ, Cantor KP, Reif J, Hrudey SE, Huston P. Health risks of drinking water<br />
chlorination by-products: report of an expert working group. Chronic Diseases in Canada.<br />
1998; 19(3):91-102.<br />
Mills PK, Yang R, Riordan D. Lymphohemat<strong>op</strong>oietic cancers in the United Farm Workers of<br />
America (UFW), 1988-2001, Cancer Causes and Control. 2005; 16:823-830.<br />
51
Moller H. Hormones and endocrine disrupters in food and water: possible <strong>impact</strong> on human<br />
health. Epidemiology of human disorders. APMIS Suppl. 2001;103:557-559.<br />
Montnemery P., M. P<strong>op</strong>ovic, M. Andersson, L. Greiff, P. Nyberg, C. G. Lofdahl, C.<br />
Svensson, and C. G. Persson. Influence of heavy traffic, city dwelling and socio-economic<br />
status on nasal symptoms assessed in a postal p<strong>op</strong>ulation survey. Respir.Med. 97 (8):970-977,<br />
2003.<br />
Morris RD. Environmental health issues. Environmental Health Perspectives. 1995a;<br />
103(S8):225-231.<br />
Morris R.D. . Drinking water and cancer. Environ.Health Perspect. 103 Suppl 8:225-231, 1995b.<br />
Mueller BA, Nielsen SS, Preston-Martin S, et al. Household water source and the risk of<br />
childhood brain tumours: results of the SEARCH International Brain Tumor Study,<br />
International Journal of Epidemiology. 2004; 33(6):1209- 1216.<br />
Mukherjee D. Health <strong>impact</strong> of polychlorinated dibenzo-p-dioxins: a critical review. Journal<br />
of the Air & Waste Management Association. 1998; 48:157-165.<br />
National Cancer Institute – DCCPS – Surveillance Research Program – Cancer Statistics<br />
Branch. Surveillance, Epidemiology, and End Results (SEER) Program<br />
(www.seer.cancer.gov). (SEER*Stat Database: Incidence – SEER 9 Regs Public-Use,<br />
November 2003 Sub (1973–2001), SEER Cancer Query Systems, released April 2004, based<br />
on theNovember 2003 submission). Available at http://seer.cancer.gov/ canques/, accessed<br />
January 2005.<br />
National Cancer Institute – DCCPS – Surveillance Research Program – Cancer Statistics<br />
Branch. Surveillance, Epidemiology, and End Results (SEER) Program<br />
(www.seer.cancer.gov). (SEER*Stat Database: Mortality – All COD, Public-Use With State,<br />
Total US (1969–2001), SEER Cancer Query Systems, released April 2004). Underlying<br />
mortality data provided by NCHS (www.cdc.gov/nchs). Available at http://seer.<br />
cancer.gov/canques/, accessed January 2005.<br />
Navas-Acien, A., Guallar, E., Silbergeld, E. K., & Rothenberg, S. J. (2007). Lead exposure<br />
and cardiovascular disease--a systematic review. Environ. Health Perspect. 115, 472-482.<br />
Nawrot T, Plusquin M, Hogervorst J, Roels HA, Celis H, Thijs L, et al. Environmental<br />
exposure to cadmium and risk of cancer: a prospective p<strong>op</strong>ulation-based study. Lancet Oncol<br />
2006 Feb;7(2):119-26.<br />
Newbold RR, Jefferson WN, Padilla-Banks E. Long-term adverse effects of neonatal<br />
exposure to bisphenol A on the murine female reproductive tract. Reprod Toxicol 2007<br />
Aug;24(2):253-8.<br />
Newbold RR, Padilla-Banks E, Snyder RJ, Jefferson WN. Perinatal exposure to<br />
environmental estrogens and the devel<strong>op</strong>ment of obesity. Mol Nutr Food Res 2007a<br />
Jul;51(7):912-7.<br />
Nichols L and Sorahan T. Cancer incidence and cancer mortality in a cohort of UK<br />
semiconductor workers, 1970- 2002, Occupational Medicine. 2005;55:625-630.<br />
52
Ostro B (2004) Outdoor air pollution: assessing the environmental burden of disease at<br />
national and local levels. Geneva, World Health Organization (WHO Environmental Burden<br />
of Disease Series, No. 5)<br />
Ozanne SE, Constancia M. Mechanisms of disease: the devel<strong>op</strong>mental origins of disease and<br />
the role of the epigenotype. Nat Clin Pract Endocrinol Metab 2007 Jul;3(7):539-46.<br />
Paashuis-Lew-YR; Heddle-JA (1998) Spontaneous mutation during fetal devel<strong>op</strong>ment and<br />
post-natal growth. Mutagenesis. 13(6): 613-7.<br />
Pals P., Everbroeck B. Van, B. Grubben, M. K. Viaene, R. Dom, Linden C. <strong>van</strong> der, P.<br />
Santens, J. J. Martin, and P. Cras. Case-control study of environmental risk factors for<br />
Parkinson's disease in Belgium. Eur.J.Epidemiol. 18 (12):1133-1142, 2003.<br />
Pavuk M, Michalek JE, Ketchum NS, et al. Prostate cancer in US Air Force veterans of the<br />
Vietnam war, Journal of Exposure Science and Environmental Epidemiology. 2006; 16:184-<br />
190.<br />
Penn AL, Rouse RL, Horohov DW, Kearney MT, Paulsen DB, Lomax L. In utero exposure to<br />
environmental tobacco smoke potentiates adult responses to allergen in BALB/c mice.<br />
Environ Health Perspect 2007 Apr;115(4):548-55.<br />
Perera F, Hemminki K, Jedrychowski W, Whyatt R, Campbell U, Hsu Y, et al. In utero DNA<br />
damage from environmental pollution is associated with somatic gene mutation in newborns.<br />
Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2002 Oct;11(10 Pt 1):1134-7.<br />
G. PershagenG., G. Akerblom, O. Axelson, B. Clavensjo, L. Damber, G. <strong>De</strong>sai, A. Enflo, F.<br />
Lagarde, H. Mellander, M. Svartengren, and . Residential radon exposure and lung cancer in<br />
Sweden. N.Engl.J.Med. 330 (3):159-164, 1994.<br />
Pesatori, A. C., Zocchetti, C., Guercilena, S., Consonni, D., Turrini, D., & Bertazzi, P. A.<br />
(1998). Dioxin exposure and non-malignant health effects: a mortality study. Occup. Environ.<br />
Med. 55, 126-131.<br />
Philippe Pals1,2, Bart Van Everbroeck1, Bart Grubben2, Maria Kristina Viaene3, Rene´<br />
Dom4, Chris <strong>van</strong> der Linden5, Patrick Santens6, Jean Jacques Martin7 & Patrick Cras1,2,7<br />
Case–control study of environmental risk factors for Parkinson’s disease in Belgium<br />
Eur<strong>op</strong>ean Journal of Epidemiology 18: 1133–1142, 2003.<br />
Porrini S, Belloni V, <strong>De</strong>lla SD, Farabollini F, Giannelli G, ssi-Fulgheri F. Early exposure to a<br />
low dose of bisphenol A affects socio-sexual behavior of juvenile female rats. Brain Res Bull<br />
2005 Apr 15;65(3):261-6.<br />
Preston DL, Ron E, Tokuoka S, Funamoto S, Nishi N, Soda M, Mabuchi K, Kodama K.:<br />
Solid cancer incidence in atomic bomb survivors: 1958-1998. Radiat Res. 2007 Jul;168(1):1-<br />
64.<br />
Prince MM, Hein MJ, Ruder AM, et al. Update: cohort mortality study of workers highly<br />
exposed to polychlorinated by-phenyls (PCBs) during the manufacture of electrical<br />
53
capacitors, 1940-1998, Environmental Health: A Global Access Science Source. 2006a; 5:13-<br />
22.<br />
Prince MM, Ruder AM, Hein MJ, et al. Mortality and exposure response among 14,458<br />
electrical capacitor manufacturing workers exposed to polychlorinated biphenyls (PCBs),<br />
Environmental Health Perspectives. 2006b; 114(10):1508-1514.<br />
Prins GS, Birch L, Tang WY, Ho SM. <strong>De</strong>vel<strong>op</strong>mental estrogen exposures predispose to<br />
prostate carcinogenesis with aging. Reprod Toxicol 2007 Apr;23(3):374-82.<br />
Prins GS, Tang WY, Belmonte J, Ho SM. Perinatal exposure to oestradiol and bisphenol A<br />
alters the prostate epigenome and increases susceptibility to carcinogenesis. Basic Clin<br />
Pharmacol Toxicol 2008 Feb;102(2):134-8.<br />
Purdue MP, H<strong>op</strong>pin JA, Blair A, et al. Occupational exposure to organochlorine insecticides<br />
and cancer incidence in the Agricultural Health Study, International Journal of Cancer. 2006a;<br />
120:642-649.<br />
Purdue MP, Jarvholm B, Bergdahl IA, et al. Occupational exposures and head and neck<br />
cancers among Swedish construction workers, Scandinavian Journal of Work, Environment<br />
and Health. 2006; 32(4):270-275.<br />
Rafnsson V. Risk of non-Hodgkin’s lymphoma and exposure to hexachlorocyclohexane, a<br />
nested case-control study, Eur<strong>op</strong>ean Journal of Cancer. 2006; 42:2781-2785.<br />
Read D, Wright C, Weinstein P, et al. Cancer incidence and mortality in a New Zealand<br />
community potentially exposed to 2,3,7,8-p-dioxin from 2,4,5-trichlor<strong>op</strong>henoxyacetic acid<br />
manufacture, Australian and New Zealand Journal of Public Health. 2007; 31:13-18.<br />
Reynolds P, VonBehren J, Gunier R, et al. Agricultural pesticides and lymph<strong>op</strong>roliferative<br />
childhood cancer in California, Scandinavian Journal of Work, Environment and Health.<br />
2005; 31 (Suppl 1):46-54.<br />
Richter CA, Birnbaum LS, Farabollini F, Newbold RR, Rubin BS, Talsness CE, Vandenbergh<br />
JG,Walser-Kuntz DR, Vom Saal FS. In vivo effects of bisphenol A in laboratory rodent<br />
studies.Reprod Toxicol. 2007; 24:199-224.<br />
Ritz B, Zhao Y, Krishnadasan A, et al. Estimated effects of hydrazine exposure on cancer<br />
incidence and mortality in aerospace workers, Epidemiology. 2006; 17(2):154-161.<br />
R<strong>op</strong>ero A.B., P. onso-Magdalena, E. Garcia-Garcia, C. Ripoll, E. Fuentes, and A. Nadal.<br />
Bisphenol-A disruption of the endocrine pancreas and blood glucose homeostasis.<br />
Int.J.Androl 31 (2):194-200, 2008.<br />
Ross MG, <strong>De</strong>sai M, Khorram O, McKnight RA, Lane RH, Torday J. Gestational<br />
programming of offspring obesity: a potential contributor to Alzheimer's disease. Curr<br />
Alzheimer Res 2007 Apr;4(2):213-7.<br />
54
Rouse RL, Boudreaux MJ, Penn AL. In utero environmental tobacco smoke exposure alters<br />
gene expression in lungs of adult BALB/c mice. Environ Health Perspect 2007<br />
<strong>De</strong>c;115(12):1757-66.<br />
Rubin CS, Holmes AK, Belson MG, et al. Investigating childhood leukemia in Churchill<br />
County, Nevada, Environmental Health Perspectives. 2007; 115(1):151-157.<br />
Ruder AM, Hein MJ, Nilsen N, et al. Mortality among workers exposed to polychlorinated<br />
biphenyls (PCBs) in an electrical capacitor manufacturing plan in Indiana: an update,<br />
Environmental Health Perspectives. 2006; 114(1):18-23.<br />
Rusiecki JA, Hou L, Lee WJ, et al. Cancer incidence among pesticide applicators exposed to<br />
metalchlor in the Agricultural Health Study, International Journal of Cancer. 2006; 118:3118-<br />
3123.<br />
Rutten AA, Bermudez E, Mangum JB, Wong BA, Moss OR, Everitt JI. Mesothelial cell<br />
proliferation induced by intrapleural instillation of man-made fibers in rats and hamsters.<br />
Fundam Appl Toxicol 1994 Jul;23(1):107-16.<br />
Ryan BC, Vandenbergh JG. <strong>De</strong>vel<strong>op</strong>mental exposure to environmental estrogens alters<br />
anxiety and spatial memory in female mice. Horm Behav 2006 Jun;50(1):85-93.<br />
Rybicki BA, Neslund-Dudas C, Nock NL, et al. Prostate cancer risk from occupational<br />
exposure to polycyclic aromatic hydrocarbons interacting with the GSTP1 Ile105Val<br />
polymorphism, Cancer Prevention and <strong>De</strong>tection. 2006; 30(5):412-422.<br />
Rylander, L., Rignell-Hydbom, A., & Hagmar, L. (2005). A cross-sectional study of the<br />
association between persistent organochlorine pollutants and diabetes. Environ. Health 4, 28.<br />
Salehi F, Dunfield L, Phillips KP, Krewski D, Vanderhyden BC. Risk factors for ovarian<br />
cancer: an overview with emphasis on hormonal factors. J Toxicol Environ Health B Crit Rev<br />
2008 Mar;11(3-4):301-21.<br />
Samanic D, Rusiecki J, Dosemeci M, et al. Cancer incidence among pesticide applicators<br />
exposed to dicamba in the Agricultural Health Study, Environmental Health Perspectives.<br />
2006; 114(10):1521-1526.<br />
Santibanez, M., Bolumar, F., & Garcia, A. M. (2007). Occupational risk factors in<br />
Alzheimer's disease: a review assessing the quality of published epidemiological studies.<br />
Occup. Environ. Med. 64, 723-732.<br />
Saracci R.and P. Vineis. Disease pr<strong>op</strong>ortions attributable to environment. Environ.Health<br />
6:38, 2007.<br />
Sasco A. (2007). Cancer and globalization. Biomedicine & Pharmacotherapy in press.<br />
Schettler T. Prostate cancer, 2003. Accessed January 10, 2005 at<br />
www.protectingourhealth.org/newscience/prostate/2003-04peerreviewprostate.htm.<br />
55
Schutte R, Nawrot TS, Richart T, Thijs L, Vanderschueren D, Kuznetsova T, et al. Bone<br />
resorption and environmental exposure to cadmium in women: a p<strong>op</strong>ulation study. Environ<br />
Health Perspect 2008a Jun;116(6):777-83.<br />
Schutte R., T. Nawrot, T. Richart, L. Thijs, H. A. Roels, L. M. Van Bortel, H. Struijker-<br />
Boudier, and J. A. Staessen. Arterial structure and function and environmental exposure to<br />
cadmium. Occup.Environ.Med. 65 (6):412-419, 2008b<br />
Shangina O, Brennan P, Szeszeniz-Dabrowska N, et al. Occupational exposure and laryngeal<br />
and hyp<strong>op</strong>haryngeal cancer risk in central and eastern Eur<strong>op</strong>e, American Journal of<br />
Epidemiology. 2006; 164(4):367-375.<br />
Shen N, Weiderpass E, Antilla A, et al. Epidemiology of occupational and environmental risk<br />
factors related to ovarian cancer. Scandinavian Journal of Work, Environment & Health.<br />
1998; 24:175-182.<br />
Siemiatycki J, Richardson L, Straif K, et al. Listing occupational carcinogens. Environmental<br />
Health Perspectives. 2004; 112(15):1447-1459. Accessed February 25, 2005,<br />
http://ehp.niehs.nih.gov/docs/2004/112-15/toc.html.<br />
Simkhovich Z., M. T. Kleinman, and R. A. Kloner. Air pollution and cardiovascular injury<br />
epidemiology, toxicology, and mechanisms. J.Am.Coll.Cardiol. 52 (9):719-726, 2008.<br />
Sinclair KD, Lea RG, Rees WD, Young LE. The devel<strong>op</strong>mental origins of health and disease:<br />
current theories and epigenetic mechanisms. Soc Reprod Fertil Suppl 2007;64:425-43.<br />
Skakkebæk, NE, E Rajpert-<strong>De</strong> Meyts, KM Main. Testicular dysgenesis syndrome: an<br />
increasingly common devel<strong>op</strong>mental disorder with environmental aspects. Hum Reprod.<br />
2001;16:972-978<br />
Snow, E.T., 1994. Effects of chromium on DNA replication in vitro. Environ. Health 1396<br />
Perspect. 102, 41-44.<br />
Soffritti M, Belpoggi F, Minardi F, Maltoni C. Ramazzini Foundation cancer program: history<br />
and major projects, life-span carcinogenicity bioassay design, chemicals studied, and results.<br />
Ann NY Acad Sci 2002; 982:26-45.<br />
Sorahan T, Williams SP. Mortality of workers at a nickel carbonyl refinery, 1958-2000.<br />
Occupational and Environmental Medicine. 2005; 62(2):80-5.<br />
Soto AM, Vandenberg LN, Maffini MV, Sonnenschein C. Does breast cancer start in the<br />
womb? Basic Clin Pharmacol Toxicol 2008 Feb;102(2):125-33.<br />
Staessen J.A., T. Kuznetsova, H. A. Roels, D. Emelianov, and R. Fagard. Exposure to<br />
cadmium and conventional and ambulatory blood pressures in a prospective p<strong>op</strong>ulation study.<br />
Public Health and Environmental Exposure to Cadmium Study Group. Am.J.Hypertens. 13<br />
(2):146-156, 2000.<br />
56
Staessen JA, Buchet JP, Ginucchio G, Lauwerys RR, Lijnen P, Roels H, et al. Public health<br />
implications of environmental exposure to cadmium and lead: an overview of epidemiological<br />
studies in Belgium. Working Groups. J Cardiovasc Risk 1996 Feb;3(1):26-41.<br />
Staessen JA, Lauwerys RR, Ide G, Roels HA, Vyncke G, Amery A. Renal function and<br />
historical environmental cadmium pollution from zinc smelters. Lancet 1994 Jun<br />
18;343(8912):1523-7.<br />
Staessen JA, Nawrot T, Hond ED, Thijs L, Fagard R, H<strong>op</strong>penbrouwers K, et al. Renal<br />
function, cytogenetic measurements, and sexual devel<strong>op</strong>ment in adolescents in relation to<br />
environmental pollutants: a feasibility study of biomarkers. Lancet 2001 May<br />
26;357(9269):1660-9.<br />
Staessen JA, Roels HA, Emelianov D, Kuznetsova T, Thijs L, Vangronsveld J, et al.<br />
Environmental exposure to cadmium, forearm bone density, and risk of fractures: prospective<br />
p<strong>op</strong>ulation study. Public Health and Environmental Exposure to Cadmium (PheeCad) Study<br />
Group. Lancet 1999 Apr 3;353(9159):1140-4.<br />
Steliarova-Foucher E, Stiller C, Kaatsch P, et al: Geographical patterns and time trends of<br />
cancer incidence and survival among children and adolescents in Eur<strong>op</strong>e since the 1970s (the<br />
ACCIS project): an epidemiological study. Lancet 364: 2097-2105, 2004.<br />
Stiller C: Epidemiology of cancer in adolescents. Med Pediatr Oncol 39: 149-155, 2002.<br />
Swan SH, Main KM, Liu F, Stewart SL, Kruse RL, Calafat AM, et al. Study for Future<br />
Families Research Team. <strong>De</strong>crease in anogenital distance among male infants with prenatal<br />
phthalate exposure. Environ Health Perspect. 2005;113:1056-1061.<br />
Takagi A, Hirose A, Nishimura T, Fukumori N, Ogata A, Ohashi N, et al. Induction of<br />
mesothelioma in p53+/- mouse by intraperitoneal application of multi-wall carbon nanotube. J<br />
Toxicol Sci 2008 Feb;33(1):105-16.<br />
Takai Y, Tsutsumi O, Ikezuki Y, Kamei Y, Osuga Y, Yano T, et al. Preimplantation exposure<br />
to bisphenol A ad<strong>van</strong>ces postnatal devel<strong>op</strong>ment. Reprod Toxicol 2001 Jan;15(1):71-4.<br />
Teitelbaum SL, Gammon MD, Britton JA, et al. Reported residential pesticide use and breast<br />
cancer risk on Long Island, New York, American Journal of Epidemiology. 2007; 165(6):<br />
643-651.<br />
Tokumaru O. K. Haruki, K. Bacal, T. Katagiri, T. Yamamoto, and Y. Sakurai. Incidence of<br />
cancer among female flight attendants: a meta-analysis. J.Travel.Med. 13 (3):127-132, 2006.<br />
Tolbert PE. Oils and cancer. Cancer Causes & Control. 1997; 8:386-405.<br />
Tondel, M., Lindgren, L., Hjalmarsson, P., Hardell, L., Persson, B., 2006. Increased incidence<br />
of malignancies in Sweden after the Chernobyl accident—a promoting effect? Am. J. Ind.<br />
Med. 49, 159–168.<br />
Tryggvadottir L, Sigvaldason H, Olafsdottir GH, Jonasson JG, Jonsson T, Tulinius H, et al.<br />
P<strong>op</strong>ulation-based study of changing breast cancer risk in Icelandic BRCA2 mutation carriers,<br />
1920-2000. J Natl Cancer Inst 2006 Jan 18;98(2):116-22.<br />
57
<strong>van</strong> Larebeke N., 2004. MIRA rapport: ”Gezondheidseffecten <strong>van</strong> blootstelling aan<br />
omgevingsconcentraties <strong>van</strong> mutagene of hormoonverstorende agentia”<br />
Verheyde J, Benotmane MA. Unraveling the fundamental molecular mechanisms of<br />
morphological and cognitive defects in the irradiated brain. Brain Res Rev 2007<br />
Feb;53(2):312-20.<br />
Viaene MK, Pauwels W, Veulemans H, Roels HA, Masschelein R. Neurobehavioural changes<br />
and persistence of complaints in workers exposed to styrene in a polyester boat building plant:<br />
influence of exposure characteristics and microsomal epoxide hydrolase phenotype. Occup<br />
Environ Med 2001 Feb;58(2):103-12.<br />
Vickers MH, Krechowec SO, Breier BH. Is later obesity programmed in utero? Curr Drug<br />
Targets 2007 Aug;8(8):923-34.<br />
Villanueva CM, Cantor KP, Grimalt JO. Bladder cancer and exposure to water disinfection<br />
by-products through ingestion, bathing, showering, and swimming in pools, American Journal<br />
of Epidemiology. 2006; 165(2):148-156.<br />
Vinceti M, Bassissi S, Malagoli C et al. Environmental exposure to trace elements and risk of<br />
cutaneous melanoma, Journal of Exposure Analysis and Environmental Epidemiology. 2005;<br />
15:458-462.<br />
Vinceti M, Venturelli M, Sighinolfi C, et al. Case-control study of toenail cadmium and<br />
prostate cancer risk in Italy, Science of the Total Environment. 2007; 373(1):77-81.<br />
Vineis P, Hoek G, Krzyzanowski M, et al. Air pollution risk of lung cancer in a prospective<br />
study in Eur<strong>op</strong>e, International Journal of Cancer. 2006; 119:169-174.<br />
vom Saal FS, Akingbemi BT, Belcher SM, Birnbaum LS, Crain DA, Eriksen M, et al. Chapel<br />
Hill bisphenol A expert panel consensus statement: integration of mechanisms, effects in<br />
animals and potential to <strong>impact</strong> human health at current levels of exposure. Reprod Toxicol<br />
2007a Aug;24(2):131-8.<br />
vom Saal FS, Timms BG, Montano MM, Palanza P, Thayer KA, Nagel SC, et al. Prostate<br />
enlargement in mice due to fetal exposure to low doses of estradiol or diethylstilbestrol and<br />
<strong>op</strong>posite effects at high doses. Proc Natl Acad Sci U S A 1997 Mar 4;94(5):2056-61.<br />
vom Saal FS. Could hormone residues be involved?. Hum Reprod 2007b Jun;22(6):1503-5.<br />
Wakeford R. The cancer epidemiology of radiation. Oncogene. 2004; 23:6404-6428.<br />
Walter, R., Gottlieb, D. J., & O'Connor, G. T. (2000). Environmental and genetic risk factors<br />
and gene-environment interactions in the pathogenesis of chronic obstructive lung disease.<br />
Environ. Health Perspect. 108 Suppl 4, 733-742.<br />
Ward E, Burnett C, Ruder A, Davis-King K. Industries and cancer. Cancer Causes & Control.<br />
1997; 8:356-370.<br />
58
Ward MH, Heineman EF, McComb EF, et al. Drinking water and dietary sources of nitrate<br />
and nitrite and risk ofglioma, Journal of Occupational and Environmental Medicine. 2005;<br />
47:1260-1267.<br />
Wartenberg D, Reyner D, Scott CS. Trichloroethylene and cancer: epidemiologic evidence.<br />
Environ Health Perspect 2000 May;108 Suppl 2:161-76.<br />
Wernli KJ, Fitzgibbons ED, Ray RM, et al. Occupational risk factors for es<strong>op</strong>hageal and<br />
stomach cancers among female textile workers in Shanghai, China, American Journal of<br />
Epidemiology. 2006; 163 (8):717-725.<br />
Witkiewicz-Kucharczyk, A., Bal, W., 2006. Damage of zinc fingers in DNA repair proteins, a<br />
1542 novel molecular mechanism in carcinogenesis. Toxicol. Lett. 162, 29-42.<br />
Witschi H, Espiritu I, Pinkerton KE, Murphy K, Maronpot RR. Ozone carcinogenesis<br />
revisited. Toxicol Sci 1999 <strong>De</strong>c;52(2):162-7.<br />
Wu J, Basha MR, Zawia NH. The environment, epigenetics and amyloidogenesis. J Mol<br />
Neurosci 2008;34(1):1-7.<br />
Yokel R.A.. Blood-brain barrier flux of aluminum, manganese, iron and other metals<br />
suspected to contribute to metal-induced neurodegeneration. J.Alzheimers.Dis. 10 (2-3):223-<br />
253, 2006.<br />
Zeka A. Mannetje A, Zaridze D, et al. Lung cancer and occupation in non-smokers, a<br />
multicenter case-control study in Eur<strong>op</strong>e, Epidemiology. 2006; 17(6):615-623.<br />
Zhang-XB; Urlando-C; Tao-KS; Heddle-JA (1995) Factors affecting somatic mutation<br />
frequencies in vivo. Mutat Res.338(1-6): 189-201.<br />
Zhao Y, Krishnadasan A, Kennedy N, et al. Estimated effects of solvents and mineral oils on<br />
cancer incidence and mortality in a cohort of aerospace workers, American Journal of<br />
Industrial Medicine, 2005; 48:249-258.<br />
Zhao Y, Wang S, Anuan K, et al. Air pollution and lung cancer risks in China- a metaanalysis,<br />
The Science of the Total Environment. 2006; 366(2-3):500-513.<br />
Zhu, G., Wang, H., Shi, Y., Weng, S., Jin, T., Kong, Q., & Nordberg, G. F. (2004).<br />
Environmental cadmium exposure and forearm bone density. Biometals 17, 499-503.<br />
59