INPASSINGSKANSEN “STERFLATS” DELTAPLEIN

INPASSINGSKANSEN
“STERFLATS” DELTAPLEIN

Fig.1:
Uittreksel Masterplan Kijkduin
Inleiding
De planvorming voor het masterplan Kijkduin is in de afgelopen maanden zo ver gevorderd, dat het
plan ter vaststelling is aangeboden aan de gemeenteraad van Den Haag. Eén van de belangrijkste
doelstellingen van het masterplan is de ontwikkeling van een familiebadplaats in Kjkduin Bad met een
compacte bebouwingsstructuur.
Het ontwerp voor de badplaats voorziet onder andere in de sloop van 60 uitstekende en goed
onderhouden appartementen aan de zuidrand van het Deltaplein, de zogenaamde “sterflats”. Volgens
het masterplan zouden deze woningen moeten wijken voor de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg
en voor de ontwikkeling van een lokale ecologische verbindingszone. De bewoners en het HMC
betwijfelen de noodzaak van deze keuze en pleiten daarom voor een andere bebouwingsstructuur, die
behoud en transformatie van deze appartementen mogelijk maakt. Aan de stedebouwkundige van het
HMC is de vraag voorgelegd, of en met welke keuzes deze doelstellingen bereikt kunnen worden.
De motieven voor sloop en nieuwe hoofdontsluiting
Over de noodzaak van een betere ontsluiting en regeling van verkeersstromen in de badplaats
bestaat eigenlijk geen twijfel. Zowel bewoners als bezoekers en de gemeente zijn van mening dat de
kwaliteit van de familiebadplaats met een gewijzigde hoofdontsluiting verbeterd kan worden. De vraag
is echter gerechtvaardigd of hiervoor 60 appartementen moeten wijken en of de keuze voor een
ontsluitingsweg aan de binnenduinrand van Kijkduin wel een verstandige keuze zou zijn. De
belangrijkste argumenten die hiervoor worden aangedragen zijn:
- een compacte bebouwingsstructuur
- de ontwikkeling van een lokale ecologische verbindingszone en
- een de bereikbaarheid van de toekomstige inpandige parkeervoorzieningen in de badplaats.

Fig.2: Het voorstel voor een compacte badplaats uit “Kijkduin 2020”
Fig.3:
De bereikbaarheid van de parkeervoorzieningen

Een compacte familiebadplaats
Hoofddoelstelling van het masterplan is de ontwikkeling van een compacte bebouwingsstructuur met
een verkeersluwe boulevard en rustige binnenterreinen, waar mogelijk in combinatie met kleine
detailhandel, horeca en culturele faciliteiten. Deze doelstelling is goed en ambitieus en wordt door
zowel bewoners als bezoekers van Kijkduin van harte onderschreven.
De keuze voor een compacte badplaats betekent echter niet, dat hiermee ook een nieuwe
hoofdontsluiting aan de buitenkant van de badplaats noodzakelijk wordt, waarvoor dan reeds
bestaande appartementen gesloopt zouden moeten worden. Uit de studie “Kijkduin 2020” blijkt dat de
huidige wegenstructuur zodanig kan worden aangepast, dat de doelstelling van een compacte
bebouwing ook met een andersoortige ontsluiting ruimschoots gehaald (zie fig.2). Daarbij moet
worden gedacht aan:
• een scheiding van recreatieverkeer en bewonersverkeer aan het einde van de Kijkduinsestraat
• de vroegtijdige geleiding van het recreatieverkeer naar inpandige parkeervoorzieningen en
• de afwikkeling van lokaal verkeer via een nieuwe laan met middenberm aan de zuidrand van het
huidige Deltaplein.
De vroegtijdige scheiding en geleiding van recreatieverkeer naar de ondergrondse respectievelijk
inpandige parkeervoorzieningen (zie fig.3) voorkomt ongewenst en onnodig zoekverkeer door de
Hoek van Hollandlaan en schept mogelijkheden voor een verkeersluwe inrichting van het maaiveld
van de badplaats. De Hoek van Hollandlaan zal daarbij in enigszins aangepaste vorm haar huidige
functie als ontsluitingsweg voor de aanliggende appartementen en winkels behouden. De
massastudie uit “Kijkduin 2020” laat daarbij tevens zien, dat een en ander niet ten koste hoeft te gaan
van een compacte bouwkundige structuur voor de badplaats.
Ecologische verbinding binnenduinrand
Een tweede argument dat voor de ontsluitingsvariant uit het masterplan wordt aangedragen is de
realisatie van een lokale ecologische verbindingszone. Het betreft hier de duinvegetatie van het talud
en de voet van de binnenduinrand, die ten zuiden van de “sterflats” is gelegen.
Het is twijfelachtig of de situering van een weg op de locatie van de “sterflats” werkelijk een positieve
bijdrage aan de ecologische infrastructuur kan bieden. De belangrijkste redenen hiervoor is dat van
wegverkeer doorgaans grotere verstoringseffecten uitgaan dan van de buitenruimte van woningen.
Met het masterplan zou geluid-, trilling- en lichthinder juist dichter bij de groenverbinding komen
hetgeen niet de bedoeling kan zijn. Op de tweede plaats kan een weg dicht bij de binnenduinrand juist
voor meer geluidoverlast zorgen voor de aangrenzende villa’s en woningen aan de Westkapellelaan,
Oostvoornelaan en Domburglaan en de flats aan de Kijkduinestraat.
Uit de studie “Kijkduin 2020” blijkt dat op een naast het Deltaplein voldoende ruimte beschikbaar is
voor:
• èn een compacte stedenbouwkundige ontwikkeling met inpandig parkeren en gewijzigde
hoofdontsluiting (zie fig. 4)
• èn in- of aanpassing van de bestaande woningen langs de binnenduinrand. Daarbij kan de
ruimte voor de lokale ecologische verbinding gehandhaafd op onderdelen zelfs verruimd worden
(zie fig.5).

Samenvatting
Uit het vorenstaande kan worden afgeleid dat noch de beoogde compacte bouwkundige structuur
noch een nieuwe ecologische verbindingszone overtuigende argumenten zijn om een nieuwe
hoofdontsluiting te rechtvaardigen, die op haar beurt weer de sloop van 60 woningen noodzakelijk
maakt. Denkbaar is ook een stedenbouwkundige structuur waarbij deze woningen gespaard worden
en de huidige hoofdontsluiting licht wordt aangepast. Daarbij kunnen ook mogelijke
verstoringseffecten tussen de ontsluiting en de beoogde ecologische verbinding worden voorkomen.
De technische mogelijkheden van diverse varianten van transformatie moeten in een
haalbaarheidsstudie verder onderzocht worden waarbij architectonische aansluitng op de nieuwe
badplaats uiteraard wenselijk is.