10.08.2015 Views

Richtlijnen borgen onbevooroordeeld DNA-onderzoek

Richtlijnen borgen onbevooroordeeld DNA-onderzoek

Richtlijnen borgen onbevooroordeeld DNA-onderzoek

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Richtlijnen</strong> <strong>borgen</strong> <strong>onbevooroordeeld</strong> <strong>DNA</strong>-<strong>onderzoek</strong>bineerde interpretatie van verschillende sporen) en datinformatie over <strong>DNA</strong>-profielen van personen buitenbeschouwing wordt gelaten bij het analyseren en interpreterenvan de <strong>DNA</strong>-(meng)profielen van de sporen. Pasnadat van het <strong>DNA</strong>-profiel van het spoor de (reproduceerbaaraanwezige) <strong>DNA</strong>-kenmerken, het aantal donoren ende mogelijke neveneffecten (allele drop-in, allele dropouten stotterpieken) zijn vastgesteld en vastgelegd,vindt het vergelijkend <strong>DNA</strong>-<strong>onderzoek</strong> met de <strong>DNA</strong>profielenvan personen plaats. Krane et al. hebben onlangseen hierop aanvullende procedure voorgesteld dat<strong>onbevooroordeeld</strong> vergelijkend <strong>DNA</strong>-<strong>onderzoek</strong> nogverder borgt. Dit principe van ‘sequential unmasking’komt hieronder bij punt 3 aan de orde.Door het <strong>DNA</strong>-<strong>onderzoek</strong> stapsgewijs uit te voerenovereenkomstig de bestaande leidraden, wordt zo goedals voorkomen dat kennis van de <strong>DNA</strong>-profielen vanpersonen de uitkomst van het vergelijkend <strong>DNA</strong>-<strong>onderzoek</strong>beïnvloedt. In grote lijn gelden voor het forensisch<strong>DNA</strong>-<strong>onderzoek</strong> vier opeenvolgende fasen:1. Analyseren: het vaststellen van de <strong>DNA</strong>-kenmerken;2. Interpreteren: het vaststellen van het <strong>DNA</strong>-profielals geheel en de samenhang van de verschillende<strong>DNA</strong>-kenmerken;3. Vergelijken: vergelijken van het <strong>DNA</strong>-profiel met datvan andere sporen en met dat van personen;4. Beschouwen in context: beschouwen van de bevindingenvan het <strong>DNA</strong>-<strong>onderzoek</strong> in het licht van al deandere feiten en omstandigheden in de zaak.Veel forensische laboratoria hebben de werkzaamhedenzo georganiseerd dat verschillende fasen zijn toebedeeldaan speciaal voor die werkzaamheden opgeleide professionals.Gespecialiseerde <strong>DNA</strong>-<strong>onderzoek</strong>ers voeren hetlaboratoriumwerk uit en doen de analyse van de verkregenresultaten. Vervolgens interpreteren <strong>DNA</strong>-deskundigenal de resultaten om ze vervolgens te onderwerpenaan vergelijkend <strong>DNA</strong>-<strong>onderzoek</strong>. Het beschouwen vande bevindingen van het <strong>DNA</strong>-<strong>onderzoek</strong> in de contextvan al de andere technische en tactische feiten en omstandighedenis het domein van de jurist. De vier fasenzijn hieronder nader uiteengezet.1. AnalyserenNadat het <strong>DNA</strong> uit het spoor is geïsoleerd, worden de te<strong>onderzoek</strong>en hypervariabele gebieden (loci) van het <strong>DNA</strong>vermeerderd. Dit heel specifiek kopiëren van de te <strong>onderzoek</strong>enloci is nodig om de <strong>DNA</strong>-kenmerken hiervanvast te stellen. De <strong>onderzoek</strong>sapparatuur maakt de <strong>DNA</strong>kenmerkenvan de onderzochte loci zichtbaar in eenpiekenprofiel. Een persoon heeft voor elk locus tweeverschillende of twee gelijke <strong>DNA</strong>-kenmerken. Deze zijnin het piekenprofiel weergegeven als respectievelijk tweepieken, of één hogere piek. Dit piekenprofiel wordt meteen speciaal hiervoor ontwikkeld en internationaalgebruikt expertsysteem en een leidraad van criteriageanalyseerd. Tijdens deze analyse wordt vastgesteldof de pieken daadwerkelijk <strong>DNA</strong>-kenmerken representerenen als zodanig zijn te benoemen. <strong>DNA</strong>-kenmerkenworden getypeerd met een getal. Over deze nomenclatuurbestaat internationale consensus.2. InterpreterenDe tweede fase is het interpreteren van het <strong>DNA</strong>-profieldat uit het spoor is verkregen. Hierbij beschouwt dedeskundige het <strong>DNA</strong>-profiel in zijn totaliteit en <strong>onderzoek</strong>tin hoeverre er sprake is van een onderlinge samenhangvan de verschillende pieken (<strong>DNA</strong>-kenmerken). Bijhet interpreteren worden onder meer de volgende vragenbeantwoord:– Is het een volledig of onvolledig <strong>DNA</strong>-profiel?– Betreft het een <strong>DNA</strong>-mengprofiel?– Is dan vast te stellen van hoeveel personen het celmateriaal(<strong>DNA</strong>) afkomstig is en als dit het geval ishoe verhouden de hoeveelheden celmateriaal van deverschillende donoren zich tot elkaar?– Zijn uit het <strong>DNA</strong>-mengprofiel afzonderlijke <strong>DNA</strong>profielenvan de verschillende donoren af te leiden?Tijdens het interpreteren worden ook de mogelijkecomplicerende neveneffecten in kaart gebracht: op welkeloci is er mogelijk sprake van allele drop-in, allele dropoutof prominent aanwezige stotterpieken? Dit speelt,zoals al eerder gezegd, met name een rol bij minimalebiologische sporen en kan alleen worden vastgesteld alsde reproduceerbaarheid van de pieken is onderzocht.3. VergelijkenPas nadat het analyseren (1) en het interpreteren (2) isafgerond en vastgelegd, vindt de derde fase plaats: hetvergelijkend <strong>DNA</strong>-<strong>onderzoek</strong> met <strong>DNA</strong>-profielen vanandere sporen en/of personen. Indien relevant in de zaakkan het vergelijken met <strong>DNA</strong>-mengprofielen plaatsvindenovereenkomstig de procedure die Krane et al. 17 beschrijven:het zogenoemde ‘sequential unmasking’. Hierbijwordt het <strong>DNA</strong>-profiel van het spoor eerst vergelekenmet het <strong>DNA</strong>-profiel van degene van wiens lichaam, kledingof gebruiksvoorwerp het spoor is veiliggesteld. Alsuit dit vergelijkend <strong>onderzoek</strong> blijkt dat het <strong>DNA</strong>-profielvan deze persoon matcht met het <strong>DNA</strong>-mengprofiel vanhet spoor, is aannemelijk dat het <strong>DNA</strong>-profiel van dezepersoon deel uitmaakt van het <strong>DNA</strong>-mengprofiel. Hetligt immers in de lijn der verwachting dat celmateriaal(<strong>DNA</strong>) van deze persoon in dit spoor aanwezig is (zoalsin de bemonstering van het lichaam of de slip van eenslachtoffer van een zedendelict). Onder deze aannamekunnen mogelijk van het <strong>DNA</strong>-mengprofiel <strong>DNA</strong>-kenmerkenvan andere personen worden afgeleid en eventueelstatistisch geëvalueerd. Hierna vindt vergelijking plaatsmet de <strong>DNA</strong>-profielen van de overige personen van wieeen <strong>DNA</strong>-profiel beschikbaar is, bijvoorbeeld met het<strong>DNA</strong>-profiel van de verdachte in de zaak. Deze procedurevan vergelijkend <strong>DNA</strong>-<strong>onderzoek</strong> waarborgt dat op eenobjectieve wijze de aanwezigheid en wetenschappelijkebewijswaarde van de <strong>DNA</strong>-kenmerken in het <strong>DNA</strong>-mengprofielvan het spoor worden vastgelegd. Door op dezemanier eerst ‘de target’ vast te stellen (de mogelijkecombinaties van <strong>DNA</strong>-kenmerken van degenen van wiehet spoor afkomstig is) wordt voorkomen dat verwachtingspatronen(kennis van het <strong>DNA</strong>-profiel van de verdachte)een objectieve vergelijking in de weg staan.17.D.E. Krane et al., ‘Sequential Unmasking: A Means of Minimizing Observer Effects in Forensic <strong>DNA</strong> Interpretation’, Journal of Forensic Sciences, 2008, 53(4).Expertise en Recht 2009-5/6123

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!