theorie
cursus 1 uit het HAVO verwerkingboek - laagland, literatuur en lezer
cursus 1 uit het HAVO verwerkingboek - laagland, literatuur en lezer
- No tags were found...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5<br />
10<br />
15<br />
20<br />
25<br />
30<br />
35<br />
40<br />
45<br />
50<br />
55<br />
Hij schakelde en accelereerde zo hard als de wagen kon.<br />
Recht op de tractor af. Achter ons volgde Stef. Richard<br />
zag alles. Zijn handen en voeten bewogen alsof ze een<br />
directe verbinding hadden met zijn ogen. De tractor<br />
kwam razendsnel dichterbij. Ik zag de boer in zijn cabine.<br />
Ik zag de paniek die zich langzaam van hem meester<br />
maakte. Hij ging zo ver mogelijk opzij om ruimte voor<br />
ons te maken, maar het was niet genoeg. Bij lange na<br />
niet. Hij toeterde en flitste met zijn lampen.<br />
‘Jezus’, zei ik.<br />
Op een paar meter afstand trok Richard het stuur naar<br />
links, naar dezelfde kant als de tractor, alsof hij hem<br />
frontaal wilde rammen. Maar hij draaide door. Voet even<br />
op de rem, half slippend om de draai zo strak mogelijk te<br />
maken. Vlak voor de tractor sprong de zware auto van de<br />
weg en boorde zich door de glazen wand van de kas.<br />
Stuiterend over de kozijnen landden we tussen de planten.<br />
Richard schakelde weer en gaf opnieuw gas. Grommend<br />
en gravend denderde de wagen door de kas. Achter<br />
ons probeerde Stef dezelfde manoeuvre te maken, maar<br />
het gebeurde te plotseling. Hij was er niet op voorbereid<br />
en raakte de tractor met de achterkant van zijn auto. Het<br />
duurde even voordat hij de controle weer had, maar hij<br />
kwam toch achter ons aan. Hortend en haperend, tot hij<br />
de auto in ons spoor had. Hij maakte gebruik van het pad<br />
dat wij door de planten baanden. Hij naderde.<br />
‘Hij heeft meer vermogen’, zei Richard. Hij schudde<br />
zijn hoofd en reed dieper de kas in, verder weg van de<br />
straat. Stef kwam steeds dichterbij. Richard remde hard,<br />
draaide scherp en gaf weer gas. De auto ploegde zich een<br />
weg door de hoge planten. Uitzicht was nul. Groen<br />
zwiepte en zwaaide alle kanten op. De auto stuiterde<br />
over oude tegelpaden en zooi die in de verwaarloosde kas<br />
op de grond lag. We reden in het ongewisse en opeens<br />
was daar weer een wand van de kas. Welke wisten we<br />
niet. Zonder vaart te minderen reden we er doorheen.<br />
Een van de stalen kozijnen bleef haken aan de auto en<br />
met enorm kabaal rukten we een deel van de wand weg.<br />
Het glas leek om ons heen te ontploffen. Scherven vlogen<br />
overal. De auto sprong over het smalle pad en knalde<br />
door de wand van de volgende kas. Keurig onderhouden.<br />
Nergens onkruid te zien. Alle plantjes netjes gesnoeid en<br />
in prachtige conditie. Een wereld van verschil.<br />
‘Oké’, zei Richard. ‘Hier gaan wij niet blijven.’<br />
Hij maakte een ruime bocht om niet te veel snelheid<br />
te verliezen. De plantjes werden onder de wielen verpulverd,<br />
de auto was als een chopper in een kruidentuin.<br />
Verderop in de kas waren mensen aan het werk. Ze<br />
schreeuwden en gebaarden. Hun woede was van een<br />
afstand duidelijk zichtbaar. Tot ze opeens ophielden. Ze<br />
schreeuwden niet meer. Ze wezen en keken. Achter ons<br />
was Stef naar binnen gekomen. Op een ander punt. De<br />
twee auto’s raceten achter elkaar aan, alles wat ze op hun<br />
weg tegenkwamen ging kapot. Wat Richard ook probeerde,<br />
hij raakte Stef niet kwijt. De LandRover was lang-<br />
60<br />
65<br />
70<br />
75<br />
80<br />
85<br />
90<br />
95<br />
100<br />
105<br />
zamer dan de Patrol. Maar Richards techniek was<br />
oneindig veel beter. Zijn handen en voeten beheersten de<br />
auto met razendsnelle, kleine handelingen. Elke beweging<br />
was precies afgemeten. Zolang we bochten draaiden, konden<br />
we hem voor blijven, maar zodra we een eind rechtuit<br />
reden, liep hij op ons in. Op de rechte asfaltweg<br />
tussen de kassen zou Stef ons onmiddellijk inhalen.<br />
‘Waar is hier ergens een sloot?’ vroeg Richard. ‘Links of<br />
rechts?’<br />
Ik dacht koortsachtig na. Er liepen in dit gebied overal<br />
sloten, je zag er zo veel dat je er niet op lette. Ze liepen<br />
soms tussen kassen en soms tussen percelen. Ik wist dat<br />
er niet ver van het huis een sloot was. Maar hoe ver, dat<br />
kon ik me niet herinneren.<br />
‘Links’, zei ik.<br />
‘Na deze kas?’<br />
‘Weet ik niet.’<br />
‘Of na de volgende?’<br />
Ik dacht na, probeerde een beeld terug te halen. Terug<br />
te sleuren, als het moest. Na welke kas was het? Hoe<br />
hield je die dingen uit elkaar?<br />
‘Na deze’, zei ik.<br />
‘Zeker?’<br />
‘Nee.’<br />
Slingerend en draaiend stoven we op weg naar de<br />
andere kant. Langzaam, meter voor meter, kwam Stef<br />
dichterbij. Richard hield elke meter in de gaten. ‘Kom<br />
maar aan me hangen’, zei hij. Hij liet het gas even los en<br />
Stef raakte ons van achteren. Richard draaide naar links,<br />
naar rechts. Stef leek aan onze achterbumper vast te zitten.<br />
Richard trok de wagen recht en duwde het gaspedaal<br />
helemaal in. De auto accelereerde. Stef volgde. Op een<br />
paar meter. Richard zat bewegingloos achter het stuur.<br />
Zijn ogen gefixeerd op de glaswand die nu snel dichterbij<br />
kwam. Steeds sneller.<br />
Hoe hij het precies deed, weet ik niet, maar vlak voordat<br />
we het glas raakten, zette Richard de auto in een<br />
slip, waardoor we dwars op de wand kwamen te staan. We<br />
tikten een paar ruiten kapot, maar het volgende ogenblik<br />
stoven we parallel aan de wand weer weg. Achter ons kon<br />
Stef de draai niet meer maken. Zijn auto verdween met<br />
donderend geraas door de ruit. Even later klonk een<br />
doffe, in water gedempte dreun.<br />
‘Sloot’, zei Richard. Zonder vaart te minderen reed hij<br />
terug naar de voorkant. Naar de straat. Nog een keer gingen<br />
we dwars door de wand en in een spray van glas waren<br />
we terug op de Castrostraat. Richard trok de auto recht,<br />
vier wielen op vlak asfalt. Voor de zekerheid keek hij nog<br />
een paar keer in de spiegel voordat hij vaart minderde. Hij<br />
streek een hand door zijn haar en reed als een voorbeeldig<br />
burger de provinciale weg op. De auto had overal deuken<br />
en zat onder de modder, maar dat hoort bij zo’n model. Ik<br />
wilde heel hard lachen en deed mijn mond open. Het bleef<br />
stil. Verder dan heel diep ademen, hijgen, kwam ik niet.<br />
Uit: Charles den Tex, Cel.<br />
10<br />
Literaire <strong>theorie</strong>