4. Veel vertrouwde marktpartijen geven <strong>in</strong> deze tijdenniet thuis, terwijl kle<strong>in</strong>e, onbekende <strong>in</strong>vesteerderszich juist komen melden, waardoor het speelveldvoor de gemeente verandert.Naar nieuweontwikkelstrategieënDe vijftien projecten die <strong>in</strong> dit boekje zijn opgenomenvoelen daarvan uiteraard ook de gevolgen. Metdie nieuwe werkelijkheid bewogen zij elk op eigenunieke wijze mee. Toch kunnen we hun beweg<strong>in</strong>genonder drie gemeenschappelijke noemers scharen.Drie beweg<strong>in</strong>genDe gemeente Amsterdam was generaties lang <strong>in</strong> depositie om ruimtelijke plannen tot <strong>in</strong> detail te regisserenen uit te laten voeren door een select groepjemarktpartijen. Onze rondgang langs ruimtelijke projectenleert echter dat de gemeente steeds m<strong>in</strong>deruit de voeten kan met die ‘klassieke’ ontwikkel<strong>in</strong>gsstrategie.Om de volgende redenen:1. Nieuwe bouwgrond, waar de gemeente een actievegrondpolitiek kan voeren, wordt schaarser;2. Steeds meer projecten richten zich op het vernieuwenof transformeren van bestaand gebied,met zittende eigenaren en we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>komsten uiterfpachtuitgifte (of -conversie);3. De gemeente heeft zelf m<strong>in</strong>der middelen om te<strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> ruimtelijk plannen en is dus afhankelijkvan de <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsbereidheid van andere(private) partijen;1. Rol gemeente:van regisseren naar faciliterenOm de zojuist genoemde redenen moet de gemeenteeen stapje terug doen uit zijn klassieke regierolen zijn marktpartijen meer dan vroeger <strong>in</strong> depositie om ‘hun eigen plan te trekken’. De rol vande gemeente verschuift <strong>in</strong> dat geval naar het faciliterenvan <strong>in</strong>itiatiefnemers. Dat betekent automatischook dat gemeentelijke ambities en regels moetenworden herijkt aan de gewijzigde rolverdel<strong>in</strong>g. Hetpast <strong>in</strong> deze sett<strong>in</strong>g immers niet meer om eenmarktpartij te overladen met allerlei extra wensenen eisen. Sommige projecten lossen dat nu al goedop door alleen een paar basale maatschappelijkekaders aan het project mee te geven.Aan de andere kant betekent faciliteren niet dat wijeen passieve houd<strong>in</strong>g dienen aan te nemen. Sterkernog, <strong>in</strong> de meeste projecten wordt verwacht dat degemeente ‘de lead neemt’, bijvoorbeeld als bruggenbouwertussen partijen of <strong>in</strong> het bewaken vaneen lange termijn visie op het gebied.32
2. Stedenbouwkundig plan:van dwangbuis naar maatpakOp steeds meer projectlocaties wordt de traditionelefixatie op een stedenbouwkundig e<strong>in</strong>dbeeldlosgelaten. In plaats daarvan werkt men bijvoorbeeldmet een ‘startbeeld’, op basis waarvan eengroep <strong>in</strong>itiatiefnemers, marktpartijen, eigenaren,gebruikers en bewoners een organisch proces doorlopenvan planvorm<strong>in</strong>g, het bepalen van een programma,beelden en randvoorwaarden. Als sluitstukvan dat proces wordt pas een stedenbouwkundigplan opgesteld.Een goede variant daarop is het starten met slechtseen globaal programma en wat elementaire spelregels.Dat biedt enerzijds de door de markt vaak gewenste’stip op de horizon’, maar laat tegelijkertijdgenoeg ruimte voor organische ontwikkel<strong>in</strong>g vaneen locatie.3. F<strong>in</strong>ancieel:van GREX naar bus<strong>in</strong>ess caseDe klassieke ‘kale’ grondexploitatie wordt een achterhaald<strong>in</strong>strument. We zien bij steeds meer projectendat de plannen met een GREX <strong>in</strong> een bus<strong>in</strong>esscase worden gegoten, <strong>in</strong>clusief economische scenario’s,verdienmodellen en cashflow analyse. Bij transformatieprojectenis dat noodgedwongen, omdat ervaak geen sprake is van klassieke grondproductie.Maar ook een nieuwbouwproject als Amstelkwartier2e fase ziet het project als een ruimtelijke ondernem<strong>in</strong>g,waarbij een sluitende bus<strong>in</strong>ess case hoort. Hetloskomen van de klassieke GREX opent de deur naarnieuwe oploss<strong>in</strong>gen, zoals gebiedsfondsen, eenTREX, f<strong>in</strong>anciële participaties door derden, trusts,turn-key concessies en tijdelijke lucratieve functies.Qua f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g verdient het transformatieproject‘1012’ een bijzondere vermeld<strong>in</strong>g. Wat de gemeentedaar doet is met een chirurgische precisie<strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> een paar randvoorwaarden voor transformatie.Private partijen hebben daardoor weer zoveelvertrouwen <strong>in</strong> het gebied gekregen, dat zij nubereid zijn om een veelvoud daarvan <strong>in</strong> het gebied te<strong>in</strong>vesteren. De gemeentelijke miljoenen fungeerdendus als een ‘startmotor’ waarmee een groot vliegwielvan private <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen op gang werd gebracht.Nieuwe gezichtenIn de drie genoemde beweg<strong>in</strong>gen zit één constantefactor: <strong>in</strong> veel Amsterdamse projecten komen nieuwegezichten op het toneel. We zien dat bijvoorbeeldgebeuren op locaties waar ongebruikelijke partijenopdracht geven aan de gemeente om een bestemm<strong>in</strong>gsplanvoor ze te maken. Op andere locatieswordt de deur geopend voor zelfbouwers, collectievenen trusts, kle<strong>in</strong>e ontwikkelende aannemers engelegenheidsconsortia van deze partijen. Hoe verfrissendook, het zijn vaak wel nieuwkomers metwe<strong>in</strong>ig ervar<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de complexe wereld van ruimtelijkeplanvorm<strong>in</strong>g en vastgoedrisico’s. Vooralsnogzijn er geen beproefde werkmethoden hoe we alsgemeente optimaal met deze nieuwe partijen kunnensamenwerken; we zullen dat dus door trial &error moeten ontdekken. Hoewel daar procesmatigen f<strong>in</strong>ancieel risico’s aan zijn verbonden is het geenreden om die ontwikkel<strong>in</strong>g te mijden. Integendeel,diverse voorbeelden laten zien dat ‘nieuwkomers’,met een beetje ambtelijke begeleid<strong>in</strong>g, een heelpositieve bijdrage aan ontwikkel<strong>in</strong>gen leveren.Mozaïek vanontwikkelstrategieënOm de boodschap over te brengen maakt ditslothoofdstuk gebruik van een scherp contrasttussen ‘klassieke’ en ‘nieuwe’ ontwikkelstrategieën,maar de dagelijkse werkelijkheidis genuanceerder. In de praktijk zullen wewaarschijnlijk een ‘mozaïek’ van ontwikkelstrategieënte zien krijgen. Met op sommigelocaties een traditioneel StedenbouwkundigPlan van de gemeente, op andere locaties kande markt vrijelijk zijn gang gaan, en de restmaakt gebruik van allerlei hybride ontwikkelstrategieën.33