12.09.2015 Views

Thresoor

Aflevering / Issue 1 - Caert-Thresoor

Aflevering / Issue 1 - Caert-Thresoor

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Noodzaak voor een nieuwe kartering<br />

De situatie in de kolonie Curaçao was rond 1900 zeer<br />

miserabel. De Tweede Kamer besloot dat een commissie<br />

ter plaatse onderzoek moest doen. In december<br />

1901 en januari 1902 bezochten op verzoek van de<br />

Kamer prof.dr. RA.F.C. Went, hoogleraar plant- en dierkunde<br />

te Utrecht, en J. Havelaar, Nederlands-Indisch ingenieur<br />

met verlof, de Antillen. Hun verslag is opgenomen<br />

in de bijlagen van het koloniaal verslag van 1903<br />

(Havelaar 1904). Nog voor de publicatie van dat verslag<br />

maakte het socialistische lid van de Tweede Kamer,<br />

Henri van Kol (1852-1925), op eigen initiatief ook een<br />

reis naar de Antillen en publiceerde zijn bevindingen in<br />

een reisverslag vol kritische opmerkingen (Van Kol<br />

1904). In mei 1903 was hij een paar weken op Curaçao<br />

en beschreef het systeem van watervoorziening voor de<br />

landbouw op dat eiland: 'Voor de landbouw had men<br />

in een plooi van het terrein een paar aarden dammen<br />

aangelegd en na een stevige bui stond daardoor soms 5<br />

à 6 weken lang water, dat dan langzaam in den bodem<br />

trok, om weer door windmolens in steenen bakken te<br />

worden gepompt, en (...) naar de boomgaarden te worden<br />

geleid.' (Van Kol 1904, 297-298) (afb. 2 en 3). 75<br />

jaar eerder was hetzelfde systeem al beschreven door<br />

De Veye: 'Eene paar hondert schreden van het huis vind<br />

men dan een lage valei, met muuren van klipsteen omgeven,<br />

en aan de benedenkant met dijken voorzien, die<br />

het regenwater beletten om verder weg te loopen of<br />

zich in zee te storten, en hetzelve dwingen in de valei<br />

naar de aarde in te dringen.' 10<br />

Van Kol beschrijft de verdere mogelijkheden van dit systeem:<br />

'Reeds bij mijn tocht van de Westbaai naar Savonet,<br />

had het mijn aandacht getrokken hoe goed dit terrein<br />

zich leent tot het bewaren van regenwater (...).<br />

Zelfs hadden enkele kleine grondbezitters hier en daar<br />

een zwak begin gemaakt met den aanleg van gebrekkige<br />

terrasjes; doch na een korte topographische opname<br />

zou men al heel vlug een stel van doelmatig aangelegde<br />

dijken kunnen ontwerpen, die, zich aansluitende<br />

aan de waterscheidingen, op de nauwste punten der<br />

valleien al het water, van de flauwe hellingen naar beneden<br />

vloeiende, zouden opnemen en beschikbaar maken<br />

voor den kleinen landbouw. Vooral aan de zuidzijde<br />

van den weg door mij bereden kon ik op den eersten<br />

oogopslag tal van dergelijke punten aanwijzen, en reeds<br />

was ik begonnen in der haast met dat doel een ruwe<br />

schets te maken van dit terrein, (waarvan geen enkele<br />

bruikbare kaart bestaat!) doch het hobbelen van het rijtuig<br />

werd àl te erg, en een hevige windvlaag rukte mij<br />

daarenboven de papiertjes uit de handen; 11 ik moest<br />

dus mijn ingenieurswerk tot mijn leedwezen opgeven.'<br />

(Van Kol 1904, 299). Op de plantage Savonet waren er<br />

toen al 36 dammen (Havelaar 1904, 56). In het hoofdstuk<br />

'Wat nu te doen?' doet Van Kol een aantal aanbevelingen,<br />

die hij in een nota voor de behandeling van<br />

de koloniale begroting van Curaçao voor 1904 zou opnemen.<br />

Een van de aanbevelingen is: 'Topografische<br />

opname der eilanden' (Van Kol 1904, 402). In de betreffende<br />

nota is die aanbeveling echter niet te vinden.<br />

Went en Havelaar adviseerden alleen het aanleggen van<br />

dammen en vergaarkommen, zonder over een kartering<br />

te spreken.<br />

Gouveneur van de kolonie Curaçao was in die jaren Jan<br />

4. ]. V.D. Werbata (1866-1929), zijn vrouw Clementine<br />

Harms en zijn zoons Frits en Ernst. Portret in familiebezit.<br />

Olphert de Jong van Beek en Donk (1863-1935), die in<br />

I9OI de Curaçaosche Maatschappij tot Bevordering van<br />

Landbouw, Veeteelt, Zoutwinning en Visserij had opgericht.<br />

Onder invloed van het rapport van Went en<br />

Havelaar en Van Kols aanbevelingen werd De Jong verder<br />

door de Nederlandse regering gesteund in zijn streven<br />

de landbouw te bevorderen. In 1904 kon begonnen<br />

worden met het herstel van de grotendeels verwaarloosde<br />

dammen en de aanleg van een reeks nieuwe<br />

dammen (Hartog 1961, 816-817).<br />

Begin van de triangulatie en kartering<br />

Zoals Van Kol al voorzien had waren er voor dit project<br />

natuurlijk kaarten nodig. Het zal dan ook niet toevallig<br />

zijn dat in 1905 de 'map Ninaber' met de resultaten van<br />

diens kartering van het ministerie van Oorlog aan dat<br />

van Koloniën werd overgedragen. De kaarten daarin<br />

waren echter niet gedetailleerd genoeg voor deze agrarische<br />

doelstellingen. De beste kaart was de kaart van<br />

J.C. Ninaber op een schaal van 1:50.000 uit 1825-26. 12<br />

Havelaar en Went gebruikten tijdens hun bezoek aan<br />

Curaçao de kaart van Van Raders uit 1836 en de geologische<br />

kaart van Martin uit 1887 13 (Havelaar 1904, 57 en<br />

65). Geen van deze kaarten was gedetailleerd genoeg<br />

om de precieze grootte en ligging van de valleien te<br />

kunnen vaststellen. Bovendien waren hoogteverschillen<br />

op Ninabers kaart weergegeven door gewassen tinten,<br />

terwijl voor het aanleggen van de dammen exacte gegevens<br />

in de vorm van hoogtelijnen noodzakelijk waren.<br />

De gedrukte kaart van Van Raders bevatte ook onvoldoende<br />

informatie over de hoogte. Precieze informatie<br />

over de hoogteligging en de oppervlakte van de valleien<br />

met hun uitlopers was voor de aanleg van dammen<br />

24STE JAARGANG 2005, NR. 1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!