25.09.2015 Views

De impact van milieufactoren op ouderdomsgerelateerde chronische aandoeningen

De impact van milieufactoren op ouderdomsgerelateerde ...

De impact van milieufactoren op ouderdomsgerelateerde ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>De</strong> <strong>impact</strong> <strong>van</strong> <strong>milieufactoren</strong> <strong>op</strong> <strong>ouderdomsgerelateerde</strong> <strong>chronische</strong><br />

<strong>aandoeningen</strong><br />

N. <strong>van</strong> Larebeke & Sam <strong>De</strong> Coster (13/10/08)<br />

Voorwoord.<br />

<strong>De</strong> auteurs wensen Dr. Karen Van Campenhout en haar collega’s <strong>van</strong> de administratie LNE te<br />

bedanken voor talrijke <strong>op</strong>merkingen die toegelaten hebben aanzienlijke verbeteringen aan de<br />

oorspronkelijke tekst aan te brengen. <strong>De</strong> inhoudelijke verantwoordelijkheid <strong>van</strong> dit rapport<br />

berust evenwel uitsluitend bij de onderzoekers <strong>van</strong> het Steunpunt Milieu en Gezondheid. Dit<br />

rapport weerspiegelt dus niet noodzakelijk de zienswijze <strong>van</strong> de administraties <strong>van</strong> de<br />

Vlaamse Overheid.<br />

1.Inleiding<br />

<strong>De</strong> westerse wereld heeft in de lo<strong>op</strong> <strong>van</strong> de 20 ste eeuw een sterke verschuiving gekend <strong>van</strong><br />

infectieziekten naar <strong>chronische</strong> degeneratieve ziekten (“beschavingsziekten” waaronder<br />

‘ouderdomsziekten’) als belangrijkste oorzaak <strong>van</strong> sterfte en verminderde levenskwaliteit.<br />

<strong>De</strong>ze trend is te wijten aan de introductie <strong>van</strong> de antimicrobiële hygiëne en aan de<br />

vooruitgang die geboekt werd in de biomedische wetenschappen (<strong>De</strong> Flora et al. 2005).<br />

Doordat de ontwikkeling <strong>van</strong> deze <strong>chronische</strong> degeneratieve <strong>aandoeningen</strong> sterk beïnvloed<br />

kan worden door externe factoren, is het ook belangrijk aandacht te hebben voor de <strong>impact</strong><br />

<strong>van</strong> het ons omringende leefmilieu. In dit rapport wordt gepoogd een overzicht te geven <strong>van</strong><br />

de <strong>milieufactoren</strong>, die de ontwikkeling <strong>van</strong> de verschillende ouderdomsziekten kunnen<br />

beïnvloeden.Onder ouderdomsziekten wordt hier verstaan ziekten waar<strong>van</strong> de incidentie<br />

duidelijk toeneemt met de leeftijd. Met betrekking tot kanker worden er ook sommige<br />

gegevens die betrekking hebben <strong>op</strong> kinderen vermeld, omdat deze gegevens ook een zekere<br />

rele<strong>van</strong>tie hebben voor kanker <strong>op</strong> oudere leeftijd.<br />

In deze diversiteit <strong>van</strong> ouderdomsziekten zijn er natuurlijk zeer veel factoren die een rol<br />

kunnen spelen, leeftijd is al per definitie een belangrijke factor, maar anderen zoals genetica,<br />

immuniteit, infecties en andere <strong>aandoeningen</strong>, voeding, persoonlijkheidskenmerken, en<br />

<strong>milieufactoren</strong> interageren, en dit waarschijnlijk nog <strong>op</strong> verschillende tijdsstippen én wijze<br />

afhankelijk <strong>van</strong> de pathologie.<br />

Blootstellingen aan toxische stoffen bij het begin <strong>van</strong> het leven<br />

Bijzonder belangrijk is dat blootstelling in de eerste (kritieke) levensfases (<strong>van</strong> voor de<br />

geboorte tot de eerste levensjaren), een hoge <strong>impact</strong> kunnen hebben, en de ontwikkeling,<br />

graad, en leeftijd <strong>van</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> ouderdomsziekten sterk kunnen beïnvloeden. Dit zou<br />

onder andere het geval zijn voor kanker (Prins et al. 2007; Prins et al. 2008; Soto et al. 2008;<br />

Soffriti et al. 2008), obesiteit (Vickers et al. 2007; Newbold et a.l 2007; Hanson & Gluckman<br />

2008) metabool syndroom ( Hanson & Gluckman 2008) diabetes (Hanson & Gluckman<br />

2008), hart- en vaatziekten (Hanson & Gluckman 2008), neurondegeneratieve ziekten<br />

(Alzheimer, Parkinson) (Barlow et al. 2004; Cory-Slechta et al. 2005; Carvey et al. 2006;<br />

Lloyd et al. 2006; Ross et al. 2007; Ceccatelli et al 2007; Barlow et al. 2007 Wu et al. 2008)<br />

en mentale achterstand (Verheyde & Benotmane 2007). Prenatale blootstellingen zouden<br />

misschien zelfs psychosen in de hand kunnen werken (Lewis & Levitt 2002; Loganovsky et<br />

1


al. 2005). <strong>De</strong>ze blootstellingen zijn zeer moeilijk of zelfs onmogelijk te achterhalen, maar<br />

kunnen studies naar ouderdomziekten dus wel sterk beïnvloeden (Cameron & <strong>De</strong>merath 2002,<br />

Landrigan et al. 2005). Recente studies wijzen overigens steeds duidelijker <strong>op</strong> het belang <strong>van</strong><br />

pre- en postnatale blootstelling. Inderdaad, blootstellingen tijdens de eerste levensfazen<br />

wanneer de verschillende organen tot ontwikkeling komen zijn een grootte-orde belangrijker<br />

dan blootstellingen tijdens het latere leven. In het bijzonder tijdens bepaalde tijdsvensters,<br />

wanneer kritische proliferatie, differentiatie of migratieprocessen plaatsgrijpen, dient rekening<br />

gehouden met een zeer sterk verhoogde gevoeligheid aan verstorende agentia, in het<br />

bijzonder wanneer deze inwerken via een receptor (Gluckman et al. 2007; vom Saal 2007b).<br />

Dit besef heeft aanleiding gegeven tot het nieuwe paradigma <strong>van</strong> de “devel<strong>op</strong>mental origins<br />

of human health and disease” (Gluckman et al. 2007; vom Saal 2007b).<br />

Ook blootstelling aan mutagene agenia (direct werkende of indirect werkende doorheen<br />

bijvoorbeeld een verstoring <strong>van</strong> DNA herstel) kan tijdens fasen <strong>van</strong> intense celdeling (zoals<br />

o.m. in utero) een relatief sterker effect hebben (Perera et al. 2002). Bij de geboorte dragen<br />

we reeds ongeveer 25% <strong>van</strong> alle mutaties die we ooit zullen verwerven ( de zeer talrijke<br />

mutaties in “ver gevorderde” genetisch instabiele kankercellen niet meegerekend) (Zhang et<br />

al., 1995; Paashuis & Heddle, 1998).<br />

Uiteraard biedt een vroege initiatie <strong>van</strong> het carcinogenese proces meer tijd voor de talrijke<br />

volgende stappen die nodig zijn om tot een maligne transformatie te komen.<br />

Intra-uteriene blootstellingen zijn ook grotendeels bepalend voor andere <strong>aandoeningen</strong>.<br />

Prenatale blootstelling aan bisphenol A stimuleert postnatale groei bij muizen (Takai et al.<br />

2001). Perinatale blootstelling aan exogene oestrogenen of andere toxische invloeden zou<br />

kunnen bijdragen tot zwaarlijvigheid (Newbold et al. 2007), diabetes (Holloway et al. 2007;<br />

Sinclair et al 2007; Ozanne & Constancia, 2007). Ook zou blootstelling tijdens de<br />

zwangerschap aan solventen het risico <strong>op</strong> zwangerschaps-geïnduceerde hypertensie doen<br />

stijgen (Hewitt et al. 1998). <strong>De</strong> blootstelling in utero aan environmentele tabaksrook, waar<strong>van</strong><br />

geweten is dat deze allergische astma bevordert in muis modellen voor allergisch astma,<br />

beïnvloedt de genexpressie, in de zin dat genen betrokken bij ontstekingsreacties en<br />

allergische reacties differentieel tot expressie komen in de longen <strong>op</strong> volwassen leeftijd bij<br />

muizen (Rouse et al. 2007). Blootstelling in utero aan environmentele tabaksrook versterkt,<br />

bij proefdieren, het antwoord <strong>op</strong> allergenen <strong>op</strong> volwassen leeftijd (Penn et al, 2007). Men<br />

stelde, in een Japanse studie, vast dat er bij de mens een betekenisvolle prenatale blootstelling<br />

aan de hormoonverstorende stof bisphenol A bestaat (Ikezuki et al. 2002). Bij proefdieren is<br />

er veel evidentie beschikbaar over het gezondheidsschadeden effecten tengevolge <strong>van</strong> in utero<br />

blootstelling aan environmenteel rele<strong>van</strong>te dosissen <strong>van</strong> bisphenol A (Vom Saal et al. 2007a).<br />

Bij proefdieren werd een stijging waargenomen <strong>van</strong> de incidentie <strong>van</strong> verschillende<br />

pathologien <strong>van</strong> de vrouwelijke genitale tractus (Newbold et al. 2007b), <strong>van</strong> het risico <strong>op</strong><br />

borstkanker (Soto et al. 2008) en <strong>op</strong> prostaatkanker (Prins et al. 2008) terwijl ook<br />

gedragsveranderingen zouden geïnduceerd worden (Kubo et al. 2003; Adriani et al. 2003;<br />

Ryan & Vandenbergh 2006; Porrini et al. 2005)<br />

In verband met ziekten die zich meestal uiten in de zesde decade <strong>van</strong> het leven en later, is de<br />

<strong>impact</strong> <strong>van</strong> deze pre- en postnatale blootstellingen echter zeer moeilijk of zelfs onmogelijk te<br />

achterhalen. Naast het feit dat er waarschijnlijk gevoelige tijdsvensters bestaan, is het ook nog<br />

eens moeilijk om levenslange milieublootstellingen te kwantificeren. Lage lange termijn<br />

blootstellingen zijn moeilijker in te schatten dan hogere kortdurende blootstellingen, maar hun<br />

cumulatieve <strong>impact</strong> kan groter zijn (Barclay et al. 2005). Daarom wordt er in studies naar<br />

ouderdomsziekten ook vaak gebruik gemaakt <strong>van</strong> data rond beroepsblootstellingen, omdat<br />

2


deze blootstellingen duidelijker te linken zijn aan specifieke <strong>aandoeningen</strong> (Walter et al.<br />

2000). Dit heeft echter ook beperkingen omdat de hoogste beroepsblootstellingen zich<br />

situeren in de gezondste p<strong>op</strong>ulatie (‘healthy worker effect’) (o.a. Viaene et al. 2001).<br />

Bovendien bestaan er interacties tussen acute en <strong>chronische</strong> factoren onderling (Campbell<br />

2004) . Ook is het zo dat milieubelasting boven<strong>op</strong> andere belasting (zoals infecties, genetica,<br />

…) inwerkt, en er daardoor een kritische drempel overschreden kan worden, die dan tot ziekte<br />

kan leiden die zonder extra milieubelasting vermeden kon worden. Milieubelasting kan ook<br />

de symptomen <strong>van</strong> andere ziekten verergeren (Montnemery et al., 2003). Samengevat, er zijn<br />

verschillende kenmerken <strong>van</strong> de toxiciteit <strong>van</strong> milieublootstellingen (tijdsvensters <strong>van</strong> <strong>impact</strong>,<br />

kwantificeerbaarheid ,omgevings-gen-interacties, …) die het erg moeilijk maken om sterke<br />

en eenduidige verbanden te vinden tussen specifieke milieublootstellingen en specifieke<br />

<strong>chronische</strong> <strong>aandoeningen</strong>.<br />

Blootstelling <strong>op</strong> oudere leeftijd<br />

Alhoewel blootstellingen <strong>op</strong> oudere leeftijd globaal zeker minder belangrijk zijn dan deze in<br />

utero of tijdens de prille jeugd zijn er wel redenen om aan te nemen dat de intrinsieke<br />

gevoeligheid aan genotoxische kankerverwekkende stoffen toeneemt met de leeftijd.<br />

Inderdaad, met de leeftijd neemt het aantal voor carinogenese geïnitieerde cellen in ons<br />

lichaam toe, en waarschijnlijk berust deze initiatie in vele gevallen <strong>op</strong> een mutatie die de<br />

mutatiefrequentie <strong>op</strong>drijft. <strong>De</strong>ze mutatie zal meer frequent betrekking hebben <strong>op</strong> een gen dat<br />

betrokken is bij het herstel <strong>van</strong> exogene schade, omdat het uitschakelen <strong>van</strong> een gen<br />

betrokken bij het herstel <strong>van</strong> endogene schade dikwijls letaal zal zijn ( zie <strong>De</strong>man & <strong>van</strong><br />

Larebeke 2001).<br />

Belangrijkste ziektelast<br />

Wat ernstige ziekten betreft: onder de leeftijd <strong>van</strong> 75 jaar is kanker (alle kankers samen) de<br />

belangrijkste doodsoorzaak in de westerse wereld, vóór cardiovasculaire ziekten (Belpomme<br />

et al.2007; Clapp et al. 2006). Kanker heeft, in de USA in 1999 cardiovasculaire<br />

<strong>aandoeningen</strong> overtroffen als belangrijkste doodsoorzaak. Het aandeel dat verschillende<br />

ziektes hebben in doodsoorzaak en verlies aan levenskwaliteit is sterk leeftijdsafhankelijk.<br />

Tabel 1 geeft een overzicht <strong>van</strong> de ziektelast 1 per leeftijdscategorie. In deze lijst is “kanker”<br />

als geheel <strong>van</strong> verschillende soorten kankers echter niet in rekening gebracht.<br />

Tabel 1: T<strong>op</strong> vijf <strong>van</strong> ziekten die de meeste ziektelast a veroorzaken naar leeftijd .<br />

0-14 15-24 25-44 45-64 65-74 75+<br />

1 aangeboren Alcoholafhankelijkheid<br />

angststoorniss coronaire coronaire coronaire<br />

afwijkingen<br />

en<br />

hartziekten hartziekten<br />

hartziekten<br />

2 verstandelijke<br />

handicap<br />

angststoornissen<br />

depressie en<br />

dysthymie<br />

angststoornis<br />

sen<br />

beroerte<br />

beroerte<br />

1<br />

Ziektelast is uitgedrukt in DALY’s. <strong>De</strong>ze zijn gedefinieerd als de som <strong>van</strong> het aantal<br />

jaren verloren door vroegtijdige sterfte en het aantal jaren verlies aan kwaliteit <strong>van</strong> leven<br />

door het leven met een ziekte (zie Hoe staat het met onze gezondheid? voor verdere uitleg<br />

over de ziektelast).<br />

3


4 infecties lage<br />

luchtwegen<br />

depressie en<br />

dysthymie<br />

longkanker COPD dementie<br />

verkeersongevallen suïcide depressie longkanker COPD<br />

5 astma verstandelijke<br />

handicap<br />

3 privéongevallen<br />

Alcoholafhankelijkheid<br />

Verkeersongevallen<br />

diabetes diabetes diabetes<br />

2.Kanker<br />

2.1. Belang:<br />

<strong>De</strong> incidentie <strong>van</strong> kanker stijgt wereldwijd (Sasco 2007).<br />

<strong>De</strong>ze stijging is niet volledig uit te leggen, noch door verschillen in de effectiviteit waarmee<br />

en juiste diagnose gesteld wordt, noch door een verbetering <strong>van</strong> de registratie. Het dient ook<br />

benadrukt dat lang niet alle vormen <strong>van</strong> kanker in incidentie toenemen. Het is trouwens zo dat<br />

de geregistreerde incidentie <strong>van</strong> sommige vrij moeilijk te diagnosticeren vormen <strong>van</strong> kanker<br />

<strong>op</strong> vele plaatsen daalt, daar waar men dan eerder zou verwachten dat ze zou stijgen<br />

tengevolge <strong>van</strong> de verbetering <strong>van</strong> diagnostische methoden.Bovendien is ook de incidentie<br />

<strong>van</strong> kanker bij kinderen gestegen, daar waar de diagnose <strong>van</strong> kanker bij kinderen minder<br />

moeilijk is dan bij oude mensen. Inderdaad, de spontane evolutie <strong>van</strong> kanker bij kinderen lijdt<br />

tot een gezondheidstoestand die sterk contrasteert met de normale situatie, wat niet<br />

noodzakelijk het geval is bij oudere mensen. Sommige epidemiologen stellen dat de<br />

waargenomen stijging in de kankerincidentie te wijten is aan de ontdekking, middels<br />

vroegtijdige screening, <strong>van</strong> kleine tumoren die zich nooit zouden ontwikkeld hebben tot<br />

invasieve kankers. Dit wordt echter tegengesproken door de ervaring met<br />

prostaatkankerscreening. Door screening gedetecteerde prostaatkankers bleken dezelfde<br />

Gleason score te vertonen als niet-gescreende gevallen, er<strong>op</strong> wijzend dat gescreende en nietgescreende<br />

gevallen vermoedelijk een gelijkaardige hist<strong>op</strong>rognose hebben (Crawford, 2003).<br />

In de USA en in verschillende andere industriestaten bedraagt het levenslang risico <strong>op</strong> kanker<br />

voor mannen ongeveer 50% en voor vrouwen ongeveer 30%. In westerse landen is kanker nu<br />

de belangrijkste doodsoorzaak onder de leeftijd <strong>van</strong> 75 jaar (Belpomme et al. 2007; Clapp et<br />

al. 2006). Het kankerrisico is onder meer gestegen voor kinderen. Tijdens de laatste decennia<br />

tot het midden <strong>van</strong> de negentiger jaren is de incidentie <strong>van</strong> kanker bij kinderen in de USA met<br />

ongeveer 1% per jaar gestegen, terwijl dergelijke stijging met 1% per jaar zich in Eur<strong>op</strong>a ook<br />

nog doorzet tot in de meest recente gegevens (Steliarova-Foucher et al. 2004; Kaatsch et al.<br />

2006; Dreifaldt et al. 2004), en in Groot-Britannie zelfs 1.5% per jaar bedraagt. Ho<strong>op</strong>gevend<br />

is dat de kankerincidentie in de USA na 1992 lichtjes is gedaald. Tussen 1973 toen het<br />

National Cancer Institute <strong>van</strong> de USA zijn “Surveillance, Epidemiology, and End Results<br />

(SEER) program” <strong>op</strong>startte en 1992 steeg de incidentie <strong>van</strong> alle kankers met 32 % <strong>van</strong><br />

385/100.000 tot 510/100.000 om vervolgens te dalen tot 477/100.000 in het jaar 2000.In de<br />

USA steeg de naar leeftijd gestandaardiseerde incidentie, voor alle kankers samen, met 18,6%<br />

bij de mannen en 12,4% bij de vrouwen (1975-1979 vergeleken met 1987-1991) (<strong>De</strong>vesa et<br />

al., 1995). <strong>De</strong> incidentie <strong>van</strong> enkele kankers zoals maagkanker en cervixkanker daalt terwijl<br />

deze <strong>van</strong> borst-, prostaat-, testis-, colon-, long-, thyroid-en hersenkanker toeneemt alsmede<br />

deze <strong>van</strong> non-Hodgkin lymphoma’s (Sasco 2007). Het risico <strong>op</strong> kanker in het algemeen (som<br />

<strong>van</strong> alle kankers samen) stijgt met de leeftijd, en deze stijging is meer uitgesproken bij de man<br />

dan bij de vrouw. <strong>De</strong> incidentie <strong>van</strong> borstkanker is hoog <strong>van</strong>af de leeftijd <strong>van</strong> 40 jaar, deze<br />

<strong>van</strong> schildklierkanker <strong>van</strong>af 30 jaar, deze <strong>van</strong> het hodgkin lymfoom <strong>van</strong>af 20 jaar, deze <strong>van</strong><br />

longkanker stijgt sterk tot de leeftijd <strong>van</strong> 70 jaar, de incidentie <strong>van</strong> prostaatkanker,<br />

4


maagkanker en colorectale kanker stijgt zeer sterk met de leeftijd, de incidentie <strong>van</strong><br />

testiskanker piekt tussen de 30 en 35 jaar,deze <strong>van</strong> cervixkanker tussen de 35 en de 39 jaar en<br />

deze <strong>van</strong> kanker <strong>van</strong> het zenuwstelsel tussen de 75 en de 85 jaar (gegevens afgeleid <strong>van</strong> het<br />

verslag <strong>van</strong> het Belgisch Nationaal Kankerregister 1990-1992.)<br />

2.2. Interactie met erfelijke factoren<br />

Erfelijke factoren kunnen belangrijk zijn, maar zouden slechts verantwoordelijk zijn voor<br />

duidelijk minder dan 10% <strong>van</strong> de kankers zoals deze zich <strong>op</strong> heden voordoen (Lichtenstein et<br />

al. 2000; Czene et al. 2002). Het artikel <strong>van</strong> Lichtenstein et al. kreeg kritiek (zie N Engl J<br />

Med November 16), die voor een deel misverstandelijk is (er wordt verwezen naar de rol <strong>van</strong><br />

toevallige mutaties, maar deze kunnen uiteraard aan exogene factoren te wijten zijn), en voor<br />

een deel wijst <strong>op</strong> het feit dat de studie in feite niets zegt over <strong>milieufactoren</strong> in de enge zin<br />

<strong>van</strong> het woord. <strong>De</strong>ze kritiek werd weerlegd door de auteurs die stellen dat hun studie aantoont<br />

dat overerfbare factoren slechts een beperkt aandeel hebben (<strong>op</strong> het niveau <strong>van</strong> de p<strong>op</strong>ulatie)<br />

in de variatie <strong>van</strong> susceptibiliteit. Uiteraard gebruiken Lichtenstein en Czene de term<br />

“<strong>milieufactoren</strong>” voor het geheel <strong>van</strong> exogene invloeden.<br />

In het bijzonder de <strong>impact</strong> (<strong>op</strong> het geheel <strong>van</strong> de p<strong>op</strong>ulatie) <strong>van</strong> genen zoals BRCA (een gen<br />

betrokken bij het herstel <strong>van</strong> DNA waar<strong>van</strong> sommige polymorfismen (vormen) of mutaties<br />

het risico <strong>op</strong> borstkanker sterk doen toenemen) die rechtstreeks voorbestemmen tot het<br />

ontwikkelen <strong>van</strong> bepaalde types <strong>van</strong> kanker is zeer beperkt. Colorectal kanker bijvoorbeeld<br />

zou voor ongeveer 6% te wijten zijn aan herkenbare overerfbare “germline” mutaties (Jeter et<br />

al. 2006), ovariumkankers voor 5-10% (Salehi et al. 2008) .<br />

<strong>De</strong> BRCA1 en BRCA2 genen zijn belangrijke determinanten <strong>van</strong> het risico <strong>op</strong> borstkanker.<br />

In de bevolking <strong>van</strong> de USA bedroeg het cumulatieve risico <strong>op</strong> borstkanker <strong>op</strong> 70 jaar 0.46<br />

(95% CI, 0.39 to 0.54) in BRCA1 carriers en 0.43 (95% CI, 0.36 to 0.51) in BRCA2 carriers,<br />

terwijl het risico <strong>op</strong> ovarium kanker 0.39 (95% CI, 0.30 to 0.50) in BRCA1 carriers en 0.22<br />

(95% CI, 0.14 to 0.32) in BRCA2 carriers bedroeg ( Chen et al. 2006)). Maar de mate waarin<br />

dit het geval is hangt terug af <strong>van</strong> externe factoren. Zo is het risico voor draagsters <strong>van</strong> deze<br />

genen om <strong>op</strong> de leeftijd <strong>van</strong> 50 jaar reeds borstkanker gehad te hebben 24% voor personen<br />

geboren voor 1940 en 67% voor deze die na 1940 geboren werden (King et al. 2003). In<br />

Ijsland nam de cumulatieve incidentie <strong>van</strong> borstkanker <strong>op</strong> de leeftijd <strong>van</strong> 70 jaar toe <strong>van</strong><br />

18.6% (95% CI = 11.0% to 29.5%) in het jaar 1920 tot 71.9% (95% CI = 45.9% to 100%) in<br />

2002 (P < .001) (Tryggvadottir et al. 2006).<br />

Genen verantwoordelijk voor het metabolisme <strong>van</strong> exogene stoffen zouden wel een<br />

belangrijke rol spelen in het risico <strong>op</strong> longkanker (Miller &Fain 2003 ). Ook polymorfismen<br />

in DNA herstel genen, in het bijzonder in de “Nucleotide excision Pathway”, zouden door een<br />

verhogen <strong>van</strong> de gevoeligheid aan exogene mutagenen belangrijk kunnen zijn (Lin et al.<br />

2007). <strong>De</strong> “P<strong>op</strong>ulation attributable faction” <strong>van</strong> het geheel <strong>van</strong> familiale factoren wordt <strong>op</strong><br />

11% geschat voor borstkanker in Zweden (Hemminki et al. 2002a) en <strong>op</strong> 11.63% voor<br />

prostaatkanker in Zweden (Hemminki et al. 2002b). Op basis <strong>van</strong> geografische verschillen,<br />

<strong>van</strong> studies <strong>op</strong> migranten, <strong>van</strong> tijdstrends, <strong>van</strong> studies <strong>op</strong> ouders waar<strong>van</strong> een kind aan kanker<br />

leidt, <strong>van</strong> studies <strong>op</strong> het voorkomen in families en bij tweelingen kan gesteld worden dat vast<br />

staat dat de incidentie <strong>van</strong> kanker zoals wij die kennen in hoofdzaak te wijten is aan externe<br />

factoren.<br />

2.3. Milieufactoren, persoonlijke levenswijze en beroepsmatige blootstellingen die<br />

bijdragen tot het ontstaan <strong>van</strong> kanker<br />

5


Naarmate men meer gegevens verzamelt, wordt het duidelijk dat, éénmaal een genotoxsich<br />

agens toegang heeft tot een weefsel, de kans groot is dat het zal bijdragen tot het kankerrisico<br />

in dat weefsel. Zo bijvoorbeeld worden nu meer soorten kankers in verband gebracht met<br />

roken dan vroeger. Toch vertonen ook genotoxische agentia een zekere weefselspecificiteit,<br />

zei het in mindere mate dan kankerverwekkende of kankerbevorderende stoffen die<br />

uitsluitend of hoofdzakelijk inwerken via beïnvloeding <strong>van</strong> de genexpressie.<br />

Hieronder wordt een overzicht gegeven berustend <strong>op</strong> de studies <strong>van</strong> Clapp et al..2005 en<br />

2007. Beroepsmatige blootstellingen worden eveneens vermeld, niet omdat ze <strong>op</strong> zichzelf<br />

gelijk te stellen zijn aan milieublootstellingen, maar omdat vele blootstellingen in het<br />

leefmilieu, alhoewel minder intens, gelijkenissen kunnen vertonen met beroepsmatige<br />

blootstellingen. In dit overzicht worden alle blootstellingen vermeld die in functie <strong>van</strong> de<br />

bestaande gegevens duidelijk verdacht zijn <strong>op</strong> kankerverwekkende eigenschappen. Er werd<br />

evenwel geen poging ondernomen om voor elk agens of elke blootstelling het geheel <strong>van</strong> de<br />

bestaande gegevens te verzamelen en te evalueren, dit zou een kolossale hoeveelheid werk<br />

vragen. <strong>De</strong> meeste <strong>van</strong> de vernoemde blootstellingen zullen ongetwijfeld later definitief als in<br />

enige mate kankerverwekkend beschouwd worden, maar sommige <strong>van</strong> deze agentia zullen<br />

later mogelijks uit de lijst geschrapt worden. Inderdaad, men weet dat een belangrijk<br />

percentage (grootte-orde: 10%) <strong>van</strong> niet polymere scheikundige stoffen in zekere mate<br />

kankerverwekkende eigenschappen hebben. Dierproeven met 127 niet-verdachte<br />

scheikundige stoffen die aan een onderzoek onderworpen werden, omdat ze in zeer grote<br />

hoeveelheden geproduceerd werden en/of omdat er een belangrijke blootstelling aan bestond,<br />

toonden aan dat 26 (20 %) <strong>van</strong> deze stoffen carcinogeen waren (Huff, 1993). Vals negatieve<br />

epidemiologische studies inzake kankerincidentie zijn veel frequenter dan vals positive. Dit<br />

onder meer omdat epidemiologische studies slechts zelden toelaten risico factoren leidend tot<br />

relatieve risico's kleiner dan 1,5 à 2 te detecteren (Ehrenberg et al., 1996); omdat negatieve<br />

“confounding” zeer frequent is (denk aan de hoge inwendige blootstelling bij oudere<br />

volwassenen in Peer); omdat in studies waarin naar een dosis-antwoord verband wordt<br />

gezocht, onnauwkeurigheden in het bepalen <strong>van</strong> de blootstelling (en deze zijn legio) zullen<br />

leiden tot een onderschatting <strong>van</strong> de stijging <strong>van</strong> het risico (Freudenheim & Marshall, 1988);<br />

omdat peri-natale blootstellingen zeer belangrijk zijn maar niet gemakkelijk in rekening<br />

kunnen gebracht worden. Evenwel blijft de mogelijkheid <strong>van</strong> een vals positieve studie<br />

uiteraard bestaan. Het dient ook duidelijk gesteld dat zeker niet alle vermelde agentia<br />

krachtige carcinogene eigenschappen hebben. Sommige <strong>van</strong> de vermelde agentia zullen<br />

wellicht slechts zwakke carcinogene of kankerbevorderende eigenschappen hebben, die<br />

echter, samen met tal <strong>van</strong> andere invloeden, toch tot het totale kankerrisico kunnen bijdragen.<br />

<strong>De</strong> hieronder weergegeven lijst geeft echter een beeld <strong>van</strong> de veelheid <strong>van</strong> agentia en toont<br />

ook dat sommige blootstellingen vermoedelijk een rol spelen in meerdere vormen <strong>van</strong> kanker.<br />

Zoals uit experimenteel onderzoek blijkt dat zeer vele stoffen in mindere of meerdere mate<br />

kankerverwekkende eigenschappen vertonen, blijkt uit onderstaande lijsten dat een zeer groot<br />

aantal blootstellingen <strong>van</strong> zeer verscheiden aard het risico <strong>op</strong> kanker doen toenemen.<br />

Onderstaande lijst berust in essentie <strong>op</strong> epidemiologische waarnemingen, vooral betreffende<br />

beroepsbloostellingen. <strong>De</strong> rele<strong>van</strong>tie voor milieublootstelling is nochtans groot, omdat<br />

enerzijds er voor genotoxische agentia geen kritische dosis is waaronder geen mutageen effect<br />

<strong>op</strong>treedt, en anderzijds ook vele receptorbindende epigenetische carcinogenen<br />

(tumorpromotors) actief kunnen zijn bij blootstellingen <strong>van</strong> zeer lage intensiteit (zie N. <strong>van</strong><br />

Larebeke, 2004 MIRA rapport: ”Gezondheidseffecten <strong>van</strong> blootstelling aan<br />

omgevingsconcentraties <strong>van</strong> mutagene of hormoonverstorende agentia”). In vele gevallen,<br />

althans met betrekking tot mutagene of receptorbindende stoffen, zullen ook blootstellingen<br />

<strong>van</strong> zeer lage intensiteit het kankerrisico doen toenemen, althans bij levenslange blootstelling<br />

6


en zeker wanneer die aan<strong>van</strong>gt in utero, zij het dan <strong>op</strong> een wijze die in de praktijk moeilijk<br />

epidemiologisch kan vastgesteld worden.<br />

7


2.3.1. Per soort kanker (grotendeels naar Clapp et al., 2005 en 2007)<br />

2.3.1.1. Blaaskanker:<br />

Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />

blaaskanker veroorzaken<br />

Arsenicum (Clapp et al. 2005)<br />

Tabaksrook (Clapp et al. 2005)<br />

Nevenproducten die ontstaan bij de chlorinatie <strong>van</strong> drinkwater. <strong>De</strong> evidentie hiervoor is de<br />

laatste jaren nog toegenomen en een verdubbeling <strong>van</strong> het risico werd waargenomen bij<br />

een blootstelling langer dan 30 jaar (Morris 1995b;Clapp et al. 2005; Clapp et al..<br />

2007;Villanueva et al. 2006).<br />

Aromatische amines (arylamines) waaronder 2-naphthylamine, benzidine, chlornaphazine, het<br />

productieproces <strong>van</strong> auramine en <strong>van</strong> magenta kleurstof, O-toluidine, aniline (Clapp et<br />

al. 2005; Clapp et al. 2007).<br />

Procédés aangewend in de rubber industrie (Clapp et al. 2005)<br />

Vloeistoffen gebruikt in de metaalverwerking (Clapp et al. 2007)<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijk blaaskanker veroorzaken:<br />

Cadmium (met een odds ratio <strong>op</strong>l<strong>op</strong>end tot 5.7 (Kellen et al., 2007b)<br />

Tetrachloroethyleen, trichloroethyleen (OR 1.54 voor middelmatige blootstelling, 1.98 voor<br />

intense blootstelling (Zhao et al. 2005) en andere solventen (Clapp et al. 2005; Clapp et<br />

al. 2007)<br />

Kleurstoffen gebruikt voor het kleuren <strong>van</strong> het haar (Clapp et al. 2005)<br />

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen en hun nitroderivaten (Clapp et al. 2005; Clapp<br />

et al. 2007)<br />

Uitlaatgassen <strong>van</strong> dieselmotoren (Clapp et al. 2007)<br />

Koolteer (Clapp et al. 2005)<br />

Stof <strong>van</strong> leder (Clapp et al. 2005)<br />

Verven (Clapp et al. 2007)<br />

Minerale oliën (Clapp et al. 2005)<br />

Mogelijks zijn er interacties tussen roken enerzijds en blootstelling aan respectievelijk<br />

aromatische aminen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen, diesel uitlaatgassen<br />

en metabole genetische polymorfismen anderzijds( Kellen et al. 2007a).<br />

Beroepsmatige blootstellingen in de textiel en aluminium industrieën en aan silica en aan<br />

electromagnetische velden (Band et al., 2005).<br />

Beroepsmatige blootstellingen in de olie industrie ( Baena et al. 2006; Lynge et al. 2006)<br />

2.3.1.2. Beenderkanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />

beenderkanker veroorzaken<br />

Ioniserende straling<br />

2.3.1.3. Kanker <strong>van</strong> de hersenen en het centraal zenuwstelsel in het algemeen<br />

Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />

kanker veroorzaken <strong>van</strong> het centraal zenuwstelsel:<br />

Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />

8


Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks kanker veroorzaken <strong>van</strong> het<br />

centraal zenuwstelsel:<br />

Extreem lage frequentie niet-ioniserende elektromagnetische straling (Clapp et al. 2007)<br />

Lood, arsenicum, kwik (zwakke evidentie) (Clapp et al. 2007)<br />

Solventen waaronder benzeen, tolueen, xyleen,methyleenchloride (Clapp et al. 2007)<br />

Verven en inkten (mogelijks) (Clapp et al. 2007)<br />

Vrouwen die haarverf producten gebruiken :glioma OR= 1.7 (Clapp et al. 2005; Heineman<br />

2005)<br />

Niet-ioniserende straling <strong>van</strong> het type radiofrequentie (GSM) (met OR <strong>op</strong>l<strong>op</strong>end tot 2.6 voor<br />

analoge telefoons) (Hardell et al. 2006 a en b).<br />

Sommige pesticiden: beroepshalve blootstelling was geassocieerd aan een SIR= 1.85)<br />

(Ala<strong>van</strong>ja et al., 2005). Carbamaten (Carreon et al. 2005) en bufencarb, chlorpyrifos,<br />

coumaphos, metribuzin en paraquat worden als risicofactoren vernoemd (Lee et al.<br />

2005)<br />

Met nitriet behandeld vlees (vooral dan bij kinderen na blootstelling in utero) (Clapp et al.<br />

2005; Clapp et al. 2007)<br />

Nitrieten in drinkwater (Mueller et al. 2004). Ward et al. (2005) vonden geen duidelijke<br />

aanwijzingen voor een rol <strong>van</strong> nitraat en nitriet.<br />

PCBs (Ruder et al. 2006).<br />

Blootstellingen die <strong>op</strong>treden in laboratoria, rubber industrie,verf en plastiek industrie, metaal<br />

industrie, wol en textiel industrie, petroleum rafinaderijen (Clapp et al. 2005), en<br />

misschien ook productie <strong>van</strong> computers en semiconductoren (Clapp et al. 2007 ;<br />

Nichols et al. 2005; Beall et al. 2005; Bender et al. 2007) en bij de brandweer (Bates et<br />

al. 2007).<br />

2.3.1.4. Borstkanker<br />

In de USA nam de incidentie <strong>van</strong> borstkanker toe met 43% <strong>van</strong> 99/100.000 in 1973 tot<br />

141/100.000 in 1998 en verminderde dan tot 135/100.000 in het jaar 2000.Voor blanke<br />

vrouwen in de USA bedroeg de incidentie in het jaar 2000 142/100.000.<br />

Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />

borstkanker veroorzaken<br />

Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />

Diethylstilboestrol (DES): dochters <strong>van</strong> vrouwen die DES namen tijdens hun zwangerschap<br />

hebben meer dan tweemaal zoveel risico <strong>op</strong> borstekanker (Breast Cancer Fund and<br />

Breast Cancer Action 2004)<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks borstkanker veroorzaken:<br />

Xenooestrogenen (waaronder bisphenol A, sommige pesticiden, ftalaten). Dit inzicht berust<br />

<strong>op</strong> in vitro experimenten dierproeven en biomonitoring bij de mens (Ibarluzea et al.<br />

2004). <strong>De</strong> dierproeven <strong>van</strong> Soto et al. 2008 wijzen <strong>op</strong> een stijgen <strong>van</strong> het risico <strong>op</strong><br />

borstkanker tengevolge <strong>van</strong> blootstelling aan bisphenol A bij concentraties zoals die bij<br />

de mens voorkomen.<br />

Styreen (Brody et al.2003)<br />

Solventen, waaronder, benzeen, carbon tetrachloride en mogelijks ethyleen glycol methyl<br />

ether (Clapp et al. 2005).<br />

Formaldehyde (Brody et al. 2003)<br />

Sommige pesticiden (Clapp et al. 2005) waaronder DDT en DDE; blootstelling aan DDT voor<br />

de leeftijd <strong>van</strong> 14 jaar zou gepaard gaan met een tot vijfmaal verhoogd risico voor de<br />

9


meest blootgestelden (Cohn et al. 2007). Vrouwen <strong>van</strong> mannen die werken met 2,4,5-<br />

trichlor<strong>op</strong>henoxypr<strong>op</strong>ionic acid of met het fungicide Captan vertoonden een significante<br />

stijging <strong>van</strong> het risico <strong>op</strong> borstkanker (RR=2,0 en 2,7 respectievelijk) (Engel et al.<br />

2005).Andere pesticiden waarvoor enige epidemiologische aanwijzing bestaat dat ze het<br />

borstkankerrisico kunnen <strong>op</strong>drijven: Triazine herbiciden, dieldrin, chlordaan, aldrin,<br />

lindaan, chlorpyrifos, dichlorvos, terbufos, heptachlor epoxide (metaboliet <strong>van</strong> het<br />

insecticide heptachlor), diazinon en malathion (Clapp et al. 2005; Clapp et al. 2007;<br />

Teitelbaum et al. 2007). Vrouwen met borstkanker vertoonden in hun lichaamsvet<br />

hogere concentraties <strong>van</strong> xeno-oestrogenen en in het bijzonder <strong>van</strong> aldrin en lindane<br />

(Ibarluzea et al. 2004).<br />

Environmentele tabaksrook (Californian EPA 2005; Clapp et al. 2005; Miller et al. 2007)<br />

PCBs: vrouwen met een polymorfisme in het CYP1A1 gen vertonen een verhoogd risico <strong>op</strong><br />

borstkanker bij blootstelling aan PCBs (Brody et al. 2007)<br />

Hexachlorobenzeen (Breast Cancer Fund and Breast Cancer Action 2005;.Clapp et al. 2005)<br />

Hexachlorocyclohexaan (lindaan) (Breast Cancer Fund and Breast Cancer Action 2005; Clapp<br />

et al. 2005)<br />

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (Clapp et al. 2005).Een hogere blootstelling aan<br />

PAKs in termen <strong>van</strong> “total suspended particulate” <strong>op</strong> het geboorte adres bleek<br />

geassocieerd met een niet-significante verhoging <strong>van</strong> het borstkanker risico bij<br />

postmen<strong>op</strong>ausale vrouwen (OR= 2.42) (Bonner et al. 2005)<br />

Dioxines (Clapp et al. 2005)<br />

Reactive scheikundige stoffen, waaronder ethylene oxide (Blair et al. 1997; Clapp et al. 2005)<br />

Er bestaan beperkte aanwijzingen voor het <strong>op</strong>drijven <strong>van</strong> het risico <strong>op</strong> borstkanker door:<br />

Niet-ioniserende electromagnetische straling (niet duidelijk). Een niet significante verhoging<br />

met 16% werd gerapporteerd (McElroy et al. 2007)<br />

Zeranol:een niet steridale groeipromotor met oestrogene activiteit (Breast Cancer Fund and<br />

Breast Cancer Action 2005;.Clapp et al. 2005)<br />

Zonnecrème ingrediënten (Breast Cancer Fund and Breast Cancer Action 2005;.Clapp et al.<br />

2005). Het enige dat met absolute zekerheid kan worden gezegd over het gebruik <strong>van</strong><br />

zonnecrème is dat het ons beschermt tegen zonnebrand. Voor de rest voorkomt<br />

zonnecrème waarschijnlijk plaveisel-cel carcinomen <strong>van</strong> de huid, maar het is niet zeker<br />

dat zonnecrème ook beschermt tegen de inductie <strong>van</strong> carcinomen <strong>van</strong> het basaal-cel type<br />

en tegen de inductie <strong>van</strong> melanomen. Omdat zonnecrème, zowel bij proefdieren als bij<br />

de mens, bescherming biedt tegen de inductie <strong>van</strong> mutaties in de huidcellen kan wel<br />

vermoed worden dat zonnecrème toch enige bescherming bied tegen huidkankers in het<br />

algemeen, maar dit kon dus epidemiologisch niet bewezen worden. Helaas staat ook vast<br />

dat sommige zonnecrèmebestanddelen ook hormoonverstorend kunnen werken, maar<br />

het is weinig waarschijnlijk dat dit effect belangrijk is en het lijkt zeer waarschijnlijk dat<br />

de positieve effecten <strong>van</strong> zonnecrème (het verminderen <strong>van</strong> het aantal mutaties) de<br />

negatieve effecten <strong>van</strong> de hormoonverstoring duidelijk overtreffen. Zonnecrème mag<br />

niet de eerste keus zijn als preventiemiddel tegen huidkanker en het mag niet als enige<br />

middel gebruikt worden tegen de zon. Bescherming tegen UV-straling bekomt men in<br />

de eerste plaats door de huid te bedekken met kledij. <strong>De</strong> toegenomen ongerustheid<br />

betreffende de blootstelling aan de zon heeft ondertussen geleid tot het bepalen <strong>van</strong> de<br />

UV beschermingsfactor (UPF) <strong>van</strong> textiel. Nationale stralingslaboratoria in Australië en<br />

het Verenigd Koninkrijk hebben de UPFs <strong>van</strong> verschillende duizende zomerkleren<br />

bepaald. Bijna 90% heeft UPF>10en voorziet dus in een bescherming die equivalent is<br />

aan die <strong>van</strong> een zonnecrème met ‘sun protection factor’ (SPF) 30 of hoger. 80% heeft<br />

10


een UPF>15 en geeft volledige bescherming tegen de zon.Adequate bescherming tegen<br />

de zon is het belangrijkst gedurende de kindertijd. Kinderen moeten in de eerste plaats<br />

met kleding tegen de zon beschermd worden, en daarnaast ook met zonnecrème.<br />

Cosmetica die oestrogenen en/of xeno-oestrogenen bevatten: Dono<strong>van</strong> et al. (2006) trekken<br />

de aandacht <strong>op</strong> dit probleem dat <strong>van</strong> bijzonder belang zou kunnen zijn voor Afro-<br />

Amerikaanse vrouwen. Hierover is weinig bekend.<br />

Beroepsblootstellingen als cabinepersoneel in de luchtvaart (Tokumaru et al. 2006)en als<br />

verpleegster (Lie et al. 2007)<br />

2.3.1.5. Baarmoederhalskanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen mogelijks baarmoederhalskanker veroorzaken<br />

Solventen waaronder Trichloroeyhyleen en tetrachloroethyleen (Clapp et al. 2005)<br />

2.3.1.6. Colonkanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen mogelijks colonkanker veroorzaken<br />

Nevenproducten die ontstaan bij de chlorinatie <strong>van</strong> drinkwater (Clapp et al. 2005)<br />

Xylene en toluene (Lynge et al. 1997)<br />

Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />

Pesticiden, in het bijzonder het herbicide dicamba (met een RR <strong>op</strong>l<strong>op</strong>end tot 3.29) (Samanic<br />

et al. 2006)<br />

Kleurstoffen: blootstelling gedurende minstens 20 jaar was geassoiceerd aan een Hazard ratio<br />

<strong>van</strong> 3.9 (<strong>De</strong> Roos et al. 2005)<br />

Hydrazine (een bestandeel <strong>van</strong> raketbrandstof): geobserveerde RR= 2.2 bij “aerospace”<br />

arbeiders (Ritz et al. 2006).<br />

2.3.1.7. Slokdarmkanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen mogelijks slokdarmkanker veroorzaken<br />

Solventen, waaronder tetrachloroethyleen (Clapp et al. 2005) (Een Scandinavische studie<br />

(Lynge et al. 2006) vond echter geen verhoogd risico)<br />

Droogkuis en ververijen (Clapp et al. 2005)<br />

Olieën gebruikt bij metaalbewerking (Clapp et al. 2005; Tolbert PE 1997).<br />

Minerale olie (Tolbert 1997)<br />

Verbrandingsproducten; Californische brandweerlui hebben een verhoogd risico (Bates et al.<br />

2007)<br />

Silica stof: hazard ratio 15,8 (Wernli et al. 2006)<br />

Blootstelling aan las-stof, lood dampen en staal: Hazard ratio 3,7 (Wernli et al. 2006)<br />

2.3.1.8. Hodgkin’s disease<br />

Volgende agentia of procédés kunnen mogelijks of wellicht de ziekte <strong>van</strong> Hodgkin<br />

veroorzaken<br />

Solventen waaronder trichloorethyleen en benzeen (Lynge et al. 1997; Wartenber et al. 2000;<br />

Clapp et al., 2005)<br />

11


Werken in droogkuis en wasserijen (Miligi et al. 1999; Wartenberg et al. 2000)<br />

Pesticiden waaronder phenoxy zuur herbiciden, chlor<strong>op</strong>henolen, DDT (Clapp et al., 2005)<br />

Houtnijverheid (McCunney 1999)<br />

2.3.1.9. Nierkanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen mogelijks of wellicht nierkanker veroorzaken<br />

Metalen, waaronder arsenic, cadmium en lood (Clapp et al. 2005)<br />

Solventen waaronder trichloroethyleen (Boice et al. 2006); blootgestelde arbeiders<br />

vertoonden een RR= 4,90 met een significant dosis-effect verband (Zhao et al. 2005)<br />

Wasserijen en droogkuis, in het bijzonder blootstelling aan tetrachloroethylene (Lynge et al.<br />

1997; Clapp et al. 2005)<br />

Diezel brandstof (Clapp et al. 2005)<br />

Pesticiden en Wilm’s tumor (bij kinderen) (Clapp et al. 2007)<br />

Pentachlor<strong>op</strong>henol (<strong>De</strong>mers et al. 2006)<br />

Vaderlijk beroep als lasser of mechanicien en Wilm’s tumor (bij kinderen) (Clapp et al.<br />

2005).<br />

Blootstellingen in de computerindustrie (Clapp et al. 2007)- en voedingsindustrieën<br />

(Laakkonen et al. 2006).<br />

2.3.1.10. Larynxkanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />

larynxkanker veroorzaken<br />

Olieën gebruikt bij metaalbewerking (Clapp et al. 2005)<br />

Asbest (OR=1.9) (Purdue et al. 2006; Clapp et al. 2005)<br />

Volgende agentia of procédés kunnen mogelijks of wellicht larynxkanker veroorzaken<br />

Beroepsblootstellingen aan<br />

Houtstof (Clapp et al. 2005)<br />

Kolenstof (OR=6,53) (Shangina et al. 2006)<br />

Stof <strong>van</strong> harde legeringen (OR=2.23) (Shangina et al. 2006)<br />

Gechlorineerde koolwaterstoffen (OR=2,18) (Shangina et al. 2006)<br />

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (OR=,20) (Becher et al. 2005)<br />

Graanstof (Laakkonen et al. 2006)<br />

Reactieve stoffen zoals zwavelzuur (Blair et al. 1997)<br />

Rubbernijverheid (Clapp et al. 2005)<br />

Productie <strong>van</strong> mosterdgas, nikkelrafinage,de “sterk zuur” procedure in de productie <strong>van</strong><br />

is<strong>op</strong>r<strong>op</strong>ylalcohol en blootstelling aan diethyl sulfaat in de productie <strong>van</strong> ethanol (Clapp<br />

et al. 2005).<br />

2.3.1.11. Leukemie<br />

Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />

leukemie veroorzaken<br />

Benzeen: per ppm-jaar beroepsblootstelling werd een verhoging <strong>van</strong> 10% in het risico <strong>op</strong><br />

leukemie waargenomen (Glass et al. 2006); blootstellingberoepsmatige blootstelling aan<br />

meer dan 8 ppm-jaren : OR= 7.17 voor acute niet-lymfocytaire leukemie, terwijl voor<br />

<strong>chronische</strong> lymfoiede leukemie een OR= 4.52 werd vastgesteld (Glass et al. 2006).<br />

12


Ioniserende straling: kinderen (leeftijd 0-9 jaar) in de nabijheid <strong>van</strong> nucleaire installaties<br />

vertoonden een toename <strong>van</strong> 14 tot 21% en voor de leeftijdscategorie 0-25 jaar was dit<br />

7%-10% (meta-analyse <strong>van</strong> Baker & Hoel 2007).<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks leukemie veroorzaken<br />

Andere solventen waaronder trichloroethyleen (Clapp et al. 2005; Alexander et al. 2006).<br />

Rubber industrie (Clapp et al. 2005)<br />

Vaderlijke blootstelling aan solventen waaronder benzeen, koolstof tetrachloride,<br />

Trichloorethyleen, en aan verven en pigmenten en leukemie bij kinderen (Clapp et al.<br />

2005).<br />

Reactieve stoffen waaronder butadieen (Blair et al. 1997) (ook onafhankelijk <strong>van</strong> andere<br />

industriële blootstellingen (Graff et al. 2005; Cheng et al. 2007),<br />

dimethyldithiocarbamate (Graff et al. 2005) en ethyleen oxide (Clapp et al. 2005).<br />

Niet ioniserende straling (Clapp et al. 2005) (zowel extreem laagfrequent als radiofrequent);<br />

EMF gemeten in de slaapkamer <strong>van</strong> kinderen was geassocieerd aan een OR= 2.6 voor<br />

AML en ALL samengenomen en een OR <strong>van</strong> 4,7 voor ALL alleen ( Kabuto et al. 2006).<br />

Petroleum industrie (beroepsblootstelling) (Clapp et al. 2005)<br />

Pesticiden waaronder carbon disulfide, phosphine, methyl bromide en DDT (Clapp et al.<br />

2005).Landbouwarbeiders blootgesteld aan het pesticide mancozeb: OR= 2,35 (Mills et<br />

al. 2005). Landbouwarbeiders blootgesteld aan het pesticide toxaphene:OR=2,20 (Mills<br />

et al. 2005). Pesticide toepassers: organochlotrine pesticides (Purdue et al. 2006)<br />

waaronder aldrin, chlordane en heptachlor (RR=2), DDT, dieldrin, toxaphene,<br />

heptachlor en lindane (RR=2). Blootstelling aan de organofosfaat fonofos leidde tot een<br />

RR=2.67 (Mahajan et al. 2006). Intens gebruik <strong>van</strong> simazine (RR=1,21) en methyl<br />

bromide (RR= 1.16) (Reynolds et al. 2005).<br />

Haarverven (zwarte haarverven): 90% toename in het risico (Miligi et al.2005).<br />

Metalen (tungsten en arseen): vermoeden <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> geografische clustering in associatie<br />

met blootstelling aan deze metalen (Rubin et al. 2007)<br />

Dioxine: vermoeden <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> geografische clustering in associatie met blootstelling (Read<br />

et al. 2007)<br />

2.3.1.12. Lever en galwegen kanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />

leverkanker veroorzaken<br />

Ioniserende stralingn(Clapp et al. 2005)<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks kanker <strong>van</strong> lever en galwegen<br />

veroorzaken<br />

Arsenicum (Clapp et al. 2005)<br />

Solventen waaronder trichloroethylene (Lynge et al. 1997; Clapp et al. 2005)<br />

Methylene chloride (Lynge et al. 1997; Clapp et al. 2005)<br />

Reactieve agentia waaronder vinyl chloride (Clapp et al. 2005)<br />

PCBs (Clapp et al. 2005). Bevestigd door recente studies die een SMR <strong>van</strong> 2,11 vermelden<br />

(Prince et al. 2006a en 2006b)<br />

2.3.1.13. Longkanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />

longkanker veroorzaken<br />

13


Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />

Radon (ook bij concentraties zoals die in huizen voorkomen (Krewski et al. 2006).<br />

Reactieve stoffen waaronder Bis(chloromethyl) ether(BCME) en chloromethyl methyl ether<br />

(CMME) en mosterd gas (Clapp et al. 2005).<br />

Environmentele tabaksrook (Clapp et al. 2005). Levenslang niet rokende vrouwen hebben een<br />

toename met 24% <strong>van</strong> hun longkankerrisico indien hun man roker is (Hackshaw 1998).<br />

Luchtpollutie (waaronder deze met Fijn stof). Waargenomen verhogingen <strong>van</strong> het risico l<strong>op</strong>en<br />

<strong>op</strong> tot 83% (Edwards et al. 2006); wonen nabij een weg met druk verkeer was<br />

geassocieerd met een toename <strong>van</strong> 46% in de incidentie <strong>van</strong> longkanker (Vineis et al.<br />

2006). Een toename met 10 ppb NO2 zou geasocieerd zijn aan een toename met 14% in<br />

de incidentie <strong>van</strong> longkanker.<br />

Binnenshuisluchtpollutie (verwarming en koken met kolen,blootstelling aan koolstof, olie<br />

gebruikt voor het koken) (Zhao et al. 2006).<br />

Diesel uitlaatgassen (Clapp et al. 2005)<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks longkanker veroorzaken<br />

Metalen:<br />

Arseen, (zowel via blootstelling doorheen stof als via drinkwater); ook via arsenic<br />

houdende pesticiden (Clapp et al. 2005)<br />

Beryllium: (Hayes 1997; Siemiatycki et al. 2004; Clapp et al.2005);<br />

Cadmium: in Vlaanderen bleken zowel environmentele blootstelling als inwendige<br />

blootstelling aan cadmium significant geassocieerd aan een stijging <strong>van</strong> het risico<br />

<strong>op</strong> longkanker. Het globaal kankerrisico was <strong>op</strong> significante wijze geassocieerd met<br />

een verdubbeling <strong>van</strong> de 24-uurs urinaire excretie <strong>van</strong> (hazard ratio 1.31 [95% CI<br />

1.03-1.65], p=0.026. <strong>De</strong> “p<strong>op</strong>ulation-attributable risk” voor long kanker bedroeg<br />

67% (95% CI 33-101) in de streek met hoge blootstelling, te vergelijken met deze<br />

voor roken die 73% (38-108) bedroeg. Voor long kanker bedroeg de “ adjusted<br />

hazard ratio” 1.70 (1.13-2.57, p=0.011) voor een verdubbeling <strong>van</strong> de 24-uurs<br />

urinaire cadmium excretie, 4.17 (1.21-14.4, p=0.024) voor residentie in de streek<br />

met hoge blootstelling vergeleken met de streek met lage blootstelling, en 1.57<br />

(1.11-2.24, p=0.012) voor een verdubbeling <strong>van</strong> de cadmium concentratie in de<br />

bodem. <strong>De</strong> cadmium concentratie in de bodem varieerde <strong>van</strong> 0.8 mg/kg tot 17.0<br />

mg/kg. Bij de start <strong>van</strong> de studie bedroeg de geometrisch gemiddelde urinaire<br />

cadmium excretie 12.3 nmol/day voor bewoners <strong>van</strong> de streek met hoge<br />

blootstelling, tegen 7.7 nmol/day voor de bewoners <strong>van</strong> de streek met lage<br />

blootstelling (p


toepassers significant geasocieerd met een gestegen risico. Een blootstelling aan<br />

metachlor bleek geassocieerd aan een , weliswaar niet significant, gestegen<br />

risico(RR=2,37) (Rusiecki et al. 2006). Een intense blootstelling aan dicamba bleek<br />

geassocieerd aan een verdubbeling <strong>van</strong> het longkanker risico (Samanic et al. 2006)<br />

Olieën gebruikt bij metaalbewerking (Clapp et al. 2005)<br />

Natuurlijke Vezels: silica houtstof, alle soorten asbest (Clapp et al. 2005)<br />

Man-made fibers (glas wol, rotswol en ceramische vezels): de evidentie is wel minder<br />

duidelijk dan voor natuurlijke vezels (Clapp et al. 2005)<br />

Minerale olieën (RR=2) (Zhao et al. 2005)<br />

Hydrazine (RR=2,5) (Ritz et al. 2006).<br />

Ozon. Ozon kan, bij concentraties beneden actuele normen, DNA breuken en oxidatieve<br />

schade aan DNA veroorzaken bij cellen in vitro (Cheng et al. 2003). Blootstelling aan<br />

omgevingslucht met hogere concentraties aan ozon bleek geassocieerd aan een<br />

verhoging <strong>van</strong> het aantal micronuclei in cellen <strong>van</strong> het mondslijmvlies <strong>van</strong> studenten<br />

(Chen et al.2006). Ozon bleek carcinogeen bij B6C3F1 muizen (Boorman et al. 1995;<br />

Herbert et al. 1996) maar niet bij vrouwelijke A/J muizen (Witschi et al.1999) noch bij<br />

Fischer 344/N ratten (Boorman et al.1995). Het National Toxicology Program <strong>van</strong> de<br />

USA vond zwakke carcinogene effecten bij B6C3F1 muizen en inductie <strong>van</strong><br />

precarcinogene letsels bij F344/N ratten.<br />

2.3.1.14. Mesothelioma<br />

Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />

mesothelioma veroorzaken<br />

Asbest (Clapp et al. 2005).<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks mesothelioma veroorzaken<br />

“Multi-wall carbon nanotubes”; veroorzaken mesothelioma’s na intraperitoneale toediening<br />

bij muizen (Takagi et al. 2008)<br />

Man-made mineral Fibers (Ellouk et al.1994). Na intraperitoneale toediening bij ratten bleken<br />

alle ratten die 10 mg of silicon carbide whisker kregen peritoneaal mesothelioma te<br />

ontwikkelen binnen het jaar.Na twee jaar was de cumulatieve incidentie <strong>van</strong> peritoneaal<br />

mesothelioma 85% voor 10 mg UICC chrysotile B asbest, 77% voor 10 mg “potassium<br />

titanate whisker”, 70% voor 5 mg “silicon carbide whisker”, 20% voor 5 mg potassium<br />

titanate whisker, 20% voor 20 mg “refractory fiber 2” en 10% voor 20 mg “refractory<br />

fiber 1”.Het carcinogeen vermogen <strong>van</strong> deze vezels varieerde <strong>van</strong> een factor 2,4 voor<br />

“silicon carbide whisker” tot 0.23 voor “potassium titanate whisker” in vergelijking met<br />

de positieve controle, het UICC chrysotile B asbest (Adachi et al. 2001). Keramische<br />

vezels (RCF1) bleken na blootstelling doorheen de ademhaling pleurale mesothelioma’s<br />

te verwekken bij hamsters maar niet bij ratten (Rutten et al. 1994).<br />

2.3.1.15. Multiple Myeloma<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks Multiple Myeloma veroorzaken<br />

Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />

Solventen waaronder1,1,1 trichloroethane (Lynge et al. 1997). Dit kon niet bevestigd worden<br />

door Alexander et al. (2006).<br />

Benzeen (RR=2,13) (Infante, 2006).<br />

15


Pesticiden waaronder deze gecontamineerd met dioxines; Pesticide toepassers <strong>van</strong> glyphosate<br />

(Round-up) vertoonden een RR tot 4,4 (<strong>De</strong> Roos et al. 2005).<br />

Haarverven (Clapp et al. 2005).<br />

Pentachlor<strong>op</strong>henol (bij arbeiders in houtzagerijen): viervoudige stijging <strong>van</strong> het risico<br />

(<strong>De</strong>mers et al. 2006)<br />

PCBs (SMR=2,11) (Prince et al. 2006 a en b)<br />

1,3 buradieen blootstelling bij arbeiders in de syntheytische rubber industrie(Graff et al.<br />

2005).<br />

Beroepsblootstellingen in de landbouw (OR=10,4), arbeiders in veeteelt,<br />

onderhoudsarbeidsters, bouwvakkers (OR tot 4,7), dokwerkers en transportarbeiders<br />

(OR tot 8,1) (Mester et al. 2006).<br />

Diezel uitlaatgassen (Lee et al. 2003)<br />

2.3.1.16. Kanker <strong>van</strong> neus en nas<strong>op</strong>harynx<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks Kanker <strong>van</strong> neus en nas<strong>op</strong>harynx<br />

veroorzaken<br />

Metalen:chromium is een sterke risicofactor voor deze kankers (Clapp et al. 2005).<br />

Nickel (Arbeiders in Nickel rafinage vertonen SMR=870 (Grimsrud & Peto 2006))<br />

Benzeen (Lynge et al. 1997)<br />

Reactieve stoffen waaronder formaldehyde( Clapp et al. 2005)<br />

Olieën gebruikt bij metaalbewerking (Calvert et al. 1998)<br />

Houtstof (Clapp et al. 2005)<br />

Verven en inkten (RR= 3,6) (Li et al. 2006)<br />

Zuren, basen en caustische agentia (HR=2,1) (Li et al. 2006)<br />

Ioniserende straling (Clapp et al. 2007).<br />

Schoenindustrie (beroepsblootstelling) (Clapp et al. 2005)<br />

2.3.1.17. Non-Hodgkin lymphoma (NHL)<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks non-Hodgkin lymphoma<br />

veroorzaken<br />

Solventen waaronder (cijfers <strong>van</strong> Miligi et al. 2006) benzene (OR=1,6), trichloroethylene<br />

(OR=1,2), tetrachloroethylene (OR=1,2), styreen(OR=1,3) toluene (OR=1,8),<br />

dichloromethane (OR=1,7).<br />

Pesticiden:<br />

Dich et al. (1997) en Fritchi et al. (2005) vonden verhoogde risico’s na blootstelling<br />

aan fenoxyzuurherbiciden, chlorofenols, organofosfoorinsecticides,<br />

koolstofdisulfide, fosfine, methylbromide en ethyleendibromide (Dich et al.<br />

1997).<br />

Jaga & Brosius (1999) vonden verhoogde risico’s na blootstelling aan DDT, dieldrin,<br />

oxychlordaan, heptachloor<br />

Fritchi et al. (2005) vonden in een “p<strong>op</strong>ulation-based case-control” studie dat een<br />

belangrijke blootstelling aan pesticiden geassocieerd was aan een drievoudig<br />

risico <strong>op</strong> NHL. Specifiek voor fenoxyherbiciden werd ook een verhoogd risico<br />

vastgesteld (OR=1,75)<br />

Rafnsson et al. (2006) vonden dat een intense blootstelling aan hexachlorocyclohexaan<br />

geassocieerd was aan een significante stijging <strong>van</strong> het risico (OR 3,86)<br />

Lynch et al. 2006 observeerden een stijging <strong>van</strong> 25% <strong>van</strong> het risico in associatie met<br />

applicatie <strong>van</strong> cyanazine (een triazine)<br />

16


Mills et al. 2005 vonden een duidelijke stijging <strong>van</strong> het risico (OR=3,8) in associatie<br />

met blootstelling aan 2,4D, alhoewel een review <strong>van</strong> Garabrant et al. (2002) geen<br />

duidelijke aanwijzing voor een gestegen risico vond..<br />

Purdue et al.(2006a) vonden een associatie met blootstelling aan lindaan<br />

Pentachlorofenol (vermoedelijk gecontamineerd met dioxines) (<strong>De</strong>mers et al. 2006; Clapp et<br />

al. 2007)<br />

Dioxines (Clapp et al. 2005)<br />

PCBs (Ruder et al. 2006)<br />

Haarverven (Miligi et al. 2005)<br />

2.3.1.18. Ovariumkanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks ovariumkanker veroorzaken<br />

Drukkerijen en bedrijven voor grafiek (Clapp et al. 2005).<br />

Atrazine (Dich et al. 1997).<br />

Ioniserende straling (Clapp et al. 2005).<br />

Perineaal gebruik <strong>van</strong> talk (Clapp et al. 2005).<br />

Kappers en schoonheidsspecialisten ( Shen et al. 1998).<br />

Beroepsblootstellingen als toepassers <strong>van</strong> pesticiden (SIR=2,97) (Ala<strong>van</strong>ja et al. 2005), in de<br />

electronische industrie (RR=3,7)(Bender et al. 2007) en in de verpleegkunde (toename<br />

met 14 %) (Lie et al. 2007).<br />

.<br />

2.3.1.19. Pancreaskanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks pancreaskanker veroorzaken<br />

Metalen waaronder cadmium en nickel. Kriegel et al. (2006) stelden vast dat de odds ratio<br />

(OR) voor pancreas kanker een significante associatie vertoonde met serum cadmium<br />

concentratie [OR=1.12; 95% confidence interval (CI), 1.04-1.23; p=0.0089].<br />

Solventen, <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> studies <strong>op</strong> arbeiders in wasserijen en droogkuis (Clapp et al. 2005).<br />

Methylene chloride (Lynge et al. 1997).<br />

Reactieve stoffen:formaldehyde (zwak verband)(Collins et al. 2001); acrylamide (sterk<br />

verband) (Clapp et al. 2005)<br />

Pesticiden:<br />

DDT (Jaga & Brosius 1999);<br />

Lo et al. 2007 stelden vast dat het risico verhoogd was bij personen blootgesteld aan<br />

pesticiden (OR, 2.6; 95% CI, 0.97-7.2).<br />

Kriegel et al. (2006) stelden vast dat de odds ratio (OR) voor pancreas kanker een<br />

significante associatie vertoonde met werken in de landbouw (OR=3.25; 95% CI,<br />

1.03-11.64; p=0.0475)..<br />

Olieën gebruikt bij metaalbewerking en minerale olie (Clapp et al. 2005)<br />

Beroepsblootstellingen in de computerindustrie (Clapp et al. 2007; Nichols et al. 2005) en in<br />

de voedingsindustrie (Laakkonen et al. 2006).<br />

2.3.1.20. Prostaatkanker<br />

<strong>De</strong> incidentie <strong>van</strong> prostaatkanker steeg in de USA <strong>van</strong> 85/100.000 in 1973 tot de PSA-test<br />

geïnduceerde piek <strong>van</strong> 237/100.000 in 1992 om dan te dalen tot 179/100.000 in het jaar<br />

2000. Dit is wat men verwacht wanneer een nieuwe diagnostische methode toelaat de<br />

diagnose vroeger te stellen. Gevallen die tussen 1992 en 2000 zouden gediagnosticeerd<br />

17


geworden zijn werden dank zij de PSA test in 1992 gediagnosticeerd (Clapp et al.<br />

2005).<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks prostaatkanker veroorzaken<br />

Gekende risicofactoren voor prostaatkanker zijn dierlijk vet en rood vlees (mogelijks<br />

tengevolge <strong>van</strong> daarin aanwezige polluenten), cadmium en pesticiden (Schettler 2003).<br />

Gebraden rood vlees bevat de aromatische amine 2-amino-1-methyl-6-<br />

phenylimidazol{4,5-b}pyridine (PhIP).<br />

Hormoonverstorende stoffen.Experimenten met proefdieren tonen aan dat blootstelling, zelfs<br />

aan zeer lage concentraties, in utero aan hormoonverstorende stoffen zoals Bisphenol A<br />

het risico <strong>op</strong> prostaatkanker in het latere leven doet toenemen (Prins et al. 2008). Ook<br />

zijn er epidemiologische waarnemingen bij de mens die er<strong>op</strong> wijzen dat blootstelling in<br />

utero aan diethylstilboestrol (DES) aanleiding gaf tot grotere prostaatklierbuizen en<br />

meer Leydigcellen in de testes (Schettler 2003).<br />

Metalen waaronder cadmium en arseen (Clapp et al. 2005); hogere lichaamsconcentraties aan<br />

cadmium gemeten in teennagels waren geassocieerd aan een OR tot 4,7 (Vinceti et al.<br />

2007).<br />

Metaalhoudend stof en metaal dampen (Boers et al. 2005)<br />

Pesticiden, waaronder herbiciden, organochlooor pesticiden, een pyrethoied en een fungicide<br />

(Clapp et al. 2005).Verschillende, maar niet alle, studies vinden een verhoogd risico<br />

geassocieerd met landbouw of het gebruik <strong>van</strong> pesticiden (Clapp et al. 2007).<br />

Toepassers <strong>van</strong> pesticiden vertoonden een SIR tot 1,37 (Ala<strong>van</strong>ja et al. 2005);<br />

toepassers <strong>van</strong> het organ<strong>op</strong>hosphaat pesticiden phorate (RR tot 1,55 bij personen met<br />

familiale anamnese) (Mahajan et al. 2006) , fonofos (bij personen met familiale<br />

anamnese) (Mazhajan et al. 2006), het triazine pesticide cyanazine (toename met 23%)<br />

(Lynch et al. 2006). Hogere concentraties in lichaamsvet <strong>van</strong> trans-chlordane<br />

(OR=3,49), hexachlorobenzene (OR= 2,39) en p,pDDE (OR2,30) bleken geassocieerd<br />

met een verhoogde Odds ratio voor prostaatkanker (Hardell et al. 2006).<br />

Olieën gebruikt bij metaalbewerking en minerale olie met RR <strong>op</strong>l<strong>op</strong>end tot 3,41 voor een<br />

blootstelling aan <strong>op</strong>losbare vloeistoffen <strong>van</strong> 270 mg/m³-jaren; voor “straight fluids”<br />

nam het risico toe met 12% voor elke toename in de blootstelling met 10 mg/m³-jaren<br />

(Agalliu et al. 2005). Het risico steeg sterker voor blootstelling <strong>van</strong> d adolescentie tot<br />

vroege volwassenheid, met een RR=2,4 per 10 mg/m³-jaren cumulatieve blootstelling.<br />

Er bleek een sterke associatie te zijn tussen blootstelling voor de leeftijd <strong>van</strong> 23 jaar en<br />

prostaatkankerrisico na de leeftijd <strong>van</strong> 50 jaar (Agalliu et al. 2005 b).<br />

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen. Het risico is vooral groot voor mannen onder de<br />

leeftijd <strong>van</strong> 60 jaar die het GSTP1 Val polymorfisme dragen (OR=4,52) (Rybicki et al.<br />

2006). Niet alle studies inzake PAKs vinden een verband (Boers et al., 2005) .<br />

Solventen waaronder TCE (OR tot 2,1) (Krishnadasan et al. 2007) en benzene (OR= 1,5)<br />

(Krishnadasan et al. 2007).<br />

Dioxines: US air force Vietnam veteranen bleken geen gestegen risico <strong>op</strong> prostaatkanker te<br />

vertonen. <strong>De</strong> studie vond echter een gestegen risico bij veteranen die hoge dioxine<br />

bloedconcentraties vertoonden en voor 1969 aktief waren (RR=2,7) (Pavuk et al. 2006)<br />

Verbrandingsproducten <strong>van</strong> vloeibare brandstoffen (Clapp et al. 2005).<br />

PCBs bleken geassocieerd meteen stijging <strong>van</strong> het risico bij arbeiders (fabricatie <strong>van</strong><br />

electrische capacitators), met een stijgend risico in functie <strong>van</strong> een stijgende<br />

blootstelling (Prince et al. 2006). Hogere concentraties in lichaamsvet <strong>van</strong> PCB 153 was<br />

geassocieerd met een OR=3,15 (Hardell et al. 2006)<br />

18


Beroepsblootstellingen in de landbouw (bij blanken, OR=1,8) (Meyer et al. 2007), brandweer<br />

(OR=1,22) (Bates 2007), petroleum industrie(SIR=1,18) (Gun et al. 2006) en personen<br />

werkend met semiconductors (SMR=198) (Bender et al. 2007).<br />

2.3.1. 21. Rectum kanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks rectumtkanker veroorzaken<br />

Solventen waaronder tolueen en xyleen (Lynge et al. 1997)<br />

Nevenproducten die ontstaan bij de chlorinatie <strong>van</strong> drinkwater (Morris 1995), maar de<br />

evidentie is niet eensluidend (Mills et al 1998).<br />

Olieën gebruikt bij metaalbewerking en minerale olie, vooral dan “straight fluids” met<br />

RR=3,2 bij een blootstelling <strong>van</strong> 40 mg/m³-jaren (Malloy et al. 2007).<br />

Metalen:blootstellling aan metalen in de textielindustrie was geassocieerd met een<br />

verdubbeling <strong>van</strong> het risico (<strong>De</strong> Roos et al. 2005).<br />

Pesticiden: toepassers <strong>van</strong> chlordane (RR= 1,7) en toxaphene (RR=2,0), alsook lichte stijging<br />

<strong>van</strong> het risico bij blootstellling aan aldrin, DDT, dieldrin, heptachlor en lindane (Purdue<br />

et al. 2006).<br />

Beroepsblootstellingen in de electronische nijverheid (Nichols et al. 2005) en bij vrouwen in<br />

de textielnijverheid (<strong>De</strong> Roos et al. 2005)<br />

2.3.1.22. Sarcoma’s <strong>van</strong> de zachte weefsels<br />

Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />

sarcoma’s <strong>van</strong> de zachte weefsels veroorzaken<br />

<strong>De</strong> reactieve stof vinylchloride (Clapp et al. 2005; Boffeta et al. 2003)<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks sarcoma’s <strong>van</strong> de zachte weefsels<br />

veroorzaken<br />

Metalen: arseen (Clapp et al. 2005)<br />

Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />

Pesticiden (verhoogde risico bij landbouwers,tuinbouwers, bosbewerkers, personen die<br />

pesticiden toepassen)(Clapp et al. 2005; Dich et al. 1997) ).Ewing sarcoma bleek meer<br />

frequent na blootstelling aan phenoxy zuur herbiciden,chlor<strong>op</strong>henolen met en zonder<br />

contaminatie door dioxines, DDT (Jaga & Brosius 1999; Dich et al. 1997).<br />

Dioxines: er bestaat sterke evidentie voor een associatie tussen blootstelling aan dioxines en<br />

een verhoging <strong>van</strong> het risico <strong>op</strong> sarcoma’s <strong>van</strong> de zachtre weefsels. (Clapp et al. 2005;<br />

Mukherjee 1998; Cole et al. 2003)<br />

Gefluorideert water? (verhoogd risico <strong>op</strong> osteosarcoma gebaseerd <strong>op</strong> één enkele case-control<br />

studie) (Clapp et al. 2005; Morris 1995).<br />

2.3.1.23. Huidkanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />

huidkanker veroorzaken<br />

Ioniserende straling (Clapp et al. 20005; Wakeford 2004)<br />

Ultraviolet licht (Clapp et al. 20005; Wakeford 2004)<br />

Arseen (Clapp et al. 2005)<br />

Olieën gebruikt bij metaalbewerking en minerale olie (Clapp et al.2005)<br />

19


Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (Clapp et al.2005)<br />

Koolteer (Clapp et al.2005)<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks huidkanker veroorzaken<br />

Werken in de petroleum industrie is geassocieerd aan een gestegen risico <strong>op</strong> melanoma en<br />

andere huidkankers (Ward et al. 1997; Mehlman 2006), maar niet in studies betaald<br />

door de industrie (Mehlman 2006).<br />

Pesticiden: incidentie <strong>van</strong> melanoma bleek verhoogd bij binnenshuis gebruik <strong>van</strong> pesticiden<br />

(OR 2,48 voor een gebruik gedurende minstens tien jaar) (Fortes et al. 2007). Andere<br />

studies hebben tegenstrijdige resultaten.<br />

Metalen: melanoma is positief geassocieerd met k<strong>op</strong>er en zink lichaamsconcentraties gemeten<br />

in teennagels (Vinceti et al. 2005).<br />

Dioxines: bij Vietnam veteranen werd een positief verband gevonden tussen serum dioxine en<br />

melanoma risico, alsook een zwak verband met het risico <strong>op</strong> bazaal cel carcinoma en<br />

plaveiselcel carcinoma (Pavuk et al. 2006).<br />

PCBs: melanoma SMR 2,43, maar er werd geen dosi-response vastgesteld (Ruder et al.<br />

2006).<br />

Minerale olie: “Aerospace” arbeiders matig (OR=2,15) of zwaar (OR= 3,32) blootgesteld aan<br />

minerale olie vertoonden een verhoogd risico <strong>op</strong> melanoma (Zhao et al. 2005).<br />

Het risico <strong>op</strong> melanoma bleek geassocieerd aan beroepsactiviteiten bij Californische<br />

brandweerlui (OR1,50) (Bates et al. 2007) en tal <strong>van</strong> andere beroepen waaronder<br />

tuinbouwarbeiders, computerindustrie, verpleegsters en vliegend personeel (Clapp et al.<br />

2007).<br />

2.3.1.24. Maagkanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks maagkanker veroorzaken<br />

Metalen waaronder lood (Landrigan et al. 2000)<br />

Drinkwater met hoge nitraat concentraties (Clapp et al. 2005)<br />

Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />

Solventen waaronder tolueen (Lynge et al. 1997)<br />

Pesticiden: de bevindingen zijn echter inconsistent (Dich et al. 1997; Clapp et al. 2005)<br />

Olieën gebruikt bij metaalbewerking en minerale olie: arbeiders blootgesteld aan minerale<br />

olie in de lucht- en ruimtevaartindustrie vertoonden een OR tot 1,99 (Zhao et al. 2005).<br />

Asbest (Clapp et al. 2005)<br />

PCBs: Een cohort studie <strong>op</strong> arbeiders blootgesteld aan PCB’s bij de productie <strong>van</strong> electrische<br />

capacitoren vond een verhoogde mortaliteit tengevolge <strong>van</strong> maagkanker (SMR 1,53)<br />

(Prince et al. 2006)<br />

Een verhoogd risico <strong>op</strong> maagkanker werd beschreven bij arbeiders in de rubber-, kool-, ijzer-,<br />

lood-, zinc- en goudmijn industrien (Clapp et al. 2005)<br />

2.3.1.25. Testiskanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen wellicht of mogelijks testiskanker veroorzaken<br />

Hormoonverstorende stoffen, vooral bij blootstelling in utero. Meerdere publicaties,<br />

gereviewd door Aitken et al. (2006) wijzen <strong>op</strong> een stijging in de incidentie <strong>van</strong> testis<br />

kanker samengaand met een vermindering in de kwaliteit <strong>van</strong> het sperma. Beide<br />

fenomenen kunnen berusten <strong>op</strong> het “ testicular dysgenesis syndrome” dat zijn intraoorsprong<br />

zou vinden in een verstoorde intrauteriene ontwikkeling <strong>van</strong> de testis<br />

tengevolge <strong>van</strong> hormoonverstoring (Skakkebæk et al. 2001; Moller 2001) en resulteert<br />

20


in een cascade <strong>van</strong> defecten in Sertoli en Leydig cellen in de testis met als uiteindelijk<br />

gevolg testiskanker en gedaalde fertiliteit. Het lijkt waarschijnlijk dat zeer vroege<br />

blootstellingen, <strong>op</strong>tredend tijdens kritische tijdsvensters gedurende het foetale leven,<br />

verantwoordelijk zijn voor het “testicular dysgenesis syndrome” en ook kunnen<br />

bijdragen tot het ontstaan <strong>van</strong> andere vormen <strong>van</strong> kanker (Birnbaum & Fenton 2003).<br />

Blootstelling aan onder meer phthalaten tijdens de zwangerschap zou kunnen bijdragen<br />

tot het “testicular dysgenesis syndrome” (Swan et al. 2005).<br />

Diethylstilboestrol (DES): intrauteriene blootstellling bleek bij muizen het risico <strong>op</strong><br />

testiskanker te verhogen (McLachlan et al. 1998).<br />

Moeders <strong>van</strong> mannen met testis kankerbleken, in een case-control studie, 2 tot 4 maal hogere<br />

concentraties aan PCBs, hexachlorobenzeen, trans- en cisnonachlordane en som <strong>van</strong><br />

chlordanen te vertonen (Hardell et al. 2003).<br />

Mannen werkend in volgende industrieën bleken een significant verhoogde incidentie<strong>van</strong><br />

testiskanker te vertonen: landbouw,leerlooierijen,mechanische industrieën, schilders,<br />

mijnbouw,plastiekindustrie, metaalbewerking, beroepshalve gebruik <strong>van</strong> draagbare<br />

radars (Faroy-Menciere et al. 2002). Sommige <strong>van</strong> deze gegevens berusten echter <strong>op</strong><br />

een klein aantal gevallen<br />

Hogere consumptie <strong>van</strong> melkproducten zou de wijziging in de testiskanker incidentie in Japan<br />

kunnen uitleggen (middels contaminatie met estrogenen? Door hogere concentraties aan<br />

verzadigd vet?) (Ganmaa et al. 2003)<br />

Beroepsblootstellingen bij de brandweer (OR=1,54) (Bates et al. 2007) en bij het toepassen<br />

<strong>van</strong> pesticiden (OR tot 1,24).<br />

2.3.1.26. Schildklierkanker<br />

Volgende agentia of procédés kunnen met zekerheid of met zeer grote waarschijnlijkheid<br />

schildklierkanker veroorzaken<br />

Ioniserende straling (Clapp et al. 2005)<br />

21


2.3.2. Milieufactoren en beroepsmatige blootstellingen die bijdragen tot het ontstaan <strong>van</strong><br />

kanker. Per soort agens<br />

Hieronder een tabel overgenomen uit Clapp et al. 2007, waarin voor de belangrijkste agentia<br />

de belangrijkste vormen <strong>van</strong> kanker zijn samengevat, gevolgd door enkele bijkomende<br />

beschouwingen.<br />

22


23


Radon en ioniserende straling<br />

Radon is één <strong>van</strong> de belangrijkste bronnen <strong>van</strong> blootstelling aan ioniserende straling<br />

(Akerblom, 1999 geciteerd door Belpomme).Binnenshuis contaminatie met Radon zou,<br />

tenminste in sommige streken (onder meer in China, de USA en Zweden), aan de oorzaak<br />

liggen <strong>van</strong> ongeveer 10% <strong>van</strong> de longkankers en, in Eur<strong>op</strong>a, <strong>van</strong> 2% <strong>van</strong> alle kankersterfte<br />

(Lubin & Boice, 1997; Darby et al. 2005). <strong>De</strong> “excess relative risk of lung cancer” bedraagt<br />

volgens Darby et al. (2006) (na correctie voor “bias” tengevolge <strong>van</strong> “random” onzekerheden<br />

in de bepaling <strong>van</strong> de blootstellingsintensiteit) 0.16 (95% CI 0.05-0.31) per 100 Bq/m3<br />

gebaseerd <strong>op</strong> alle 13 Eur<strong>op</strong>ese studies terzake. Op basis <strong>van</strong> deze cijfers bedraagt het risico<br />

<strong>van</strong> levenslange blootstelling aan 0, 100, en 400 Bq/m3, relatief ten<strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> levenslange<br />

niet-rokers zonder radon blootstelling respectievelijk 1.0, 1.2, and 1.6 voor levenslange nietrokers<br />

en 25.8, 29.9, and 42.3 voor rokers <strong>van</strong> 15 tot 24 cigaretten per dag. Een interessant<br />

overzicht <strong>van</strong> de Life Span Study <strong>op</strong> overlevenden <strong>van</strong> Hiroshima en Nagasaki m.b.t. het<br />

waargenomen effect <strong>van</strong> ioniserende straling <strong>op</strong> het kankerrisico wordt gegeven door Preston<br />

et al. (2007). <strong>De</strong> gegevens zijn consistent met een lineair dosis-antwoord tussen de 0 en de 2<br />

24


Gy, met een afvlakken <strong>van</strong> de kurve bij hogere dosis. Op de leeftijd <strong>van</strong> 70 jaar, na<br />

blootstelling <strong>op</strong> de leeftijd <strong>van</strong> 30 jaar, stijgt de incidentie <strong>van</strong> vaste tumoren met ongeveer<br />

35% per Gy (90% CI 28%; 43%) voor mannen en 58% per Gy (43%; 69%) voor vrouwen.<br />

Voor vaste tumoren daalt het “ excess relative risk” (ERR per Gy) met ongeveer 17% per tien<br />

jaar stijging <strong>van</strong> de leeftijd bij blootstelling (90% CI 7%; 25%) rekening houdend met het<br />

effect <strong>van</strong> de bereikte leeftijd, terwijl het EER vermindert in pr<strong>op</strong>ortie met de macht 1.65<br />

(90% CI 2.1; 1.2) <strong>van</strong> de bereikte leeftijd, na de leeftijd bij blootstelling in rekening gebracht<br />

te hebben (Preston et al. 2007). <strong>De</strong> neerslag <strong>van</strong> Cesium 137 tengevolge <strong>van</strong> de Chernobyl<br />

ramp in 1986 was in de periode 1988-1999 in 8 Zweedse provincies geassocieerd met een<br />

toename in het totaal aantal kankers, met een excess relatief risico <strong>van</strong> 0.042 per 100 nGY/uur<br />

(Tondel et al., 2006).<br />

Zware metalen<br />

Voor verschillende metalen werden kankerverwekkende effecten beschreven. Dit kan<br />

ondermeer te maken hebben met inhibitie <strong>van</strong> zinc finger DNA herstel enzymen, zoals<br />

beschreven voor arseen, cadmium, nikkel, kobalt en lood (Witkiewicz et al. 2006). Ook<br />

andere mechanismen kunnen een rol spelen. Chroom III kan direct interageren met DNA<br />

(Snow, 1994), en platinum verbindingen kunnen breuken en cross-links in DNA veroorzaken<br />

Donahue et al., 1990).<br />

2.4. Eindbedenking bij het verband tussen <strong>milieufactoren</strong> en kanker<br />

2.4.1. Kanker is een multicausale aandoening<br />

Bij het nadenken over de <strong>impact</strong> <strong>van</strong> diverse factoren <strong>op</strong> de kankerincidentie dient men goed<br />

voor de ogen te houden dat het om een multicausale aandoening gaat die altijd het gevolg is<br />

<strong>van</strong> meerdere factoren, wellicht zelfs zeer talrijke factoren. Daarbij is de som <strong>van</strong> “attributable<br />

pr<strong>op</strong>ortions” noodzakelijkerwijs groter dan 100 (Saracci & Vineis 2007, Environmental<br />

Health 6 38 ).<br />

2.4.2. Zowel levensstijl als <strong>milieufactoren</strong> spelen een rol<br />

Zowel mechanistische inzichten, dier-experimentele gegevens als epidemiologische gegevens<br />

wijzen er<strong>op</strong> dat vervuiling <strong>van</strong> het leefmilieu met chemische of fysische agentia en<br />

blootstelling aan agentia die samenhangen met de menselijke activiteit (zoals stoffen die<br />

bestanddelen zijn <strong>van</strong> voorwerpen en andere producten of toegevoegd zijn aan<br />

voedingsproducten) een belangrijke rol spelen bij de inductie <strong>van</strong> kanker bij de mens. Andere<br />

belangrijke factoren zijn uiteraard roken, het drinken <strong>van</strong> te grote hoeveelheden alcohol,<br />

obesiteit, een voeding die deficiënt is in termen <strong>van</strong> vitamines of anticarcinogene<br />

micronutriënten, aangebrande voedingswaren met mutagenen tengevolge <strong>van</strong> pyrolyse of <strong>van</strong><br />

de bruiningsreactie tussen suikers en aminozuren, sommige infecties (human papillloma virus,<br />

helicobacter pylori, blaasparasieten), zeer laattijdig voor de eerste maal zwanger worden, en<br />

wellicht ook <strong>chronische</strong> inflammatie. Op deze levensstijl gebonden factoren, die zeer<br />

belangrijk kunnen zijn, wordt in het kader <strong>van</strong> dit rapport, dat handelt over <strong>milieufactoren</strong>,<br />

niet ingegaan.<br />

25


2.4.3. Het belang <strong>van</strong> <strong>milieufactoren</strong> wordt onderschat door het Establishment<br />

Tal <strong>van</strong> officiële en privé-organismen verstrekken informatie over deze levensstijlgebonden<br />

factoren, terwijl het belang <strong>van</strong> vervuiling <strong>van</strong> het leefmilieu en agentia die samenhangen met<br />

de menselijke activiteit dikwijls als zeer laag wordt ingeschat door diverse instanties. Zo<br />

bijvoorbeeld werd door het International Agency for Research on Cancer het kankerrisico<br />

verbonden aan een aantal belangrijke agentia de laatste jaren als lager ingeschat dan voorheen<br />

het geval was (Huff 2002). Recent werd door een aantal officiële organismen een rapport<br />

gepubliceerd (Boffetta et al. 2008) waarin polluenten verantwoordelijk worden geacht voor<br />

minder dan 1% <strong>van</strong> de kankersterfteDat kolossale materiële belangen in het spel zijn is een<br />

feit dat erkend dient te worden en dat wellicht niet vreemd is aan sommige minimalistische<br />

inschattingen. Een groot deel <strong>van</strong> het toxicologisch onderzoek wordt rechtstreeks of<br />

onrechtstreeks betaald of beïnvloed door industriële groepen(Huff 2007), en een aantal grote<br />

nationale of internationale organisaties (zoals de Environmental Protection Agency en de<br />

International Agency for Research on Cancer) blijken niet ongevoelig voor de wensen <strong>van</strong> de<br />

industrie (Huff 2007). Er zijn ook problemen met belangenconflicten en met geheime banden<br />

tussen “onafhankelijke” onderzoekers en industriële belangen (Hardell et al. 2006). Het is een<br />

publiek geheim dat dergelijke fenomenen een rol gespeeld hebben bij het vertragen <strong>van</strong> het<br />

ernstig nemen <strong>van</strong> de klimaatproblematiek (zie OpinionNature 412, 103 (12 July 2001) ,<br />

alsmede bij het <strong>op</strong>trekken <strong>van</strong> een mist (in naam <strong>van</strong> wetenschappelijke onzekerheid) rond de<br />

gezondheidseffecten <strong>van</strong> aktief roken (in de vijftiger en zestiger jaren) en <strong>van</strong> passief roken<br />

(in de tachtiger en negentiger jaren). <strong>De</strong> publicaties en rapporten die stellen dat vervuiling <strong>van</strong><br />

het leefmilieu en blootstelling aan agentia die samenhangen met de menselijke activiteit<br />

slechts voor enkele procenten of zelfs maar voor een fractie <strong>van</strong> één procent <strong>van</strong> de gevallen<br />

<strong>van</strong> kanker verantwoordelijk zijn nemen telkens maar een klein deel <strong>van</strong> de beschikbare<br />

evidentie en inzichten in overweging. Zo bijvoorbeeld is het veel geciteerde artikel <strong>van</strong> Doll<br />

& Peto <strong>van</strong> 1981 slechts rele<strong>van</strong>t m.b.t. de kankerverwekkende agentia die toendertijd bekend<br />

waren en door de auteurs in hun berekeningen <strong>op</strong>genomen werden: zij hielden rekening met<br />

slechts 16 substanties of nijverheden. Het aantal kankerverwekkende agentia is echter zeer<br />

groot en divers (Belpomme et al. 2007b).<br />

2.4.4. Het aantal kankerverwekkende agentia is zeer groot.<br />

Stoffen die <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> hun scheikundige eigenschappen of <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> in vitro tests<br />

verdacht werden, bleken in 168 gevallen <strong>op</strong> 255 (66%) inderdaad carcinogeen te zijn.<br />

Dierproeven met 127 niet-verdachte scheikundige stoffen die aan een onderzoek<br />

onderworpen werden, omdat ze in zeer grote hoeveelheden geproduceerd werden en/of omdat<br />

er een belangrijke blootstelling aan bestond, toonden aan dat 26 (20 %) <strong>van</strong> deze stoffen<br />

carcinogeen waren (Huff, 1993). Volgens de informatie <strong>van</strong> Huff & Hoel (1992) zouden in de<br />

Verenigde Staten 8.500 scheikundige stoffen geproduceerd worden in hoeveelheden groter<br />

dan 10.000 pond (4,5 ton) per jaar (polymeren, anorganische stoffen en natuurlijk<br />

voorkomende stoffen niet meegeteld). Op grond <strong>van</strong> de ervaring met dierproeven schatten zij<br />

dat 10 à 20% daar<strong>van</strong>, hetzij 1.000 à 2.000 stoffen, kankerverwekkende eigenschappen<br />

hebben (Huff & Hoel, 1992) en rele<strong>van</strong>te carcinogenen voor de mens kunnen zijn. Van de<br />

meer dan 900 stoffen die tot dusver door het het “International Agency for research on<br />

Cancer” bestudeerd werden bleek 44% kankerverwekkende eigenschappen te hebben en<br />

mogelijks, waarschijnlijk of zeker kanker bij de mens te veroorzaken (Cogliano, 2004). <strong>De</strong><br />

overgrote meerderheid der kankerverwekkende agentia is echter niet als dusdanig<br />

geïdentificeerd. Een bijkomend probleem is dat diertests die gebruikt worden om carcinogene<br />

activiteit <strong>op</strong> te sporen dikwijls slechts bij hoge dosis en <strong>op</strong> weinig dieren worden uitgevoerd<br />

26


(omwille <strong>van</strong> de kostprijs) en dat de dieren over een onvoldoend lange periode <strong>van</strong> hun leven<br />

worden <strong>op</strong>gevolgd. <strong>De</strong> “Ramazzini Foundation for Oncology and Environmental Sciences” in<br />

Italië is de enige instelling waar dieren tijdens carcinogeniciteitsexperimenten <strong>van</strong><br />

onmiddellijk na de geboorte (om de gevoelige periode waarin complexe evoluties<br />

plaatsgrijpen in te sluiten) tot <strong>op</strong> hoge leeftijd (om ook late kankers <strong>op</strong> het spoor te komen)<br />

worden blootgesteld (Soffritti et al. 20002).<br />

Wij zijn blootgesteld aan vele polluenten, onder meer middels de nabijheid <strong>van</strong><br />

stortplaatsen. In 1991 schatte de National Research Council <strong>van</strong> de USA dat één <strong>op</strong> de zes<br />

Amerikanen binnen een afstand <strong>van</strong> 4 mijl <strong>van</strong> een stortplaats met toxisch afval woont. Van<br />

eind de jaren 50 tot eind de jaren 90 werd meer dan 750 miljoen ton aan toxisch scheikundig<br />

afval gestort in de USA.<br />

2.4.5. Hoe het kankerverwekkend vermogen <strong>van</strong> een agens detecteren en inschatten?<br />

Velen zullen <strong>van</strong> mening zijn dat we niet mogen wachten <strong>op</strong> epidemiologische gegevens bij<br />

de mens, waar<strong>op</strong> tientallen jaren moet gewacht worden en waarachter massa’s menselijk<br />

lijden verscholen gaan, om chemische stoffen en andere agentia (zoals stralingen) te<br />

reguleren. Een epidemiologische benadering is absoluut noodzakelijk, maar het zijn vooral de<br />

positieve bevindingen die belangrijk zijn. Inderdaad, epidemiologische studies inzake de<br />

oorzaken <strong>van</strong> kanker bij de mens hebben een zeer beperkte gevoeligheid, zodat niet veel<br />

waarde kan gehecht worden aan negatieve bevindingen. In vitro experimenten kunnen zeer<br />

nuttig zijn maar ook dierproeven blijven essentiëel (Sasco, 2007). Een echt rationele en<br />

wetenschappelijk verantwoorde benadering voor de identificatie <strong>van</strong> kankerverwekkende<br />

stoffen dient echter in essentie te berusten <strong>op</strong> mechanistische gegevens, <strong>op</strong> gegevens over de<br />

biologische effecten <strong>van</strong> een agens in moleculaire termen (Cogliano, 2004).<br />

2.4.6. Kankerpreventie vereist fysisch-chemische hygiëne<br />

Er zijn goede redenen om aan te nemen dat de introductie <strong>van</strong> een fysisch-chemische hygiëne<br />

een nodige voorwaarde is om tot een effectieve preventie <strong>van</strong> kanker en andere milieugebonden<br />

<strong>aandoeningen</strong> te komen (<strong>van</strong> Larebeke, 2004). <strong>De</strong> fysisch chemische hygiëne<br />

bestaat erin de blootstelling aan sommige types <strong>van</strong> stralingen, aan reactieve scheikundige<br />

stoffen en aan receptor-bindende en hormoonverstorende stoffen zoveel mogelijk te beperken.<br />

Een en ander in analogie met de invoering <strong>van</strong> de anti-microbiële hygiëne, die heeft<br />

toegelaten de gevallen <strong>van</strong> infectieziekten in een belangrijke mate te verminderen, lang voor<br />

de introductie <strong>van</strong> de antibiotica.<br />

Inderdaad:<br />

- het aantal kankerverwekkende stoffen is zeer groot. Ongeveer 10% <strong>van</strong> de scheikundige<br />

stoffen zou een carcinogene activiteit hebben (Huff, 1993); structuuractiviteit analyses<br />

(QSAR) doen vermoeden dat 2 à 3% <strong>van</strong> de volumetrisch meest geproduceerde stoffen in<br />

Eur<strong>op</strong>a een oestrogene werking bezitten (Karcher, 1996)<br />

- de onzekerheden m.b.t. hun potentie en de verhoudingen tussen de verschillende risico's<br />

zijn groot. Het stellen <strong>van</strong> prioriteiten met behulp <strong>van</strong> vergelijkende risicoanalyse is zeer<br />

moeilijk en gaat gepaard met grote onzekerheden (Finkel, 1995).<br />

- de blootstelling aan reactieve scheikundige stoffen en aan stoffen met een hormoonachtige<br />

werking dient zoveel mogelijk beperkt.<br />

27


3. Diabetes<br />

Diabetes is stofwisselingsziekte die het gevolg is <strong>van</strong> een verminderde productie <strong>van</strong> insuline<br />

door pancreas B-cellen (type-I diabetes) of door het <strong>op</strong>bouwen <strong>van</strong> een weerstand tegen<br />

insulinewerking, waardoor een relatief insulinetekort ontstaat (type-II diabetes) (Harrisson’s<br />

Principles of Internal Medicine 16 th edition).<br />

3.1 Persistente Organische Polluenten:<br />

Verschillende studies hebben verhoogde PCB-niveau’s aangetoond bij diabetes-patienten<br />

(Carpenter 2006, Fierens et al. 2003), en er werd ook een duidelijk dosis-respons verband<br />

gevonden tussen inwendige blootstelling aan PCBs en risico <strong>op</strong> diabetes (Longnecker et al.<br />

2001). Inwoners <strong>van</strong> Seveso die blootgesteld werden aan zeer hoge gehaltes dioxines tijdens<br />

de milieuramp in 1976 vertoonden significant vaker diabetes dan niet blootgestelde inwoners<br />

(Pesatori et al. 1998). Ook bij arbeiders die beroepsmatig blootgesteld werden aan dioxines in<br />

de pesticide- en chlorofenol-industrie werd deze waarneming gemaakt (Carpenter 2006).<br />

(Cranmer et al. 2000) hebben verhoogde insulineconcentraties in plasma aangetoond in<br />

personen met verhoogde dioxineconcentraties, wat kan wijzen <strong>op</strong> een door dioxines<br />

veroorzaakte insulineresistentie. Diabetes werd ook gelinkt aan verhoogde concentraties <strong>van</strong><br />

andere POP’s zoals p,p-DDE en organochloorpesticides (Lee et al. 2006, Rylander et al.<br />

2005). Lee et al. (2006) rapporteerden een sterke associatie tussen serum concentraties <strong>van</strong><br />

persistente organische polluenten (2,2',4,4',5,5'-hexachlorobiphenyl, 1,2,3,4,6,7,8-<br />

heptachlorodibenzo-p-dioxin, 1,2,3,4,6,7,8,9-octachlorodibenzo-p-dioxin, oxychlordane, p,p'-<br />

dichlorodiphenyltrichloroethane, and trans-nonachlor), voornamelijk organochloor pesticiden<br />

en niet-dioxine-achtige PCBs, en de prevalentie <strong>van</strong> diabetes. Odds ratio’s <strong>op</strong>l<strong>op</strong>end tot 38,3<br />

werden waargenomen, met p voor trend


drinkwaterconcentraties aan arseen, zoals in delen <strong>van</strong> Bangladesh en Taiwan (Longnecker &<br />

Daniels 2001).<br />

3.4. Kunststofcomponenten<br />

Het xeno-oestrogen Bisphenol A verstoorde de werking <strong>van</strong> de endocriene pancreas en de<br />

homeostase <strong>van</strong> bloedsuiker bij proefdieren: een post-prandiale hyperinsulinemie en insuline<br />

resistentie werden geïnduceerd na injectie <strong>van</strong> 100µg/kg per dag gedurende 4 dagen bij<br />

muizen (R<strong>op</strong>ero et al. 2008).<br />

4. Het Metabool Syndroom (gekenmerkt door een verhoogde bloeddruk, verhoogde<br />

glycemie en triglyceridemie, lage HDL concentratie en een te grote hoveelheid vet rond de<br />

lenden.)<br />

Lee et al. (2007b) vonden een verband tussen serumconcentraties <strong>van</strong> persistente organische<br />

polluenten en de prevalentie <strong>van</strong> het metabool syndroom bij niet-diabetische volwassenen. <strong>De</strong><br />

organochloor pesticiden vertoonden de sterkste associatie met gecorrigeerde odds ratio’s<br />

gelijk aan 1,0, 1,5, 2,3 en 5,3 over de organochloor quartielen. Dioxine-achtige PCBs<br />

vertoonden ook een positieve relatie met ORs = 1,0, 1,1, 2,2 en 2,1. Niet-dioxine-achtige<br />

PCBs vertoonden een omgekeerde U verband met ORs 1,0, 1,3, 1,8, en 1,0.<br />

5. Obesitas<br />

Vet<strong>op</strong>losbare xenobiotica kunnen zich <strong>op</strong>stapelen in vetweefsel, dat dan functioneert als een<br />

reservoir <strong>van</strong> waaruit deze stoffen terug in de bloedcirculatie gebracht worden, waar ze<br />

kunnen gemeten worden in dosissen die, voor sommige xenobiotica, een positieve correlatie<br />

vertonen met de Body mas index (Hutcheon et al. 1983). Irigaray et al. (2006) stelden vast dat<br />

benzo(a)pyreen zwaarlijvigheid kan bevorderen bij muizen door de Beta-adrenerge stimulatie<br />

<strong>van</strong> de lipolyse in vetweefsel te inhiberen. Opmerkelijk is dat bij adolescenten in Vlaanderen<br />

een significante negatieve associatie wordt gevonden tussen inwendige blootstelling aan<br />

organochloor verbindingen (dit zowel in termen <strong>van</strong> merker PCB’s en Hexachlorobenzeen<br />

als, in minder uitgesproken mate, in termen <strong>van</strong> PCB118 en DDE) en de Body Mass Index<br />

(BMI) (Biomonitoring <strong>van</strong> het Steunpunt Milieu en Gezondheid).<br />

6. Oste<strong>op</strong>orose<br />

Oste<strong>op</strong>orose is een complexe aandoening, die hoofdzakelijk verband houdt met een verlaagde<br />

beendensiteit. Ook microarchitecturale abnormaliteiten in de beenstructuur spelen een rol<br />

(Goyer et al. 1994).<br />

Metalen: Blootstelling aan cadmium, zowel gemeten in bloed als in urine, wordt<br />

geassocieerd aan verlaagde beendensiteit en oste<strong>op</strong>orose (Alfven et al. 2002, Zhu et<br />

al. 2004). Alfven et al. (2002) vonden een drie maal hoger risico in de groep met hoge<br />

cadmium blootstelling tegenover de groep met lage cadmiumblootstelling bij 60-<br />

plussers. <strong>De</strong> zogenaamde ‘itai-itai’-ziekte is een combinatie <strong>van</strong> verstoring <strong>van</strong> de<br />

nierwerking en ostromalacie (beenderverweking) en oste<strong>op</strong>orose, die het gevolg is <strong>van</strong><br />

een ernstige cadmiumblootstelling (Zhu et al. 2004). Ook bij matige<br />

cadmiumblootstelling (vb. in de nabijheid <strong>van</strong> zink-smelters) werd echter een<br />

associatie gevonden tussen cadmium in urine en een verminderde beendensiteit, met<br />

29


een duidelijk dosis-effectverband (Kazantzis 2004). Het is reeds een aantal jaren<br />

geweten dat zelfs vrij lage environmentele blootstellling aan cadmium de botdensiteit<br />

vermindert <strong>op</strong> indirecte wijze doorheen hypercalciurie tengevolge <strong>van</strong> renale tubulaire<br />

dysfunctie (Staessen et al. 1999). Recent onderzoek toont aan dat milieublootstelling<br />

aan cadmium de botdensiteit ook <strong>op</strong> directe wijze vermindert en de botres<strong>op</strong>tie<br />

stimuleert in afwezigheid <strong>van</strong> tubulaire dysfunctie door een direct osteotoxisch effect<br />

met een verhoogde calcieurie en reactieve veranderingen in de calciotr<strong>op</strong>ê hormonen<br />

(Schutte et al. 2008). Lood accumuleert in het been en is een potentiële risicofactor<br />

voor oste<strong>op</strong>orose, door de centrale rol die de beenderen spelen bij de Loodtoxicokinetiek.<br />

Het <strong>op</strong>slaan en vrijgeven <strong>van</strong> lood in/uit de beenderen volgen dezelfde<br />

fysiologie als het Calcium-metabolisme (Berglund et al. 2000). <strong>De</strong> relatie aluminium<br />

en oste<strong>op</strong>orose is momenteel onduidelijk. Bij in vitro en dierenstudies werden zowel<br />

positieve, negatieve, als de afwezigheid <strong>van</strong> invloeden <strong>op</strong> de beenvorming<br />

aangetoond. Bij studie naar oste<strong>op</strong>orose bij mensen werd geen verband met verhoogde<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> aluminium in het been aangetoond (Hellstrom et al. 2006).<br />

PM 10 , PM 2.5 en NO 2 : Oste<strong>op</strong>orose blijkt relatief meer voor te komen in steden dan <strong>op</strong><br />

het platteland, en luchtvervuiling was negatief geassocieerd met algemene<br />

beendensiteit in een studie bij oudere mannen (75-76 jaar). Luchtvervuilingparameters<br />

die in rekening werden gebracht zijn fijn stof (PM 2.5 en PM 10 ) en stikstofdioxide. <strong>De</strong>ze<br />

associaties waren sterker bij rokers (Alvaer et al. 2007).<br />

Tabaksrook: een veelvoud aan studies <strong>op</strong> proefdieren heeft een verband aangetoond<br />

tussen tabaksconsumptie en verlaagde beenmassa en een verhoogd risico <strong>op</strong> breuken<br />

(Akhter et al. 2003; 2005).<br />

7. <strong>De</strong> ziekte <strong>van</strong> Alzheimer<br />

<strong>De</strong> ziekte <strong>van</strong> Alzheimer is een progressieve neurodegeneratieve aandoening die gekenmerkt<br />

wordt door functieverlies en afsterven <strong>van</strong> zenuwcellen <strong>op</strong> diverse plaatsen in de hersenen die<br />

leidt tot het verlies <strong>van</strong> cognitieve functies zoals geheugen en taalvaardigheid. Het is de meest<br />

voorkomende oorzaak <strong>van</strong> dementie. <strong>De</strong> oorzaak <strong>van</strong> het afsterven <strong>van</strong> deze zenuwcellen is<br />

onbekend, maar de cellen worden gekenmerkt door het verschijnen, <strong>van</strong> ongewone helicale<br />

eiwitfilamenten en door de degeneratie in corticale regionen <strong>van</strong> de hersenen, vooral in de<br />

frontale en temporale lobben (Brown et al. 2005) .<br />

Persistente Organische Polluenten: bij arbeiders werden een significante relatie<br />

gevonden tussen blootstelling aan pesticiden en de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer in<br />

verschillende studies (Baldi et al. 2003, Santibanez et al. 2007).<br />

Metalen: Van diverse metalen is gekend dat ze de ontwikkeling en werking <strong>van</strong> de<br />

hersenen kunnen beïnvloeden. Verschillende transport systemen kunnen metalen door<br />

de bloedhersen barrière laten doordringen (Yokel 2006). In het bijzonder de<br />

blootstelling aan aluminium zou mogelijk de ontwikkeling <strong>van</strong> Alzheimer kunnen<br />

bevorderen of induceren. Verschillende studies hebben een verband aangetoond tussen<br />

blootstelling aan aluminium via drinkwater, deodorants of beroepsmatige blootstelling<br />

en de ontwikkeling <strong>van</strong> Alzheimer. Andere studies konden echter geen verband<br />

aantonen, wat Brown et al. (2005) deed besluiten dat het precieze aandeel <strong>van</strong><br />

aluminium in de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer nog niet is ekend (Brown et al. 2005). Een<br />

recent review artikel kwam echter tot de conclusie dat, <strong>van</strong> 34 studies die de<br />

“Rele<strong>van</strong>ce Test” doorstonden, 68% wel degelijk een relatie tussen blootstelling aan<br />

aluminium en Alzheimer vonden, terwijl slechts 8,5% geen relatie vonden en de<br />

andere artikels niet conclusief waren (Ferreira et al. 2008). Andere metalen zijn<br />

30


minder goed bestudeerd, maar verhoogde concentraties <strong>van</strong> zink, ijzer, kwik en<br />

selenium werden gevonden in hersenen <strong>van</strong> Alzheimerpatiënten in vergelijking met<br />

controles (Cornett et al. 1998).<br />

Luchtvervuiling (smog): bewoners <strong>van</strong> steden met een ernstige luchtvervuiling<br />

vertonen, in de hersenen, significant meer ontstekingsverschijnselen en<br />

anatom<strong>op</strong>athologische kenmerken <strong>van</strong> de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer. Inwoners <strong>van</strong> steden<br />

met zware luchtpollutie hadden , in een aut<strong>op</strong>sie-onderzoek <strong>van</strong> de hersenen, een<br />

hogere expressie <strong>van</strong> het COX2 enzyme in de frontale cortex en in de hippocampus en<br />

een grotere <strong>op</strong>stapeling <strong>van</strong> Aβ42 in neuronen en astrocyten dan inwoners <strong>van</strong> steden<br />

met minder luchtpollutie (Calderon-Garciduenas et al., 2004). .<br />

Solventen: bij studies naar het effect <strong>van</strong> beroepsmatige solventblootstelling (het<br />

betreft diverse solventen) <strong>op</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> Alzheimer werd een positief<br />

verband gevonden (Graves et al. 1998, Kukull et al. 1995). Andere studies (zie<br />

Santibanez et al. 2007) konden echter geen verband aantonen en de associatie tussen<br />

solventen en Alzheimer zou minder consistent zijn dan tussen Alzheimer en pesticiden<br />

(Santibanez et al. 2007).<br />

Elektromagnetische velden: verschillende studies hebben een verhoogd risico <strong>op</strong> de<br />

ontwikkeling de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer gevonden bij personen die beroepsmatig<br />

blootgesteld werden aan laagfrequente elektromagnetische velden. Bij een grote studie<br />

(n=1931) bleek dat 2.1% resp. 5.4% <strong>van</strong> de Alzheimerpatienten werd blootgesteld aan<br />

hoge resp. matig hoge elektromagnetische velden, terwijl dit bij de controlep<strong>op</strong>ulatie<br />

zonder Alzheimer 0.8% resp. 3.0% was. Dit verband is mogelijk ook <strong>van</strong> toepassing<br />

voor de algemene bevolking (Da<strong>van</strong>ipour et al. 2007).<br />

Pesticiden<br />

Studies <strong>van</strong> betere kwaliteit vonden statistisch significante positieve verbanden tussen<br />

beroepsmatige blootstelling aan pesticiden en de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer (Santibanez et<br />

al. 2007). Het relatieve risico <strong>op</strong> Alzheimer voor mannen zou 2,39 (95% confidence<br />

interval: 1.02, 5.63) bedragen in een prospectieve cohort studie <strong>op</strong> 1507 ouderen in<br />

Frankrijk (Baldi et al. 2003).<br />

8. <strong>De</strong> ziekte <strong>van</strong> Parkinson<br />

<strong>De</strong> ziekte <strong>van</strong> Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte <strong>van</strong> onbekende etiologie die<br />

gekenmerkt wordt door ritmische trilling <strong>van</strong> de lidmaten, gebogen houding, traagheid <strong>van</strong><br />

vrijwillige bewegingen, en verstarde gelaatsuitdrukking. Pathologisch is er het verlies<br />

zenuwcellen in voornamelijk, maar niet uitsluitend, de substantia nigra in de hersenstam en<br />

een overeenkomstige vermindering <strong>van</strong> d<strong>op</strong>amine niveaus <strong>van</strong> corpus striatum. Lewylichamen<br />

zijn aanwezig in de substantia nigra en de locus coeruleus (Brown et al. 2003).<br />

Persistente Organische Polluenten: een aanzienlijk aantal epidemiologische studies hebben<br />

een positieve associatie gevonden tussen Parkinson en blootstelling aan pesticiden. <strong>De</strong>ze<br />

associaties werden onder andere gevonden bij landbouwers en boomgaardarbeiders<br />

blootgesteld aan pesticiden, bewoners <strong>van</strong> landelijke gebieden en gebruik <strong>van</strong> grondwater<br />

(Brown et al. 2005). <strong>De</strong> meeste studies vonden ook een positieve correlatie tussen de kans <strong>op</strong><br />

Parkinson en de blootstellingsduur (Lai et al. 2002). Fleming et al. 1994 vonden hogere<br />

pesticideconcentraties in de hersenen <strong>van</strong> Parkinson-patiënten in vergelijking met controles.<br />

Metalen: verschillende studies hebben verband kunnen aantonen tussen blootstelling aan<br />

metalen en de ontwikkeling <strong>van</strong> Parkinson (Brown et al. 2005, Lai et al. 2002). Resultaten<br />

<strong>van</strong> studies naar het verband tussen specifieke metalen en de ontwikkeling <strong>van</strong> Parkinson zijn<br />

echter variabel. Metalen die correleerden aan de ziekte <strong>van</strong> Parkinson waren mangaan, k<strong>op</strong>er,<br />

31


lood, kwik, ijzer, en met name combinaties <strong>van</strong> verschillende blootstellingen (Brown et al.<br />

2005).<br />

Solventen: Verschillende studies hebben een verband aangetoond tussen blootstelling aan<br />

solventen en de het voorkomen <strong>van</strong> Parkinson, de ernst er<strong>van</strong>, en de leeftijd waarbij de<br />

symptomen tot ontwikkeling kwamen (Brown et al. 2005, Gralewicz & Dyzma 2005).<br />

Waarnemingen in Vlaanderen: Een groep Vlaamse onderzoekers (Pals et al. 2003) heeft<br />

een retrospectieve casecontrol studie verricht in Vlaanderen 423 Parkinson patiënten en 205<br />

echtgenoten als controle werden betrokken. <strong>De</strong> gemiddelde leeftijd bij het begin <strong>van</strong> de ziekte<br />

bedroeg 58 jaar, meteen man/vrouw verhouding <strong>van</strong> 1.53. In 15% <strong>van</strong> de gevallen werd een<br />

familiale factor gedetecteerd, en bij de vrouwen zouden nulliparen (vrouwen die geen<br />

kinderen <strong>op</strong> de wereld hebben gebracht) een groter risico l<strong>op</strong>en dan anderen (95%CI/ 1.08-<br />

5.76). Volgende waarnemingen zouden kunnen wijzen <strong>op</strong> het belang <strong>van</strong> blootstelling aan<br />

polluenten in het ontstaan <strong>van</strong> de ziekte <strong>van</strong> Parkinson: Roken bleek een licht beschermend<br />

effect te hebben. Matige consumptie <strong>van</strong> alcohol bleek geen effect te hebben, en in<br />

Vlaanderen bleek er geen associatie te zijn met het drinken <strong>van</strong> putwater. Tewerkstelling in de<br />

metallurgie bleek wel een risicofactor te zijn, in het bijzonder echt contact met industriële<br />

metallurgische processen. Vooral blootstelling aan zink zou een risicofactor zijn . Ook<br />

blootstelling aan organofosfaat pesticiden zou mogelijks een risicofactor zijn, alsmede<br />

blootstelling aan tolueen.<br />

9. Chronische respiratoire <strong>aandoeningen</strong><br />

Chronische bronchitis is een permanente ontsteking <strong>van</strong> de bronchiën, met verhoogde<br />

afscheiding <strong>van</strong> slijm. Longemfyseem is een aandoening die veroorzaakt wordt door een<br />

verminderde elasticiteit <strong>van</strong> het longweefsel en door een verlies <strong>van</strong> alveoli en haarvaten <strong>van</strong><br />

de alveoli. Samen vormen deze <strong>aandoeningen</strong> de “Chronic Obstructive Pulmonary Diseases”<br />

(COPD), die gekenmerkt worden door een <strong>chronische</strong> en meestal irreversibele belemmering<br />

<strong>van</strong> de luchtstroom in de longen, en die vaak voorkomen bij rokers en personen blootgesteld<br />

aan toxische stoffen. <strong>De</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> COPD is afhankelijk <strong>van</strong> processen die longgroei<br />

en –ontwikkeling beïnvloeden tijdens de eerdere levensfases, alsook <strong>van</strong> processen die <strong>op</strong><br />

latere leeftijd ingrijpen. Er is bovendien aangetoond dat er belangrijke interacties bestaan<br />

tussen genetische factoren en <strong>milieufactoren</strong>, waardoor bepaalde personen gevoeliger zijn<br />

voor de ontwikkeling <strong>van</strong> COPD (Caramori & Adcock 2006, Walter et al. 2000).<br />

Tabaksrook: Dit de best gekende en bestudeerde milieugerelateerde oorzaak <strong>van</strong><br />

COPD. <strong>De</strong> werking zou te wijten zijn aan de inductie <strong>van</strong> ontstekingsprocessen. Ook<br />

oxidatieve stress zou een rol spelen. Passieve blootstelling aan tabaksrook eveneens de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> COPD bevorderen. Bij kinderen waar<strong>van</strong> de ouders roken wordt een<br />

verlaagde longcapaciteit waargenomen, hetgeen een vermindering <strong>van</strong> longfunctie <strong>op</strong><br />

latere leeftijd kan veroorzaken (Walter et al. 2000).<br />

Stof: beroepsmatige blootstelling aan diverse soorten organisch en anorganisch stof is<br />

een risicofactor gebleken voor COPD. Dit is onder andere het geval voor stof dat<br />

vrijkomt in de verwerking of bewerking <strong>van</strong> graan, katoen, kurk, hout suiker en<br />

papier, en in de mijnbouw (goud, steenkool) en bij arbeiders blootgesteld <strong>van</strong> krijt<br />

en/of kalk (Walter et al. 2000).<br />

Gassen <strong>op</strong> de werkplaats: COPD werd gelinkt aan blootstelling aan onder andere<br />

metaaldampen, SO2-gassen, chloor-bevattende gassen, H2S, styreen, en PVC-dampen<br />

(Walter et al. 2000).<br />

Luchtpollutie: algemene luchtvervuiling wordt beschouwd als een risicofactor voor<br />

COPD. Hoewel het precieze aandeel <strong>van</strong> elke factor hierin moeilijk te bepalen is,<br />

wijzen studies er<strong>op</strong> dat verhoogde concentraties <strong>van</strong> fijn stof, NO 2 , SO 2 en ozon een<br />

32


verergering symptomen kan veroorzaken in COPD patiënten. Langetermijneffecten<br />

zijn nog moeilijker te bepalen, maar bij volwassenen zijn verminderde longfuncties en<br />

een verhoogd voorkomen <strong>van</strong> longobstructie gevonden. Bij kinderen die wonen <strong>op</strong><br />

plaatsen met hoge concentraties aan NO2, ozon en deeltjes in de atmosfeer, werd een<br />

verminderde longfunctie waargenomen. Ook een woonplaats in de buurt <strong>van</strong> een<br />

industriële site bleek hiermee gecorreleerd. Cohortestudies wijzen <strong>op</strong> een verband<br />

tussen het leven <strong>op</strong> plaatsen met hoge deeltjesvervuiling en <strong>chronische</strong><br />

long<strong>aandoeningen</strong>, met een dosis-effectverband. Verschillende studies duiden ook <strong>op</strong><br />

het verhoogde risico <strong>van</strong> een ongezond binnenhuismilieu <strong>op</strong> COPD. Zo worden er<br />

verbanden gevonden tussen binnenhuisverbranding (koken, verwarmen) en COPD<br />

(Alfaro-Moreno et al. 2007, Brugge et al. 2007, Walter et al. 2000).<br />

10. Nierfalen<br />

Metalen: Cadmiumblootstelling, zowel gemeten in bloed als in urine, wordt<br />

geassocieerd met een hogere kans <strong>op</strong> nierschade, met een kans <strong>op</strong> tubulaire proteinuria<br />

die viermaal hoger licht bij de groep met hoge blootstelling in vergelijking met de<br />

groep met lage blootstelling. Het verband tussen environmentele en inwendige<br />

blootstelling aan cadmium en nierziekten werd in België grondig onderzocht door<br />

Staessen en medewerkers (Lauwerys 1991; Staessen et al 1994; 1996; 2001). Een<br />

toename tot 2 microgram per dag in de urinaire cadmiumexcretie was geassocieerd<br />

met een probabiliteit <strong>van</strong> ongeveer 10% <strong>op</strong> tubulaire dysfunctie (Lauwerys 1991).<br />

11. Hart- en Vaatziekten.<br />

Hart- en vaatziekten vormen een zeer belangrijke doodsoorzaak in Eur<strong>op</strong>a bij personen ouder<br />

dan ca. 50 jaar . Atheromatose is onderliggend aan het merendeel der cardiovasculaire<br />

ziekten. Atheromata zijn multicausale letsels waarbij metabole factoren (hyperlypidemie),<br />

virussen (Benditt et al. 1988), chlamydiae (Kuo et al. 1995) en polluenten aan wezig in het<br />

leefmilieu een rol kunnen spelen. Een belangrijke vaststelling is dat atheromata monoclonaal<br />

zijn, dus een soort goedaardige tumoren zijn (Benditt 1976). Het is dan ook waarschijnlijk dat<br />

allerhande mutagene (kanker-initiërende) agentia en tumorpromotors een rol kunnen spelen<br />

bij de inductie <strong>van</strong> atheromata. In overeenstemming daarmee vonden Majesky et al.(1983) dat<br />

duiven die gevoelig zijn aan atherosclerosis een meer efficiënte activatie <strong>van</strong> benzo(a)pyreen<br />

vertonen in hun aortaweefsel dan duiven die resistent zijn aan deze ziekte. Ook konden<br />

Majesky et al. (1985) een focale proliferatie <strong>van</strong> gladde spiercellen in de intima <strong>van</strong> de aorta<br />

<strong>van</strong> kippen veroorzaken middels een initiatie-promotie procedure zoals deze die tumoren<br />

verwekt in proefdieren. Recente gegevens wijzen <strong>op</strong> het grote belang <strong>van</strong> luchtpollutie als<br />

oorzaak <strong>van</strong> cardiovasculaire ziekten (Brook 2007; Simkhovich et al. 2008)<br />

11.1. Luchtvervuiling. Effecten <strong>van</strong> <strong>chronische</strong> blootstelling <strong>op</strong> hart- en vaatziekten<br />

Het moet dan ook geen verwondering wekken dat er nu heel wat gegevens beschikbaar zijn<br />

die wijzen <strong>op</strong> een belangrijke rol <strong>van</strong> milieuvervuiling als oorzaak <strong>van</strong> cardiovasculaire<br />

<strong>aandoeningen</strong>. <strong>De</strong> prevalentie <strong>van</strong> ischemische hartziekten bedroeg 9,6% bij personen<br />

(behorend tot de algemene p<strong>op</strong>ulatie) die waren blootgesteld aan vervuilde lucht met een<br />

jaarlijks gemiddelde fijne stofdeeltjes (PM 2,5 ) “Air Quality Index” boven de 60 tegen over<br />

5,9% bij personen blootgesteld aan vervuilde lucht met een jaarlijks gemiddelde fijne<br />

stofdeeltjes (PM2,5) “Air Quality Index” gelijk aan of kleiner dan 60 (Balluz et al. 2007). Een<br />

“Air Quality Index” voor PM 2,5 gelijk aan 100 stemt overeen met een 24 uurs gemiddelde <strong>van</strong><br />

33


40 microgram per m³ ( USA regeringswebsite<br />

http://airnow.gov/index.cfm?action=aqibroch.aqi#aqipar). Personen met de hogere<br />

blootstelling hadden een grotere kans (adjusted odds ratio =1,72, 95% confidence Interval<br />

1,11-2,66) dan personen met de lagere blootstelling na correctie voor leeftijd, geslacht,<br />

etnische factoren, roken, body mass index, diabetes, arteriële hypertensie en<br />

hypercholesterolemie.<br />

Volgende figuur, gegevens <strong>van</strong> de WHO (Ostro 2004), geeft een beeld <strong>van</strong> de relatie tussen<br />

PM 10 en het risico <strong>op</strong> mortaliteit tengevolge <strong>van</strong> cardi<strong>op</strong>ulmonaire <strong>aandoeningen</strong>.<br />

Miller K.A. et al. (2007) bestudeerden 65893 postmen<strong>op</strong>ausale vrouwen zonder voorafgaande<br />

cardiovasculaire pathologie in 36 stedelijke gebieden in de USA <strong>van</strong> 1994 to 1998, met een<br />

mediane follow-up <strong>van</strong> 6 jaar. <strong>De</strong> blootstelling <strong>van</strong> de vrouwen aan luchtpollutie werd<br />

gemeten middels de monitor die het dichtst gesitueerd was bij de woning <strong>van</strong> de vrouw.<br />

Risico’s werden berekend voor het eerste cardiovasculair accident, na correctie voor leeftijd,<br />

ras of ethnische afkomst, tabaksgebruik, <strong>op</strong>leidingsniveau, inkomen <strong>van</strong> het huishouden, body<br />

mass index, en aan- of afwezigheid <strong>van</strong> diabetes, hypertensie of hypercholesterolemie. In<br />

totaal hadden 1816 vrouwen een of meer fatale of niet fatale cardiovasculaire incidenten,<br />

waaronder sterfte tengevolge <strong>van</strong> kroonslagaderziekte of cerebrovasculaire ziekte,<br />

revascularisatie <strong>van</strong> een kroonslagader, hartinfarct of beroerte. In het jaar 2000 varieerdende<br />

blootstelllingen aan PM 2.5 <strong>van</strong> 3,4 tot 28,3 µg/m 3 (gemiddeld 13,5 µg/m 3 ).Elke stijging <strong>van</strong><br />

PM 2.5 met 10 µg/m3 was geassocieerd met een toename <strong>van</strong> 24% in het risico <strong>op</strong> een<br />

cardiovasculair incident (hazard ratio, 1,24; 95% confidence interval [C.I.], 1,09 tot 1,41) en<br />

een toename met 76% in het risico <strong>op</strong> overlijden tengevolge <strong>van</strong> cardiovasculaire ziekte<br />

(hazard ratio, 1,76; 95% CI, 1,25 tot 2,47).<br />

34


11.2. Effecten <strong>van</strong> acute blootstelling aan fijn stof <strong>op</strong> hart- en vaatziekten :<br />

Zelfs korte termijn-blootstelling aan PM 2.5 gedurende enkele uren zou aanleiding kunnen<br />

geven aan hartinfarcten, hartischemie, arrhytmia, hartfalen, beroerte, verergeren <strong>van</strong><br />

<strong>aandoeningen</strong> <strong>van</strong> de perifere bloedvaten and plots overlijden. Lange termijn-blootstelling aan<br />

lage concentraties PM 2.5 wordt gelinkt aan hypertensie en atheroscleoris (Brook 2007, Maitre<br />

et al. 2006).. PM0.1, de ultrafijne deeltjes, uitgestoten door voornamelijk dieselmotoren, die<br />

verantwoordelijk zijn voor het grootste aantal deeltjes in de atmosfeer, kunnen direct<br />

binnendringen in de bloedbaan, en vasculaire effecten uitoefenen. Naast met inflammatoire<br />

effecten, worden deeltjes ook geassocieerd met onder andere verhoogde fibrinogeen- en<br />

bloedplaatjesconcentraties (Brook, 2007; Maitre et al., 2006).<br />

11.3. Reactieve stoffen en hart en vaatziekten<br />

Wat reactieve stoffen betreft, blootstelling aan styreen bleek geassocieerd te zijn, bij arbeiders<br />

werkend tussen 1943 en 1984 in twee styreen-butadieen rubber fabrieken in de USA, met<br />

overlijden tengevolge <strong>van</strong> acute ischemische hartziekte. Het relatief risico i.v.m. blootstelling<br />

gedurende de laatste 2 jaar bij actieve arbeiders bedroeg respectievelijk 2.95 (95% confidence<br />

interval: 1.02, 8.57) bij een tijdsgewogen styreenconcentratie <strong>van</strong> 0.2- of =0.3 ppm voor dezelfde periode<br />

<strong>van</strong> blootstelling. (Matanoski et al. 2003).<br />

11.4. Metalen en hart en vaatziekten:<br />

Talrijke studies hebben positieve associatie aangetoond tussen lood en hart- en vaatziekten.<br />

<strong>De</strong>ze verbanden werden gevonden zowel met hypertensie als met klinische uitkomsten zoals<br />

kransslagader-<strong>aandoeningen</strong> en hartstilstand (Navas-Acien et al. 2007). Een verhoogde<br />

inwendige blootstelling aan cadmium is niet geassocieerd aan een verhoogd risico <strong>op</strong> arteriële<br />

hypertensie (Staessen et al. 2000) maar wel met wijzigingen in de eigenschappen <strong>van</strong> de wand<br />

<strong>van</strong> arteriën, met een lagere snelheid <strong>van</strong> de aortische pols golf, een lagere pols druk doorheen<br />

het arteriëel systeem en met een hogere femorale vervormbaarheid. (Schutte et al. 2008b).<br />

35


12. Algemeen besluit<br />

Uit dit ten dele bondig overzicht <strong>van</strong> de gezondheidsbedreigende effecten <strong>van</strong> de vervuiling<br />

<strong>van</strong> het leefmilieu blijkt dat niet alleen kanker, maar ook andere <strong>chronische</strong> <strong>aandoeningen</strong> in<br />

aanzienlijke mate hun oorsprong vinden in de vervuiling. Dit geldt in het bijzonder, maar niet<br />

alleen, voor <strong>aandoeningen</strong> die vooral <strong>op</strong> latere leeftijd voorkomen. Men dient echter wel voor<br />

ogen te houden dat de belangrijkste blootstellingen in vele gevallen plaatsgrijpen in utero of<br />

bij het begin <strong>van</strong> het leven. Blootstellingen in utero kunnen dus niet alleen de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> het jonge kind beïnvloeden, maar kunnen ook leiden tot een aantal pathologieën <strong>op</strong> latere<br />

leeftijd. Daarnaast is het ook zo dat blootstellingen tijdens het volwassen leven uiteraard<br />

bijdragen tot het ontstaan <strong>van</strong> pathologieën, of deze zoals in het geval <strong>van</strong> astma, in<br />

aanzienlijke mate verergeren.<br />

36


Bibliografie<br />

Adachi S, Kawamura K, Takemoto K. A trial on the quantitative risk assessment of manmade<br />

mineral fibers by the rat intraperitoneal administration assay using the JFM standard<br />

fibrous samples. Ind Health 2001 Apr;39(2):168-74.<br />

Adriani W, Seta DD, ssi-Fulgheri F, Farabollini F, Laviola G. Altered profiles of spontaneous<br />

novelty seeking, impulsive behavior, and response to D-amphetamine in rats perinatally<br />

exposed to bisphenol A. Environ Health Perspect 2003 Apr;111(4):395-401.<br />

Agalliu I, Eisen EA, Kriebel D. A biological approach to characterizing exposure to metal<br />

working fluids and risk of prostate cancer (United States), Cancer Causes and Control. 2005b;<br />

16(4):323-331.<br />

Agalliu I, Kriebel D, Quinn MM et al. Prostate cancer incidence in relation to time windows<br />

of exposure to metalworking fluids in the auto industry, Epidemiology, 2005a; 16(5):664-671.<br />

Aitken RJ, Skakkebaek NE, Roman SD. Male reproductive health and the environment. Med<br />

J Aust 2006 ;185:414-415. Akhter, M. P., Lund, A. D., & Gairola, C. G. (2005). Bone<br />

biomechanical pr<strong>op</strong>erty deterioration due to tobacco smoke exposure. Calcif. Tissue Int. 77,<br />

319-326.<br />

Akhter MP, Iwaniec UT, Haynatzki GR, Fung YK, Cullen DM, Recker RR. Effects of<br />

nicotine on bone mass and strength in aged female rats. J Orth<strong>op</strong> Res 2003 Jan;21(1):14-9.<br />

Akhter MP, Lund AD, Gairola CG. Bone biomechanical pr<strong>op</strong>erty deterioration due to tobacco<br />

smoke exposure. Calcif Tissue Int 2005 Nov;77(5):319-26.<br />

Ala<strong>van</strong>ja MCR, Dosemeci M, Samanic C, et al. Pesticides and lung cancer risk in the<br />

agricultural health study cohort. American Journal of Epidemiology. 2004; 160(9):876-885.<br />

Ala<strong>van</strong>ja MCR, Sandler DP, Lynch CF, et al. Cancer incidence in the Agricultural Health<br />

Study, Scandinavian Journal of Work, Environment and Health. 2005;31(suppl 1):39-45.<br />

Alexander DD, Mink PJ, Mandel JH, et al. A meta-analysis of occupational trichloroethylene<br />

exposure and multiple myeloma or leukaemia, Occupational Medicine. 2006; 56(7):485-493.<br />

Alfaro-Moreno, E., Nawrot, T. S., Nemmar, A., & Nemery, B. (2007). Particulate matter in<br />

the environment: pulmonary and cardiovascular effects. Curr. Opin. Pulm. Med. 13, 98-106.<br />

Alfven, T., Jarup, L., & Elinder, C. G. (2002). Cadmium and lead in blood in relation to low<br />

bone mineral density and tubular proteinuria. Environ. Health Perspect. 110, 699-702.<br />

Alvaer, K., Meyer, H. E., Falch, J. A., Nafstad, P., & Sogaard, A. J. (2007). Outdoor air<br />

pollution and bone mineral density in elderly men - the Oslo Health Study. Oste<strong>op</strong>oros. Int.<br />

18, 1669-1674.<br />

Baena AV, Allam MF, Diaz-Molina C, et al. Urinary bladder cancer and the petroleum<br />

industry: a quantitative review, Eur<strong>op</strong>ean Journal of Cancer Prevention. 2006; 15: 493-497.<br />

37


Baker PJ and Hoel D. Meta-analysis of standardized incidence and mortality rates of<br />

childhood leukaemia in proximity to nuclear facilities, Eur<strong>op</strong>ean Journal of Cancer Care.<br />

2007; 16(4):355-363.<br />

Baldi I., P. Lebailly, B. Mohammed-Brahim, L. Letenneur, J. F. Dartigues, and P. Brochard.<br />

Neurodegenerative diseases and exposure to pesticides in the elderly. Am.J.Epidemiol. 157<br />

(5):409-414, 2003.<br />

Baldi, I., Cantagrel, A., Lebailly, P., Tison, F., Dubroca, B., Chrysostome, V., Dartigues, J. F.,<br />

& Brochard, P. (2003). Association between Parkinson's disease and exposure to pesticides in<br />

southwestern France. Neuroepidemiology 22, 305-310.<br />

Balluz L., X. J. Nen, M. Town, J. D. Shire, J. Qualter, and A. Mokdad. Ischemic heart disease<br />

and ambient air pollution of particulate matter 2.5 in 51 counties in the U.S. Public Health<br />

Rep. 122 (5):626-633, 2007.<br />

Band PR, Nhu DL, MacAurthur AC et al. Identification of occupational cancer risks in<br />

British Columbia: a p<strong>op</strong>ulation-based case-control study of 1129 cases of bladder cancer,<br />

Journal of Occupational & Environmental Medicine. 2005; 47(8):854-858.<br />

Barclay, J., Hillis, G., & Ayres, J. (2005). Air pollution and the heart : cardiovascular effects<br />

and mechanisms. Toxicol. Rev. 24, 115-123.<br />

Barlow BK, Cory-Slechta DA, Richfield EK, Thiruchelvam M. The gestational environment<br />

and Parkinson's disease: evidence for neurodevel<strong>op</strong>mental origins of a neurodegenerative<br />

disorder. Reprod Toxicol 2007 Apr;23(3):457-70.<br />

Barlow BK, Richfield EK, Cory-Slechta DA, Thiruchelvam M. A fetal risk factor for<br />

Parkinson's disease. <strong>De</strong>v Neurosci 2004 Jan;26(1):11-23.<br />

Bates, MN. Registry-based case-control study of cancer in California firefighters, American<br />

Journal of Industrial Medicine. 2007; 50(5):339-344.<br />

Beall Cl, Bender TJ, Cheng H, et al. Mortality among semiconductor and storage devicemanufacturing<br />

workers, Journal of Occupational and Environmental Medicine. 2005; 47:996-<br />

1014.<br />

Becher H, Ramroth, H, Ahrens W, et al. Occupation, exposure to polycyclic aromatic<br />

hydrocarbons and laryngeal cancer, International Journal of Cancer. 2005; 116:451-457.<br />

BELPOMME D.1,2, P. IRIGARAY2, A.J. SASCO3, J.A. NEWBY4, V. HOWARD5, R.<br />

CLAPP6 and L. HARDELL7: The growing incidence of cancer: Role of lifestyle and<br />

screening detection (Review). INTERNATIONAL JOURNAL OF ONCOLOGY 30: 1037-<br />

1049, 2007<br />

Belpomme, D., P. Irigaray, L. Hardell, R. Clapp, L. Montagnier, S. Epstein, and A. J. Sasco.<br />

The multitude and diversity of environmental carcinogens. Environ.Res. 105 (3):414-429,<br />

2007b.<br />

38


Bender TJ, Beall C, Cheng H, et al. Cancer incidence among semiconductor and electronic<br />

storage device workers, Occupational and Environmental Medicine. 2007; 64:30-36.<br />

Benditt EP. Implications of the monoclonal character of human atherosclerotic plaques. Beitr<br />

Pathol 1976 Sep;158(4):405-16.<br />

Benditt EP. Implications of the monoclonal character of human atherosclerotic plaques. Beitr<br />

Pathol 1976 Sep;158(4):405-16.<br />

Benditt EP. Origins of human atherosclerotic plaques. The role of altered gene expression.<br />

Arch Pathol Lab Med 1988 Oct;112(10):997-1001.<br />

Berglund, M., Akesson, A., Bjellerup, P., & Vahter, M. (2000). Metal-bone interactions.<br />

Toxicol. Lett. 112-113, 219-225.<br />

Birch JM, Alston RD and Kelsey AM: Classification and incidence of cancers in adolescents<br />

and young adults in England 1979-1997. Br J Cancer 87: 1267-1274, 2002.<br />

Birk T, Mundt KA, <strong>De</strong>ll LD, et al. Lung cancer mortality in the German chromate industry,<br />

1958-1998, Journal of Occupational and Environmental Medicine. 2006; 48(4):426-433.<br />

Birnbaum LS, Fenton SE. Cancer and devel<strong>op</strong>mental exposure to endocrine disruptors.<br />

Environ Health Perspect. 2003;111:389-394.<br />

Blair A, Hartge P, Stewart PA, McAdams M, Lubin J. Mortality and cancer incidence of<br />

aircraft maintenance workers exposed to trichloroethylene and other organic solvents and<br />

chemicals: extended follow up. Occup Environ Med 1998 Mar;55(3):161-71.<br />

Blair A, Kazerouni N. Reactive chemicals and cancer. Cancer Causes & Control. 1997; 8:473-<br />

490.<br />

Boers D, Zeegers MPA, Swaen GM, et al. The influence of occupational exposure to<br />

pesticides, polycyclic aromatic hydrocarbons, diesel exhaust, metal dust, metal fumes, and<br />

mineral oil on prostate cancer: a prospective cohort study, Occupational and Environmental<br />

Medicine. 2005; 62:531-537.<br />

Boice,J. D. Jr., D. E. Marano, S. S. Cohen, M. T. Mumma, W. J. Blot, A. B. Brill, J. P.<br />

Fryzek, B. E. Henderson, and J. K. McLaughlin. Mortality among Rocketdyne workers who<br />

tested rocket engines, 1948-1999. J.Occup.Environ.Med. 48 (10):1070-1092, 2006.<br />

Boffetta P, Matisane L, Mundt KA, <strong>De</strong>ll LD. Meta-analysis of studies of occupational<br />

exposure to vinyl chloride in relation to cancer mortality. Scandinavian Journal of Work,<br />

Environment & Health. 2003; 29(3):220-229.<br />

Boffetta P., M. Tubiana, C. Hill, M. Boniol, A. Aurengo, R. Masse, A. J. Valleron, R. Monier,<br />

The G. de, P. Boyle, and P. Autier. The causes of cancer in France. Ann.Oncol., 2008.<br />

39


Bonner MR, Han D, Nie J, et al. Breast cancer risk and exposure to early life polycyclic<br />

aromatic hydrocarbons using total suspended particulates as a proxy measure, Cancer<br />

Epidemiology, Biomarkers and Prevention. 2005; 14(1):53-60.<br />

Bonner MR, Lee WJ, Sandler DP, et al. Occupational exposure to carbofuran and the<br />

incidence of cancer in the Agricultural Health Study, Environmental Health Perspectives.<br />

2005; 113(3):285-289.<br />

Boorman GA, Sills RC, Grumbein S, Hailey R, Miller RA, Herbert RA. Long-term toxicity<br />

studies of ozone in F344/N rats and B6C3F1 mice. Toxicol Lett 1995 <strong>De</strong>c;82-83:301-6.<br />

Breast Cancer Fund and Breast Cancer Action. State of the Evidence: What is the connection<br />

between the environment and breast cancer? Third edition 2004: edited by Nancy E<strong>van</strong>s,<br />

Accessed February 4, 2005 at http://www.bcaction.org/PDF/StateofEvidence.pdf.<br />

Brody JG, Moysich KB, Humblet O, et al. Environmental pollutants and breast cancer,<br />

epidemiologic studies, Cancer (Supplement). 2007; 109(12):2667-2711.<br />

Brody JG, Rudel RA. Environmental pollutants and breast cancer. Environmental Health<br />

Perspectives. June 2003; 111(8):1007-1019.<br />

Brook, R. D. (2007). Is air pollution a cause of cardiovascular disease? Updated review and<br />

controversies. Rev. Environ. Health 22, 115-137.<br />

Brown P. Oscillatory nature of human basal ganglia activity: relationship to the<br />

path<strong>op</strong>hysiology of Parkinson's disease. Mov Disord. 18 (4):357-363, 2003.<br />

Brown, R. C., Lockwood, A. H., & Sonawane, B. R. (2005). Neurodegenerative diseases: an<br />

overview of environmental risk factors. Environ. Health Perspect. 113, 1250-1256.<br />

Brugge, D., Durant, J. L., & Rioux, C. (2007). Near-highway pollutants in motor vehicle<br />

exhaust: a review of epidemiologic evidence of cardiac and pulmonary health risks. Environ.<br />

Health 6, 23.<br />

Calderon-Garciduenas, L., Reed, W., Maronpot, R. R., Henriquez-Roldan, C., gado-Chavez,<br />

R., Calderon-Garciduenas, A., Dragustinovis, I., Franco-Lira, M., ragon-Flores, M., Solt, A.<br />

C., Altenburg, M., Torres-Jardon, R., & Swenberg, J. A. (2004). Brain inflammation and<br />

Alzheimer's-like pathology in individuals exposed to severe air pollution. Toxicol. Pathol. 32,<br />

650-658.<br />

California Environmental Protection Agency. Pr<strong>op</strong>osed identification of environmental<br />

tobacco smoke as a toxic air contaminant: California Air Resources Board, June, 2005,<br />

Accessed at http://www.arb.ca.gov/toxics/ets/dreport/dreport.htm.<br />

Calvert GM, Ward E, Schnorr TM, Fine LJ. Cancer risks among workers exposed to<br />

metalworking fluids: a systematic review. American Journal of Industrial Medicine. 1998;<br />

33:282-292.<br />

Cameron, N. & <strong>De</strong>merath, E. W. (2002). Critical periods in human growth and their<br />

relationship to diseases of aging. Am. J. Phys. Anthr<strong>op</strong>ol. Suppl 35, 159-184.<br />

40


Campbell, A. (2004). Inflammation, neurodegenerative diseases, and environmental<br />

exposures. Ann. N. Y. Acad. Sci. 1035, 117-132.<br />

Caramori, G. & Adcock, I. (2006). Gene-environment interactions in the devel<strong>op</strong>ment of<br />

chronic obstructive pulmonary disease. Curr. Opin. Allergy Clin. Immunol. 6, 323-328.<br />

Carpenter, D. O. (2006). Polychlorinated biphenyls (PCBs): routes of exposure and effects on<br />

human health. Rev. Environ. Health 21, 1-23.<br />

Carreon T, Butler MA, Ruder AM et al. Gliomas and farm pesticide exposure in women: the<br />

upper Midwest Health Study, Environmental Health Perspectives. 2005; 113(5):546-551.<br />

Carvey PM, Punati A, Newman MB. Progressive d<strong>op</strong>amine neuron loss in Parkinson's<br />

disease: the multiple hit hypothesis. Cell Transplant 2006;15(3):239-50.<br />

Ceccatelli S, Tamm C, Zhang Q, Chen M. Mechanisms and modulation of neural cell damage<br />

induced by oxidative stress. Physiol Behav 2007 Sep 10;92(1-2):87-92.<br />

Chen C, Arjomandi M, Qin H, Balmes J, Tager I, Holland N. Cytogenetic damage in buccal<br />

epithelia and peripheral lymphocytes of young healthy individuals exposed to ozone.<br />

Mutagenesis 2006 Mar;21(2):131-7.<br />

Chen S, Iversen ES, Friebel T, Finkelstein D, Weber BL, Eisen A, et al. Characterization of<br />

BRCA1 and BRCA2 mutations in a large United States sample. J Clin Oncol 2006 Feb<br />

20;24(6):863-71.<br />

Cheng , Sathiakumar N, Graff J, et al. 1,3-Butadiene and leukemia among synthetic rubber<br />

industry workers: exposure-response relationships, Chemico-Biological Interactions. 2007;<br />

166:15-24.<br />

Cheng TJ, Kao HP, Chan CC, Chang WP. Effects of ozone on DNA single-strand breaks and<br />

8-oxoguanine formation in A549 cells. Environ Res 2003 Nov;93(3):279-84.<br />

Clapp RW, Howe GK and Jacobs M (2005): Environmental and occupational causes of<br />

cancer. A review of recent Scientific Literature. Published by the Lowell Center for<br />

Sustainable Production, University of Massachusetts, Lowell.<br />

Clapp RW, Howe GK and Jacobs M: Environmental and occupational causes of cancer revisited.<br />

J Public Health Policy 27: 61-76, 2006.<br />

Clapp RW, Jacobs M M and Loechler EL (2007): Environmental and occupational causes of<br />

cancer. New evidence, 2005-2007. Published by the Lowell Center for Sustainable<br />

Production, University of Massachusetts, Lowell.<br />

Clapp RW. Mortality among US employees of a large computer manufacturing company:<br />

1969-2001, Environmental Health: A Global Access Science Source. 2006; 5:30-39.<br />

Cogliano V.J., R. A. Baan, K. Straif, Y. Grosse, M. B. Secretan, Ghissassi F. El, and P.<br />

Kleihues. The science and practice of carcinogen identification and evaluation.<br />

Environ.Health Perspect. 112 (13):1269-1274, 2004.<br />

41


Cohn, BA, Wolfe MS, Cirillo PM, et al. DDT and breast cancer in young women: new data<br />

on the significance of age at exposure, Environmental Health Perspectives. 2007;115:1406–<br />

1414.<br />

Cole P, Trich<strong>op</strong>oulos D, Pastides H, Starr T, Mandel JS. Dioxin and cancer: a critical review.<br />

Regulatory Toxicology & Pharmacology. 2003; 38:378-388.<br />

Collins JJ, Esmen NA, Hall TA. A review and meta-analysis of formaldehyde exposure and<br />

pancreatic cancer.American Journal of Industrial Medicine. 2001; 39:336-345.<br />

Cornett, C. R., Markesbery, W. R., & Ehmann, W. D. (1998). Imbalances of trace elements<br />

related to oxidative damage in Alzheimer's disease brain. Neurotoxicology 19, 339-345.<br />

Cory-Slechta DA, Thiruchelvam M, Barlow BK, Richfield EK. <strong>De</strong>vel<strong>op</strong>mental pesticide<br />

models of the Parkinson disease phenotype. Environ Health Perspect 2005 Sep;113(9):1263-<br />

70.<br />

Cranmer, M., Louie, S., Kennedy, R. H., Kern, P. A., & Fonseca, V. A. (2000). Exposure to<br />

2,3,7,8-tetrachlorodibenzo-p-dioxin (TCDD) is associated with hyperinsulinemia and insulin<br />

resistance. Toxicol. Sci. 56, 431-436.<br />

Crawford ED. Epidemiology of prostate cancer. Urology 2003 <strong>De</strong>c 22;62(6 Suppl 1):3-12.<br />

Czene K, Lichtenstein P, Hemminki K.. Environmental and heritable causes of cancer among<br />

9.6 million individuals in the Swedish Family-Cancer Database. Int J Cancer 2002; 99:260-6.<br />

Darby, S., Hill, D., Auvinen, A., Barros-Dios, J.M., Baysson, H., Bochicchio, F., <strong>De</strong>o, H., 755<br />

Falk, R., Forastiere, F., Hakama, M., Heid, I., Kreienbrock, L., Kreuzer, M., Lagarde, F., 756<br />

Makelainen, I., Muirhead, C., Oberaigner, W., Pershagen, G., Ruano-Ravina, A., 757<br />

Ruosteenoja, E., Rosario, A.S., Tirmarche, M., Tomasek, L., Whitley, E., Wichmann, H.E.,<br />

758 Doll, R., 2005. Radon in homes and risk of lung cancer: collaborative analysis of<br />

individual 759 data from 13 Eur<strong>op</strong>ean case-control studies. B.M.J. 330, 223-228.<br />

Darby S., D. Hill, H. <strong>De</strong>o, A. Auvinen, J. M. Barros-Dios, H. Baysson, F. Bochicchio, R.<br />

Falk, S. Farchi, A. Figueiras, M. Hakama, I. Heid, N. Hunter, L. Kreienbrock, M. Kreuzer, F.<br />

Lagarde, I. Makelainen, C. Muirhead, W. Oberaigner, G. Pershagen, E. Ruosteenoja, A. S.<br />

Rosario, M. Tirmarche, L. Tomasek, E. Whitley, H. E. Wichmann, and R. Doll. Residential<br />

radon and lung cancer--detailed results of a collaborative analysis of individual data on 7148<br />

persons with lung cancer and 14,208 persons without lung cancer from 13 epidemiologic<br />

studies in Eur<strong>op</strong>e. Scand.J.Work Environ.Health 32 Suppl 1:1-83, 2006.<br />

Da<strong>van</strong>ipour, Z., Tseng, C. C., Lee, P. J., & Sobel, E. (2007). A case-control study of<br />

occupational magnetic field exposure and Alzheimer's disease: results from the California<br />

Alzheimer's Disease Diagnosis and Treatment Centers. BMC. Neurol. 7, 13.<br />

<strong>De</strong> Flora, S., Quaglia, A., Bennicelli, C., & Vercelli, M. (2005). The epidemiological<br />

revolution of the 20th century. FASEB J. 19, 892-897.<br />

42


de Hollander, A. E. M., Hoeymans, N., Melse, J. M., <strong>van</strong> Oers, J. A. M., & Polder, J. J.<br />

(2006). Zorg voor Gezondheid - Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2006, RIVM<br />

rapport 270061003; Volksgezondheid Toekomst Verkenning.<br />

<strong>De</strong> Roos AJ, Blair A, Rusiecki JA, et al. Cancer incidence among glyphospate-exposed<br />

pesticide applicators in the Agricultural Health Study, Environmental Health Perspectives.<br />

2005; 113(1):49-54.<br />

<strong>De</strong> Roos AJ, Gao DL, Wernli KJ , et al. Colorectal cancer incidence among female textile<br />

workers in Shanghai, China: a case-cohort analysis of occupational exposures, Cancer Causes<br />

and Control. 2005; 16 (10):1177-1188.<br />

<strong>De</strong>man J.& N. <strong>van</strong> Larebeke: Carcinogenesis: "Mutations and mutagens." Tumour Biol. 2001<br />

Mar;22(3):191-202. (The journal of the International Society for Oncodevel<strong>op</strong>mental Biology<br />

and medicine).<br />

<strong>De</strong>mers PA, Davies HW, Friesen MC, et al. Cancer and occupational exposure to<br />

pentachlor<strong>op</strong>henol and tetrachlor<strong>op</strong>henol (Canada), Cancer Causes and Control. 2006;<br />

17:749-758.<br />

<strong>De</strong>vesa, S.S., Blot, W.J., Stone, B.J., Miller, B.A., Tarone, R.E., Fraumeni, J.F.Jr (1995)<br />

Recent cancer trends in the United States. J. Natl. Cancer Inst., 87(3): 175-82.<br />

Dich J, Zahm SH, Hanberg A, Adami H. Pesticides and cancer. Cancer Causes & Control.<br />

1997; 8:420-443.<br />

Dich J, Zahm SH, Hanberg A, Adami H. Pesticides and cancer. Cancer Causes & Control.<br />

1997; 8:420-443.<br />

Dick, F. D. (2006). Solvent neurotoxicity. Occup. Environ. Med. 63, 221-6, 179.<br />

Donahue, B.A., Augot, M., Bellon, S.F., Treiber, D.K., Toney, J.H., Lippard, S.J., Essigmann,<br />

J.M., 1990. Characterization of a DNA damage-recognition protein from mammalian cells<br />

that binds specifically to intrastrand d(GpG) and d(ApG) DNA adducts of the anticancer drug<br />

cisplatin. Biochemistry. 29, 5872-5880<br />

Dono<strong>van</strong> M, Tiwary CM, Axelrod D, Sasco AJ, Jones L, Hajek R, Sauber E, Kuo J, Davis<br />

DL. Personal care products that contain estrogens or xenoestrogens may increase breast<br />

cancer risk. Med Hypotheses, 2006; 68:756-66.<br />

Dreifaldt AC, Carlberg M and Hardell L: Increasing incidence rates of childhood malignant<br />

diseases in Sweden during the period 1960-1998. Eur J Cancer 40: 1351-1360, 2004.<br />

Edwards R, Pless-Mulloli T, Howel D, et al. Does living near heavy industry cause lung<br />

cancer in women? A case-control study using life grid interviews, Thorax. 2006;61(12):1076-<br />

1082.<br />

Ehrenberg, L., Granath, F., Törnqvist, M. (1996): Macromolecule adducts as biomarkes of<br />

exposure to environmental mutagens in human p<strong>op</strong>ulations. Environ Health Perspect 1996<br />

May;104 Suppl 3:423-8<br />

43


Ellouk SA, Jaurand MC. Review of animal/in vitro data on biological effects of man-made<br />

fibers. Environ Health Perspect 1994 Jun;102 Suppl 2:47-61.<br />

Engel LS, Hill DA, H<strong>op</strong>pin, JA, et al. Pesticide use and breast cancer risk among farmers’<br />

wives in the Agricultural Health Study, American Journal of Epidemiology. 2005;<br />

161(2):121-135.<br />

Faroy-Menciere B, <strong>De</strong>schamps F. Relationships between occupational exposure and cancer of<br />

the testis. Annales de Medicine Interne. 2002; 153(2):89-96.<br />

Ferreira P.C., Kde A. Piai, A. M. Takayanagui, and S. I. Segura-Munoz. Aluminum as a risk<br />

factor for Alzheimer's disease. Rev.Lat.Am.Enfermagem. 16 (1):151-157, 2008.<br />

Fierens, S., Mairesse, H., Heilier, J. F., <strong>De</strong>, B. C., Focant, J. F., Eppe, G., <strong>De</strong>, P. E., &<br />

Bernard, A. (2003). Dioxin/polychlorinated biphenyl body burden, diabetes and<br />

endometriosis: findings in a p<strong>op</strong>ulation-based study in Belgium. Biomarkers 8, 529-534.<br />

Finkel, A.M. (1995) Toward less misleading comparisons of uncertain risks: the example of<br />

aflatoxin and alar. Environ. Health. Perspect., 103(4): 376-85.<br />

Fleming, L., Mann, J. B., Bean, J., Briggle, T., & Sanchez-Ramos, J. R. (1994). Parkinson's<br />

disease and brain levels of organochlorine pesticides. Ann. Neurol. 36, 100-103.<br />

Fortes C, Mastroeni S, Melchi F, et al. The association between residential pesticide use and<br />

cutaneous melanoma, Eur<strong>op</strong>ean Journal of Cancer. 2007; 43:1066-1075.<br />

Freudenheim, J.L., Marshall, J.R. (1988) The problem of profound mismeasurement and the<br />

power of epidemiological studies of diet and cancer. Nutr. Cancer, 11(4): 243-50.<br />

Fritschi L, Benke G, Hughes AM, et al. Occupational exposure to pesticides and risk of non-<br />

Hodgkin’s lymphoma, American Journal of Epidemiology. 2005; 162: 847-857.<br />

Ganmaa D, Li XM, Qin LQ, et al. The experience of Japan as a clue to the etiology of<br />

testicular and prostatic cancers. Medica l Hypothesis. 2003; 60(5):724-730.<br />

Garabrant DH, Philbert MA. Review of 2,4-Diclor<strong>op</strong>henoxyacetic acid (2,4-D) epidemiology<br />

and toxicology. Critical Reviews in Toxicology. 2002; 23(4):233-257.<br />

Glass DC, Gray CN, Jolley DJ, et al. The health watch case-control study of leukemia and<br />

benzene, Annals of the New York Academy of Science. 2006; 1076:80-89.<br />

Gluckman PD, Hanson MA, Beedle AS. Early life events and their consequences for later<br />

disease: a life history and evolutionary perspective. Am J Hum Biol 2007 Jan;19(1):1-19.<br />

Gluckman PD, Hanson MA. <strong>De</strong>vel<strong>op</strong>mental origins of disease paradigm: a mechanistic and<br />

evolutionary perspective. Pediatr Res 2004 Sep;56(3):311-7.<br />

Goyer, R. A., Epstein, S., Bhattacharyya, M., Korach, K. S., & Pounds, J. (1994).<br />

Environmental risk factors for oste<strong>op</strong>orosis. Environ. Health Perspect. 102, 390-394.<br />

44


Graff J, Sathiakumar, N, Macaluso M, et al. Chemical exposures in the synthetic rubber<br />

industry and lymphohemat<strong>op</strong>oietic cancer mortality, Journal of Occupational and<br />

Environmental Medicine. 2005; 47(9):916-932.<br />

Gralewicz, S. & Dyzma, M. (2005). Organic solvents and the d<strong>op</strong>aminergic system. Int. J.<br />

Occup. Med. Environ. Health 18, 103-113.<br />

Graves, A. B., Rosner, D., Echeverria, D., Mortimer, J. A., & Larson, E. B. (1998).<br />

Occupational exposures to solvents and aluminium and estimated risk of Alzheimer's disease.<br />

Occup. Environ. Med. 55, 627-633.<br />

Grimsrud TK and Peto J. Persisting risk of nickel related lung cancer and nasal cancer among<br />

Clydach refiners, Occupational and Environmental Medicine. 2006; 63:365-366.<br />

Gun RT, Pratt N, Ryan P, et al. Update of mortality and cancer incidence in the Australian<br />

petroleum industry cohort, Occupational and Environmental Medicine. 2006; 63:476-481.<br />

Hackshaw AK. Lung cancer and passive smoking. Statistical Methods in Medical Research.<br />

1998; 7:119-136.<br />

Hanson MA, Gluckman PD. <strong>De</strong>vel<strong>op</strong>mental origins of health and disease: new insights. Basic<br />

Clin Pharmacol Toxicol 2008 Feb;102(2):90-3.<br />

Hardell L, Andersson SO, Carlberg M, et al. Adipose tissue concentrations of persistent<br />

organic pollutants and the risk of prostate cancer, Journal of Occupational and Environmental<br />

Medicine. 2006; 48(7):700-707.<br />

Hardell L, Calberg M and Mild KH. Case-control study of the association between the use of<br />

cellular and cordless telephones and malignant brain tumors diagnosed during 2000-2003,<br />

Environmental Research. 2006a; 100(2):232-241.<br />

Hardell L, Carlber M, Hansson Mild, K. Pooled analysis of two case-control studies on use of<br />

cellular and cordless telephones and the risk for malignant brain tumours diagnosed in 1997-<br />

2003, International Archives of Occupational and Environmental Health. 2006b; 79(8):630-<br />

639.<br />

Hardell L, Van Bavel B, Lindstrom G, et al. Increased concentrations of polychlorinated<br />

biphenyls, hexachlorobenzene, and chlordanes in mothers of men with testicular cancer.<br />

Environmental Health Perspectives. 2003;111(7):930-934.<br />

Hardell L, Walker MJ, Walhjalt B, Friedman LS, Richter ED. RE: a rebuttal: secret ties to<br />

industry and conflicting interests in cancer research. Am J Ind Med 2007 Sep;50(9):697-8.<br />

Hardell L, Walker MJ, Walhjalt B, Friedman LS, Richter ED. Secret ties to industry and<br />

conflicting interests in cancer research. Am J Ind Med 2007 Mar;50(3):227-33.<br />

Hardell L, Walker MJ, Walhjalt B. RE: A rebuttal: Secret ties to industry and conflicting<br />

interests in cancer research, March 2007;50(3):227-233. Am J Ind Med 2008 Sep;51(9):717-<br />

8.<br />

45


Hayes RB. The carcinogenicity of metals in humans. Cancer Causes & Control. 1997; 8:371-<br />

385.<br />

Heineman EF, Ward MD, McComb RD, et al. Hair dyes and risk of glioma among Nebraska<br />

women, Cancer Causes and Control. 2005; 16(7):857-64<br />

Hellstrom, H. O., Mjoberg, B., Mallmin, H., & Michaelsson, K. (2006). No association<br />

between the aluminium content of trabecular bone and bone density, mass or size of the<br />

proximal femur in elderly men and women. BMC. Musculoskelet. Disord. 7, 69.<br />

Hemminki K, Czene K. Age specific and attributable risks of familial prostate carcinoma<br />

from the family-cancer database. Cancer 2002 Sep 15;95(6):1346-53.<br />

Hemminki K, Granstrom C, Czene K. Attributable risks for familial breast cancer by proband<br />

status and morphology: a nationwide epidemiologic study from Sweden. Int J Cancer 2002 Jul<br />

10;100(2):214-9.<br />

Herbert RA, Hailey JR, Grumbein S, Chou BJ, Sills RC, Haseman JK, et al. Two-year and<br />

lifetime toxicity and carcinogenicity studies of ozone in B6C3F1 mice. Toxicol Pathol 1996<br />

Sep;24(5):539-48.<br />

Hewitt JB, Tellier L. Risk of adverse outcomes in pregnant women exposed to solvents. J<br />

Obstet Gynecol Neonatal Nurs 1998 Sep;27(5):521-31.<br />

Holloway AC, Cuu DQ, Morrison KM, Gerstein HC, Tarn<strong>op</strong>olsky MA. Transgenerational<br />

effects of fetal and neonatal exposure to nicotine. Endocrine 2007 Jun;31(3):254-9.<br />

Huff J. IARC monographs, industry influence, and upgrading, downgrading, and undergrading<br />

chemicals: a personal point of view. International Agency for Research on Cancer.<br />

Int J Occup Environ Health 2002 Jul;8(3):249-70.<br />

Huff, J. (1993) Issues and controversies surrounding qualitative strategies for identifying and<br />

forecasting cancer causing agents in the human environment. Pharmacol. Toxicol., 72 (Suppl<br />

1): 12-27.<br />

Huff J.. Industry influence on occupational and environmental public health.<br />

Int.J.Occup.Environ.Health 13 (1):107-117, 2007.<br />

Huff, J., Hoel, D (1992) Perspective and overview of the concepts and value of hazard<br />

identification as the initial phase of risk assessment for cancer and human health. Scand. J.<br />

Work. Environ. Health., 18 (Suppl 1): 83-9.<br />

Hutcheon DE, Kantrowitz J, Van Gelder RN and Flynn E: Factors affecting plasma<br />

benzo[a]pyrene levels in environmental studies. Environ Res 32: 104-110, 1983.<br />

Ibarluzea JJ, Fernandez MF, Santa-Marina L, Olea-Serrano MF, Rivas AM, Aurrekoetxea JJ,<br />

et al. Breast cancer risk and the combined effect of environmental estrogens . Cancer Causes<br />

Control 2004 Aug;15(6):591-600.<br />

46


Ikezuki Y, Tsutsumi O, Takai Y, Kamei Y, Taketani Y. <strong>De</strong>termination of bisphenol A<br />

concentrations in human biological fluids reveals significant early prenatal exposure. Hum<br />

Reprod 2002 Nov;17(11):2839-41.<br />

Infante PF. Benzene exposure and multiple myeloma: a detailed meta-analysis of benzene<br />

cohort studies. Ann N Y Acad Sci 2006 Sep;1076:90-109.<br />

Irigaray P., V. Ogier, S. Jacquenet, V. Notet, P. Sibille, L. Mejean, B. E. Bihain, and F. T.<br />

Yen. Benzo[a]pyrene impairs beta-adrenergic stimulation of adipose tissue lipolysis and<br />

causes weight gain in mice. A novel molecular mechanism of toxicity for a common food<br />

pollutant. FEBS J. 273 (7):1362-1372, 2006.<br />

Jaga K, Brosius D. Pesticide exposure: Human cancers on the horizon. Reviews on<br />

Environmental Health. 1999; 14(1):39-50<br />

Jeter JM, Kohlmann W, Gruber SB. Genetics of colorectal cancer. Oncology (Williston Park)<br />

2006 Mar;20(3):269-76.<br />

Kaatsch P, Steliarova-Foucher E, Crocetti E, Magnani C, Spix C and Zambon P: Time trends<br />

of cancer incidence in Eur<strong>op</strong>ean children (1978-1997): report from the Automated Childhood<br />

Cancer Information System project. Eur J Cancer 42: 1961-1971, 2006.<br />

Kabuto M, Nitta H, Yamamoto S, et al. Childhood leukemia and magnetic fields in Japan: A<br />

case-control study of childhood leukemia and residential power-frequency magnetic fields in<br />

Japan, International Journal of Cancer. 2006; 119:643-650.<br />

Karcher W., Hansen B.G., <strong>van</strong> Leeuwen C., Clements R., Hiromatsu K. The US-EU-Japanese<br />

trilateral collaborative project on QSARs; Lecture on the 7th international Worksh<strong>op</strong> on<br />

QSAR in Environmental Sciences. QSAR 96 “Past, Present and Future”. Org. by National<br />

Environmental Reserarch Institute of <strong>De</strong>nmark. June 24-28, 1996. Elsinore (Helsingor)<br />

<strong>De</strong>nmark (1996).<br />

Kazantzis, G. (2004). Cadmium, oste<strong>op</strong>orosis and calcium metabolism. Biometals 17, 493-<br />

498.<br />

Kellen E, Zeegers M, Paulussen A, et al. Does occupational exposure to PAHs, diesel and<br />

aromatic amines interactwith smoking and metabolic genetic polymorphisms to increase the<br />

risk on bladder cancer?; The Belgian casecontrol study on bladder cancer risk, Cancer Letters.<br />

2007a; 245:51-60.<br />

Kellen E, Zeegers MP, <strong>De</strong>n Hond E, et al. Blood cadmium may be associated with bladder<br />

carcinogenesis: the Belgian case-control study on bladder cancer, Cancer <strong>De</strong>tection and<br />

Prevention. 2007b; 31:77-82.<br />

King MC, Marks JH and Mandell JB: New York Breast Cancer Study Group: breast and<br />

ovarian cancer risks due to inherited mutations in BRCA1 and BRCA2. Science 302: 643-<br />

646, 2003.<br />

47


Krewski D, Lubin JH, Zielinski JM, et al. A combined analysis of North American casecontrol<br />

studies of residential radon and lung cancer, Journal of Toxicology and Environmental<br />

Health, Part A. 2006; 69:533-597.<br />

Kriegel AM, Soliman AS, Zhang Q, El-Ghawalby N, Ezzat F, Soultan A, et al. Serum<br />

cadmium levels in pancreatic cancer patients from the East Nile <strong>De</strong>lta region of Egypt.<br />

Environ Health Perspect 2006 Jan;114(1):113-9.<br />

Krishnadasan A, Kennedy N, Zhao Y, et al. Nested case-control study of occupational<br />

chemical exposures and prostate cancer in aerospace and radiation workers, American Journal<br />

of Industrial Medicine. 2007; 50:383-390.<br />

Kubo K, Arai O, Omura M, Watanabe R, Ogata R, Aou S. Low dose effects of bisphenol A<br />

on sexual differentiation of the brain and behavior in rats. Neurosci Res 2003 Mar;45(3):345-<br />

56.<br />

Kukull, W. A., Larson, E. B., Bowen, J. D., McCormick, W. C., Teri, L., Pfanschmidt, M. L.,<br />

Thompson, J. D., O'Meara, E. S., Brenner, D. E., & <strong>van</strong>, B. G. (1995). Solvent exposure as a<br />

risk factor for Alzheimer's disease: a case-control study. Am. J. Epidemiol. 141, 1059-1071.<br />

Kuo CC, Grayston JT, Campbell LA, Goo YA, Wissler RW, Benditt EP. Chlamydia<br />

pneumoniae (TWAR) in coronary arteries of young adults (15-34 years old). Proc Natl Acad<br />

Sci U S A 1995 Jul 18;92(15):6911-4.<br />

Laakkonen A, Kauppinen T, Pukkala E. Cancer risk among Finnish food industry workers,<br />

International Journal of Cancer. 2006; 118:2567-2571.<br />

Lai, B. C., Marion, S. A., Teschke, K., & Tsui, J. K. (2002). Occupational and environmental<br />

risk factors for Parkinson's disease. Parkinsonism. Relat Disord. 8, 297-309.<br />

Landrigan PJ, Boffetta P, Apostoli P. The reproductive toxicity and carcinogenicity of lead: a<br />

critical review. American Journal of Industrial Medicine. 2000; 38:231-243.<br />

Landrigan, P. J., Sonawane, B., Butler, R. N., Trasande, L., Callan, R., & Droller, D. (2005).<br />

Early environmental origins of neurodegenerative disease in later life. Environ. Health<br />

Perspect. 113, 1230-1233.<br />

Lauwerys R., A. Bernard, J. P. Buchet, H. Roels, P. Bruaux, F. Claeys, G. Ducoffre, Plaen P.<br />

<strong>De</strong>, J. Staessen, A. Amery, and . Does environmental exposure to cadmium represent a health<br />

risk? Conclusions from the Cadmibel study. Acta Clin.Belg. 46 (4):219-225, 1991.<br />

Lee DH, Lee IK, Jin SH, Steffes M, Jacobs DR, Jr. Association between serum concentrations<br />

of persistent organic pollutants and insulin resistance among nondiabetic adults: results from<br />

the National Health and Nutrition Examination Survey 1999-2002. Diabetes Care 2007a<br />

Mar;30(3):622-8.<br />

Lee DH, Lee IK, Porta M, Steffes M, Jacobs DR, Jr. Relationship between serum<br />

concentrations of persistent organic pollutants and the prevalence of metabolic syndrome<br />

among non-diabetic adults: results from the National Health and Nutrition Examination<br />

Survey 1999-2002. Diabetologia 2007b Sep;50(9):1841-51.<br />

48


Lee DH, Lee IK, Song K, Steffes M, Toscano W, Baker BA, et al. A strong dose-response<br />

relation between serum concentrations of persistent organic pollutants and diabetes: results<br />

from the National Health and Examination Survey 1999-2002. Diabetes Care 2006<br />

Jul;29(7):1638-44.<br />

Lee DH, Lee IK, Steffes M, Jacobs DR, Jr. Extended analyses of the association between<br />

serum concentrations of persistent organic pollutants and diabetes. Diabetes Care 2007<br />

Jun;30(6):1596-8.<br />

Lee WJ, Baris D, Jarvholm B, Silverman DT, Bergdahl IA, Blair A. Multiple myeloma and<br />

diesel and other occupational exposures in swedish construction workers. Int J Cancer 2003<br />

Oct 20;107(1):134-8.<br />

Lee WJ, Colt, JS, Heineman EF, et al. Agricultural pesticide use and risk of glioma in<br />

Nebraska, United States, Occupational and Environmental Medicine. 2005; 62:786-792.<br />

Lee, D. H., Lee, I. K., Song, K., Steffes, M., Toscano, W., Baker, B. A., & Jacobs, D. R., Jr.<br />

(2006). A strong dose-response relation between serum concentrations of persistent organic<br />

pollutants and diabetes: results from the National Health and Examination Survey 1999-2002.<br />

Diabetes Care 29, 1638-1644.<br />

Lewis DA, Levitt P. Schiz<strong>op</strong>hrenia as a disorder of neurodevel<strong>op</strong>ment. Annu Rev Neurosci<br />

2002;25:409-32.<br />

Li W, Ray RM, Gao DL, et al. Occupational risk factors for nas<strong>op</strong>haryngeal cancer among<br />

female textile workers in Shanghai, China, Occupational and Environmental Medicine. 2006;<br />

63:39-44.<br />

Lichtenstein P, Holm NV, Verkasalo PK, Iliadou A, Kaprio J, Koskenvuo M, Pukkala E,<br />

Skytthe A, Hemminki K. Environmental and heritable factors in the causation of cancer. N<br />

Engl J Med 2000; 343:78-86.<br />

Lie JS, Andersen A, Kjaerheim K. Cancer risk among 43,000 Norwegian nurses,<br />

Scandinavian Journal of Work, Environment and Health. 2007; 33(1):66-73.<br />

Lin J, Swan GE, Shields PG, Benowitz NL, Gu J, Amos CI, et al. Mutagen sensitivity and<br />

genetic variants in nucleotide excision repair pathway: genotype-phenotype correlation.<br />

Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2007 Oct;16(10):2065-71.<br />

Lloyd SA, Faherty CJ, Smeyne RJ. Adult and in utero exposure to cocaine alters sensitivity to<br />

the Parkinsonian toxin 1-methyl-4-phenyl-1,2,3,6-tetrahydr<strong>op</strong>yridine. Neuroscience 2006<br />

Feb;137(3):905-13.<br />

Lo AC, Soliman AS, El-Ghawalby N, bdel-Wahab M, Fathy O, Khaled HM, et al. Lifestyle,<br />

occupational, and reproductive factors in relation to pancreatic cancer risk. Pancreas 2007<br />

Aug;35(2):120-9.<br />

Loganovsky KN, Volovik SV, Manton KG, Bazyka DA, Flor-Henry P. Whether ionizing<br />

radiation is a risk factor for schiz<strong>op</strong>hrenia spectrum disorders? World J Biol Psychiatry<br />

2005;6(4):212-30.<br />

49


Longnecker, M. P. & Daniels, J. L. (2001). Environmental contaminants as etiologic factors<br />

for diabetes. Environ. Health Perspect. 109 Suppl 6, 871-876.<br />

Longnecker, M. P., Klebanoff, M. A., Brock, J. W., & Zhou, H. (2001). Polychlorinated<br />

biphenyl serum levels in pregnant subjects with diabetes. Diabetes Care 24, 1099-1101.<br />

Lubin, J.H., Boice, J.D., 1997. Lung cancer risk from residential radon: a meta analysis of<br />

eight epidemiologic studies. Natl. Cancer Ins. 89, 49-57.<br />

Luippold RS. Low-level hexavalent chromium exposure and rate of mortality among US<br />

chromate production employees, Journal of Occupational & Environmental Medicine. 2005;<br />

47(4):381-385.<br />

Lynch SM, Rusiecki JA, Blair A, et al. Cancer incidence among pesticide applicators exposed<br />

to cyanazine in the Agricultural Health Study, Environmental Health Perspectives. 2006;<br />

114(8):1248-1252.<br />

Lynge E, Andersen A, Rylander L, et al. Cancer in persons working in dry cleaning in the<br />

Nordic countries, Environmental Health Perspectives. 2006; 114(2):213-219.<br />

Mahajan R, Blair, A Lynch CF, et al. Fonofos exposure and cancer incidence in the<br />

Agricultural Health Study, Environmental Health Perspectives. 2006; 114(12):1838-1842.<br />

Mahajan R, Bonner MR, H<strong>op</strong>pin JA, et al. Phorate exposure and incidence of cancer in the<br />

Agricultural Health Study, Environmental Health Perspectives. 2006; 114(8):1205-1209.<br />

Maitre, A., Bonneterre, V., Huillard, L., Sabatier, P., & de, G. R. (2006). Impact of urban<br />

atmospheric pollution on coronary disease. Eur. Heart J. 27, 2275-2284.<br />

Majesky MW, Reidy MA, Benditt EP, Juchau MR. Focal smooth muscle proliferation in the<br />

aortic intima produced by an initiation-promotion sequence. Proc Natl Acad Sci U S A 1985<br />

May;82(10):3450-4.<br />

Majesky MW, Yang HY, Benditt EP, Juchau MR. Carcinogenesis and atherogenesis:<br />

differences in monooxygenase inducibility and bioactivation of benzo[a]pyrene in aortic and<br />

hepatic tissues of atherosclerosis-susceptible versus resistant pigeons. Carcinogenesis<br />

1983;4(6):647-52.<br />

Malloy, EJ, Miller KL, Eisen EA. Rectal cancer and exposure to metalworking fluids in the<br />

automobile manufacturing industry, Occupational and Environmental Medicine. 2007; 64:<br />

244-249.<br />

Matanoski GM, Tao X. Case-cohort study of styrene exposure and ischemic heart disease.<br />

Res Rep Health Eff Inst 2002 May;(108):1-29.(1-42)<br />

Matanoski GM, Tao XG. Styrene exposure and ischemic heart disease: a case-cohort study.<br />

Am J Epidemiol 2003 Nov 15;158(10):988-95.<br />

McCunney RJ. Hodgkin's disease, work, and the environment. A review.<br />

J.Occup.Environ.Med. 41 (1):36-46, 1999.<br />

50


McElroy JA, Egan KM, Titus-Ernstoff L, et al. Occupational exposures to electromagnetic<br />

field and breast cancer risk in a large, p<strong>op</strong>ulation-based, case-control study in the United<br />

States, Journal of Occupational and Environmental Medicine.2007; 49(3):266-274.<br />

McLachlan JA, Newbold RR, Li S, Negishi M. Are estrogens carcinogenic during<br />

devel<strong>op</strong>ment of the testes? APMIS. 1998; 106(1):240-242.<br />

McNally RJQ, Alexander FE and Birch JM: Space-time clustering analyses of childhood and<br />

acute lymphoblastic leukaemia by immun<strong>op</strong>henotype. Br J Cancer 87: 513-515, 2002.<br />

Mehlman MA. Causal relationship from exposure to chemicals in oil refining and chemical<br />

industries and malignant melanoma, Annals of the New York Academy of Sciences. 2006;<br />

1076:822-828.<br />

Mester B, Nieters A, <strong>De</strong>eg E, et al. Occupation and malignant lymphoma: a p<strong>op</strong>ulation based<br />

case-control study in Germany, Occupational and Environmental Medicine. 2006; 63:17-26<br />

Meyer TE, Coker AL, Sanderson M, et al. A case-control study of farming and prostate<br />

cancer in African-American and Caucasian men, Occupational and Environmental Medicine.<br />

2007; 64(3):155-160.<br />

Michaels D, Lurie P, Monforton C. Letter to the editor. Journal of Occupational and<br />

Environmental Medicine. 2006; 48(10): 995-996.<br />

Miligi L, Costantini AS, Benvenuti A, et al. Personal use of hair dyes and<br />

hematolymph<strong>op</strong>oietic malignancies, Archives of Environmental and Occupational Health.<br />

2005; 60(5):249-256.<br />

Miligi L, Costantini AS, Bevenuti A, et al. Occupational exposure to solvents and the risk of<br />

lymphomas, Epidemiology. 2006; 17(5):552-561.<br />

Miller KA, Siscovick DS, Sheppard L, Shepherd K, Sulli<strong>van</strong> JH, Anderson GL, Kaufman JD.<br />

Long-term exposure to air pollution and incidence of cardiovascular events in women. N Engl<br />

J Med 2007 Feb 1;356(5):447-58.<br />

Miller MD, Marty MA, Broadwin R, et al. The association between exposure to<br />

environmental tobacco smoke and breast cancer: a review by the California Environmental<br />

Protection Agency, Preventative Medicine. 2007; 44:93-106.<br />

Miller YE, Fain P. Genetic susceptibility to lung cancer. Semin Respir Crit Care Med 2003<br />

Apr;24(2):197-204.<br />

Mills CJ, Bull RJ, Cantor KP, Reif J, Hrudey SE, Huston P. Health risks of drinking water<br />

chlorination by-products: report of an expert working group. Chronic Diseases in Canada.<br />

1998; 19(3):91-102.<br />

Mills PK, Yang R, Riordan D. Lymphohemat<strong>op</strong>oietic cancers in the United Farm Workers of<br />

America (UFW), 1988-2001, Cancer Causes and Control. 2005; 16:823-830.<br />

51


Moller H. Hormones and endocrine disrupters in food and water: possible <strong>impact</strong> on human<br />

health. Epidemiology of human disorders. APMIS Suppl. 2001;103:557-559.<br />

Montnemery P., M. P<strong>op</strong>ovic, M. Andersson, L. Greiff, P. Nyberg, C. G. Lofdahl, C.<br />

Svensson, and C. G. Persson. Influence of heavy traffic, city dwelling and socio-economic<br />

status on nasal symptoms assessed in a postal p<strong>op</strong>ulation survey. Respir.Med. 97 (8):970-977,<br />

2003.<br />

Morris RD. Environmental health issues. Environmental Health Perspectives. 1995a;<br />

103(S8):225-231.<br />

Morris R.D. . Drinking water and cancer. Environ.Health Perspect. 103 Suppl 8:225-231, 1995b.<br />

Mueller BA, Nielsen SS, Preston-Martin S, et al. Household water source and the risk of<br />

childhood brain tumours: results of the SEARCH International Brain Tumor Study,<br />

International Journal of Epidemiology. 2004; 33(6):1209- 1216.<br />

Mukherjee D. Health <strong>impact</strong> of polychlorinated dibenzo-p-dioxins: a critical review. Journal<br />

of the Air & Waste Management Association. 1998; 48:157-165.<br />

National Cancer Institute – DCCPS – Surveillance Research Program – Cancer Statistics<br />

Branch. Surveillance, Epidemiology, and End Results (SEER) Program<br />

(www.seer.cancer.gov). (SEER*Stat Database: Incidence – SEER 9 Regs Public-Use,<br />

November 2003 Sub (1973–2001), SEER Cancer Query Systems, released April 2004, based<br />

on theNovember 2003 submission). Available at http://seer.cancer.gov/ canques/, accessed<br />

January 2005.<br />

National Cancer Institute – DCCPS – Surveillance Research Program – Cancer Statistics<br />

Branch. Surveillance, Epidemiology, and End Results (SEER) Program<br />

(www.seer.cancer.gov). (SEER*Stat Database: Mortality – All COD, Public-Use With State,<br />

Total US (1969–2001), SEER Cancer Query Systems, released April 2004). Underlying<br />

mortality data provided by NCHS (www.cdc.gov/nchs). Available at http://seer.<br />

cancer.gov/canques/, accessed January 2005.<br />

Navas-Acien, A., Guallar, E., Silbergeld, E. K., & Rothenberg, S. J. (2007). Lead exposure<br />

and cardiovascular disease--a systematic review. Environ. Health Perspect. 115, 472-482.<br />

Nawrot T, Plusquin M, Hogervorst J, Roels HA, Celis H, Thijs L, et al. Environmental<br />

exposure to cadmium and risk of cancer: a prospective p<strong>op</strong>ulation-based study. Lancet Oncol<br />

2006 Feb;7(2):119-26.<br />

Newbold RR, Jefferson WN, Padilla-Banks E. Long-term adverse effects of neonatal<br />

exposure to bisphenol A on the murine female reproductive tract. Reprod Toxicol 2007<br />

Aug;24(2):253-8.<br />

Newbold RR, Padilla-Banks E, Snyder RJ, Jefferson WN. Perinatal exposure to<br />

environmental estrogens and the devel<strong>op</strong>ment of obesity. Mol Nutr Food Res 2007a<br />

Jul;51(7):912-7.<br />

Nichols L and Sorahan T. Cancer incidence and cancer mortality in a cohort of UK<br />

semiconductor workers, 1970- 2002, Occupational Medicine. 2005;55:625-630.<br />

52


Ostro B (2004) Outdoor air pollution: assessing the environmental burden of disease at<br />

national and local levels. Geneva, World Health Organization (WHO Environmental Burden<br />

of Disease Series, No. 5)<br />

Ozanne SE, Constancia M. Mechanisms of disease: the devel<strong>op</strong>mental origins of disease and<br />

the role of the epigenotype. Nat Clin Pract Endocrinol Metab 2007 Jul;3(7):539-46.<br />

Paashuis-Lew-YR; Heddle-JA (1998) Spontaneous mutation during fetal devel<strong>op</strong>ment and<br />

post-natal growth. Mutagenesis. 13(6): 613-7.<br />

Pals P., Everbroeck B. Van, B. Grubben, M. K. Viaene, R. Dom, Linden C. <strong>van</strong> der, P.<br />

Santens, J. J. Martin, and P. Cras. Case-control study of environmental risk factors for<br />

Parkinson's disease in Belgium. Eur.J.Epidemiol. 18 (12):1133-1142, 2003.<br />

Pavuk M, Michalek JE, Ketchum NS, et al. Prostate cancer in US Air Force veterans of the<br />

Vietnam war, Journal of Exposure Science and Environmental Epidemiology. 2006; 16:184-<br />

190.<br />

Penn AL, Rouse RL, Horohov DW, Kearney MT, Paulsen DB, Lomax L. In utero exposure to<br />

environmental tobacco smoke potentiates adult responses to allergen in BALB/c mice.<br />

Environ Health Perspect 2007 Apr;115(4):548-55.<br />

Perera F, Hemminki K, Jedrychowski W, Whyatt R, Campbell U, Hsu Y, et al. In utero DNA<br />

damage from environmental pollution is associated with somatic gene mutation in newborns.<br />

Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2002 Oct;11(10 Pt 1):1134-7.<br />

G. PershagenG., G. Akerblom, O. Axelson, B. Clavensjo, L. Damber, G. <strong>De</strong>sai, A. Enflo, F.<br />

Lagarde, H. Mellander, M. Svartengren, and . Residential radon exposure and lung cancer in<br />

Sweden. N.Engl.J.Med. 330 (3):159-164, 1994.<br />

Pesatori, A. C., Zocchetti, C., Guercilena, S., Consonni, D., Turrini, D., & Bertazzi, P. A.<br />

(1998). Dioxin exposure and non-malignant health effects: a mortality study. Occup. Environ.<br />

Med. 55, 126-131.<br />

Philippe Pals1,2, Bart Van Everbroeck1, Bart Grubben2, Maria Kristina Viaene3, Rene´<br />

Dom4, Chris <strong>van</strong> der Linden5, Patrick Santens6, Jean Jacques Martin7 & Patrick Cras1,2,7<br />

Case–control study of environmental risk factors for Parkinson’s disease in Belgium<br />

Eur<strong>op</strong>ean Journal of Epidemiology 18: 1133–1142, 2003.<br />

Porrini S, Belloni V, <strong>De</strong>lla SD, Farabollini F, Giannelli G, ssi-Fulgheri F. Early exposure to a<br />

low dose of bisphenol A affects socio-sexual behavior of juvenile female rats. Brain Res Bull<br />

2005 Apr 15;65(3):261-6.<br />

Preston DL, Ron E, Tokuoka S, Funamoto S, Nishi N, Soda M, Mabuchi K, Kodama K.:<br />

Solid cancer incidence in atomic bomb survivors: 1958-1998. Radiat Res. 2007 Jul;168(1):1-<br />

64.<br />

Prince MM, Hein MJ, Ruder AM, et al. Update: cohort mortality study of workers highly<br />

exposed to polychlorinated by-phenyls (PCBs) during the manufacture of electrical<br />

53


capacitors, 1940-1998, Environmental Health: A Global Access Science Source. 2006a; 5:13-<br />

22.<br />

Prince MM, Ruder AM, Hein MJ, et al. Mortality and exposure response among 14,458<br />

electrical capacitor manufacturing workers exposed to polychlorinated biphenyls (PCBs),<br />

Environmental Health Perspectives. 2006b; 114(10):1508-1514.<br />

Prins GS, Birch L, Tang WY, Ho SM. <strong>De</strong>vel<strong>op</strong>mental estrogen exposures predispose to<br />

prostate carcinogenesis with aging. Reprod Toxicol 2007 Apr;23(3):374-82.<br />

Prins GS, Tang WY, Belmonte J, Ho SM. Perinatal exposure to oestradiol and bisphenol A<br />

alters the prostate epigenome and increases susceptibility to carcinogenesis. Basic Clin<br />

Pharmacol Toxicol 2008 Feb;102(2):134-8.<br />

Purdue MP, H<strong>op</strong>pin JA, Blair A, et al. Occupational exposure to organochlorine insecticides<br />

and cancer incidence in the Agricultural Health Study, International Journal of Cancer. 2006a;<br />

120:642-649.<br />

Purdue MP, Jarvholm B, Bergdahl IA, et al. Occupational exposures and head and neck<br />

cancers among Swedish construction workers, Scandinavian Journal of Work, Environment<br />

and Health. 2006; 32(4):270-275.<br />

Rafnsson V. Risk of non-Hodgkin’s lymphoma and exposure to hexachlorocyclohexane, a<br />

nested case-control study, Eur<strong>op</strong>ean Journal of Cancer. 2006; 42:2781-2785.<br />

Read D, Wright C, Weinstein P, et al. Cancer incidence and mortality in a New Zealand<br />

community potentially exposed to 2,3,7,8-p-dioxin from 2,4,5-trichlor<strong>op</strong>henoxyacetic acid<br />

manufacture, Australian and New Zealand Journal of Public Health. 2007; 31:13-18.<br />

Reynolds P, VonBehren J, Gunier R, et al. Agricultural pesticides and lymph<strong>op</strong>roliferative<br />

childhood cancer in California, Scandinavian Journal of Work, Environment and Health.<br />

2005; 31 (Suppl 1):46-54.<br />

Richter CA, Birnbaum LS, Farabollini F, Newbold RR, Rubin BS, Talsness CE, Vandenbergh<br />

JG,Walser-Kuntz DR, Vom Saal FS. In vivo effects of bisphenol A in laboratory rodent<br />

studies.Reprod Toxicol. 2007; 24:199-224.<br />

Ritz B, Zhao Y, Krishnadasan A, et al. Estimated effects of hydrazine exposure on cancer<br />

incidence and mortality in aerospace workers, Epidemiology. 2006; 17(2):154-161.<br />

R<strong>op</strong>ero A.B., P. onso-Magdalena, E. Garcia-Garcia, C. Ripoll, E. Fuentes, and A. Nadal.<br />

Bisphenol-A disruption of the endocrine pancreas and blood glucose homeostasis.<br />

Int.J.Androl 31 (2):194-200, 2008.<br />

Ross MG, <strong>De</strong>sai M, Khorram O, McKnight RA, Lane RH, Torday J. Gestational<br />

programming of offspring obesity: a potential contributor to Alzheimer's disease. Curr<br />

Alzheimer Res 2007 Apr;4(2):213-7.<br />

54


Rouse RL, Boudreaux MJ, Penn AL. In utero environmental tobacco smoke exposure alters<br />

gene expression in lungs of adult BALB/c mice. Environ Health Perspect 2007<br />

<strong>De</strong>c;115(12):1757-66.<br />

Rubin CS, Holmes AK, Belson MG, et al. Investigating childhood leukemia in Churchill<br />

County, Nevada, Environmental Health Perspectives. 2007; 115(1):151-157.<br />

Ruder AM, Hein MJ, Nilsen N, et al. Mortality among workers exposed to polychlorinated<br />

biphenyls (PCBs) in an electrical capacitor manufacturing plan in Indiana: an update,<br />

Environmental Health Perspectives. 2006; 114(1):18-23.<br />

Rusiecki JA, Hou L, Lee WJ, et al. Cancer incidence among pesticide applicators exposed to<br />

metalchlor in the Agricultural Health Study, International Journal of Cancer. 2006; 118:3118-<br />

3123.<br />

Rutten AA, Bermudez E, Mangum JB, Wong BA, Moss OR, Everitt JI. Mesothelial cell<br />

proliferation induced by intrapleural instillation of man-made fibers in rats and hamsters.<br />

Fundam Appl Toxicol 1994 Jul;23(1):107-16.<br />

Ryan BC, Vandenbergh JG. <strong>De</strong>vel<strong>op</strong>mental exposure to environmental estrogens alters<br />

anxiety and spatial memory in female mice. Horm Behav 2006 Jun;50(1):85-93.<br />

Rybicki BA, Neslund-Dudas C, Nock NL, et al. Prostate cancer risk from occupational<br />

exposure to polycyclic aromatic hydrocarbons interacting with the GSTP1 Ile105Val<br />

polymorphism, Cancer Prevention and <strong>De</strong>tection. 2006; 30(5):412-422.<br />

Rylander, L., Rignell-Hydbom, A., & Hagmar, L. (2005). A cross-sectional study of the<br />

association between persistent organochlorine pollutants and diabetes. Environ. Health 4, 28.<br />

Salehi F, Dunfield L, Phillips KP, Krewski D, Vanderhyden BC. Risk factors for ovarian<br />

cancer: an overview with emphasis on hormonal factors. J Toxicol Environ Health B Crit Rev<br />

2008 Mar;11(3-4):301-21.<br />

Samanic D, Rusiecki J, Dosemeci M, et al. Cancer incidence among pesticide applicators<br />

exposed to dicamba in the Agricultural Health Study, Environmental Health Perspectives.<br />

2006; 114(10):1521-1526.<br />

Santibanez, M., Bolumar, F., & Garcia, A. M. (2007). Occupational risk factors in<br />

Alzheimer's disease: a review assessing the quality of published epidemiological studies.<br />

Occup. Environ. Med. 64, 723-732.<br />

Saracci R.and P. Vineis. Disease pr<strong>op</strong>ortions attributable to environment. Environ.Health<br />

6:38, 2007.<br />

Sasco A. (2007). Cancer and globalization. Biomedicine & Pharmacotherapy in press.<br />

Schettler T. Prostate cancer, 2003. Accessed January 10, 2005 at<br />

www.protectingourhealth.org/newscience/prostate/2003-04peerreviewprostate.htm.<br />

55


Schutte R, Nawrot TS, Richart T, Thijs L, Vanderschueren D, Kuznetsova T, et al. Bone<br />

resorption and environmental exposure to cadmium in women: a p<strong>op</strong>ulation study. Environ<br />

Health Perspect 2008a Jun;116(6):777-83.<br />

Schutte R., T. Nawrot, T. Richart, L. Thijs, H. A. Roels, L. M. Van Bortel, H. Struijker-<br />

Boudier, and J. A. Staessen. Arterial structure and function and environmental exposure to<br />

cadmium. Occup.Environ.Med. 65 (6):412-419, 2008b<br />

Shangina O, Brennan P, Szeszeniz-Dabrowska N, et al. Occupational exposure and laryngeal<br />

and hyp<strong>op</strong>haryngeal cancer risk in central and eastern Eur<strong>op</strong>e, American Journal of<br />

Epidemiology. 2006; 164(4):367-375.<br />

Shen N, Weiderpass E, Antilla A, et al. Epidemiology of occupational and environmental risk<br />

factors related to ovarian cancer. Scandinavian Journal of Work, Environment & Health.<br />

1998; 24:175-182.<br />

Siemiatycki J, Richardson L, Straif K, et al. Listing occupational carcinogens. Environmental<br />

Health Perspectives. 2004; 112(15):1447-1459. Accessed February 25, 2005,<br />

http://ehp.niehs.nih.gov/docs/2004/112-15/toc.html.<br />

Simkhovich Z., M. T. Kleinman, and R. A. Kloner. Air pollution and cardiovascular injury<br />

epidemiology, toxicology, and mechanisms. J.Am.Coll.Cardiol. 52 (9):719-726, 2008.<br />

Sinclair KD, Lea RG, Rees WD, Young LE. The devel<strong>op</strong>mental origins of health and disease:<br />

current theories and epigenetic mechanisms. Soc Reprod Fertil Suppl 2007;64:425-43.<br />

Skakkebæk, NE, E Rajpert-<strong>De</strong> Meyts, KM Main. Testicular dysgenesis syndrome: an<br />

increasingly common devel<strong>op</strong>mental disorder with environmental aspects. Hum Reprod.<br />

2001;16:972-978<br />

Snow, E.T., 1994. Effects of chromium on DNA replication in vitro. Environ. Health 1396<br />

Perspect. 102, 41-44.<br />

Soffritti M, Belpoggi F, Minardi F, Maltoni C. Ramazzini Foundation cancer program: history<br />

and major projects, life-span carcinogenicity bioassay design, chemicals studied, and results.<br />

Ann NY Acad Sci 2002; 982:26-45.<br />

Sorahan T, Williams SP. Mortality of workers at a nickel carbonyl refinery, 1958-2000.<br />

Occupational and Environmental Medicine. 2005; 62(2):80-5.<br />

Soto AM, Vandenberg LN, Maffini MV, Sonnenschein C. Does breast cancer start in the<br />

womb? Basic Clin Pharmacol Toxicol 2008 Feb;102(2):125-33.<br />

Staessen J.A., T. Kuznetsova, H. A. Roels, D. Emelianov, and R. Fagard. Exposure to<br />

cadmium and conventional and ambulatory blood pressures in a prospective p<strong>op</strong>ulation study.<br />

Public Health and Environmental Exposure to Cadmium Study Group. Am.J.Hypertens. 13<br />

(2):146-156, 2000.<br />

56


Staessen JA, Buchet JP, Ginucchio G, Lauwerys RR, Lijnen P, Roels H, et al. Public health<br />

implications of environmental exposure to cadmium and lead: an overview of epidemiological<br />

studies in Belgium. Working Groups. J Cardiovasc Risk 1996 Feb;3(1):26-41.<br />

Staessen JA, Lauwerys RR, Ide G, Roels HA, Vyncke G, Amery A. Renal function and<br />

historical environmental cadmium pollution from zinc smelters. Lancet 1994 Jun<br />

18;343(8912):1523-7.<br />

Staessen JA, Nawrot T, Hond ED, Thijs L, Fagard R, H<strong>op</strong>penbrouwers K, et al. Renal<br />

function, cytogenetic measurements, and sexual devel<strong>op</strong>ment in adolescents in relation to<br />

environmental pollutants: a feasibility study of biomarkers. Lancet 2001 May<br />

26;357(9269):1660-9.<br />

Staessen JA, Roels HA, Emelianov D, Kuznetsova T, Thijs L, Vangronsveld J, et al.<br />

Environmental exposure to cadmium, forearm bone density, and risk of fractures: prospective<br />

p<strong>op</strong>ulation study. Public Health and Environmental Exposure to Cadmium (PheeCad) Study<br />

Group. Lancet 1999 Apr 3;353(9159):1140-4.<br />

Steliarova-Foucher E, Stiller C, Kaatsch P, et al: Geographical patterns and time trends of<br />

cancer incidence and survival among children and adolescents in Eur<strong>op</strong>e since the 1970s (the<br />

ACCIS project): an epidemiological study. Lancet 364: 2097-2105, 2004.<br />

Stiller C: Epidemiology of cancer in adolescents. Med Pediatr Oncol 39: 149-155, 2002.<br />

Swan SH, Main KM, Liu F, Stewart SL, Kruse RL, Calafat AM, et al. Study for Future<br />

Families Research Team. <strong>De</strong>crease in anogenital distance among male infants with prenatal<br />

phthalate exposure. Environ Health Perspect. 2005;113:1056-1061.<br />

Takagi A, Hirose A, Nishimura T, Fukumori N, Ogata A, Ohashi N, et al. Induction of<br />

mesothelioma in p53+/- mouse by intraperitoneal application of multi-wall carbon nanotube. J<br />

Toxicol Sci 2008 Feb;33(1):105-16.<br />

Takai Y, Tsutsumi O, Ikezuki Y, Kamei Y, Osuga Y, Yano T, et al. Preimplantation exposure<br />

to bisphenol A ad<strong>van</strong>ces postnatal devel<strong>op</strong>ment. Reprod Toxicol 2001 Jan;15(1):71-4.<br />

Teitelbaum SL, Gammon MD, Britton JA, et al. Reported residential pesticide use and breast<br />

cancer risk on Long Island, New York, American Journal of Epidemiology. 2007; 165(6):<br />

643-651.<br />

Tokumaru O. K. Haruki, K. Bacal, T. Katagiri, T. Yamamoto, and Y. Sakurai. Incidence of<br />

cancer among female flight attendants: a meta-analysis. J.Travel.Med. 13 (3):127-132, 2006.<br />

Tolbert PE. Oils and cancer. Cancer Causes & Control. 1997; 8:386-405.<br />

Tondel, M., Lindgren, L., Hjalmarsson, P., Hardell, L., Persson, B., 2006. Increased incidence<br />

of malignancies in Sweden after the Chernobyl accident—a promoting effect? Am. J. Ind.<br />

Med. 49, 159–168.<br />

Tryggvadottir L, Sigvaldason H, Olafsdottir GH, Jonasson JG, Jonsson T, Tulinius H, et al.<br />

P<strong>op</strong>ulation-based study of changing breast cancer risk in Icelandic BRCA2 mutation carriers,<br />

1920-2000. J Natl Cancer Inst 2006 Jan 18;98(2):116-22.<br />

57


<strong>van</strong> Larebeke N., 2004. MIRA rapport: ”Gezondheidseffecten <strong>van</strong> blootstelling aan<br />

omgevingsconcentraties <strong>van</strong> mutagene of hormoonverstorende agentia”<br />

Verheyde J, Benotmane MA. Unraveling the fundamental molecular mechanisms of<br />

morphological and cognitive defects in the irradiated brain. Brain Res Rev 2007<br />

Feb;53(2):312-20.<br />

Viaene MK, Pauwels W, Veulemans H, Roels HA, Masschelein R. Neurobehavioural changes<br />

and persistence of complaints in workers exposed to styrene in a polyester boat building plant:<br />

influence of exposure characteristics and microsomal epoxide hydrolase phenotype. Occup<br />

Environ Med 2001 Feb;58(2):103-12.<br />

Vickers MH, Krechowec SO, Breier BH. Is later obesity programmed in utero? Curr Drug<br />

Targets 2007 Aug;8(8):923-34.<br />

Villanueva CM, Cantor KP, Grimalt JO. Bladder cancer and exposure to water disinfection<br />

by-products through ingestion, bathing, showering, and swimming in pools, American Journal<br />

of Epidemiology. 2006; 165(2):148-156.<br />

Vinceti M, Bassissi S, Malagoli C et al. Environmental exposure to trace elements and risk of<br />

cutaneous melanoma, Journal of Exposure Analysis and Environmental Epidemiology. 2005;<br />

15:458-462.<br />

Vinceti M, Venturelli M, Sighinolfi C, et al. Case-control study of toenail cadmium and<br />

prostate cancer risk in Italy, Science of the Total Environment. 2007; 373(1):77-81.<br />

Vineis P, Hoek G, Krzyzanowski M, et al. Air pollution risk of lung cancer in a prospective<br />

study in Eur<strong>op</strong>e, International Journal of Cancer. 2006; 119:169-174.<br />

vom Saal FS, Akingbemi BT, Belcher SM, Birnbaum LS, Crain DA, Eriksen M, et al. Chapel<br />

Hill bisphenol A expert panel consensus statement: integration of mechanisms, effects in<br />

animals and potential to <strong>impact</strong> human health at current levels of exposure. Reprod Toxicol<br />

2007a Aug;24(2):131-8.<br />

vom Saal FS, Timms BG, Montano MM, Palanza P, Thayer KA, Nagel SC, et al. Prostate<br />

enlargement in mice due to fetal exposure to low doses of estradiol or diethylstilbestrol and<br />

<strong>op</strong>posite effects at high doses. Proc Natl Acad Sci U S A 1997 Mar 4;94(5):2056-61.<br />

vom Saal FS. Could hormone residues be involved?. Hum Reprod 2007b Jun;22(6):1503-5.<br />

Wakeford R. The cancer epidemiology of radiation. Oncogene. 2004; 23:6404-6428.<br />

Walter, R., Gottlieb, D. J., & O'Connor, G. T. (2000). Environmental and genetic risk factors<br />

and gene-environment interactions in the pathogenesis of chronic obstructive lung disease.<br />

Environ. Health Perspect. 108 Suppl 4, 733-742.<br />

Ward E, Burnett C, Ruder A, Davis-King K. Industries and cancer. Cancer Causes & Control.<br />

1997; 8:356-370.<br />

58


Ward MH, Heineman EF, McComb EF, et al. Drinking water and dietary sources of nitrate<br />

and nitrite and risk ofglioma, Journal of Occupational and Environmental Medicine. 2005;<br />

47:1260-1267.<br />

Wartenberg D, Reyner D, Scott CS. Trichloroethylene and cancer: epidemiologic evidence.<br />

Environ Health Perspect 2000 May;108 Suppl 2:161-76.<br />

Wernli KJ, Fitzgibbons ED, Ray RM, et al. Occupational risk factors for es<strong>op</strong>hageal and<br />

stomach cancers among female textile workers in Shanghai, China, American Journal of<br />

Epidemiology. 2006; 163 (8):717-725.<br />

Witkiewicz-Kucharczyk, A., Bal, W., 2006. Damage of zinc fingers in DNA repair proteins, a<br />

1542 novel molecular mechanism in carcinogenesis. Toxicol. Lett. 162, 29-42.<br />

Witschi H, Espiritu I, Pinkerton KE, Murphy K, Maronpot RR. Ozone carcinogenesis<br />

revisited. Toxicol Sci 1999 <strong>De</strong>c;52(2):162-7.<br />

Wu J, Basha MR, Zawia NH. The environment, epigenetics and amyloidogenesis. J Mol<br />

Neurosci 2008;34(1):1-7.<br />

Yokel R.A.. Blood-brain barrier flux of aluminum, manganese, iron and other metals<br />

suspected to contribute to metal-induced neurodegeneration. J.Alzheimers.Dis. 10 (2-3):223-<br />

253, 2006.<br />

Zeka A. Mannetje A, Zaridze D, et al. Lung cancer and occupation in non-smokers, a<br />

multicenter case-control study in Eur<strong>op</strong>e, Epidemiology. 2006; 17(6):615-623.<br />

Zhang-XB; Urlando-C; Tao-KS; Heddle-JA (1995) Factors affecting somatic mutation<br />

frequencies in vivo. Mutat Res.338(1-6): 189-201.<br />

Zhao Y, Krishnadasan A, Kennedy N, et al. Estimated effects of solvents and mineral oils on<br />

cancer incidence and mortality in a cohort of aerospace workers, American Journal of<br />

Industrial Medicine, 2005; 48:249-258.<br />

Zhao Y, Wang S, Anuan K, et al. Air pollution and lung cancer risks in China- a metaanalysis,<br />

The Science of the Total Environment. 2006; 366(2-3):500-513.<br />

Zhu, G., Wang, H., Shi, Y., Weng, S., Jin, T., Kong, Q., & Nordberg, G. F. (2004).<br />

Environmental cadmium exposure and forearm bone density. Biometals 17, 499-503.<br />

59

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!