FRATERS CMM
| Retraite op Sumatra | Verbonden in spiritualiteit en ... - Fraters
| Retraite op Sumatra | Verbonden in spiritualiteit en ... - Fraters
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>FRATERS</strong> <strong>CMM</strong><br />
3/13<br />
| Retraite op Sumatra | Verbonden in<br />
spiritualiteit en zending | Fraters in België |<br />
Koperen jubileum ZIN | ‘Ga, wees niet bang<br />
en dien!’ | Gezonden om mens te worden’
Inhoud<br />
column van de<br />
rond frater<br />
andreas<br />
algemene overste 4 5<br />
Mission statement<br />
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.<br />
Barmhartigheid staat centraal in alle<br />
wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme,<br />
jodendom, christendom en islam.<br />
De beweging van barmhartigheid heeft een<br />
spoor getrokken in de geschiedenis.<br />
De verschillende vormen waarin zij verschijnt,<br />
zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij<br />
ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt.<br />
De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve<br />
Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld<br />
in de christelijke barmhartigheid.<br />
Colofon<br />
Fraters <strong>CMM</strong> (voorheen Ontmoetingen) is het driemaandelijks<br />
contactblad van de Congregatie van de<br />
Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid<br />
(‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters <strong>CMM</strong>’).<br />
Een abonnement is gratis (aanvragen via adres<br />
hieronder). ISSN 1574-9193<br />
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater<br />
Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, frater<br />
Lawrence Obiko, frater Ronald Randang, frater<br />
Jan Smits, Peter van Zoest (eindredacteur)<br />
Ontwerp<br />
en opmaak: Heldergroen<br />
www.heldergroen.nl<br />
Druk:<br />
DekoVerdivas, Tilburg<br />
Contact: Fraters <strong>CMM</strong>, Gasthuisring 54<br />
5041 DT Tilburg<br />
tel.: 013 5432777 (Rien Vissers)<br />
fax: 013 5441405<br />
e-mail: magazine@cmmbrothers.nl<br />
website: www.cmmbrothers.org<br />
Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming<br />
in de kosten is welkom op ING-bankrekening<br />
106 85 17 t.n.v. Fraters <strong>CMM</strong> Tilburg<br />
Foto omslag voor: Kardinaal Peter Turkson spreekt de<br />
‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’ toe,<br />
nadat zij het gezelschap waar hij deel van uitmaakt<br />
hebben toegezongen. Zie pagina 16.<br />
Verloren zoon, Rembrandt<br />
Foto omslag achter: Mariabeeld in tuin<br />
<strong>CMM</strong>-generalaat, Tilburg (foto: Peter van Zoest).<br />
2
Retraite op<br />
Sumatra<br />
Verbonden in spiritualiteit<br />
Fraters<br />
6 en zending<br />
8 in België 9<br />
Van de redactie<br />
“Ga, wees niet bang en dien!” Die oproep van paus<br />
Franciscus aan het eind van de Wereldjongerendagen<br />
in Rio de Janeiro, komt enkele keren terug in<br />
deze herfsteditie van Fraters <strong>CMM</strong>. De column van<br />
frater Broer Huitema verwijst er naar. Met 95<br />
‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’<br />
nam de algemene <strong>CMM</strong>-overste deel aan deze<br />
grootste jongerenmanifestatie ter wereld. Het<br />
ambassadeursproject is één van de initiatieven van<br />
de congregatie om leken intensiever te betrekken<br />
bij de <strong>CMM</strong>-zending en -spiritualiteit. Doelgroep<br />
zijn jonge mensen in de landen waar de fraters<br />
actief zijn. Verderop in dit nummer is ruim aandacht<br />
voor het programma en de ervaringen van<br />
de ambassadeurs rond de Wereldjongeren dagen in<br />
Rio, waar zo’n drie miljoen jonge mensen uit de<br />
hele wereld bijeen waren, “verbonden in hun<br />
geloof, en bouwend aan een wereld van barmhartigheid<br />
en broederschap”, noteert Nathalie<br />
Bastiaansen, coördinator van het ambassadeursproject.<br />
“Paus Franciscus had voor hen een<br />
eenvoudige maar heldere boodschap: ‘Ga, wees<br />
niet bang en dien!’”, schrijft zij. Onbevreesd op<br />
weg gaan en ‘dienen’ deed ook de congregatie<br />
zo’n vijftien jaar geleden, door met een compleet<br />
nieuw project te komen: ZIN in werk. Het bijzondere<br />
bezinning- en conferentieoord vierde onlangs<br />
het 12,5-jarig bestaan. Frater Wim Verschuren<br />
speelde een belangrijke rol bij de tot standkoming<br />
van het centrum en blikt terug op de ontstaansgeschiedenis<br />
van ZIN: “Het was pionieren met alle<br />
onzekerheden en risico’s van dien.” Maar dat hoort<br />
ook bij de aard van de Fraters <strong>CMM</strong>, zo benadrukt<br />
hij: “Onze congregatie is opgericht om te pionieren,<br />
om daar te zijn waar niemand inspringt.” ‘Ga, wees<br />
niet bang en dien!’ gold toen en geldt ook nu.<br />
Koperen<br />
jubileum ZIN<br />
‘Ga, wees niet<br />
bang en dien!’<br />
kort nieuws<br />
In Memoriam<br />
13<br />
16<br />
22<br />
Gezonden om<br />
mens te worden<br />
‘Dichtbij is<br />
zijn genade’<br />
20<br />
21<br />
23<br />
3
ond frater andreas<br />
‘Maak het niet<br />
te zwaar’<br />
Waarom was frater Andreas zo serieus? Waarom was hij zo braaf? Of is dat alleen onze<br />
indruk? Wel beschouwd waren álle fraters van die generatie keurig en streng. Of misschien<br />
moeten we zeggen: alle Nederlandse katholieken van die tijd.<br />
Eeuwenlang was de katholieke kerk in Nederland onderdrukt<br />
geweest, dat was althans het gevoel. Het had de<br />
roomse gelovigen getekend, het had ze ernstig, vroom<br />
en introvert gemaakt. De kerk miste daardoor iets:<br />
lichtheid. Er was bijna niemand die het geloof in vrijheid<br />
en vrolijkheid beleefde. Alles was bloedserieus en<br />
loodzwaar. Het Nederlandse geloof miste sierlijkheid en<br />
luchtigheid, het had geen vleugels.<br />
In de fraterhuizen van de beginjaren komen we de ernst<br />
en strengheid van de Nederlandse geloofsgenoten in<br />
geconcentreerde vorm tegen. Was de gewone katholiek<br />
van nature vroom en gehoorzaam, een frater deed<br />
er nog een schepje bovenop en streefde naar totale<br />
verzaking van de eigen wil. Was de gewone katholiek<br />
nuchter en sober, een frater onthechtte zich in alles en<br />
streefde naar versterving. Hield de gewone katholiek<br />
zich graag bezig met nuttige zaken, een frater werd een<br />
workaholic die nooit rustte. Deugdzaamheid was iets<br />
voor alle gelovigen, maar de fraters werden er heldhaftige<br />
beoefenaren van.<br />
Die strakke en radicale levensstijl van de fraters stond<br />
in dienst van de liefdadigheid, zeker. Zo hadden ze er<br />
de tijd en middelen voor, zo scherpten ze hun houding<br />
van overgave aan de liefdewerken. Het gaf hun leven<br />
spankracht en maakte dat het in de barmhartigheid zijn<br />
vervulling en bekroning vond. Maar dat lukte niet overal.<br />
Dan werd de levensstijl een doel op zich: strenge ascese<br />
die niet meer in dienst stond van de naastenliefde, maar<br />
deze in de weg stond. Een leven van louter werken en<br />
organiseren, waarin no-nonsense de overhand kreeg<br />
boven zielskracht en toewijding.<br />
Het bijzondere van frater Andreas was, dat hij zijn<br />
strengheid combineerde met een zekere lichtheid en<br />
zachtheid. Hij leefde alle regels na, maar leed er niet<br />
onder. Hij behield een zekere vrijheid en was vaak in<br />
de tuin te vinden. Leerlingen en medebroeders werden<br />
door hem op sleeptouw genomen naar buiten, om even<br />
een luchtje te scheppen. Frater Andreas maakte dikwijls<br />
grapjes en probeerde zijn medebroeders wat los te<br />
krijgen. Hij zei wel eens: “Maak het toch niet zo zwaar.”<br />
Frater Andreas was gedreven, maar hield iets dartels en<br />
vrolijks. Hoe dat kon? Hij trok zich van dat serieuze en<br />
brave van al die anderen weinig aan.<br />
Charles van Leeuwen<br />
Foto van frater Andreas op Ruwenberg.<br />
5
indonesië<br />
De deelnemers aan de retraite met in<br />
hun midden pater P. Purwo.<br />
Retraite<br />
op Sumatra<br />
Van 4 tot 9 augustus hadden achttien fraters uit vijf communiteiten van het Indonesische eiland Sumatra hun<br />
jaarlijkse retraite. Zij maakten hiervoor gebruik van het ontmoetingscentrum ‘La Verna’ van de kapucijnen in<br />
Gunung Sitoli, op het eiland Nias. Het thema van de retraite was geformuleerd in het Engels: ‘Bloom and grow<br />
where you are planted’, ‘Bloei en groei waar je bent geplant’. De retraite werd geleid door pater P. Purwo, OSC.<br />
Een van de deelnemers, frater Fransiscus Linus, brengt verslag uit.<br />
De retraite werd geopend met een bezinning over het<br />
mysterie van onze roeping tot inzet voor de armen,<br />
een roeping die ook door de huidige paus sterk benadrukt<br />
wordt. Volgens onze leefregel is het leven en<br />
werk van de fraters gebaseerd op het communiteitsleven.<br />
In hun communiteit kunnen de fraters uitgroeien<br />
tot barmhartige broeders om zo de medemensen, vooral<br />
de armen, te dienen in de geest van St. Vincentius<br />
en congregatiestichter bisschop Zwijsen. Alle fraters<br />
zijn verantwoordelijk voor de opbouw van hun communiteit<br />
en het geluk van hun medebroeders. Vanuit<br />
dit geluk kunnen zij barmhartige broeders worden voor<br />
de armen.<br />
Conflicten beheersen<br />
Het leven in een broederschap blijft mensenwerk.<br />
Overal komen conflicten voor, ook in communiteiten.<br />
Het valt niet altijd mee de conflicten te beheersen.<br />
Bezinning op de religieuze motivatie van ons leven<br />
kan hierbij helpen; we zijn immers door God aan<br />
elkaar gegeven. Ook het kennen van je medebroeders<br />
in hun beperkingen en onvolgroeidheid, kan helpen<br />
om een conflict te relativeren. Het is dikwijls toch<br />
zo dat emoties oplaaien over zaken die nauwelijks de<br />
moeite waard zijn. In een communiteit is er altijd wel<br />
een medebroeder met een beter inzicht in wat er nu<br />
eigenlijk speelt en wat er haalbaar is. Die medebroeder<br />
kan bemiddelen in conflicten en de vrede weer terug<br />
brengen. Maar dat neemt niet weg dat de emoties de<br />
relaties kunnen verharden en de communicatie kunnen<br />
doen verstommen. Soms werken conflicten door in<br />
het werk, zeer ten nadele van de mensen voor wie<br />
gewerkt wordt.<br />
De meeste conflicten ontstaan als een medebroeder<br />
zich te weinig erkend voelt als persoon; als hij het<br />
gevoel heeft dat men hem vooral negatief benadert en<br />
geen rekening houdt met zijn gevoelens. In de beginfase<br />
valt een conflict meestal nog wel te beheersen en<br />
kunnen, door elkaars gevoelens te erkennen, de handen<br />
snel geschud worden. Het ontwikkelen van gevoeligheid<br />
6
Pater P. Purwo leidt een retraite-sessie.<br />
Meditatieve viering.<br />
hiervoor is erg bevorderlijk voor het communiteitsleven.<br />
In die zin kunnen conflicten toch nog een zegen zijn.<br />
Maar het komt ook voor dat een communiteit conflicten<br />
niet goed aan kan en gedwongen is de spanningen maar<br />
op hun beloop te laten.<br />
Veel problemen kunnen voorkomen worden als de<br />
fraters emotioneel goed begeleid worden. Het proces<br />
van religieuze en mentale rijping duurt lang en vraagt<br />
om ervaren begeleiders. Persoonlijke begeleiders en<br />
leden van het bestuur kunnen in dit opzicht veel betekenen.<br />
Ook goed geleide groepsgesprekken kunnen de<br />
verhoudingen in een communiteit zeer verbeteren en<br />
veel betekenen voor de persoonlijke ontwikkeling van<br />
de groepsleden.<br />
Geleid door de Geest<br />
Wij beleven het communiteitsleven als een initiatief<br />
van de Geest, die ons bijeen heeft gebracht. Het is<br />
een evangelisch leven waarin wij aan elkaar gegeven<br />
zijn als een genade, maar ook als een uitdaging. Het<br />
samenleven volgens het evangelie kan ons de ogen<br />
openen voor de Heer in ons midden. Als we dit gaan<br />
ervaren, wordt ons samenleven veranderd in een<br />
echte barmhartige broederschap. Dan groeien we in<br />
het elkaar aanvaarden, in tijd hebben voor elkaar, in<br />
geduld en openheid, en leren we ons op te offeren voor<br />
elkaar. Dan is er vergeving, blijdschap en gezelligheid.<br />
Een dergelijke ontwikkeling wordt mogelijk als onze<br />
communiteit een trouw biddende gemeenschap is met<br />
Jezus als middelpunt.<br />
Op basis van een communiteitsleven, geleid door de<br />
Geest, worden wij gezonden naar de armen en de<br />
mensen die onze hulp nodig hebben om hen trouw en<br />
barmhartig te dienen. Deze ervaring stimuleert ons<br />
zeer om als echte fraters dienstbaar te zijn. Maar het<br />
blijft mensenwerk. Daarom moeten we worstelen met<br />
ons menselijk tekort, met onze conflicten en onze<br />
zwakte, in de eerste plaats om onze communiteit tot<br />
de evangelische gemeenschap te maken zoals die is bedoeld,<br />
om vervolgens de mensen te dienen zoals Jezus.<br />
Dienstbaar<br />
De retraite werd afgesloten met een mis, gecelebreerd<br />
door pater Purwo. In zijn preek sprak hij de hoop uit<br />
dat de fraters mogen groeien als frater, zodat ze overal<br />
waar ze geplaatst worden vruchtbaar kunnen werken<br />
en dienstbaar kunnen zijn aan velen.<br />
frater Fransiscus Linus<br />
Eucharistieviering<br />
tijdens de retraite.<br />
7
nederland<br />
Eén van de vrijwilligers van de<br />
Vuurhaardkring in gesprek met een vluchteling.<br />
Verbonden<br />
in spiritualiteit en zending<br />
In de constituties van de Fraters <strong>CMM</strong> staat: “Wij zijn bereid wegen te zoeken die het sommigen mogelijk<br />
maken met ons mee te leven en mee te werken, als geassocieerd lid of anderszins zonder in alles onze<br />
leefwijze te delen.” Fraterhuis De Vuurhaard in Udenhout biedt ruimte om dit mogelijk te maken.<br />
Dat gebeurt in de ‘Vuurhaardkring’. Frater Ad de Kok, plaatsvervangend overste, bericht erover.<br />
Vrijwel tegelijkertijd met het begin van de vluchte lingenopvang<br />
in ons huis in 1999, hebben we wegen gezocht<br />
om mensen bij de opvang te betrekken. Vooral omdat we<br />
in die begintijd veel vrouwen en gezinnen in huis hadden,<br />
dachten we dat het goed zou zijn als ook vrouwen een<br />
rol zouden kunnen spelen bij onze zending. Zeker omdat<br />
vrouwen in hun land van herkomst maar vaak ook in<br />
Nederland ellendige ervaringen hebben meegemaakt die<br />
ze niet graag in een mannengemeenschap neerleggen.<br />
Helpen<br />
Vanaf het begin was de achterliggende gedachte van<br />
de Vuurhaardkring tweeledig. We zochten mensen die<br />
onze spiritualiteit van barmhartigheid, vormgegeven in<br />
het opvangen van vreemdelingen, wilden delen. Mensen<br />
die met ons mee wilden denken over de problematiek<br />
van vluchtelingen die wij opvangen, over de omgang<br />
met hen en over de inspiratie die ons gaande houdt.<br />
Daarnaast, en dit is geen volgorde van belangrijkheid,<br />
zochten we ook mensen die concreet mee konden helpen<br />
bij de opvang van vluchtelingen. In de loop van de jaren<br />
is de Vuurhaardkring uitgegroeid tot een groep van tien<br />
mensen. Daarbij niet meegeteld zijn de fraters en het aan<br />
onze communiteit verbonden geassocieerd lid. Zij maken<br />
ook deel uit van de kring.<br />
Blij<br />
We komen een viertal maal per jaar een avond bijeen.<br />
Dan praten we over het wel en wee van onze vluchtelingen<br />
en staan we stil bij wat belangrijk is in ons leven<br />
en werk aan de hand van bepaalde thema’s. We bespreken<br />
boeken of kijken naar films over de vluchtelingenproblematiek<br />
en die raakpunten hebben met onze spiritual iteit.<br />
De kringavonden worden altijd afgerond met een gebedsdienst<br />
en een gezellig samenzijn.<br />
Een aantal kringleden is ook actief in onze zending.<br />
Ze helpen mee met ons wekelijkse eetcafé waar steeds<br />
voor zo’n vijftig gasten wordt gekookt. Ze komen een<br />
avondje spelletjes doen met de mensen die bij ons<br />
verblijven, gaan met ze naar dokter of ziekenhuis, geven<br />
Nederlandse les, bezoeken een museum met ze, gaan een<br />
dagje uit, of komen zomaar voor een praatje. Als fraters<br />
zijn we erg blij met de inzet van de mensen van onze<br />
Vuurhaardkring. We worden erdoor extra gemotiveerd om<br />
te doen wat we denken te moeten doen. “Ik was vreemdeling<br />
en jullie hebben Me opgenomen” (Matteüs 25,35).<br />
frater Ad de Kok<br />
8
België<br />
Ruim 160 jaar<br />
weldoende en inspirerende<br />
aanwezig in België<br />
De <strong>CMM</strong>-regio België werd op 1 augustus 2012 opgeheven vanwege het sterk teruglopend aantal fraters.<br />
Sindsdien vallen de fraters in België rechtstreeks onder het generaal <strong>CMM</strong>-bestuur. De regio nam als kleinere<br />
bestuurlijke eenheid in 2002 al plaats in van de in 1970 opgerichte Belgische provincie. De Vlaamse historicus<br />
Jan Gerits publiceerde in verschillende periodieken monografieën over fraters in België. Voor ‘Fraters <strong>CMM</strong>’<br />
brengt hij als eerbetoon een aantal van hen voor het voetlicht, voorafgegaan door een korte geschiedkundige<br />
beschouwing.<br />
Gedurende ruim anderhalve eeuw verblijven er fraters<br />
van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid in<br />
Belgisch Limburg en zij lieten er opmerkelijke en zelfs onuitwisbare<br />
sporen na. Trouw aan de inspirerende opdracht<br />
van Joannes Zwijsen, bisschop van ’s-Hertogenbosch,<br />
die op 25 augustus 1844 de congregatie stichtte, legden<br />
zij zich hoofdzakelijk toe op opvoeding en onderwijs<br />
van de mannelijke jeugd in lagere en middelbare scholen<br />
en op de liefderijke zorg voor weesjongens en andere<br />
hulp behoevende en gehandicapte kinderen. Vanuit dat<br />
ideaal, ondersteund door de spiritualiteit van de heilige<br />
Vincentius, waren de fraters steeds erg begaan met de<br />
hun toevertrouwde jeugd, allereerst de arme en kansloze<br />
volkskinderen. De grote verdienste van de fraters lag dan<br />
ook op het vlak van de bezielende jeugdvorming en het<br />
goed onderbouwde onderwijs. In de steden en dorpen,<br />
waar zij in Belgisch Limburg werkzaam waren, genoot<br />
hun pedagogische aanpak een grote waardering, zodat<br />
hun scholen eveneens door heel wat leerlingen uit de<br />
omgeving werden bezocht. Het onderwijsprogramma, dat<br />
de fraters aanboden, stond immers algemeen bekend om<br />
zijn zeer hoog peil. Wie aan een fraterschool het lager<br />
onderwijs had genoten, bezat een stevige basis voor het<br />
voortgezet onderwijs. Dankzij hard werk en grote zelfopoffering,<br />
een voorbeeldige pedagogische opleiding en<br />
volhardende zelfstudie, hebben de fraters jarenlang die<br />
reputatie van degelijkheid vanuit hun kloosters in de provincie<br />
opgebouwd en uitgedragen.<br />
honderd jaar bleven de fraters er werkzaam in opvoeding<br />
en onderwijs in het instituut voor blinde (tot 1933),<br />
hardhorige en spraakgestoorde jongens, die ondergebracht<br />
waren in een internaat, dat in 1955 verhuisde<br />
naar Hasselt. In de Sint-Jozefschool (tot 1971) doorliepen<br />
duizenden leerlingen uit Maaseik en omgeving het lager<br />
dagonderwijs. Bovendien waren de fraters bedrijvig<br />
in twee lagere scholen van de mijngemeente Genk,<br />
namelijk te Waterschei (1910-1921) en te Winterslag<br />
(1913-1919). Nadien kwamen eveneens stichtingen<br />
Archieffoto fraterhuis<br />
Maaseik.<br />
Grote waardering<br />
Het eerste fraterhuis op Belgisch grondgebied werd opgericht<br />
in 1851 in de grensstad Maaseik. Ruim<br />
9
België<br />
Communiteit<br />
Maaseik in 1924.<br />
Fraters van het instituut voor blinde, hardhorige en<br />
spraakgestoorde jongens in Maaseik bij het eeuwfeest<br />
van de oprichting van het fraterhuis aldaar in 1951.<br />
van fraterhuizen tot stand in Zonhoven (1922-heden),<br />
Lanaken (1929-1996) en Houthalen (1947-2001). Ook<br />
in die Limburgse dorpen droegen de fraters met veel deskundigheid<br />
zorg voor het lager onderwijs. Uit de minder<br />
succesrijke stichtingen in Genk was gebleken dat een<br />
eigen kweekschool zeer wenselijk en zelfs broodnodig was<br />
om aan de behoefte van gediplomeerde Belgische fraters<br />
te voldoen. Het juvenaat, met opleidingsinstituut voor<br />
fraters-onderwijzers was achtereenvolgens gevestigd in<br />
Hoeselt (1919-1923), Helchteren (1923-1932) en tenslotte<br />
in Zonhoven (sinds 1932). De residentie van het provinciaal<br />
bestuur bevond zich in Houthalen. Op al die plaatsen<br />
hebben tientallen fraters zowel van Belgische als van<br />
Nederlandse afkomst zich jarenlang ingezet om het beste<br />
van zichzelf te geven voor de intellectuele en christelijke<br />
vorming van de hun toevertrouwde jeugd, niet alleen in de<br />
lagere schoolopleiding, maar in Zonhoven en Lanaken ook<br />
op het vlak van het middelbaar onderwijs.<br />
Buiten hun dagtaak, die aan de schoolgaande jeugd was<br />
gewijd, waren heel wat fraters actief bezig met sociale<br />
hulpverlening en cultureel vormingswerk. Vele tientallen<br />
jaren van succes vol onderwijs, van engagement in<br />
jeugdbeweging, in catechese, in het woonwagenwerk, in<br />
toneel en muziek, in sportclubs enzovoorts, schudt men<br />
echter niet zomaar van zich af: de pijn om het ‘afgesneden<br />
zijn’ kwam vast en zeker telkens hard aan. Dat leed<br />
werd meestal in stilte gedragen. De ruim anderhalve eeuw<br />
bijzonder actieve en inspirerende aanwezigheid van de<br />
fraters in Belgisch Limburg was voor de provincie een<br />
grote weldaad en een werkelijke verrijking. In de geschiedenis<br />
van het onderwijs hebben ze er een opmerkelijke<br />
plaats ingenomen. Bovendien hebben verschillende fraters<br />
op grond van hun talenten en inzet een blijvende bekendheid<br />
opgebouwd en verkregen zij in België een grote<br />
waardering.<br />
Archeologisch onderzoek<br />
Wie er zich in de archeologie van de regio wenst te<br />
verdiepen, maakt ongetwijfeld kennis met de talrijke<br />
publicaties van de Nederlandse frater Gonsalvus Smits<br />
(1883-1960). Gedurende 35 jaar had hij de leiding van<br />
het vormingsproject van fraters-onderwijzers, maar hij<br />
geniet vooral een blijvende bekendheid als een verdienstelijke<br />
oudheidkundige en publicist. Vanaf 1921<br />
tot 1956 volgde hij het natuurhistorisch en vooral het<br />
archeologisch onderzoek in de provincie op de voet<br />
en legde hij vanaf 1938 zijn eigen bevindingen en die<br />
van andere veldwerkers vast in een reeks waardevolle<br />
bijdragen in De Wielewaal, in Verzamelde opstellen<br />
uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundigen<br />
Studiekring te Hasselt en vooral in Het oude Land van<br />
Frater Eugène Nouwen<br />
als dirigent in Ukkel, 1954.<br />
10
Loon. Die publicaties vormen inmiddels een belangrijk<br />
archeologisch naslagwerk. Omdat hij betreurde<br />
dat door onachtzaamheid en gebrek aan kennis<br />
vele overblijfselen uit de vroegste geschie denis van<br />
Limburg verloren gingen, ondernam hij zelf met zijn<br />
studenten archeologisch bodemonderzoek. Bij de<br />
archeologische opgravingen, die frater Gonsalvus<br />
Smits met zijn medewerkers uitvoerde, kon hij rekenen<br />
op het wetenschappelijk advies en de bijstand van de<br />
befaamde archeoloog prof. dr. Joseph Hamal-Nandrin<br />
(1869-1958), hoogleraar prehistorische archeologie<br />
aan de universiteit van Luik. Voor de identificatie<br />
van de verzamelde fossielen en gesteenten uit de<br />
Limburgse kolenmijnen werkte hij nauw samen met het<br />
Natuurhistorisch Museum van Brussel. De oudheidkundige<br />
artefacten vormden met de verzameling mijngesteenten<br />
de basis van het Museum van het Sint-Jan<br />
Berchmansgesticht in Zonhoven. Een merkwaardige<br />
archeologische en natuurhistorische verzameling, die<br />
samen met een vakbibliotheek door frater Gonsalvus<br />
Smits werd uitgebouwd. Hij was een man, die in stilte<br />
en met de eenvoud die zijn leven kenmerkte, grote<br />
diensten aan Limburg bewees.<br />
Geschiedenis<br />
Heel wat fraters die als onderwijzers in Belgisch Limburg<br />
actief waren, toonden een opmerkelijke belangstelling<br />
voor geschiedenis. Sommigen bewezen dat als publicisten,<br />
terwijl de meeste anderen dat in hun onderwijspraktijk tot<br />
uiting brachten, omdat ze vaak niet de tijd en de gelegenheid<br />
hadden om hun kennis in publicaties uit te schrijven.<br />
In Zonhoven, waar hij van 1924 tot 1948 als onderwijzer<br />
werk zaam was, onderscheidde de Nederlandse frater<br />
Melanius Melis (1882-1948) zich als een verdienstelijke<br />
geschiedschrijver. Als geëngageerde leerkracht had hij<br />
het ‘Leerplan voor het lager onderwijs’, dat in 1936 in de<br />
Belgische lagere scholen werd ingevoerd, in twee publicaties<br />
over het heemgericht onderwijs in de tijdschriften<br />
Christene School en De Schakel verdedigd, met bijzondere<br />
aandacht voor de plaatselijke geschiedenis. Behalve het<br />
boek Groote mannen van Limburg (1926) en verschillende<br />
artikelen in historische tijdschriften, schreef hij als eerste<br />
de lijvige dorps monografie Zonhoven (1948).<br />
Ook Sibrand Koenen (1921-2012), die zijn hele fraterleven<br />
als leraar en schooldirecteur in Zonhoven doorbracht,<br />
had een meer dan gewone interesse voor het verleden,<br />
voornamelijk gericht op genealogische studie, op plaatselijke<br />
geschiedenis en op het historisch onderzoek naar de<br />
actieve betrokkenheid van fraters in het onderwijs en het<br />
sociaal-culturele werk in Belgisch Limburg. Het onderwijs<br />
van het vak geschiedenis behoorde tot zijn geliefkoosde<br />
leeropdrachten.<br />
Links: Frater Gonsalvus Smits.<br />
Rechts: Frater Nicetas Doumen.<br />
Onder: Frater Sibrand Koenen.<br />
Literair vlak<br />
Enkele Belgische fraters maakten zich verdienstelijk als<br />
auteurs van literaire werken. In eerste instantie moet<br />
daarbij gedacht worden aan frater Nicetas Doumen<br />
(1876-1955). Hoewel hij als onderwijzer hoofdzakelijk in<br />
Nederland werkzaam was, verwierf hij als jeugdschrijver<br />
en als dichter van kinderpoëzie zowel in Nederland als<br />
in Vlaanderen bekendheid. Samen met zijn Nederlandse<br />
confrater Jos M. Reynders (1874-1942) realiseerde hij in<br />
1907-1910 de succesrijke zestiendelige reeks Omhoog.<br />
Leesboek voor de jeugd. Even populair was de tiendelige<br />
reeks boekjes Ik lees al, die hoofdzakelijk door frater<br />
Nicetas Doumen werden geschreven en tussen 1907<br />
en 1940 als didactische handleidingen in de katholieke<br />
scholen breed waren verspreid. Een andere uitgave<br />
van leesboekjes, waarbij de fraters Jos M. Reynders en<br />
Nicetas Doumen een grote redactionele inbreng hadden,<br />
was de succesvolle serie Vroolijk Volkje, die tussen<br />
1912 en 1925 tot stand kwam. In de leesboekjes en in<br />
enkele tijdschriften publiceerde frater Nicetas Doumen<br />
heel wat kindergedichten, waarvan er talrijke omwille<br />
van hun klankrijkdom en ritme voornamelijk door de<br />
Vlaamse componist Remi Ghesquiere (1866-1962)<br />
werden getoonzet en in diverse liederenbundels werden<br />
opgenomen. Frater Nicetas Doumen verwierf eveneens<br />
grote faam als schrijver van een tiental jeugdboeken en<br />
jongens romans.<br />
Ook frater Maurice Custers (1907-1995) was op literair<br />
vlak bijzonder actief, maar zijn oeuvre werd gekenmerkt<br />
door een veelsoortige aanpak. Na het behalen van<br />
zijn onderwijzersdiploma legde hij zich toe op het<br />
verwerven van diverse getuigschriften op het vlak<br />
van de pedagogische problematiek.<br />
11
België<br />
Frater Humberto Wouters in zijn atelier.<br />
In 1942 behaalde hij in Hasselt het ‘Diploma van Hogere<br />
Opvoedkundige Studies’, wat grotendeels bepalend was<br />
voor de aard van zijn latere publicaties. Hij maakte<br />
niet alleen naam als auteur van diverse didactische en<br />
pedagogische boeken ten dienste van het lager onderwijs,<br />
maar ook als dichter, jeugdschrijver en essayist. Hij<br />
verleende zijn medewerking aan heel wat tijdschriften<br />
en bewoog zich eveneens op het pad van de geschiedschrijving.<br />
Hij onderscheidde zich dus als een veelzijdige<br />
publicist, met een ruime impact.<br />
Beeldende kunst<br />
Twee fraters onderscheidden zich op het vlak van de<br />
beeldende kunst. Vooral frater Humberto Wouters (1920-<br />
1999), die in 1952 het diploma lagere en hogere graad<br />
tekenen behaalde en als tekenleraar in Zonhoven actief<br />
was, verdient als kunstschilder een speciale vermelding.<br />
Als jonge frater bezocht hij geregeld het atelier van de<br />
Hasseltse schilder Gaston Wallaert (1889-1954), die hem<br />
vertrouwd maakte met de kunst van de aquarel, maar<br />
vooral met de olieverfschildering. Geleidelijk aan zocht<br />
frater Humberto Wouters zijn eigen weg en ontwikkelde<br />
hij een persoonlijke artistieke stijl, die zich situeerde<br />
tussen abstractie en figuratie, met een minimale combinatie<br />
van contouren en kleuren, hoewel hij in het gebruik<br />
van kleuren soms uitbundiger was. Hij profileerde zich<br />
als een lyrisch colorist. Zijn schilderwerken kregen<br />
aandacht in verschillende tentoonstellingen en kwamen<br />
uitvoerig aan bod in de monografie Humberto Wouters,<br />
die Fernand Haerden in 1980 aan hem wijdde.<br />
Ook frater Anthimus Aerts (1919-1979) had van nature<br />
een aanleg voor kunstbeoefening. Hij volgde een tekencursus<br />
en behaalde in 1945 en in 1954 diploma’s als<br />
tekenleraar. Zijn oeuvre is minder uitgebreid als dat<br />
van zijn confrater Humberto Wouters, maar vertoont<br />
een grotere verscheidenheid. Het omvat tekeningen,<br />
etsen, olieverfschilderijen, beeldsnijkunst en artistiek<br />
fineerwerk.<br />
Verdienstelijk<br />
De fraters, die in België verbleven en er hoofdzakelijk in<br />
het onderwijs werkzaam waren, hebben daarnaast op<br />
allerlei terreinen verdienstelijk werk geleverd. Hopelijk<br />
blijft er ook in de toekomst de gewenste aandacht en belangstelling<br />
voor hun weldoende en inspirerende invloed.<br />
Jan Gerits<br />
Veelzijdige bedrijvigheid<br />
Frater Eugène Nouwen (1907-2000), die voornamelijk in<br />
Zonhoven en Houthalen als onderwijzer en schoolhoofd<br />
werkzaam was, maakte in Vlaanderen naam als koorleider<br />
en als promotor van de volkskunst. Hij stichtte<br />
het knapenkoor ‘Zonhovense Leeuweriken’ (1938) en<br />
het kinderkoor ‘Viva la Musica’ (1949) in Zonhoven,<br />
richtte in 1954 te Houthalen de Jeugdmuziekschool<br />
Meulenberg op en was er sinds 1958 leider van de volkskunstgroep<br />
‘Rondinella’. Vanuit die veelzijdige bedrijvigheid<br />
werd hij in 1968 beheerraadslid van de ‘Vlaamse<br />
Volkskunstbeweging’ en lid van de redactie van het<br />
tijdschrift De grote ronde.<br />
Tekening van frater<br />
Anthimus Aerts.<br />
Frater<br />
Anthimus Aerts.<br />
12
Nederland<br />
Vooraanzicht complex ZIN.<br />
Koperen<br />
jubileum ZIN<br />
Kloosterhotel ZIN in werk bestaat 12,5 jaar. Dit jubileum werd op 1 juli gevierd. ‘Huize Steenwijk’ in<br />
het Brabantse Vught, een voormalig rustoord voor fraters, onderging rond de millenniumwisseling een<br />
gedaanteverandering en ontpopte zich tot een modern conferentie- en bezinningscentrum. De opening vond<br />
plaats op 27 januari 2001. Het was de uitdrukkelijke wens van het generale <strong>CMM</strong>-bestuur om een passende<br />
nieuwe bestemming te vinden voor het fraterhuis en het omliggende landgoed, waar het kerkhof van de<br />
congregatie gelegen is. Frater Wim Verschuren stond aan de wieg van de transformatie van het complex en<br />
blikt terug.<br />
Op het kerkhof van Huize Steenwijk in Vught liggen meer<br />
dan duizend fraters begraven. Als ik daar rondloop zie<br />
ik de honderden fraters die ik gekend heb voor me. Ze<br />
komen weer tot leven. Wat mij opvalt, is dat duidelijk op<br />
mijn netvlies verschijnt wat zij allemaal gedaan hebben<br />
en waar ze gewerkt hebben. Werk, apostolaat, speelt in<br />
ons leven een wezenlijke rol. Niet zo maar. Vanuit een<br />
bewogenheid met de wereld in zijn kwetsbaarheid. En als<br />
ik dan loop tot vooraan bij het grote kruis, lees ik op een<br />
granieten plaat: “We gedenken onze medebroeders, hun<br />
oorsprong, hun weg, hun bestemming: Barmhartigheid.”<br />
Ja, daarvan en daarvoor hebben ze geleefd: barmhartigheid.<br />
En dan draai ik me om en kijk door een open ring,<br />
het kunstwerk van Jeroen Olthof, naar het fraterhuis<br />
waarin het centrum ZIN in werk 12,5 jaar geleden de<br />
deuren opende.<br />
Pionieren<br />
Negentig jaar woonden hier bejaarde medebroeders in<br />
de laatste fase van hun leven, in rust na een arbeidzaam<br />
leven. Nu komen en gaan er mensen die vanuit<br />
het werk hier komen om samen zich te bezinnen op de<br />
zin van hun werk en om elkaar te ontmoeten,<br />
om de balans in tussen ‘ora et labora’, ‘bidden<br />
en werken’, te bewaren, om de accu op te laden.<br />
Het staat hier zo eenvoudig. Maar er is veel<br />
13
Nederland<br />
Zicht op fraterkerkhof vanuit ZIN.<br />
water naar de zee gestroomd voor het zover was.<br />
Onze congregatie is opgericht om te pionieren, om daar<br />
te zijn waar niemand inspringt. Dat gaat ook voor ZIN op.<br />
Wij zagen dat veel mensen worstelden met vragen als:<br />
Wat inspireert me? Hoe houd ik mijn idealisme? Doet het<br />
er wel toe wat ik doe? We zagen ook een vereenzaming<br />
in het werk door de haast waarin we leven, de werkdruk,<br />
de targets die ieder moet halen. Het samen een werkgemeenschap<br />
vormen stond onder druk. En het vreemde<br />
was dat er geen plekken meer waren om hier aandacht<br />
aan te besteden. Aan die behoefte wilden wij iets gaan<br />
doen en zo in Nederland onze zending inhoud geven. Uit<br />
onze eigen ervaring weten we immers, wat werk vruchtbaar<br />
maakt: barmhartigheid, balans en samenwerken.<br />
Drie jaar heeft de voorbereiding geduurd. We wisten niet<br />
waar we aan begonnen waren. We kregen veel bijval,<br />
maar ook werd gevraagd of we gek waren. Het was<br />
pionieren met alle onzekerheden en risico’s van dien.<br />
Maar met het besluit van de congregatie om in Nederland<br />
nog één keer een speerpuntproject te ondernemen en<br />
de betrokkenheid van de toenmalige algemene overste,<br />
Harrie van Geene, is ZIN er gekomen. Gaandeweg<br />
het proces van voorbereiding werd besloten dat er een<br />
kleine communiteit zou komen. Dat werd de Eleousacommuniteit.<br />
We wonen er nu met vieren en zijn op zoek<br />
naar nieuwe leden. Wij zijn niet bij de leiding betrokken,<br />
maar we mogen zeggen, dat de invloed van deze kleine<br />
communiteit van grote invloed is op ZIN in werk.<br />
Kunstwerk van<br />
Jeroen Olthof.<br />
Achterzijde<br />
complex ZIN.<br />
Inspiratie<br />
12,5 jaar is kort. Toch is er heel veel gebeurd in de ontwikkeling<br />
van ZIN zelf en in de wereld van begeleiding<br />
en werk daar buiten. Ook crisismomenten zijn ZIN niet<br />
bespaard gebleven. Maar ZIN mag met vertrouwen de<br />
toekomst tegemoet gaan. In onze constituties staan vele<br />
uitspraken over werk, zoals: “Waar wij ook werkzaam zijn,<br />
steeds zullen wij ons blijven verdiepen in de menselijke en<br />
evangelische zin van onze arbeid. Samen met allen die wij<br />
ontmoeten, willen wij groeien naar een door God gewilde<br />
menselijkheid.” Diegenen die bij ZIN betrokken waren en<br />
nu zijn, kunnen hier hun inspiratie in vinden en uitdragen.<br />
Ze kunnen er op vertrouwen met iets goeds bezig te zijn<br />
voor de samenleving. Iets wat in de lijn ligt van onze zending,<br />
waarbij we, zoals onze constituties zeggen, moeten<br />
proberen “de tekenen van de tijd” te verstaan.<br />
Staande bij het kruis op het kerkhof en uitziende over al<br />
die graven van medebroeders met op de achtergrond het<br />
14
Deelnemers aan de jubileumviering aan het buffet.<br />
Tweede van rechts: frater Broer Huitema, algemeen<br />
<strong>CMM</strong>-overste.<br />
Een aantal deelnemers poseert<br />
bij het schilderij dat vorm begint<br />
te krijgen.<br />
Deelnemers aan de jubileumviering bekijken<br />
elkaars creatieve bijdragen aan een schilderij<br />
dat de kracht van ZIN verbeeldt.<br />
centrum ZIN in werk, hoop ik en vertrouw ik er op dat zij<br />
instemmend knikken bij wat hier op de ons zo vertrouwde<br />
plek is gebeurd en nog gebeurt. Ook voor onze jonge<br />
medebroeders uit andere landen is ZIN van betekenis.<br />
Ze zien, dat er in Nederland, ook al is onze gemeenschap<br />
hier oud en kwetsbaar, toch nieuw leven is en dat men<br />
niet bij de pakken neerzit. Dat geldt niet alleen voor ZIN,<br />
maar ook voor andere projecten in Nederland.<br />
En ZIN kan hen er aan herinneren, dat ook hun werk<br />
alleen maar vruchtbaar kan zijn als hun werk gekleurd<br />
wordt en richting krijgt door barmhartigheid,<br />
balans en samenwerken.<br />
frater Wim Verschuren<br />
15
Internationaal<br />
‘Ga, wees niet<br />
bang en dien!’<br />
Wereldjongerendagen in<br />
Rio de Janeiro<br />
Onder de naar schatting drie miljoen jongeren die de afsluitende viering op 28 juli in Rio de Janeiro van<br />
de Wereldjongerendagen bijwoonden, waren 95 ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’, een<br />
internationaal <strong>CMM</strong>-jongerennetwerk. Voorafgaand aan de zesdaagse manifestatie in de Braziliaanse<br />
metropool, kwam de groep met deelnemers uit Brazilië, Indonesië, Kenia, Namibië, Nederland, Oost-Timor en<br />
Tanzania een week lang bijeen in Belo Horizonte. Een verslag van Nathalie Bastiaansen. Zij coördineert voor de<br />
Fraters <strong>CMM</strong> het ambassadeursproject.<br />
De Braziliaanse ambassadeur Evemar<br />
Gomes de Oliveira draagt een <strong>CMM</strong>-vlag<br />
tijdens een viering in het Colégio Padre Eustáquio.<br />
Stille dag in het Retiro Vicente de Paulo, een<br />
bezinningsoord van de fraters in Igarapé.<br />
Na voorbereidingsprogramma’s in de landen van de<br />
deelnemers en uitwisseling via Facebook was het dan<br />
eindelijk zover: de derde internationale bijeenkomst van<br />
de Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap kon<br />
van start gaan. Elke landengroep werd begeleid door één<br />
of meer fraters uit de eigen regio. De bijeenkomst vond<br />
plaats in het Colégio Padre Eustáquio in Belo Horizonte.<br />
Alles was tot in de puntjes verzorgd. De vele vrijwilligers<br />
werden dan ook aangestuurd door een onvermoeibaar<br />
team: Amália Kátia Ferreira Mendes, hoofd van de<br />
school, en de Braziliaanse ambassadeurs Evemar Gomes<br />
de Oliveira en Luiz F. Costa. Meteen al de eerste avond<br />
werd er een spetterende openingsshow verzorgd door<br />
leerlingen en personeel van de school en een professioneel<br />
ballet. De gebeurtenissen in en rondom het Colégio<br />
trokken de aandacht van de Braziliaanse media. Zelfs de<br />
landelijke nieuwszender zond een reportage uit over de<br />
activiteiten die in het Colégio werden georganiseerd.<br />
Gezegend zij ...<br />
Inhoudelijk werd deze week wederom gewerkt met de<br />
methode van de ‘Lectio Divina’ (uitgebreid beschreven in<br />
Fraters <strong>CMM</strong> 2/2013), zoals die ook tijdens de voorbereidende<br />
bijeenkomsten in de landen van de deelnemers<br />
werd gehanteerd. In Belo Horizonte was het centrale<br />
thema: ‘Gezegend zij ...’. De meditaties werden geschreven<br />
door de diakens Vincent de Haas en Cor Sinnema. Vincent<br />
vergezelde de groep naar Brazilië, waar hij samen met de<br />
16
Kardinaal Peter Turkson spreekt de ambassadeurs nadat<br />
zij het gezelschap waar hij deel van uitmaakt hebben toegezongen.<br />
Braziliaanse priester Aurelio Miranda CP de vieringen van<br />
de ambassadeurs verzorgde. Ook deze keer werd de Lectio<br />
Divina als zeer waardevol, verdiepend en inspirerend ervaren<br />
door de deelnemers. Elke dag kreeg een eigen invulling van<br />
het centrale thema, met een bijbehorende bijbeltekst:<br />
‘Gezegend de mens’ (Psalm 118), ‘Gezegend de volken’<br />
(Matteüs 5,1-16), ‘Gezegend de schepping’ (Psalm 104),<br />
‘Gezegend hij die komt in de naam van de Heer’ (Marcus<br />
11,1-11), ‘Gezegend de gezegenden’ (Hebreeën 11,1-16) en<br />
‘Gij zijt de gezegende onder de vrouwen’ (Lucas 1,39-56).<br />
Stille dag<br />
Het thema van 17 juli was ‘Gezegend de schepping’.<br />
Ook deze dag werd ingeleid met een meditatie, maar werd<br />
verder ingevuld als ‘stille dag’. Hiervoor ging de groep naar<br />
het Retiro Vicente de Paulo, een bezinningsoord van de<br />
fraters in Igarapé. De ambassadeurs brachten een groot<br />
deel van deze dag door in stilte en contemplatie. Deze<br />
dag werd door de algemene <strong>CMM</strong>-overste frater Broer<br />
Huitema, in het bijzijn van de ambassadeurs, ook een<br />
gedenkteken onthuld voor frater Misaël van den Borne,<br />
die op 30 juni 2013 overleed.<br />
Bisschoppen<br />
Voor de creatieve uitwerking van het thema ‘Gezegend de<br />
gezegenden’ (19 juli) hadden de deelnemers vooraf opdracht<br />
gekregen om een afbeelding mee te nemen van<br />
hun naamheilige of een andere favoriete heilige. Tijdens<br />
de creatieve verwerking werden deze afbeeldingen door<br />
hen nog verder verfraaid, en verwerkt tot vaandels. Deze<br />
vaandels werden als een lang lint aangeboden aan het<br />
Colégio Padre Eustáquio. Eveneens op 19 juli werd op<br />
verzoek van Amália Kátia Ferreira Mendes, die op deze<br />
dag haar verjaardag vierde, een pelgrimage naar het<br />
bedevaartsoord Serra da Piedade ingelast. De ambassadeurs<br />
zouden daar in het kerkje de eucharistie vieren,<br />
maar bij aankomst bleek dat het was gereserveerd voor<br />
ander bezoek: een gezelschap van hoge geestelijken,<br />
onder wie de Ghanese kardinaal Peter Turkson, president<br />
van de Pauselijke Raad voor Gerechtigheid en Vrede,<br />
en aartsbisschop Walmor Oliveira de Acevedo van Belo<br />
Horizonte. Frater Broer Huitema kwam met een geweldig<br />
idee: de ambassadeurs zouden hen toezingen. Op de<br />
trap voor het kerkje zongen zij hun lied ‘Ambassadors of<br />
love’. De bisschoppen waren zichtbaar verrast! Kardinaal<br />
Turkson liet weten dat hij onder de indruk was van de<br />
internationale verbondenheid van de groep ambassadeurs,<br />
en dat hij zelf bijzonder blij werd van een<br />
onverwachte ontmoeting als deze. Turkson gaf<br />
samen met enkele bisschoppen de reiszegen aan<br />
de ambassadeurs.<br />
17
Internationaal<br />
Nederlandse<br />
ambassadeurs<br />
beelden tijdens de<br />
culturele avond<br />
het Sinterklaasfeest<br />
uit.<br />
Optreden van de Braziliaanse<br />
ambassadeurs tijdens de<br />
culturele avond.<br />
Optreden van de Namibische<br />
ambassadeurs tijdens de culturele avond.<br />
Culturele avond<br />
De culturele avond op 20 juli was weer één van de bruisende<br />
hoogtepunten in de internationale week. Op deze<br />
avond presenteerde elke landengroep een dans of lied<br />
uit de eigen cultuur. De Nederlandse groep had een zeer<br />
ludieke invulling voor deze avond: het Sinterklaasfeest<br />
werd uitgebeeld! Frater Nicácio Huiskamp speelde de<br />
Goedheiligman, bijgestaan door twee pieten. Er werden<br />
Sinterklaasliedjes gezongen, er was strooigoed, en alle<br />
ambassadeurs mochten hun schoen zetten. De volgende<br />
ochtend lagen daar natuurlijk ook cadeautjes in!<br />
21 juli was een vrije dag. Per bus werden diverse<br />
bezienswaardigheden van Belo Horizonte bezocht.<br />
De ambassadeurs bereidden zich voor op de volgende<br />
etappe van hun pelgrimage: de Wereldjongerendagen in<br />
Rio de Janeiro, van 23 tot en met 28 juli! Onderweg naar<br />
Rio brachten ze een dag door in Aparecida, het nationale<br />
bedevaartsoord in Brazilië. Daar bezochten de ambassadeurs<br />
de basiliek van Onze Lieve Vrouw van Aparecida,<br />
waar een genadebeeldje van Maria wordt vereerd.<br />
Wereldjongerendagen<br />
Tijdens de Wereldjongerendagen logeerden de ambassadeurs<br />
in Niterói, een voorstad van Rio de Janeiro.<br />
Ze verbleven daar samen met enkele andere groepen<br />
(uit Canada, de Verenigde Staten, Engeland en Trinidad<br />
en Tobago) in een kinderdagverblijf van de zusters<br />
Missionarissen van de Heilige Familie, een locale congregatie.<br />
Het duurde even voordat de pelgrimspakketten<br />
(met onder meer maaltijdbonnen) bemachtigd waren.<br />
Frater Broer Huitema en enkele ambassadeurs hebben<br />
18
Paus Franciscus arriveert<br />
op het strand van Copacabana.<br />
Ambassadeurs worden geïnterviewd<br />
op het strand van Copacabana.<br />
hier zeven uur voor in de rij gestaan bij het centrale<br />
ophaalpunt in Rio de Janeiro. Vooral de eerste catechese<br />
in Niterói maakte veel indruk op de ambassadeurs.<br />
Aartsbisschop Gabriel Charles Palmer-Buckle van Accra,<br />
Ghana, had een erg goed inhoudelijk verhaal; alle aanwezigen<br />
hingen aan zijn lippen.<br />
Hij was openhartig en er ontstond een diep persoonlijk<br />
contact tussen hem en de aanwezigen. De aartsbisschop<br />
liet zien dat er binnen het katholieke geloof ruimte mag<br />
zijn voor twijfel en voor vragen. Hij sprak de onvergetelijke<br />
woorden: “Jezus heeft jou niet nodig ...”. Toen de<br />
aanwezigen enigszins vertwijfeld om zich heen keken,<br />
vervolgde hij: “Jezus wil jou, precies zoals je bent.”<br />
Het weer zat niet mee: vanwege hevige regenval werden<br />
de vigilie en de slotviering met paus Franciscus verplaatst<br />
van Campus Fidei naar het strand van Copacabana, waar<br />
eerder al de openingsmis en de verwelkoming van de paus<br />
plaatsvonden. Jammer van alle voorbereidingen die al<br />
op Campus Fidei waren getroffen, maar, zo liet de paus<br />
weten: “Het geloof is niet gebonden aan een locatie, jullie<br />
zijn immers zelf het veld van geloof” (‘Campus Fidei’<br />
betekent ‘Veld van Geloof’). Een aantal ambassadeurs<br />
ging naar de vigilie, waarna zij voordat de nacht viel<br />
terugkeerden naar Niterói: er was simpelweg niet genoeg<br />
ruimte op het strand om daar te slapen. Een andere groep<br />
is de volgende dag voor dag en dauw vertrokken naar het<br />
strand om de slotviering bij te wonen. Anderen liepen<br />
later naar de Suikerbroodberg, waar ze een prachtig uitzicht<br />
hadden op het overvolle strand. Op het strand van<br />
Copacabana waren naar schatting zo’n drie miljoen jonge<br />
mensen uit de hele wereld, verbonden in hun geloof, en<br />
bouwend aan een wereld van barmhartigheid en broederschap.<br />
Paus Franciscus had voor hen een eenvoudige<br />
maar heldere boodschap: “Ga, wees niet bang en dien!”<br />
Afsluitend programma<br />
Voor het afsluitend programma van 29 juli tot 3<br />
augustus keerden de ambassadeurs terug naar het<br />
Retiro Vicente de Paulo in Igarapé. Ze werden daar<br />
opnieuw warm ontvangen door de fraters, die speciaal<br />
voor de ambassadeurs T-shirts hadden laten maken met<br />
daarop de tekst: ‘Mercy and ecology: a christian way<br />
of life’. De eerste dagen werd tijd vrijgemaakt voor een<br />
evaluatie van de afgelopen twee weken. Daarna was er<br />
ruimte voor ontspanning en werden uitstapjes gemaakt.<br />
Op 2 en 3 augustus stonden de terugvluchten gepland.<br />
De ambassadeurs werden naar het vliegveld in São Paulo<br />
gebracht. Inmiddels zijn ze allemaal weer in hun thuisland,<br />
waar ze hun ervaringen graag delen met andere jongeren.<br />
In Namibië pakten ze dat dit jaar groots aan: daar vonden<br />
van 23 tot 25 augustus de Nationale Jongerendagen<br />
plaats op initiatief van de Namibische ambassadeurs en<br />
fraters <strong>CMM</strong>, geïnspireerd door hun deelname aan de<br />
Wereldjongerendagen in 2008 en 2011. Wie weet waar<br />
‘Rio 2013’ nog toe zal leiden!<br />
Nathalie Bastiaansen<br />
De Nederlandse ambassadeur Jacqueline van<br />
der Lee kijkt vanaf de Suikerbroodberg uit over<br />
het strand van Copacabana.<br />
19
nederland<br />
Gezonden om mens te worden<br />
De geassocieerde <strong>CMM</strong>-leden in Nederland komen regelmatig bij elkaar voor bezinning, verdieping en<br />
vorming. Op 12 april was in de Tilburgse Elimcommuniteit een middag georganiseerd met als thema ‘Zending’.<br />
De bijeenkomst bracht geassocieerd lid Henk van de Wal tot de volgende overweging.<br />
Zending komt niet uit onszelf. Zending is een activiteit<br />
waartoe je geroepen wordt. Die roep wordt voortdurend<br />
uitgezonden, vanaf ons eerste bestaan. Dat wil niet<br />
zeggen dat we ons er meteen van bewust zijn. In onze<br />
eerste jaren zijn de boodschappen die onze ouders<br />
uitzenden erg belangrijk en fundamenteel vormend.<br />
Onze hele omgeving bestookt ons met signalen. Er zijn<br />
veel andere zenders, ook stoorzenders. Er is veel ruis<br />
op de lijn.<br />
Groeien en vormen<br />
Op een gegeven moment kunnen we zover gevormd<br />
zijn, dat we beschikbaar zijn om de boodschap te<br />
ontvangen, dat we ons bewust worden van de roep die<br />
er altijd was en dat we gehoor geven aan het geroepen<br />
zijn. In dat proces van bewustwording is vaak een<br />
gebeurtenis of een persoon te duiden die daarop grote<br />
invloed heeft gehad. In mijn geval is dat frater Anthony<br />
Koning geweest. Hij was het die mij wakker schudde,<br />
ruis weg nam en als steunzender fungeerde waardoor<br />
de boodschap van de Zender sterker door kwam. Hij<br />
gaf mij, door zijn enthousiasme en gedrevenheid, een<br />
richting aan. Ik werd door hem bewogen en stelde me<br />
beschikbaar. Ik was bereid met hem op weg te gaan:<br />
eerst hand in hand, dan aarzelend, schuifelend, tastend<br />
zelfstandiger verder. Frater Anthony Koning is er niet<br />
meer, maar ik heb anderen ontmoet, op diezelfde weg.<br />
Zo lopen we in het spoor van Jezus en vele anderen die<br />
ons voorgingen. We zijn samen zoekend op weg, luisterend<br />
naar de stem die ons zendt. We groeien en vormen<br />
ons als steeds meer mens.<br />
Moed<br />
Wij weten ons geroepen tot barmhartigheid. Wij willen<br />
positieve aandacht en hulp geven aan die mensen die<br />
tekort komen. De zeven werken van barmhartigheid kunnen<br />
we wel dromen. Maar ook ons dagelijks leven kunnen<br />
we inrichten vanuit barmhartigheid door aandachtig te<br />
leven, aandachtig te zien en te horen. We moeten in onze<br />
ontmoetingen de ander laten ervaren dat hij gezien wordt.<br />
We moeten de ander niet neerbuigend, maar gelijkwaardig<br />
tegemoet treden. “Je kunt geen mensen ontmoeten<br />
zonder iets goeds in ze te ontdekken”, zei een van ons.<br />
We kunnen de barmhartigheid die we met vallen en<br />
opstaan gestalte willen geven een extra en volgens mij<br />
essentiële dimensie geven. Het is goed dat we de menselijke<br />
waardigheid centraal stellen, dat we elke medemens<br />
zien als een gelijkwaardig mens, met een andere<br />
mening, een andere voorkeur en andere problemen. Dat<br />
is een humanistische gedachte waar veel voor te zeggen<br />
valt. Maar onze zending is meer. Wij hebben de zending<br />
van het Woord. Wij moeten er openlijk voor uit komen<br />
dat wij uitgaan van het evangelie, dat Jezus, de man<br />
van Nazareth, ons voorbeeld is. Er is moed voor nodig,<br />
maar wanneer wij dat durven, brengen we, denk ik, onze<br />
zending op een hoger plan. De kerk, het geloof, heeft in<br />
deze tijd van afvlakking en verharding een goede pr<br />
nodig. De mensen mogen weten dat het Woord de Bron<br />
is van onze barmhartigheid. We mogen ervan getuigen<br />
Wie ons bezielt. Overal waar God een mens roept in<br />
de bijbel, zendt hij diezelfde persoon uit om daarover<br />
te vertellen. Bij ons zal het toch niet anders zijn? We<br />
moeten openlijk uitkomen voor ons geloof. Het is toch<br />
een gemiste kans als we een kruisje om onze hals dragen<br />
en dat onder ons hemd verscholen houden, als we dat zo<br />
veelzeggende symbool, hier in de westerse wereld, niet<br />
durven laten zien?<br />
Henk van de Wal<br />
‘... in het spoor van Jezus<br />
en vele anderen die ons voorgingen.’<br />
20
kort nieuws<br />
Eerste professie in Pematang Siantar<br />
Op 26 april sloten tien <strong>CMM</strong>-novicen hun tweede<br />
noviciaatsjaar af in het noviciaat van Pematang<br />
Siantar op Noord-Sumatra, Indonesië. Zij legden voor<br />
de eerste keer hun tijdelijke geloften af voor de duur<br />
van één jaar. De geprofesten zijn de fraters Nicodemos<br />
de Jesus, Natividade Silverio Freitas, Castão Marçal<br />
Martins, Samuel Soares Ximenes, Octaviano da Costa<br />
Alves (Oost-Timor), Fransiskus Xaverius Tasman, Ipolitus<br />
Fransiskus Klemens (Flores), Paskalis Ritan (Kalimantan),<br />
Hendra Turangan (Noord-Sulawesi), en Wilhelmus Idris<br />
(Zuid-Sulawesi).<br />
Nieuwe bestemming Tilburgs pand<br />
voormalig provincialaat<br />
Op 5 augustus 2013 tekenden de algemene overste frater Broer Huitema<br />
namens de congregatie en Fred de Koning namens de stichting NAHuis,<br />
een intentieverklaring aangaande de verhuur van het naast het <strong>CMM</strong>generalaat<br />
gelegen pand aan de Gasthuisring 52 in Tilburg. NAHuis<br />
(‘NAH’ staat voor ‘Niet Aangeboren Hersenletsel’) wil mensen die een<br />
hersenletsel hebben opgelopen helpen de draad weer op te pakken. Een<br />
niet aangeboren hersenletsel is meestal ontstaan door een ongeval, een<br />
hersenbloeding of een beroerte. In het voormalige provincialaat van de<br />
Fraters <strong>CMM</strong> in Nederland en de aanpalende ‘missie-expeditie’, de ruimte<br />
waar vroeger veel goederen werden ingepakt voor de missies, wil NAHuis<br />
een centrum voor deze mensen creëren, waar ze terecht kunnen voor zinvolle<br />
ontmoetingen, advies, dagbesteding en professionele zorgverlening.<br />
Het centrum zal grotendeels door vrijwilligers worden gerund. In Tilburg<br />
en omgeving zijn er ongeveer 7000 mensen met niet aangeboren hersenletsel.<br />
De congregatie is blij met de toekomstige huurder. De doelstelling<br />
van de stichting sluit nauw aan bij de missie van de <strong>CMM</strong>-missie: de<br />
spiritualiteit van barmhartigheid concreet vorm geven.<br />
Frater Broer Huitema (rechts) en<br />
Fred de Koning ondertekenen de<br />
intentieverklaring<br />
Hogere oversten bijeen in Rome<br />
Van 19 tot en met 24 mei 2013 nam frater Broer Huitema, algemeen overste van de Fraters <strong>CMM</strong>, in Rome deel aan de<br />
halfjaarlijkse bijeenkomst van de Internationale Unie van Hogere Oversten van Religieuzen (USG). Er waren 110 generale<br />
oversten aanwezig om van gedachten te wisselen over het thema ‘leiderschap’. De USG belegt deze bijeenkomsten<br />
om het religieuze leven te promoten en om de communicatie en samenwerking tussen de verschillende religieuze<br />
ordes en congregaties, bisschoppen en de Heilige Stoel te bevorderen. Op de ontmoeting werd duidelijk dat alle<br />
oversten te maken hebben met dezelfde uitdagingen en problemen voor wat betreft gehoorzaamheid en gezagsuitoefening.<br />
De jongere generatie religieuzen heeft in vergelijking met de oudere een andere houding ten<br />
opzichte van het gezag. De generale overste van de jezuïeten, de Spanjaard Adolfo Nicolás, werd op bijeenkomst<br />
21
in memoriam<br />
gekozen tot de nieuwe voorzitter van de USG. Hij volgde<br />
zijn landgenoot José Rodriguez Carballo op, voormalig<br />
generaal overste van de franciscanen, die in april door<br />
de paus werd benoemd tot secretaris van de Vaticaanse<br />
Congregatie voor de Instituten van Godgewijd Leven en<br />
van de Gemeenschappen van Apostolisch Leven, kortweg<br />
‘Congregatie voor de Religieuzen’.<br />
Nieuwe ‘signing’<br />
bij generalaat<br />
Bij het <strong>CMM</strong>-generalaat in Tilburg is een nieuwe<br />
‘signing’ verschenen. Omdat de afgelopen tijd enkele<br />
instellingen en diensten het gebouwencomplex hebben<br />
verlaten en er andere voor in de plaats zijn gekomen,<br />
was een nieuwe ‘bewegwijzering’ noodzakelijk geworden.<br />
Op Gasthuisring 54 is behalve het generalaat en<br />
het Nederlandse <strong>CMM</strong>-provincialaat ‘VS Building Care’<br />
gehuisvest. Dit bureau adviseert en ondersteunt opdrachtgevers<br />
op het gebied van beheer en onderhoud<br />
van onroerend goed. Nummer 54a is het nieuwe adres<br />
van het ‘Missionair Servicecentrum Tilburg’ (MST) en<br />
de ‘Internationale Organisatie voor Migratie’ (IOM). Het<br />
MST wil de maatschappelijke positie verbeteren van<br />
mensen die om allerlei redenen in een sociaal isolement<br />
zijn geraakt: vluchtelingen en asielzoekers, dak- en<br />
thuislozen, werklozen en kansarme groepen (zie Fraters<br />
<strong>CMM</strong> 1/13). IOM ondersteunt<br />
in Nederland<br />
onder meer migranten<br />
die vrijwillig willen<br />
terugkeren naar hun<br />
land van her komst bij<br />
hun duurzame herintegratie.<br />
De organisatie<br />
regelt ook de overkomst<br />
van uitgenodigde<br />
vluchtelingen die zich in<br />
Nederland mogen<br />
vestigen en verzorgt<br />
tijdelijke uitzending van<br />
hoger opgeleide migranten<br />
naar landen van<br />
De meest in het oog<br />
springende nieuwe signing<br />
bij het generalaat.<br />
herkomst om hun kennis<br />
en ervaring ter beschikking<br />
te stellen van lokale<br />
organisaties.<br />
Frater<br />
Misaël (M.W.) van den Borne<br />
Hij werd geboren te Reusel op 11 april 1920 en trad in<br />
de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw,<br />
Moeder van Barmhartigheid, te Tilburg, op 19 maart<br />
1939. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15<br />
augustus 1943. Hij overleed op 30 juni 2013 in de<br />
communiteit van Joannes Zwijsen in Tilburg en werd<br />
begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed<br />
‘Huize Steenwijk’ in Vught.<br />
Michiel groeide op in een groot boerengezin in Reusel.<br />
Hij volgde de landbouwschool in Eersel en werkte thuis<br />
mee op de boerderij. Ingetreden kreeg hij de naam<br />
Misaël. Hij werkte 26 jaar als kok in fraterhuizen te<br />
Cuijk, Zwolle, Oss, Tilburg en Boxtel. In Huize De la<br />
Salle te Boxtel kreeg hij snel de leiding over de boerderij<br />
en was hij supervisor. In 1966 werd frater Misaël<br />
gevraagd om in Brazilië het werk van de congregatie<br />
mee te dragen. Hij werd lid van het communiteitsbestuur<br />
en zorgde voor een groentetuin. Frater Misaël keek<br />
verder dan zijn communiteit. Hij zette zich op allerlei<br />
manieren ook in voor kansarme medemensen. Zijn familie<br />
en de gehele Reuselse gemeenschap hebben gedurende<br />
dertig jaar zijn werk ondersteund. Om gezondheidsredenen<br />
keerde frater Misaël in 1996 terug naar Nederland<br />
waar hij zich aansloot bij de communiteit in Reusel.<br />
Daar werd de tuin zijn domein. Vier jaar lang was hij<br />
plaatsvervangend communiteitsoverste. Na sluiting<br />
van het fraterhuis in 2008 verhuisde hij met zijn medebroeders<br />
naar het woonzorgcentrum Joannes Zwijsen<br />
in Tilburg. De laatste jaren werd zijn gezondheid heel<br />
broos. Dankbaar was hij voor elke hulp en aandacht.<br />
We geloven dat frater Misaël, eens zo zorgzaam voor<br />
velen, nu de barmhartige handen van God mag ervaren.<br />
22
‘Dichtbij is zijn genade’<br />
(uit de leefregel van de Fraters <strong>CMM</strong>)<br />
Hoop<br />
Charles Pequy personifieert de hoop als een klein teer kind, een meisje van een jaar of<br />
acht, dat voort huppelt tussen geloof en liefde; haar ernstige volwassen zussen. Zij zijn<br />
geneigd om alles wat komen gaat te bezien in het licht van herinneringen aan vroeger,<br />
hoe moeilijk de weg, hoe slecht het zicht.<br />
Zonder het meisje hoop, het kleine zusje in het midden,<br />
zou de bezadigdheid van de twee grote zussen kunnen<br />
omslaan in pessimisme en levensmoeheid. Dat kind<br />
is onvermoeibaar. Wel is het klein en zwak, maar het<br />
heeft dan ook niets om mee te dragen, geen ervaringen,<br />
geen verleden. Het leeft geheel in het vooruit.<br />
Vanaf de eerste keer dat ik dit las, is dit beeld van de<br />
hoop me altijd bijgebleven. En ik hoop dat er een<br />
kunstenaar opstaat die dit prachtige beeld verbeeldt.<br />
Als je vanuit barmhartige liefde wilt leven en werken<br />
heb je de hoop hard nodig. Het vertrouwen dat er altijd<br />
weer iets goeds kan gebeuren, ook al lijkt het niet<br />
mogelijk, ook al voel je je machteloos.<br />
Václav Havel gaat in zijn beroemde tekst over de hoop<br />
een stap verder en raakt de kern. Hoop, zegt hij, is de<br />
kunst om ergens aan te werken omdat het goed is.<br />
Niet alleen omdat het kans van slagen heeft.<br />
Hij eindigt met: “Hoop is niet optimisme, niet de overtuiging<br />
dat iets goed zal aflopen, hopen is zeker weten<br />
dat iets zinvol is, ongeacht de afloop.” Vaclav Havel wist<br />
waarover hij het had. Hij zat jarenlang in de gevangenis<br />
in het toenmalige Tsjechoslowakije onder het communistisch<br />
regime, zonder uitzicht. Deze overtuiging helpt<br />
mij tijdens momenten als de twijfel toeslaat of je wel<br />
zult slagen in waar je mee bezig bent.<br />
De hoop is een klein, teer kind, maar tegelijkertijd<br />
krachtig, moedig en taai. Juist dan mogen we rekenen<br />
op wat onze constituties ons aanreiken: “Daar wacht<br />
de Heer op ons. Dichtbij is zijn genade: verborgen<br />
maar daadwerkelijk.”<br />
Charles Pequy dichtte dan ook: “ ‘Het geloof’, zegt God,<br />
waar ik het meeste van houdt, is de hoop’.”<br />
frater Wim Verschuren<br />
23
Naar de Moeder van<br />
Jezus, die wij ook onze<br />
Moeder mogen noemen,<br />
zien wij op met eerbied<br />
en liefde. Zij is voor ons<br />
een lichtend teken van<br />
hoop en vertroosting<br />
op onze pelgrimsweg<br />
naar God.<br />
(uit de leefregel van de Fraters <strong>CMM</strong>)<br />
Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid