Omgekeerde stedenbouwPlaberum of niet, steeds meer projecten meldendat de klassieke stedenbouwkundige aanpak <strong>in</strong> hunsituatie niet meer goed werkt. Gemakshalve verstaanwe hier onder de klassieke aanpak:1. Stedenbouwkundigen ontwerpen een ruimtelijkmasterplan;2. In dat plan wordt het programma van bovenafbepaald;3. Daarna worden marktpartijen gezocht om kavelsaf te nemen;4. In pr<strong>in</strong>cipe is er geen sprake van een lokale gemeenschap,tenzij marktpartijen en bewonersdaar na afloop zelf aan werken.We zouden dat ook de ‘ruimtelijke route’ kunnennoemen: het ontwerp (hardware) gaat voor en de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>gmet mensen (software) komt later wel. Dieruimtelijke route lijkt op verschillende locaties eenonz<strong>in</strong>nige optie. IJburg 2e fase en Middenmeer-Noord mikken bijvoorbeeld op het aanjagen van <strong>in</strong>itiatievenvan onderop. Het resultaat daarvan valtper def<strong>in</strong>itie niet vooraf te voorspellen. Het kan bestleiden tot een bonte verzamel<strong>in</strong>g zelfbouwers, collectieven,bedrijfjes, ontwikkelaars en corporatiesdie <strong>in</strong> wisselende samenstell<strong>in</strong>gen en op onvoorspelbareplekken kavels willen afnemen. Het is pasop dat moment dat het programma en de ruimtelijkeontwerpgevolgen duidelijk worden.Een vergelijkbare situatie treffen we aan bij het ontwikkelenvan de nieuwe Campus van de VU-MC.Zo’n campus is geen ruimtelijke opgave, maar gaat<strong>in</strong> de eerste plaats over het bouwen aan een communityvan elkaar versterkende marktpartijen: universitairefaculteiten, laboratoria, ziekenhuisafdel<strong>in</strong>gen,vooruitgeschoven posten van medischebedrijven, hightech start-ups en sp<strong>in</strong>-offs van onderzoek,studenten, huisvest<strong>in</strong>g voor buitenlandse promovenda,enzovoort. Pas als die gemeenschap vanpartijen zich een beetje beg<strong>in</strong>t uit te kristalliserenwordt er een bijpassend ruimtelijk plan voor gemaakt.Het zou dus onverstandig zijn om zo’n vitaleontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het keurslijf van een vooraf ontworpenmasterplan te dw<strong>in</strong>gen.De derde situatie is die van het Mar<strong>in</strong>ecomplex,waar een transformatieopgave ligt. Het complex isvan grote historische betekenis en ligt op eenunieke plek. Een ‘doorsnee’ make-over, met appartementen,basisschool, kantoren en een supermarktDit 17e eeuwse schilderij laatzien dat de gemeente eenstrakke (en doordachte) hoofdstructuurvan de grachtengordelontwierp, waarb<strong>in</strong>nen de ‘velden’en kavels geleidelijk werden ontwikkeld.zou daar een beetje jammerzijn. De transformatiemoet iets echt bijzondersworden, van <strong>in</strong>ternationaleallure. Thematisch heefthet projectteam al wel eenpaar spannende ideeën,maar bijzondere markpartijenzijn nog buiten beeld,of men weet nog niet waar die te zoeken. ProjectmanagerPaul Moons heeft daarom een andere aanpakvoor ogen. ‘Zodra Defensie uit de gebouwentrekt willen we een soort hotelier of placemaker aanstellendie het gebied niet alleen beheert, maar ookactief gaat marketen. Door <strong>in</strong>ternationaal te netwerken,en door ook nu al tijdelijke leuke d<strong>in</strong>gen op hetterre<strong>in</strong> te organiseren, moet het gebied gaan bruisenen bij marktpartijen gaan leven. In market<strong>in</strong>gtermenwordt dat wel het branden van een gebiedgenoemd. Hopelijk trekt dat allerlei spannendepartners aan, partijen die zich nu nog ver buiten onsgezichtsveld bev<strong>in</strong>den en die iets op het terre<strong>in</strong> willendoen. Op dat moment ga je pas kijken welkewensen er bij die partijen leven, wat er moet wordengesloopt, verbouwd, gerenoveerd of nieuw gebouwd.’26
Organische ontwikkel<strong>in</strong>gDe drie bovengenoemde voorbeelden laten ziendat stedenbouw ook ‘omgekeerd’ kan verlopen.Eerst een gemeenschap van mensen en ideeën,daarna pas een ruimtelijk plan. Op het gevaar af onbedoeldesemantische discussies op te roepen zoudenwe die voorbeelden ook een verlangen naarorganische ontwikkel<strong>in</strong>g kunnen noemen. Organischeontwikkel<strong>in</strong>g kan het angstbeeld oproepen vaneen soort ongecontroleerde wildgroei, zonder eenoverheid die er de ruimtelijke orde handhaaft. Wehoeven echter niet ver te reizen om te laten zien datorganische groei en een stevige overheid heel mooisamen kunnen gaan. De Amsterdamse grachtengordelmaakte door de eeuwen heen een organischegroei door, met een bonte mix van particulieren,organisaties en bedrijven die zelf op hun kavel lietenbouwen. Maar het werd geen chaos of ratjetoe. Destad zorgde voor een dw<strong>in</strong>gende hoofdstructuurvan grachten, kades en radiale routes, waarb<strong>in</strong>neneen hoop vrijheid bestond om kavel voor kavel teontwikkelen. In moderne bewoord<strong>in</strong>gen: een topdownstructuur met een bottom-up <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g.Dat zien we ook terug <strong>in</strong> de 19e eeuwse wijken, enzelfs nog een beetje <strong>in</strong> de Berlage buurten. Deze <strong>in</strong>meer of m<strong>in</strong>der mate ‘organisch’ ontwikkelde wijkenbehoren tot de meest geliefde plekken <strong>in</strong> de stad.Blijkbaar deden ze <strong>in</strong> die tijd toch iets goed. Het isuiteraard niet de bedoel<strong>in</strong>g om domweg terug tegaan naar het verleden. Maar na de <strong>in</strong>dustriële wederopbouwvan de 20e eeuw lijkt het noodzakelijkgeworden om stedelijke ontwikkel<strong>in</strong>g opnieuw uit tev<strong>in</strong>den. Het verleden kan daarbij wel degelijk een<strong>in</strong>spiratiebron zijn.Tijdelijke studentenwon<strong>in</strong>gen ‘Ravel’ aan de ZuidasRavel is een 10 hectare groot deelgebied van de waarbij aan <strong>in</strong>zenders hoge eisen (f<strong>in</strong>ancieel, architectonischen geluidh<strong>in</strong>der van de A10) werden ge-Zuidas. Vanwege de slechte vastgoedmarkt werd <strong>in</strong>2010 besloten om Ravel voorlopig niet def<strong>in</strong>itief te steld. Die tender mislukte, omdat geen van deontwikkelen. In plaats daarvan werd een marktpartij <strong>in</strong>zenders aan de eisen voldeed. Daarop greep hetgezocht die bereid was om hier voor een periode project <strong>in</strong> de zomer van 2012 naar de ‘pitch’ als <strong>in</strong>strument.Enkele maanden later kon een w<strong>in</strong>nendevan 12 jaar studentenhuisvest<strong>in</strong>g (max. 1.000 won<strong>in</strong>gen)en een paar basisvoorzien<strong>in</strong>gen te realiseren.In 2011 werd een tenderprocedure doorlopen, met departij worden aangewezen, die e<strong>in</strong>d 2013 beg<strong>in</strong>tbouw.27