06.09.2015 Views

Ypenburg

Ypenburg. Een wijk vol groene kansen - Haags Milieucentrum

Ypenburg. Een wijk vol groene kansen - Haags Milieucentrum

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Ypenburg</strong><br />

Een wijk vol groene kansen


Colofon<br />

Projectcoördinatie<br />

Tekst en research<br />

Eindredactie<br />

Lay-out<br />

Advies en informatie<br />

Foto’s<br />

Tekeningen<br />

Aletta de Ruiter<br />

Henk Timmermans<br />

Aletta de Ruiter, Bob Molenaar<br />

Aletta de Ruiter, Casper van Tilburg<br />

Hans van der Lans - Ecoplan Natuurontwikkeling, Rhee<br />

Mariette van der Heuvel - Grontmij, Waddinxveen<br />

Jan Mulder - Projectbureau <strong>Ypenburg</strong>, Den Haag<br />

Jan Dragt - Hoogheemraadschap Delfland, Delft<br />

Sybrand Tjallingii - Technische Universiteit, Delft<br />

Henk Timmermans, Aletta de Ruiter, tenzij anders aangegeven<br />

Hans van der Lans, Henk Timmermans<br />

ISBN-10 90-74944-02-7<br />

ISBN-13 978-90-74944-02-1<br />

Deze uitgave is bedoeld als inspiratiebron. Gebruik van tekst en ideeen is vrij, mits met bronvermelding.<br />

Toesturen van een bewijsexemplaar wordt op prijs gesteld. © Haags Milieucentrum (HMC), Den Haag, 2006. Een digitale<br />

versie van dit boek is kosteloos beschikbaar via: http://www.haagsmilieucentrum.nl/publicaties/ypenburg


1 Inleiding<br />

2 <strong>Ypenburg</strong>, grootste vinexwijk van Nederland<br />

3 Groenstructuren tussen cultuurhistorie en ecologie<br />

4 De mogelijkheden<br />

5 Verbindingen in grote lijnen


1 Inleiding 5<br />

2 <strong>Ypenburg</strong>, grootste vinexwijk van Nederland 6<br />

1.1 <strong>Ypenburg</strong> in het groen of het groen van <strong>Ypenburg</strong> 5 2.1 Stedenbouw als jamsession 6<br />

2.1.1 Boswijk<br />

2.1.2 Singels /Morgenweide<br />

2.1.3 <strong>Ypenburg</strong> Centrum<br />

2.1.4 Waterwijk<br />

2.1.5 De Bras<br />

2.1.6 De Venen<br />

Haags Milieucentrum 2006


3 Groenstructuren tussen cultuurhistorie en ecologie 9 4 De mogelijkheden 25<br />

3.1.1 Belang groenstructuur <strong>Ypenburg</strong><br />

3.1.2 Knelpunten verbindingszone<br />

3.2 Bodem 11<br />

3.2.1 Historische bodemontwikkeling<br />

3.2.2 Droogmakerijen<br />

3.2.3 Vliegveld <strong>Ypenburg</strong><br />

3.2.4 Oorspronkelijke bodem versus gebiedsvreemde grond<br />

3.2.5 Ecologisch belang van deze bodem<br />

3.3 Water 14<br />

3.3.1 Flexibel peil<br />

3.3.2 Peilgebieden<br />

3.3.3 Gebrek aan doorstroming<br />

3.3.4 Afkoppeling<br />

3.3.5 Mest- en voedingstoffen<br />

3.3.6 Oorzaak en gevolg<br />

3.3.7 Ecologische verbindingen via water<br />

3.4 Groen 19<br />

3.4.1 Bestaande groenstructuren<br />

3.5 Groenelementen en hun waarde 20<br />

3.5.1 Algemeen<br />

3.5.2 Bosschages<br />

3.5.3 Straatbomen<br />

3.5.4 Grasachtige structuren<br />

3.5.4.1 Gazon<br />

3.5.4.2 Gazon met bomen<br />

3.5.4.3 Bloemrijk grasland<br />

3.5.5 Rietkragen<br />

3.5.6 Verlandende vooroevers<br />

4.1 Oevers in bebouwde omgeving<br />

4.1.1 Introductie<br />

4.1.2 Een natuurlijke oever<br />

4.1.3 De praktijk in de stad: mogelijkheden en beperkingen<br />

4.2 Diverse oevertypen voor <strong>Ypenburg</strong> 27<br />

4.2.1 Geleidelijke oever<br />

4.2.2 Water-struweelgradiënt<br />

4.2.3 Ondiepten met spannend struinbiotoop<br />

4.2.4 Verharde oever<br />

4.3 Water- en oeverelementen 31<br />

4.3.1 Poel<br />

4.3.2 Drijvende watervegetaties<br />

4.3.3 Waterbodemvegetaties<br />

4.3 Kunstmatige voorzieningen 34<br />

4.3.1 Uitstapplaatsen<br />

4.3.2 Nestvlotjes<br />

4.3.3 Eendenkorven<br />

4.3.4 Houten palen<br />

4.3.5 Drijftillen<br />

4.3.6 Drijvende boomstammen<br />

4.3.7 Boomstammen in oeverlijn<br />

3.6 Samenvattend: plus- en knelpunten 23<br />

Haags Milieucentrum 2006


5 Verbindingen in grote lijnen 37<br />

5.1 Introductie 37<br />

5.2 Verbetering waterplan <strong>Ypenburg</strong> 38<br />

5.2.1 Vasthouden: bergen op de plaats waar het valt<br />

5.2.1.1 Rekenvoorbeeld Anthony Fokkersingel<br />

5.2.2 Bewaren: retentiebekkens voor schoon water<br />

5.2.3 Afvoeren: schoon afvoerwater benutten<br />

5.2.4 Watercirculatie<br />

5.3 Verbetering ecologische verbindingen 44<br />

5.3.1 Waterverbinding<br />

5.3.1.1 Planten en dieren in het water<br />

5.3.1.1 Planten en dieren bij het water<br />

5.3.2 Bos- en struweelverbinding<br />

5.3.2.1 Isolatie<br />

5.3.2.2 Koppeling struweelverbindingen<br />

5.3.3 Grasverbindingen<br />

5.3.3.1 Al bijna klaar<br />

5.3.3.2 Ontsnippering<br />

Bergippenlijst 52<br />

Beknopte literatuurlijst 53<br />

Bijlagen 55<br />

I Chemische waterkwaliteit<br />

II Gazon en rietkraagvermesting<br />

III Gegegevens bruggen <strong>Ypenburg</strong><br />

IV Inventarisatie per groentype<br />

V Inventarisatie knelpunten<br />

VI Schatting tekort waterberging<br />

5.4 ... en wat er nog meer mogelijk is 49<br />

5.4.1 Parkterrein<br />

5.4.2 Inheemse struiken te koop<br />

5.4.3 Natuurspeelplaats<br />

5.5 Conclusies en aanbevelingen 51<br />

Haags Milieucentrum 2006


1 Inleiding<br />

1.1 <strong>Ypenburg</strong> in het groen ... of het groen in <strong>Ypenburg</strong>?<br />

<strong>Ypenburg</strong> behoort samen met Leidscheveen<br />

tot de grootste vinex-stadsuitbreiding van<br />

Nederland. Als half stadsdeel bestaat <strong>Ypenburg</strong><br />

600 ha en telt, als het is volgebouwd,<br />

ca 30.000 inwoners in 11.000 woningen.<br />

Wonen in <strong>Ypenburg</strong> wordt aangeprezen onder het<br />

label “Buitenplaats <strong>Ypenburg</strong>”. Alleen Centrum<br />

<strong>Ypenburg</strong> wordt aangeprezen en verkocht als ‘stedelijk<br />

wonen’. Het foldermateriaal prijst iedere wijk<br />

aan om zijn omgevingsfactoren, en men spreekt in<br />

algemene zin van “Ruimtelijk wonen in een groene<br />

omgeving”, “Groen, ruim van opzet en waterrijk<br />

en volop speelgelegenheid voor de kleintjes”,<br />

Dat wekt de verwachting van een groen en lommerijk<br />

gebied.<br />

Bij een eerste inventarisatie bleek dat de<br />

groenstructuren van <strong>Ypenburg</strong> niet op zichzelf<br />

staan, maar van cruciaal belang zijn in de<br />

verbinding van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur<br />

met het Groene Hart. Dat betekent<br />

dat een knelpunt ook meteen verstrekkende<br />

gevolgen heeft voor de hele Haagse regio.<br />

Dit rapport geeft de resultaten weer van een inventarisatie<br />

van de potentie van de groenstructu-<br />

ren van <strong>Ypenburg</strong>, en van de knelpunten die daarin<br />

zijn aan te wijzen. En er zijn suggesties gedaan<br />

ter versterking van die groenstructuren. Zowel ten<br />

gunste van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur<br />

van Den Haag als voor de bewoners van <strong>Ypenburg</strong>.<br />

Nu de gemeente Den Haag definitief het beheer<br />

van het groen in <strong>Ypenburg</strong> gaat overnemen wil<br />

zij graag weten wat de, eventueel toekomstige,<br />

knelpunten zijn.<br />

Haags Milieucentrum 2006


2 <strong>Ypenburg</strong>, grootste Vinexwijk van Nederland<br />

2.1 Stedenbouw als jamsession<br />

‘Buitenplaats <strong>Ypenburg</strong>’ is een van de drie<br />

vinex-uitbreidingen, waarvan de gemeente Den<br />

Haag de ontwikkeling van de buurgemeenten<br />

heeft overgenomen na de annexatie in 2001.<br />

Tot 2008 zullen hier circa 11.000 nieuwe<br />

woningen worden gebouwd op 600 hectare oppervlak.<br />

Daarmee wordt <strong>Ypenburg</strong> een van de<br />

grootste nieuwbouwlocaties van Nederland.<br />

Frits Palmboom, de ontwerper van het<br />

Masterplan, ontwierp een stevig raamwerk<br />

van lanen en straten. Stedenbouw als ‘een<br />

jamsession’ noemt hij zijn opzet, waarin<br />

ontwerpers van de zes deelplannen kunnen<br />

improviseren op een aangereikt thema.<br />

Ruggengraat van de ‘buitenplaats’ is de<br />

rechte, drie kilometer lange Landingslaan als<br />

verwijzing naar het voormalige vliegveld dat<br />

hier lag. Dwars daarop zijn singels gelegd, die<br />

de verbinding leggen met de andere oost-west<br />

lopende lanen. Halverwege de Landingslaan<br />

rijst een centrumgebied op, waarvan de woontorens<br />

uitzien op een nieuw gegraven plas.<br />

2.1.1 Boswijk, een villapark in een landelijke<br />

stijl, was de eerste wijk die gereed kwam. Hij ligt<br />

direct langs de A4 achter een hoge akoestische<br />

wegdijk. De ruime opzet, het slingerend wegenpatroon<br />

en de vele groepen hoge bomen – overgebleven<br />

van de ‘schuilbossen’ van het vliegveld<br />

– maken de wijk tot een idyllische woonplek.<br />

2.1.2 Singels / Morgenweide is de grootste<br />

wijk in het hele plan <strong>Ypenburg</strong>, met een<br />

woningbouw die als randstedelijk kan worden<br />

gekenschetst. Het oorspronkelijk Nootdorpse<br />

deel, ten noordoosten van de Laan van Hoornwijk,<br />

wordt aangeduid met de naam Morgenweide,<br />

het oorspronkelijk Rijswijkse deel heeft de naam<br />

Singels gekregen. Die laatste naam wordt ook wel<br />

gebruikt voor het hele gebied. Er is hier een ruime<br />

variatie aan architectonisch ontwerp in zowel<br />

gestapelde woningbouw als eengezinswoningen.<br />

Ondanks het feit dat de woningen niet echt<br />

groot zijn, maakt de wijk toch een ruime<br />

indruk, mede omdat er veel groenvoorziening<br />

is. In bijna alle straten staan straatbomen,<br />

en als er al geen voortuintjes zijn, dan toch<br />

zeker geveltuintjes. Daarbij komt dat de wijk<br />

doorsneden wordt door vier singels met ruime<br />

grastaluds waarin solitaire bomen zijn geplant.<br />

2.1.3 <strong>Ypenburg</strong> Centrum. Op het kruispunt<br />

van de wijken Singels, Morgenweide en Waterwijk<br />

ligt een gebied met stedelijke bebouwing. Het<br />

valt op door de zeven woontorens met Italiaans<br />

aandoende onderbouw. Hierin zijn het winkelcentrum<br />

en de meeste wijkvoorzieningen gevestigd.<br />

Hoewel het uitzicht vanuit de woontorens erg<br />

groen moet zijn, is op grondniveau alles versteend.<br />

2.1.4 Waterwijk is opgebouwd uit kleurrijke<br />

buurtjes, zoals het groene eiland, het<br />

rode eiland en het veelbesproken Hageneiland<br />

met de blauwe en groene huizen.<br />

De wijk is verdeeld in elf eilanden, met elk een<br />

eigen en artistiek bebouwingstype. Totaal staan<br />

er ca. 1.500 woningen. De gekleurde huizen zijn<br />

blikvangers, net als de opvallend vormgegeven<br />

waterwoningen aan de rand. Langs de Rijswijkse<br />

Landingslaan staan flats. De meeste huizen in<br />

Waterwijk zijn eengezinswoningen.<br />

Al in 2003 won één van de eilanden de nationale<br />

Architectuurprijs. Maar wat groen betreft moet<br />

de wijk het doen met uitzicht op het groen van<br />

het aangrenzende Craeyenburch en de Rijswijkse<br />

Haags Milieucentrum 2006


Waterweg aan de overkant van de waterplas.<br />

Binnen de wijk zijn de groenstructuren nihil.<br />

2.1.5 In De Bras is getracht de nieuwe<br />

bebouwing te verweven met het aanwezige<br />

landschap. De wijk wordt begrensd door de<br />

landelijke Brasserskade aan de ene kant en<br />

een groot natuurgebied aan de andere kant. Er<br />

staan ongeveer 2000 vrijstaande en geschakelde<br />

woningen langs vijvers, paden, sloten en stukken<br />

oud bos. Ook in De Bras zijn appartementengebouwen<br />

neergezet, maar de wijk ademt een sfeer<br />

van een dorpskern: er is niet zoveel openbaar<br />

groen, maar er zijn veel particuliere tuinen en<br />

de grotere groengebieden zijn nooit ver weg.<br />

Boswijk<br />

Waterwijk<br />

2.1.6 De wijk De Venen is nog in aanbouw.<br />

De bebouwing moet naadloos gaan aansluiten<br />

bij de lintbebouwing van Nootdorp.<br />

Singels Morgenweide<br />

De Bras<br />

<strong>Ypenburg</strong> Centrum<br />

De Venen<br />

Haags Milieucentrum 2006


Haags Milieucentrum 2006<br />

Uit: Groen kleurt de stad, beleidsplan voor het Haagse Groen 2005-2015. kaart 5 detail


3 Groenstructuren tussen cultuurhistorie en ecologie<br />

3.1.1 Belang groenstructuur <strong>Ypenburg</strong><br />

De groenstructuur van <strong>Ypenburg</strong> is in het<br />

Haagse beleidsplan, ‘Groen kleurt de stad’,<br />

niet opgenomen in de eco-structuur van de<br />

stad. Dat is begrijpelijk, aangezien <strong>Ypenburg</strong><br />

verscholen ligt achter een muur van snelwegen.<br />

Dat wil niet zeggen dat het groen in <strong>Ypenburg</strong><br />

niet belangrijk wordt geacht: <strong>Ypenburg</strong> heeft,<br />

vergeleken met andere wijken, juist veel groen en<br />

daarmee een ‘eigen’ stedelijke groene hoofdstructuur.<br />

Het wordt ook doelbewust gebruikt om het<br />

wonen in <strong>Ypenburg</strong> aantrekkelijk voor te stellen.<br />

Met het groen wordt, in ieder geval in de folder,<br />

een woonsfeer geschapen waarin men ‘de natuur<br />

om de hoek heeft, waar opgroeiende kinderen<br />

de ruimte hebben, waar de fantasie geprikkeld<br />

en de harde, stedelijke mentaliteit verzacht<br />

wordt. Terwijl toch de winkels en het stedelijke<br />

uitgaansleven binnen handbereik blijven’.<br />

Het betekent ook niet dat het groen niet belangrijk<br />

is voor de stedelijke groenstructuur. In het groenbeleidsplan<br />

wordt bij de ambities voor versterking<br />

van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur extra<br />

aandacht gevraagd voor de groen-blauwe verbinding<br />

tussen stad en Groene Hart. Hier staat een<br />

lijn getrokken vanuit de binnenstad langs de Trekvliet<br />

over de Vlietzone (Drievliet) naar de Laan van<br />

Hoornwijk en rechtdoor naar de Brasserhoutkade.<br />

3.1.2 Knelpunten verbindingszone<br />

Deze potentiële ecologische verbinding van<br />

stedelijk belang kent echter op ten minste twee<br />

plekken een knelpunt: De onderdoorgang bij de<br />

Laan van Hoornwijk en de groenloze structuur<br />

rond het Hart van <strong>Ypenburg</strong>. De groene verbinding<br />

moet om deze knelpunten heen geleid worden.<br />

Omdat deze route minder direct is, is het<br />

belangrijk dat ze robuust wordt aangelegd.<br />

De ecologische oversteek van de snelwegen<br />

is alleen mogelijk via de onderdoorgang<br />

bij het Prins Clausplein en verder langs de<br />

groene Vlietzone terug naar de Trekvliet.<br />

Het knelpunt bij het Hart van <strong>Ypenburg</strong> zal moeten<br />

worden omzeild via de groenstructuren langs de<br />

Singel en de <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan, die op hun<br />

beurt weer, via de groene bermen in de wijk en de<br />

Landingslanen, moeten worden aangesloten op de<br />

oorspronkelijke lijn die langs de plassen in de Lage<br />

Broekpolder loopt.<br />

In hoeverre de groenstructuren een effectieve<br />

en voor mens en dier aantrekkelijke ecologische<br />

verbinding ondersteunen, zal worden bezien,<br />

te beginnen met de randvoorwaarden die<br />

de wijk stelt: de bodem en het water.<br />

Knelpunt Laan van Hoornwijk<br />

Haags Milieucentrum 2006


Broekpolder 1819<br />

Tedingerbroekpolder 1819<br />

Haags Milieucentrum 2006


3.2 Bodem<br />

3.2.1. Historie bodemontwikkeling<br />

In de Steentijd was het gebied voor het grootste<br />

deel droog. Jager-verzamelaars vonden op de<br />

zandruggen van de strandwal een veilige woonplaats<br />

met aantrekkelijke jacht- en vismogelijkheid<br />

in de nabij gelegen moerassen. Door bodemdaling<br />

en zeespiegelstijging werd het gebied in de loop<br />

der tijd geleidelijk natter en breidde het veen<br />

zich uit. Later vormde zich zeeklei-afzetting, in<br />

een krekenstelsel vanaf de Maasmond. Deze<br />

afzetting vond plaats rond – en gedeeltelijk over<br />

– de oudste, oostelijk gelegen strandwallen. Op<br />

de hoog gelegen strandwallen, die slechts een<br />

dunne zeekleilaag hadden, ontstond moerasbos<br />

(broek). De lagere delen in het noord-oosten<br />

werden door de Rijn overstroomd en daar<br />

groeide riet- en zeggemoeras op de zeeklei.<br />

Aan het eind van de Middeleeuwen werd het<br />

hele gebied door de landsheer uitgegeven om<br />

te worden ingepolderd en ontgonnen. Aan de<br />

overstromingen door water vanuit de Rijn werd<br />

een einde gemaakt door de aanleg van een dijk<br />

die het water van Rijnland en Delfland scheidde:<br />

de Landscheidings- of Sijtwendedijk. Door de<br />

ontwatering zakte het moeras in tot veen en<br />

werden de moerasbossen permanent droog.<br />

Het riet- en zeggeveen uit het noordelijk deel<br />

van het gebied leende zich uitstekend voor de<br />

productie van turf. De groeiende steden Leiden,<br />

Delft en Den Haag waren het afzetgebied. Die<br />

veenontginning vulde zich weer met water. Aan het<br />

begin van de negentiende eeuw was het gebied<br />

van Leidschenveen tussen de Veenweg en de<br />

Polderweg/Oude Middenweg één grote open plas.<br />

De Plas van Reef is daar nu nog een overblijfsel<br />

van. Ook in het <strong>Ypenburg</strong>se gedeelte werd turf<br />

gewonnen, maar niet zodanig dat de petgaten zich<br />

aaneenregen tot open water. De Tedingerbroekplas<br />

is daar nog een restant van. Kennelijk was die turf<br />

van mindere kwaliteit (bosveen), want verder lagen<br />

alle petgaten in zuidoostelijke richting van wat<br />

nu de <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan is, doorlopend tot aan<br />

de Veenweg. Het enige tot open water uitgeveende<br />

deel lag in de Rijswijkse Oude en Nieuwe Broekpolder<br />

op de plek waar nu Waterwijk gebouwd is.<br />

Het open water reikte over de kadastergrens tot<br />

het gebied van de huidige inrichting Craeyenburch.<br />

In diezelfde periode werden langs de Vliet, op<br />

het voormalige strandwal-broekbos, buitenplaatsen<br />

voor de rijke stadsbewoners aangelegd:<br />

Honort, Leeuwenborg, Zuiderburg, Zeerust,<br />

Meivliet, Drievliet, Zuidhoorn en Krayenburg.<br />

3.2.2 Droogmakerijen<br />

Aan het eind van de vorige eeuw nam de behoefte<br />

aan landbouwgrond toe. Door bemaling ontstonden<br />

langs de Veenweg twee droogmakerijen, de polder<br />

Nootdorp en de polder Tedingerbroek. Door de<br />

aanleg van kades om de percelen langs de Veenweg<br />

werd het bestaande hoogteverschil tussen de<br />

Veenwegzone en de polders gecreëerd. Behalve in<br />

hoogte verschillen deze polders ook in grondsoort:<br />

veen respectievelijk klei. Evenzo ontstonden<br />

tussen de Brasserskade en de Vliet twee droogmakerijen,<br />

de Hoge Broekpolder en de (kleinere)<br />

Lage Broekpolder tegen de grens met Nootdorp<br />

aan. De polders werden ingericht als weiland.<br />

Haags Milieucentrum 2006


Haags Milieucentrum 2006


3.2.3 Vliegveld <strong>Ypenburg</strong><br />

De weilanden van de Hoge Broek- en Tedingerbroekpolder<br />

werden kort na de Eerste Wereldoorlog<br />

ontdekt door de vliegtuigpioniers. Uiteindelijk<br />

ontstond daaruit het vliegveld <strong>Ypenburg</strong>. De<br />

strategische ligging, vlak bij het regeringscentrum<br />

en de koninklijke residentie leidde er in de jaren<br />

voor de Tweede Wereldoorlog toe dat het vliegveld<br />

een voornamelijk militaire functie kreeg, met<br />

een enkele civiele faciliteit zoals zweefvliegen.<br />

Het vliegveld is als zodanig van 1936 tot 1992<br />

operationeel geweest. In die periode werden bijna<br />

alle ontwateringssloten dichtgegooid, en werd het<br />

vliegveld droog gehouden met behulp van een intensief<br />

systeem van drainagebuizen. Daarmee was<br />

het betrekkelijk droog grasland. De drainagebuizen<br />

waterden af op de waterloop die nu langs de Laan<br />

van Hoornwijk loopt. Dit was een molensloot die<br />

oorspronkelijk direct afwaterde op de Vliet. Toen<br />

de A4 werd aangelegd, kwam er een gemaal dat<br />

het water onder de weg door in de watering tussen<br />

Hoge Broek- en Tedingerbroek-polder loosde.<br />

Het gebied dat niet tot het vliegveld behoorde,<br />

d.w.z. het gebied tussen de Tedingerbroekplas en<br />

de A12, de Lage Broekpolder en de Braspolder,<br />

was als veenweide in gebruik. Buiten het vliegveld<br />

in de polder Nootdorp, tussen de inrichting Craeyenburch<br />

en het dorp Nootdorp, stonden kassen.<br />

3.2.4 Oorspronkelijke bodem versus<br />

gebiedsvreemde grond<br />

Op 20 september 1992 werd het vliegveld<br />

gesloten. Bestuurlijk overleg tussen Rijswijk<br />

en Nootdorp, de twee gemeentes waarin het<br />

vliegveld had gelegen, leidde er in 1997 toe<br />

dat op deze locatie een nieuwe woonwijk werd<br />

ontwikkeld voor circa 30.000 bewoners.<br />

Per 1 januari 2002 werd <strong>Ypenburg</strong> geannexeerd en<br />

gingen plan, grond en projectleiding van Rijswijk<br />

en Nootdorp over naar de gemeente Den Haag.<br />

Bij het bouwrijp maken werd geconstateerd dat<br />

de bodem en de ondergrond uit een mozaiek van<br />

zand, veen en klei bestaat.<br />

De bodem zelf was niet stevig genoeg om op te<br />

bouwen (klei en veen), maar er kon worden geheid.<br />

Ophoging met zand was, op een paar kleine<br />

uitzonderingen na, niet nodig. Om de infrastructuur<br />

voldoende stabiliteit te verschaffen werden de<br />

wegen op een zandlichaam van ontzilt Noordzeezand<br />

gelegd. De waterlopen naast de wegen zijn<br />

in de oorspronkelijke bodem uitgegraven, waarbij<br />

onvermijdelijk kalkrijk zand van het weglichaam<br />

op de waterbodem terecht kwam. De groenstroken<br />

binnen de singelgracht werden van een laag<br />

teeltaarde voorzien en met gras ingezaaid.<br />

3.2.5 Ecologisch belang van deze bodem<br />

Wat is er in ecologische zin van deze ondergrond,<br />

in combinatie met de waterstand, te verwachten?<br />

Met het juiste beheer is op een bodem van klei,<br />

zavel of zandige zavel, eventueel met kalk in de<br />

bodem en met een grondwaterstand van ongeveer<br />

een meter diep, een bloemrijk glanshaverhooiland<br />

te bereiken. Of bos-struweel met daarin Iep,<br />

Es, Zomer- en Wintereik, Eenstijlige Meidoorn,<br />

Hazelaar en Vogelkers. Er hoeven geen floristische<br />

hoogstandjes tot stand te worden gebracht om<br />

een interessante natuurlijke omgeving mogelijk<br />

te maken. En die natuurlijke omgeving kan<br />

aansluiten op de historische strandwallenvegetatie<br />

met daarachter het veenweidegebied.<br />

Het zeezand van de wegbermen bevat schelpen (kalk)<br />

Ook de opgebrachte teeltaarde is gebiedsvreemde grond<br />

Haags Milieucentrum 2006


3.3 Water<br />

3.3.1 Flexibel peil<br />

In het watersysteem voor Buitenplaats <strong>Ypenburg</strong><br />

is gekozen voor flexibel peilbeheer. Dat wil zeggen<br />

dat het oppervlaktewaterpeil mag fluctueren<br />

binnen de marges van een onder- en bovengrens.<br />

In de praktijk zal dat betekenen dat in perioden<br />

met een neerslagoverschot (de winter), het<br />

water hoger staat dan in de periode waarin<br />

verdamping de overhand heeft (de zomer).<br />

Flexibel peilbeheer heeft het voordeel dat:<br />

• het water wordt vastgehouden op de plaats waar<br />

het valt en niet hoeft te worden afgepompt,<br />

• er geen water hoeft te worden ingelaten, waardoor<br />

gebiedsvreemd water het karakter van<br />

het gebiedseigen water zou verstoren of zelfs<br />

vervuilen,<br />

• het peilverloop natuurlijk is, zodat de ontwikkeling<br />

en handhaving van flora en fauna bij natuurvriendelijke<br />

oevers betere kansen krijgen,<br />

• kwel van voedselrijk of zilt water in <strong>Ypenburg</strong><br />

afneemt.<br />

het waterpeil in de sloot en het maaiveld, is<br />

gemiddeld 1.20m.<br />

De schuilbossen in de noordhoek van het vliegveld<br />

lagen een stuk hoger en de daarin gelegen plas<br />

had daardoor ook een hoger peil. Hoeveel hoger<br />

is nooit vastgelegd, maar bij de ontwikkeling<br />

van het plan Buitenplaats <strong>Ypenburg</strong> is een peil<br />

vastgesteld van NAP –3.20m, ruim een meter<br />

boven het omliggende vliegveld. De Plas Boswijk<br />

heeft daarom een flexibel peil gekregen dat alleen<br />

maar een bovengrens op NAP –3.10m kent. Als<br />

het water hoger stijgt, stroomt het over de stuw<br />

af naar de singelgracht van Morgenweide.<br />

De Waterwijk is aangelegd in de Lage Broekpolder,<br />

die een zomerpeil kende van NAP<br />

–4.51m en een winterpeil van NAP –4.68m. De<br />

watergangen in de Lage Broekpolder zijn opnieuw<br />

gegraven en er is veel oppervlakte aan water<br />

bijgekomen. Vroegere polderpeilen zijn in het<br />

huidige flexibele peil overgenomen: ondergrens<br />

NAP –4.70m en bovengrens NAP –4.50m.<br />

3.3.2 Peilgebieden<br />

<strong>Ypenburg</strong> is opgedeeld in een aantal peilgebieden.<br />

Het vliegveld had maar één watergang, waarop<br />

alle drainagebuizen loosden: de Molensloot Hoornwijk.<br />

Deze had een vast peil van NAP –4.08m.<br />

Hierop gebaseerd hebben de waterlopen van de<br />

wijken Singels en Morgenweide, die op het terrein<br />

van het voormalige vliegveld zijn aangelegd, een<br />

flexibel peil tussen NAP –4.10m en –4.35m. De<br />

drooglegging, dat wil zeggen het verschil tussen<br />

Het water van de wijk De Bras hoort niet bij het<br />

watersysteem van <strong>Ypenburg</strong>, maar bij dat van<br />

Nootdorp en de Delftse Hout. Het peil ligt hier<br />

omstreeks de NAP –5.00m. Exacte gegevens<br />

ontbreken, maar in ieder geval ligt het beduidend<br />

lager dan het peil in de Tweemolentjesvaart.<br />

3.3.3. Gebrek aan doorstroming<br />

<strong>Ypenburg</strong> kent twee afvoergemalen: Gemaal<br />

<strong>Ypenburg</strong> aan de Laan van Hoornwijck (afvoer<br />

Haags Milieucentrum 2006


Singels/Morgenweide) en Gemaal Sniplaan aan<br />

de Sniplaan te Rijswijk (afvoer Waterwijk). In het<br />

veld op de kop van de Rijswijkse Landingslaan<br />

staat tussen de Mok en de singelgracht een<br />

circulatiegemaal. Een ander circulatiegemaal voor<br />

het gebied de Venen moet nog gebouwd worden.<br />

Circulatie betekent in deze uitwisseling van<br />

water tussen Waterwijk en Singels, en straks ook<br />

tussen Morgenweide en Venen. Dat wil dus niet<br />

zeggen dat het water gaat stromen. Tijdens het<br />

afpompen zal er feitelijk alleen in de molensloten<br />

(Molensloot Hoornwijck en Henricuskade) enige<br />

stroming ontstaan. In de rest van het peilgebied<br />

staat het water stil en daalt het peil bij afpompen.<br />

Wanneer nodig vindt inlaat plaats vanaf het kanaal<br />

bij de Plas van Reef. Het water komt dan op de<br />

Aalscholversingel het systeem binnen. Dat is<br />

echter gebiedsvreemd en voedselrijk water. Hierin<br />

kan een verklaring liggen voor de zeer slechte waterkwaliteit<br />

van Aalscholversingel en Gruttosingel.<br />

3.3.4 Afkoppeling<br />

In <strong>Ypenburg</strong> zijn voor alle woningen en bestratingen<br />

vanaf het begin voorzieningen getroffen<br />

waardoor het hemelwater niet wordt afgevoerd op<br />

het rioolsysteem. Hemelwater stroomt direct of<br />

indirect af op het oppervlaktewater.<br />

Door die gescheiden afvoer is er geen risico<br />

dat vuil rioolwater, vermengt met regenwater,<br />

in het oppervlaktewater terecht komt.<br />

bergingscapaciteit om ook het regenwater van het<br />

verhard oppervlak direct naar het grondwater af<br />

te laten stromen. Bij excessieve regenval stroomt<br />

het regenwater via wadi’s naar de singelgracht<br />

van Morgenweide. Bij normale regenval voegt<br />

het hemelwater zich bij het grondwater dat het<br />

heldere water van de plas Boswijk voedt.<br />

Bij Morgenweide en Singels is een apart drainagesysteem<br />

aangelegd dat ervoor zorgt dat het grondwater<br />

niet hoger stijgt dan 80 cm onder maaiveld.<br />

Het in de drainagepijpen opgevangen water<br />

wordt direct op het oppervlaktewater geloosd.<br />

Waterwijk is zo ongeveer gebouwd op het<br />

water. Er is overal zoveel oppervlaktewater in<br />

de buurt dat hier alle verhard oppervlak zonder<br />

tussenkomst van drainagepijp of grondwater<br />

direct op het oppervlaktewater kan afstromen.<br />

3.3.5 Mest- of voedingsstoffen<br />

Een andere reden om het hemelwater af te<br />

koppelen en ter plaatse op te vangen is omdat<br />

er voedselrijk kwelwater in de polders omhoog<br />

komt. Het schone regenwater geeft een tegendruk<br />

voor die kwel en verdunt het toch nog omhoog<br />

komend kwelwater. In principe zou het oppervlaktewater<br />

door de regenwater-toestroom dus<br />

schoner en minder voedselrijk moeten worden.<br />

Verspreid over <strong>Ypenburg</strong> is het water op 20<br />

plaatsen getest op vermesting (zie bijlage I).<br />

Uit de uitkomsten zijn wat voorzichtige conclusies<br />

te trekken. Het is opvallend dat het water<br />

veilige waarden voor stikstofoxiden laat zien<br />

(nitraat 10 – 12,5 mg/l; nitriet < 0,3 mg/l),<br />

maar overal (te) rijk aan fosfaat is (> 4mg/l, de<br />

ideale waarde is 0,5 mg/l). Er zijn wat minder<br />

rijke uitschieters: Anthony Fokkersingel, Van<br />

Essendijk, de Kleine en Grote Broekpolderplas,<br />

de Plas Boswijk en de Tedinger-broekplas. Daar<br />

tegenover staan een paar ‘zwaar vermeste’<br />

waterlopen: Karekietsingel, Aalscholversingel,<br />

Torenvalklaan, Cypergras en Veenbespad.<br />

Stikstofoxiden worden door planten opgenomen<br />

en gemetaboliseerd, zodat ze uiteindelijk weer<br />

De wijk Boswijk ligt in de voormalige schuilbossen<br />

van het vliegveld, die betrekkelijk hoog lagen. De<br />

bodem heeft daar voldoende doorlatendheid en<br />

Een gezonde sloot met waterplanten Een vermeste sloot met algenflap<br />

Haags Milieucentrum 2006


De vermesting van het water komt voor een groot deel door hondenpoep<br />

als stikstof in de lucht verdwijnen. Fosfaten<br />

cades (DSM) in Delft onttrekt zoveel grondwater<br />

hebben zo’n uitweg niet en blijven dus in de<br />

dat kwel hier niet tot de mogelijkheden behoort.<br />

cyclus van opname (met name door algen)<br />

Aalscholversingel en Gruttosingel liggen vlak<br />

en komen weer vrij als de algen afsterven.<br />

bij het inlaatpunt van water uit de Plas van<br />

Tedingerbroekplas en Plas Boswijk zijn relatief<br />

Reef, waar voedselrijke kwel wel een slechte<br />

schoon. Ze worden voornamelijk door regen- en waterkwaliteit veroorzaakt. Als fosfaten eenmaal<br />

grondwater gevoed. Dat ook het water in de<br />

zijn binnengekomen, raak je ze moeilijk weer<br />

Waterwijk en de Anthony Fokkersingel relatief<br />

kwijt. Het water in De Bras ten slotte wordt<br />

schoon is, heeft te maken met het feit dat het<br />

gedeeld met de ernaast liggende sportvelden.<br />

absoluut vrij is van voedselrijke kwel. Gist Bro-<br />

Kennelijk wordt hier behoorlijk bemest.<br />

3.3.6 Oorzaak en gevolg<br />

Waar komen de meststoffen vandaan in een<br />

woonwijk als Singels of Morgenweide? Er zijn vele<br />

mogelijke oorzaken, maar de meest voor de hand<br />

liggende is toch wel hondenpoep. Hondenpoep die<br />

blijft liggen, spoelt met het regenwater af naar het<br />

oppervlaktewater. Daar zorgt het voor vervuiling<br />

van het water. Daarbij gaat het overigens niet<br />

alleen om een ongewenste toevoer van stikstof en<br />

fosfaat, maar ook om de besmetting van het water<br />

met ziekmakende bacteriën. Een klein onderzoekje<br />

van de rietkragen (bijlage II) bevestigde dit beeld.<br />

Het effect van uitspoeling van fosfaat naar het<br />

oppervlaktewater is vermesting of eutrofiëring:<br />

het water wordt te voedselrijk, wat vooral in<br />

stilstaand water leidt tot algenbloei, ongeschiktheid<br />

voor recreatie en verminderde biodiversiteit<br />

van waterplanten. Hogere waterplanten verdwijnen<br />

doordat de grote hoeveelheid algen het water<br />

vertroebelt en het licht niet meer tot op de bodem<br />

kan doordringen. Als de algenmassa afsterft, kan<br />

het water tijdelijk zuurstofloos worden, waardoor<br />

er sterfte optreedt onder het dierenleven.<br />

Overal is in de zomer algengroei waarneembaar.<br />

Op de plaatsen waar hoge fosfaatgehalten<br />

worden gemeten kan worden gesproken van<br />

algenbloei (‘erwtensoep’) en flap. Daar komen<br />

waterplanten wegens lichtgebrek in de problemen<br />

en sterven af. Waar geen flap optreedt,<br />

bestaat de onderwaterflora voornamelijk uit<br />

Gedoornd Hoornblad, hier en daar komt ook<br />

Smalle Waterpest voor. Op het oppervlak drijft<br />

Grote Kroosvaren, Veelwortelig- en Klein Kroos,<br />

Haags Milieucentrum 2006


Kikkerbeet en Gele Plomp. Naar de onderwaterfauna<br />

is geen gericht onderzoek gedaan.<br />

3.3.7 Ecologische verbindingen via water<br />

Dat water voor biologische processen belangrijk<br />

is, behoeft geen betoog. Water is in de polder ook<br />

altijd overal aanwezig. Daarmee krijgt het ook<br />

een duidelijke ecologische functie. Water heeft<br />

grote verbindende capaciteiten, al is het alleen<br />

maar omdat het altijd moet kunnen doorstromen.<br />

De waterlijn is de belangrijkste, de enige verspreidingsroute<br />

voor in het water levende dieren. Deze<br />

dieren kunnen alleen in een aangrenzend geschikt<br />

leefgebied komen als dat leefgebied zwemmend<br />

kan worden bereikt. Duidelijke hindernissen<br />

zijn dammen en stuwen, maar ook bijvoorbeeld<br />

versmallingen. Veel waterdieren krijgen hun<br />

informatie over de omgeving uit elektrische<br />

velden die in het water waarneembaar zijn. Als<br />

het water zich plotseling versmalt, vooral als dat<br />

gebeurt in combinatie met harde oevers, kunnen<br />

deze elektrische velden zodanig worden verstoord<br />

dat het dier er niet inzwemt. Daar komt bij dat<br />

een versmalling vaak een hogere stroomsnelheid<br />

heeft en dat de waterbodem zich verdiept. En als<br />

het er dan ook nog eens aardedonker is, wordt<br />

de aantrekkelijkheid minimaal. Een te lange<br />

overkluizing overwinnen dit soort waterdieren<br />

alleen als ze er door de stroomsterkte doorheen<br />

gezogen worden. Deze lange overkluizingen komen<br />

vooral langs de singelgracht voor, maar een natte<br />

duiker is natuurlijk ook een variant op dit thema.<br />

Naast het water heeft ook de oeverbegeleidende<br />

begroeiing een heel duidelijke functie in<br />

de verbinding tussen leefgebieden. Dat geldt<br />

zowel aan de natte als aan de droge zijde en<br />

het geldt voor grondgebonden, watergebonden<br />

èn luchtmobiele dieren. Van karekieten, typisch<br />

rietbewonende zangvogeltjes, is bekend dat ze<br />

in hun verspreiding uitsluitend langs rietkragen<br />

vliegen, en dat ze uitsluitend nestelen in<br />

overjarig, in het water staand riet. Een oeverlijn<br />

moet dus zoveel mogelijk doorlopen. Waar een<br />

onderbreking onvermijdelijk is, moeten de dieren<br />

zoveel mogelijk onder dekking, bij voorkeur langs<br />

het water, van de ene oeverbegroeiing naar de<br />

opvolgende kunnen komen. Deze overbruggingen<br />

zijn langs de singelgracht door de brede bruggen<br />

vrijwel onmogelijk gemaakt (zie bijlage III).<br />

Naast de verbinding in de lengterichting van de<br />

waterloop maakt de oeverbegroeiing ook deel uit<br />

van een ecologische gradiënt die van waterplanten<br />

naar landvegetatie loopt. Van deze gradiënt<br />

Hydro-technische oplossing is nog geen eco-verbinding<br />

maken niet alleen amfibieën en watervogels<br />

gebruik, maar ook landdieren en faunasoorten<br />

die een fase van hun leven in het water en een<br />

andere fase op het droge doormaken. Een harde<br />

beschoeiing maakt de uitwisseling van water naar<br />

land moeilijk tot onmogelijk. Er zal op zo’n plek<br />

dus een voorziening moeten worden getroffen.<br />

Voedelrijk water wordt door planten helder gehouden<br />

Gradiënt nat naar droog is een ecologische verbinding<br />

Haags Milieucentrum 2006


Haags Milieucentrum 2006<br />

Uit: Groen kleurt de stad, beleidsplan voor het Haagse Groen 2005-2015. kaart 4-A detail


3.4 Groen<br />

De wijk <strong>Ypenburg</strong> ligt tussen de groenstructuren<br />

van Groene Hart (veenweide) en Delftse Hout<br />

(bos) aan de ene kant en de groenstructuren<br />

van de Haagse regio aan de andere kant.<br />

De groene lijnen binnen <strong>Ypenburg</strong> moeten<br />

de verbinding vormen van het buitenstedelijke<br />

groen naar de onderdoorgang bij het<br />

Prins Clausplein en de groene Vlietzone.<br />

3.4.1 Bestaande groene structuren<br />

Binnen het Plan <strong>Ypenburg</strong> liggen twee typen<br />

groenstructuren van enig ecologisch belang:<br />

bosschages op het terrein van Craeyenburg<br />

en rond de Plas Boswijk - Tedingerbroekplas,<br />

en veenweidengebied van de Polder Nootdorp<br />

langs de Veenweg en de Plas van Reef.<br />

Het veenweidengebied van de Polder Nootdorp<br />

zal binnen het kader van het Plan <strong>Ypenburg</strong><br />

worden volgebouwd met stedelijke bebouwing,<br />

het braakliggende terrein bij het Prins Clausplein<br />

is bestemd als industriegebied en zal in ieder<br />

geval gedeeltelijk worden bebouwd. Eén en ander<br />

betekent dat het groengebied Craeyenburg geheel<br />

binnen de stedelijke bebouwing zal komen te<br />

liggen en dat de contactlijn met het buitenstedelijk<br />

groengebied wordt beperkt tot de lijn<br />

Delftse Hout – Tweemolentjesvaart – Dobbeplas.<br />

De ecologische structuur van de wijk <strong>Ypenburg</strong><br />

bestaat daarmee uit groenstroken die<br />

vier kerngebieden onderling verbinden.<br />

(zie kaart pag 18)<br />

A Dobbeplas-Tweemolenjesvaart-Delftse Hout<br />

B Noordoever Broekpolderplas<br />

bosschages rond Craeyenburgh<br />

C Speelveld aan de Bieremalaan-kop<br />

Rijswijkse Landingslaan-wegdijk A13<br />

D Plas Boswijk-TNO terrein-Tedingerbroekplas<br />

Hiervan voldoen het speelveld aan de Bieremalaan<br />

en de kop Rijswijkse Landingslaan (nog) niet aan<br />

een daarvoor noodzakelijke ecologische inrichting.<br />

De groene lijnen binnen en tussen de<br />

woonwijken van <strong>Ypenburg</strong> die deze kerngebieden<br />

kunnen verbinden zijn:<br />

1 De Rijswijkse Waterweg - Waterwijkvaart<br />

2 De Landingslanen,<br />

3 De groenblauwe structuur langs<br />

Singel en <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan<br />

4 De (akoestische) wegdijk<br />

Hiervan voldoen de Landingslanen (nog)<br />

niet aan een daarvoor noodzakelijke ecologische<br />

inrichting en heeft de Rijswijkse<br />

Waterweg te weinig ‘volume’.<br />

Libellen horen bij schoon water<br />

Noordoever Broekpolderplas<br />

Rijswijkse Landingslaan<br />

Haags Milieucentrum 2006


3.5 Groenelementen en hun waarde<br />

3.5.1 Algemeen<br />

De verdeling van groentypen blijkt in <strong>Ypenburg</strong><br />

zeer ongelijkmatig te zijn (zie bijlage IV).<br />

Bos treffen we uitsluitend buiten de grens van<br />

Plan <strong>Ypenburg</strong> in de Delftse Hout. Bosschages<br />

zijn alleen in Boswijk te vinden. Struiken of<br />

struweel zijn er niet in <strong>Ypenburg</strong>. Bomen hebben<br />

hun ecologische en fysieke functie binnen<br />

zo’n structuur, maar in <strong>Ypenburg</strong> staan alle<br />

bomen solitair, in gras of in een verharding.<br />

Wat opvalt, is dat binnen de groenzones het<br />

groentype ‘grasachtige structuren’ sterk overheerst<br />

en dat er binnen die categorie bijna vier<br />

maal zoveel gazons zijn als ecologische grasstructuren.<br />

Het geheel ontbreken van speel- en<br />

ontdekgroen in de vorm van struikgewas en<br />

zoomvegetatie is een gemis voor de woonwijk.<br />

Het is de vraag of de groenzones zonder struik<br />

en zoomvegetatie kunnen functioneren binnen<br />

de ecologische structuren van de stad Den Haag<br />

en/of de vinex-uitleg Leidschenveen-<strong>Ypenburg</strong>.<br />

Voor de belevingswaarde van het ‘landstedelijk’<br />

wonen is dit echter duidelijk beneden de maat.<br />

3.5.2 Bosschages<br />

In de wijk Boswijk zijn enige bosschages overgebleven<br />

van de oorspronkelijke ‘schuilbossen’<br />

van het vliegveld. Het grootste gedeelte van<br />

deze ecologisch, voor de wijk niet onbelangrijke,<br />

groenstructuur is niet toegankelijk, omdat die ligt<br />

op het TNO-terrein. Enig idee van de structuur<br />

daar is af te leiden uit de bosschages rond de<br />

Plas Boswijk en/of de Tedingerbroekplas. Daar<br />

zijn het goed ontwikkelde oeverbossen van<br />

zeer gevarieerde samenstelling, die voor vele<br />

diersoorten een aantrekkelijke habitat vormen.<br />

Ook langs de Boswinde en de Guirlande zijn<br />

relicten van de ‘schuilbossen’ overgebleven. Deze<br />

zijn te klein voor het vormen van een habitat,<br />

maar ze zijn beeldbepalend. Ze functioneren als<br />

speelbosjes en zeker ook als ecologische stapsteen<br />

tussen wegdijk en de grotere bosschages.<br />

3.5.3 Straatbomen<br />

In de wijken Boswijk, Singels-Morgenweide en<br />

De Bras zijn (vrijwel) alle straten bezet met<br />

straatbomen. Straatbomen hebben een beperkte<br />

ecologische potentie (vleermuisgeleiding, voor<br />

enkele vogelsoorten gelegenheid tot fourageren<br />

en/of nestelen). De belangrijkste functies van<br />

straatbomen zijn: luchtreiniging en –koeling<br />

(schaduw, verdampen van vocht), beeldbepaling<br />

en het verschaffen van identiteit aan de<br />

woonomgeving. In deze functies zullen de bomen<br />

zich ontwikkelen. Voor het buitengevoel zijn de<br />

straatbomen daarom belangrijk, maar voor de<br />

honorering van dat gevoel voldoen ze niet. Het<br />

is geen groenzone, ze bieden geen mogelijkheid<br />

voor spelen, ontdekken en verpozen.<br />

Haags Milieucentrum 2006


3.5.4 Grasachtige structuren<br />

3.5.4.1 Gazon<br />

De ecologische potentie van gazon is nihil. Hoewel<br />

het vaak als speelweide wordt bestemd, biedt het<br />

geen mogelijkheid voor het ‘spannende’, ontdekkende<br />

spelen. Wel leent gazon zich erg goed voor<br />

stedelijke recreatie: het is ‘makkelijk’ schoon<br />

te houden en, mits horizontaal gelegen, is het<br />

een uitgelezen plek voor balspelen. Verder is het<br />

geschikt voor een barbecue, tuin- of buurtfeest. In<br />

de meeste gevallen dient het gazon echter als hondenuitlaatplaats<br />

en is het voor de rest ‘decorgroen’.<br />

3.5.4.2 Gazon met bomen<br />

Veel van de gazons hebben verspreid staande<br />

solitaire bomen. De ecologische potenties en<br />

overige functies van deze bomen in een geschoren<br />

gazon zijn vergelijkbaar met die van straatbomen.<br />

Mogelijk hebben ze enig effect op de gebruikswaarde<br />

in de zin van verpozen (je kunt in de<br />

schaduw gaan zitten), maar voor spelen en<br />

ontdekken zijn ook deze bomen ongeschikt (het<br />

zijn bijvoorbeeld geen klimbomen). Ook zonder<br />

spelende kinderen zijn deze bomen erg kwetsbaar<br />

voor beschadiging. Behalve het feit dat bij barbecues<br />

en buurtfeesten spijkers in de stam worden<br />

geslagen, staan ze in gazons, die zo’n 20 keer per<br />

jaar worden gemaaid. Dat is per jaar 20 keer een<br />

gevaarlijke situatie aan de voet van de stam: een<br />

schampende maaimachine kan gemakkelijk een<br />

stuk bast afbreken, en het onderliggende houtweefsel<br />

blootleggen. De voet van de boom is het<br />

meest kwetsbare gedeelte: daar is de vochtsituatie<br />

Bloemrijk grasland is in <strong>Ypenburg</strong> schaars<br />

zodanig dat schimmels en/of bacteriën de wond<br />

gemakkelijk kunnen infecteren. Het gevolg is dat<br />

veel boomvoeten flinke beschadigingen vertonen.<br />

3.5.4.3 Bloemrijk grasland<br />

De ecologische potentie van een zone bloemrijk<br />

grasland is uiteraard beduidend hoger. Op deze<br />

voedselrijke gronden zal een glanshaver-hooiland<br />

zich goed kunnen handhaven. Dit grasland kent,<br />

naast de grassen, veel opvallende bloeiende<br />

planten zoals Bereklauw, Scherpe Boterbloem,<br />

Smeerwortel, Rode en Witte Klaver, Margriet en<br />

Veldzuring. Daarnaast nog talloze kleinere bloemen,<br />

waarmee de aantrekkelijkheid voor bloembezoekende<br />

insecten vastligt. Er zijn echter ook veel<br />

dieren die zich voeden met het gras zelf, of met<br />

andere dieren die in de graszone leven. Daarbij<br />

kun je denken aan slakken, sprinkhanen, verschillende<br />

soorten kevers, maar ook kikkers en padden,<br />

veld-, spits- en woelmuizen, en vervolgens daar<br />

Haags Milieucentrum 2006


weer achteraan wezel, hermelijn en bunzing. Deze<br />

dieren kunnen in het hoge gras overleven omdat<br />

ze daar voldoende dekking en voedsel hebben.<br />

Voorwaarde is dat er voldoende breedte is. Een<br />

meter breed, zoals langs de Brasserskade, is alleen<br />

voor kleine dieren (b.v. insecten) voldoende.<br />

Omdat de soortenrijkdom in een bloemrijk<br />

grasland veel groter is dan in een gazon, is<br />

de kleur groen van zo’n berm een levendige<br />

mengeling van allerlei tinten, extra opgevrolijkt<br />

door de bloemen die erin staan. Een bloemrijk<br />

grasland heeft een duidelijk hogere belevingswaarde<br />

dan het gazon. Dat, en het feit dat je<br />

maar twee keer per jaar hoeft te maaien, maakt<br />

dit grasland bij uitstek geschikt als wegberm.<br />

De hogere soortenrijkdom brengt ook een<br />

duidelijke toename in ontdekkende speelwaarde.<br />

Dat varieert van bloemetjes plukken tot cowboytje<br />

spelen, en heel vaak bedenken kinderen op dit<br />

soort terreinen zelf spelletjes die je nergens anders<br />

kunt spelen. Ondertussen komen de kinderen in<br />

aanraking met een natuurlijke variatie aan soorten,<br />

met soorten die in hun natuurlijke omgeving veel<br />

minder eng lijken dan in een sterielere omgeving,<br />

en met processen van dood en leven die ze in een<br />

gladgeschoren samenleving niet tegen komen.<br />

De bloemrijke graslanden in <strong>Ypenburg</strong> zijn duidelijk<br />

aangelegd met het idee om een ecologische<br />

verbinding te maken. Waar echter niet aan gedacht<br />

lijkt te zijn, is dat de dieren in dat gras de mogelijkheid<br />

moeten hebben om de drukke wegen (Singel,<br />

<strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan, Rijswijkse Waterweg) te<br />

kunnen oversteken: er zijn geen faunapassages.<br />

3.5.5 Rietkragen<br />

In <strong>Ypenburg</strong> komen overal in het water rietkragen<br />

voor. Dit riet wordt op de meeste plaatsen 1x per<br />

jaar gemaaid en er blijft op een paar plaatsen<br />

overjarig riet staan. In de rietkraag staan Riet,<br />

Biezen, Lisdodden, maar ook bloemplanten<br />

als Wilgenroosje, Tandzaad, Gele Lis en vele<br />

andere. Daarmee zijn die rietkragen interessant<br />

geworden voor verschillende diersoorten: insecten,<br />

spinnen, amfibieën, woelmuizen en vogels.<br />

Onder water bieden ze tevens schuilplaats aan<br />

jong vissenbroed, libellenlarven, dikkopjes en<br />

dergelijke. Als de rietkragen kunnen uitgroeien<br />

zal dat belang alleen maar toenemen. Echter:<br />

• De rietkragen hebben maar een beperkte verbindende<br />

functie tussen water en land. Er is geen<br />

contact met de droge oeverplanten (gradiënt<br />

nat-droog).<br />

• De rietkragen staan allemaal in het water en<br />

leveren dus aan ‘droge-voeten-dieren’ geen<br />

beschutting als ze in hun trektocht de waterkant<br />

volgen.<br />

• De belevingswaarde is beperkt (de rietkraag ontneemt<br />

het zicht op het water, beperkt het aantal<br />

visstekjes, staat in het water en levert dus geen<br />

speelgelegenheid, de abrupte overgang tussen<br />

gazon en rietkraag vinden noch de stedelijke<br />

noch de natuurrecreanten ‘mooi’).<br />

3.5.6 Verlandende vooroevers<br />

Op twee plaatsen in de wijk Morgenweide, te<br />

weten langs de Warnaarslaan en rondom het<br />

parkterrein aan de Weidevogellaan tussen Roek<br />

en Kwikstaartpad, is er ruimte gelaten tussen de<br />

voorbeschoeiing en de oever. Op deze plaatsen<br />

heeft dat geleid tot een zeer gevarieerde,<br />

soortenrijke verlandingszone. Het vergt wat extra<br />

onderhoud om het zou te houden, maar deze<br />

ecologische pareltjes zijn te waardevol om te<br />

laten versloffen. Veeleer zouden omstandigheden<br />

en beheer moeten worden gekopieerd om ook<br />

elders in de wijk broedplaatsen voor fauna en<br />

vegetatie te creëren. Ook in de Waterwijk zouden<br />

hiervoor plekken moeten worden gereserveerd.<br />

Haags Milieucentrum 2006


3.6 Samenvattend: plus- en knelpunten<br />

Bij de opzet van <strong>Ypenburg</strong> is veel ruimte gegeven<br />

aan groene en blauwe structuren. Hierbij zijn<br />

grote stukken van die groenstructuren ecologisch<br />

ingericht. Dat is vooral gebeurd bij de aanleg van<br />

natuurvriendelijke oevers met specifieke oeverbegroeiing.<br />

Daar waar mogelijk is de bestaande<br />

‘natuurlijke’ begroeiing gehandhaafd. Bij de aanleg<br />

van Boswijk heeft dat, tezamen met een ‘landelijk’<br />

aandoende wegaanleg en stratenpatroon, het<br />

buitenkarakter van de Buitenplaats <strong>Ypenburg</strong><br />

inhoud gegeven.<br />

Vanuit die bewaard gebleven, historische<br />

begroeiing hebben plantensoorten zich in het<br />

nieuwe gebied kunnen vestigen en uitbreiden.<br />

Bij de aanleg van de wijken Singels, Morgenweide<br />

en Waterwijk is meer uitgegaan van een<br />

stedelijke groeninvulling. Grote oppervlakken<br />

van de groenstructuren zijn met een laag<br />

teeltaarde afgedekt om gazon in te zaaien. De<br />

ecologische oeverbegroeiing van de waterlopen<br />

ligt nu ingebed in een traditioneel beheerde en<br />

bijna steriele groenomgeving. De als ecologisch<br />

groen bedoelde groenstroken worden daarmee<br />

gedegradeerd tot decorgroen en hondentoilet.<br />

Wat vooral opvalt, is het totaal ontbreken<br />

van bosschages en struweel in de genoemde<br />

wijken. Niet alleen zijn dit soort groenstructuren<br />

beeldbepalend, maar ze kunnen ook een heel<br />

duidelijke speelfunctie hebben, en tegelijkertijd<br />

een ecologische functie als uitvalsbasis voor<br />

bijvoorbeeld vogels. Reeds nu wordt er geklaagd<br />

over het gebrek aan vogels in de wijk: “het<br />

gras groeit uit de vetbolletjes wegens gebrek<br />

aan belangstelling”. Die vogels komen alleen<br />

als er voedsel, schuil- èn nestgelegenheid is.<br />

Verder zijn dit soort bosjes noodzakelijk als<br />

stapstenen tussen Delftse Hout en Craeyensteyn<br />

richting Plas Boswijk en Tedingerbroekplas.<br />

Oplossingen<br />

De reeds ecologisch ingerichte groenstructuren<br />

kunnen een ecologische ruggengraat van de wijk<br />

gaan vormen als ze onderling verbonden worden,<br />

en als de doorsnijdingen met behulp van kleine<br />

mitigerende maatregelen worden opgeheven.<br />

(bijlage V)<br />

Een volwaardige ecologische verbinding tussen<br />

Craeyensteyn en Plas Boswijk is dwars door<br />

Morgenweide niet te realiseren. Maar er is een<br />

alternatief mogelijk. Via de groenstrook van de<br />

Rijswijkse Waterweg -ingericht als struweelzone-,<br />

en de zuidzijde van de Rijswijkse Landingslaan<br />

-ingericht als ecologische grasstrook-, kan om<br />

Waterwijk heen een volwaardige ecologische<br />

verbinding worden gelegd naar de ecologisch ingerichte<br />

wegdijk van de A13. Van daaruit is, mits<br />

de infrastructurele knelpunten worden opgelost, de<br />

Plas Boswijk wel te bereiken. En daarna de onderdoorgang<br />

van het Prins Clausplein, de Vlietzone en<br />

de groenstructuur van de Haagse agglomeratie.<br />

Welke doorsnijdingen moeten worden opgelost?<br />

• Er zouden faunapassages moeten komen onder<br />

de Rijswijkse Waterweg bij de Brasserskade èn<br />

bij de Poortweg. Onder de Singel één of twee<br />

passages tussen de wegdijk van de A13 en de<br />

Singelgracht/Ballangeelaan-Bieremalaan,<br />

een<br />

oversteek over de Laan van Hoornwijk en een<br />

faunapassage onder de <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan ter<br />

hoogte van de Plas Boswijk;<br />

• De oeverlijn langs Singel – <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan<br />

wordt door de bruggen grof onderbroken en zal<br />

door aangepaste begroeiing op en langs de brug<br />

moeten worden gefaciliteerd;<br />

• De harde beschoeiing van de Rijswijkse en Nootdorpse<br />

Landingslaan moet een structuur krijgen<br />

waardoor niet-gevleugelde dieren uit het water<br />

kunnen klimmen;<br />

• De wijkdoorsnijdende singels en gedeelten van<br />

de singelgracht zouden een (eenzijdig) accolade-profiel<br />

kunnen krijgen, waardoor ze meer<br />

(winter)water kunnen opvangen zonder onaanvaardbare<br />

peilstijgingen en waardoor er op de<br />

plas-dras oever een rijk gevarieerde gebiedseigen<br />

beleef-, ontdek- en speelzone ontstaat,<br />

die voldoende dekking en voedsel biedt om als<br />

ecologische verbinding te kunnen fungeren.<br />

Deze glooiende oever heeft als extra voordeel<br />

dat hij veilig is voor spelende kleine kinderen. In<br />

<strong>Ypenburg</strong> zijn reeds twee kinderen verdronken<br />

in diep water met harde hoge oevers.<br />

Haags Milieucentrum 2006


Haags Milieucentrum 2006


4 De mogelijkheden<br />

4.1 Oevers in bebouwde omgeving<br />

4.1.1 Parelplekken en natuurmodules<br />

Dit rapport geeft aan welke natuurlijke aanpassingen<br />

in <strong>Ypenburg</strong> kunnen worden gerealiseerd<br />

om de ecologische groene infrastructuur te<br />

verbeteren. Dit zijn aanpassingen voor zowel de<br />

aanleg als de wijze van beheer. Dit hoofdstuk<br />

geeft een aantal voorbeelden van een natuurvriendelijke<br />

inrichting in een bebouwde omgeving.<br />

Uitgaande van een complete natuurlijke oever<br />

worden acht natuurmodules beschreven. Deze<br />

kunnen op veel plekken worden toegepast. In<br />

hoofdstuk 5 komen de ecologische verbindingen<br />

aan bod, waarvoor de aanpassingen over de<br />

volle lengte toegepast moeten worden.<br />

Op de plekken waar niet voldoende ruimte is om<br />

een robuuste ecozone te realiseren, zullen de aanpassingen<br />

noodgedwongen smal moeten zijn. Of<br />

ze kunnen slechts over een geringe lengte worden<br />

aangelegd. Het worden dan groene ‘pareltjes’ die<br />

als ecologische stapstenen belangrijk zijn voor de<br />

natuurlijke beeldvorming en beleving van de wijk.<br />

Voor de parelplekken hanteren we ‘natuurmodules’.<br />

Geschikt voor strategische plekken, waar de<br />

omstandigheden het mogelijk maken en waar<br />

het (ruimte)gebruik gunstig is. Plekken waar als<br />

rustpunt een bankje kan worden neergezet. Of<br />

plekken waar kinderen kunnen spelen. Deze plekken<br />

kunnen in samenspraak met bewoners worden<br />

aangewezen.<br />

4.1.2 Een natuurlijke oever<br />

Natuurlijke oevers zijn er in twee variaties:<br />

afslagoevers en aangroeioevers. Als door<br />

werking van water, wind en stroming stukken<br />

van de oever afbreken, vormt zich een steile<br />

afslagoever. Deze oevers zijn essentieel voor<br />

soorten als de ijsvogel en de oeverzwaluw die<br />

er hun nest in uitgraven. Is het water echter<br />

rustiger dan zet zich sediment af, dat begroeid<br />

raakt en een vlakke aangroeioever vormt met<br />

een geleidelijke overgang tussen land en water.<br />

Een complete, natuurlijke oever is daarom niet<br />

constant van vorm, maar verandert geleidelijk als<br />

gevolg van de afslag of aangroei. Ook de begroeiing<br />

is aan voortdurende successie onderhevig.<br />

Open water verandert geleidelijk in moeras,<br />

moeras gaat over in ruigte en uiteindelijk slaan<br />

bomen en struiken op. Daarmee heeft elke plek<br />

een eigen specifieke aanblik en het geheel biedt<br />

plaats aan een groot aantal soorten planten en<br />

dieren (zie kader). Langs een oever komen de<br />

verschillende biotopen bij elkaar. Aan de ene kant<br />

het watermilieu van sloot, watergang of plas, aan<br />

de andere kant het landmilieu. Door de geleidelijke<br />

overgang is de grens niet exact te bepalen. Dat is<br />

bij uitstek het karakter van een complete oever.<br />

Haags Milieucentrum 2006


4.1.3 De praktijk in de stad:<br />

mogelijkheden en beperkingen<br />

Een echte natuurlijke oever kan alleen in en<br />

door de natuur ontstaan. In de stad moeten we<br />

de omstandigheden aanpassen om natuurlijk<br />

aandoende oevers te kunnen ontwikkelen.<br />

De meest kenmerkende stedelijke oevers zijn<br />

uiteraard kades: versteende steile oevers, die een<br />

scherpe scheiding maken tussen water en land.<br />

Ook in de stad is het mogelijk om die scherpe<br />

scheiding te verzachten door geleidelijke oevers<br />

over een substantiële lengte aan te leggen.<br />

Dat kan niet overal, want de stad is gemaakt<br />

voor mensen en de menselijke activiteiten<br />

maken soms een biologisch rijke, natuurlijk<br />

aandoende oever onmogelijk. De ruimte kan<br />

bijvoorbeeld te beperkt zijn voor het ontwikkelen<br />

van de landzijde van de oever. Het kan zijn<br />

dat er architectonische claims liggen, waarmee<br />

rekening moet worden gehouden. Of het gebruik<br />

stelt eisen die niet stroken met een natuurlijke,<br />

geleidelijke overgang van land naar water. Ook<br />

De complete flora en fauna bij een natuurlijke <strong>Ypenburg</strong>se oever<br />

Waterplanten<br />

Oeverplanten<br />

Waterdieren<br />

Vissen<br />

Zoogdieren<br />

Vogels<br />

Drijvend fonteinkruid, Hoornblad, Waterranonkel, Kikkerbeet,<br />

Krabbescheer, Vederkruid, Watergentiaan, Veenwortel.<br />

Riet, Watermunt, Heen, Kattenstaart, Gele lis, Gele waterkers, Wolfspoot,<br />

Grote boterbloem, Grote watereppe, Pinksterbloem, Moerasspirea, Heemst,<br />

Moerasmelkdistel, Waterscheerling, Moeras-vergeet-mij-nietje, Mattenbies.<br />

Libellen, kevers, wantsen, spinnen, slakken, wormen.<br />

Stekelbaars, Rietvoorn, Blankvoorn, Brasem, Snoek,<br />

Zeelt, Pos, Karper, Modderkruiper.<br />

Dwergmuis, Spitsmuis, Aardmuis, Vleermuizen.<br />

Meerkoet, Wilde eend, Waterhoen, Kleine karekiet, Rietgors, Bosrietzanger,<br />

Blauwborst, IJsvogel, Blauwe reiger, Zwaluwen.<br />

het beheer kan grenzen stellen aan een complete<br />

oever, aan maat en draagkracht bijvoorbeeld.<br />

En dan hebben we in het stadsmilieu te<br />

maken met lawaai, recreanten, honden,<br />

zwerfvuil en struinende kinderen...<br />

Zelfs als alles klopt kan de waterkwaliteit nog<br />

roet in het eten gooien. Bij een overmaat<br />

aan voedingsstoffen ontstaat slechts ruige<br />

moerasvegetatie met weinig soorten.<br />

Gelukkig is er in de stad ook heel veel wèl mogelijk.<br />

Er zijn heel veel planten en dieren die zich<br />

ondanks al deze beperkingen prima thuis voelen<br />

in de stad en langs de kant van stedelijk water.<br />

Haags Milieucentrum 2006


4.2 Diverse oevertypen voor <strong>Ypenburg</strong><br />

4.2.1 Geleidelijke oever<br />

4.2.2 Zachthout-oeverbosje<br />

4.2.3 Ondiepte met spannend struinbiotoop<br />

4.2.4 Verharde oever<br />

4.2.1 Geleidelijke oever<br />

Op plaatsen met een steile, abrupte oever kan<br />

een geleidelijke oever gevormd worden door de<br />

bestaande oever te vergraven tot een vlakke oever.<br />

Het grasland gaat via een droog talud over in een<br />

plas-dras zone die permanent vochtig is. Deze zone<br />

gaat over in een ondiepe waterzone van 10-20 centimeter<br />

diepte. Daarachter volgt het diepere water<br />

van de bestaande watergang of plas tot een meter<br />

diepte of meer.<br />

Deze oevers zijn alleen aan te leggen als aan de<br />

landzijde een breedte van minimaal 5 meter beschikbaar<br />

is, bij voorkeur op de zon gelegen (dus<br />

een noord-oever).<br />

Voor dit type oever moet niet alleen het profiel<br />

van de oever aangepast worden, maar is ook het<br />

beheer van het achterland van belang. Hier wordt<br />

een hooilandbeheer toegepast gericht op verschraling.<br />

Zo mogelijk wordt hier een strook van de zode<br />

ontdaan en ingezaaid met schralere soorten. Er<br />

ontstaat een gradiënt van nat naar droog. Als de<br />

oever niet ‘strak’ wordt aangelegd, maar met wat<br />

‘welvingen’, ontstaan er plekjes met kleine temperatuurverschillen<br />

in het microklimaat waar insecten<br />

sterk van profiteren.<br />

Betekenis<br />

Dit soort oevers heeft een hoge belevingswaarde<br />

èn een hoge ecologische waarde. Door de gradiënt<br />

dwars op de waterlijn, is er biotoop voor een keur<br />

aan planten en dieren; ieder met hun eigen voorkeur<br />

voor vocht, licht en dekking. En juist omdat het biotoop<br />

de waterloop volgt is er een grote verbindende<br />

waarde voor een brede range van dieren.<br />

Mogelijke plekken in <strong>Ypenburg</strong><br />

De waterlopen door de wijken Singels en Morgenweide;<br />

parkterrein langs Roek-Weidevogellaan;<br />

gedeelten van de noordoever van de Broekpolderplas.<br />

Op de kaart ‘Groene slinger’ (pag: 44) zijn deze<br />

plekken als ‘plas-dras beheer’ aangegeven (paars).<br />

Aanleg<br />

Per strekkende meter oever komt 1 à 2 m3 voedselrijke<br />

grond vrij. Deze kan elders worden verwerkt<br />

als ophooggrond. Als bij de aanleg ook wat hoogteverschil<br />

binnen de plas-dras zone wordt gemaakt,<br />

geeft dat aanleiding voor een nog grotere variatie.<br />

De riet- en kruidenzone kan worden ingeplant met<br />

geschikte soorten oeverbegroeiing. Het drassige<br />

grasland kan worden ingezaaid met een schraalbloemrijk<br />

mengsel.<br />

Natuurdoeltypen<br />

• Riet en kruiden in het ondiepe water, tot 2 meter<br />

opschietende vegetatie met riet als dominante<br />

soort. Bijgemengd met aantrekkelijke soorten<br />

als Lisdodde, Kalmoes, Dotterbloem, Kattestaart,<br />

Gele lis, Moerasspirea, Poelruit en Grote wederik.<br />

• Drassig bloemrijk grasland vlak boven het waterniveau<br />

(5 tot 15 cm drooglegging). Doordat<br />

de voedselrijke toplaag is afgegraven is er veel<br />

minder groei dan men gewend is. De vegetatie<br />

wordt maximaal 50 cm hoog en is zeer gevarieerd<br />

en bloemrijk. We verwachten soorten als Echte<br />

koekoeksbloem, Watermunt, Rietorchis, Grote<br />

ratelaar, Kantig hertshooi, Scherpe boterbloem,<br />

Valeriaan en Waterkruiskruid<br />

Haags Milieucentrum 2006


4.2.1 Geleidelijke oever<br />

4.2.2 Zachthout-oeverbosje<br />

4.2.3 Ondiepte met spannend struinbiotoop<br />

4.2.4 Verharde oever<br />

4.2.2 Zachthout-oeverbosje<br />

Een oeverbosje is een weerspiegeling van het historische<br />

moerasbos. Moerasbos ontstaat daar waar<br />

het land hoog en droog genoeg wordt. Een echt<br />

moerasbos is nat. Het wordt gevormd door bomen<br />

die er geen bezwaar tegen hebben een gedeelte<br />

van het jaar in het water te staan. Vooral wilg, els<br />

en berk zijn de beeldbepalende boomsoorten.<br />

In de stedelijke variant wordt dit bereikt door<br />

langs de oever struikvormige wilgensoorten te<br />

planten. Na een stukje vlakke oever met lage wilg<br />

of els loopt de bodem op. Als de bodem wat hoger<br />

en droger wordt kunnen bomen zich ontwikkelen.<br />

Daar kunnen ook soorten als de es groeien.<br />

De op het zuiden gerichte flank van het bosje<br />

moet gelobd worden aangelegd: hier ontstaat<br />

een windluwe zoom, die veel vlinders trekt.<br />

Betekenis<br />

Een bosje heeft ecologische betekenis als<br />

jachtterrein voor amfibieën, en als nestel- en<br />

voedselgebied voor vogels en kleine zoogdieren.<br />

Bovendien vormt het een belangrijke<br />

overwinteringsplaats. Het altijd droge gedeelte<br />

van het bosje heeft zeker ook educatieve speelwaarde,<br />

omdat het van nature hol wordt.<br />

Oeverboszone: bosschage van lage watertollerante<br />

bomen (ruwe berk, zwarte els, es) en struik en<br />

ruigtezomen en ondergroei<br />

Mogelijke plekken in <strong>Ypenburg</strong><br />

Op de koppen van de singels bij de landingslanen<br />

en tegenover het talud langs de singelgracht;<br />

aan de wijkzijde aan weerszijden van de<br />

dambruggen over de singelgracht; op de noordoever<br />

en eilanden van de Broekpolderplas.<br />

Aanleg<br />

Voor de aanleg is een flexibel peil en een totale<br />

taludbreedte van tenminste 7m nodig. Voor het<br />

natte gedeelte is minimaal 3m nodig. De rest is<br />

een vochtige, en in de zomer droge bosschage.<br />

Langs de waterkant wordt het talud op 5<br />

min. 7 meter<br />

cm oplopend tot 10 cm boven het zomerpeil<br />

afgegraven, en ingeplant met struikvormende<br />

soorten als Grauwe wilg of Zachte Berk. In het<br />

erachter gelegen hogere gedeelte zijn soorten als<br />

Zwarte els en Ruwe berk de dragende bomen.<br />

Plant langs het fiets- en voetpad stekelstruiken<br />

Moeraszone: minimaal 3 m<br />

waterminnende struiken (wilg)<br />

als Meidoorn en Sleedoorn. Dat bloeit mooi,<br />

en houdt potentiële belagers op afstand.<br />

Onderhoud<br />

Het onderhoud van de bosschage moet<br />

tot het minimum beperkt blijven.<br />

huidig talud<br />

• Zwarte els is, alleen al door haar goede regeneratievermogen,<br />

een prima speelboom: hoeft niet<br />

beschermd of gesnoeid te worden.<br />

• In het bosje mag niet geschoffeld worden. Eens in<br />

de 3 jaar de ruigtezoom maaien om ongewenste<br />

houtige opslag te voorkomen.<br />

• Eens in de 3 jaar de helft van de struiken in de<br />

natte zone afzetten, zodat de gelaagdheid blijft<br />

bestaan.<br />

• Minimaal twee keer per jaar (niet in het broedseizoen)<br />

opruimen van zwerfvuil.<br />

Haags Milieucentrum 2006


4.2.1 Geleidelijke oever<br />

4.2.2 Zachthout-oeverbosje<br />

4.2.3 Ondiepte met spannend struinbiotoop<br />

4.2.4 Verharde oever<br />

4.2.3 Ondiepte met spannend struinbiotoop<br />

In sommige watergangen is het mogelijk om<br />

de waterbodem zodanig aan te passen dat er<br />

een ondiep watergedeelte ontstaat (maximaal<br />

enkele decimeters). Hier kan een begroeiing van<br />

waterplanten op gang komen. Het water warmt<br />

snel op en is ideaal voor de afzet van eieren.<br />

Voor de ontwikkeling is een schone minerale<br />

bodem van belang. De watergang moet gevoed<br />

worden met schoon regenwater. De ondiepte wordt<br />

eerst gekoloniseerd door pionierplanten, waarna<br />

zich een moerasvegetatie met riet en biezen kan<br />

vestigen. Deze onderwaterjungle is een perfecte<br />

schuilplaats voor insectenlarven en vissen- en<br />

amfibieënbroed. Daarmee is het ook een perfect<br />

jachtterrein voor bijvoorbeeld larven van libellen<br />

of van waterroofkevers. Deze ondiepten hebben<br />

een gunstige invloed op de waterkwaliteit,<br />

doordat er veel meststoffen worden ingevangen.<br />

Betekenis<br />

Dit soort plekken heeft, naast de ecologische<br />

betekenis, een grote speel- en educatieve<br />

waarde. Kinderen spelen in de bosjes langs<br />

het water en komen spelenderwijs in<br />

aanraking met kikkers en waterdieren.<br />

Mogelijke plekken in <strong>Ypenburg</strong><br />

Het doodlopende eind van de singelgracht<br />

bij de Bieremalaan; langs het fietspad<br />

tussen de houten fietsbrug en de fietsverbinding<br />

De Bras – <strong>Ypenburg</strong> Centrum.<br />

Zie kaart ‘Groene slinger’ (p. 44)<br />

Aanleg<br />

Eventueel kunnen wortelstekken van riet en<br />

biezen worden aangebracht. Dit type oever is<br />

geschikt om toe te passen aan het eind van een<br />

watergang, waar ruimte rondom de watergang<br />

beschikbaar is om het landbiotoop aan te passen.<br />

Onderhoud<br />

Het onderhoud van dit type kan minimaal zijn.<br />

• Periodiek (eens in de 5-10 jaar) (groot) onderhoud<br />

zoals snoeien of schonen. Niet de hele<br />

bodem in één keer schonen.<br />

• Ongewenst rondslingerend afval regelmatig<br />

verwijderen.<br />

Op het land wordt aan de noordzijde struweel<br />

ontwikkeld, bijvoorbeeld bestaande uit elzen en<br />

wilgen. Dit enerzijds om de windinvloed op het<br />

wateroppervlak te minimaliseren, anderzijds<br />

om uittredende amfibieën te voorzien van<br />

schuil- en jachtgebied. Ook volwassen libellen<br />

vinden hier rust- en schuilplaatsen.<br />

Haags Milieucentrum 2006


4.2.1 Geleidelijke oever<br />

4.2.2 Zachthout-oeverbosje<br />

4.2.3 Ondiepte met spannend struinbiotoop<br />

4.2.4 Verharde oever<br />

4.2.4 Verharde oever<br />

In omgevingen met een stenig, stedelijk karakter,<br />

kan het interessant zijn om het bestaande profiel<br />

van gras af te wisselen met een verhard profiel.<br />

De verharding kan aangelegd worden met klinkers<br />

en loopt een eindje door tot onder de waterlijn.<br />

Warmt lekker op in de voorjaarszon. Lekker om<br />

even op te gaan zitten. Je kunt tot op de waterlijn<br />

lopen, wat bij alle andere oevers niet kan.<br />

Mogelijke plekken in <strong>Ypenburg</strong><br />

De kade tegenover de Warnaarslaan; de kade<br />

tussen <strong>Ypenburg</strong> Centrum en de Broekpolderplas;<br />

de bruggen over de singelgracht.<br />

Onderhoud<br />

De nestgangen van oeverzwaluwen moeten na het<br />

broedseizoen weer worden toegestopt. Voor de<br />

rest is er geen specifiek onderhoud. Een versteend<br />

recreatietalud is wel erg zwerfvuilgevoelig.<br />

Dit kan worden gecombineerd met enkele<br />

platte schijven in het water waar je op<br />

kunt staan. Tussen die stapstenen kan een<br />

ondiepe grindbodem worden aangelegd, die<br />

een specifieke flora en fauna aantrekt.<br />

Tegen een steile kadewand kan een zandlichaam<br />

worden neergezet, om oeverzwaluwen te<br />

laten nestelen. Overstekende kadelijsten op<br />

ongeveer een meter boven het water kunnen<br />

nestgelegenheid bieden aan boeren- en huiszwaluwen.<br />

Voorwaarde is dat er in de directe<br />

omgeving klei aan de oppervlakte komt.<br />

Betekenis<br />

Vooral recreatief verpozen.<br />

Voorbeeld van<br />

stapstenen in het Melis<br />

Stokepark<br />

Haags Milieucentrum 2006


4.3 Water- en oeverelementen<br />

4.3.1 Poel<br />

4.3.2 Drijvende watervegetatie<br />

4.3.3 Waterbodemvegetatie<br />

4.3.1 Poel<br />

Het model poel laat de bestaande oever intact. Aan<br />

de landzijde wordt het maaiveld ontgraven tot net<br />

onder het grondwaterniveau. Hier ontstaat een<br />

moerassig gebied dat afwisselend droog en nat is,<br />

afhankelijk van de waterstand in de watergang.<br />

Langdurige droogval moet worden vermeden.<br />

De poel zal de neiging hebben om te verlanden.<br />

Daarom moet hij eens in de bijvoorbeeld 5 jaar<br />

worden uitgediept. Bovenstaande situatie is<br />

getekend voor plaatsen waar weinig ruimte is.<br />

Beter is het als de poel ruimere afmetingen kan<br />

krijgen en rondom de poel een oevervegetatie<br />

en struweel kan ontstaan. Verder zijn veiligheidsaspecten<br />

van belang. De randen mogen<br />

niet zo steil zijn dat kinderen erin vallen.<br />

Mogelijke plekken in <strong>Ypenburg</strong><br />

De noordoever van de Broekpolderplas;<br />

parkterrein langs Weidevogellaan-Kwikstaartpad;<br />

grasveld naast Plas Boswijk.<br />

Zie kaart ‘Groene slinger’ (p. 44)<br />

Aanleg<br />

Het uitgraven van de poel moet zodanig gebeuren<br />

dat er naderhand geen meststoffen vanuit de<br />

bodem of vanuit het achterland in de poel kunnen<br />

stromen: als de waterkwaliteit slecht wordt,<br />

houden alleen muggenlarven het er uit. Maak<br />

hem ook niet te diep, want dat trekt zwemvogels<br />

aan, die ook vermestend kunnen werken.<br />

Leg geen poelen aan in de buurt van drukke<br />

verkeerswegen. Dat geeft een slachting in de<br />

periode dat padden en kikkers eieren willen<br />

gaan leggen. En het is ook niet goed voor<br />

de jonge kikkertjes om uit te waaieren.<br />

Onderhoud<br />

Het onderhoud van de poel kan minimaal zijn.<br />

• In een driejaars-cyclus bodembegroeiing schonen.<br />

Maximaal éénderde van de bodem in één<br />

keer schonen.<br />

• Periodiek (eens in de 5-10 jaar) groot onderhoud:<br />

helft van de bodem baggeren.<br />

• Ongewenst rondslingerend afval regelmatig<br />

verwijderen.<br />

Betekenis<br />

Poelen hebben een ecologische betekenis als<br />

veilige broedplaats voor amfibieën, omdat<br />

roofvissen ze niet kunnen bereiken. Daarmee<br />

hebben ze ook educatieve waarde.<br />

Haags Milieucentrum 2006


4.3.1 Poel<br />

4.3.2 Drijvende watervegetatie<br />

4.3.3 Waterbodemvegetatie<br />

4.3.2 Drijvende watervegetatie<br />

Op luwe plaatsen kan een watervegetatie met<br />

drijvende waterplanten tot ontwikkeling gebracht<br />

worden door waterplanten met drijvende waterbladeren<br />

aan te brengen. Gele plomp, Witte<br />

waterlelie, Kikkerbeet, Drijvend fonteinkruid,<br />

Pijlkruid zijn geschikte soorten die niet zeer<br />

hoge eisen stellen aan de waterkwaliteit.<br />

Deze vegetaties kunnen gedijen in iets diepere<br />

watergedeelten. Het oevertype is voor<br />

deze vegetaties veel minder van belang.<br />

Betekenis<br />

Drijvende bladeren zorgen voor schaduw op<br />

de bodem zodat er open plekken ontstaan in<br />

de bodemvegetatie. Deze natuurlijke variatie<br />

bevordert de biodiversiteit in het water.<br />

Mogelijke plekken in <strong>Ypenburg</strong><br />

Dit type is al aanwezig in de wijk en kan<br />

in alle weteringen worden toegepast.<br />

Aanleg<br />

Ondanks dat de genoemde soorten geen hoge waterkwaliteitseisen<br />

stellen, is het toch niet raadzaam<br />

om deze planten uit te zetten in vermest water. Als<br />

een bodembegroeiing de meststoffen niet kan opnemen,<br />

zal dat later door algen gebeuren. Het water<br />

zal dus eerst enigszins schoon moeten worden.<br />

Onderhoud<br />

Mag waterdoorstroming niet belemmeren. Eens<br />

per drie jaar uitdunnen indien noodzakelijk.<br />

Haags Milieucentrum 2006


4.3.1 Poel<br />

4.3.2 Drijvende watervegetatie<br />

4.3.3 Waterbodemvegetatie<br />

4.3.3 Waterbodemvegetatie<br />

Ondergedoken watervegetaties komen op gang in<br />

ondiep water op plaatsen met een minerale bodem<br />

en helder water met een geringe stroming. Het<br />

water mag niet te voedselrijk zijn. Het gaat bijvoorbeeld<br />

om vegetaties met Fijne of Stijve waterranonkel,<br />

Aarvederkruid en diverse Fonteinkruiden.<br />

Hoe minder voedselrijk het water is, hoe hoger<br />

de diversiteit aan waterplanten. Met name de<br />

waterplanten zijn verantwoordelijk voor de<br />

zuurstofvoorziening van het water. Algen geven<br />

weliswaar veel zuurstof af aan het water, maar<br />

kunnen bij massaal voorkomen ’s nachts zoveel<br />

zuurstof onttrekken dat het water bij zonsopgang<br />

zuurstofloos is. Waterplanten doen dat niet,<br />

maar die kunnen alleen gedijen als de bodem<br />

voldoende licht vangt, dat wil zeggen, als algen,<br />

kroos of darmwier het licht niet wegvangen.<br />

soorten zijn Grof hoornblad, Stijve waterranonkel,<br />

Smalle waterpest, Klein kroos en Darmwier. De<br />

soortensamenstelling geeft een aanwijzing dat<br />

het water (te) voedselrijk en carbonaatrijk is.<br />

Aanleg<br />

Om een gezonde waterbodemflora te verkrijgen<br />

is het slechts nodig gunstige omstandigheden<br />

te creëren. Daar waar te rijk water een gesloten<br />

kroosdek of darmwierdek (‘flap’) veroorzaakt<br />

moet het kroos en/of de flap worden afgeschept<br />

en afgevoerd. Niet op de kant leggen: dat<br />

verrijkt de oever en de meststoffen spoelen<br />

zo het water weer in. Algenbloei kan worden<br />

bestreden door te ‘enten’ met watervlooien.<br />

Op sommige plaatsen zijn de watergangen te<br />

diep voor ontwikkeling van watervegetaties. Om<br />

belasting met voedingsstoffen te voorkomen<br />

zouden schone(re) delen van de watergangen<br />

geïsoleerd kunnen worden van de hoofdwatergang.<br />

Onderhoud<br />

Het onderhoud bestaat uit gefaseerd schonen.<br />

Betekenis<br />

De aanwezigheid van waterplanten is een<br />

belangrijke basis voor het waterleven. Salamanders<br />

zetten er hun eieren op af, padden<br />

wikkelen er hun eisnoeren omheen. Waterplanten<br />

bieden schuilgelegenheid aan jonge vis.<br />

Mogelijke plekken in <strong>Ypenburg</strong><br />

In de wijk zijn op diverse plaatsen vegetaties<br />

van waterplanten aanwezig. De aangetroffen<br />

foto: Ron Offermans<br />

Haags Milieucentrum 2006


4.4 Kunstmatige voorzieningen<br />

Op plaatsen waar het niet mogelijk is een van de hierboven beschreven natuurlijke profielen aan te leggen<br />

kunnen wel kunstmatige voorzieningen aangebracht worden. In principe is iedere toevoeging aan het bestaande<br />

standaardprofiel, zolang deze geen verslechtering van de waterkwaliteit oplevert, al een verrijking.<br />

4.4.1 Uitstapplaatsen<br />

Daar waar een beschoeiing moet worden gehandhaafd,<br />

moeten voorzieningen komen voor<br />

dieren die uit het water willen klimmen. Een<br />

afgesloten kuip met opstaande randen is voor veel<br />

dieren niet passeerbaar. Zelfs kikkers verdrinken<br />

als ze, na het eieren leggen, niet meer op de<br />

kant kunnen komen. Om nog maar te zwijgen<br />

over de kikkertjes die uit die eieren komen.<br />

Een fauna-uitstapplaats (‘fup’) kan op<br />

vele wijzen worden gerealiseerd. Een<br />

korte onderbreking in de beschoeiing of<br />

een ‘eendentrapje’ is vaak al voldoende.<br />

Daar waar het strakke architectonische ontwerp<br />

dit soort oplossingen niet verdraagt (Landingslaangracht),<br />

kunnen de fups in het ontwerp<br />

worden geïntegreerd door ze, in staal of beton<br />

uitgevoerd, in een strak ritme (10 – 15 m uit<br />

elkaar) langs de kademuur te plaatsen.<br />

4.4.2 Nestvlotjes<br />

Eenden en meerkoeten, maar ook visdiefjes en<br />

zwarte sterns kunnen gebaat zijn bij het aanbieden<br />

van speciale ‘nestvlotjes’. Deze kunnen bestaan uit<br />

een drijvend platform van ongeveer één vierkante<br />

meter, al dan niet voorzien van enig plantaardig<br />

materiaal. Om wegdrijven te voorkomen is<br />

het verstandig om met een nylon touw en een<br />

baksteen of andere verankering het vlot te fixeren.<br />

Om predatie te bemoeilijken moeten de vlotjes<br />

op enige afstand van de oever worden geplaatst.<br />

Haags Milieucentrum 2006


4.4.3 Eendenkorven<br />

Iedereen kent wel de zogenaamde eendenkorf of<br />

eendenmand van gevlochten wilgentenen. Ook<br />

kunnen voor eenden speciale kisten aangebracht<br />

worden. Een veel natuurlijker alternatief is het<br />

verwerken van een holle boomstam in de oever.<br />

4.4.4 Houten palen<br />

Een in het midden van het water geplaatste rij<br />

van houten palen, enkele decimeters boven het<br />

water, levert altijd wat verrassends op. Wilde<br />

eenden zullen het waarderen, maar ook een<br />

aalscholver in de wijk is niet uitgesloten.<br />

Een paal van enkele meters boven het water,<br />

model dukdalf is nog spectaculairder.<br />

4.4.5 Kunstmatige drijftillen<br />

Kunstmatige drijftillen zijn te maken van een<br />

houten frame van circa 2 bij 1 meter waartussen<br />

een mat van wilgentenen is gevlochten. Na enige<br />

tijd raakt het vlot begroeid met waterplanten en<br />

ontstaat een drijvende waterplantenmassa.<br />

Drijvende boom in de oever<br />

4.4.7. Boomstammen in de oeverlijn<br />

Een boomstam die wordt verwerkt evenwijdig aan<br />

de oeverlijn of die een eind het water insteekt<br />

kan allerlei functies vervullen. De spannendste<br />

is wel dat je erop kunt lopen: wie durf het verst?<br />

De boom kan op zijn plaats gehouden worden<br />

met enkele paaltjes of andere verankering.<br />

Holle boom<br />

als nestplaats<br />

4.4.6 Drijvende boomstammen<br />

Drijvende boomstammen zullen na verloop<br />

van tijd begroeid raken met planten. Aan de<br />

onderzijde ontwikkelt zich een aparte onderwaterwereld<br />

met slakjes en wormen, voer voor<br />

vissen. Ze moeten wel worden vastgelegd<br />

om afdrijven te voorkomen. Er zal op of rond<br />

deze stammen altijd wel iets te zien zijn.<br />

Haags Milieucentrum 2006


Haags Milieucentrum 2006


5 Verbindingen in grote lijnen<br />

5.1 Introductie<br />

5.1.1 Opzet<br />

De oorspronkelijke lijn die de stedelijke groene<br />

structuren van Den Haag moet verbinden met het<br />

buitengebied van het Groene Hart is dwars door<br />

<strong>Ypenburg</strong> geprojecteerd: volgens de kortste route<br />

tussen de Tweemolentjesvaart en Hoornwijk. Deze<br />

lijn is op ten minste twee punten onherstelbaar<br />

onderbroken. Dit zijn de onderdoorgang van de viaducten<br />

bij de Laan van Hoornwijk en de versteende<br />

hindernis bij het centrum. Hier moet de ecoverbinding<br />

worden omgeleid. Daarmee krijgt <strong>Ypenburg</strong><br />

echter een onverwachte kans, die perfect aansluit<br />

bij het concept ‘Wonen in een buitenplaats’. Met die<br />

omleidingen krijgt de wijk zijn eigen ‘Groen-Blauwe<br />

Slinger’. Je woont er nergens verder dan 5 minuten<br />

lopen van een ecologische verbindingszone.<br />

Hoe deze ecologische zones vorm moeten krijgen<br />

wordt in dit hoofdstuk grofweg aangegeven. We<br />

gaan geen details of ingewikkelde berekeningen<br />

uitwerken. Maar om de groenstructuren van <strong>Ypenburg</strong><br />

zodanig in te richten dat ze hun ecologisch<br />

verbindende functie en hun gezichtsbepalende<br />

‘landstedelijke’ uitstraling kunnen invullen, moeten<br />

ze aan een paar basale voorwaarden voldoen. De<br />

richting waarin dan gedacht moet worden is de<br />

opzet van dit hoofdstuk.<br />

5.1.2 Bodem<br />

De bodem is een vast gegeven. Daar kunnen we<br />

méé werken, maar we hoeven er niet áán te werken.<br />

We moeten alleen zorgen dat ze niet vervuilt.<br />

De bodem bestaat voornamelijk uit zeeklei, met een<br />

venig karakter langs de Broekpolderplas die, naarmate<br />

je dichter bij Boswijk komt, geleidelijk overgaat<br />

naar zandig karakter. De doorgaande wegen liggen<br />

op een zandlichaam van kalkrijk Noordzee-zand.<br />

5.1.3 Water<br />

De Kaderrichtlijn Water van de Europese Unie is<br />

uitgangspunt voor een gezond waterbeheer. Volgens<br />

deze richtlijn moeten àlle wateren in 2015<br />

een goede chemische en ecologische kwaliteit<br />

hebben. De plannen en maatregelen, waarmee<br />

dat moet worden bereikt, moeten eind dit jaar<br />

worden gepresenteerd. De instrumenten zijn al<br />

bekend uit de Nota Waterbeleid 21e eeuw: A. water<br />

vasthouden waar het valt; B. water dat je niet<br />

kunt vasthouden zodanig bewaren dat je het kunt<br />

terugbrengen naar waar het vandaan komt; en C.<br />

alleen het water afvoeren dat er te veel valt in een<br />

bepaald gebied. Voor stedelijk, verhard gebied geldt<br />

de norm dat er per ha 325 m 3 bergingscapaciteit<br />

moet zijn. In <strong>Ypenburg</strong> komen de wijken Singels/<br />

Morgenweide daaraan flink tekort (bijlage VI).<br />

Door deze maatregelen wordt er optimaal gebruik gemaakt<br />

van gebiedseigen water dat uitsluitend lokaal<br />

voorkomende mineralen en organische stoffen bevat.<br />

De kwaliteit van het oppervlaktewater (bijlage I),<br />

belangrijk voor een hoogwaardige groenstructuur<br />

waarlangs planten en dieren zich verspreiden, kan in<br />

<strong>Ypenburg</strong> geoptimaliseerd worden door een beetje<br />

extra dynamiek, bijvoorbeeld stroming.<br />

5.1.4 Groen<br />

Voor planten zijn gradiënten heel belangrijk. Gradiënten<br />

van bijvoorbeeld droog naar vochtig of van<br />

licht naar schaduw, waarin iedere soort zijn optimale<br />

groeiplek kan vinden.<br />

Voor dieren zijn structuren belangrijk. Als zij zich<br />

verspreiden in de stadsrand moeten er onderweg<br />

mogelijkheden zijn om voedsel te verzamelen en<br />

om te rusten. Voor kleine dieren, die niet zover<br />

trekken, maar zich in de ecologische structuur<br />

vestigen, moet er ook de mogelijkheid zijn om een<br />

nest jongen groot te brengen. Dat betekent dat<br />

een verbindende structuur een aantal elementen in<br />

zich moet verenigen: een waterlijn, een graslijn en<br />

een struik-boom-structuur. Bij voorkeur natuurlijk<br />

gecombineerd, maar bij weinig ruimte valt een verbinding<br />

die maar twee elementen bevat te verkiezen<br />

boven een drie-elementen verbinding, die per element<br />

te smal is. Voorwaarde is, dat er dan wel weer<br />

compenseerd wordt in een andere verbindingslijn.<br />

Haags Milieucentrum 2006


Haags Milieucentrum 2006


5.2 Verbetering Waterplan <strong>Ypenburg</strong><br />

5.2.1 Vasthouden:<br />

bergen op de plaats waar het valt<br />

In de wijken Singels en Morgenweide liggen de waterlopen<br />

vaak tussen vaste beschoeiingen. Dat is<br />

extreem bij de Landingslanen, waar hoge betonnen<br />

oevers de wetering flankeren. Hoewel bij de singels<br />

de oever aan één zijde onbeschoeid is, maken de<br />

steile oevers dat het water hier niet echt ‘buiten de<br />

oevers’ kan treden. Het flexibele peilbeheer, dat in<br />

het Peilbesluit van Delfland wordt voorgeschreven,<br />

wordt daardoor niet optimaal benut. Onder- en<br />

bovengrens van het polderpeil geven ruimte voor<br />

25 cm berging van hemelwater. In de winter kan<br />

in deze berging water worden opgespaard, dat<br />

in het voorjaar, wanneer de bladeren zich gaan<br />

ontvouwen, nodig is. Daarnaast is extra ruimte<br />

noodzakelijk om de verwachte toename van pieken<br />

in de neerslag te kunnen opvangen. In het groeiseizoen<br />

is een waterbuffer nodig voor verdamping<br />

en opname door de vegetatie. Als straks de bomen<br />

en struiken volwassen proporties krijgen, heeft<br />

dat zeker consequenties voor de watervraag.<br />

Vanwege het bergingstekort in de wijken Singels<br />

en Morgenweide is een verruiming van de<br />

wateropvang gewenst. Om het oppervlaktewater<br />

meer ruimte te geven is een steile oever niet<br />

geschikt. Daarvoor dient de oever vlak te worden<br />

aangelegd in een zogeheten accoladeprofiel.<br />

Daarmee kan meer water in de breedte worden<br />

geborgen, zonder dat het peil onverantwoord<br />

stijgt. Dat is niet alleen gunstig voor flexibele<br />

waterberging maar zeker ook voor de ecologische<br />

uitwisseling tussen water en land.<br />

Rekenvoorbeeld Anthony Fokkersingel<br />

Huidige situatie: de centrale waterloop heeft<br />

een breedte van 10,50 m, met een flauw<br />

U-vormig bodemprofiel en een grootste diepte<br />

van 1,00 m. Aan beide zijden ligt een gazon<br />

van 8 m breed, onder een helling van 1: 8. Aan<br />

de zuidzijde is de grens tussen gazon en water<br />

scherp, vanwege een houten beschoeiing, aan de<br />

noordzijde ligt een vlakke(re) oever die is bezet<br />

met een rietkraag. De waterloop is 350 m lang.<br />

In de huidige situatie is de berging maximaal<br />

0,25 x 10,5 x 350 = 918,75 m 3 .<br />

Voorgestelde situatie: het talud aan de<br />

noordzijde (dwz de zijde die ‘op de zon ligt’)<br />

wordt 5 cm boven het zomerpeil tot vrijwel<br />

horizontaal vergraven (1 : 140, d.w.z. 5 cm<br />

stijging in 7 m) tot 7 meter uit de huidige<br />

oever. Daarna volgt een talud van 1 : 1 om een<br />

meter hoger op straatniveau uit te komen.<br />

In deze situatie komt de maximale<br />

berging op 1462,12 m 3 , ongeveer 60%<br />

meer dan in de huidige situatie.<br />

Anthony Fokkersingel Hellinghoek talud Maatvoering bergingscapaciteit<br />

Huidig profiel 1 : 8 0,25 x 10,5 x 350 m 918,75 m 3<br />

accoladeprofiel 1:140 0,25 x 16,71 x 350 m 1462,12 m 3<br />

Uit: Nota Waterbeleid 21e eeuw<br />

Haags Milieucentrum 2006


Eenzijdig accoladeprofiel zoals<br />

toepasbaar in de wijken Singels<br />

en Morgenweide<br />

In deze situatie wordt de waterloop in de<br />

winter visueel ongeveer twee keer zo breed.<br />

In de loop van de lente valt hij langzaamaan<br />

droog om ruimte te geven aan een plas-dras<br />

vegetatie, die maar één keer per jaar (in<br />

de herfst) hoeft te worden gemaaid.<br />

Het 1 : 1 grastalud krijgt een natuurlijke zonering<br />

van vocht naar droge vegetatie en moet in<br />

eerste instantie twee keer per jaar gemaaid<br />

worden. Dat kan met de maaibalk, mits een<br />

maaihoogte van 10 cm wordt aangehouden.<br />

De winst zou hoger uitkomen als het profiel<br />

naar beide zijden zou worden uitgegraven. Maar<br />

dat zou betekenen dat beide taluds niet meer<br />

beschikbaar zijn voor het uitlaten van de hond.<br />

Het aan de zuidzijde gelegen beschoeide talud<br />

wordt in dit voorstel gezien als hondenuitlaatterrein,<br />

waar met een beheercombinatie van<br />

maaimachine-poepzuiger wekelijks kan worden<br />

schoongemaakt. Verwijderen van de hondenpoep<br />

is belangrijk om de uitspoeling van meststoffen<br />

en eutrofiëring van het water tegen te gaan.<br />

Voor de singelgracht is de oever aan de wegzijde<br />

niet geschikt voor aanleg van een accoladeprofiel.<br />

Het zou daar een te steil wegtalud opleveren.<br />

Daar staat tegenover dat aan de wijkzijde op<br />

veel plekken grotere plasdras-breedtes kunnen<br />

worden toegevoegd. De potentiële waterberging<br />

van het flexibele peil binnen de wijken<br />

Singels en Morgenweide kan met de aanleg<br />

van accoladeprofielen tot zeker 50% worden<br />

uitgebreid t.o.v. de huidige bergingscapaciteit.<br />

Aan de singels staan in het af te graven gazontalud<br />

jonge bomen. Nu de bomen nog jong zijn, zijn ze<br />

mogelijk nog te verplaatsen naar het 1:1 talud.<br />

Zo’n bomenrij geeft een landelijk karakter aan de<br />

singels, waarvan vleermuizen (watervleermuis en<br />

dwergvleermuis) en libellen gebruik kunnen maken<br />

in hun jacht op muggen. Als gewacht wordt tot de<br />

bomen zijn uitgegroeid, zijn ze niet meer te verplaatsen<br />

en moeten ze worden gekapt. Of anders<br />

moeten ze op heuvels/eilanden op de huidige plek<br />

blijven staan. Rondom die heuvels ontstaan dan<br />

wel nieuwe interessante oevergradiënten, maar<br />

onderhoud en beheer van die heuvels kan niet<br />

zonder verstoring van de plasdras-vegetatie.<br />

5.2.2 Bewaren: retentiebekken(s)<br />

voor schoon water<br />

Ook met deze verhoogde bergingscapaciteit kan<br />

niet al het hemelwater dat binnen het gebied valt<br />

worden vastgehouden. In de winter valt er meer<br />

en wordt er minder water verbruikt. In de zomer<br />

is het waterverbruik groter door rechtstreekse<br />

verdamping en via vegetatieopname. Bij droge<br />

zomers treedt er zelfs een watertekort op en moet<br />

er boezemwater worden ingelaten. Daarvoor is<br />

alleen het water uit de Reef-zone beschikbaar. Dit<br />

water is echter van zeer matige kwaliteit en zwaar<br />

Haags Milieucentrum 2006


vermest. Als gevolg daarvan geeft het water van<br />

de wijk Morgenweide een sterke algenbloei te zien.<br />

Het water van Singels/Morgenweide (en van<br />

Boswijk, dat het overtollige water via een stuw<br />

op de singelgracht loost) wordt op peil gehouden<br />

door het gemaal aan de Laan van Hoornwijk. Dit<br />

gemaal pompt het water onder de A4 door naar<br />

een molensloot die al in de Middeleeuwen als<br />

zodanig dienst deed. Van daaruit wordt het tussen<br />

Hoornwijk en Drievliet in de Vliet uitgeslagen.<br />

Dit overtollige water bestaat vrijwel volledig uit<br />

regenwater en is dus van hoge kwaliteit. Eigenlijk<br />

doodzonde om schaars schoon water te verspillen<br />

in het vuile Vlietwater.<br />

Naast de molensloot in de Vlietzone ligt golfterrein<br />

Leeuwenberg. Dit terrein heeft flinke<br />

vijvers die zouden kunnen worden ingezet als<br />

retentieberging. De Vlietzone ligt weliswaar<br />

in een ander peilgebied, maar kan met weinig<br />

ingrepen als bufferzone dienen voor het schone<br />

water van de wijken Singels en Morgenweide.<br />

Het water wordt nu omhoog gebracht naar de<br />

peilhoogte van de Vlietzone, om te kunnen worden<br />

uitgeslagen in de Vliet. Het kan dan evengoed<br />

worden afgeleid naar de retentiebekkens, van<br />

waaruit het, bij gelegenheid, onder natuurlijk<br />

verval kan terugstromen naar de singelgracht.<br />

De aanwezigheid van retentiewater op het golfterrein<br />

dwingt tot duurzaam ecologisch beheer.<br />

Dat is conform de tendens om de traditionele<br />

cultuur-golfterreinen om te vormen naar eco/natuur-golfbanen.<br />

De vijvers moeten dan worden<br />

aangepast en ingeplant met een rietvegetatie.<br />

Het kan dan niet anders of deze vegetatie zal veel<br />

vogels en andere fauna aantrekken. Behalve dat<br />

de retentie nuttig is voor het schoonhouden van<br />

de watervoorziening in <strong>Ypenburg</strong> zal ze dus ook de<br />

Vlietzone in recreatiewaarde sterk opwaarderen.<br />

Het kan uitgroeien tot een functioneel en recreatief<br />

natuurgebied midden in het stedelijke gebied. Voor<br />

Den Haag een welkome aanvulling op de betrekkelijke<br />

groenschaarste in dit deel van de stad.<br />

De retentie kan naar behoefte worden uitgebreid.<br />

Mogelijk zal de wijk De Venen ook aan het<br />

systeem van Morgenweide/Singels worden gekoppeld<br />

en is er meer retentiecapaciteit nodig.<br />

Schoon water in de Vlietzone<br />

5.2.3 Afvoeren: schoon afvoerwater benutten<br />

Een eventueel overschot dat niet meer geborgen<br />

kan worden zou, in plaats van de gebruikelijke<br />

afvoer naar de Vliet, ook aan de andere kant<br />

van het watersysteem kunnen worden ingezet<br />

om het water van de Reefzone te verbeteren<br />

en daarna pas af te voeren naar de Vliet.<br />

5.2.4 Watercirculatie<br />

Stilstaand water is gevoeliger voor vervuiling<br />

dan stromend water. Vervuilende stoffen kunnen<br />

zich op één bepaalde plek opstapelen, terwijl<br />

andere plaatsen “schoon” blijven. Stromend<br />

water neemt meer zuurstof op dan stilstaand<br />

water, waardoor er meer natuurlijke afbraak<br />

Haags Milieucentrum 2006


van vervuiling optreedt. Verder kan stromend<br />

water door een (helofyten)filter worden geleid.<br />

Het verdient dus aanbeveling om, onafhankelijk<br />

van het peilbeheer en afpompen van het<br />

overschot, stroming in het water te brengen.<br />

Met behulp van de grote hoeveelheid water in<br />

Waterwijk is het water in Singels/Morgenweide<br />

betrekkelijk eenvoudig in beweging te brengen.<br />

Dat kan met de gemalen die er al staan!<br />

Om de watercirculatie tot stand te brengen moet<br />

de directe verbinding tussen de singelgracht en<br />

de kop van de Rijswijkse Landingslaan worden<br />

afgesloten. In Waterwijk moet de korte verbinding<br />

tussen de Mok en de Van der Woudevaart<br />

eveneens worden dicht gemaakt. Daarna kan de<br />

pomp op de kop van de Rijswijkse Landingslaan<br />

het water uit de Mok omhoog brengen naar de<br />

singelgracht. Het water in die gracht stroomt dan<br />

richting Morgenweide.<br />

Met behulp van stuwen wordt bepaald hoeveel<br />

water er door de singels van de singelgracht naar<br />

de landingslaangracht mag lopen. Die singels<br />

kunnen desgewenst één voor één op volle kracht<br />

worden doorgespoeld. Uiteindelijk komt het water<br />

via de Aalscholversingel terug in de landingslaangracht<br />

en stroomt het naar het Rijswijkse einde<br />

waar het onder vrij verval, over een beweegbare<br />

stuw, via de Van der Woudevaart wordt afgevoerd<br />

naar de Broekpolderplas. Van daaruit stroomt het<br />

via de Waterwijkvaart weer terug naar de Mok.<br />

In principe is het dus met behulp van deze ene<br />

pomp en een aantal stuwen mogelijk om het water<br />

in drie wijken te laten stromen. Deze pomp kan<br />

duurzaam worden aangedreven door Turby-windmolens<br />

op het dak van de flats langs de Rijswijkse<br />

Landingslaan. Als het hard waait is de stroming<br />

sterker, bij windstilte valt ook de stroming weg.<br />

In stilstaand water treedt snel vervuiling op<br />

Haags Milieucentrum 2006


Een overloop brengt zuurstof en stroming in het water<br />

Hier een overloop uit het Wateringseveld<br />

In de Van der Woudevaart staat het water stil, hetgeen leidt tot<br />

overlast van drijfvuil en plaatselijk optreden van blauwalg<br />

Haags Milieucentrum 2006


A4<br />

A13<br />

A12<br />

Groenplan <strong>Ypenburg</strong>: de Huidige Groene situatie Slinger<br />

traditioneel onderhoud<br />

braakliggend terrein<br />

ecologisch grasbeheer<br />

inheems bosschage/struweel<br />

plas-dras beheer<br />

gemengd beheer trad/ecol in overleg met bewoners<br />

water<br />

wegdijk<br />

H<br />

helofytenfilter<br />

Haags Milieucentrum 2006


A4<br />

A13<br />

A12<br />

H<br />

Groenplan <strong>Ypenburg</strong>: de Groene Slinger


5.3 Verbetering ecologische verbindingen<br />

5.3.1 Waterverbinding<br />

5.3.1.1 Planten en dieren in het water<br />

Verbinding van aquatische ecosystemen in de polder<br />

is, vanwege de peilverschillen die met pompen<br />

en stuwen in stand worden gehouden, altijd een<br />

probleem. De in het water levende dieren kunnen<br />

deze kunstwerken meestal niet passeren. Daarmee<br />

zit een belangrijk onderdeel van het ecosysteem<br />

binnen één peilgebied opgesloten. Als het water<br />

binnen dat peilgebied stilstaat en ook nog eens<br />

door duikers in afzonderlijke delen is opgesplitst,<br />

zullen die delen als aparte ecosysteempjes functioneren.<br />

In dit soort kleine deelsysteempjes kan<br />

het heel makkelijk voorkomen dat een soort, die<br />

binnen het ecosysteem een sleutelpositie inneemt,<br />

uitsterft en daarmee vrij baan geeft aan andere<br />

soorten om een plaag te vormen. Om dit te voorkomen<br />

moeten de afzonderlijke onderdelen van<br />

het watersysteem worden verbonden. Daarvoor<br />

is stroming binnen het peilgebied noodzakelijk.<br />

Voor de waterkwaliteit is een compleet aquatisch<br />

ecosysteem een belangrijke voorwaarde. Een<br />

goede onderwaterflora filtert de ongewenste<br />

stoffen uit het water. Een evenwichtige waterfauna<br />

houdt zowel de flora als zichzelf onder controle.<br />

Bij aanleg van de accoladeprofielen draagt de oevervegetatie<br />

ook bij aan een goede waterkwaliteit.<br />

Bij uitvoering van het verbeterplan kan een helofytenfilter<br />

worden aangelegd op de overgang van de<br />

Waterwijkvaart en de Mok. Dit filtert al het langsstromende<br />

water. Het dient tevens als natuurlijke<br />

barrière voor vissen die vanuit de Waterwijkvaart<br />

de Mok in zouden willen zwemmen. Het voorkomt<br />

dat ze in de pomp naar de singelgracht worden<br />

vermalen. Slechts de vissen die klein genoeg zijn<br />

om tussen de rietstengels door te zwemmen,<br />

komen in de Mok terecht. Maar die kunnen de<br />

pomp meestal zonder veel schade passeren.<br />

5.3.1.2 Planten en dieren bij het water<br />

De waterlijnen vormen wel een ecologische<br />

verbinding voor diersoorten die òp de oever leven,<br />

en voor amfibische en vliegende waterdieren. Deze<br />

soorten kunnen tussen verschillende<br />

peilgebieden migreren. Ze zijn<br />

daarbij afhankelijk van de oeverbegroeiing<br />

en van de waterkwaliteit.<br />

Oeverbegroeiing en waterkwaliteit<br />

zijn onderling ook sterk van<br />

elkaar afhankelijk. Naarmate<br />

het water rijker aan meststoffen<br />

wordt, is de soortenrijkdom van<br />

de oeverbegroeiing armer.<br />

Voor een ecologische verbinding is<br />

het belangrijk dat de dekking van<br />

de oeverbegroeiing doorloopt en<br />

dat dieren geen damwanden op hun<br />

weg tegenkomen. In de singelgracht<br />

vormen de brede brugdammen een fors obstakel<br />

in de oeverlijn. Om dit te herstellen kan langs de<br />

singelgracht bij de bruggen een buis door de dammen<br />

worden geboord. Als deze buis in de begroeiing<br />

verscholen ligt vinden de dieren hem vanzelf.<br />

Of het nu vliegende of lopende waterkantgebonden<br />

dieren betreft, het is belangrijk dat ze<br />

door de waterlijnen en plassen van <strong>Ypenburg</strong><br />

uiteindelijk onder het Prins Clausplein door<br />

worden geleid. Als dat gelukt is, vinden ze aan<br />

de andere kant van de A4 wederom plassen<br />

en waterlopen die ze verder geleiden richting<br />

Trekvliet en de Haagse groene structuren.<br />

Haags Milieucentrum 2006


5.3.2 Bos- en struweelverbinding<br />

5.3.2.1 Isolatie<br />

In de tijd van het vliegveld lagen de bosschages<br />

van Craeyenburg als een grote stapsteen precies<br />

midden tussen de Delfse Hout en de schuilbossen.<br />

Dieren van het bos zijn, veel meer dan dieren<br />

die in het gras leven, geneigd om van stapstenen<br />

gebruik te maken in hun zoektocht naar een<br />

geschikte vestigingsplaats. Er stonden toen alleen<br />

maar hekken rond de bossen, en daar trekken<br />

dit soort dieren zich in hun verspreidingsdrang<br />

betrekkelijk weinig van aan. Nu er een woonwijk<br />

ligt is de situatie veranderd. Niet alleen zijn de<br />

schuilbossen in omvang veel kleiner geworden,<br />

ze zijn ook nog eens geïsoleerd geraakt voor de<br />

natuurlijke aanvoer van dieren vanuit het Groene<br />

Hart. En daarmee is de doorvoer naar de groenzones<br />

van de Haagse stadsregio ook onderbroken.<br />

Om deze isolatie te doorbreken zou een<br />

route van ecologische stapstenen in de vorm<br />

van grotere oppervlakken struweel en bosschage<br />

moeten worden aangelegd die de verbinding<br />

legt tussen Delfse Hout en Plas Boswijk. Deze<br />

route loopt dan om de woonwijken heen.<br />

5.3.2.2 Koppeling struweelverbinding<br />

• Langs de Brasserhoutweg kan een rij bomen<br />

de basis vormen voor een struweelrand langs<br />

de stammen. Daarmee wordt de Delfse Hout<br />

verbonden met de Brasserskade. Aan de andere<br />

kant van de Brasserkade begint een groenstrook<br />

De Brasserhoutweg<br />

Langs de Rijswijkse Waterweg<br />

Toekomstig bedrijventerrein Poortweg<br />

van 12 meter breed die, langs de Rijswijkse<br />

Waterweg, helemaal om de bebouwing van de<br />

Henricuskade loopt. De bebouwing is met een<br />

vrijwel blinde muur van de Rijswijkse Waterweg<br />

en de groenstrook afgesloten. Daar loopt een waterloop<br />

waarlangs een struweelrand kan worden<br />

gelegd, die de bosschage van de Brasserhoutweg,<br />

de Brasserkade en Craeyenburg verbindt<br />

met de wegdijk van de A13. Dat wil zeggen, als<br />

er onder de Poortweg door een functionerende<br />

faunapassage wordt geplaatst.<br />

• Langs de Poortweg ligt een als bedrijfsterrein<br />

aangewezen gebied. Dit gebied moet zoveel<br />

mogelijk worden “ingepakt” in bosschages en<br />

struweel. Het moet als het ware een pendant<br />

worden van de schuilbossen in Boswijk. Dit is<br />

nodig omdat vanuit dit gebied naar Plas Boswijk<br />

slechts stapsteen- bosschages langs de singelgracht<br />

mogelijk zijn.<br />

• De eerste twee stapstenen zouden moeten<br />

liggen aan beide zijden van het speelveld aan<br />

de Bieremalaan. Behalve een stapsteenfunctie<br />

hebben deze bosschages ook een functie in de<br />

windbreking voor het speelveld. De bosjes hebben<br />

beide een ecologische functie: het meest zuidelijke<br />

bosje is het ‘uitstapbosje’ voor amfibieën<br />

vanuit de kraamkamer die daar is voorgesteld<br />

(zie 4.2.3). Het bosje langs de Koolhovenlaan is<br />

bedoeld als een gelobde zoomvegetatie, die veel<br />

vlinders aantrekt.<br />

• De verdere stapstenen richting Boswijk bestaan<br />

uit bosschages bij iedere brug, aan de wijkzijde,<br />

zodat doorgaand verkeer op de Singel niet het<br />

Haags Milieucentrum 2006


zicht op eventueel overstekend of invoegend<br />

verkeer wordt ontnomen. Ze moeten ook zodanig<br />

worden gepositioneerd dat ze langslopende<br />

of fietsende voorbijgangers geen onveilig gevoel<br />

geven. Deze stapstenen worden gecomplementeerd<br />

door een struweelrand aan de overkant<br />

van de Singel, die de “blokkendozen” van het<br />

bedrijventerrein inkleedt.<br />

• Bij de Laan van Hoornwijk mag best iets speciaals<br />

gedaan worden. Dit is de entree voor de<br />

‘Buitenplaats <strong>Ypenburg</strong>’, en moet daarom ook<br />

representatief zijn. Hier kan een groene ‘Poort<br />

van <strong>Ypenburg</strong>’ worden aangeplant, door aan<br />

weerszijden van de Laan van Hoornwijk aan de<br />

zijde van Boswijk bosschages aan te leggen,<br />

eventueel aangevuld door een met struweel<br />

ingeplante rotonde.<br />

• De daarop volgende struweelwal langs Boswijk<br />

zal moeten worden ingeplant met inheems struweel,<br />

en legt de verbinding met de bosschages<br />

rond Plas Boswijk, TNO-terrein en Tedingerbroekplas<br />

en van daaruit met het struweel in de<br />

onderdoorgang van het Prins Clausplein.<br />

5.3.3 Grasverbinding<br />

5.3.3.1 Al bijna klaar<br />

In het gras levende dieren zijn zich voortdurend<br />

bewust van de noodzaak om in de dekking te<br />

blijven. Veel van deze dieren zijn daarom veel<br />

minder geneigd om onbegroeide vlaktes over<br />

te steken. Hun verspreidingsroute kan dan ook<br />

veel minder gebruikmaken van ver uit elkaar<br />

liggende stapstenen. Gelukkig hoeft dat ook<br />

niet, want op één belangrijk traject na liggen de<br />

schakels van de grasverbinding van de Tweemolentjesvaart<br />

naar het Prins Clausplein er al.<br />

De grasverbinding vanuit het Groene Hart reikt<br />

vanaf de Tweemolentjesvaart via het talud langs<br />

de Brasserhoutweg en de Broekpolderplas al tot<br />

het centrum van <strong>Ypenburg</strong>. Op de akoestische<br />

wegdijk van de A13 ligt een flink areaal ecogras.<br />

Als de verbinding daartussen, de zuidelijke<br />

groenzone langs de Rijswijkse Landingslaan,<br />

Struweelwal langs Boswijk. Exoten op steriele bodem<br />

blokkeren migratie van flora en fauna<br />

Blokkendozen langs de Singel behoeven groene inkleding<br />

Onder het Prins Clausplein is nog voldoende ecostructuur<br />

Haags Milieucentrum 2006


in ecobeheer wordt genomen, is de verbinding<br />

met het Prins Clausplein al bijna gelegd.<br />

Want vanaf de wegdijk loopt de ecogras-berm<br />

langs de singelgracht tot in de Reefzone.<br />

5.3.3.2 Ontsnippering<br />

Het is slechts zaak om de verschillende schakels<br />

aan elkaar te koppelen. Als de Brasserskade van<br />

een droge ecoduiker wordt voorzien, kunnen de<br />

dieren die daarvan gebruikmaken doorlopen tot<br />

aan de brug in het verlengde van de Frits Diepenlaan.<br />

De drie bruggen over de Landingslaangracht<br />

vormen een fysiek scherm dat de dieren kan<br />

geleiden naar een op het water drijvende loopplank<br />

onder de brug door. De laatste brug is dermate<br />

klein dat daarvoor geen maatregelen nodig zijn.<br />

Langs de singelgracht kan gebruik worden<br />

gemaakt van dezelfde damdoorboringen die<br />

nodig zijn voor de verbinding van de waterlijn. Er<br />

rest dan nog slechts de behoefte aan een aantal<br />

faunapassages om de Singel, de Laan van Hoornwijk<br />

en de <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan veilig te kunnen<br />

passeren, om vervolgens de Reefzone en het<br />

Prins Clausplein te kunnen bereiken. Dat kunnen<br />

ecoduikers zijn, maar sommige in het gras levende<br />

soorten, zoals de haas en de vos, zullen nooit<br />

van een duiker gebruikmaken. Andere soorten,<br />

zoals de pad en de spitsmuis, zullen niet zonder<br />

kunnen. Misschien is het niet zo’n slecht idee<br />

om het fietspad vanaf de Koolhovenlaan richting<br />

Delft, en vanaf de Blauwe Reigerssingel richting<br />

Voorburg over een soort ecoduct te leggen, zodat<br />

dieren èn fietsers veilig kunnen oversteken.<br />

De enige oost-wet groenverbinding van het Groene Hart<br />

naar Den Haag vice versa ligt onder het Prins Clausplein<br />

Onder de brug moet de oeververbinding hersteld worden<br />

Wanneer de bermen mogen bloeien zal er pas echt sprake<br />

zijn van betovering<br />

Haags Milieucentrum 2006


5.4 ... en wat er nog meer mogelijk is<br />

Tenslotte enkele “wilde” ideeën. Niet om direct uit<br />

te voeren, maar om aan te geven dat er nog veel<br />

kan worden ingebracht ter versterking van het<br />

functioneren van de groenzones in de wijk. Ideeën<br />

om de fantasie te prikkelen en de discussie op gang<br />

te brengen. Beleving en ecologische functies zijn<br />

elkaars tegenhanger voor groen in een woonwijk,<br />

het één kan niet zonder het ander. Aan een ecologische<br />

zone valt veel meer te beleven dan aan<br />

traditioneel decorgroen en de beleving beschermt<br />

de groenzone. Die interactie kan worden versterkt.<br />

5.4.1 Parkterrein<br />

Op het terrein tussen Weidevogellaan en <strong>Ypenburg</strong>se<br />

Bosbaan, tegenover de Plas Boswijk, moet<br />

een park komen. En dat niet alleen omdat het<br />

de bewoners beloofd is, maar ook omdat er iets<br />

heel belangrijks ontbreekt: een kinderboerderij.<br />

Het parkje dat daar zou moeten komen, kan<br />

heel goed worden ingevuld op de wijze zoals dat<br />

gedaan is in het Florence Nightingale Park. Een<br />

wandelparkje waar honden aan de lijn moeten,<br />

dat door bosschages is afgeschermd van de<br />

drukte van het verkeer, en waar een stadsboerderij<br />

rust, vertier en vooral educatie geeft.<br />

Je zou er zelfs aan kunnen denken om in die<br />

stadsboerderij een kleine schaapskudde onder<br />

te brengen, die, begeleid door een herder,<br />

het gras van de wegdijk kan begrazen. Het<br />

zou iets unieks aan de beleving van het<br />

landstedelijk wonen kunnen toevoegen.<br />

Het Florence Nightingalepark als<br />

model voor <strong>Ypenburg</strong><br />

5.4.2 Inheemse struiken te koop<br />

Op het terrein tussen de Poortweg en de A13<br />

is in de Groene Slinger een flink struweelareaal<br />

geopperd. Op dit moment is het echter aangewezen<br />

als bedrijfsterrein. Die twee hoeven<br />

elkaar niet te bijten. Sterker nog: op dit moment<br />

is er een caravanbedrijf gevestigd en dat zal<br />

geen enkel bezwaar hebben als de beplanting<br />

de klanten ‘vast in de stemming brengt’.<br />

Maar stel nu dat het soort bedrijf, dat daar in<br />

het nog lege gedeelte zal komen, mag worden<br />

uitgezocht, dan is dit een perfecte plek voor de<br />

vestiging van een kwekerij voor inheems groen.<br />

De basale grondsoorten van de Haagse regio, klei<br />

en veen aan de voet van de dijk, en duinzand op<br />

de dijk, zijn direct beschikbaar.<br />

Deze kwekerij zou particulieren, instanties<br />

en overheden kunnen voorzien van bomen<br />

en struiken die van nature lokaal voorkomen.<br />

Er zijn in de nabije toekomst een heleboel<br />

groenstroken in Den Haag die gefaseerd moeten<br />

worden ontdaan van exoten, om daarvoor in de<br />

plaats inheemse struiken terug te planten. En<br />

de kwekerij levert het voor de Groene Slinger<br />

benodigde struweelareaal, waarvan allerlei<br />

bosdieren gebruik kunnen maken om de sprong<br />

naar de stapstenen richting Plas Boswijk te maken.<br />

foto: Sandra Kamphuis<br />

Haags Milieucentrum 2006


5.4.3 Natuurspeelplaats<br />

In Waterwijk is nauwelijks enig speelgroen.<br />

Toch willen kinderen dat. Een plekje om hutten<br />

te bouwen, fikkie te stoken, sprinkhanen<br />

of kikkervisjes te vangen. Zo’n heerlijk<br />

plekje waar je jezelf kan verstoppen, waar je<br />

je fantasie kan laten gaan en waar je als het<br />

moet binnen twee minuten veilig thuis bent.<br />

Midden in Waterwijk, aan de Van der Woudedijk<br />

in het verlengde van de Anthony Fokkersingel,<br />

ligt een terrein dat nog niet bebouwd is. Dit<br />

terrein zou tijdelijk, maar als het bevalt misschien<br />

wel permanent) kunnen worden ingericht als<br />

natuurspeelplaats. Dat kan heel eenvoudig door<br />

hoogteverschillen aan te brengen en struweel<br />

aan te planten. Door de oevers af te vlakken kun<br />

je ook een waterelement in het spel mogelijk<br />

maken. Eenvoudige speeltoestellen kunnen<br />

een aanvulling zijn, maar strikt genomen is dat<br />

niet eens nodig. De ervaring leert dat kinderen<br />

zelf voldoende fantasie hebben en prima uit de<br />

voeten kunnen met wat de natuur hen biedt.<br />

De huidige natuurspeelplaats van<br />

<strong>Ypenburg</strong>...<br />

.... maar kinderfantasie heeft<br />

niet meer nodig dan .....<br />

Haags Milieucentrum 2006


5.5 Conclusies en aanbevelingen<br />

<strong>Ypenburg</strong> is een stadsdeel met potenties. Een<br />

van de belangrijkste potenties is die van “prettig<br />

wonen”. Dat uit zich in een open structuur,<br />

betrekkelijk weinig hoogbouw en vooral veel<br />

groen. De wijk is overduidelijk ontworpen als<br />

een natuurlijke overgang, een gradiënt van<br />

het groene buitengebied naar de stad.<br />

Toen de ontwerpers destijds aan de slag gingen,<br />

deden ze dat niet in dienst van de gemeente Den<br />

Haag. Hun ideeën over groen in de buitenwijk<br />

was dan ook zeker niet geënt op het idee om aan<br />

te sluiten op de groengordels van Den Haag.<br />

De term landstedelijk wonen was nog niet<br />

uitgevonden, maar het concept zat zeker in het<br />

achterhoofd. <strong>Ypenburg</strong> moest een wijk worden<br />

waar de stedeling het landleven om de hoek<br />

had en kon proeven. Die opzet is gelukt.<br />

Echter, bij de invulling van de groenstructuren<br />

heeft het traditioneel stedelijk denken over<br />

groen iets teveel de overhand gekregen. Groenstructuren<br />

die overduidelijk waren bedoeld als<br />

groene doorbreking van het stratenpatroon,<br />

kregen toch een inrichting als decorgroen. En<br />

waterlopen die als historische verwijzing naar<br />

oorspronkelijk veen-weidelandschap waren bedoeld,<br />

werden gedegradeerd tot makelaarswater.<br />

Dit lijkt daarom een kritisch rapport, maar in<br />

feite is het dat niet. In dit rapport hebben we<br />

de oorspronkelijke ideeen van dat “landstedelijk<br />

wonen” weer naar boven gehaald.<br />

Dat betekent de beleving van het buitengevoel<br />

in de woonomgeving. Met nadruk wordt hier<br />

de term “beleving” gebruikt. Want hoewel<br />

het rapport de nadruk legt op de ecologische<br />

waarden van de groenzones, is dat feitelijk<br />

slechts een bijproduct waaraan de kwaliteit<br />

van de groenzones kan worden afgelezen en<br />

waarop gestuurd zou kunnen worden.<br />

Maar beleving is veel meer!<br />

Dan gaat het om de intimiteit van het wonen in<br />

landelijk gebied, om de eigen identiteit van de<br />

omgeving. Dan gaat het om het accenueren van<br />

de lange lijnen, terwijl die tegelijkertijd worden<br />

verzacht door bosschages. Bosschages die tevens<br />

het verkeerslawaai dempen en de lucht zuiveren,<br />

en de wind breken als die in een noordooster- of<br />

zuidwesterstorm over <strong>Ypenburg</strong> jaagt.<br />

Dan gaat het om kinderen die in het groen<br />

spelen en glunderend thuiskomen, omdat ze<br />

hebben van alles ontdekt hebben. Dan gaat het<br />

ook om het bewust worden van de seizoenen,<br />

waarin regen en zon de omgeving dagelijks een<br />

ander aanzien geven. Beleven is zoveel meer!<br />

De aanbevelingen betreffende de aanpak van<br />

de wijk-doorsnijdende singels hebben prioriteit.<br />

Niet alleen omdat dit in het kader van de Nota<br />

Waterbeleid 21e eeuw in de Kaderrichtlijn<br />

Water vereist wordt, maar ook omdat daarvoor<br />

bomen moeten worden verplaatst. Een klus<br />

die met het ouder worden van de bomen<br />

steeds moeilijker succesvol uit te voeren is.<br />

De overige aanbevelingen die in dit rapport<br />

worden gedaan, kunnen voor een groot gedeelte<br />

min of meer geleidelijk worden doorgevoerd.<br />

Het betreft vaak de aanplant van bomen en<br />

struiken, een aangepast beheer, een andere<br />

manier van denken. En het betreft ingrepen in<br />

de infrastructuur, die als agendapunten hoog op<br />

de prioriteitenlijst kunnen worden geplaatst.<br />

Zodra zich de gelegenheid voordoet, bij een<br />

reconstructie of herstelwerkzaamheden aan de<br />

wegen, kunnen ze in het bestek worden meegenomen.<br />

Natuurlijk was het goedkoper geweest<br />

als er van begin af rekening mee was gehouden,<br />

maar op deze wijze kunnen de kosten in de hand<br />

worden gehouden. Het heeft geen haast, maar het<br />

moet wel gebeuren! En liefst voordat de bestaande<br />

deelpopulaties door inteelt zijn uitgestorven.<br />

Haags Milieucentrum 2006


Begrippenkader<br />

Algenbloei - Extreme groei van in het water zwevende<br />

algen. Een gevolg van een overmaat aan<br />

voedingsstoffen in het water. Overdag produceren<br />

algen veel zuurstof, maar ’s nachts wordt zuurstof<br />

verbruikt. Dat kan leiden tot zuurstofloosheid aan<br />

het eind van de nacht.<br />

Biodiversiteit - Verscheidenheid aan flora en<br />

fauna<br />

Bos - Een door bomen overheerste beplanting<br />

waarin tenminste drie van de vier ‘etages’ (hoge<br />

boomlaag, lage boomlaag, struiklaag, kruidlaag)<br />

voorkomen, en van een dusdanige oppervlakte dat<br />

er ook in het horizontale vlak zonering optreedt<br />

(vuistregel Ø > 30m)<br />

Bosschage - Een door bomen overheerste beplanting<br />

waarin tenminste drie van de vier ‘etages’<br />

(hoge boomlaag, lage boomlaag, struiklaag,<br />

kruidlaag) voorkomen, van dusdanig klein of smal<br />

formaat dat zonering niet optreedt (het is geheel<br />

“bosrand”)<br />

Broekbos - Moerasbos, staat in de winter enige<br />

maanden in het water<br />

Drainagebuizen - Buizen die te hoog grondwater<br />

opnemen en afvoeren<br />

Drooglegging - Hoogteverschil tussen het peil<br />

van het oppervlaktewater en het maaiveld. Het<br />

grondwater staat (meestal) hoger, maar kan door<br />

te sturen op de drooglegging worden gereguleerd<br />

Droogmakerij - Drooggemalen plas, meer of deel<br />

van de zee<br />

Ecologische gradiënt - Geleidelijke overgang<br />

tussen twee ecologische toestanden (bijv. nat<br />

droog), waarin iedere soort zijn favoriete plekje<br />

kan vinden<br />

Ecologische stapsteen - Gebiedje dat te klein<br />

is voor een dier om zich er te vestigen, maar dat<br />

voldoende voedsel en dekking geeft om als rustpunt<br />

te kunnen dienen op weg naar een geschikt<br />

vestigingsgebied<br />

Eco-structuur - Ecologische structuur<br />

Eutrofiëring - Verrijking door meststoffen als stikstof<br />

en fosfaat<br />

Faunapassage - Doorgang voor dieren onder of<br />

over een stuk infrastructuur die een barriere vormt<br />

in de migratieroutes<br />

Flap - Vorming van drijvende kussens van draadwieren<br />

ten gevolge van een overmaat aan voedingsstoffen<br />

in het water. Sluit de waterbodem af<br />

van zonlicht dat anders de bodem zou bereiken.<br />

Hierdoor sterft alle leven op de bodem af. De kussens<br />

zakken aan het eind van de zomer naar de<br />

bodem, waar ze afsterven en vergaan. Het rottingsproces<br />

kan alle zuurstof uit het water trekken<br />

(stank!)<br />

Glanshaverhooiland - Eén van de typen bloemrijk<br />

grasland<br />

Habitat - Gebied waar soorten hun soortspecifieke<br />

behoefte aan voedsel, dekking, nestgelegenheid en<br />

Haags Milieucentrum 2006<br />

rust kunnen vinden en waar genoeg ruimte is om<br />

meerdere paartjes te herbergen.<br />

Metaboliseren - Door organismen in het verteringsproces<br />

afbreken<br />

Mitigerende maatregelen - Verzachtende maatregelen<br />

Molensloot - Afvoersloot van polderwater bij gemaal<br />

Neerslagoverschot - Meer hemelwater dan de<br />

vegetatie kan opnemen<br />

Onderwaterfauna - Waterbeestjes<br />

Onderwaterflora - Waterplanten<br />

Petgaten - Met water gevulde gaten waaruit het<br />

veen is weggebaggerd<br />

Struweel - Een door struiken overheerste beplanting<br />

van diverse soortensamenstelling, soms met<br />

verspreid staande (lage) bomen. De laatste verschijningsvorm<br />

wordt ook wel met ‘boomstruweel’<br />

aangeduid.<br />

Solitaire boom - Boom zonder boomspiegelbegroeiing<br />

en zonder krooncontact met andere bomen<br />

Zavel - De grofste fractie van deeltjes die nog als<br />

klei kunnen worden gekarakteriseerd. Zavel ligt<br />

eigenlijk tussen de klei- en de zandfractie in. De<br />

term wordt ook wel (abusievelijk) gebruikt voor<br />

zand-kleimengsel


Beknopte literatuurlijst<br />

Bezemer, Veronique, 2004; Balanceren tussen<br />

rood en groen: kwaliteit en kwantiteit<br />

combineren; Groen vol 60 nr 1: 28 – 31<br />

Braun, Bart, 2004; Schuim der wateren:<br />

algen-bloei; Natuurwetenschap &<br />

Techniek vol 72 nr 7/8: 112 - 113<br />

Broekmeijer, Mirjam, en Eveline Steingröver (red),<br />

2001; Handboek Robuuste Verbindingen: ecologische<br />

randvoorwaarden; Alterra Research Instituut<br />

voor de Groene Ruimte, Wageningen - 131 p<br />

Cornelis, Johnny & Martin Hermy, 2004;<br />

Biodiversity relationonships in urban and<br />

suburban parks in Flanders; Landscape<br />

and Urban Planning 69 : 385 – 401<br />

Dorp, D. van, K.J. Canters, J.T.R. Kalkhoven<br />

en P. Laan (red), 1999; Landschapsecologie:<br />

Natuur en landschap in een veranderende<br />

samenleving; Boom – Amsterdam – 440 p<br />

Dulski, Birgit, 2006; Kinderen in de woonomgeving:<br />

Tips en richtlijnen voor een kindvriendelijke<br />

woonomgeving; NIBE Publishing bv, Bussum – 80 p<br />

Fjørtoft, Ingunn & Jostein Sageie, 2000;<br />

The natural environment as a playground<br />

for children: Landscape description and<br />

analyses of a natural playscape; Landscape<br />

and Urban Planning 48 : 83 – 97<br />

Franke, Martin, 2005; Meer groen op straat?!<br />

Wensen en voorkeuren van stedelingen voor<br />

groen in de wijk; Groen vol 61 nr 1 : 32 – 37<br />

Freeman, Claire, 1999; Development of a simple<br />

method for site survey and assessment in urban<br />

areas; Landscape and Urban Planning 44 : 1 – 11<br />

Gerritsen, E. en W. Timmermans, 2002;<br />

Groene Metropolen het eerste jaar<br />

2001; Alterra Research Instituut voor de<br />

Groene Ruimte, Wageningen - 72 p<br />

Gómez, F., N. Tamarit & J. Jabaloyes, 2001; Green<br />

zones, bioclimatics studies and human comfort<br />

in the future development of urban planning;<br />

Landscape and Urban Planning 55 : 151 –161<br />

Haire, S.L., C.E. Bock, B.S. Cade & B.C. Bennett,<br />

2000; The role of landscape and habitat<br />

characteristics in limiting abundance of grassland<br />

nesting songbirds in an urban open space;<br />

Landscape and Urban Planning 48 : 65 – 82<br />

Houtman, André, 1997; Groen en blauw in<br />

<strong>Ypenburg</strong>; Grontmij Eindhoven/Projectburo<br />

<strong>Ypenburg</strong> – Eindhoven– 37 + 20 p<br />

Keizer, P.J. , 2005; Overzicht van vegetatietypen<br />

langs de rijkswegen; Rijkswaterstaat-DWW<br />

– Delft- Publicatie nr DWW-2005-032 – 144p<br />

Haags Milieucentrum 2006<br />

Koster, Arie, 2001; Ecologisch groenbeheer;<br />

Schuyt & Co – Haarlem – 208 p<br />

Koster, Arie, 2004; Spontane houtige begroeiingen<br />

in de stad: moeten we de natuur een<br />

handje helpen?; Groen vol 60 nr 3 : 34 – 41<br />

Kwaadsteniet, P.I.M. de, J.F. Jonkhof en S.P.<br />

Tjallingii, 2000; Leve(n)de stadswateren;<br />

Stowa rapportnr 15 – Utrecht – 116 p<br />

Kwaadsteniet, P.I.M. de, 1993; Natuurlijke<br />

oevers in beweging; Handleiding voor inrichting<br />

en beheer van riet- en andere natuurlijke<br />

oevers; Stichting Landelijk Overleg Natuur- en<br />

Landschapsbeheer (LONL) – Utrecht – 96 p<br />

Londo, G. , 1977; Natuurtuinen en<br />

–parken: aanleg en onderhoud; BV W.J.<br />

Thieme & Cie – Zutphen – 134 p<br />

Maat, Kees, en Paul de Vries, 2002;<br />

Groen, wonen en mobiliteit; DGVH/Nethur<br />

Partnership, nota 21, Delft - 61 p<br />

Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,<br />

2000; Natuur voor mensen, mensen voor<br />

natuur: Nota Natuur, bos en landschap in de 21e<br />

eeuw; Ministerie van LNV, ’s Gravenhage - 109 p


Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,<br />

2002; Structuurschema Groene Ruimte 2: Samen<br />

werken aan groen Nederland; Ministerie v Landbouw,<br />

Natuurbeheer en Visserij, ’s Gravenhage<br />

Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2000;<br />

Anders omgaan met water: Waterbeleid in de 21e<br />

eeuw; Ministerie van V&W, ’s Gravenhage - 70 p<br />

Ministerie van VROM, 2004; Leefbaarheid van<br />

wijken; Ministerie van VROM, ’s Gravenhage - 71 p<br />

Ministeries van VROM, LNV, V&W en EZ,<br />

2006; Nota Ruimte; ruimte voor ontwikkeling;<br />

Ministeries van VROM, LNV, V&W<br />

en EZ, ’s Gravenhage – 200 p<br />

Ouden, B. den, 2002; Toelichting Peilbesluit<br />

<strong>Ypenburg</strong>; Grontmij Advies & Techniek<br />

bv Utrecht – Houten – 48 p, 13 bijl<br />

Pino, Joan, Ferran Rodà, Josep Ribas & Xavier<br />

Pons, 2000; Landscape structure and bird<br />

species richness: implications for conservation<br />

in rural areas between natural parks; Landscape<br />

and Urban Planning vol 49 : 35 – 48<br />

Reeze, A.J.G., A.D. Buijse en W.M. Liefveld,<br />

2005; Weet wat er leeft langs Rijn en<br />

Maas; ecologische toestand van de grote<br />

rivieren in Europees perspectief; RIZA rapport<br />

2005.10, Rijkswaterstaat – Lelystad<br />

Ridder, Tim de, 2001; Van donk tot stad.<br />

Water, vriend en vijand; Vlaardings Archeologisch<br />

Kantoor – Vlaardingen – 58 p<br />

Rijks Planologische Dienst, 2002; Ruimte<br />

maken, ruimte delen; Vijfde Nota over<br />

Ruimtelijke Ordening 2000/2020; Ministerie<br />

van VROM, ’s Gravenhage - 91 p<br />

Roorda van Eysinga, N.P.H.J. , 1988; De geboorte<br />

van het Hoogheemraadschap Delfland. Ontginning<br />

en bedijking in de Vroege Middeleeuwen;<br />

Canaletto – Alphen aan de Rijn – 150 p<br />

Rooy, Peter van, en Lydia Sterrenberg, 2000;<br />

Het blauwe goud verzilveren: Integraal waterbeheer<br />

en het belang van omdenken; Studie<br />

41, Rathenau Instituut, ’s Gravenhage - 100 p<br />

Ru, J.H. (red), 1998; Ecologie in beleid<br />

en beheer van stad en land; Stichting<br />

PHLO, Wageningen - 432 p<br />

Schel, Rob & Jean-Paul de la Roy, 2004; Duurzaam<br />

water stroomt beter; Groen vol 60 nr 9 : 26 – 29<br />

Smolders, A., & J.G.M. Roelofs, 1995; Internal<br />

eutrophication, iron limitation and sulphide<br />

accumulation due to the inlet of river Rhine<br />

water in peaty shallow waters in the Netherlands;<br />

Arch Hydrobiol 133 (3): 349 – 365<br />

Snel, Jan en Henk Boom, 2000; Experiment<br />

met natuuroevers in de Vecht;<br />

Groen vol 56 nr 5: 35 – 40<br />

Tjallingii, Sybrand, 1996; Ecological Conditions;<br />

Proefschrift Technische Universiteit Delft, (TUD);<br />

IBN Scientific Contribution 2 – Wageningen – 320 p<br />

Verhagen, A. (red), 2001; Klimaatverandering in<br />

Nederland: gevolgen en aanpassingsmogelijkheden;<br />

Eindrapportage NOP-II, Bilthoven - 22 p<br />

Waasdorp, Ab, 2005; Het begin: de ontstaansgeschiedenis<br />

van de Haagse regio;<br />

J.G. Smit (red) - Den Haag, geschiedenis<br />

van de stad. Deel 1: Vroegste tijd tot 1574;<br />

Uitgeverij Waanders – Zwolle – p 10-26<br />

Wit, Saskia de, en Riet Moens, 2005; Typology<br />

of the lowlands of the Netherlands; Faculteit<br />

Bouwkunde, Technische Universiteit Delft - 84 p<br />

Wijermans, M.P., M. Brinkhuijsen, R. Groot,<br />

2001; Wonen in Waterland: Een verkenning<br />

naar de relatie tussen waterbeheer en<br />

verstedelijking; Alterra Research Instituut<br />

voor de Groene Ruimte, Wageningen - 82 p<br />

Haags Milieucentrum 2006


Bijlage I: Chemische waterkwaliteit meetpunten <strong>Ypenburg</strong><br />

Aanduiding Nitriet (NO 2-<br />

) mg/l Nitraat (NO 3-<br />

) mg/l Fosfaat (PO 4-<br />

) mg/l<br />

Singel / Bleriotlaan < 0.3 12,5 5<br />

Singel / Speelveld Bieremalaan < 0.3 10 4<br />

Rijswijkse Landingslaan 0.3 12.5 2.5<br />

Anth. Fokkersingel < 0.3 10 1<br />

<strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan / Torenvalklaan < 0.3 12.5 7<br />

Roek / Weidevogellaan < 0.3 10 5<br />

Karekietsingel 0.3 12.5 10<br />

Nootdorpse Landingslaan 0.3 12.5 5<br />

Sperwersingel 0.3 12.5 5<br />

Zwaluwsingel < 0.3 10 2.5<br />

Van Essendijk / Sandersdijk 0.3 12.5 < 1<br />

Henricuskade < 0.3 12.5 2.5<br />

Cypergras 0.4 12.5 7<br />

Veenbespad 0.3 15 7<br />

Kleine Broekpolderplas < 0.3 10 1<br />

Grote Broekpolderplas < 0.3 12.5 < 1<br />

Laan van Hoornwijk / Laan van Kans < 0.3 12.5 5<br />

Plas Boswijk 10<br />

Tedingerbroekplas < 0.3 10 < 1<br />

Datum: september 2005<br />

Haags Milieucentrum 2006


Bijlage II: Gazon- en rietkraagvermesting<br />

Inleiding<br />

Honden worden op de gazons uitgelaten. Op<br />

enkele gazons geldt een toelatingsbeleid in<br />

deze: de hondenpoep wordt door de gemeente<br />

verwijderd. Andere gazons vallen onder een<br />

hondenverbod: daar mogen geen honden<br />

komen, aangelijnd of niet. Alle overige gazons<br />

hebben een gedoogbeleid: honden mogen vrij<br />

lopen, mits de hondenpoep door de bewoners<br />

wordt opgeruimd. Dat laatste is natuurlijk<br />

lastig te controleren cq te handhaven: dat<br />

komt vooral op sociale controle aan.<br />

Hondenpoep die blijft liggen, zakt in elkaar en de<br />

mineralen daaruit kunnen door de gazonplanten<br />

worden opgenomen, maar stromen voor het merendeel<br />

oppervlakkig af naar het oppervlaktewater.<br />

Dit wordt nog versterkt als het gemaaide gras<br />

niet wordt afgevoerd. Ook de mineralen uit het<br />

maaisel komen dan in de bodem en in de stroom<br />

richting oppervlaktewater. De snelheid waarmee dit<br />

gebeurt is afhankelijk van de helling van het talud<br />

(uitzakken) en de oriëntatie ten opzichte van de<br />

zon (verdamping). Het resultaat is dat de rietkraag<br />

vermest en aan de landzijde tenslotte geheel<br />

zal worden overwoekerd door stikstofminnende<br />

verstoringsplanten zoals Akkerdistel en Brandnetel.<br />

In de natuurlijke situatie staat, door capillaire<br />

werking, onderlangs een rietkraag altijd een<br />

vochtgradiënt. Vochtminnende planten zullen<br />

daardoor vanuit de rietkraag een klein stukje van<br />

het gazon invaseren. Welke van de twee processen lijk meer voorkomen dan in het gazon (met name<br />

de overhand heeft, is in een paar steekproeven<br />

Paardenbloem heeft die neiging) kan dat worden<br />

bekeken.<br />

gezien als een gevolg van afstromende meststoffen.<br />

In hoeverre dit aan de hondenpoep of aan het<br />

Methode<br />

oud maaisel ligt, kan worden benaderd door apart<br />

In beide gevallen staan er langs de rietkraag<br />

te kijken naar vertredingsplanten (bv Weegbree<br />

andere planten dan in het gazon. De gazons zijn en Perzikkruid): de baasjes hebben, veel meer<br />

bemest. Behalve gras staat er veel Klaver in en<br />

dan de honden, de neiging vaste paadjes te lopen.<br />

daarnaast komt Madelief en Paardenbloem ook<br />

Meestal op de stoep, maar als ze door het gras<br />

regelmatig voor. Als die in dezelfde verhouding ook lopen, doen ze dat bij voorkeur langs de rietkraag.<br />

langs de rietkraag staan, wordt dat niet als zodanig<br />

geregistreerd. Pas als ze langs de rietkraag duide-<br />

Planten<br />

Als karakteristieke planten voor vertreding werden aangetroffen:<br />

Breedbladige Weegbree, Canadese Fijnstraal,<br />

Perzikkruid,<br />

Reukloze Kamille,<br />

Smalbladige Weegbree, Varkensgras,<br />

Als karakteristieke planten voor vermesting werden aangetroffen:<br />

Akkerdistel,<br />

Brandnetel,<br />

Hondsdraf,<br />

Jacobskruiskruid,<br />

Koolzaad,<br />

Melkdistel,<br />

Paardenbloem,<br />

Ridderzuring,<br />

Rode Klaver,<br />

Smeerwortel,<br />

Zilverschoon<br />

De invasieve planten:<br />

Gewone Oeverzegge (Kleine Plas, Singel en <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan),<br />

Kruipende Boterbloem (Anth. Fokkersingel, Bieremalaan en <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan),<br />

Riet (Kleine Plas en Bieremalaan) en Zeegroene Rus (Weidevogellaan/Roek en Singel).<br />

Haags Milieucentrum 2006


Resultaten<br />

Rietkraag vertreding vermesting invasie hondenbeleid<br />

Karekietsingel (beschoeid) matig licht geen aanlijn<br />

Anthony Fokkersingel oneven zijde matig matig licht aanlijn<br />

Gruttosingel matig matig geen aanlijn<br />

Anthony Fokkersingel even zijde (beschoeid) sterk matig geen aanlijn<br />

Stiemensvaart sterk sterk geen aanlijn<br />

Bleriotlaan sterk sterk geen uitren<br />

Torenvalklaan t.o. Plas Boswijk sterk matig geen uitren<br />

Laan van Hoornwijk t.h.v. Tedingerbroek licht sterk licht uitren<br />

Singel t.o. Bleriotlaan geen matig matig verbod<br />

Bieremalaan geen geen licht verbod<br />

Kleine Plas tussen Brasserskade<br />

en Rijswijkse Waterweg<br />

geen licht sterk verbod<br />

<strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan t.o. Plas Boswijk geen matig sterk verbod<br />

Weidevogellaan / Roek geen geen sterk verbod<br />

Conclusies en aanbevelingen<br />

• Het onderzoek stamt uit de periode vóór de<br />

introductie van het nieuwe hondenbeleid. De kolom<br />

‘hondenbeleid’ in de tabel betreft dan ook de<br />

(informele) status van de groenstrook destijds<br />

(gegevens van honden-uitlaters).<br />

• Daar waar een verbod voor honden geldt, treedt<br />

geen vertreding op, en is er geen of nauwelijks<br />

vermesting van de rietkraag. Alleen langs<br />

de Singel en <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan is matige<br />

vermesting geconstateerd. Dit is geheel toe te<br />

schrijven aan oud maaisel dat daar werd aangetroffen.<br />

Zelfs al wordt er op het talud zelf geen<br />

verarmingsbeheer toegepast, dan nog moet het<br />

gegevens september 2005<br />

maaisel snel worden afgevoerd om vermesting<br />

van de rietkraag te voorkomen.<br />

• Daar waar honden mogen uitrennen is de vertreding<br />

altijd sterk, evenals de vermesting. Alleen<br />

langs de Laan van Hoornwijk is weinig vertreding.<br />

Daar is het talud zo steil dat de baasjes<br />

‘boven’ blijven, en kennelijk is de afwezigheid<br />

van die factor voldoende om enige invasie te<br />

doen plaatsvinden. Maar dit steile talud, plus<br />

de ideale oriëntatie op het zuidwesten, zorgt er<br />

wel voor dat de mineralen snel naar het water<br />

afvloeien. De vermesting van de rietkraag is hier<br />

het sterkst.<br />

Code<br />

geen<br />

licht<br />

matig<br />

sterk<br />

Omschrijving<br />

Geen karakteristieke<br />

planten aangetroffen<br />

Karakteristieke planten komen hier<br />

en daar langs de rietkraag voor<br />

In iedere meter staat wel<br />

een karakteristieke plant<br />

Er loopt een spoor van<br />

karakteristieke planten<br />

• Daar waar een aanlijn-gebod geldt is de vermesting<br />

minder. Ook destijds werd opruimen al<br />

gestimuleerd, en kennelijk werkt dat beter als de<br />

hond aan de lijn zit (en de baas dus dichtbij is).<br />

Geheel op sociale controle vertrouwen werkt niet,<br />

daar zelfs bij redelijk ‘vlakke’ gazons nog zoveel<br />

mineralen afspoelen dat duidelijke vermesting is<br />

waar te nemen.<br />

• Tenslotte treedt zeer sterke vermesting op langs<br />

de Stiemensvaart. Dit is mogelijk het gevolg<br />

van het feit dat de Stiemensvaart één van de<br />

schaarse stukjes groen in de Waterwijk is, en<br />

bovendien erg smal is. Dat leidt tot een hoge<br />

honddichtheid, en hier zal de sociale controle<br />

moeten worden aangevuld met een strengere<br />

controle in combinatie met een regelmatige<br />

poepzuigbeurt.<br />

Haags Milieucentrum 2006


Bijlage III: Gegevens bruggen <strong>Ypenburg</strong><br />

Brugtypen<br />

Dit type brug wordt uitsluitend gebruikt als<br />

een verbrede onderbreking in de groenstrook<br />

Er zijn 5 verschillende typen ‘standaard-<br />

fietsbrug. De brugdekbalken liggen los van<br />

gekregen. Het betreft hier de bruggen 19 en 23.<br />

bruggen’ voor <strong>Ypenburg</strong> ontworpen<br />

elkaar, zodat licht en water op de bodem cq<br />

wateroppervlak terecht komen. De standaard-<br />

5.<br />

Waterwijk type: de Waterwijk heeft één type<br />

1.<br />

Singelgracht type: in feite een dam met een ‘natte<br />

brug overspant 25 meter en dat is breder<br />

brug, een stalen gebogen brug met een ge-<br />

duiker-achtige’ verbinding tussen de waterloop<br />

dan de meeste waterlopen in <strong>Ypenburg</strong>. Bij<br />

asfalteerd twee rijbanen breed brugdek met<br />

links en rechts. De dam wordt aan beide zijden<br />

dit type brug is er altijd een droge verbinding<br />

daarnaast aan één zijde een houten voetgan-<br />

ingesloten door een betonnen damwand met<br />

langs het water onder het brugdek. Het betreft<br />

gersdek met een zitje tegen de brugleuning. Ze<br />

daarin een rechthoekige doorvaar(voer)opening<br />

hier de bruggen 1, 12, 13, 14, 15, 16 en 18.<br />

overspannen 16 meter en binnen de Waterwijk<br />

van ± 3m breed en van geringe hoogte. Het<br />

is dat voldoende om de waterlopen te overbrug-<br />

damdek blijft op gelijke hoogte met de straat-<br />

3.<br />

Landingslaan type: een betonnen boogbrug, die<br />

gen. De Waterwijkvaart langs de Rijswijkse<br />

hoogte van de wijk, maar door de geringe<br />

de landingsbaangracht van kadewand tot kade-<br />

Waterweg is echter breder, en daarom zijn de<br />

brughoogte is er op de dam voldoende bewor-<br />

wand overspant. De bruggehoofden hebben in het<br />

brughoofden aan beide zijden op een damhoofd<br />

telbare diepte voor een groenstrook: de brug<br />

ontwerp een verbrede onderbreking in de groen-<br />

gezet. Het brughoofd heeft onder de brug een<br />

voert, behalve de verkeersverharding, ook een<br />

strook van de Landingslanen meegekregen. Van-<br />

talud van een meter breed. Alle bruggen in Wa-<br />

(gazon) grasstrook. Dit betekent dat er een lan-<br />

daar dat de breedte van de verharding in dit brug-<br />

terwijk zijn van dit type. De voor de ecologische<br />

ger stuk van de waterloop overspannen wordt.<br />

type veel ruimer is dan de overspanningslengte.<br />

structuur langs de Rijswijkse Waterweg belangrijke<br />

bruggen zijn de bruggen 30, 31 en 32.<br />

Er zijn twee subtypen: het basistype heeft een<br />

Er zijn twee subtypen: een fietsbrug met een<br />

doorvoer van 2.80m breed en 1.10m hoog en is<br />

brugdekbreedte van 5 meter, en een autobrug met<br />

Naast deze in serie gebouwde bruggen telt<br />

evtueel met een bootje te doorvaren. Dit betreft<br />

een brugdekbreedte van 7 meter. Het eerste sub-<br />

<strong>Ypenburg</strong> nog twee bruggen die een eigen ontwerp<br />

de bruggen 2, 3, 4, 7, 8, 9 en 11. Een variant ligt<br />

type betreft de bruggen 21, 24 en 25, het tweede<br />

hebben. De brug tussen de Kleine en de Grote<br />

onder het kruispunt Laan van Hoornwijk – Singel/<br />

subtype betreft de bruggen 20, 22, 26 en 27.<br />

Broekpolderplas is een houten fietsbrug van het<br />

<strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan. Hier is een grote lengte aan<br />

landelijke type met de breedte van een tweebaans<br />

waterloop overkluisd, maar de doorvoeropening<br />

4.<br />

Landingslaan-voetbrug type: een eenvoudige<br />

fietspad. Hier is onder de brug voldoende ruimte<br />

heeft een hoogte van 50cm: hier kan je met een<br />

rechte stalen brug, die de wandelhoogte aan beide<br />

voor een droge verbinding. De brug in het verleng-<br />

boot niet in. Het betreft hier de bruggen 5 en 6.<br />

zijden van de gracht verbindt. Daardoor is langs<br />

de van de Madurolaan doet enigszins denken aan<br />

het talud onder de brug door een droge verbinding<br />

de bruggen over de landingsbaangracht. In ieder<br />

2.<br />

Singels-fietsbrug type: een open boogbrug van<br />

mogelijk. Wel hebben ze, conform het ontwerp<br />

geval verbindt hij beide oevers zonder ruimte te<br />

dwarsbalken op een gebogen H-profielbalk.<br />

van de andere bruggen van de Landingslaan,<br />

geven voor een droge verbinding langs het water.<br />

Haags Milieucentrum 2006


nieuw<br />

Brugtype 1 Singelgracht zijaanzicht Brugtype 1 Singelgracht<br />

brugdek Brugtype 1 Singelgracht zijaanzicht<br />

subtype lage doorvoer<br />

Brugtype 2 Singels-fietsbrug<br />

zijaanzicht<br />

Brugtype 2 Singels-fietsbrug<br />

brugdek<br />

Brughoogte - ‘doorvaarhoogte’, de grootste hoogte van de onderkant van de brug tot het wateroppervlak<br />

Breedte overspanning - de afstand tussen de twee brughoofden (≠ breedte van het water: als het water breder is staat het brughoofd in het water. Als het<br />

water smaller is, wordt aan één of beide zijden ruimte gegeven voor een droge passage onder de brug door)<br />

Waterbreedte - de breedte van de waterloop links en rechts van de brug (≠ breedte van overspanning: als de overspanning groter is dan de waterbreedte is<br />

er onder de brug een droge verbinding, als de overspanning kleiner is dan de waterbreedte dan blokkeert het brughoofd de verbinding)<br />

Lengte overspanning - geredeneerd vanuit de waterloop: de lengte van de waterloop die door de brug overspannen wordt (≈ de breedte van het brugdek)<br />

Breedte verharding - de lengte waarvoor de groenstrook langs de waterloop wordt onderbroken ten gevolge van de brugfuncties)<br />

Breedte groenstrook - de totale breedte van de groenstrook op het brugdek (komt alleen voor bij Singelgracht brugtype)<br />

Droge verbinding - langs het water ruimte cq faciliteit voor kleine dieren om onder dekking aan de andere kant van de brug te komen<br />

Haags Milieucentrum 2006


Brugtype 3 Landingslaan zijaanzicht Brugtype 3 Landingslaan brugdek fietsbrug<br />

Brugtype 3 Landingslaan<br />

brugdek autobrug<br />

Brugtype 4 Landingslaan-voetbrug zijaanzicht Brugtype 4 Landingslaan voetbrug brugdek<br />

Brugtype 5 Waterwijk zijaanzicht Brugtype 5 Waterwijk brugdek<br />

Haags Milieucentrum 2006


Houten fietsbrug tussen kleine en grote Broekpolderplas<br />

zijaanzicht<br />

Houten fietsbrug tussen kleine en grote Broekpolderplas<br />

brugdek<br />

Madurobrug<br />

zijaanzicht<br />

Brugnr overspant in verlengde van Brug-hoogte Breedte<br />

overspanning<br />

Water<br />

breedte<br />

Lengte overspanning<br />

Breedte<br />

verharding<br />

Breedte<br />

Groenstrook<br />

Droge<br />

verbinding<br />

1 singelgracht Fietspad Ballangeelaan<br />

1.50 22.00 13.50 10.80 10.80 0 +<br />

2 singelgracht Koolhovenlaan 1.10 2.80 28.50 10.50 5.50 8.00 -<br />

3 singelgracht Anthony Fokkersingel 1.10 2.80 10.50 22.00 10.30 10.20 -<br />

4 singelgracht Hopmanstraat 1.10 2.80 18.00 25.25 10.50 15.00 -<br />

5 singelgracht Laan van Hoornwijk 0.50 3.00 18.00 60.00 25.00 35.00 -<br />

6 Molensloot Singel / <strong>Ypenburg</strong>se 0.50 3.00 10.00 110.00 34.00 76.00 -<br />

Hoornwijk Bosbaan<br />

7 Molensloot Laan van Kans/Laan 1.10 2.80 10.00 33.00 18.00 14.00 -<br />

Hoornwijk van <strong>Ypenburg</strong><br />

8 singelgracht Zomertalinglaan 1.10 2.80 13.50 25.00 11.00 14.00 -<br />

9 singelgracht Sperwer/Scholekster-singel<br />

1.10 2.80 14.00 27.00 12.00 14.00 -<br />

10 singelgracht Parkterrein *1 0 0.60 10.00 13.00 6.00 7.00 +<br />

Weidevogellaan<br />

11 singelgracht Grutto/Karekietsingel 1.10 2.80 13.50 23.00 11.00 12.00 -<br />

Haags Milieucentrum 2006


Brugnr overspant in verlengde van Brug-hoogte Breedte<br />

overspanning<br />

Water<br />

breedte<br />

Lengte overspanning<br />

Breedte<br />

verharding<br />

Breedte<br />

Groenstrook<br />

Droge<br />

verbinding<br />

12 singelgracht Fietspad naar<br />

1.50 33.00 14.00 3.00 3.00 0 +<br />

Tedingerbroekplas<br />

– Voorburg<br />

13 Grutto/Karekietsingel<br />

Weidevogellaan 1.50 25.00 10.00 4.50 4.50 0 +<br />

14 Sperwer/ Weidevogellaan 1.50 25.00 10.00 4.50 4.50 0 +<br />

Scholekstersingel<br />

15 Zwaluwsingel Weidevogellaan 1.50 25.00 10.50 4.50 4.50 0 +<br />

16 Warnaarssingel<br />

Zomertalinglaan 1.50 18.00 10.00 4.50 4.50 0 +<br />

17 Van Oudheusdensingel<br />

Madurolaan 0.45 10.50 10.00 7.00 7.00 0 -<br />

18 Anth. Fokkersingel<br />

Plesman/Schenklaan 1.50 22.00 10.50 4.20 4.20 0 +<br />

19 Rw Landingslaangracht<br />

Bieremalaan 1.10 15.00 10.50 1.50 7.00 0 +<br />

20 Rw Landingslaangracht<br />

Anthony Fokkersingel 1.40 10.50 10.50 7.00 20.00 0 -<br />

21 Rw Landingslaangracht<br />

Jonkheer v<br />

1.40 10.50 10.50 5.00 20.00 0 -<br />

Riemsdijklaan<br />

22 Rw Landingslaangracht<br />

Böttgerwater/Frits 1.40 10.50 10.50 7.00 20.00 0 -<br />

van Diepenlaan<br />

23 Rw Landingslaangrachplas/Centrum<br />

Broekpolder-<br />

1.10 15.00 10.50 1.50 7.00 0 +<br />

24 Nd Landingslaangracht<br />

Zwaluwsingel 1.40 10.50 10.50 5.00 13.50 0 -<br />

Haags Milieucentrum 2006


Brugnr overspant in verlengde van Brug-hoogte Breedte<br />

overspanning<br />

Water<br />

breedte<br />

Lengte overspanning<br />

Breedte<br />

verharding<br />

Breedte<br />

Groenstrook<br />

Droge<br />

verbinding<br />

25 Nd Landingslaangracht<br />

Zilvermeeuwlaan 1.40 10.50 10.50 5.00 20.00 0 -<br />

26 Nd Landingslaangracht<br />

27 Nd Landingslaangracht<br />

28 Kleine Broekpolderplas<br />

29 Kleine Broekpolderplas<br />

30 Waterwijkvaart<br />

31 Waterwijkvaart<br />

32 Waterwijkvaart<br />

Sperwer/Scholekstersingel<br />

1.40 10.50 10.50 7.00 30.00 0 -<br />

Grutto/Karekietsingel 1.40 10.50 10.50 7.00 25.00 0 -<br />

Rijswijkse Waterweg 1.25 12.50 10.50 3.60 3.60 0 +<br />

Brasserkade *2<br />

Böttgerwater 2.00 16.00 14.00 7.00 7.00 0 +<br />

Van Campenvaart 2.00 16.00 14.00 7.00 7.00 0 +<br />

Van Essendijk 2.00 16.00 14.00 7.00 7.00 0 +<br />

1<br />

Dam met een buisduiker Ø 60 cm onderwater<br />

2<br />

Spuisluis: Broekpolderplas –4.60 NAP, De Bras –5.00 NAP; dijkhoogte Brasserkade ±3m,<br />

breedte verharding 12.50m, grastalud Broekpolderplas 40m, Braszijde 15m<br />

Haags Milieucentrum 2006


Haags Milieucentrum 2006


Bijlage IV: Inventarisatie per groentype<br />

Bos 1. langs de Middelweg (gemeente Delft) Gazon<br />

31. talud Anthony Fokkersingel even zijde<br />

Bosschages 2. op het terrein Creayenburg (gemeente Nootdorp) evt. met bomen 32. talud Anthony Fokkersingel onevenzijde<br />

3. rond Plas Boswijk 33. Wethouder Verheulplntsoen<br />

4. bosrelicten langs Boswinde en Guirlande 34. Wethouder Fisherplantsoen<br />

5. rond tedingerbroekplas 35. taluds Van Oudheusdenlaan - Laan van Hoornwijk<br />

Struikzoom afwezig in de wijken 36. talud Warnaarslaan<br />

Ecogras<br />

6. geluidswal A13 37. talud Zwaluwsingel<br />

evt. met bomen 7. geluidswal A4 38. middenberm Weidevogellaan<br />

8. talud Singel langs singelgracht 39. talud Sperwersingel<br />

9. talud <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan langs singelgracht 40. talud Scholekstersingel<br />

10. berm <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan langs TNO-terrein 41. grasveld Patrijsplantsoen<br />

11. parkterrein Weidevogellaan t.o. Ooievaarslaan 42. grasveldjes Kerkuillaan<br />

12. talud water Rijswijkse Landingslaan en Van Woudedijk 43. talud Karekietsingel<br />

13. braakterrein Visdijk- Smitsdijk 44. talud gruttosingel<br />

14. braakterrein Van Veendijk 45. grasveld Ganzenplantsoen<br />

15. groenstrook Grote Broekpolderplas (Nootdorpsezijde) 46. grasveld Eksterhof<br />

16. talud langs Rijswijkse Waterweg beide zijden 47. talud Aalscholversingel<br />

17. rondom Kleine Broekpolderplas 48. speelveld Rijswijkse Landingslaan<br />

18. wegberm Brasserskade 49. Rijswijkse landingslaan singelzijde<br />

Gazon<br />

19. talud t.o. Knooppunt <strong>Ypenburg</strong> 50. grasveld langs hoogbouw centrum <strong>Ypenburg</strong><br />

evt. met bomen 20. voorterrein stationsgebouw <strong>Ypenburg</strong> tot aan Singel 51. Nootdorpse Landingslaan Morgenweidezijde<br />

21. berm tussen Singel en Laan van Waalhaven 52. Rijswijkse Landingeslaan Waterwijkzijde<br />

22. grasveld tussen Ln van Deelen en Ln van Hoornwijk 53. groenstrook Grote Broekpolderplas (<strong>Ypenburg</strong>zijde)<br />

23. berm Postenkade (wadi) 54. Nootdorpse Landingslaan (Nootdorpse zijde)<br />

24. berm fietspad langs Plas Boswijk richting geluidswal 55. speelveld Nijkampvaart<br />

25. grasveld zuidoever Plas Boswijk 56. evenemententerrein Bottgerwater<br />

26. talud singelgracht - ballangeelaan, Bleriotlaan 57. talud Waterwijkvaart<br />

27. talud singelgracht - Van Oudheusdenlaan, Torenvalkln 58. Picknickterrein Bitterzoetpad-Grote broekpolderplas<br />

28. talud singelgracht - Knobbelzwaansngl, Bl. Reigerssngl 59. speelterreintjes Veenpluispad<br />

29. speelveld Bieremalaan 60. talud langs Veenbespad<br />

30. middenberm Schenklaan<br />

Haags Milieucentrum 2006


Haags Milieucentrum 2006


Bijlage V: Inventarisatie knelpunten<br />

nr knelpunt wijkdeel type ecol prioriteit uit te werken oplossing<br />

1 Onderdoorgang Laan<br />

van Hoornwijk – A4<br />

Boswijk<br />

Brede onderbreking ven<br />

verbinding Groene Hart –<br />

Stedelijke Groenstructuur<br />

hoog<br />

Goede ecologische verbinding naar onderdoorgang<br />

Prins Clausplein, en houd deze<br />

wild en open. Goede ecologische verbinding<br />

over de Vlietzone naar Drievliet<br />

2 Kruising Laan van<br />

Hoornwijk met Singel<br />

– <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan<br />

Singels, Morgenweide Brede onderbreking<br />

van waterlijn, oeverlijn<br />

en groenstrook<br />

hoog<br />

Aanplant Elzenbroekbos als Groene <strong>Ypenburg</strong>se Poort<br />

met zoomvegetatie en ecogras (zuidzijde) aan beide<br />

zijden van de Laan van Hoornwijk, ondersteund door<br />

droge duiker met lichtgeleiding onder de weg door<br />

3 Brug over singelgracht<br />

in het verlengde van<br />

Singels<br />

Onderbreking van<br />

waterlijn, oeverlijn<br />

hoog<br />

Plant bosschage aan weerszijden van de brug. Gras<br />

op brugdek in ecologisch beheer, gefaseerd maaien<br />

de Koolhovenlaan<br />

en groenstrook<br />

4 Brug over singelgracht<br />

in het verlengde van<br />

Singels<br />

Onderbreking van<br />

waterlijn, oeverlijn<br />

hoog<br />

Plant bosschage aan weerszijden van de brug. Gras<br />

op brugdek in ecologisch beheer, gefaseerd maaien<br />

de A. Fokkersingel<br />

en groenstrook<br />

5 Brug over singelgracht<br />

in het verlengde van<br />

Singels<br />

Onderbreking van<br />

waterlijn, oeverlijn<br />

hoog<br />

Plant bosschage aan weerszijden van de brug. Gras<br />

op brugdek in ecologisch beheer, gefaseerd maaien<br />

de Hopmanstraat<br />

en groenstrook<br />

6 Brug over Molensloot<br />

Hoornwijk in het verlengde<br />

Boswijk<br />

Onderbreking van<br />

waterlijn, oeverlijn<br />

matig<br />

Plant bosschage aan weerszijden van de brug. Gras<br />

op brugdek in ecologisch beheer, gefaseerd maaien<br />

van de Laan van Kans<br />

en groenstrook<br />

7 Brug over singelgracht<br />

in het verlengde van<br />

Morgenweide<br />

Onderbreking van<br />

waterlijn, oeverlijn<br />

hoog<br />

Plant bosschage aan weerszijden van de brug. Gras<br />

op brugdek in ecologisch beheer, gefaseerd maaien<br />

de Zomertalinglaan<br />

en groenstrook<br />

8 Brug over singelgracht<br />

in het verlengde van<br />

Morgenweide<br />

Onderbreking van<br />

waterlijn, oeverlijn<br />

hoog<br />

Plant bosschage aan weerszijden van de brug. Gras<br />

op brugdek in ecologisch beheer, gefaseerd maaien<br />

de Scholekstersingel<br />

en groenstrook<br />

9 Brug over singelgracht<br />

in het verlengde van<br />

de Gruttosingel<br />

Morgenweide<br />

Onderbreking van<br />

waterlijn, oeverlijn<br />

en groenstrook<br />

hoog<br />

Plant bosschage aan weerszijden van de brug. Gras<br />

op brugdek in ecologisch beheer, gefaseerd maaien<br />

Haags Milieucentrum 2006


nr knelpunt wijkdeel type ecol prioriteit uit te werken oplossing<br />

10 <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan Morgenweide, Boswijk Drukke verkeersweg hoog Droge duiker met lichtgeleiding onder de weg door<br />

tussen Scholekstersingel<br />

en Gruttosingel<br />

11 Toegang vanaf <strong>Ypenburg</strong>se<br />

Bosbaan voor<br />

parkterrein tussen<br />

Roek – Weidevogellaan<br />

- Kwikstaartpad<br />

Morgenweide<br />

Afdamming singelgracht,<br />

waterlopen<br />

Morgenweide stromen<br />

niet voldoende door<br />

hoog<br />

Zolang niet is besloten over invulling parkterrein<br />

kan de dam geheel verdwijnen. Mocht in de<br />

toekomst toegang van deze zijde nodig zijn, dan<br />

een brug met voldoende over¬spanningsbreedte<br />

voor oeverlijnverbinding (brugtype 2)<br />

12 Gracht Rijswijkse<br />

Landingslaan<br />

Singels, Waterwijk Hoge overstekende<br />

betonnen beschoeiing<br />

hoog<br />

Maak over de gehele beschoeiingslengte faunauitstapplaatsen<br />

met vormgeving aansluitend bij<br />

architectonisch ontwerp (zie pag 34@)<br />

13 Gracht Nootdorpse<br />

Landingslaan<br />

Morgenweide<br />

Hoge overstekende<br />

betonnen beschoeiing<br />

matig<br />

Maak over de gehele beschoeiingslengte faunauitstapplaatsen<br />

met vormgeving aansluitend bij<br />

architectonisch ontwerp (zie pag 34@)<br />

14 Brug over Landingslaangracht<br />

in het verlengde<br />

van de A. Fokkersingel<br />

Singels, Waterwijk Onderbreking groenstrook,<br />

onderbreking<br />

oeverlijnverbinding<br />

hoog<br />

Zorg voor ‘sprong-dekking’ aan beide zijden van<br />

de schelpgruis onderbreking. Leg onder de brug<br />

een (drijvende) droge oeverlijnverbinding<br />

15 Brug over Landingslaangracht<br />

in het<br />

verlengde van de Jhr<br />

Singels, Waterwijk Onderbreking groenstrook,<br />

onderbreking<br />

oeverlijnverbinding<br />

hoog<br />

Zorg voor ‘sprong-dekking’ aan beide zijden van<br />

de schelpgruis onderbreking. Leg onder de brug<br />

een (drijvende) droge oeverlijnverbinding<br />

van Riemsdijklaan<br />

16 Brug over Landingslaangracht<br />

in het verlengde<br />

van de Frits van Diepenlaan<br />

Singels, Waterwijk Onderbreking groenstrook,<br />

onderbreking<br />

oeverlijnverbinding<br />

hoog<br />

Zorg voor ‘sprong-dekking’ aan beide zijden van<br />

de schelpgruis onderbreking. Leg onder de brug<br />

een (drijvende) droge oeverlijnverbinding<br />

- Böttgerwater<br />

17 Brug over Landingslaangracht<br />

in het verlengde<br />

van de Zwaluwsingel<br />

Morgenweide<br />

Onderbreking groenstrook,<br />

onderbreking<br />

oeverlijnverbinding<br />

matig<br />

Zorg voor ‘sprong-dekking’ aan beide zijden van<br />

de schelpgruis onderbreking. Leg onder de brug<br />

een (drijvende) droge oeverlijnverbinding<br />

18 Brug over Landingslaangracht<br />

in het verlengde<br />

van de Zilvermeeuwlaan<br />

Morgenweide<br />

Onderbreking groenstrook,<br />

onderbreking<br />

oeverlijnverbinding<br />

matig<br />

Zorg voor ‘sprong-dekking’ aan beide zijden van<br />

de schelpgruis onderbreking. Leg onder de brug<br />

een (drijvende) droge oeverlijnverbinding<br />

Haags Milieucentrum 2006


nr knelpunt wijkdeel type ecol prioriteit uit te werken oplossing<br />

19 Brug over Landingslaangracht<br />

in het verlengde<br />

van de Scholekstersingel<br />

Morgenweide<br />

Onderbreking groenstrook,<br />

onderbreking<br />

oeverlijnverbinding<br />

matig<br />

Zorg voor ‘sprong-dekking’ aan beide zijden van<br />

de schelpgruis onderbreking. Leg onder de brug<br />

een (drijvende) droge oeverlijnverbinding<br />

20 Brug over Landingslaangracht<br />

in het verlengde<br />

van de Gruttosingel<br />

Morgenweide<br />

Onderbreking groenstrook,<br />

onderbreking<br />

oeverlijnverbinding<br />

matig<br />

Zorg voor ‘sprong-dekking’ aan beide zijden van<br />

de schelpgruis onderbreking. Leg onder de brug<br />

een (drijvende) droge oeverlijnverbinding<br />

21 Aalscholversingel Morgenweide ‘Bak’ met rondom harde<br />

beschoeiing, stilstaand<br />

water steil talud<br />

matig<br />

Beter doorspoelende waterverbinding met Blauwe<br />

Reigersingel en Nootdorpse Landingslaangracht,<br />

verwijder beschoeiing, plant Elzenbroekbos<br />

op talud (1x per jaar water schonen)<br />

22 Rijswijkse Landingslaan<br />

- Anthony Fokkersingel<br />

Singels<br />

Geen aansluiting<br />

in de vegetatie<br />

matig<br />

Plant bosschage aan de kop van de singel en<br />

aansluitend langs de de toerit van de brug<br />

23 Bleriot- en Ballangeelaan<br />

- Anthony Fokkersingel<br />

Singels<br />

Geen aansluiting<br />

in de vegetatie<br />

matig<br />

Plant bosschage aan de kop van de<br />

singel en langs de singelgracht<br />

24 Nootdorpse Landingslaan<br />

– Sperwer- en<br />

Morgenweide<br />

Geen aansluiting<br />

in de vegetatie<br />

matig<br />

Plant bosschage aan de kop van de singel en<br />

aansluitend langs de de toerit van de brug<br />

Scholekstersingel<br />

25 Torenvalklaan – Sperweren<br />

Scholekstersingel<br />

Morgenweide<br />

Geen aansluiting<br />

in de vegetatie<br />

matig<br />

Plant bosschage aan de kop van de<br />

singel en langs de singelgracht<br />

26 Nootdorpse Landingslaan<br />

– Grutto- en<br />

Morgenweide<br />

Geen aansluiting<br />

in de vegetatie<br />

matig<br />

Plant bosschage aan de kop van de singel en<br />

aansluitend langs de de toerit van de brug<br />

Karekietsingel<br />

27 Blauwe Reiger- en Knobbelzwaan-singel<br />

– Grutto-<br />

Morgenweide<br />

Geen aansluiting<br />

in de vegetatie<br />

matig<br />

Plant bosschage aan de kop van de<br />

singel en langs de singelgracht<br />

en Karekietsingel<br />

28 <strong>Ypenburg</strong> Centrum Centrum Brede onderbreking van<br />

verbinding Groene Hart –<br />

Stedelijke Groenstructuur<br />

hoog<br />

Omleiding van ecologische verbindingen via Rijswijkse<br />

Waterweg, Rijswijkse Landingslaan en acoustische<br />

wegdijk A13/singelgracht om de wijk Singels heen<br />

Haags Milieucentrum 2006


nr knelpunt wijkdeel type ecol prioriteit uit te werken oplossing<br />

29 Traject <strong>Ypenburg</strong> Centrum<br />

- acoustische wegdijk A13<br />

Singels, Waterwijk Ontbrekende verbinding<br />

in struik-,<br />

ecogras- en waterlijn<br />

hoog<br />

Boom-struweelverbinding langs zuidberm<br />

Rijswijkse Waterweg en Poortweg, ecograsverbinding<br />

langs zuidkant Rijswijkse Landingslaan,<br />

waterlijnverbinding langs zuidoever Waterwijkvaart<br />

(afvlakken, beschoeiing verwijderen)<br />

30 Rijswijkse Waterweg Waterwijk Drukke verkeersweg hoog Droge duiker met lichtgeleiding onder de weg door<br />

bij Brasserkade<br />

31 Rijswijkse Waterweg Waterwijk Drukke verkeersweg hoog Droge duiker met lichtgeleiding onder de weg door<br />

bij Poortweg<br />

32 Singel tegenover<br />

Singels Drukke verkeersweg hoog Droge duiker met lichtgeleiding onder de weg door<br />

Koolhovenlaan<br />

33 Acoustische wegdijk A13<br />

– speelveld Bieremalaan<br />

Singels<br />

Ontbreken struweel<br />

en bosschages<br />

hoog<br />

Aanplant bosschages op noordoever van<br />

het doodlopend eind van de singelgracht<br />

en bij de Koolhovenlaanbrug, struweelrand<br />

aan de voet van de acoustische wegdijk<br />

34 Traject acoustische<br />

wegdijk A13 – Laan<br />

van Hoornwijk<br />

Singels<br />

Ontbreken struweel<br />

en bosschages<br />

hoog<br />

Aanplant bosschages bij de bruggen Anthony<br />

Fokkersingel en Hopmanstraat, struweelrand aan<br />

de bedrijvenzijde langs de Singel<br />

35 Traject Laan van Hoornwijk<br />

– Plas Boswijk<br />

Boswijk<br />

Struweelrand zeer cultuurlijk<br />

en zeer eenzijdig<br />

hoog<br />

Verwijder landbouwplastic, bijplant van cq<br />

vervanging door inheemse struiken in struweeltalud<br />

langs <strong>Ypenburg</strong>se Bosbaan<br />

36 Wegtalud Knooppunt<br />

Bedrijfsterrein <strong>Ypenburg</strong> Gladgeschoren gras matig Neem gras in ecologisch beheer<br />

<strong>Ypenburg</strong><br />

37 Oversteek fietspad<br />

Laan van Hoornwijk<br />

Bedrijfsterrein <strong>Ypenburg</strong> Onderbreking<br />

grasverbinding<br />

matig<br />

Hang aan weerszijden van het fietspad<br />

een grasbak boven de weg<br />

Haags Milieucentrum 2006


Bijlage VI: Schatting huidige waterberging binnen het peilgebied<br />

Singels – Morgenweide in <strong>Ypenburg</strong><br />

Lengte x breedte singels<br />

Anthony Fokker 354 x 10,50 = 3717<br />

Van Oudheusden – Zwaluw 650 x 10,50 = 6825<br />

Scholekster 360 x 10,50 = 3780<br />

Grutto 382 x 10,50 = 2812<br />

Singelgracht: lengte x gemiddelde breedte 3320 x 12 = 39.840<br />

Landingslaangracht: lengte x breedte 2800 x 15 = 42.000<br />

-------------------------------- +<br />

106.854 m 2<br />

berging flexibel peil<br />

0,25 m<br />

-------------------------------- x<br />

26.713,5 m 3<br />

Oppervlakten: gemiddelde lengte x gemiddelde breedte<br />

Singels 567 x 1075 = 609.525 m 2<br />

Morgenweide I 567 + 382 x 721 + 853 = 544.825 m 2<br />

2 2<br />

Morgenweide II 412 + 353 x 1147 = 529.674 m 2<br />

2<br />

Morgenweide III 544 x 456 = 248.064 m 2<br />

-------------------------------- +<br />

1.932.088 m 2 (= 193,2088 ha)<br />

26.713,5 / 193.2 = 138,3 m 3 /ha<br />

Haags Milieucentrum 2006

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!