Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka
Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka - Metropoolregio Amsterdam Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka - Metropoolregio Amsterdam
24Figuur 2.5 Locatietypevoorkeur werkgelegenheid, per deelregio, 2012 6)Zaanstreek-‐Waterland Haarlem-‐IJmond Gooi en Vechtstreek Amstelland-‐Meerlanden Amsterdam KantoorlocaIes Bedrijventerreinen Informele locaIes Almere / Lelystad MRA 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Figuur 2.6 Terreinquotiënt (werkgelegenheid / ha) op bedrijventerreinen, 2005-2012100 90 Arbeidsplaats / ha 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Almere-‐Lelystad Amsterdam Amstelland-‐ Meerlanden Gooi en Vechtstreek Haarlem -‐IJmond Zaanstreek-‐Waterland 6) N.B. in Almere/Lelystad zijn geen formele kantorenlocaties en is het werkgelegenheidsaandeel benaderd door decentrumgebieden tot kantoorlocaties te rekenen.Science Park, Amsterdam
252.3 Nadere analyse gebruik werklocatiesLocatietypevoorkeurTussen deelregio’s blijken er aanzienlijke verschillen te bestaan in de spreiding van dewerkgelegenheid over bedrijventerreinen, kantoorlocaties en informele locaties, ziefiguur 2.5. Deze spreiding wordt ook wel de ‘locatietypevoorkeur’ genoemd.In Almere/Lelystad en Amstelland-Meerlanden slaat een hoge aandeel werkgelegenheidop bedrijventerreinen- en kantoorlocaties neer terwijl in andere deelregio’s juist hetmerendeel van de werkgelegenheid op informele locaties gevestigd is. In Zaanstreek-Waterland, Haarlem-IJmond en Gooi- en Vechtstreek zijn weinig formelekantoorlocaties, waardoor de locatietypevoorkeur voor dit soort terreinen daar laag is.Terreinquotiënt bedrijventerreinenHet ‘terreinquotiënt’ geeft inzicht in het aantal arbeidsplaatsen per ha op bedrijven- enhaventerreinen in de MRA. In figuur 2.6 is de ontwikkeling van de terreinquotiënten voorde verschillende deelregio’s zichtbaar.De vele arbeidsplaatsen per ha in Gooi en Vechtstreek, en de relatief lage cijfers voorAmsterdam en Haarlem-IJmond springen in het oog. Deze verschillen zijn te verklarendoor de diverse aard van de bedrijventerreinen in de deelregio’s: in het Gooi kent o.a. hetbedrijventerrein Mediapark een flink aantal kantoor (-achtige) gebouwen, wat in eenhoog aantal arbeidsplaatsen per hectare resulteert. In Amsterdam kennen de havenseen hoge ruimteproductiviteit maar relatief weinig arbeidsplaatsen. Hetzelfde geldtvoor het TATA-steel terrein in Haarlem-IJmond. Almere en Lelystad bieden vaker dangemiddeld plaats aan bedrijven met een grote ruimtevraag die op het ‘oude land’ nietterecht kunnen.Over de jaren heen lijkt er sprake van een licht dalende trend. Het betekent echter nietper definitie dat de terreinen in 2012 minder intensief worden gebruikt dan in 2005.Door voortgaande optimalisering van productieprocessen neemt de noodzaak voorarbeid af, terwijl de productiviteit in termen van toegevoegde waarde wel kantoenemen. De ruimteproductiviteit (toegevoegde waarde per ha) kan zo op peil blijvenof zelfs stijgen. De ruimteproductiviteit is mogelijk ook een interessante indicator vaneconomische activiteit op een terrein.De Vaart, Almere
- Page 3: 3InhoudsopgaveVoorwoord Arthur van
- Page 7 and 8: SSamenvatting
- Page 9 and 10: 9SamenvattingDit is de zesde editie
- Page 11 and 12: 11• De totale uitgifte van bedrij
- Page 13 and 14: 1Inleiding
- Page 15: 151 InleidingDit is de zesde editie
- Page 18 and 19: 18Schiphol-Centrum, Haarlemmermeer
- Page 20 and 21: 20Figuur 2.1 Werkgelegenheidsontwik
- Page 22 and 23: 22Figuur 2.3Werkgelegenheidsontwikk
- Page 27 and 28: 3Kantorenmarkt27
- Page 29 and 30: 293 KantorenmarktIn dit hoofdstuk w
- Page 31 and 32: 313.2 Opname en uitbreidingsvraag 2
- Page 33 and 34: 33Figuur 3.6Leegstand kantoren (inc
- Page 35 and 36: 353.4 Nieuwbouw en transformatieKan
- Page 37: 373.5 Relatie met Uitvoeringsstrate
- Page 41 and 42: 441Bedrijventerreinen
- Page 43 and 44: 4 Bedrijventerreinen43Dit hoofdstuk
- Page 45 and 46: 454.3 De markt voor bedrijfshuisves
- Page 47 and 48: 474.4 Situatie op gemengd - plus te
- Page 49 and 50: 49aangescherpt kan worden. Eind 201
- Page 51 and 52: 551Zeehaventerreinen
- Page 53 and 54: 5 Zeehaventerreinen53Dit hoofdstuk
- Page 55 and 56: 555.4 (Plan)aanbod zeehaventerreine
- Page 57: 657Herstructurering
- Page 60 and 61: 606.2 Herstructurering bedrijventer
- Page 62 and 63: 62Figuur 6.114.000.000 12.000.000 1
- Page 64 and 65: 64Tabel 6.5Plannen voor transformat
- Page 66 and 67: 66In de periode 2009-2012 is voor 8
- Page 68 and 69: 68BijlagenColofonDeze vijfde voortg
- Page 70 and 71: 70Uitgifte (bedrijventerreinen)De h
- Page 72 and 73: 72Ontwikkelingen kantorenmarkt naar
252.3 Nadere analyse gebruik werklocatiesLocatietypevoorkeurTussen deelregio’s blijken er aanzienlijke verschillen te bestaan in de spreiding van dewerkgelegenheid over bedrijventerreinen, kantoorlocaties en informele locaties, ziefiguur 2.5. Deze spreiding wordt ook wel de ‘locatietypevoorkeur’ genoemd.In Almere/Lelystad en Amstelland-Meerlanden slaat een hoge aandeel werkgelegenheidop bedrijventerreinen- en kantoorlocaties neer terwijl in andere deelregio’s juist hetmerendeel van de werkgelegenheid op informele locaties gevestigd is. In Zaanstreek-Waterland, Haarlem-IJmond en Gooi- en Vechtstreek zijn weinig formelekantoorlocaties, waardoor de locatietypevoorkeur voor dit soort terreinen daar laag is.Terreinquotiënt bedrijventerreinenHet ‘terreinquotiënt’ geeft inzicht in het aantal arbeidsplaatsen per ha op bedrijven- enhaventerreinen in de MRA. In figuur 2.6 is de ontwikkeling van de terreinquotiënten voorde verschillende deelregio’s zichtbaar.De vele arbeidsplaatsen per ha in Gooi en Vechtstreek, en de relatief lage cijfers voorAmsterdam en Haarlem-IJmond springen in het oog. Deze verschillen zijn te verklarendoor de diverse aard van de bedrijventerreinen in de deelregio’s: in het Gooi kent o.a. hetbedrijventerrein Mediapark een flink aantal kantoor (-achtige) gebouwen, wat in eenhoog aantal arbeidsplaatsen per hectare resulteert. In Amsterdam kennen de havenseen hoge ruimteproductiviteit maar relatief weinig arbeidsplaatsen. Hetzelfde geldtvoor het TATA-steel terrein in Haarlem-IJmond. Almere en Lelystad bieden vaker dangemiddeld plaats aan bedrijven met een grote ruimtevraag die op het ‘oude land’ nietterecht kunnen.Over de jaren heen lijkt er sprake van een licht dalende trend. Het betekent echter nietper definitie dat de terreinen in 2012 minder intensief worden gebruikt dan in 2005.Door voortgaande optimalisering van productieprocessen neemt de noodzaak voorarbeid af, terwijl de productiviteit in termen van toegevoegde waarde wel kantoenemen. De ruimteproductiviteit (toegevoegde waarde per ha) kan zo op peil blijvenof zelfs stijgen. De ruimteproductiviteit is mogelijk ook een interessante indicator vaneconomische activiteit op een terrein.De Vaart, Almere