08.08.2015 Views

Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat 2012-2013

Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat 2012-2013

Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat 2012-2013

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

12-13<strong>Jaarverslag</strong>Kinderen en jongerenvallen tussen de plooien


2Kinderen en jongeren vallen tussen deplooienKinderen in kwetsbare situaties raken ons. AlsMika in de reportage van Panorama getuigt overleven in armoede, willen we meteen in actie schieten.Als Amir, een 12-jarige Afghaanse jongen,vertelt wat het betekent om op de vlucht zijn,denken we aan onze eigen kinderen. En als opde voorpagina’s van onze kranten dode Syrischekinderen staan, willen we dat de waanzin stopt.Op het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> hebben wehet laatste jaar opnieuw veel Mika’s en Amirsontmoet. Kinderen en jongeren met een zwaregeschiedenis, soms met uitzicht op een beteretoekomst, soms met een bijna uitzichtloos perspectief.We luisteren naar die kinderen, naar hunouders, grootouders of andere mensen uit hundirecte omgeving. En we zoeken samen naar eenoplossing. Het belang van het kind is dan altijdons leidend principe. Keer op keer is dat een moeilijke,delicate oefening. En hoewel we dat somswel zouden willen, een standaardprocedure is erniet. Het VN-Comité voor de Rechten van het Kindpresenteerde dit jaar een Algemeen Commentaarbij artikel 3 van het kinderrechtenverdrag.Het Comité stelt dat het belang van het kind bepaleneen oefening is die we in elke situatie voorelk kind opnieuw moeten maken. Belangrijk isdat kinderen en jongeren de kans krijgen om ookhun eigen verhaal in die bepaling binnen te brengen.Op heel wat plaatsen is ook dat nog altijdniet evident.Als thema voor ons jaarverslag kozen we voor‘kinderen tussen de plooien’. We vonden het eenpassende rode draad voor de vele signalen dieons bereikten. ‘Tussen de plooien’ laat zich lezenin verschillende betekenissen. We zien hoe kinderentussen de plooien vallen van verschillendeverantwoordelijke overheden. Niet-begeleide buitenlandseminderjarigen die erkend zijn of subsidiairebescherming krijgen, kloppen aan bij eenOCMW voor een leefloonequivalent, maar blijvenmet lege handen staan omdat lokale overhedenvinden dat de Vlaamse en federale overheid ze teweinig ondersteunt. Kinderen vallen ook tussende plooien van sectoren. Zo zien we scholen diebereid zijn om in het project ‘inclusie’ te stappen,maar niet altijd in staat zijn om kinderen behoorlijkindividueel bij te staan. Kinderen met eenhandicap hebben in het gewone onderwijs somspersoonlijke assistentie nodig. Het persoonlijkeassistentiebudgetkan daar bij helpen. In de praktijkzien we dat die kinderen vaak geen prioriteitkrijgen en dat de wachtlijsten erg lang zijn. Datheeft dan weer een duidelijke impact op hunschoolloopbaan. En ten slotte vallen kinderenook tussen de plooien van volwassenen die verantwoordelijkvoor hen zijn. Het meest terugkerendevoorbeeld zijn de kinderen die tussen hunouders vallen als die strijd voeren tegen elkaar.Ook al is het co-schoolschap ondertussen van debaan, die strijd heeft een grote impact op het dagelijkseleven van kinderen.Met dit jaarverslag willen we niet alleen signaleren,maar ook adviseren. Met het kinderrechtenverdragals referentiekader zijn we ervanovertuigd dat we vandaag beter moeten kunnenals we een kinder- en jeugdbeleid uittekenen.Het kinderrechtenverdrag komt vooral voort uitverontwaardiging over een bestaande toestand.Het streeft ernaar die toestand te veranderen.Kinderen waren lang onzichtbaar en waar ze welzichtbaar waren, werd er vaak weinig belang gehechtaan wat ze beleefden en te zeggen hadden.Illustratief is het recente onderzoek van deCommissie-Samson in Nederland naar seksueelmisbruik in instellingen. Het onderzoek toontheel duidelijk aan hoe kinderen die slachtofferwaren van seksueel misbruik vóór 1980 volstrektniet serieus genomen werden als ze over dat misbruikvertelden. ‘Ze worden uitgelachen, weggehoond,niet geloofd, en krijgen in veel gevallenzelfs straf voor hun vermeende leugens, “viezepraatjes” en slechte gedachten’, meldt het rapport.De signalen van de kinderen in ons jaarverslagzijn heel serieus. Zo serieus dat we ze telkensopnieuw als vertrekpunt nemen voor onzebeleidsadviezen om alle kinderen tot hun recht telaten komen.Het was voor het team van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>geen gemakkelijk jaar. We verlorenMie Jacobs als collega. Mie werkte tien jaarals juriste bij ons. In die tien jaar bouwde ze eenexpertise op die we tot vandaag nog altijd missen.Het jaarverslag was nooit de favoriete publicatievan Mie. Toch dragen we dit verslag aanhaar op. Als het om kinderrechten gaat, was Mieeen van de laatsten die zou plooien.Bruno VanobbergenKinderrechtencommissaris


3Iedereen is verantwoordelijkBruno Vanobbergen en zijn team zetten zich elkedag opnieuw in om kinderen een stem te gevenen om te waken over de naleving van kinderrechtenin Vlaanderen. Alle sectoren – overheid,ngo’s, onderwijs, middenveld en de privésector –moeten samenwerken om kinderen en hun rechtende plaats te geven die ze verdienen.In <strong>2012</strong> startten we met het forum Children’sRights and Business Principles waaraan het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> actief meewerkt.Dat forum ondersteunt en bevordert respect voorkinderrechten in de productie- en consumptieketenvan bedrijven. Ook daar is het opzet: samenwerkenmet alle actoren voor een positieve impactin de regio waar een bedrijf investeert.Waarom dat thema? Meer dan de helft van dewereldbevolking zijn kinderen en jongeren. Zijhebben het recht om op te groeien in een veilige,rechtvaardige wereld. Belgische investeringenin het buitenland hebben daar stevig wat invloedop. Alleen al goede voeding zorgt ervoordat kinderen later tot 20 procent meer verdienenen dat een land tot 3 procent meer kan groeien.Bedrijven hebben dus meer positieve impact opkinderrechten dan ze denken. Ze creëren welvaarten bieden ouders van kinderen een inkomen.Degelijke verloning, evenwichtige en gezondewerksfeer, veilige producten en diensten,correcte marketing zijn maar enkele elementen.Bewustzijn groeitNatuurlijk duiken er in de internationale bedrijfswereldook problemen op, zoals slechte werkomstandighedenen kinderarbeid. Daarom moetenwe bedrijven blijven bewustmaken van hunsociale impact in de regio’s waar ze investerenen van hoe ze duurzaam kunnen ondernemen.Ik zie vandaag dat bewustzijn groeien bij bedrijven.Toen we met dit thema startten, verteldenheel wat mensen me dat ze niet goed begrepenwat de bedrijfswereld daarmee te maken heeft.En dan toch zeker geen bedrijven die alleen maarin België actief zijn? En toch. Kijk naar de cijfersover kinderarmoede in ons land: 14 procent vande kinderen leeft hier in armoede. In heel Belgiëis dat zelfs 18 procent. We moeten er samen voorzorgen dat kinderen niet door de mazen van hetnet glippen.Geef kinderen ruimte om kind te zijnIn Congo betekent dat voor alle kinderen vaccinatiestegen polio. In Vlaanderen betekent hetsystemen opzetten zodat kinderen niet in armoedeterechtkomen. Dat is echt dringend. Incrisistijden zijn kinderen het eerste slachtoffer enneemt de kinderarmoede toe. Jonge kinderen dieopgroeien in een kwetsbare omgeving krijgenniet dezelfde kansen als hun meer bevoorrechteleeftijdgenoten. Als ze de eerste maanden en jarenvan hun leven gebrekkige voeding of affectieveproblemen krijgen, dreigt dat hun fysieke,intellectuele, emotionele en sociale ontwikkelingaan te tasten op lange termijn. Het is erg moeilijkom die tekorten later nog te verhelpen.En dan zijn er nog de individualisering, de alleenstaandeouders, de nieuw samengestelde gezinnen,ADHD. Krijgen kinderen nog ruimte om echtkind te zijn? Zelf ben ik een gelukskind. Ik komuit een stabiel en warm gezin. Ik heb alle kansengekregen. Jammer genoeg is de situatie voorheel wat kinderen veel minder rooskleurig. Daardraagt iedereen een verantwoordelijkheid in.Iris van der VekenVoorzitter Overleg- en AdviesorgaanNieuw in onsjaarverslagPersonen van andere organisaties en dienstenlaten hun licht schijnen over wat we schrijvenin ons jaarverslag.Zeer interessante bijdragen waarvoor we henéén voor één van harte bedanken.


4InhoudInhoudDeel 1: <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> komt op voor rechtenvan kinderen en jongeren 81. Wat doet het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>? 102. Wie is wie op het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>? 113. Ingebed in Vlaams Parlement 123.1. Overleg- en adviesorgaan 123.2. Partner van parlementaire en paraparlementaire diensten 13De Kracht van je Stem, Vlaams Parlement 13Gidsen in het Vlaams Parlement 13Broodje Brussel in de Loketten 13Vlaamse Ombudsdienst 13Samenwerking met het Algemeen Secretariaat van het Vlaams Parlement 13Deel 2: Van signaal tot advies 141. De Klachtenlijn onderzoekt klachten, bemiddelt,verwijst door en adviseert bij problemen 161.1. De Klachtenlijn in cijfers 16Hoeveel meldingen komen er binnen? 16Wie doet een beroep op de Klachtenlijn? 17Hoe nemen melders contact op? 17Waarover gaan de meldingen? 18Hoe worden vragen en klachten behandeld? 181.2. Klachtenlijn: vernieuwen en bekendmaken 19Gratis nummer en buiten schooluren 19Website Klachtenlijn kinderrechten.be 19Adverteren en op evenementen staan 202. Van signaal naar beleidsadvies 242.1. Adviserend werk 242.2. Kinderrechtenperspectief uitdragen 25Website kinderrechtencommissariaat.be 25Artikels in tijdschriften en boeken 26Opiniestukken en persberichten 273. Externe samenwerking en netwerking 293.1. Samenwerking met kinderrechtenactoren en experten uit de praktijk 293.2. Samenwerking met universiteiten en hogescholen 293.3. Actief in stuurgroepen en projecten 303.4. Debatten, lezingen en studiedagen 313.5. Redacties 33Redactie Tijdschrift Jeugd en Kinderrechten 33Redactie Alert 333.6. Kinder- en jongerenmedia 33Klasse 33Jommekeskrant 33Ketnet en Karrewiet 33StampMedia 34Tijdschriften van Averbode 34


Inhoud5Deel 3: Waar knelt het? 361. Recht op basiszorg en hulpverlening 381.1. Kwaliteitsvolle kinderopvang verlangt meer dan één paar sterke schouders 381.2. Huis van het Kind ook voor maatschappelijk kwetsbare kinderen? 381.3. Kinderen en jongeren in de jeugdhulp 39Recht op duidelijke informatie en participatie 40Recht op passende jeugdhulp en zorg op maat 42Recht op respect voor gezinsleven 47Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp 48Mijlpaal: nieuw decreet integrale jeugdhulp 481.4. Kinderen met een label 511.5. Kinderen en jongeren in de gezondheidszorg 51Patiëntenrechten 51Toestemming bij vaccinatie? 52Vrouwelijke genitale verminking 53Levensbeëindiging en euthanasie van minderjarigen 532. Rechten van kinderen op de vlucht 552.1. Welke rechten staan onder druk? 55Recht om je mening te uiten 55Recht op samenleven met ouders 57Recht op materiële opvang 59Recht op psychologische, medische en sociale zorg 59Recht op onderwijs 612.2. Specifieke problemen bij bijzondere groepen 62Niet-begeleide minderjarigen van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) 62Niet-Belgische kinderen uit de EER 632.3. Terugkeer 64Bezoek aan het Open Terugkeercentrum in Holsbeek 64Vertrekken zonder kinderen? 653. Rechten bij politieoptreden 663.1. Vragen en klachten over politie 663.2. Politie en school: vriend of vijand? 673.3. Aandacht voor kinderen en jongeren 674. Rechten van jongeren in detentie 694.1. Jeugdgevangenis Tongeren 694.2. Klachten gesloten opvang 69Wie ziet toe wat er achter de muren gebeurt? 705. Rechten op en in onderwijs 725.1. Eindelijk een volwaardige rechtspositie voor leerlingen? 725.2. Een school vinden: inschrijvingsrecht 735.3. Op school raken: leerlingenvervoer 755.4. Naar een zorgzame, inclusieve school 76Vragen naar inclusief onderwijs 76Wachten op Godot? 77Als Welzijn niet meewerkt 78Inclusie versus uitsluiting als tuchtmaatregel 79


Inhoud78. Vlaams integraal kinderrechtenbeleid 1238.1. Veldtekening ‘Kinderrechten in Vlaanderen’ vraagt terecht meer aandachtvoor lacunes 1238.2. Tussentijds verslag 2011-<strong>2012</strong> mist perspectief 1249. Kinderrechten internationaal 1259.1. Klachtenprotocol in de lucht maar nog niet geland 125Klachtenprotocol unaniem goedgekeurd door Vlaams Parlement 125Op naar een kindvriendelijke uitvoering van het Klachtenprotocol 1259.2. Europese kinderombudsdiensten vergaderen over juvenile justice 125Deel 4: Bijlagen 128Naar wie wordt doorverwezen? 130Kinderrechten in de media 131Gevolgde studiedagen 144Verdrag inzake de Rechten van het Kind 146aangenomen door de Algemene Vergaderingvan de Verenigde Naties op 20 november 1989


Deel<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>komt op voorrechtenvan kinderenen jongeren1. Decreet van 15 juli 1997 houdende oprichting van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> en instelling van het ambt van kinderrechtencommissaris,B.S. 7 oktober 1997. Decreet van 31 januari 2003 houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende oprichtingvan een <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> en instelling van het ambt van kinderrechtencommissaris en van het decreet van 7 juli 1998houdende instelling van de Vlaamse Ombudsdienst, B.S. 13 februari 2003. Decreet van 6 juli 2005 houdende wijziging van diverse decreten,wat het statuut van de mandaathouders in de aan het Vlaams Parlement verbonden instellingen betreft, B.S. 9 september 2005.Zie www.kinderrechtencommissariaat.be voor de tekst van de drie decreten.


Met het decreet van 15 juli 1997 1 richtte het Vlaams Parlement het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> op. Het internationaal kinderrechtenverdragonderstreept het belang van onafhankelijke instanties voor kinderrechten.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> is de officieel erkende vertolker van derechten, noden en belangen van minderjarigen bij het Vlaams Parlement.Het ziet toe op de naleving van kinderrechten in Vlaanderen.


10 Deel 1: <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> komt op voor rechten van kinderen en jongerenHfst 1: Wat doet het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>?1.Wat doet het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>?Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vangt signalenop van kinderen, jongeren en professionals. Hetbemiddelt, onderzoekt klachten en adviseert hetbeleid. Altijd met het oog op de goede nalevingen toepassing van kinderrechten in Vlaanderen.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> brengt maatschappelijkonrecht tegenover kinderen en jongerenonder de aandacht en waakt erover dat denodige instrumenten, kanalen en voorzieningenuitgebouwd worden en kwaliteit blijven leveren.Om zijn opdracht uit te voeren, richt het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> zich tot verschillendedoelgroepen. Het formuleert adviezenvoor het Vlaams Parlement, de VlaamseRegering, administraties en agentschappen,internationale of buitenlandse overheden. Debelangrijkste signaalfunctie naar het beleid iszo verzekerd. Als dat nodig is, formuleert het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> voorstellen en aanbevelingenover nieuwe wetgevingsinitiatievendie van belang zijn voor minderjarigen of overbestaande regelgeving of praktijken die indruisentegen kinderrechten.Kinderen en jongeren informeren we over dedienstverlening van onze Klachtenlijn. Met professionalsbouwt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>netwerken uit. Het debat over kinderrechten voerenwe ook in lezingen, debatten en via anderekanalen en media. Om zo het maatschappelijkdraagvlak voor kinderrechten te versterken ende maatschappelijke positie van kinderen te verbeteren.K


12 Deel 1: <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> komt op voor rechten van kinderen en jongerenHfst 3: Ingebed in Vlaams Parlement3. Ingebed in Vlaams ParlementHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> is niet alleenopgericht door een decreet van het VlaamsParlement. Het is er onlosmakelijk mee verbonden.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>neemt actief deel aan de bijeenkomstenvan verschillende commissies in het VlaamsParlement en probeert zo de stem van kinderenen jongeren maximaal te vertolken ente vertegenwoordigen.3.1.Overleg - enadviesorgaanIn het overleg- en adviesorgaan overleggen vertegenwoordigersvan de politieke fracties vanhet Vlaams Parlement met een groep mensen dieactief zijn in het maatschappelijk veld en de wetenschappelijkewereld. De leden van het adviesenoverlegorgaan zetelen een hele legislatuur.Na elke nieuwe legislatuur verandert de samenstelling.Een mandaat is hernieuwbaar. De eerstevoorzitter was prof. dr. Peter Adriaenssens. Dieis op de vergadering van 12 november <strong>2012</strong> vervangendoor Iris van der Veken, voorzitter vanhet UN Global Compact Network Belgium. Detweede bijeenkomst van het overleg- en adviesorgaandit werkjaar was op 22 april <strong>2013</strong>.Het overleg- en adviesorgaan is een klankbordvoor de kinderrechtencommissaris en zijn medewerkersom de bij decreet bepaalde opdrachtenvan het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vorm tegeven en de strategische doelstellingen uit debeleidsnota 2009 - 2014 te realiseren. Het zorgtmee voor een breed maatschappelijk en politiekdraagvlak voor het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>.Samenstelling overleg- en adviesorgaanPolitieke partijenVanuit de VLIR (VlaamseInteruniversitaire Raad)Vanuit de Verenigde VerenigingenVast lidBoudewijn Bouckaert (LDD) Peter Adriaenssens (KU Leuven) Ursula Jaramillo (Minderhedenforum)Tom Dehaene (CD&V)(tot 13 december <strong>2013</strong>)Jo De Ro (Open Vld)Danielle Godderis-T’Jonck (N-VA)Chris Janssens (Vlaams Belang)Els Kindt (CD&V)Chokri Mahassine (sp.a)Elisabeth Meuleman (Groen)Katrien Schryvers (CD&V)Plaatsvervangend lidBart Caron (Groen)Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)Cindy Franssen (CD&V)Lies Jans (N-VA)Tinne Rombouts (CD&V)Erik Tack (Vlaams Belang)Güler Turan (sp.a)Ulla Werbrouck (LDD)Joke Bauwens (VUB, VakgroepCommunicatiewetenschappen)Bea Cantillon (UA, DepartementSociologie)Didier Reynaert (UGent, VakgroepSociale Agogiek)Caroline Verschueren(Vlaamse Jeugdraad)Christel Verhas (Gezinsbond)Hilde Linssen (Vlaams Netwerk vanverenigingen waar armen het woordnemen)Iris van der Veken, voorzitter(UN Global Compact Network Belgium)


Deel 1: <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> komt op voor rechten van kinderen en jongeren 13Hfst 3: Ingebed in Vlaams Parlement3.2.Partner vanparlementaire enparaparlementairedienstenDe Kracht van je Stem,Vlaams ParlementDe kinderrechtencommissaris is lid van de stuurgroepvan De Kracht van je Stem, de educatievedienst van het Vlaams Parlement. Regelmatigwerken we samen met De Kracht van je Stem.Zo organiseerde de Kracht van je Stem eenvormingsdag op 1 maart <strong>2013</strong>: Werken met departicipatiemap 'Oprechte deelneming', voor lerarenvan het basisonderwijs. Wie de workshopvolgde, kreeg ook een rondleiding in het VlaamsParlement. En elke deelnemer kreeg een exemplaarvan de participatiemap 'Oprechte deelneming'mee naar huis.Vlaamse OmbudsdienstHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> en de VlaamseOmbudsdienst overleggen geregeld over klachtendie ze binnenkrijgen. Sommige individueledossiers bezorgen we aan elkaar of besprekenwe samen.Samenwerking met hetAlgemeen Secretariaat vanhet Vlaams ParlementHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> werkt als pa r a-parlementaire instelling in het Huis van deVla amse Volksvertegenwoordigers. Het AlgemeenSecretariaat van het Vlaams Parlement biedtondersteunende diensten in personeelsadministratie,financiën, informatica en algemene logistiek.De samenwerking met de ondersteunendediensten loopt volgens een samenwerkingsprotocol.Dit jaar kon het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>ook rekenen op de steun van het AlgemeenSecretariaat om documenten te archiveren.Gidsen in het VlaamsParlementHet Vlaams Parlement is een open huis. Ineen rondleiding krijgen bezoekers informatieover werking en rol van het VlaamsParlement en van de paraparlementaire instellingen.Ook de architectuur en de geïntegreerdeVlaamse hedendaagse kunst komen aan bod.Voor schoolgroepen is er een educatief aangepastdagprogramma. Drie medewerkers van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> zijn betrokken bijde gidsbeurten.Broodje Brussel in deLokettenOp 6 juni organiseerde het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>samen met de Gezinsbond, ChildFocus en Broodje Brussel een middagsessie‘Cyberpesten: pesten in een modern jasje’. In deLoketten van het Vlaams Parlement maakte LienCleynhens een vijftigtal mensen wegwijs in deactualiteit van het cyberpesten.


DeelVan signaaltot adviesHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> is de pleitbezorger van kinderenen hun rechten. Die rol maken we waar door signalen van kinderen,jongeren en professionals actief te detecteren en om te zetten inbeleidsadvies. Tegelijk probeert het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> devastgelopen minderjarige vooruit te helpen.


16 Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 1: De Klachtenlijn onderzoekt klachten, bemiddelt, verwijst door en adviseert bij problemen1. De Klachtenlijn onderzoekt klachten,bemiddelt, verwijst door en adviseertbij problemenElke dag bereiken ons signalen via onzeKlachtenlijn. Kinderen, jongeren en hun belangenbehartigersstellen ons de meest uiteenlopendeconcrete vragen en signaleren problemen.Iedereen die vindt dat de rechten van eenkind geschonden zijn door een dienst of overheid,kan terecht bij de Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>.Die onderzoekt grondig en onafhankelijk deklachten over kinderrechten. Die klachten gaanover minderjarigen die vastlopen in regelgevingen procedures of in hun relaties met organisatiesof instanties. Vaak gaat het over problemen dieniet opgelost raken langs de gewone administratieveof juridische weg.Onderzoek start als andere middelen uitgeputzijn of geen oplossing brachten. Toetsen doenwe in de eerste plaats aan het kinderrechtenverdragen het wettelijk kader. Daarnaast zijn de algemeenaanvaarde ombudsnormen 1 een belangrijktoetsingskader. Die normen hebben vooral temaken met behoorlijkheid en zorgvuldigheid vande dienstverlening van overheden, diensten envoorzieningen.1.1.De Klachtenlijn in cijfersHoeveel meldingen komen erbinnen?Vragen en klachten die kaderen in deombudsfunctieInformatie 494Klachten 454Signaal 14Standpunt/visie 7Totaal 969Meldingen die buiten de eigenlijkewerking van de Klachtenlijn vallenSchoolopdrachten 78Geen kinderrechtenthema 27Onze Klachtenlijn bemiddelt, geeft helder adviesen streeft ernaar de klachten om te buigen naareen oplossing in het belang van de minderjarige.1. Ombudsnormen: dezenormen werden vastgelegdin de samenwerkingsverbandenPOOL(Permanent OverlegOmbudslieden) en ENOC(European Network ofOmbudspersons forChildren).


Deel 2: Van signaal tot advies 17Hfst 1: De Klachtenlijn onderzoekt klachten, bemiddelt, verwijst door en adviseert bij problemenVragen en klachten per werkjaarWerkjaar 20012002Vragen enklachten2002200320032004200420052005200620062007200720082008200920092010201020112011<strong>2012</strong><strong>2012</strong><strong>2013</strong>757 933 769 796 992 1.188 1.198 1.070 966 1.077 1.035 969Wie doet een beroep op deKlachtenlijn?Meldingen volgens de hoedanigheid van demelderMinderjarige melders volgens leeftijdPrivépersonen Minderjarige 188Ouder 429Familie 93Student 7Onbekend 32Andere 48Professionelen Hulpverlener 96Onderwijspersoneel 12Jurist 3Ombudsman 7Middenveld 8Andere 30Overheden Federaal 3Vlaams 8OCMW 1Gemeentelijk 4Totaal 969Aantal9 jaar 410 jaar 511 jaar 912 jaar 1313 jaar 2114 jaar 2415 jaar 2116 jaar 1717 jaar 2818 jaar 6Onbekend 40Totaal 188Hoe nemen melders contact op?Telefoon 412Website 245E-mail 229Brief 77Bezoek 6Totaal 969


18Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 1: De Klachtenlijn onderzoekt klachten, bemiddelt, verwijst door en adviseert bij problemenWaarover gaan de meldingen?TotaalGezin 359Echtscheiding 222Opvoeding 122Afstamming 15Onderwijs 244Hulp aan minderjarigen 197Eerstelijns- en basisvoorzieningen 21Zorg voor personen met een handicap 11Gezondheidszorg 15Bijzondere jeugdzorg 150Vluchtelingen 67Vrije tijd 18Justitie: daders en slachtoffers 29Media 15Vrienden, relaties en seksualiteit 8Huisvesting 4Andere 28Totaal 969Hoe worden vragen en klachten behandeld?Informatie/advies 265Advies en doorverwijzing 271Doorverwijzing 159Onderzoek/bemiddeling 122Nog in behandeling 109Standpunt/visie 4Geen afhandeling mogelijk 39Totaal 969


Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 1: De Klachtenlijn onderzoekt klachten, bemiddelt, verwijst door en adviseert bij problemen191.2.Klachtenlijn: vernieuwenen bekendmakenOp 20 november <strong>2012</strong> gaf het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>zijn Kinderombudsdienst eennieuw gezicht. Zo ontstond de Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>. Met het oog op beteredienstverlening voor kinderen en jongeren, breiddenwe onder andere onze communicatiekanalen uiten lanceerden we een nieuwe website op maat vankinderen en jongeren.Gratis nummer en buitenschoolurenDe Klachtenlijn van het Kinderrechten commissariaatbood melders voor het eerst een gratistelefoonnummer aan. Ook kwam er telefoonpermanentieop dinsdagavond. Daarmee maken weonze telefonische dienstverlening voor kinderenen jongeren aantrekkelijker en toegankelijker.Want tijdens de kantooruren zijn kinderen en jongerenop school, behalve woensdagnamiddag.Ook dat telefonische contacten betalend waren,verhoogde de drempel voor kinderen en jongerenom de Klachtenlijn te bellen.Op 20 november <strong>2012</strong> ging de nieuwe websitewww.kinderrechten.be online.Van 1 september <strong>2012</strong> tot en met 19 november <strong>2012</strong>was er een website voor de verschillende doelgroepen.In die periode bezochten 22.219 mensen dewebsite. Ze bleven er gemiddeld 4,25 minuten.Van 20 november <strong>2012</strong> tot en met 31 augustus<strong>2013</strong> werd de website kinderrechten.be 31.084keer bezocht. Dat leverde 105.020 pageviews op.Gemiddeld blijven mensen 2,48 minuten op dewebsite.Website Klachtenlijnkinderrechten.beOp 20 november <strong>2012</strong> lanceerde het Kinder rechtencommissariaattwee nieuwe websites. Naast dewebsite van het Kinderrechten commissariaat gerichtnaar beleid, middenveld en breed publiek is erde website van de Klachtenlijn voor kinderen, jongerenen tussenpersonen. Getuigenissen van kinderenen jongeren zoals Femke, Jana, Lukas, Seppe, Samiren Amber illustreren kinderrechtenproblemen waarvoorje terechtkunt bij de Klachtenlijn. Een kort filmpjelegt uit wat de Klachtenlijn doet. Via een klachtenformulierneem je online meteen contact op.


20Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 1: De Klachtenlijn onderzoekt klachten, bemiddelt, verwijst door en adviseert bij problemenMaand Aantal bezoeken Maand Aantal bezoekenSeptember <strong>2012</strong> (één website) 5.207 Maart <strong>2013</strong> 3.673Oktober <strong>2012</strong> (één website) 9.402 April <strong>2013</strong> 3.2511-20 november <strong>2012</strong> (één website) 7.610 Mei <strong>2013</strong> 3.71020-30 november <strong>2012</strong> 4.087 Juni <strong>2013</strong> 2.189December <strong>2012</strong> 3.609 Juli <strong>2013</strong> 1.006Januari <strong>2013</strong> 4.841 Augustus <strong>2013</strong> 1.280Februari <strong>2013</strong> 3.438Op de website van de Klachtenlijn staat beknopteinformatie over kinderrechten onder ‘Vragen enantwoorden’ of in de digitale kinderrechtenbrochuresK30 en Wblft?! Het is wel de bedoelingdat kinderen en jongeren op zoek naar kinderrechteninformatiegaandeweg aankloppen bij deKinderrechtswinkel.Een paar keer per jaar wisselen de partners, waaronderde Klachtenlijn, onderling informatie enexpertise uit. We werken ook maximaal samen.Een concreet voorbeeld is de nieuwe kinderrechtenbrochurewaaraan de Kinderrechtswinkel enhet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> samen werkten,die verschijnt in oktober <strong>2013</strong>.Op de meeste pagina’s van de website staat een‘doorverwijsblokje’:■ ■ ‘Luisterend oor’ verwijst door naar Awel.■ ■ ‘Raad of hulp’ verwijst door naar het JAC(vanaf 12 jaar).■ ■ ‘Info over je rechten’ verwijst door naar deKinderrechtswinkel.■ ■ ‘Klacht over je rechten’ verwijst naar deKlachtenlijn van het Kinder rechten commissariaat.Adverteren en op evenementenstaanAdvertentiesHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> maakt zijnKlachtenlijn met nieuwe website en het gratis0800 nummer klassiek bekend via advertentiesin Yeti en Maks, de onderwijsbladen van Klassevoor kinderen en jongeren. Dit jaar adverteerdenwe ook in het tienermagazine Joepie. Net als opde website van de Klachtenlijn vertellen Femke,Jana, Lukas, Seppe, Samir, Amber en anderen indie advertenties waarvoor je terechtkunt bij deKlachtenlijn.In Klasse voor Leraren en in de catalogus vanJeugd & Vrede getuigen Juf Leen en Meester Bart.Zij richten zich tot andere leerkrachten en jeugdwerkers.De contactgegevens van de Klachtenlijn komenopnieuw in de schoolagenda’s van Licap (137.500exemplaren) en op de Jaarplanner voor de leerlingenradenvan de Scholierenkoepel (1.100 exemplaren).


KlachtenlijnKlachtenlijnZit je vast?Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 1: De Klachtenlijn onderzoekt klachten, bemiddelt, verwijst door en adviseert bij problemen21DatistochHeb je ook het gevoel dat je niet correct wordt behandeld? Zocht je overal hulp, maar wil of kan niemand iets doen?Zit je vast? Contacteer dan de Klachtenlijn van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>www.kinderrechten.be • klachtenlijn@kinderrechten.be • 0800 20 808Advertentie in Licap schoolagenda, september <strong>2013</strong>helemaal“nieteerlijk?’t Was altijd ruzie op despeelplaats. Die pesterslieten mij niet met rust.En dan werd ik kwaad, ja.KlachtenlijnAmber, 11 jaar“Heb je ook het gevoel dat je niet correct wordtbehandeld? Zocht je overal hulp, maar wil of kanniemand iets doen?Klop dan aan bij Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>. Of het nu gaatom een probleem op school, in de sportclub, opstraat, jeugdbeweging,…Of je voelt je slecht behandeld door de overheid ofeen officiële dienst?Bel, mail of surf en wij helpen je verder.Zit je vast?“Omdat ik begon te vechten moest ik allespeeltijden binnen blijven. Dat is tochniet eerlijk? Mijn mama ging praten met dedirecteur en de zorgleerkracht, maar diezeiden dat ik verkeerd gereageerd had.Dan heeft mama de Klachtenlijn gebeld.Zij hebben met de directeur gesproken.Nu wordt er iets gedaan aan al dat pestenen mag ik opnieuw buiten spelen.”Contacteer dan de Klachtenlijnwww.kinderrechten.beklachtenlijn@kinderrechten.be0800 20 808DatMogenniet toch“afpakken?Omdat Femke dyslexieheeft, werkt ze meestalop haar laptop metspellingscontrole. Maarde nieuwe leerkracht vanNederlands begreep datniet.“ze FemkeLeen, leerlingenbegeleidster“Als Femke goed oefent, zal het zo ook wellukken, zei de leerkracht. Ook naar dedirecteur en het CLB wilde ze niet luisteren.Femke’s vader heeft zelfs de koepel in Brusselgebeld. Die konden ook niks doen. Toen hebik Femke het nummer van Klachtenlijn vanhet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> gegeven. Diehebben bemiddeld en de leerkracht gewezen opde ‘redelijke aanpassingen’ waar Femke recht opheeft. Na veel praten is het in orde gekomen.”Jij komt veel in contact met kinderen en jongeren. Zie je datze niet correct behandeld worden? Zochten ze hulp maarkan of wil niemand iets doen? Breng hen dan contactmet de Klachtenlijn van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>.Of het nu gaat om een situatie op school, in de sportclub,in de hulpverlening, op straat of in de jeugdbeweging.Of is het de overheid of een officiële dienst die de rechtenvan een kind of jongere heeft geschonden? Geef onzecontactgegevens door en wij helpen hen verder.Advertentie Yeti, februari <strong>2013</strong>Contacteer dan de Klachtenlijnwww.kinderrechten.beklachtenlijn@kinderrechten.be0800 20 808ZekunnenmijAdvertentie Klasse voor Leerkrachten,december <strong>2012</strong>tochnietdwingen?Theo, 15 jaarIk heb ADHD. Ze vinden mijte druk en te wild. Nu magik niet meer op de speel -plaats. Ze willen zeker datik Rilatine pak. Maar datwil ik helemaal niet.Al meer dan vier weken moet ik binnenblijven. Mijn vader sprak met dedirecteur en met het CLB. Ik heb eengedragscontract ondertekend, maar magnog altijd niet buiten. De school wildat ik ‘gepaste medische hulp’ zoek.Daarmee bedoelen ze pillen, maar datwil ik niet. Ik word daar loom van.Ze kunnen mij toch niet dwingen?Mijn moeder heeft de Klachtenlijn gebeld.Zij onderzoeken en bespreken het nu metde directie, het CLB, mijn ouders. Ook ikmag mijn gedacht zeggen.Ik hoop dat er een oplossing komt.Heb je ook het gevoel dat je niet correct wordtbehandeld? Zocht je overal hulp, maar wil ofkan niemand iets doen?Klop dan aan bij de Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>. Of het nu gaatDat“mogennietzetochJefaandoen?meester BartJef is soms brutaal. Maarzijn mond dichtplakken, hemop een stoel binden en hem‘s nachts buiten zetten,dat gaat toch veel te ver ?““Onlangs vertelde Jef me wat hij meemaakteop kamp. Hij is geen doetje, maar deze strafwas er zwaar over. Jefs ouders sprakenmet de leiding. Die zeiden hen dat ze hetallemaal een beetje moesten relativeren. Opkamp moet je daar tegen kunnen. Wie nietluisteren wil, krijgt ‘dril’. Toen gaf ikJef het nummer van Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>. Samen met hetverbond van jeugdbeweging hebben ze dezaak onderzocht en opgelost.”Jij komt veel in contact met kinderen en jongeren.Zie je dat ze niet correct behandeld worden?Zochten ze hulp, maar kan of wil niemandiets doen? Breng hen dan in contact met deKlachtenlijn van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>.Of het nu gaat om een situatie in de jeugdbeweging,op school, in de sportclub, in de hulpverlening ofop straat,… Of is het de overheid of een officiëlegeschonden? Geef onze contactgegevens doordienst die de rechten van een kind of jongere heeftom een situatie op school, in de jeugdzorg, inde sportclub, op straat, in de jeugdbeweging,…en wij helpen hen verder.Of je voelt je slecht behandeld door de overheidof een officiële dienst?Bel, mail of surf en wij helpen je verder.Zit je vast?Contacteer dan de Klachtenlijnwww.kinderrechten.beklachtenlijn@kinderrechten.be0800 20 808Zit je vast?Contacteer dan de Klachtenlijnwww.kinderrechten.beklachtenlijn@kinderrechten.be0800 20 808Advertentie Jeugd en Vrede,augustus <strong>2013</strong>130714_BR_klachtenlijn advertenties def_extra2.indd 1 18/07/13 16:28Advertentie Maks, oktober <strong>2013</strong>130919_WS_klachtenlijn advertenties_OK.indd 1 23/09/13 15:49


22Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 1: De Klachtenlijn onderzoekt klachten, bemiddelt, verwijst door en adviseert bij problemenKinderrechtendag20 november <strong>2012</strong> werd dit jaar gevierd met delancering van twee nieuwe websites. We maakteneen promotiefilmpje voor de Klachtenlijn metde stemmen van Alphonse en Babette. Karrewietfilmde de ‘making of’. Alphonse en Babette legdende kijkers van Karrewiet en Ketnet.be haarfijnuit waar de Klachtenlijn voor staat.Promotiefilmpje Klachtenlijn <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>20 november <strong>2012</strong>Werelddag voor veiliginternetgebruikChild Focus en zijn partners informeerden op 5februari duizenden kinderen en jongeren overveilig omgaan met internet en sociale media. Ookkinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergendeed mee. Hij riep de hulp in van enthousiastejongeren van het Gentse kinder- en jeugdtheaterKopergietery. Samen namen we een filmpje opvoor de Safer Internet Days in Kinepolis. Ruim3.000 jongeren bekeken de ludieke filmpjes in verschillendebioscopen en hoorden van de kinderrechtencommissarisdat internet niet levensgevaarlijkis. Maar soms loopt het mis. Daarom wouhet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> jongeren informerenover de Klachtenlijn. Regelmatig krijgenwe klachten over een aanhoudend pestprobleemvia internet of over een vals Facebookprofiel datmaar niet verwijderd raakt, en over kranten entijdschriften die Facebookfoto's gebruiken zondertoestemming.Jongeren van het Gentse kinder- en jeugdtheaterKopergietery maken een filmpje voor de Safer Internet Days


Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 1: De Klachtenlijn onderzoekt klachten, bemiddelt, verwijst door en adviseert bij problemen23Play 31: Speelpolitie opSpeeldag in MechelenOp zondag 19 mei <strong>2013</strong> was Mechelen een grootspeelparadijs. Ook kinderrechtencommissarisBruno Vanobbergen was van de partij. Hij mobiliseerdeals ‘Speelcommissaris’ honderden kinderenom op zoek te gaan naar de vier speelbandietendie helemaal niet houden van spelen enspelende kinderen.Uitgangspunt was de actie Play 31: samen met13 andere kinderrechten- en jeugdorganisatiesvraagt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> 31 minutenmeer speeltijd thuis, op school en in debuurt. Want kinderen hebben recht op spel, zegtartikel 31 van het kinderrechtenverdrag, mettekst en uitleg in de ‘Algemene Commentaar’ vanhet VN-Comité voor de Rechten van het Kind inGenève gepubliceerd op 17 april <strong>2013</strong>.En dat wilden we gezegd hebben op de Speeldagin Mechelen. Wie akkoord gaat, kan de chartersondertekenen op GoeGespeeld.be.KRAS slotzittingNa een jaar discussiëren en reflecteren in kleinegroepjes waren de 600 jongeren van het KRASprojectvan Jeugddienst Globelink klaar voorhet grotere werk. Op 3 mei <strong>2013</strong> zakten ze afnaar het federale en Vlaamse Parlement om metpolitici en experts, onder wie de kinderrechtencommissaris,te debatteren over kinderrechten.In de zonnige middagpauze in het Warandeparkkonden de jongeren naast een hapje en eendrankje ook wat informatie meepikken op deinfomarkt. Daar was de Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> ook van de partij.19 mei Speeldag Mechelen


24 Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 2: Van signaal naar beleidsadvies2. Van signaal naar beleidsadvies2.1.Adviserend werkVerschillende individuele klachten en meldingenvan knelpunten in de toepassing van kinderrechtenhebben een signaalfunctie. Wijst een individueleklacht op onduidelijke, inconsequente, discriminerendeof ontbrekende regelgeving? Of opregels of praktijken die in strijd zijn met het kinderrechtenverdrag?Dan signaleren we dat bij debevoegde overheid. Dat lost het probleem van deminderjarige niet meteen op. Maar het kan voorkomendat de problemen zich blijven voordoen.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vertaalt destructurele problemen in dossiers, adviezen,standpunten en knelpuntnota’s voor het VlaamsParlement. Het onderzoekt diepgaand sommigekinderrechtenthema’s en de onderliggendeproblemen om het Vlaams Parlement te informerenen te adviseren. Het wijst ook op de mogelijkevertaling ervan in Vlaamse regelgeving. Het toetstbeleidsinitiatieven zoals ontwerpen en voorstellenvan decreet aan het kinderrechtenverdrag.Op eigen initiatief of op vraag van hetVlaams Parlement formuleert het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>adviezen. Het laatstejaar hoorden de commissies van het VlaamsParlement de kinderrechtencommissaris overkinderrechtenthema’s zoals integrale jeugdhulp,de Gemeentelijke Administratieve Sancties ende problemen met de internaten voor het buitengewoononderwijs van het GO! Het VlaamsParlement hoorde de kinderrechtencommissarisook over de knelpunten en beleidsaanbevelingenin ons jaarverslag 2011-<strong>2012</strong>. Daarnaast nodigdende verenigde senaatscommissies voor Justitie enSociale Aangelegenheden ons uit om een advieste geven en te presenteren bij de wetsvoorstellenover discreet bevallen en euthanasie voor minderjarigen.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> bracht schriftelijkadvies uit over verschillende onderwerpen diete maken hebben met kinderrechten:■■Vlaams Jeugdbeleidsplan en VlaamsActieplan KinderrechtenAdvies Tussentijds verslag 2011-<strong>2012</strong> mist perspectief(<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/10)■■KinderopvangAdvies Kwaliteitsvolle kinderopvang verlangtmeer dan één paar sterke schouders (<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/9)■■HuisonderwijsAdvies Huisonderwijs vanuit kinderrechten(<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/8)■■Integrale jeugdhulpAdvies Strookt ontwerpdecreet integrale jeugdhulpmet rechten minderjarigen? (<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/7)■■Geweld en de schoolomgevingAdvies Geweld en de schoolomgeving (<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/6)■■Gemeentelijke Administratieve SanctiesAdvies Gemeentelijke Administratieve Sanctiesvoor minderjarigen? (<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/5)■■Discreet bevallenAdvies Discreet bevallen met informatiewaarborgenvoor het kind? (<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/4)■■EuthanasieAdvies Euthanasie en levensbeëindiging vanminderjarigen (<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/3)■■<strong>Jaarverslag</strong> 2011-<strong>2012</strong>Advies <strong>Jaarverslag</strong> <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>2011-<strong>2012</strong>. Rechten werken. (<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/2)■■Internaten buitengewoon onderwijs GO!Knelpuntennota Kinderen van de rekening.Knelpunten in de opvangcentra van het GO!(<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/1)NAdviezen N zijn na te lezen op www.kinderrechtencommissariaat.be.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> organiseerdedrie ‘signaleermomenten’ om knelpunten uit hetjaarverslag 2011-<strong>2012</strong> diepgaander te besprekenen er maximaal gehoor aan te geven. En om dedialoog aan te gaan met belangrijke spelers dievoor kinderen mee het verschil kunnen maken.■■Op 27 februari <strong>2013</strong> nodigden we de ombudsdienstenvan de centrumsteden uit.■■De aanspreekpunten kinderrechten waren tegast op 18 februari <strong>2013</strong>.■■De schepenen van Jeugd, van Onderwijs en deOCMW-voorzitters ontvingen we op 6 maart<strong>2013</strong>. We informeerden ze en reikten kapstokkenaan om beleidsprioriteiten uit te tekenenwaarin kinderen en jongeren een centrale plekkrijgen. Een meerjarenplanning met oog voorde jongste burgers, wie kan daar tegen zijn?Allemaal waren het interessante en verrijkendeontmoetingen die we op termijn graag herhalen.


Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 2: Van signaal naar beleidsadvies252.2.KinderrechtenperspectiefuitdragenAls <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> willen we hetbeleid en het middenveld zo goed mogelijk informeren.Daarom signaleren en ontsluiten we onzeadviezen en knelpunten rond kinderrechten inVlaanderen via Twitter, onze website, nieuwsbriefen blog. En geven we lezingen en schrijven we opiniestukken,persberichten en artikels in tijdschriftenen bijdragen aan boeken.Websitekinderrechtencommissariaat.beOp 20 november <strong>2012</strong> lanceerden we tweenieuwe websites. Dat kadert in de herprofileringvan onze dienstverlening om onze verschillendedoelgroepen nog beter te bedienen.www.kinderrechten.be is er voor kinderen en jongeren.De focus ligt op de Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>.www.kinderrechtencommissariaat.be is er vooralvoor Vlaamse volksvertegenwoordigers, andere beleidsmakersen middenveldorganisaties.Naast betere toegankelijkheid van informatie en documentenzijn er deze nieuwigheden:■■Blog en Twitter van de kinderrechtencommissaris■■Nieuwsbrief online■■Artikels en lezingen van medewerkers van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>■■Bestelmogelijkheid online en opvolgbaarheid vanpublicaties in samenwerking met Vlaanderen.be■■Een afzonderlijke ruimte voor de media met persberichten,opiniestukken en beeldmateriaal■■Mogelijkheden om pagina’s te ‘sharen’ met anderenen in te tekenen op de RSS-feeds.Van 20 november <strong>2012</strong> tot en met augustus <strong>2013</strong>werd de site www.kinderrechtencommissariaat.be21.253 keer bezocht. Dat leverde 122.253 page viewsop. Gemiddeld blijven mensen 3,48 minuten op dewebsite.MaandAantal bezoekenSeptember <strong>2012</strong> (één website) 5.207Oktober <strong>2012</strong> (één website) 9.4021-20 november <strong>2012</strong> (één website) 7.61020-30 november <strong>2012</strong> 3.196December <strong>2012</strong> 2.968Januari <strong>2013</strong> 4.924Februari <strong>2013</strong> 4.094Maart <strong>2013</strong> 3.705April <strong>2013</strong> 3.069Mei <strong>2013</strong> 3.847Juni <strong>2013</strong> 2.735Op 20 november <strong>2012</strong> ging de nieuwe websitewww.kinderrechtencommissariaat.be online.Juli <strong>2013</strong> 1.117Augustus <strong>2013</strong> 1.490


26 Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 2: Van signaal naar beleidsadviesTwitterSinds 20 november <strong>2012</strong> twittert de kinderrechtencommissaris.Op 31 augustus telden we 289 tweets en 885 volgersLinkedInNetwerken uitbouwen en informatie uitwisselendoen we ook via het profiel van de kinderrechtencommissarisop LinkedIn.BlogSinds 20 november <strong>2012</strong> verschenen er zevenblogs van de kinderrechtencommissaris:■■Stress op de speedboot. Over stress bij kinderen■■Carnavaleske toestanden? Over overlast enGAS-boetes■■Horen, zien en spreken. Over de Vlaamse weektegen pesten■■Zoals een stuk papier. Over terugkeerwoningenen terugkeercoaches■■Elke week een ander bed. Over de kinderen inde opvangcentra van het GO!■■Kinderen zijn zoals indianen. Over de eersteKunstendag voor kinderen■■Er zijn duizenden Amirs, maar we lijken zenauwelijks te zien. Over kinderen op de vlucht.NTe N lezen op www.kinderrechten commissariaat.be/blog.eNieuwsbriefSinds februari <strong>2013</strong> stuurt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>vijf keer per jaar een nieuwsbriefuit. Vorig werkjaar verstuurden we drie nieuwsbrievenmet informatie over de eigen activiteiten,ontwikkelingen rond kinderrechten en initiatievenvan partnerorganisaties. Eind augustus zijner 248 personen ingeschreven. Het gaat om vrijwilligeinschrijvingen.NOnze N nieuwsbrief lezen of een abonnementnemen: www.kinderrechtencommissariaat.be/nieuwsbrieven-overzicht.Artikels in tijdschriften enboekenHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> laat ook vanzich horen in tijdschriften en boeken.■■Over integriteit. Een kinderrechtenperspectiefop geweld (op school)NIn N tijdschrift CDR (Christen-DemocratischeReflecties), jg. 1, nr. 3, juni <strong>2013</strong>■■Decreet Integrale Jeugdhulp. Geslaagd voor dekinderrechtentoets?NIn N Alert, juni <strong>2013</strong>, www.alertonline.be■■Kinderrechtenorganisaties zijn geen gewoneorganisatiesNIn N Tijdschrift Jeugd en Kinderrechten (TJK),juni <strong>2013</strong>■■En ik die dacht dat dat vanzelf gingNTwee N korte artikels in het e-magazineQuaJong over recht op spel, van Kind enSamenleving, mei <strong>2013</strong> www.k-s.be/e-zines/■■Asielzoekers in de klas (GO!)NIn N e-zine van het GO!, maart <strong>2013</strong>, http://www.g-o.be/Net_eMagazineHome/Pages/eMagazineArtikel.aspx?Id=6098■■Mijn persoonlijk Eureka-moment (…) doorBruno VanobbergenNIn N ‘Goede voornemens voor een kind vriendelijk(er)kunstenbeleid’, een bijzondere uitgavevan HetPaleis, februari <strong>2013</strong>


Deel 2: Van signaal tot advies 27Hfst 2: Van signaal naar beleidsadvies■■Integriteit als sleutel tot het begrijpen van kinderrechtenNIn N ‘Toveren met jongeren in woelige tijden’,TEJO, LannooCampus, maart <strong>2013</strong>■■Are children’s rights duty-free?NIn N ‘Safe Spaces’. Roux, Cornelia (ed.), HumanRights Education in Diverse Contexts. Volume5, <strong>2012</strong>■■Een reus op lemen voeten: GAS voor minderjarigenNIn N ‘Jeugdwerk en sociale uitsluiting. Handvattenvoor emanciperend jeugdbeleid’. Filip Cousséeen Lieve Bradt (red.), Uit De Marge, Acco, <strong>2012</strong>■■Decreet Rechtspositie van leerlingen: geen stokachter de deur. Bedenkingen bij het jaarverslagvan het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>.NIn N Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid (TORB), <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>, nr. 5, p. 371■■Aandacht voor integriteit op school: prendre lerisque de se mettre en ‘je’NIn N Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid (TORB) <strong>2012</strong>-13, nr. 1, p. 9-12■■Met vallen en opstaan. Recht doen aan het struikelendekindNIn N het boek ‘Empowerment van de context.Een net van steun en stimulatie voor kwetsbareen gekwetste kinderen’, K. De Corte, S.Bal en I. Antrop, E. Van den haute (red.), GarantUitgevers (Maklu), maart <strong>2013</strong>Opiniestukken en pers berichtenHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> schreef het voorbijejaar vier opiniestukken.■■Een stem en gezicht voor kinderen op devlucht, De Morgen, 20 juni <strong>2013</strong>Op Wereldvluchtelingendag vroegen kinderen enjongeren die zonder papieren in ons land verblijvende aandacht. Ze verenigden zich in het ‘KidsParlement’. Dat kreeg in Vlaanderen een gezichtmet de 12-jarige Amir. Zijn frustratie: hij heeftnergens een stem. Tolk spelen voor zijn ouders,dat kon. Dat moest zelfs. Maar zelf zijn verhaalbrengen? Nee, dat was en is volgens de proceduresniet mogelijk. Het zou ook anders kunnen.We zouden de situatie van kinderen zoals Amirals uitgangspunt kunnen nemen. Kijken wat voorhen het beste is, gegeven de omstandigheden.Vandaag staan we voor de verhalen en de levensvan duizenden kinderen in ons land. Kinderendie vooral als vreemdeling bekeken en benaderdworden en veel te weinig als kinderen ineen ongewone, en vaak moeilijke situatie. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> pleit ervoor omkinderen en hun belang voorop te stellen. Geefze een stem en een gezicht.■■Er is een taal voor het lichaam nodig, DeStandaard, 18 juni <strong>2013</strong>Het Vertrouwenscentrum Kindermishandelingin Antwerpen wil meer aandacht voor seksueleopvoeding op school, het liefst vanaf de kleuterleeftijd.Die oproep is terecht. Seksueel misbruiken geweld indijken is één zaak. Daarnaastis het belangrijk dat kinderen al op jonge leeftijdeen taal ontwikkelen voor hun lichaam en hunseksualiteit. Die taal helpt kinderen zichzelf af telijnen. Zo leren ze grenzen te stellen én omgaanmet hun eigen grenzen, die van anderen en metmaatschappelijke normen en waarden.■■Ethisch verantwoord ondernemen voor defarmaceutische industrie, De Morgen, 6 mei<strong>2013</strong>‘Kinderen zijn de speelbal van de medische zorgdictatuur.’Dat stelt de kinderrechtencommissarisin zijn opiniestuk. ‘Als kinderrechtencommissariskom ik in contact met kinderen met eenernstige en soms zelfs levensbedreigende ziekte.Die kinderen en hun ouders worstelen vaakmet fundamentele vragen. Over hun ziekte, enover zo veel meer. Steun en houvast zoeken zein wat een toekomstperspectief biedt. Gewoonnaar school mogen gaan bijvoorbeeld. Dat eengeneesmiddelenproducent een kind van zevenjaar en zijn ouders op zo’n kwetsbaar moment inhun leven gebruikt voor eigen gewin is ronduitonbegrijpelijk en ethisch onverantwoord. Maaktfarmacie ons werkelijk gezonder?’■ ■ Omringd door zorg, toch niet veilig, DeStandaard, 3 mei <strong>2013</strong>De Standaard zette (seksueel) misbruik en geweldin katholieke instellingen tussen de jarenvijftig en zeventig opnieuw op de maatschappelijkeen dus ook op de politieke agenda. Dat ismeer dan terecht. Het aanvoelen is dat de verschillendebetrokken overheden nog niet genoegverantwoording aflegden tegenover de vele signalendie we de voorbije jaren kregen rond gewelden misbruik in instellingen.


28 Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 2: Van signaal naar beleidsadviesPeter Adriaenssens bevestigt dat aanvoelen. Hijvraagt naar Nederlands voorbeeld een grondigVlaams onderzoek. Minister Jo Vandeurzen endirecteur-generaal van het katholiek onderwijsMieke Van Hecke treden hem bij. Die eensgezindheidis positief en leidt hopelijk eindelijktot een volwaardig onderzoek. Daarvoor moetener wel belangrijke voorwaarden vervuldzijn.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> stuurde hetvoorbije jaar vier persberichten uit.■■Ouders bestraffen die bedelen metkinderen, is niet wat Kinderrechtencomitévraagt, 19 juni <strong>2013</strong>Dit persbericht kwam er op initiatief vanUnicef-België en verstuurden we samen metandere kinderrechtenactoren. Omdat de voorzitstervan het Comité voor de Rechten vanhet Kind van de Verenigde Naties bevestigdedat het Comité niet oproept om bedelarij tebestraffen. Het Comité beklemtoont dat oudersniet opgesloten moeten worden omdat zebedelen met hun kinderen. Het onderstreeptdat het principe van ‘het belang van het kind’voorop moet staan in alle wetgeving of alle individuelebeslissingen die kinderen aanbelangen.Ook haalt het aan dat ieder kind het rechtheeft bij zijn ouders te zijn en op te groeien ineen gezin en in een sociale omgeving die aangepastzijn aan zijn ontwikkeling. Beslissingendie kinderen aanbelangen, moeten altijd rekeninghouden met het belang van de betrokkenkinderen.■■31 minuten meer speeltijd per dag opschool, thuis en in de buurt, 16 mei <strong>2013</strong>Kinderen hebben recht op spel. Dat is bittereernst, zegt artikel 31 van het kinderrechtenverdrag.Daarom pleiten veertien kinderrechten-en jeugdactoren samen voor 31 minutenmeer speeltijd per dag. Want de vrije tijd staatonder druk en mag geen verplichte tijd zijnmet strakke schema’s. Kinderen hebben tijdnodig om zich te ontwikkelen en goed te voelenen spel speelt daarin een cruciale rol. Driecharters maken de oproep concreet voor deschool, thuis en de gemeente.■■Safer Internet Day ‘Connect with respect’,5 februari <strong>2013</strong>De kinderrechtencommissaris wil geen moraliseringsoffensief.Wel wil hij alert maken, informerenen creativiteit stimuleren. De SaferInternet Day is aan zijn tiende editie toe. Naargoede gewoonte organiseert Child Focus dedag in België. Child Focus informeert en sensibiliseertjongeren rond hun rechten en verantwoordelijkhedenonline. Als onlinerechten nietgerespecteerd worden, komt de Klachtenlijnvan het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> in beeld.Daarom toonden alle bioscopen van de groepKinepolis op 5 februari filmpjes over deKlachtenlijn. Serieuze woorden van de kinderrechtencommissarisen ludieke filmpjes vanjongeren. Want lachen mag. Internet blijft tenslotteeen ongelooflijke inspiratiebron waaropjongeren heel creatief zijn.■■Kinderrechtencommissaris steltjaarverslag voor en lanceert Klachtenlijn,20 november <strong>2012</strong>Op 20 november (internationale kinderrechtendag)formuleerde de kinderrechtencommissarisin het Vlaams Parlement de belangrijksteknelpunten voor kinderrechten in Vlaanderen.Het voorbije werkjaar waren er meer dan duizendmeldingen: gezin piekt (462), onderwijsvolgt (199) en hulp (162) staat op de derdeplaats. Ook vluchtelingenkinderen kloppen vakeraan op zoek naar ‘recht’. Recht dat werkt.De Klachtenlijn van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>start met de gloednieuwe kinderrechten.been het gratis nummer 0800 20808. De kinderrechtencommissaris hoopt zokinderen en jongeren nog beter te bereiken.NAlle N persberichten en opiniestukken kunt u lezenop www.kinderrechtencommissariaat.be/persberichten-en-opiniestukken.Achteraan in het jaarverslag staat een overzichtvan onze aanwezigheid in de media.


Deel 2: Van signaal tot advies 29Hfst 3: Externe samenwerking en netwerking3. Externe samenwerking en netwerking3.1.Samenwerking metkinder rechtenactoren enexperten uit de praktijkHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> werkt samenmet verschillende actoren. In die samenwerkingstaan expertise-uitwisseling, inhoudelijkeverdieping en netwerking centraal. Hierondervolgt maar een greep uit de vele samenwerkingsverbanden.Er zijn regelmatig contacten met de Kinderrechtencoalitieen haar leden. We werkten nauwsamen met de Kinderrechtswinkel voor de nieuwekinderrechtenbrochure. Met de Gezinsbond,Child Focus en Broodje Brussel organiseerden wesamen een sessie rond cyberpesten.Met 14 kinderrechten- en jeugdactoren werktenwe samen rond het recht op spel. De aanleidingwas de nieuwe ‘General Comment’ van het VN-Kinderrechtencomité.Samen met de Vereniging voor de VerenigdeNaties en het Kenniscentrum Kinderrechten organiseerdenwe een studienamiddag over hetbelang van monitoring van kinderrechten. MetVormen, de Gezinsbond en het KenniscentrumKinderrechten (Keki) werken we samen rond jongerenen media. Met Child Focus en de Kinepolisbioscopenwerken we samen rond Safer InternetDay.Ook met de Franstalige collega’s van de DéléguéGénéral aux droits de l’enfant en CODE werkenwe samen rond specifieke thema’s zoals bedelarijen vluchtelingen. De Délégué Général aux droitsde l’enfant is een belangrijke partner als we adviezenformuleren op federaal niveau.3.2.Samenwerking metuniversiteiten en hogescholenHet voorbije jaar versterkten twee studentenhet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> door er stagete lopen. Margot Vandevoorde (VUB, masterArchivistiek) ontwierp samen met Hilde VanOngevalle van de Parlementaire Infotheek vanhet Vlaams Parlement een methodiek om de bestandenvan het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> tearchiveren.Daphne Vanleene (Hogeschool Gent, derde jaarbachelor Bestuurskunde en Publiek Management)was in haar stage verantwoordelijk voorde organisatie, coördinatie en medeuitvoeringvan de actie rond de nieuwe General Commentover recht op spel.Fien Vanhees, juriste, werkte als vrijwillig stagiairmee aan een nota over de rechtspositie vanniet-begeleide minderjarige vluchtelingen uit deEuropese Economische Ruimte.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> heeft nauwebanden met de Nationale Commissie voor deRechten van het Kind. Dit jaar werkten we vooralsamen rond het nieuwe klachtenprotocol bij hetkinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties.Rond specifieke thema’s of problemen van jongerenwerken we gericht samen met actoren oforganiseren we een rondetafel om expertise tedelen of beleidssuggesties af te toetsen in depraktijk. Zo organiseerden we dit jaar met verschillendeprofessoren onderwijsrecht een rondetafelover ‘taal en onderwijs’.


30 Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 3: Externe samenwerking en netwerking3.3.Actief in stuurgroepenen projectenHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> heeft systematischcontacten met verschillende actoren, inwerk- en stuurgroepen en op verschillende fora.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> werkt actief meeaanAdviesraad Kenniscentrum KinderrechtenBegeleidingscomité De school: een aantrekkelijke plek voorleren en werken in 2030?Commissie Diversiteit en Gelijke OnderwijskansenCommissie JeugdinformatieEU Children’s Rights ForumEuropean Network of Ombudspersons for Children (ENOC)Expertengroep aanpak grensoverschrijdend gedrag inonderwijs- en jeugdinstellingenFonds Filson Steers Mariman, Jury Prijs voor de OpvoedingGebruikerscommissie ProcrustesGebruikersgroep ‘Security and Privacy in Social Networks’(SPION)Klankbordgroep Meerjarenplan Vlaamse ScholierenkoepelNetwork for Children’s RightsNetwerkgroep Jeugd- en KinderrechtenNetwerkgroep Onderzoek kinderen en jongeren inVlaanderenNetwerk Onderwijs en DiscriminatiePermanent Overleg OmbudsliedenPlatform Kinderen op de VluchtProject Kind- en jongerenvriendelijk meldpunt 1712Reflectiegroep bij het project vroeghulp bij scheidingReflectiegroep JOP-JeugdmonitorReflectiegroep Kinderrechten en JeugdStakeholdergroep ‘Naar een bottom-upaanpak van (cyber)pesten’Stuurgroep De Kracht van je StemStuurgroep Geweld op schoolStuurgroep Implementatie decreet rechtspositie minderjarigein de jeugdhulpStuurgroep jonge mantelzorgersGeorganiseerd doorKenniscentrum Kinderrechten (Keki)Vlaamse overheid, Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) en KoningBoudewijn StichtingVlaamse Onderwijsraad (Vlor)De AmbrassadeEuropean Network of Ombudspersons for Children (ENOC)European Network of Ombudspersons for Children (ENOC)Vlaams minister van Welzijn Jo VandeurzenKoning Boudewijn StichtingSBO-onderzoeksproject: Expertisecentrum ErvaringsgerichtOnderwijs (KU Leuven), Cultural Diversity: Opportunities &Socialisation (UGent), Departement Educatiewetenschappen(VUB)IWT-SBO-onderzoeksproject SPION: Studies on Media,Information and Telecommunication (SMIT, VUB), VakgroepOnderwijskunde (OWK, UGent), Heinz College (CarnegieMellon University), Interdisciplinary Centre for Law &ICT (ICRI, KU Leuven), Declaratieve Talen en ArtificiëleIntelligentie (DTAI, KU Leuven), Computer Security andIndustrial Cryptography (COSIC, KU Leuven), DistriNet(KU Leuven)Vlaamse Scholierenkoepel (VSK)Hope for Children UNCRC Policy CenterVlaamse JeugdraadAgentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd enVolwassenen, afdeling JeugdMeldpunt discriminatie AntwerpenPOOLService Droit des JeunesKind & SamenlevingSteunpunt Algemeen WelzijnswerkJeugdOnderzoekersPlatform (JOP)Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd enVolwassenen, afdeling JeugdIWT-SBO onderzoeksproject EMSOC - Centrum voor UserExperience Onderzoek (CUO, iMinds), KU LeuvenDe Kracht van je Stem (Vlaams Parlement)ICORDepartement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, afdelingBeleidsontwikkeling Integrale JeugdhulpKind & Samenleving


Deel 2: Van signaal tot advies 31Hfst 3: Externe samenwerking en netwerkingStuurgroep voetbalvadersStuurgroep WDYT kinderen en armoedeThink Tank Enfermement des jeunesWerkgroep begeleiding van ouders, adoptabiliteit, subsidiariteit,toewijzing binnen consultatieronde binnenlandseadoptieWerkgroep JeugdsanctierechtWerkgroep gemeentelijke administratieve sanctiesWerkgroep geweld: ontwikkeling ondersteuningstool jeugdsectoren beleidsadviesWerkgroep KinderrechtenmonitorWerkgroep ‘Naar een kindvriendelijke implementatie vanhet klachtenprotocol’Hoger Instituut voor GezinswetenschappenUnicef-BelgiëService Droit des JeunesKind en GezinVzw Jongerenbegeleiding-InformantDe AmbrassadeDe AmbrassadeAgentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd enVolwassenen, afdeling JeugdNationale Commissie voor de Rechten van het Kind3.4.Debatten, lezingen enstudiedagenHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> gaat in debat,geeft lezingen en werkt mee aan studiedagen,congressen en evenementen. Daardoor proberenwe een brede waaier van sectoren te bereiken:jeugddiensten, jeugdwerk, scholen, lerarenopleiding,sociaal-cultureel werk voor volwassenen,en ouders en beleidsmakers. Allemaal dragen zeverantwoordelijkheid in het leven van kinderen.De kinderrechtencommissaris en zijn medewerkersgaven het voorbije werkjaar deze lezingen:■■Voorstelling memorandum, Kinderrechtencoalitie,Brugge, 6 september <strong>2012</strong>■■Voordracht ‘Kinderrechten uit de kinderschoenen’,Kiwanis Aalter Baekeland, Vosselare, 12september <strong>2012</strong>■■Lezing ‘Reflectie op samenwerken door debril van kinderrechten’, HandelingsgerichtSamenwerken met ouders, Ontmoetingsdag,Universiteit Antwerpen, Antwerpen, 13 september<strong>2012</strong>■■Lezing Academische zitting ‘100 jaar Kinderkasteeltje’,’t Kinderkasteeltje, Nazareth, 20september <strong>2012</strong>■■Panelgesprek, Congres ‘Het CLB van de toekomst’,GO! Centra voor Leerlingenbegeleiding,Brussel, 21 september <strong>2012</strong>■■Lezing ‘Recht doen aan kinderen met een label’,Vormingsdagen, COC West Vlaanderen,Blankenberge, 9 oktober <strong>2012</strong>■■Workshop ‘Omgaan met ‘drukke kinderen’.Wat zeggen de ‘drukke’ kinderen er zelfover?’, Internationale conferentie DISTINCproject:Gedifferentieerde klaspraktijken voorleerkrachten basisonderwijs, UniversiteitAntwerpen, 12 oktober <strong>2012</strong>■■Lezing ‘Recht doen aan kinderen met een label’,Vormingsdagen, COC Limburg, Genk, 16oktober <strong>2012</strong>■■Panelgesprek ‘Opvoeden in een prestatiemaatschappij’,15 jaar De Keerkring, De Keerkring,Sint-Niklaas, 19 oktober <strong>2012</strong>■■Workshop ‘Geweld, gemeten & geteld’, TrefdagGeweld en misbruik, Steunpunt AlgemeenWelzijnswerk Antwerpen, 23 oktober <strong>2012</strong>■■Lezing ‘Van verdragende muren naar ver dragendemuren’, Symposium & boekvoorstelling‘Dragende muren’, Hogeschool Gent, Gent, 25oktober <strong>2012</strong>■■Workshop, ‘Hoe constructief omgaan met gelabeldeleerlingen een duwtje kan zijn naargedifferentieerd onderwijs’, GO! Onderwijs enUniversiteit Hasselt, Hasselt, 30 oktober <strong>2012</strong>■■Vorming ‘Recht doen aan kinderen met eenlabel’, Vormingsdagen, COC Oost-Vlaanderen,Oudenaarde, 6 november <strong>2012</strong>■■Lezing ‘Beeldige jongeren: over jongerenen beeldvorming’, Jongerenmediadag,Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugden Volwassenen, Brussel, 7 november <strong>2012</strong>■■Lezing ‘Recht doen aan kinderen met een label’,Symposium ‘ADHD, stand van zaken’,ZitStil, Berchem, 9 november <strong>2012</strong>■■Slotspeech ‘Kinderen zijn zoals indianen’,Kunstendag voor Kinderen, M HKA, Antwerpen,18 november <strong>2012</strong>■■Gastcollege ‘Kinderrechten: ethiek en deontologie’,UGent, 28 november <strong>2012</strong>


32Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 3: Externe samenwerking en netwerking■■Besloten seminarie over leeftijdsonderscheid,Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding,Brussel, 29 november <strong>2012</strong>■■Lezing ‘Voorbij de morele paniek: gezondheidsgedragvan jongeren’, Studiedag ‘Gezondheidsgedragvan jongeren’, De Factorij,Brussel, 30 november <strong>2012</strong>■■Lezing ‘Kinderrechten als trend?’, Voorstellingtrendrapport, Idee Kids, Melle, 7 december<strong>2012</strong>■■Voorstelling <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>, JongGroen, Gent, 14 december <strong>2012</strong>■■Opening schoolparlement, Sint-LutgardisschoolDe Jager, Waregem, 18 december <strong>2012</strong>■■Voorstelling <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>,Hoge school Gent postgraduaat pediatrie,Gent, 10 januari <strong>2013</strong>■■Lezing ‘Rechten van kinderen met een label’,Netwerk meldpunt discriminatie, Antwerpen, 6februari <strong>2013</strong>■■Voordracht ‘Kinderrechten en zingeving:vraag stukken uit het leven van elke dag’,Markant regio Gent, Gent, 7 februari <strong>2013</strong>■■Lezing ‘De integriteit van het kind inde basisschool, Zorgen voor morgen?!’,Scholengemeenschap CKS Zorgdag,Antwerpen, 22 februari <strong>2013</strong>■■Academische zitting ‘Goede voornemens vooreen kindvriendelijk stedelijk kunstenbeleid’,HetPaleis, Antwerpen, 25 februari <strong>2013</strong>■■Panelgesprek ‘Tijdstap oogst’, PedagogischCentrum Wagenschoot en Jeugd & SchoolDeinze, Deinze, 5 maart <strong>2013</strong>■■Workshop ‘Media = wreed wijs!?’, Inspraakdag,Vlaamse Scholierenkoepel, Brussel, 8 maart<strong>2013</strong>■■Lezing ‘We eten ze niet op, hoor, in een normaleschool’, Inclusiedag, Ouders voor Inclusie,Heverlee, 9 maart <strong>2013</strong>■■Toelichting ‘Het nieuwe decreet IntegraleJeugdhulp: visie van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>’,Koninklijk Atheneum,Mortsel, 11 maart <strong>2013</strong>■■Lezing ‘Rechten van kinderen met een label’,Zesde Vlaamse Impulsdag voor basis-en secundair onderwijs, Thomas MoreMechelen en Leon Nascholing Onderwijs enProfessionalisering, 13 maart <strong>2013</strong>■■Conferentie ‘Naar een kindvriendelijke implementatievan het klachtenprotocol bij hetIVRK’, Nationale Commissie voor de Rechtenvan het Kind Brussel, 29 maart <strong>2013</strong>■■Lezing ‘Gewoon onszelf zijn. En dat is al genoeg’,Voorstelling project ‘Jonge ouders’Recht-Op, Antwerpen, 18 april <strong>2013</strong>■■Jongerendebat ‘Kinderrechten: inspraak’,KRAS, Globelink, Brussel, 3 mei <strong>2013</strong>■■Presentatie boekvoorstelling ‘Goed ouderschap’(S. Ramaekers en J. Suissa), Leuven, 14mei <strong>2013</strong>■■Lezing ‘Rechts en averechts: over de betekenisvan rechten voor jongeren vandaag’, LyceumGent, 16 mei <strong>2013</strong>.■■Lezing ‘Ik heb geen arme dingen thuis’, N-VAfractie,20 mei <strong>2013</strong>■■Lezing ‘Sociale media vanuit het kinderrechtenperspectief’,Dag van de socio-emotionelebegeleiding in het secundair onderwijs,Centrum Nascholing Onderwijs, Antwerpen,21 mei <strong>2013</strong>■■Sessie ‘Geweld, gemeld en geteld’, Dag vande socio-emotionele leerlingbegeleiding inhet secundair onderwijs, Centrum NascholingOnderwijs, Antwerpen, 21 mei <strong>2013</strong>■■Lezing ‘Ouders hebben recht op hun kinderen,kinderen hebben recht op hun ouders?’, CKGKapoentje, Oostende, 23 mei <strong>2013</strong>■■Lezing ‘De positieve kracht van jongeren: overparticipatie, beeldvorming en kwaliteitsvol onderwijs’,HTI Sint-Antonius, Gent, 31 mei <strong>2013</strong>■■Debat, Studiedag ‘Tussen mens en recht.Politie als hoeders van mensenrechten: feitenen dilemma’s’, Centrum voor Politiestudiesvzw, Mechelen, 5 juni <strong>2013</strong>■■Lezing ‘Pesten vanuit kinderrechtenperspectief’,Conferentie ‘Pesten past niet’, HogeschoolUtrecht, Utrecht, 6 juni <strong>2013</strong>■■Lezing ‘Kinderrechten en onderwijs: meerrechten, meer conflicten?’, VOOP, Berchem, 14juni <strong>2013</strong>■■Inleidende lezing proclamatie ‘Wij zijn geenbeesten die de andere kinderen opeten’,KHLeuven Lerarenopleiding, Leuven, 29 juni<strong>2013</strong>■■Lezing ‘Kinderen in gevaar of gevaarlijke kinderen?Van het zeehospitaal, over de weeshuizennaar vandaag: een zoektocht naar kinderenen hun rechten’, erfgoedsessie, GemeenteMiddelkerke, Middelkerke, 9 juli <strong>2013</strong>


Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 3: Externe samenwerking en netwerking333.5.RedactiesRedactie Tijdschrift Jeugden KinderrechtenJeugd en Kinderrechten.be en TJKezine makendeel uit van het gezamenlijke project TijdschriftJeugd en Kinderrechten. Steunpunt Jeugdhulp,Kenniscentrum Kinderrechten, de werkgroeprechtspraak en uitgeverij Larcier staan samen invoor de publicatie van vier papieren nummers enacht e-zines per jaar.Het e-zine is gekoppeld aan een database opwww.jeugdenkinderrechten.be. Praktijkwerkersvinden er nuttige en toegankelijke informatieover de rechtspositie van kinderen en jongeren(0-25 jaar).NDe N artikels over de rechtspositie van kinderenen jongeren van voor <strong>2012</strong> zijn vrij toegankelijkop jeugdrecht.be. De artikels uit het e-zineworden na een jaar ook vrij toegankelijk.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> werkt mee inde redactie van het e-zine omdat we geloven datwe recht doen aan kinderen en jongeren doorhet werkveld begrijpelijk te informeren over derechtspositie van jongeren. En ook omdat we erzo voor kunnen zorgen dat bepaalde signalenvan onze Klachtenlijn nader juridisch onderzochtworden en dat een antwoord uiteindelijk – in devorm van een artikel – zijn weg vindt naar hetwerkveld.Nuitgeverij.larcier.com/revues/40111_5_40665/Ntijdschrift-voor-jeugd-en-kinderrechtentjk.htmlRedactie AlertVia het Pluralistisch Overleg Welzijnswerkbouwen we een breed netwerk uit met verschillendeactoren rond zorg, welzijn en socialepolitiek. In hun tijdschrift Alert schreef het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> ‘Decreet IntegraleJeugdhulp. Geslaagd voor de kinderrechtentoets?’(<strong>2013</strong>/3).3.6.Kinder- en jongerenmediaKlasseDe Klassebladen blijven een belangrijke vastesamenwerkingspartner in de communicatie overkinderrechten. Zij zorgen ervoor dat informatietot bij onze doelgroepen komt. Ook dit jaar werktehet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> redactioneelsamen met de maandbladen van het departementOnderwijs: Klasse voor Leraren, Klasse voorOuders, Yeti en Maks! In maart lanceerde Klasseeen positieve campagne rond echtscheiding: ‘Ikben oké’. Klasse trekt de kaart van de kinderenen geeft kinderen kracht en hoop. Daarom steundehet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> de campagnesvan Klasse.JommekeskrantDe Jommekeskrant blijft voor het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>een belangrijke partner. Dekrant staat los van het schoolcircuit en biedtde mogelijkheid om kinderen te bereikenvia hun krantenlezende ouders. We werktensamen rond Kinderrechtendag en rondde bekendmaking van de Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>. Daarnaast besteeddede krant aandacht aan onze actie overrecht op spel en de speedy pass.Ketnet en KarrewietSinds 2007 werkt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>systematisch samen met Ketnet en Karrewiet rond20 november. De redactie filmde mee de ‘makingof’ van het promotiefilmpje voor de Klachtenlijnvan het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>. Ook de actierond recht op spel kreeg heel wat aandacht.


34Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 3: Externe samenwerking en netwerkingStampMediaOok dit jaar werkte het Kinderrechten commissariaatsamen met StampMedia. Dit persagentschapvan jongeren tussen 16 en 26 jaar die hunstempel op de media willen drukken, blijft uniekin zijn soort. We maakten samen een reportageover de lange busritten van jongeren naarschool. Zo proberen we de stem van de jongerente laten weerklinken in de commissies van hetVlaams Parlement.Daarnaast probeert het Kinderrechten commissariaatzijn dossiers op tijd richting StampMediate sturen zodat jongeren er zelf mee aan de slagkunnen. Zo brachten ze een eigen reportageover het decreet integrale jeugdhulp waarin het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> de kans kreeg ompijnpunten uit zijn advies toe te lichten.Tijdschriften van AverbodeEen ploeg jonge reporters interviewde de kinderrechtencommissarisin de aanloop naar 20 november<strong>2013</strong> voor de tijdschriften Zonneland enZonnestraal.


35Deel 2: Van signaal tot adviesHfst 3: Externe samenwerking en netwerking


DeelWaar knelt het?


38 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverlening1. Recht op basiszorg en hulpverleningWelzijnszorg en gezondheidszorg zijn basisrechtenvoor minderjarigen. De overheid kent minderjarigenzelf rechten toe of kent ze toe aan deouders als het om heel jonge kinderen gaat. Hetdecreet over de rechten van minderjarigen in dejeugdhulp of de Wet op de patiëntenrechten bijvoorbeeld.Ontbreekt er regelgeving? Dan biedthet kinderrechtenverdrag houvast. In de praktijkstuiten minderjarigen op hindernissen om vanhun rechten op en in basiszorg en hulpverleninggebruik te maken. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>probeert die hindernissen weg te werkendoor bemiddeling, onderzoek en advies.1.1.Kwaliteitsvollekinderopvang verlangtmeer dan één paarsterke schoudersDe voorbije jaren bouwde de overheid het raamwerkvoor een kwaliteitsvolle kinderopvang uitals basisvoorziening. Op 20 juli <strong>2012</strong> finaliseerdeze het decreet over de organisatie van kinderopvangvan baby’s en peuters. Net voor de zomervan <strong>2013</strong> keurde de Vlaamse Regering onder andereprincipieel het besluit goed over de vergunningsvoorwaardenen het kwaliteitsbeleid voorgezinsopvang en groepsopvang van baby’s enpeuters.Op vraag van Kind en Gezinformuleerde het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>in september <strong>2012</strong>een advies bij een eerder ontwerpvan het besluit.■■We pleitten voor een kwaliteitsvolle kinderopvangdie op vele sterke schouders kan rekenen.Het eerdere besluit formuleerde de uitbouwvan een kwaliteitsvolle kinderopvang teveel als een taak van de organisator en spraknauwelijks over het kwaliteitsbeleid van andereactoren, zoals ondersteunings- of begeleidingsinstanties,toezichtinstanties die onafhankelijkmoeten waken over het belang vande kinderen of over trainings- en vormingsmodaliteiten.■■We steunden de principiële keuze voor éénkinderbegeleider per vier kinderen. Want datstemt overeen met het advies van experts.Wel stelde we vragen bij de draagkrachtafwegingdie een verruiming tot één begeleidervoor acht kinderen toelaat. Het eerdere besluitmaakte niet duidelijk wat genoeg draagkrachtprecies inhoudt.■■We pleiten voor een meer prominente rol voorde zorginspectie in het kwaliteitstoezicht. Heteerdere besluit sprak alleen over toezichthoudersen niet over de Zorginspectie. Tenzij toezichthouderop de Zorginspectie slaat?■■En we vroegen meer diversiteit in de kwaliteitsvereisten,zodat ook kinderen met specifiekebehoeften op kwaliteitsvolle kinderopvangkunnen rekenen.Vele suggesties blijven gelden voor de latereprincipieel goedgekeurde versie van het besluit.Op één suggestie na: de principieel goedgekeurdeversie koppelt geen voorwaarden meer – zoalsdraagkrachtafweging – aan de mogelijke verruimingvan het aantal kinderen per begeleider.Eén begeleider op acht kinderen wordt daardoorregel.NKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, NAdvies Kwaliteit s volle kinderopvang verlangt meer danéén paar sterke schouders, <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/9,www.kinderrechtencommissariaat.be - Advie zenen Standpunten1.2.Huis van het Kind ookvoor maatschappelijkkwetsbare kinderen?Op 14 juni <strong>2013</strong> keurde de Vlaamse Regeringhet ontwerp van decreet goed over de organisatievan preventieve gezinsondersteuning. Hetdecreet maakt werk van de Huizen van het Kinddie als lokaal netwerk verschillende initiatievenmoeten bundelen.


Deel 3: Waar knelt het? 39Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningIn de aanloop naar het decreet gafhet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>mondeling advies bij het voorontwerpvan decreet. Dat gebeurde opvraag van Kind en Gezin en met hetoog op de vereiste JoKER.De Huizen van het Kind bieden duidelijk kansen,mogelijkheden voor nieuwe gezinsondersteunendeinitiatieven. Ze vertrekken vanuit een grootvertrouwen in bestaande en nieuwe initiatieven.■■Wel stelden we in ons werkoverleg met Kinden Gezin vragen bij de sturing van het geheel.Het voorontwerp van decreet sprak zich niet uitover wie of wat de samenwerking moet sturenen coördineren.■■We vroegen alert te blijven voor de rechten vankinderen in de jeugdhulp. Niet alle organisatiesdie mogelijk deel uitmaken van de Huizen vanhet Kind vallen onder het decreet rechtspositievan de minderjarige. Ook in die organisatiesmoeten minderjarigen kunnen rekenen op respectvoor hun recht op informatie, participatieen privacy.■■We pleitten voor Huizen van het Kind die ookopenstaan voor kinderen en jongeren. Ook zijzitten met vragen over hun relatie met hun ouders.■■We waarschuwden voor een te preventieve aanpakvan gezinsondersteuning. De Huizen vanhet Kind moeten openstaan voor alle mogelijkevragen. Daarom moeten ze een open, veilige enondersteunende plek zijn die zuinig doorverwijstnaar de bijzondere jeugdzorg.■■Ten slotte herhaalden we onze vraag naar eencontextuele benadering van opvoedings- engezinsondersteuning. De relatie tussen ouderen kind is geen geïsoleerd gebeuren. Tal vanfactoren, waarover ouder noch kind controlehebben, beïnvloeden die relatie. Ideaal zijn deHuizen van het Kind de spilfiguur in de ondersteuningvan gezinnen. De Huizen van het Kindmoeten ook gezinnen met gezondheidsproblemenof gebrek aan geld, fysieke en psychischeruimte kunnen ondersteunen.Het nieuwe decreet werd op 17 septembervoorgesteld in de commissie voor Welzijn,Volksgezondheid en Gezin van het VlaamsParlement. Een synthese van ons advies bij hetdecreet zal u terugvinden in ons volgend jaarverslag.Het volledige advies is nu al na te lezen opwww.kinderrechtencommissariaat.be1.3.Kinderen en jongerenin de jeugdhulpVerschillende organisaties en sectoren biedenhulp aan kinderen en jongeren en hun omgeving.Het gaat van rechtstreeks toegankelijke hulp totmeer ingrijpende vormen van hulpverlening.Als gezinnen of minderjarigen moeilijkheden ondervinden,bijvoorbeeld in de ouder-kindrelatie,kunnen ze een beroep doen op de jeugdhulp. Bijproblematische opvoedingssituaties (POS) of alsmisdrijf omschreven feiten (MOF) krijgt de jeugdzorgeen dwingend karakter. Binnen de BijzondereJeugdzorg neemt men vaak erg ingrijpende beslissingenover het leven van minderjarigen. De rechtenvan minderjarigen zijn daarbij een belangrijkreferentiekader. De meeste vragen en klachtenover zorg en hulp voor minderjarigen gaan overbijzondere jeugdzorg.Jeugdhulp is geen geïsoleerd thema. Meldingentonen aan dat problemen zich vaak voordoenop verschillende levensdomeinen van een gezin.Of dat er bredere maatschappelijke problemenzoals armoede achter schuil gaan. Dat verhoogtde druk op een gezin. Daarom moeten we eroverwaken dat bijvoorbeeld armoede op zich geen redenis om kinderen sneller uit huis te plaatsen.Klachtenonderzoek laat zien dat bij werkpuntenvan ouders bijvoorbeeld staat: een job vinden eneen degelijke woonst zoeken. De vraag is of dataltijd haalbaar is in een tijd met veel werkloosheiden financiële crisis. Door die veranderingenin de samenleving staat de jeugdhulp voor enkeleuitdagingen.De Klachtenlijn is bevoegd om meldingen overalle jeugdhulpsectoren te onderzoeken. DeKlachtenlijn stelt vast dat knelpunten verschillendeoorzaken hebben. Structureel loopt hetvast door ontoereikende regelgeving, slechte onderlingesamenwerking in de praktijk, tekort aanmiddelen en aan geëigende structuren. Daarnaaststelt de Klachtenlijn vast dat de persoon van dehulpverlener belangrijk is. Onderzoek toont aandat kwaliteitsvolle hulpverlening vooral bepaaldwordt door de individuele hulpverlener. Zoekt diecreatief naar oplossingen? Is hij bereid om ‘out ofte box’ te denken? Is hij bereikbaar en kan en wilhij engagementen opnemen?


40 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningcEr wordt veel verwacht van hulpverleners diemet kinderen en jongeren werken. Ze dragen eengrote verantwoordelijkheid in een werkkader datniet altijd over genoeg middelen beschikt. Het isbelangrijk dat zij ondersteuning krijgen.Vragen naar advies en informatie die aan het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> gesteld worden tonendat voorzieningen zelf bezorgd zijn over detoepassing van rechten van kinderen in hun dagelijksepraktijk. Enkele voorbeelden: Hoe kunnenwe onze time-outruimte respectvol inrichtenen gebruiken? Hoe kunnen we heel jonge kinderenop een gepaste manier inlichten over hunrechten in de hulpverlening? Hoe verhoudt hetrecht op privacy zich tot ouderlijk gezag? Geldenregels over ouderlijk gezag ook voor begeleidersvan een leefgroep? Mag de begeleiding de kamervan een meisje doorzoeken bij een vermoedenvan diefstal? Mogen we jongeren in onze voorzieningeen waarborg vragen voor de sleutel vanhun kamer?Recht op duidelijkeinformatie en participatieHet is voor minderjarigen niet evident om de eerstestap te zetten naar hulp. Ze hebben weinigzicht op het jeugdhulpnetwerk, op de verschillendeprocedures en op hun rechten in de jeugdhulp.Minderjarigen die op zoek gaan naar hulpen in aanraking komen met de jeugdhulp, zijnvaak afhankelijk van de jeugdhulpaanbieders.Het is daarom essentieel dat minderjarigen enhun ouders duidelijk geïnformeerd worden overhet jeugdhulplandschap en het aanbod. Ook ineen hulpverleningstraject is informatie nodig.Open en zorgvuldige communicatie tussen deminderjarige, de hulpverlener en de ouders iseen belangrijk rechtsprincipe. Het is een voorwaardetot participatie van de jongere aan dehulpverlening.Jeugdhulp is er om zorg te bieden aan minderjarigenen gezinnen, om hun welzijn te verhogenen kansen te verruimen. De jeugdhulp vertrektvanuit het belang van kinderen en jongeren enrespect voor kinderen en jongeren. Het laat minderjarigentot hun recht komen. Dat kan alleen alsde minderjarige er zelf bij betrokken wordt. Dathij zijn mening kan uiten en dat aan die meningin de mate van het mogelijke passend belang gehechtwordt. Dat is een belangrijk basisprincipe.Het is de taak van de jeugdhulpaanbieders ommaximaal in te zetten op de participatie van kinderenen jongeren: in het hulpverleningstraject,in de jeugdhulp zelf en ook bij een niet-akkoord.De opstart en hethulpverleningstrajectIn jeugdhulp betekent participatie elkaar met eenopen blik tegemoet treden voor een echte ontmoeting.Het kind en zijn context moeten centraalstaan. Cruciaal is dat de hulpverlener openstaatvoor verandering. Dat hij niet vertrekt van eenvooraf vaststaand beeld van wat er zou moetengebeuren. De hulpverlener luistert naar de situatieen de vraag van het kind. Succeservaringenontstaan waar hulpverleners luisterbereid en ineen open en transparante dialoog buiten hokjesdurven te denken. Daarvoor is een basishoudingnodig van gelijkwaardigheid en van respect voorelkaars expertise. Het vereist ook dat het hulpverleningstrajectflexibel moet zijn.Minderjarigen ervaren een gebrek aan betrokkenheidbij de opstart van de jeugdhulp. Ze hebbenhet gevoel dat ze niet altijd gehoord worden.Ze moeten een duidelijk probleem kunnen formulerenen er wordt van hen openheid verwacht.Minderjarigen willen stap voor stap kunnen bekijkenwat de mogelijkheden zijn.Niet op bezoek bij familie?In onze voorziening verblijft een meisje van15 jaar voor observatie. Ze vraagt of ze in depaasvakantie een paar dagen bij familie kandoorbrengen. De begeleiding van onze dienstondersteunt die vraag. Het is voor haar heel belangrijken de familie heeft een positieve invloed.Moeder gaat niet akkoord omdat ze in conflictligt met haar familie. Het Comité voor BijzondereJeugdzorg wijst op de vrijwilligheid en gaat deconfrontatie met moeder niet aan. Daardoor kanhet meisje niet naar haar familie gaan. Volgenshet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> betekent vrijwilligheidook: rekening houden met de noden enwensen van de minderjarige zelf.


Deel 3: Waar knelt het? 41Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningMaatregel loopt een jaarMijn dochtertje werd geplaatst toen ze 6 maandenoud was. Ik doorstond toen een moeilijkeperiode en heb hulp gevraagd om tot rust te kunnenkomen. Het gaat nu goed met mij na viermaanden intensieve begeleiding. Ik zou graagmijn dochtertje weer bij mij hebben. Dit kan nietvolgens de hulpverlening. Voorlopig zie ik haarenkel een weekend om de veertien dagen. Ik krijgals antwoord dat een maatregel doorgaans eenjaar loopt. Als ik vraag wat de bekommernissenzijn, krijg ik als antwoord dat ik rekening moethouden met het tempo van mijn dochter. Ik zougraag hebben dat de bezoeken veel frequenterplaatsvinden om zo over te gaan naar een terugkeernaar huis. Maar ze hebben blijkbaar geentijd om iets aan de maatregelen aan te passen.De Klachtenlijn stelt vast dat maatregelen enzorgtrajecten soms erg statisch zijn. Er is weinigtijd en ruimte om ze te evalueren, uit te breidenen aan te passen als dat nodig is.Rechten in de jeugdhulpEr is een waaier aan maatregelen waaruit dejeugdhulpverlener kan putten om tegemoet tekomen aan de noden van de minderjarige enhet gezin. Een van de mogelijkheden is het kindof de jongere buiten het gezin plaatsen in eenvoorziening of pleeggezin. Zo’n plaatsing heeftaltijd een grote impact op het kind of de jongere.In principe kan het alleen als andere, minder ingrijpendemaatregelen geen soelaas bieden. Hetis niet verwonderlijk dat minderjarigen vragenstellen over hun rechten in de voorziening. Zezijn afhankelijk van het voorzieningenbeleid ende opvoeders. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>stelt vast dat kinderen en jongeren het enormbelangrijk vinden om inspraak te hebben in deleefregels en afspraken.Mijn mening? Mijn gedacht!Ik kan niet meedoen aan de sportactiviteit in deinstelling. In plaats daarvan moet ik van een opvoedstereen opstel schrijven. Ik vind dat heelsaai en stelde voor om scheidsrechter te zijn.Dat mocht niet. Ik bleef bij mijn mening dat hetbeter was: ik was buiten en bracht tijd door metde groep. Voor straf werd ik naar mijn kamer gestuurdomdat ik niet mag tegenspreken.AssepoesterWe moeten in de instelling schoolvervangendetaken doen. Ik moet hier veel poetsen, de dierenhokkenproper maken en in de tuin werken. Ik wildie dagactiviteiten bespreken met de begeleidingen nieuwe voorstellen lanceren zoals gamen oftekenen. Ze zeggen dat de regels vastliggen. Kanik samen met de rest van de leefgroep iets doenom daar iets aan te veranderen?Wat bij verzet?De meeste hulpverleningssituaties lopen vrijgoed. Wel is het logisch dat er soms problemenopduiken. Ook dan is het recht van minderjarigenop inspraak, participatie en informatie belangrijk.In de jeugdhulp zijn er decretaal verankerde systemenwaar minderjarigen kunnen aankloppenals ze niet akkoord gaan of problemen ondervinden:de klachtenprocedure in de jeugdhulp en debemiddelingscommissies die vanaf 1 maart 2014ophouden te bestaan.BemiddelingscommissieAls de vrijwillige hulpverlening dreigt vast telopen, kan de bemiddelingscommissie ingeschakeldworden. Die commissie bespreekt hoe hetverder kan gaan met de hulpverlening zondermeteen de verplichte hulpverlening te moeteninschakelen. Bemiddelen betekent met alle partijensamen zoeken naar een oplossing voor eenconflict. Het vormt de buffer tussen vrijwilligehulpverlening en gerechtelijke hulp. De minderjarigeheeft uitdrukkelijk het recht om op de bemiddelingszittingzelf zijn mening en visie meete delen.In de praktijk ervaren minderjarigen en oudersde bemiddelingszitting niet altijd positief.Minderjarigen klagen dat het gesprek ampereen tiental minuutjes duurt en dat er nauwelijksmet interesse geluisterd wordt. Ouders hebbenhet gevoel dat ze hun verhaal pro forma mogenbrengen. Wat ze het meest treft, is dat de bemiddelingscommissievoor de start van het gesprek


42 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningal de beslissing meedeelt (zoals doorverwijzennaar jeugdrechtbank). Dat beantwoordt niet aande methodiek van bemiddelen. Ouders en minderjarigenraken van slag. Minderjarigen ervarendat hun recht op participatie en inspraak uitgeholdwordt.Bemiddeling als go-betweenWe hadden een gesprek op de bemiddelingscommissie.De aanleiding is dat wij en onze zoon eenandere visie hebben dan de consulent op welkehulpverlening nodig is. We hebben zelf hulp gezochtbij het Comité omdat het gedrag van onzezoon ons zorgen baarde. Hij gedroeg zich erg lastig,en dat woog op ons gezin. De consulent wilonze elfjarige zoon op internaat plaatsen wanthij vermoedt dat zijn gedrag nog erger gaat worden.Wij vinden dat geen goede oplossing. Ookonze zoon geeft duidelijk aan dat hij dit niet wil.Bij de start van het gesprek bij de bemiddelingscommissiekregen we te horen dat ze de visie vande consulent volgen. Ze zegden dat we beter hetvoorstel aannamen of dat het anders jeugdrechtbankwordt voor een gedwongen plaatsing. Er washelemaal geen sprake van een open en bemiddelendehouding. Het stond blijkbaar op voorhand alvast nadat ze de stukken doorgenomen hadden.Na vijf weken hebben we nog altijd geen afschriftof verslag van de zitting gekregen. Maar wel al eenuitnodiging van de consulent van de Sociale Dienstvan de Jeugdrechtbank voor een intakegesprek.In het nieuw decreet integrale jeugdhulp worden debemiddelingscommissies opgeheven en vervangendoor vrijwillige bemiddeling. Het is de vraag of debufferfunctie bewaard blijft.KlachtrechtHet sluitstuk van participatie aan de jeugdhulp ishet recht van minderjarigen om zelf een klacht inte dienen als ze onheus behandeld zijn. Zo krijgt deminderjarige de mogelijkheid om zijn ongenoegente uiten. Een volwaardig klachtrecht verondersteltdat de minderjarige gehoord en als gelijkwaardigepartij beschouwd wordt in een klachtenprocedure.Daarvoor is het nodig dat de minderjarige geïnformeerdwordt over de bevoegde klachteninstanties,er vrije toegang toe krijgt en geïnformeerd wordtover de afhandeling van zijn klacht. Een degelijkklachtenbeleid betekent dat de klacht behandeldwordt door een neutrale niet-betrokken instantie.Momenteel kunnen jongeren een klacht indienenbij de JO-lijn. Dat is een dienst van het AgentschapJongerenwelzijn zelf, wat maakt dat de noodzakelijkeonafhankelijkheid en neutraliteit bij klachtenbehandelingniet voor 100% verzekerd kan worden.Ouders en jongeren kloppen soms aan bij deKlachtenlijn van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>terwijl ze de piste van de JO-lijn nog niet bewandelden.Recht op passende jeugdhulpen zorg op maatHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vindt het essentieeldat de bemiddelingscommissie vertrekt vanuiteen bemiddelende houding. Het is het recht van deminderjarige om op een ongedwongen manier zijnvisie te mogen weergeven. Het is de taak en verantwoordelijkheidvan de bemiddelingscommissieom daar ernstig mee om te gaan.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vindt de bemiddelingscommissieals extra buffer naar gerechtelijkehulp heel belangrijk: het is een herkenbaarmechanisme dat de keuzevrijheid en de weigeringvan hulp voor de minderjarige mogelijk maakt.Het geeft minderjarigen de kans om zelf over hunleven te beslissen en buiten de ‘opgelegde’ jeugdhulpte blijven.Recht op hulp en zorg op maat zijn ruime begrippen.Het lijkt vanzelfsprekend dat kinderen en jongerenop tijd zorg krijgen die bovendien beantwoordt aanhun zorgbehoefte. En toch. Meldingen tonen aan datrecht op hulp en zorg in het gedrang komt. De belangrijksteknelpunten zijn de wachtlijsten, de tekortenin het aanbod, de continuïteit van de hulp, ende doelgroepen die tussen de plooien vallen van hetjeugdhulpaanbod.Ook dit jaar weer wachtendenvoor uRecht op passende hulp kan alleen waargemaaktworden als er genoeg hulpverlening beschikbaar is.Meldingen laten zien dat het recht op passende hulp inhet gedrang komt door wachtlijsten en een tekort aanplaatsen. Dat leidt tot sterk aanbodgericht werken.


Deel 3: Waar knelt het? 43Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningWachtlijsten zorgen ervoor dat hulpverleners creatiefmoeten zijn en snelle oplossingen moetenvinden in afwachting van een geschikte plaats.Daardoor krijgen kinderen en jongeren niet de zorgdie ze nodig hebben.Meldingen tonen aan dat er in elke sector wachtlijstenzijn: residentiële voorzieningen, kinderpsychiatrie,voorzieningen van het VAPH, MPI’s, CGGZ’sen de thuisbegeleidingsdiensten. Het gevolg is datsituaties dreigen te escaleren doordat er niet snelgenoeg ingespeeld kan worden op de hulpvraag.Vijf maanden verMijn zoon van 16 jaar heeft dringend hulp nodig.Hij zit in begeleiding bij een psycholoog maar zijngedrag wordt alsmaar verontrustender. Ook opschool loopt het fout. Onze zoon vraagt ook zelfnaar een intensievere vorm van hulp. We hebbenons vijf maanden geleden aangemeld bij het Comitémet een dringende vraag om hulp. Daar kregen wete horen dat een onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum(OOOC) het best aansluit bij ons probleem.Ik ken niets van het hulplandschap, dus vertrouwik op het oordeel van de consulent. We zijn bijnavijf maanden verder en er is nog altijd geen plekin het OOOC. Ik klaag aan dat deze vorm van beleidonaanvaardbaar is. Wij als ouders en ook onzezoon kunnen dit niet langer aan. De consulent kanzelf ook niet veel doen. Ook zij moet wachten tot zebericht krijgt.Net geen jaarEen meisje bij ons op school zit in een moeilijkethuissituatie. Ze woont nu bij familie. We hebbenhaar doorgestuurd om haar te informeren over begeleidzelfstandig wonen. Ze is daar een goede kandidatevoor. Het meisje heeft gehoord dat er eenwachtlijst is van ongeveer elf maanden. Haar teleurstellingis groot. Wat kunnen we in afwachting doen?Kan het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> dit aanklagen?Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> ziet de wachtlijstenmet de jaren alleen maar langer worden. Hetblijft een van de belangrijkste pijnpunten in hetzorgcircuit. Zal het decreet integrale jeugdhulp daariets aan kunnen doen? Zullen de 5 B’s, waaronderbeschikbaarheid, die het decreet kenmerken overeindblijven als de wachtlijsten nog langer worden?Tekorten in het zorgaanbodKinderen met specifieke zorgnoden en gedragsmoeilijkhedenkrijgen nog moeilijker toegang tothet zorgaanbod. Kinderen met een lichte mentalebeperking in combinatie met gedragsmoeilijkhedenzijn extra kwetsbaar. Vaak vinden ze geen plaats inde kinderpsychiatrie en in de Medisch-PedagogischeInstellingen (MPI’s). Er zijn maar weinig voorzieningendie bereid zijn minderjarigen met een laag IQen een gedragsprobleem op te nemen. Als er bovendiensprake is van seksueel misbruik, is het helemaaleen ramp. Klachtenonderzoek laat zien datbepaalde MPI’s een bepaald IQ naar voren schuivenals voorwaarde om minderjarigen op te nemen. Hebje minder dan dat minimum-IQ? Dan word je niet opgenomen.Ouders en consulenten kunnen daar nietsaan veranderen. De bijzondere jeugdzorg heeftniets te zeggen aan het opnamebeleid van kinderenjeugdpsychiatrie of voorzieningen van het VAPH.Dat die sectoren naast elkaar werken, leidt soms totschrijnende situaties.Ik, jij, hij of zijIk vraag uw tussenkomst in een dossier van eentienjarige jongen. Hij heeft een VAPH-nummer enmoet dringend opgenomen worden in een oriëntatie-en behandelingscentrum (OBC). De aanvraagmoet eerst geregistreerd worden op de CentraleRegistratie van Zorgvragen (CRZ). Om dat te kunnendoen, is er een contactpersoon nodig. Meestalkomt die uit de dienst of voorziening die de verderebegeleiding zal opnemen. Alleen vind ik geenvoorziening bereid om contactpersoon te zijn. Zijzeggen dat ik dat als consulent moet doen. Maardoor veranderingen op de dienst is er geen aparteconsulent meer die zich bezighoudt met aanmeldingenen die contactpersoon kan zijn. Ik kan helemaalniet met dat registratiesysteem werken. Bovendiengaat het om een OBC in een andere regio, die welgrenst aan onze werkregio maar toch geeft dat problemen.Gezinnen die op de grens wonen, kunnensoms gemakkelijker een voorziening bereiken dienet over de grens ligt, in een andere provincie. Doorde discussie zitten we in een impasse. In de bijzonderejeugdzorg zijn er geen alternatieven voor dezejongen. De opname in een OBC is dringend.


44 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningDe rol van contactpersoon opnemen, is een kwestievan ‘goodwill’. Centra verwachten dat er begripis, dat iemand anders zich wel opgeeft als contactpersoonals de voorziening dat zelf niet kanof wil. Voor cliënten en specifiek voor minderjarigenis dat een heel ondoorzichtig systeem. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> klaagt aan dat demanier van werken niet transparant is. Bovendienblijken de afspraken tussen de regio’s te verschillen.Om te voorkomen dat minderjarigen tussende plooien van Jongerenwelzijn en VAPH vallen,moeten de sectoren beter samenwerken.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt extrabeleidsaandacht voor die groepen kinderen enjongeren met een mentale beperking én met eengedragsstoornis. Het zal afwachten worden of deintegrale jeugdhulp deze groep kinderen en jongerenvoldoende zal kunnen helpen. Dat de kinderenjeugdpsychiatrie buiten het decreet integralejeugdhulp valt, maakt het zoeken naar adequateoplossingen er alvast niet makkelijker op.Er zijn ook kinderen met een handicap die echttussen de plooien vallen. De wachtlijsten zijn eenhinderpaal en bij een complexe problematiekwordt de toegang tot gepaste zorg nog moeilijker.In de week verplicht uit huis wonenMarjan is 9 jaar en kampt met een zware vormvan ADHD en met gedragsproblemen. Door haargedragsproblemen volgt ze buitengewoon onderwijs,maar haar gedragsproblemen zijn zo ernstigdat ze maar anderhalve dag per week toegelatenwordt op school. Marjan zou opgevangen moetenworden in een niet-schoolse setting. Daarvoor zijner in het ambulante zorgaanbod maar weinig mogelijkheden,zeker voor kinderen die ouder zijndan 6 jaar. De ouders worden verplicht te kiezenvoor opvang in een internaat, terwijl ze alleenmaar willen dat Marjan thuis woont en elke dagnaar school of naar een opvang kan.Ouders met kinderen met ernstige gedragsmoeilijkhedenkomen nog meer met hun rug tegen demuur te staan als de kinderen ouder worden.Te moeilijkJohn is 16 en heeft autisme. Tot zijn elfde kon hijnaar een dagcentrum. De gedragsproblemen ende vlagen van agressie werden manifester. Na hetdagcentrum verbleef hij in verschillende voorzieningenwaaronder een psychiatrische instelling.Een duurzame oplossing in een voorziening kontot nu toe niet gevonden worden omdat Johnsproblematiek blijkbaar te zwaar is voor de residentiëleopvang. Hij verblijft nu weer twee maandenin een voorziening voor tijdelijke opvang. Dejongen is groot en fysiek sterk, wat het de oudersalsmaar moeilijker maakt om geschikte opvangvoor hem te vinden.We zijn nog ver af van de vraaggestuurde hulpwaarbij de minderjarige en zijn omgeving centraalstaan en hun perspectief en zoektocht naar meerwelzijn en kansen het vertrekpunt zijn. Het rechtop hulp blijft voor sommige minderjarigen nogsteeds een lege doos. Sommige ouders trekkennaar de arbeidsrechtbank om het recht op hulpvoor hun kind af te dwingen. Maar niet elke ouderheeft de middelen en de kracht om deze stappente zetten.In het juiste vakje passen: doelgroependiscussieHet verhaal van Marie die ondertussen 19 jaar is.Het duurde meer dan twee jaar voor er wat zekerheidkwam rond haar opname in een MPI. Marieheeft verschillende fysieke beperkingen en ontwikkelingsstoornissen.Het werd een lange zoektochtom voor haar een gepaste voorziening tevinden. Twee jaar geleden kon ze uiteindelijk opgenomenworden in een MPI voor personen meteen motorische handicap. Marie, haar ouders ende hulpverleners hebben die voorziening altijd alsde meest geschikte plaats gezien. Marie kreeg ercorrecte opvang en behandeling.


oDeel 3: Waar knelt het? 45Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningMaar het Vlaams Agentschap voor Personen met hulpverleners actief kunnen zijn. Als er dan geeneen Handicap gaf geen toestemming voor deze goede onderlinge communicatie en afstemming is,doelgroep en het meisje kreeg alleen een erkenningvoor een ‘internaat’ voor de doelgroep ‘geaties.leidt dat voor de minderjarige tot schrijnende situdrags-of emotionele stoornis’.Het MPI hangt af van het VAPH voor de erkenningen subsidiëring van de plaatsing en kon dusgeen toelagen krijgen omdat ze geen erkenning Communicatieruis: pleeggezin of psychiatrie?hebben voor de doelgroep met ‘gedrags- of emotionelestoornis’. Toch mocht Marie verder in de Op onze school zit een jongen, Lukas, die in devoorziening blijven. Het conflict kon pas na verzoekvan de ouders beslecht worden door de ar-werd door de jeugdrechter beslist. Het staat vastweek en in het weekend in een MPI woont. Datbeidsrechtbank die Marie toeliet in de doelgroep dat hij nooit meer naar huis kan. Hij verblijft regelmatigin het gezin van zijn vriend. Dat gezinvan het MPI. De rechtbank nam in haar overwegingmee dat elke persoon met een handicap de heeft zich kandidaat gesteld om zijn pleeggezinmeest aangepaste opvang moet krijgen, dat niet te worden. De screening was positief. De socialeelke handicap onder één bepaalde doelgroep kan dienst van het MPI had de jongen eerder voorvallen en dat er altijd rekening gehouden moetworden met de echte noden van de betrokkene.Deze uitspraak is verheugend. Ze sluit trouwensook aan bij de geest van de hervorming in dejeugdzorg. Integrale jeugdhulp streeft onder anderenaar meer toegankelijke en meer vraaggestuurdehulpverlening, niet naar hulpverleningdie afhankelijk is van een ‘ticket’ .Continuïteit van dedienstverleningContinuïteit is een belangrijk principe in een integralevisie op zorg voor minderjarigen. Meldingentonen een gebrek aan continuïteit in het zorgaanboden in de zorgrelatie.Continuïteit in de zorgrelatieHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> stelt vast dat minderjarigenvaak al heel wat verschillende hulpverlenerszagen in hun hulpverleningstraject. Opvallendzijn de wissels van consulenten. Zowel in de dienstzelf als bij de overgang van vrijwillige hulpverleningnaar gerechtelijke hulp. Minderjarigen enouders ervaren dat als een gebrek aan respect. Ertreedt een soort vermoeidheid op om te wennenaan een nieuwe hulpverlener. Dat is nefast voor devertrouwensrelatie en voor de slaagkansen van hethulpaanbod.een screening aangemeld bij kinderpsychiatrie.Er is een sterk vermoeden van hechtingsproblematiek.Hij stond daar op de wachtlijst. De consulentweet dat nog maar pas. Ondertussen waser een zitting geweest op de jeugdrechtbank. Dejeugdrechter heeft zijn bezorgdheid geuit over depleegplaatsing. Het leek hem verstandiger eerstde screening op kinderpsychiatrie af te wachten.Deze informatie raakte niet tot bij de dienstpleegzorg. Zij gingen er dus vanuit dat de pleegplaatsingzou doorgaan. De dienst pleegzorg lietvia het toekomstige pleeggezin aan de jongenweten dat de pleegplaatsing zou starten. Het MPIheeft uiteindelijk aan de pleeggezinnendienstmoeten vertellen dat de jeugdrechter eerst eenopname op kinderpsychiatrie oplegde. Wij krijgenop school telefoon van de consulent. Hij wil dezeboodschap telefonisch melden aan de jongen.Maar dat wordt een ramp voor Lukas. Hij kijkt erenorm naar uit om bij het pleeggezin in te trekken.Nu moeten wij hem vertellen dat hij eerstnaar kinderpsychiatrie moet. Lukas weet nog nietdat hij daar aangemeld werd. Daarna wordt bekekenof de pleegplaatsing nog wenselijk is. Alsschool kunnen wij niet toestaan dat zo’n boodschaptelefonisch gegeven wordt. Blijkbaar waser een discussie tussen het MPI en de consulent:ze vonden van elkaar dat de ander de boodschapmaar moest geven aan Lukas. In zijn belang moetenwe uit deze impasse geraken.Een andere vorm van continuïteit van de zorgrelatieis de behoefte aan een vaste begeleider die overzichthoudt over het hele hulpverleningstraject.Meldingen tonen dat in één situatie verschillendeIn zulke cases bemiddelt de Klachtenlijn. Het isbelangrijk dat een neutrale partij de situatie ontmijnten aan de kant van de minderjarige gaat


Deel 3: Waar knelt het? 47Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleninghet niet samen met de broertjes terechtkon in hetMPI (het kwam niet in aanmerking voor een doelgroepvan het VAPH). Opnieuw voorlopig werdhet kind twee maanden ondergebracht in een anderpleeggezin in afwachting dat het in een CKGopgenomen kan worden, in de buurt van het MPI,waar haar broertjes verblijven.Een kind van nog net geen 2 jaar dat al vierverschillende plaatsingen beleefde? Dat roeptvragen op. In welke mate werden de diagnostischegegevens die voorhanden waren (onderandere een onderzoek van het Centrum voorOntwikkelingsstoornissen) verbloemd om deoverplaatsing van de kinderen te bespoedigen?Of nog: gebeurde de pleeggezinplaatsing nietecht in overeenstemming met de diagnose? Ermag dan wel continuïteit zijn in de diverse plaatsingendie elkaar opvolgden. Zo’n continuïteit isniet echt in het belang van het betrokken kind.Recht op respect voorgezinslevenVroeger kreeg het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>vooral klachten van hulpverleners over kinderenen jongeren die te snel naar huis georiënteerdwerden, zonder verdere opvolging. Dat klachtenbeeldverschuift dit werkjaar in een andere richting:nu hebben meer ouders en minderjarigenhet gevoel dat kinderen te lang uit huis geplaatstworden. Ze krijgen weinig toekomstperspectievenaangeboden. Ouders en minderjarigenklagen over het tekort aan flexibiliteit. Dat vertaaltzich in het gevoel: ‘Eens geplaatst, altijdgeplaatst.’Wat is goed voor mij?Door problemen thuis woon ik al drie jaar in eenvoorziening. Ondertussen is de situatie thuis gestabiliseerd.Maar ik mag van de consulent ende voorziening nog niet naar huis teruggaan. Zezeggen dat het nog te vroeg is. Dat het beter isvoor mij om in de voorziening te blijven wanthier is meer structuur en begeleiding. Ik ben hetbeu dat anderen in mijn plaats zeggen wat goedis voor mij.Kunnen ze dan niet aan mijn vraag tegemoetkomendoor ten minste de bezoeken aan mijn moederop te drijven? Ik word over anderhalf jaar 18jaar. Waarschijnlijk stopt dan de jeugdhulp en gaik toch weer thuis wonen.Ik weet niet wat ze verwachtenMijn twee kinderen zijn geplaatst in een pleeggezin.De consulent en de dienst pleegzorg zeggendat we moeten werken aan onze pedagogischevaardigheden. Ik begrijp niet goed wat ze daarmeebedoelen. Ze geven dan voorbeelden zoalsaangepaste activiteiten doen met onze kinderen,ze aandacht geven en ons huis veiliger makenvoor de kinderen. We doen dat allemaal, en danblijkt het toch niet genoeg te zijn. Ik weet nietwanneer mijn kinderen terug naar huis kunnen.Het afscheid na een weekend wordt zwaarder.Nu zeggen ze me dat de kinderen na anderhalfjaar gehecht zijn aan het pleeggezin en dat wedaarmee rekening moeten houden. Dat het debezoeken aan ons zijn die ze in de war brengen.Kinderen hebben toch het recht om bij hun ouderste wonen?Het onderzoek van deze klacht laat zien dat hetsoms moeilijk is om de bezorgdheid van de hulpverlenersconcreet te maken. Het concept ‘pedagogischevaardigheden’ is moeilijk te vatten.Werken met voorbeelden kan verhelderend zijn,maar wekt dan de indruk dat het probleem opgelostis als aan die voorbeelden voldaan is. Dehulpverleners geven aan dat ouders intensievecontextbegeleiding nodig hebben. Dat lukt nietaltijd. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vindt dater voldoende middelen en tijd vrijgemaakt moetworden om contextgericht werken een duidelijkeplek te geven. Het kan niet dat jongeren tot hun18 jaar in de jeugdzorg blijven om ze daarna wellichttoch naar huis te laten gaan, waar niet intensiefgewerkt werd aan verandering. Ook bijpleegplaatsing moet contextgericht werken eenduidelijke plek krijgen. Niet alleen bij de opstartvan de plaatsing.


48 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningRechtstreeks toegankelijkejeugdhulpMinderjarigen en volwassenen kloppen metuiteenlopende vragen aan bij het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>.Toch bestaan er voor veelvragen toegankelijke diensten zoals Awel, het JACof de Kinderrechtswinkel. Kinderen en jongerenvinden niet altijd de weg naar de juiste dienstenof de juiste informatie. Ze hebben meer wegwijsinformatienodig over het rechtstreeks toegankelijkehulpaanbod. Daarvoor moeten de verschillendeactoren hun hulp- en informatieaanbodmeer onderling afstemmen. Sedert vorig werkjaarzijn er tussen de drie genoemde actoren en het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> hieromtrent eersteafspraken gemaakt, maar het is duidelijk dat eenmeer intens overleg noodzakelijk is.■■De brede instap moet de eerste hulpvragen opvangenen geeft toegang tot rechtstreeks toegankelijkejeugdhulp.■■De bemiddelingscommissies en de Comitésvoor Bijzondere Jeugdzorg van de vrijwilligejeugdbijstand worden opgeheven.■■Het ‘ondersteuningscentrum jeugdzorg’ en deVertrouwenscentra Kindermishandeling wordende nieuwe filters naar de gerechtelijke hulp.NOntwerp N van decreet betreffende de integralejeugdhulp, Parl.St. Vl.Parl. <strong>2012</strong>-13, nr. 1952/10aangenomen door de plenaire vergadering vanhet Vlaams Parlement op 3 juli <strong>2013</strong>Op 7 mei <strong>2013</strong> lichtte hetKinderrechten commissariaat zijnadvies toe in de Commissie voorWelzijn, Volksgezondheid, Gezin enArmoedebeleid.Waar hulp zoeken?Ik heb op school een meisje in begeleiding. Zeheeft thuis heel wat problemen. Ze wil bij familiegaan wonen. Mama zou akkoord gaan. Ikhad haar doorverwezen naar het Comité voorBijzondere Jeugdzorg. Daar kreeg ze te horendat ze het dossier niet openen. Er zou geen POSzijn omdat mama de toestemming geeft. Ik verwachtwel problemen en maak me zorgen overhet welzijn van het meisje. Wat kunnen we nogdoen? Welke diensten zijn nog mogelijk? Wie kantoezicht houden?In het nieuwe decreet zitten tekortkomingen vanuitorganisatorisch oogpunt en vanuit het kinderrechtenverdragen het decreet van 7 mei 2004over de rechtspositie van de minderjarige in deintegrale jeugdhulp.1. Maak meer ruimte voor inspraak van minderjarigenin de jeugdhulp.Minderjarigen moeten in samenspraak mee bepalenwelke jeugdhulp wenselijk is. Daarvoorzijn er tijdens het hulpverleningsproces meermogelijkheden tot dialoog nodig.Mijlpaal: nieuw decreetintegrale jeugdhulp<strong>2013</strong> is een mijlpaal voor de jeugdzorg. Het nieuwedecreet integrale jeugdhulp start op 1 maart2014. Het eerste decreet dateerde van 2003.Belangrijke nieuwigheden:■■Het nieuwe decreet hertekent het landschapvan de jeugdhulp om een vlotte samenwerkingtussen de sectoren te realiseren.■■Het installeert één intersectorale toegangspoortdie bepaalt of een minderjarige rechtheeft op een bepaalde vorm van niet-rechtstreekstoegankelijke hulp.2. Bouw meer garanties in voor klachtrechten recht op vrijwillige hulpverlening.De JO-lijn van Jongerenwelzijn moet onafhankelijkerkunnen werken. Het nieuwe decreet zegtdat de sociale dienst met de betrokken partijende mogelijkheden verkent om vrijwillige jeugdhulpte organiseren. Zonder tijdslimiet en anderegaranties is verkennen te vrijblijvend.Is er een belangenconflict tussen de minderjarigeen de hulpverlening of tussen de minderjarigeen zijn ouders? Of wordt het belang vande minderjarige geschaad? Dan komt in hetnieuwe decreet bemiddeling aan de orde. Dejongere moet een attest van bemiddeling meebrengennaar de toegangspoort als hij hulp wildie hij niet vindt in de eerstelijnszorg. Maar wielegt de minderjarige uit dat bemiddeling danaangewezen is? En welke weg de minderjarigeervoor moet volgen?


Deel 3: Waar knelt het? 49Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningWaar moet de minderjarige aankloppen voordie bemiddeling? Het parlement gaf gehooraan deze vragen en breidde het ontwerp vandecreet uit met een regeling voor de bemiddeling.3. Vermaatschappelijking van zorg mag hetrecht op zorg niet ondermijnen.Het nieuwe decreet kiest voor contextgerichtwerken. Dat houdt meer verantwoordelijkheidin voor de minderjarige en zijn omgeving. Hetis de vraag of zij aan die verwachting kunnenvoldoen. Verwachten we niet te veel dat minderjarigenen hun ouders in staat zijn om hunomgeving te mobiliseren om steun te bieden,of dat ze zelf creatieve voorstellen formulerenom beter om te gaan met problemen? Alsdat niet lukt, dreigt het gezin daarvan zelf deschuld te krijgen. Daarom moet de overheidgaranderen dat het recht op zorg niet voorwaardelijkwordt.Een duidelijke visie op contextgericht werkenontbreekt. Wie moet dat organiseren? Enwie vertegenwoordigt of steunt de minderjarige?Contextgericht werken betekent voor het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>: de omgeving viabasisvoorzieningen ondersteunen zodat zehaar verantwoordelijkheid kan opnemen.4. Er is meer bindmiddel nodig om de intersectoralesamenwerking te garanderen.Voor jongeren van wie de problemen verspreidliggen over bijzondere jeugdzorg, gehandicaptenzorgen kinderpsychiatrie kan intersectoraalwerken het verschil maken. Tochbiedt het nieuwe decreet weinig garantiesvoor combinatiemogelijkheden van niet-rechtstreekstoegankelijke jeugdhulpverleningsvormenof individuele materiële bijstand achterde toegangspoort. Want ondanks de integraletoegangspoort blijven de sectoren hun eigenafzonderlijke regelgeving handhaven. De toegangspoortbeslist niet over alle vragen naarniet-rechtstreeks toegankelijke hulp. Dat is eenuitholling van de intersectorale toegangspoorten van integrale jeugdhulp. Effectieve samenwerkingtussen de verschillende actoren dringtzich op. Er zijn duidelijke garanties nodig voordoeltreffende samenwerking met sectorenbuiten de integrale jeugdhulp.5. Er is geen jeugdhulp zonder beschikbarejeugdhulpverlening.Kinderen en jongeren met een vraag naarzorg botsen geregeld op gebrek aan passendejeugdhulp, plaatstekort of moeilijke toegangtot het aanbod. Vraaggericht werken, eenkernprincipe van het nieuwe decreet, wordtafhankelijk ‘van de beperkingen van het budgeten van het aanbod’. De nobele intentie vanvraaggericht werken kan ondermijnd wordendoor gebrek aan middelen en aanbod. We vragenvan de overheid garanties voor goede opvolgingen regelmatige evaluatie van de jeugdhulp.Een ander nobel concept in integrale jeugdhulpis de ‘brede instap’. Daar kunnen minderjarigenen ouders terecht met elke vraag overjeugdhulp. Cliënten krijgen er ook informatieen advies of kortdurende hulp. Om dit uitgebreidetakenpakket op zich te kunnen nemen,moet die brede instap genoeg mankracht,geld en begeleiding krijgen. Anders komen derechtswaarborgen van minderjarigen in hetgedrang.Het nieuwe decreet schuift verschillende sectorennaar voren die samen voor ‘brede instap’moeten zorgen. Structureel regionaal overlegtussen de verschillende aanmelders en dejeugdhulpaanbieders in de rechtstreeks toegankelijkehulp dringt zich op. Dat is nu nietverplicht.Crisismeldpunten zijn in het nieuwe decreetrechtstreeks toegankelijk voor de jeugdhulpaanbieders,niet voor de hulpvrager of de minderjarigezelf. Dat zou beter wel het geval zijn.De meeste instanties waar de jongere en zijnomgeving in een crisis terechtkunnen zijn inhet weekend niet bereikbaar.6. Een trajectbegeleider moet de continuïteitin de hulpverlening beter garanderen.Minderjarigen hebben een trajectbegeleidernodig die toeziet op het hulpverleningstraject.Daarvoor kijkt het nieuwe decreet verschillendekanten op: de ouders of andere belangenbehartigers,de jeugdhulpaanbieder bijcomplexe dossiers met verschillende hulpaanbieders,de aanmelder of de bijstandspersoonvan de minderjarige. Verschillende actorenveel verantwoordelijkheid geven, kan ertoeleiden dat niemand zich nog geroepen voeltom die cruciale taak op te nemen. Bovendien


50 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningspreekt het nieuwe decreet alleen over trajectbegeleiding,niet over een trajectbegeleider.Dat is niet genoeg. De rol en de betekenis vande trajectbegeleider moet uitgewerkt en gerealiseerdworden.7 Kan de nieuwe structuur helder uitgelegdworden?Volgens het decreet rechtspositie hebben kinderenrecht op duidelijke, toereikende en voorhen belangrijke informatie over alle aspectenvan de jeugdhulp. De communicatie met deminderjarige loopt in een begrijpelijke taal, afgestemdop zijn leeftijd en maturiteit.De nieuwe structuur van de jeugdhulp is behoorlijkingewikkeld. Ook leiden verschillendepassages in het nieuwe decreet wellicht tot verwarring:Is geschikte hulp zoeken de taak vande jeugdhulpregisseur of van de minderjarigeen zijn omgeving zelf? Draagt de aanmelderof de jeugdhulpregisseur de eindverantwoordelijkheid?Met het oog op rechtsgaranties ishet belangrijk dat die onduidelijkheden opgehelderdworden. De professional, de minderjarigeen zijn belangenbehartiger moeten wetenwelke hulpverleningsdiensten en personenbeslissend zijn voor zijn hulpverlening, op wieze wanneer kunnen rekenen en wie de eindverantwoordelijkheiddraagt. We verwachten datde overheid middelen vrijmaakt om deze nieuwestructuur in begrijpelijke taal uit te leggenaan minderjarigen en hun omgeving. Andersriskeren ook hier mooie principes en nobeleideeën te verwateren.NKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, NAdvies Strooktontwerp decreet integrale jeugdhulp metrechten minderjarigen?, <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/7, www.kinder rechtencommissariaat.be – Adviezen enStandpuntenVandaag werken aan morgenHet Vlaams Welzijnsverbond en zijn leden werken met overtuiging mee aan integrale jeugdhulpverlening.Vroeger pleitten we al voor een verregaande integratie van de jeugdhulp zodat er geenkinderen tussen wal en schip vallen. We moeten trajecten oordeelkundig inzetten. De bijzonderejeugdzorg moet van categoriaal naar integraal evolueren om uiteindelijk inclusief verankerd te wordenin een zorgzame samenleving.Maar de weg is nog lang. Het Vlaams Agentschap Jongerenwelzijn meldt dat in Vlaanderen gemiddeld4.427 jongeren wachten op hulp in de bijzondere jeugdzorg. Gepaste, tijdige en kwaliteitsvollehulp moet onze ambitie blijven. Deze jeugdhulp zal vraaggericht tegemoetkomen aan de jongere,zijn ouders, zijn omgeving en zijn school.Hulp is goed als de jongere ermee gebaat is. Handelingsplannen worden opgemaakt met medewerkingvan de jongere en zijn gezin. Verantwoording van hulpverleners zal zich altijd richten totverschillende partijen.Het Vlaams Welzijnsverbond nodigt het Kinder rechtencommissariaat uit om mee te ijveren voor eenmeerjarenactieplan met een realistisch budget.Frank CuytAlgemeen directeur Vlaams Welzijnsverbond


Deel 3: Waar knelt het? 51Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverlening1.4.Kinderen met een labelIn <strong>2012</strong> stelde het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>kinderen met een label van ADHD, ADD, ASScentraal. We kaartten de medicalisering van hetgedrag van kinderen aan. We bekritiseerden hettoenemend Rilatinegebruik door kinderen. Metons didactisch pakket ‘(in)(proef)druk’ en ons advies‘Recht doen aan kinderen met een label’ zettenwe onze boodschap kracht bij.Dit is waar het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> in eeneerder advies voor pleitte:■■Verruim het medisch model tot een sociaalcultureelmodel.■■Verbreed het multidisciplinaire team tot eentransdisciplinair team. Een diagnose mag nietalleen gesteld worden door een multidisciplinairteam. Ook de ervaringen van het kind ende ouders moeten in kaart gebracht worden.De wet op de patiëntenrechten levert alvast dejuridische basis.■■Laat het gebruik van psychofarmaca door kinderenonder strikt toezicht gebeuren. Alleenkinderpsychiaters mogen psychofarmaca toedienen.■■Beperk de ondersteuning van kinderen meteen label niet tot medicatie. De vraag ‘waarommedicatie wel en een andere hulpverleningsvormniet?’ moet aan bod komen.■■Laat een label uitzondering blijven. Weinig kinderenervaren een label als empowerend.■■Koppel het recht op ondersteuning los van eenlabel. Momenteel is een label het toegangstickettot hulp. Inclusief onderwijs mag geenexclusiviteit zijn. Het onderwijs moet werk makenvan het gelijkekansendecreet en een volwaardigdecreet ‘rechtspositie van leerlingen’.NKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, NAdvies Rechtdoen aan kinderen met een label, 2011-<strong>2012</strong>/08,www.kinderrechtencommissariaat.be – Ad viezenen StandpuntenDe Klachtenlijn van het Kinderrechten commissariaatkrijgt vragen naar informatie en adviesover ADHD en Rilatinegebruik bij kinderen.Ik wil geen RilatineMijn moeder verplicht me Rilatine te slikken. Zehebben mij nooit getest op ADHD. Ik wil geenRilatine meer nemen. Ik heb dat al aan de doktergezegd maar toch krijg ik ze nog voorgeschreven.Kan mijn moeder of iemand anders mijdwingen om Rilatine te nemen?Het voorbije werkjaar bleven kinderen met een labeluitdrukkelijk op onze agenda staan. We trokkendoor Vlaanderen om (in)(proef)druk bekendte maken. We presenteerden het aan de voorzittersen de medewerkers van COV, COC, VSOA, enACOD-Onderwijs. Dankzij de medewerking vanKU Leuven, Arteveldehogeschool, HogeschoolWest-Vlaanderen, Karel de Grote-Hogeschool enProvinciale Hogeschool Limburg konden we (in)(proef)druk voorstellen aan 250 lectoren en studentenin de opleidingen leerkracht, sociaal werker,(ortho)pedagoog, sociaal agoog of psycholoog.We lichtten ons advies toe op verschillendestudiedagen. Op uitnodiging van de ChristelijkeOnderwijscentrale presenteerden we (in)(proef)druk op de Vormingsdagen van de provinciale afdelingen.Na afloop gingen we het debat aan methonderden leerkrachten.1.5.Kinderen en jongeren inde gezondheidszorgPatiëntenrechtenKinderen en jongeren hebben rechten als patiënt.Dat staat in de wet op de patiëntenrechtenen in het kinderrechtenverdrag.Toch stelt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vastdat de patiëntenrechten van minderjarigen anderszijn dan die van de volwassenen. In de praktijkkan het ouderlijk gezag de rechten van minderjarigendoorkruisen. Zorgverstrekkers vragenadvies aan het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> omzorgvuldig met de rechten van het kind om tegaan. Adviesvragen gaan vooral over het beroepsgeheim.


52 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningHoe omgaan met beroepsgeheim in combinatiemet de rechten van het kind als patiënt en deouderlijke rechten en plichten? Als er bovendiennog scheidingsperikelen meespelen, wordt hetnog complexer en delicater.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> is tevreden datook de gezondheidssector stilstaat bij de rechtenvan het kind. Belangrijk is dat ook minderjarigepatiënten goed op de hoogte zijn van hunrechten. Het maakt dat we blijven pleiten omde wet op de patiëntenrechten meer bekend temaken bij minderjarigen. Ze weten vaak onvoldoendedat ze recht hebben op informatie, opmeningsuiting, op respect voor hun mening enop inbreng in alle beslissingsprocessen die henaanbelangen.Weggehaald uit het ziekenhuisIk begeleid op school een jongen uit het vijfdemiddelbaar. Hij ligt in het ziekenhuis voor eeningreep. De opname was gepland voor een tweetalweken. Na een week hebben zijn ouders hemuit het ziekenhuis gehaald omdat ze de rekeningniet willen betalen. Ik heb al contacten gehadmet andere diensten maar niemand kan ietsdoen. Heeft de jongen het recht om zelf contactop te nemen met de arts? Kan de jongen zelf omeen opname vragen?Toestemming bij vaccinatie?Mogen minderjarigen zelf beslissen over bepaaldevaccinaties? En kunnen ze dat vandaagwel behoorlijk geïnformeerd doen? Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> sprak zich uit overeen verzoekschrift dat zich zorgen maakt overhet actuele vaccinatiebeleid van de Vlaamseoverheid.Aanleiding van het verzoekschrift was een CLBartsdie in een vaccinatieprogramma tegen baarmoederhalskankereen 12-jarig meisje overtuigdeom zich te laten vaccineren, zonder toestemmingvan haar ouders. Het verzoekschrift vraagt hetparlement om er bij de bevoegde ministers eninstanties op aan te dringen bij elke vaccinatie dewettelijk verplichte modaliteiten te respecteren:■■Zo volledig mogelijke informatie geven overde vaccinatie en de mogelijke bijwerkingen.■■Een voorafgaand medisch onderzoek verzekeren.■■Voorzien in een permanent systeem vanklachtmelding.■■De vrije keuze respecteren.Daarnaast vraagt het verzoekschrift om de uitzonderingsclausuleover meerderjarigheid teschrappen, die bepaalt dat minderjarigen zelf beslissenover vaccinaties. En om die clausule dusniet langer te laten toepassen door het CLB.Verzet vaderIk ben de arts van Lisa. Zij is 10 jaar. Het meisjeheeft ADHD en ik wil Rilatine opstarten. De vaderwoont in het buitenland. Hij heeft me laten wetendat hij zich verzet tegen de medicatie. Mijnoordeel is dat het in het belang van Lisa is omde medicatie op te starten. Mag ik dat als artsalsnog voorschrijven?BeroepsgeheimDe 14-jarige Reduan is bij mij in behandeling.Ik ben kinderpsychiater. Zijn vader wil het dossierinkijken en vraagt de medische gegevensop. Reduan laat me weten dat hij dat niet wil. Iksta achter zijn keuze en wil er ook liever de vaderniet bij betrekken. Ben ik toch verplicht vadertoegang te geven? Wat zijn de rechten vanReduan? Kan ik mijn patiënt volledig steunen?Op vraag van de voorzittervan de commissie voor Welzijn,Volksgezondheid, Gezin enArmoede beleid, gaf het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>advies.De wet over de rechten van de patiënt voorziet inhet recht op kwaliteitsvolle dienstverlening en opzo volledig mogelijke informatie. Het probleem isdus niet dat de regelgeving ontbreekt, maar datze onbekend is. Bijkomende en leeftijdsspecifiekeinformatie aan alle betrokkenen (minderjarigen,ouders, beroepsbeoefenaars) dringt zich op.Niet alleen over de rechten van minderjarigen inde zorgverlening in het algemeen, maar ook overde voor- en nadelen van vaccinaties tegen baarmoederhalskankerin het bijzonder. Meisjes van12 jaar moeten aangepaste en objectieve informatiekrijgen om een oordeel te kunnen vellen.


iVia de ombudsdienst ‘Rechten van de patiënt’kunnen ze een klacht melden. Ook die ombudsdienstis te weinig bekend.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> is het niet eensmet het verzoek om de uitzonderingsclausuleover meerderjarigheid te schrappen. Dat gaatin tegen fundamentele kinderrechten. Met namehet recht om zijn mening te kennen te geven enhet recht dat met je mening rekening gehoudenwordt in elke aangelegenheid of procedure die jeaanbelangt. Ook de wet op de rechten van de patiënterkent dat minderjarigen betrokken moetenworden bij de uitoefening van hun rechten.Daarnaast stelt specifiek het Besluit van deVlaamse Regering van 3 juli 2009 dat het CLB debetrokkenen schriftelijk informeert over de aarden de bedoelingen van de vaccinatie. En de vaccinatietoedient op voorwaarde dat het daarvoorschriftelijke toestemming kreeg. Als de oudershun toestemming weigeren, kan een CLB tochbeslissen een leerling die in staat is tot redelijkebeoordeling van zijn belangen te vaccineren. Nageïnformeerd te zijn in een duidelijke taal en naschriftelijke toestemming.Bij conflicten tussen ouder en kind kan multidisciplinairoverleg tussen de gezondheidswerkersvan het CLB, dat het belang van het kind centraalstelt, een oplossing bieden.Er worden geen opmerkingen gemaakt bij hetadvies van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>.De commissie beslist niet in te gaan op de vraagvan de verzoeker om gehoord te worden.NKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, NAdvies Toestemming bij vaccinatie?, <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/01,www.kin der rechtencommissariaat.be – Ad viezenen StandpuntenNVerzoekschrift Nover een kritische evaluatie vande toedieningsmodaliteiten van vaccinatie enin het bijzonder van de toestemmingsprocedurein Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB),Hand. Vl. Parl., 11 december <strong>2012</strong>, nr.1732NWet N betreffende de rechten van de patiënt van22 augustus 2002, B.S. 26 september 2002,err., B.S. 20 september 2002.NBVR N van 3 juli 2009 tot vaststelling van deoperationele doelstellingen van de Centra voorLeerlingenbegeleiding, B.S. 3 september 2009Deel 3: Waar knelt het?Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningVrouwelijke genitaleverminkingGenitale verminking van meisjes is vooral in sommigeAfrikaanse landen een traditionele praktijk.Door migratie en vluchtelingenstromen komt hetook in ons land voor. Het is bijzonder schadelijkvoor de meisjes, fysiek en voor hun welbevinden.Daarom is de praktijk in België bij wet verboden.Die wet doen naleven is moeilijker. Ouders latende besnijdenis bijvoorbeeld uitvoeren als ze opvakantie zijn in hun thuisland. Ook dat is bij onsverboden, maar moeilijk te controleren.GAMS België (Groupe pour l'abolition des mutilationssexuelles) en het referentiecentrum vzwINTACT melden al jaren dat er ook in ons landnog altijd vrouwelijke genitale verminking voorkomtbij jonge meisjes. Het International Centrefor Reproductive Health (ICRH) UZ Gent buigt zichover de preventie van vrouwelijke genitale verminkingen werkt verschillende formats uit omte sensibiliseren en expertise uit te wisselen. DeKlachtenlijn van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>stelt vast dat hulpverleners niet altijd weten waarze terechtkunnen met hun vragen of klachten.Verder doorgedreven sensibilisering kan voor debetrokken meisjes een uitkomst bieden. Daaromondersteunt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> deinformatiecampagnes van deze organisaties.Levensbeëindiging eneuthanasie van minderjarigenBij de euthanasiewet in 2002 was de wetgever erzich al van bewust dat ook kinderen ongeneeslijken ondraaglijk kunnen lijden. Toch besliste hetparlement toen om minderjarigen, met uitzonderingvan ontvoogde minderjarigen, finaal buitende euthanasiewetgeving te laten vallen.In <strong>2013</strong> werd het debat over euthanasie opnieuwgeopend. Verschillende wetsvoorstellen lagen optafel in de verenigde commissies voor Justitie enSociale Aangelegenheden.53


54 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 1: Recht op basiszorg en hulpverleningNWetsvoorstel N16 augustus 2010 tot wijzigingvan artikel 3 van de wet van 28 mei 2002 betreffendede euthanasie, inzake euthanasiebij minderjarigen (van de heren Alexander DeCroo en Bart Tommelein en de dames NeleLijnen en Martine Taelman), 2009-2010, nr.5-21/1NWetsvoorstel N23 september 2010 tot wijzigingvan de wet van 28 mei 2002 betreffende deeuthanasie en het koninklijk besluit van 2april 2003 houdende vaststelling van de wijzewaarop de wilsverklaring inzake euthanasiewordt opgesteld, herbevestigd, herzien of ingetrokken(van mevrouw Christine Defraigne),2010-2011, nr. 5-154/1NWetsvoorstel N23 september 2010 tot wijzigingvan de wet van 28 mei 2002 betreffende deeuthanasie wat minderjarigen van vijftienjaar en ouder betreft (van mevrouw ChristineDefraigne), 2010-2011, nr. 5-179/1NWetsvoorstel N10 januari <strong>2013</strong> tot wijziging vande wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie(van de heer Philippe Mahoux), <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>, nr. 5-1919/1NWetsvoorstel N28 januari <strong>2013</strong> inzake de uitbreidingvan de wet van 28 mei 2002 betreffendede euthanasie tot minderjarigen, de medischehulp aan de patiënt die zelf de levensbeëindigendehandeling stelt en de strafbaarstellingvan hulp bij zelfdoding (van mevrouw ElkeSleurs), <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>, nr. 5-1947/1NWetsvoorstel N9 mei <strong>2012</strong> tot aanvulling vande wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie,wat minderjarigen betreft (vanmevrouw Marleen Temmerman, de heerBert Anciaux, de dames Dalila Douifi enFatma Pehlivan en de heer Guy Swennen),2011-<strong>2012</strong>, nr. 5-1610/1Op vraag van de verenigde commissiesvoor Justitie en SocialeAangelegenheden bracht het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>advies uit over een regeling vaneuthanasie voor minderjarigen:■■Betrek alle kinderen maximaal bij het volledigebeslissingsproces rond euthanasie en levensbeëindiging.■■Baken naar Nederlands model trapsgewijs deleeftijd af die minderjarigen vanaf 12 jaar inspraaktoekent en vanaf 16 jaar het recht opzelfbeschikking.■■Investeer in vorming en opleiding van alle actorenin het medisch team zodat zij een zorgomgevingkunnen creëren waarin het belangvan het kind centraal staat en die zowel hetkind als de ouders als volwaardige partnersbenadert.■■Onderzoek bij minderjarigen alle aspecten diebij het euthanasieproces een rol spelen.■■Onderwerp de uit de gewijzigde wetgevingvoortvloeiende praktijken op tijd aan eengrondige evaluatie met inspraak van artsen,ouders en minderjarigen.N NKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, Advies Levensbeëindiging en euthanasie van minderjarigen,<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/4, www.kinderrechtencommissariaat.be– Adviezen en StandpuntenMet hun wetsvoorstellen geven de indieners ookminderjarigen een plaats in de nieuwe wetgevingrond euthanasie. Dat is belangrijk en vraagt tegelijkaandacht voor bijkomende aspecten van zorgen begeleiding. Waardoor nieuwe wetgeving zichniet mag beperken tot een discussie over hetoordeelsvermogen van minderjarigen of overeen leeftijdsafbakening met de vraag: ‘Op welkeleeftijd worden minderjarigen geacht autonoomte beslissen?’


Deel 3: Waar knelt het? 55Hfst 2: Rechten van kinderen op de vlucht2. Rechten van kinderen op de vluchtBij de Klachtenlijn komen veel klachten binnenover de situatie van kinderen op de vlucht. Hetgaat over kinderen in een bijzonder kwetsbaresituatie. De vragen zijn heel verschillend maar debezorgdheid is altijd: worden de rechten van diekinderen hier gerespecteerd?2.1.Welke rechten staanonder druk?Recht om je mening te uitenIn een asielprocedure voor niet-begeleide buitenlandseminderjarigen is er ruimte voor eengesprek met de minderjarige. In een asielprocedurevoor gezinnen met kinderen wordt naarde ouders geluisterd, maar worden de minderjarigenniet gehoord. Die kinderen blijven in dehele asielprocedure bijna onzichtbaar. Als deasielaanvraag van hun ouders afgewezen wordt,en er voor hen ook geen redenen tot subsidiairebescherming gezien worden, volgt de uitwijzing.En dan gaan de kinderen gewoon mee.Hebben kinderen van buitenlandse originegeen rechten?Amir is een Afghaanse jongen van twaalf. Hijwoont al een paar jaar met zijn familie in België.Na lang procederen kreeg het gezin vlak voorde zomer te horen dat ze hier weg moeten. Amirschreef daarover een brief naar de kinderrechtencommissaris.Volgens de nieuwe procedure zoude familie weg moeten uit de gezinswoning diehun door het OCMW toegewezen was, en zichmelden bij het Open Terugkeercentrum (OTC) inHolsbeek. Daar krijgen ze dan 30 dagen om hunvrijwillige terugkeer te regelen.Amir deed het goed op school, zo goed dat hijondanks zijn achterstand toen hij hier aankwamondertussen al zijn getuigschrift van lager onderwijshaalde. In juni schreef hij zich alvast invoor secundair onderwijs, om te starten met deoptie Latijn. De uitwijzing trekt een streep doordie plannen.Kinderen die samen met hun ouders op de vluchtzijn, klagen bij het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>aan dat ze nergens een stem hebben. Tolk spelenvoor hun ouders, dat mogen ze. Of moeten zesoms zelfs. Maar zelf hun verhaal brengen, datkan niet.Toch bepaalt artikel 12 van het kinderrechtenverdragdat een kind dat daartoe in staat is ‘vrijelijkzijn mening moet kunnen uiten in alle aangelegenhedendie het kind betreffen’. In de AlgemeneCommentaar over het recht van het kind om gehoordte worden (2009) stelt het Comité voor deRechten van het Kind in paragraaf 123: ‘Childrenwho come to a country following their parentsin search of work or as refugees are in a particularlyvulnerable situation. For this reason it isurgent to fully implement their right to expresstheir views on all aspects of the immigration andasylum proceedings.’Je zou dus mogen veronderstellen dat kinderenook zelf gehoord moeten worden in elke fase vande procedure waar asielzoekers door moeten. Ofhet nu gaat om de behandeling van de asielaanvraagzelf, of om de vraag tot subsidiaire beschermingof om de beslissing tot uitwijzing. Dat is inBelgië momenteel niet het geval, toch niet als deouders de kinderen begeleiden. Niet-begeleidebuitenlandse minderjarigen worden gelukkig welzelf gehoord. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>vraagt uitdrukkelijk om aan alle kinderen altijdde mogelijkheid te geven om zelf gehoord te worden.Kinderen en jongeren die zonder papieren inBelgië wonen, zijn met veel en verenigden zichom meer gehoor te krijgen in wat ze zelf het ‘KidsParlement’ noemen. Ze kwamen in het nieuwsmet een actie op Wereldvluchtelingendag en eenontmoeting in het parlement met staatssecretarisMaggie De Block van Asiel en Migratie.De oproep van de kinderen van het Kids Parlementin de pers lokte veel reacties uit. Scholen en heelwat OCMW’s uitten hun onbegrip en stelden veelvragen. Dat leidde ook bij de Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> tot nieuwe signalenvan kinderen die hier met hun asielzoekende oudersaankomen en niet als volwaardige dragersvan eigen rechten behandeld worden.


56 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 2: Rechten van kinderen op de vluchtDie kinderen moeten vooral wachten: wachtenwelke beslissing er over hun ouders valt. De impactop het leven van de kinderen lijkt niet altijdmee te spelen. Toch is die impact erg groot.Voor het gezin moeten zorgen maar zelfniet gehoord wordenJelena is een Tsjetsjeens meisje, nu 15, die hier alruim vier jaar woont. Haar moeder is in Tsjetsjeniëgestorven door gebrek aan medische zorg. Haarvader is dan met vijf kinderen naar België gevluchten heeft hier asiel aangevraagd, dat na 14maanden afgewezen werd. Haar vier jaar ouderezus was toen ook zwaar ziek, werd opgenomenen geopereerd en moest dan nog lang revalideren.Daarom mocht het gezin hier langer blijven.Dat is nu ook afgelopen. Een laatste vraag om humanitaireredenen via de burgemeester van hungemeente (artikel 9 bis van de vreemdelingenwetvan 15 december 1980), werd afgewezen.Ondertussen is de vader hertrouwd met eenTsjetsjeense vrouw, en is het gezin uitgebreidmet een nu al drie jaar oud zusje en een bijnatwee jaar oude tweeling. Drie kinderen die hun‘vaderland’ nog nooit gezien hebben. Dat maaktdus samen acht kinderen.Jelena neemt een belangrijk deel van de zorg inhet gezin op zich. In tegenstelling tot haar papaspreekt ze vlot Nederlands. Dat maakt dat ze bijallerlei gelegenheden ook nog eens als tolk ‘mag’opdraven. Ook in de procedure voor de verblijfsvergunning.Maar ook alleen weer om de vragen,angsten en wensen van haar papa te vertolken.En de antwoorden die onze overheidsinstantiesdaarop geven. Haar eigen vragen, wensen, verlangens,angsten worden niet gehoord. Laat staandat de gegrondheid ervan onderzocht wordt.Jelena zit in het secundair onderwijs, richtingsociaal technische vorming en doet het goed opschool. Ze wil later verpleegster worden. De uitzichtloosheidvan de hele situatie weegt al eenhele tijd erg zwaar op haar. Haar omgeving wijsterop dat het voor haar stilaan echt te veel wordt.De school suggereerde dat ze naar een internaatzou gaan om wat rust te krijgen. Maar hoe moethet dan met de andere kinderen? Met de definitieveuitwijzing is daar nu natuurlijk al helemaalgeen sprake meer van.Kinderen op de vlucht die hier met hun ouderszijn, krijgen vaak pas gehoor als de situatie echtheel extreem wordt, als alles helemaal uit dehand loopt en de bijzondere jeugdbijstand moettussenkomen. Kinderen kunnen dan tot hun achttiendein een pleeggezin of in een instelling geplaatstworden, waarna vaak toch de uitwijzingvolgt.Kinderen niet alleen als tolkaansprekenKinderen van asielzoekers blijken het Nederlandsweleens sneller onder de knie te krijgen danhun ouders. In de asielprocedure worden zedaardoor het aanspreekpunt voor diensten,advocaten en andere instanties die met hunzaak bezig zijn. Ook bij de Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> zijn het vaak de ouderekinderen die namens het gezin een klachtformuleren of een vraag stellen.Dat kinderen een rol als tolk krijgen, hoeft opzich geen probleem te zijn. Maar we moeten zoveelmogelijk vermijden dat we ze daardoor eenverantwoordelijkheid op de schouders laden diewe van andere kinderen nooit zouden vragen.Ook moeten we stilstaan bij de traumatische ervaringendie deze kinderen zelf dikwijls al meegemaakthebben, en oog en oor hebben voor huneigen kijk op de situatie. Waren er ook voor dekinderen redenen om hun land te ontvluchten? Enkunnen ze nu na al die tijd nog wel veilig terug?Hoe gaan de lokale gemeenschap en de machthebbersze opvangen in hun land van herkomst?Hebben ze na hun verblijf hier nog wel de nodigekennis en vaardigheden om in hun land vanherkomst weer aansluiting te vinden en een toekomstuit te bouwen?Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt om bijeen aanvraag tot asiel of subsidiaire beschermingaltijd de situatie van de kinderen te bekijken, ookal kwamen die hier onder begeleiding van hunouders aan. Ook bij een beslissing tot uitwijzingmoeten de belangen van de kinderen uitdrukkelijkafgewogen worden, rekening houdend metde duur van hun verblijf hier en de mate waarinze weer aansluiting kunnen vinden bij de lokalegemeenschap en bij de onderwijs- en anderevoorzieningen die van belang zijn om in hun landvan herkomst een toekomst uit te bouwen.


Deel 3: Waar knelt het? 57Hfst 2: Rechten van kinderen op de vluchtRecht op samenleven metoudersArtikel 9 van het kinderrechtenverdrag waarborgthet recht van kinderen om met hun ouderssamen te leven. Voor kinderen op de vluchthoudt dat recht in, dat hun gezin niet gescheidenwordt. In principe worden gezinnen hier ook nietgescheiden, behalve als een van de ouders strafbarefeiten pleegde (feiten tegen de openbareorde). Daaronder vallen ook lichtere feiten, zoalsdiefstallen om te voorzien in het eigen levensonderhouden dat van het eigen gezin, of het gebruikvan valse papieren.Vader uitgezet – moeder en kinderenblijvenMonica is nu 28. Ze was 14 toen ze hier aankwam.Haar man, de vader van hun vier kinderen tussen1 en 9 jaar, kreeg in tegenstelling tot zijzelf en dekinderen nooit verblijfsrecht. Hij heeft hier welde laatste elf jaar samen met het gezin gewoond.Hij werd ooit veroordeeld tot lichtere straffen dienooit uitgevoerd werden. Door die inbreuken enomdat hij ‘bevelen tot het verlaten van het grondgebied’negeerde, kreeg hij voor jaren het verbodom België binnen te komen.Bij een controle werd de man opgepakt, ondergebrachtin een gesloten centrum van de DienstVreemdelingenzaken en het land uitgezet. De advocaatlaat weten dat dat nu onherroepelijk is. Eris geen enkele juridische weg meer om de uitwijzingte voorkomen. Monica is radeloos, de kinderenvragen naar hun vader, er is geen perspectief.Bovenop de uitwijzing krijgt de vader acht jaarinreisverbod. Dat betekent dat hij vanuit zijn landvan oorsprong geen gezinshereniging meer kanvragen. Hij moet eerst dat inreisverbod ongedaanzien te maken en kan pas dan de procedure voorgezinshereniging starten. Hoe oud zullen de kinderenzijn als dat allemaal rond is?Monica zelf werkt als bejaardenhelpster in eenverzorgingsinstelling en kan dus wel instaan voorde kinderen, maar mist nu wel de steun van haarman.Welke mogelijkheden zijn er om het recht van dekinderen op contact met hun vader te verzoenenmet het principe dat inbreuken op de openbareorde leiden tot uitzetting en verbod om het landweer binnen te komen? Moet het kind dan opnieuwaan het kortste eind trekken? Het heefttoch recht op contact met zijn ouders?Verscheurende keuzeOuders die met hun kinderen op de vlucht zijn,staan soms voor een verscheurende keuze: samenblijvenals gezin (met weinig kans om verblijfsrechtte krijgen) of de kinderen (of één kind)alvast laten vertrekken naar een land dat ze wellichteen veiliger en betere toekomst kan bieden.Ook in politieke discussies krijgt deze kwestieregelmatig aandacht. De optie die het beleid vandaagneemt, is dat ouders die hun kinderen vooropsturen, daarvoor niet beloond mogen wordendoor ze een perspectief op gezinshereniging inBelgië te bieden. Maar soms liggen de zaken tochcomplexer dan dat.Afghaans meisje ‘terug’ naar Griekenland?Op het einde van de zomer zet een smokkelaarHidi af voor de deur van de DienstVreemdelingenzaken. Het meisje is amper 6 jaar.Haar ouders en haar nog jongere zusje en broertjezijn in Griekenland. Het gezin had daar asielgevraagd, maar hun vraag werd niet behandeld.De ouders gaven het meisje in Griekenland aanals vermist. De reis van Hidi van Griekenland naarBelgië bleek meer dan een maand te duren. Deomstandigheden waarin het kind reisde zijn onduidelijk,maar echt geruststellend lijkt het niet tezijn. Zo klaagt het kind dat haar begeleider haarsloeg. De Dienst Vreemdelingenzaken liet al snelna de aankomst van Hidi weten dat ze in haarbelang zo vlug mogelijk herenigd moest wordenmet haar ouders, maar meteen ook dat het gezinniet naar België kon komen. Vreemdelingenzakenvoerde aan dat zoiets toelaten alleen maar kindersmokkelnaar West-Europa zou stimuleren.De familie van Hidi sloot de terugkeer van hetmeisje naar Griekenland uit, vanwege de mensonwaardigeen onveilige situatie daar.De voogd, de advocaat en de hulpverlenerszetten alles in het werk om het meisje inBelgië te herenigen met haar ouders. Ook het


58 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 2: Rechten van kinderen op de vlucht<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> schreef daarvoornaar de Dienst Vreemdelingenzaken. Maar diebleef bij zijn eerder ingenomen standpunt, ondanksde mogelijkheid van de ‘humanitaire clausule’(artikel 15 van de toen nog geldende DublinII-verordening). Probleem was ook dat de Griekseautoriteiten geen enkele actieve rol speelden inde zaak. Pas eind november hebben de Griekseautoriteiten België gevraagd om de asielaanvraagover te nemen.Omdat Hidi onmogelijk kon terugkeren naarGriekenland, bleef ze in België als niet-begeleideminderjarige. Met haar voogd startte ze hiereen asielprocedure. Eind november erkende hetCommissariaat-Generaal voor Vluchtelingen enStaatlozen haar dan toch als vluchteling. Datbetekent dat vanaf dan de ouders het recht haddeneen visum voor gezinshereniging aan te vragen.Omdat de Dienst Vreemdelingenzaken zesmaanden tijd heeft om zich daarover uit te spreken,schreef het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>die dienst opnieuw aan, om erop aan te dringenhet meisje zo vlug mogelijk te herenigen methaar ouders. In mei konden de ouders vanuitGriekenland naar België komen.Er loopt nu een nieuwe asielprocedure voor hethele gezin. Omdat Hidi al asiel kreeg, verwachtenwe dat dat ook voor de rest van de familie in ordekomt. Maar zekerheid is er daarover niet. Als deouders geen erkenning als vluchteling krijgen,vervalt ook het vluchtelingenstatuut van Hidi.Als kinderen van hun ouders gescheiden wordentijdens hun vlucht, waardoor zij apartin verschillende landen verblijven, pleit het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> ervoor dat de betrokkenlanden zo vlug mogelijk alles regelen omhet gezin te herenigen. Kinderen kunnen niet tegenhun wil gescheiden worden van hun ouders,behalve als dat in het belang is van het kind (artikel9 van het kinderrechtenverdrag). Aanvragenvoor gezinshereniging moeten bovendien met‘welwillendheid, menselijkheid en spoed’ behandeldworden (artikel 10). Volgens ons werden inde situatie van Hidi deze twee rechten geschonden.Ook onze Nederlandse collega’s besteeddenafgelopen jaar veel aandacht aan problemen ophet vlak van gezinshereniging. Op basis van eenuitgebreide dossierstudie stelde de Nederlandsekinderombudsman vast dat ook in Nederlandvaak te weinig rekening gehouden wordt met derechten van kinderen.Nhttp://www.dekinderombudsman.nl/ul/cms/fckuploaded/GezinsherenigingDEFwebversie.pdfNWat de situatie van Hidi en haar gezin extra moeilijkmaakte, was de bijzonder slechte opvang inGriekenland. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>pleit ervoor om in die gevallen het gezin te herenigenin het land dat goede opvang van het kindkan waarborgen. In het geval van Hidi is dat momenteelniet in Griekenland. Het Europees Hofvoor de Rechten van de Mens oordeelde in 2011dat Europese landen geen asielzoekers mogen terugsturennaar Griekenland, omdat Griekenlandde asielprocedure niet op orde had, en daardoorde rechten van de asielzoekers schond (EuropeesHof voor de Rechten van de Mens, M.S.S. tegenBelgië en Griekenland, 21 januari 2011).Jongeren die niet mee terugwillenSoms aanvaarden de ouders wel een terugkeer,maar zien hun tienerkinderen dat niet zitten.Caspar wil absoluut niet terug naar IranOp maandag 20 mei verschijnt de 15-jarigeCaspar niet op school. Caspar is een Iraanse jongenen woonde toen met zijn familie 4,5 jaar inBelgië. Het gezin kreeg nooit asiel. De vader hadde week ervoor afscheid genomen van de schoolen bedankt voor de goede zorgen. Hij had beslotenom met zijn gezin terug te keren naar Iranomdat de situatie voor het gezin compleet perspectiefloosgeworden was. De school weet datCaspar absoluut niet terug wil naar Iran en hierzeker zijn secundaire school wil afmaken. Deschool is bezorgd over het lot van Caspar, vanwie ze niets meer hoorden.Binnenkort 18 en uitgewezen?Kamal (17) kwam 14 jaar geleden (!) met zijn vaderen oudere broers uit Jordanië in België aan.Zijn vader kon verblijfsrecht krijgen op basis vanfoutieve identiteitsgegevens: hij had Irak opgegevenals land van oorsprong. Dat kwam vorig jaaraan het licht, waarop de vader en dus ook Kamalhun verblijfsrecht verloren.


Deel 3: Waar knelt het? 59Hfst 2: Rechten van kinderen op de vluchtEen vraag tot regularisatie om humanitaire redenenwerd geweigerd. Kamals vader keerde metzijn vijfjarige zoontje terug naar Jordanië. Kamalbesloot in te trekken bij een vriend, in een onderkomendat eigenlijk niet bewoonbaar is. Kamalheeft nu het statuut van niet-begeleide buitenlandseminderjarige en kan tot zijn 18e verjaardagniet uitgewezen worden. Hij wordt nog ditjaar 18.Schooldirecties, leerkrachten en hulpverlenersvragen zich af hoe ze die jongeren kunnen helpen.Heel vaak willen die jongeren toch minstenshun al begonnen opleiding nog kunnen afmaken.Voor de jongeren is dat een belangrijke reden omhun ouders niet te volgen bij hun terugkeer. Wekomen er verder nog op terug.Recht op materiële opvangTijdens de asielprocedure hebben asielzoekersen hun kinderen recht op materiële opvang. Datgebeurt eerst in een collectieve opvangstructuurvan Fedasil of van het Rode Kruis en daarna– als de asielzoeker dat wil – in een individueleopvangplaats. Als gezinnen met kinderen uitgeprocedeerdzijn, worden ze sinds mei <strong>2013</strong> opgevangenin het Open Terugkeercentrum (OTC)in Holsbeek. Daar worden ze begeleid naar vrijwilligeterugkeer, normaal binnen 30 dagen. Luktdat terugkeertraject niet, dan gaat het gezin inprincipe naar een open woonunit, een terugkeerwoningwaar het woont terwijl de DienstVreemdelingzaken de effectieve terugkeer voorbereidt.In die hele periode kunnen nog stappengezet worden die leiden tot een wettig verblijf.Maar natuurlijk zijn er ook gezinnen die zich nade afwijzing van hun aanvraag aan de terugkeerprocedureonttrekken en onderduiken. De kinderenverzeilen dan in een bijzonder precaire situatie.Als ze al niet op straat moeten leven, komenze in onaangepaste opvangstructuren terecht.De Klachtenlijn vangt daarover heel verontrustendesignalen op.Kinderen in de daklozenopvangGzifa vluchtte met haar moeder van Afghanistannaar Iran, vandaar naar Griekenland, en ten slottenaar België, waar ze nu ongeveer twee jaar wonen.Het meisje was 15 toen ze in België aankwam.Eerst woonde ze in een lokaal opvanginitiatief.Haar asielaanvraag werd afgewezen en ze werdmet haar moeder aan de deur gezet. Ze trokkennaar een andere stad in Vlaanderen. De coördinatorvan een onthaalklas in die stad nam contact opmet het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> om de situatievan het meisje te melden. Er was geen opvangvoor Gzifa. Het meisje leefde op straat, sliep in eenpark of in het station. Ze ging wel elke dag naarschool, wat voor haar ook een zekere opvang betekende,onder andere omdat ze er te eten kreeg.Uiteindelijk kon ze in de koudste wintermaandensamen met haar moeder opvang krijgen, maar danalleen ’s nachts, in het kader van daklozenzorg.De verantwoordelijke van het centrum wees ophet onverantwoorde en de onveiligheid van desituatie. Het meisje bracht er de nachten door ineen centrum met een honderdtal dakloze volwassenmannen en een tiental vrouwen, met wie ookGzifa de kamer deelde. Tot de laatste week voorhet winteropvangcentrum dicht ging, was er geenduidelijkheid waar Gzifa naartoe kon. Uiteindelijkkon ze in een lokaal opvanginitiatief opgenomenworden en onderzoekt het OCMW de aanvraag.Hulpverleners steunen Gzifa en haar moeder verderbij hun derde poging tot regularisatie.Recht op psychologische,medische en sociale zorgDe Belgische regelgeving voorziet in medische,psychologische en sociale hulp aan asielzoekers.Die hulp is er ook voor gezinnen met kinderen diein de terugkeerprocedure zitten (in OTC Holsbeekof in een van de terugkeerwoningen). Wie onwettigin België woont en behoeftig is, kan nog altijd rekenenop dringende medische hulp. In dat laatstegeval betaalt de federale overheid via het OCMWde kosten.


60 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 2: Rechten van kinderen op de vluchtaPsychologische hulp nodigMedische zorg nodigKinderen op de vlucht kunnen in principe een beroepdoen op ruimere maatschappelijke dienstverleningdan dringende medische hulp, wat ookhun statuut is. Sinds <strong>2012</strong> dienen er zich door eengewijzigde regelgeving wel specifieke problemenaan voor sommige categorieën, waarover verdermeer. Maar ook voor kinderen die volgens deBelgische regelgeving toegang hebben tot medischezorg, blijft de situatie vaak problematisch.NGrondwettelijk NHof nr. 106/2003,22 juli 2003, B.6.7-B.7.7.Ziekmakende leefsituatieEen Rwandese mama kwam vier jaar geleden methaar dochtertje van 5 aan in België. Na drie jaarwerd ze uitgewezen, maar ze gaf geen gevolgaan de uitwijzing. We zijn nu een jaar verder. Hoeverloopt het nu? De vrouw die mama met haardochtertje van ondertussen 9 jaar bijstaat, vertelt:‘Zoals heel wat uitgewezen mensen is mamaniet teruggekeerd naar Rwanda. Ze leven dus nogaltijd 'onder de radar' en verhuizen van hier naardaar. Vandaag nog zijn we bij de kinderarts geweestomdat Obi de laatste tijd veel last heeft vanspasmen in de darmen. De kinderarts was heelbegripvol en luisterde naar hun verhaal. Ze is erbijna zeker van dat de problemen een gevolg zijnvan stress. Toch is Obi een heel vrolijk en lief kindmaar de laatste tijd beseft ze zelf natuurlijk meeren meer in welke situatie ze verkeren. We proberenze op allerlei manieren te ondersteunen.’Kinderen en jongeren die een geschiedenis vanvluchten achter de rug hebben, houden daar vaaktrauma’s aan over. Vaak hebben ze in hun landvan herkomst of op weg naar hier verschrikkelijkedingen meegemaakt. De psychische gevolgendaarvan houden niet vanzelf op als ze hier eenwettige verblijfsstatus krijgen. Ook die kinderenblijven psychologische hulp nodig hebben. Maarvoor wie te maken krijgt met een lang aanslependeprocedure en uiteindelijk in een onwettige verblijfssituatieverzeild raakt, maakt de verblijfssituatiehier de zaken vaak nog een flink stuk erger.Kinderen en jongeren op de vlucht zitten met specifiekehulpvragen. De weinige hulpverleners diezich daar op toeleggen, worden overstelpt metdoorverwijzingen vanwege collega-psychologen.De problematiek van deze kinderen en jongerenis complex. Naast de verwerking van de trauma’sin hun land van herkomst of op weg naar hier, iser ook de migratie op zich. Migreren gaat vaakgepaard met gevoelens van ontreddering en vragenover de eigen identiteit. Daarbovenop komtvaak nog de onzekerheid over hun lot en destress van hun extra verantwoordelijkheden inhet gezin. Als ze zien dat hun ouders ook lijdenonder die onzekerheid, willen ze hun ouders vaakzoveel mogelijk ontzien. Dus houden ze hun eigenvragen en angsten voor zich. Als vader ofmoeder er dan volledig onderdoor gaat, mag hetniet verwonderen als het met de kinderen ooksnel bergaf gaat.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt om te investerenin opleiding en bijscholing van psychologenom hulp te kunnen bieden aan kinderen enjongeren die door hun situatie als vluchteling enmigrant psychologische begeleiding nodig hebben.Zelfmoordpoging na verworpen asielaanvraagYana en Vica zijn 6 en 8 als de schooldirecteurin november aan de alarmbel trekt. De meisjeshadden ook vorig schooljaar al bij hem schoolgelopen. Zij wonen met hun mama in een lokaalopvanginitiatief. Toen de mama het bericht kreegdat haar asielaanvraag verworpen werd, deed zeeen zelfmoordpoging. Ze moest naar het ziekenhuisen de kinderen gingen naar een Centrumvoor Kinderzorg en Gezinsondersteuning vanKind en Gezin in afwachting van de opvang vanmoeder en kinderen in een voorziening vanFedasil in een andere stad. Het opvanginitiatiefwaar ze eerst waren, had te kennen gegeven datze de moeder na haar ontslag uit het ziekenhuisniet meer opnieuw konden opnemen. Na eenpaar dagen verlaat moeder het ziekenhuis enkrijgt ze een treinticket richting Brussel waar zemet de kinderen opgevangen zou worden in eencentrum. De mama weigert dat uit schrik teruggestuurdte worden naar Albanië. Als ze de kinderengaat afhalen, geeft de school de kinderen


Deel 3: Waar knelt het? 61Hfst 2: Rechten van kinderen op de vluchtniet mee omdat de moeder totaal ontredderdlijkt te zijn, de kinderen bang zijn en het voor deschool niet duidelijk is waar moeder met de kinderennaartoe zou gaan. Een leerkracht vangt dekinderen een nacht op, waarna ze, na een moeilijkediscussie, voor het weekend weer opgenomenworden in het Centrum voor Kinderzorg enGezinsondersteuning. Na het weekend brengt eenhulpverlener de kinderen terug naar hun moeder,die ondertussen onderdak vond bij een kennis.Het gezin blijft daar maar kort en duikt daarnaweer onder. Vanuit hun nieuwe, onduidelijke verblijfplaatsblijven de kinderen wel naar schoolgaan. De school stelt vast dat de spontane, levendigekinderen van weleer sindsdien gesloten zijnen een depressieve indruk maken. Omdat ze zichernstig zorgen maken over het psychisch welzijnvan de kinderen, worden er afspraken gemaaktmet het CAW. De moeder komt naar een eersteafspraak maar daarna haakt ze af en komen dekinderen ook niet meer naar school. Sindsdienheeft niemand nog nieuws over waar de kinderenen hun moeder wonen. Voor zover de schoolkon nagaan bij de vreemdelingenpolitie, zijn zenog altijd in België en zouden de kinderen nietingeschreven zijn in een andere school.Voor kinderen en hun familie op de vlucht zijner soms crisissituaties. De Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> merkt uit de klachtendat er niet altijd genoeg opvolging is voorhet gezin en de situatie. Ook de ambulante crisishulpis te beperkt. Daardoor komt het welzijnvan de kinderen soms in het gedrang. Daaromvraagt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> aan deoverheid om te zorgen voor sterkere en beter uitgebouwdecrisishulp voor gezinnen op de vluchtdie met psychische problemen kampen. Die hulpmag niet afhankelijk zijn van het verblijfsstatuutvan de gezinsleden.Recht op onderwijsDe Klachtenlijn krijgt regelmatig vragen vanscholen die met zo’n uitwijzing geconfronteerdworden. Soms gaat het om kinderen die hier alverschillende jaren op school zijn. Hun vraag ismeestal of ze nog iets kunnen doen.School maakt het verschilEen Russisch meisje van 20 jaar zit in haar zesdejaar sociaal technische wetenschappen. Zewas op het einde van het lager onderwijs naarBelgië gekomen en heeft de zes jaren secundaironderwijs vlekkeloos doorlopen. Ze stond op hetpunt haar einddiploma te halen. Na de paasvakantiewordt het gezin overgebracht naar hetgesloten centrum in Steenokkerzeel, in afwachtingvan hun uitwijzing. De school wil minstenshet meisje de kans geven haar diploma te halen.Uiteindelijk kwam er een akkoord met de DienstVreemdelingenzaken uit de bus dat het meisje totna de examens opgevangen kon worden in eeninternaat en in de weekends in een opvanggezin.In afwachting woonde de mama wel verder in hetgesloten centrum. Het meisje kon haar examensafwerken en haalde haar diploma. Het gezin keerdedaarna terug in het kader van het traject ‘vrijwilligeterugkeer’.Federaal versus Vlaamsbeleid?Voor veel kinderen en jongeren op de vlucht isterugkeer naar het land van herkomst de meestwaarschijnlijke uitkomst. Toch anticipeert hetonderwijsaanbod voor die kinderen en jongerendaar nauwelijks op. Het onderwijsaanbod is eenzijdiggericht op integratie in de Vlaamse samenleving.Er lijkt zich daar toch een tegenstrijdigheidaf te tekenen tussen het federale beleid – datvan vrijwillige terugkeer een speerpunt maakt –en het Vlaamse beleid.Schoolgaan kan het leven van kinderen en jongerenop de vlucht weer wat normaliseren. Ook hunontwikkeling krijgt weer de stimulansen en ondersteuningwaar ze recht op hebben. Onderwijsis voor kinderen en jongeren op de vlucht dusin verschillende opzichten van belang. Een uitwijzingkan dat positieve effect abrupt afbreken.


62 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 2: Rechten van kinderen op de vluchtGroot verschil met MarokkoIk woon al in België sinds ik 10 jaar ben. Doorhun moeilijke leefomstandigheden hadden mijnouders me toevertrouwd aan mijn oom en tante.Mijn aanpassing in België liep moeilijk. Het verschilmet Marokko is groot. Dat had ook gevolgenvoor de relatie met mijn oom en tante. Daardoorben ik in een opvangcentrum voor minderjarigengeplaatst. Mijn verblijfskaart is ondertussen aldrie keer verlengd maar vorig jaar werd beslistdat ik terug moet naar Marokko. Ik word binnenkort18. Ik vind dit een schending van mijn mensenrechten.Ik ben naar Belgische normen opgegroeiden mijn identiteit is hier gevormd. Ik wil inBelgië blijven leven.Nederlandstalig onderwijs als voorbereidingop Marokko?Mijn kinderen (15 en 12) volgen nu al acht jaarNederlandstalig onderwijs. Wij hebben een regularisatieaangevraagd maar ik ben bang dat hetadvies negatief zal zijn. Mijn kinderen kennenMarokko niet en willen in België blijven. Kan het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> helpen?Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt om inhet onderwijsaanbod vanuit een tweesporenbeleidte werken voor kinderen en jongeren voorwie terugkeer een waarschijnlijke uitkomst is:met oog voor integratie in de Vlaamse samenlevingenerzijds én met oog op re-integratie in hunland van herkomst. Dat veronderstelt dat de bandmet het land en de cultuur van herkomst en dekennis van hun moedertaal onderhouden en versterktwordt. Het is niet aanvaardbaar kinderenonvoorbereid terug te sturen naar een land waarze vaak geen of nauwelijks nog affiniteit meehebben. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagtdat de federale en de Vlaamse overheden daaroveroverleggen en zoeken naar een creatieveinzet van de beschikbare middelen en bronnen.Hier zeven of acht jaar wonen is al behoorlijklang om kinderen dan nog terug te sturen. Tochgebeurt het hier vaak genoeg dat zelfs bij zo’nlang verblijf verplichte terugkeer als een zwaardvan Damocles boven de hoofden van de kinderenhangt. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagtom kinderen en jongeren op de vlucht vanaf eenzekere verblijfsduur in België hun opleiding telaten afmaken. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>sluit zich aan bij een gelijkaardige oproep vanuithet middenveld in de migratie-, jeugdhulp- en onderwijssectoren.Door hun opleiding af te maken,kunnen die kinderen en jongeren hun toekomsteen veel steviger basis geven dan nu, waar dietoekomst ook vorm zal krijgen.2.2.Specifieke problemen bijbijzondere groepenVoor bepaalde categorieën van kinderen op devlucht rijzen er specifieke problemen.Niet-begeleide minderjarigenvan buiten de EuropeseEconomische Ruimte (EER)Niet-begeleide minderjarige derdelanders (minderjarigendie niet uit de Europese EconomischeRuimte komen) die een asielaanvraag indienen,worden opgevangen door Fedasil in specialevleugels voor minderjarigen in de opvangcentraof in specifieke lokale opvanginitiatievenvoor minderjarigen. Niet-begeleide buitenlandseminderjarigen die geen asielaanvraag ingediendhebben, worden in principe opgevangen doorde gemeenschappen. Als het aanbod van de gemeenschappenvolzet is, worden zij opgevangenin de opvangstructuren voor niet-begeleideasielzoekers. Soms komen niet-begeleide buitenlandseminderjarigen in aanmerking voor maatschappelijkedienstverlening van het OCMW. Datis onder andere het geval als zij tijdelijk verblijfsrechtkrijgen als minderjarige (A-kaart) of als zijals asielzoeker een beslissing van niet-toewijzingkrijgen. Maar daar loopt het soms mis. Zoals vorigjaar moeten we ook nu weer vaststellen dater OCMW’s zijn die voor deze jongeren financieelniet tussenbeide komen. De organisaties die dejongeren begeleiden, moeten dan een juridischeslag leveren voor de arbeidsrechtbank. Halen zegelijk, dan gebeurt het dat het OCMW beroepaantekent bij het Arbeidshof.Door bemiddeling probeert het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>die juridische gevechtente voorkomen.


Deel 3: Waar knelt het? 63Hfst 2: Rechten van kinderen op de vluchtNiet-Belgische kinderen uitde EERDe Belgische wetgever gaat ervan uit dat deverblijfssituatie van EER-burgers minder precairis dan van burgers uit ‘derde landen’. Er is vrijverkeer van personen en in de Schengenzone (demeeste EER-landen en Zwitserland) zijn de binnengrenscontrolesafgeschaft. De hele regelgevingvoor vluchtelingen is vooral afgestemd oppersonen van die derde landen. Dat maakt datmensen zonder papieren van binnen de EER somstussen de mazen van het net vallen. Dat geldt zowelvoor niet-begeleide minderjarigen als voorkinderen die hier met hun ouders zijn.Niet-begeleide minderjarigenuit de EERIn de voogdijwet van 2002 zit geen specifiekevoogdijregeling voor niet-begeleide minderjarigenuit de EER-zone. Toch bleken de jongste jarenheel wat Roemeense en Bulgaarse kinderenen jongeren hier in een precaire leefsituatie televen. In <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> kreeg de Klachtenlijn geenspecifieke klachten over die twee groepen. Maarhelemaal geruststellend is dat toch niet. De leefomstandighedenvan Romakinderen zonder verblijfsstatuutzijn heel onduidelijk. Die kinderenwonen met of zonder familie in kraakpanden ofop straat. Zijn ze werkelijk ‘vergezeld van hunouders’?Romakinderen overnachten in stationAls lid van de spoorwegpolitie Brussel word ikelke week geconfronteerd met kinderen die denacht doorbrengen in de stations. Daar zijn ookveel leerplichtige kinderen bij, meestal Roma.Naar aanleiding van eerdere signalen boog het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> zich over de vraag:is het een oplossing de voogdijregeling te veralgemenentot Europese jongeren? We overlegdendaarover met de Dienst Voogdij en met vertegenwoordigersvan de kabinetten van staatssecretarisvoor Asiel en Migratie Maggie De Block en vanJustitieminister Annemie Turtelboom. Vandaagzijn er geen plannen om de voogdijregeling teveralgemenen naar niet-begeleide minderjarigenuit de EER. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> steltvast dat de problematiek niet zo eenvoudig isen beraadt zich verder. Onlangs oordeelde hetGrondwettelijk Hof dat een gebrek aan wetsbepalingendie het statuut van de niet-begeleidebuitenlandse minderjarigen uit een lidstaat vande EER verduidelijken, discriminerend is. HetGrondwettelijk Hof verwijst naar de wetgever dieeen beschermingsregeling voor deze specifiekegroep zou moeten uitwerken, die rekening houdtmet het EU-recht.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt om deproblematiek van niet-begeleide Europese kinderenen jongeren in kwetsbare toestand te onderzoeken,zodat we een zicht krijgen over hoeveelkinderen en jongeren het gaat, wat hun behoeftenzijn en hoe we daaraan het best kunnen tegemoetkomen.Voor niet-begeleide Europese jongeren moethet principe van het vrije verkeer van personengevrijwaard worden. Met name moeten we vermijdendat Europese jongeren die als zomersetoerist of festivalganger naar België komen, voorhet minste (papieren kwijt) verzeild raken in eenloodzware beschermingsprocedure.Kinderen met ouders uit deEERVanuit Gent kregen we een signaal over de precairesituatie van veel kinderen van ‘nieuwe EUburgers’sinds ongeveer een jaar. Doordat hunouders niet in orde zijn met hun papieren, vallendie kinderen zonder gezondheidszorg. De brugfigurenuit Gentse basisscholen trokken het eerstaan de bel. Hun signaal werd bevestigd door ziekenhuizen,wijkgezondheidscentra, de integratiedienst,vrijwilligersorganisaties, Kind en Gezin enanderen. Een en ander heeft te maken met eenaanpassing in de regelgeving in <strong>2012</strong>.Unieburgers die zich in België willen vestigen,krijgen drie maanden tijd om een bewijs van arbeid(of van voldoende bestaansmiddelen en eenziekteverzekering) voor te leggen. Kunnen ze datniet, dan wordt hun verblijfsaanvraag verworpen.Na een maand krijgen ze dan het bevel hetgrondgebied te verlaten.


64 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 2: Rechten van kinderen op de vluchtSinds <strong>2012</strong> hebben Unieburgers de eerste driemaanden van hun verblijf (vanaf het moment datze een inschrijving in het vreemdelingenregisteraangevraagd hebben) geen recht meer op maatschappelijkedienstverlening van het OCMW. Zekunnen dus niet op het OCMW terugvallen voormedische kosten. Voor wie werk zoekt, geldt dateventueel nog langer, namelijk tot ze werk gevondenhebben. Werkzoekenden kunnen tot zolangook hier niet aansluiten bij een ziekenfonds.Maar omdat veel van die mensen ook in hun landvan herkomst niet meer geldig aangesloten zijn,moeten ze zelf opdraaien voor alle medische kosten.Omdat ze dat niet kunnen betalen, gaan zevaak niet naar de dokter.Voor de kinderen betekent dat, dat indirect ookhun recht op onderwijs aangetast wordt. Om dekinderen toch de nodige medische zorg te bieden,zijn allerlei sociale geëngageerde organisaties,waaronder ook scholen, tot nu toe in de bresgesprongen. En bij de wijkgezondheidscentra enziekenhuizen blijven facturen onbetaald. Zo kanhet natuurlijk niet verder.Voor niet-begeleide minderjarigen is er een veelgunstiger regeling. Die kunnen, ongeacht hunverblijfsstatuut, toetreden tot de Belgische ziekteverzekering.De enige voorwaarde is dat zedrie opeenvolgende maanden naar school gaanof aangemeld zijn bij Kind en Gezin (of bij deFranstalige tegenhanger ONE). Sommige leerlingenkrijgen vrijstelling van de schoolplicht. Dieregeling veralgemenen naar alle buitenlandseminderjarigen zou een oplossing kunnen zijnvoor het probleem van kinderen van ‘nieuwe EUburgers’.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> stelt dat kinderenaltijd de nodige medische zorg moetenkunnen krijgen, ongeacht het verblijfsstatuutvan hun ouders. De regeling die nu geldt voorniet-begeleide buitenlandse minderjarigen moetook gelden voor kinderen die met hun ouders inBelgië wonen.2.3.TerugkeerBezoek aan het OpenTerugkeercentrum in HolsbeekOp 19 juni bracht de kinderrechtencommissarissamen met de Délégué Général aux droits del’enfant een bezoek aan het OTC in Holsbeek.In dat OTC kunnen kinderen en jongeren in principedertig dagen blijven. Toch is het aanbod erwel erg beperkt. Dat is vreemd voor een OTC datspeciaal opgezet is voor gezinnen met kinderen.De infrastructuur van het voormalige Formule1-hotel is niet bepaald optimaal om kinderen opte vangen. De kamers zijn klein en vooral binnenis de speelruimte erg beperkt. Het bevreemdtook dat er voor de kinderen geen begeleiding is.Omdat de ouders wellicht toch vooral bezig zijnmet vragen over hun terugkeer en praktische beslommeringendie zo’n terugkeer met zich meebrengt,kunnen we ons voorstellen dat ‘de kinderenbezighouden’ voor die ouders niet altijd deeerste prioriteit is.Meer fundamenteel (en dus los van concretekwesties over infrastructuur en begeleidingsaanbod)rijst de vraag of voor de organisatievan vrijwillige terugkeer de hotelformule wel hetmeest aangewezen is. Welke voordelen biedt dieformule tegenover begeleiding ‘aan huis’, voorgezinnen die op het moment van de definitieveuitwijzing een onderkomen hebben?Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> benadrukt hetbelang van een stabiele en veilige omgeving voorkinderen wanneer dan toch beslist wordt dat zeuitgewezen worden.


Deel 3: Waar knelt het? 65Hfst 2: Rechten van kinderen op de vluchtBeter af in een terugkeerwoning?Een Russisch-Afghaans gezin met vijf kinderentussen 1 en 12 jaar, woont 3,5 jaar in Kortrijk,waar het goed geïntegreerd is. De kinderen lopener school. Het jongste kind is trouwens in Kortrijkgeboren. Alle pogingen om tot een legaal verblijfte komen mislukken. Het gezin wordt uitgewezen.De OCMW-hulpverlening in Kortrijk stopt(volgens het boekje). Het gezin zegt niet terug tekunnen naar Afghanistan of Rusland. Toch wordenze doorverwezen naar het OTC in Holsbeeken daar gaan ze op in. Het vrijwillig terugkeertrajectmislukt. Het gezin wordt overgeplaatst naareen terugkeerwoning in Zulte in het kader vangedwongen terugkeer.Die laatste overplaatsing wordt door het gezinals positief ervaren omdat er nu weer een fatsoenlijkehuisvesting is voor een gezin met vijfkinderen.Wellicht is het te vroeg om de resultaten vande vrijwillige terugkeertrajecten vanuit het OTCte evalueren. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>vindt dat er twee voorwaarden zijn om te kunnenspreken van een ‘succesvol uitwijzingsbeleid’:■■Dat bij de behandeling van de asielvraag allerechten van de kinderen geëerbiedigd werden■■En dat bij de uitwijzing de belangen van hetkind ernstig afgewogen werden.Vertrekken zonder kinderen?Extreem schrijnend zijn situaties waarin oudersvrijwillig vertrekken en hun kinderenachterlaten in de hoop dat ze hun kinderenzo een betere toekomst verzekeren. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> krijgt meldingenvan hulpverleners dat ouders van uitgeprocedeerdegezinnen aankondigen dat ze uit Belgiëgaan vertrekken zonder hun kinderen.Zorgzame moeder, maar ten einde raadEen bericht uit een OCMW: ‘Volgende woensdagom 10 uur wordt een alleenstaande moeder uitAngola met haar drie kinderen tussen 2 en 10 jaaruit haar appartement (lokaal opvanginitiatief) gezetdoor een gerechtsdeurwaarder. Beleidsmatigen juridisch is alles in orde. De vrouw is vollediguitgeprocedeerd en weigert naar een terugkeerplaatste gaan. Zij weigert pertinent terug tekeren naar Angola omdat zij denkt dat ze daarin de gevangenis terechtkomt en er niemand isom voor haar kinderen te zorgen. Zij heeft verschillendekeren gedreigd (en de sociale dienstis geneigd het te geloven) haar kinderen achterte laten en zelf rond te zwerven. Versta me nietverkeerd, deze vrouw is een zorgzame en goedemoeder, maar ze is ten einde raad.’Uiteindelijk trok de moeder met haar drie kinderennaar het Open Terugkeercentrum (OTC) inHolsbeek. Maar een verblijf in het OTC is bedoeldvoor uitgeprocedeerden met kinderen die kiezenvoor vrijwillige terugkeer naar het land van oorsprong.Uit het OCMW-bericht blijkt dat vrijwilligterugkeren niet bepaald de bedoeling van demoeder was.Je kinderen achterlaten is voor ouders wellichtde meest dramatische beslissing die je ooit kuntnemen. Het is een beslissing die alleen te begrijpenis als je aanneemt dat het in de ogen vande ouders om het minste van drie kwaden gaat.Omdat de gevolgen van de andere twee – met dekinderen terugkeren naar het land van oorsprongof de kinderen meenemen in een ongewis onderduikavontuur– in hun ogen nog veel erger zijn.Je kunt natuurlijk ook uitgaan van een andere hypothese:dat die ouders hun kinderen misbruikenom hulpverleners of overheden te chanteren. Ofook nog: dat de ouders – om allerlei begrijpelijkeredenen misschien – niet goed in staat zijn dewerkelijkheid in hun land van oorsprong correcten objectief in te schatten. Welke veronderstellingcorrect is, verschilt misschien wel van gevaltot geval. De vraag is of dat ook geldt voor deinschatting wat in het beste belang van de kinderenis.


66 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 3: Rechten bij politieoptreden3. Rechten bij politieoptreden3.1.Vragen en klachten overpolitieJongeren komen op verschillende manieren inaanraking met politie. Als slachtoffer, getuige,verdachte of dader. Ze ontmoeten politie opverschillende terreinen: op straat, op evenementen,in een voorziening en op school. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> krijgt adviesvragenover de rechten van minderjarigen bij politieoptreden.Ouders, professionals en minderjarigenvinden geen toegankelijke informatie over watkan, mag en moet.Er is maar weinig regelgeving over de relatie tussenminderjarigen en politie. Toch is het nodigde regels die wel bestaan duidelijk bekend te maken.Het is voor minderjarigen onmogelijk zichte beroepen op hun rechten als ze die niet kennen.Jongeren zitten met vragen als: Wat gebeurter met mijn verklaring? Mag ik geboeid worden?Mag de politie zonder aanleiding mijn identiteitcontroleren?SalduzwetEen jongere werd verhoord zonder advocaat.Hij wou bijstand van een advocaat maar de politieweigerde dat. Kan dat wel met de nieuweSalduzwet? De Klachtenlijn gaat na om welk soortverhoor het gaat en om welke feiten. Op basisdaarvan geeft ze aan in welke gevallen een jongererecht heeft op bijstand van een advocaat.Naast dit soort vragen krijgt de Klachtenlijnklachten over politieoptreden. Die gaan over dehouding van de politie en over geweld door politiemensenop minderjarigen. Het politieapparaatheeft een eigen klachtensysteem en -beleid, maardat is erg ondoorzichtig.ten? Het is de taak van een overheid om helder,gericht en begrijpelijk te communiceren naar deburger over alle facetten van de dienstverlening.Ook naar minderjarigen. Ook over waar je kuntklagen.De Klachtenlijn ondersteunt minderjarigen omeen klacht in te dienen bij de eerstelijnsklachtendienstin de politiezone. Ze helpt de jongere zijnverhaal op te stellen, maakt hem wegwijs in deprocedure en de verschillende klachtlijnen. Alsdat nodig is, stuurt de Klachtenlijn ook zelf eenbrief met de vraag om op de hoogte gehouden teworden van de verdere afhandeling.Minderjarige is weerbarstigMijn zoon is opgepakt wegens druggebruik endrughandel. Hij is meegenomen voor verhoor.De advocaat is daar bij gekomen maar moestal na 2 uur naar een andere afspraak. De politieis blijven verhoren tot middernacht. Mijn zoonheeft een rustpauze gevraagd. De politie weigerde.Hij heeft ook af en toe gebruik gemaaktvan zijn recht om te zwijgen. In het pv wordt dat:‘Minderjarige weigert mee te werken en is weerbarstig.’De advocaat was al weg toen het pv afwas. Mijn zoon heeft het ondertekend maar woudat de zin over weerbarstigheid eruit ging. De politieweigerde. We hebben geen kopie van het pvmeegekregen en na het verhoor is hij een nachtin de cel gebleven om daarna voor de jeugdrechterte verschijnen.HandboeienEen minderjarige cliënt van mij werd twee uurlang geboeid met de handen op de rug. Dat wasvoor het vervoer naar een time-out vanwege eenproblematische opvoedingssituatie. Toch kregenwe vooraf te horen dat hij niet geboeid zou worden.NZie N ook Comité P, <strong>Jaarverslag</strong> 2011, p. 35.www.comitep.be/NL/index.asp?ID=ReportsZo zijn er de dienst intern toezicht bij de politiezonezelf, het Comité P en de Algemene Inspectievan de politie. De onduidelijkheid kan minderjarigenafschrikken. Tot wie moeten ze zich rich-


Deel 3: Waar knelt het? 67Hfst 3: Rechten bij politieoptreden3.2.Politie en school: vriendof vijand?Veel vragen maken duidelijk dat scholen zich onzekervoelen als de politie er over de vloer komt.Ze vragen zich af welke medewerking ze moetenverlenen, of ze hun leerlingen moeten beschermen,wie op het moment van een interventie verantwoordelijkis voor de jongere, en of de politieleerlingen mag meenemen voor verhoor tijdensde schooluren. Opnieuw heel wat onduidelijkheid.Diefstal op schoolIn onze school worden we de laatste weken geconfronteerdmet diefstallen. Vermoedelijk doorenkele leerlingen. Moeten wij meewerken aan eenpolitieonderzoek? Moeten we zelf vermoedelijkedaders aangeven?Videoverhoor kleutersDe politie haalde bij ons op school twee kleutersop voor een videoverhoor. De politie bracht onspas een kwartier vooraf op de hoogte. Kan datzomaar? Wie moet de ouders verwittigen? Kunnenwe eisen dat er iemand van de school meegaatzodat de kleuters toch iemand kennen met wieze vertrouwd zijn? Moeten wij dit als school toelaten?Wie voorziet nazorg want voor kleuters ishet erg intimiderend?Alles prijsgeven?De politie nam contact met mij op. Ze vroegen degegevens van een leerling van mijn school: adres,telefoonnummer, namen van de ouders. Het zougaan om een gezin waarvan de asielaanvraag geweigerdwerd. Moet ik al die persoonsgegevenszomaar vrijgeven?Onder de indrukVandaag haalde de politie onze dochter uit deklas. Er was iets aan de hand met een vriend vanhaar en de politie vermoedde dat zij meer wist.Het is de politie zelf die de klas binnenkwam enmijn dochter meenam. Toch had de school voorgestelddat iemand van het secretariaat dat zoudoen om commotie en angst bij onze dochter tevoorkomen. De politie weigerde dat. Ik begrijpdat de politie mijn dochter dringend wou spreken,maar de manier waarop is onvoorstelbaar.Mijn dochter is 15 jaar en dit laat een enorme indrukna. Ook de school is verontwaardigd overhoe het allemaal verlopen is.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> pleit ervoor datscholen afspraken maken met de lokale politiezodat op voorhand de regels en afspraken helderzijn. Het is belangrijk dat politie en school elkaarsterrein leren kennen maar ook elkaars functie enrol leren respecteren. Dat voorkomt ongerustheiden paniek als er zich iets voordoet. Het stemt onstevreden dat sommige onderwijsnetten scholeninformeren over de ‘randvoorwaarden’ als de politieop de school komt.Bij afspraken moeten het belang en de rechtenvan de minderjarige de leidraad zijn en moet deschool een veilige plek blijven voor kinderen enjongeren. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> steltvast dat open samenwerking tussen politie enschool ook nare gevolgen kan hebben. Zo gebeurthet dat scholen drugsrazzia’s laten houdendoor de politie om achteraf uit te pakkenmet een soort label van ‘drugsvrije school’. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> roept op waakzaamte zijn voor die tendensen. Repressief optreden isniet altijd een oplossing voor die problemen. Eendegelijk uitgebouwd drugbeleid gekoppeld aanbegeleidende maatregelen is prioritair.3.3.Aandacht voor kinderenen jongerenVorig werkjaar werkte het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>samen met de Délégué général dela Communauté française aux droits de l’enfanteen advies uit met aanbevelingen om de relatietussen minderjarigen en politie te verbeteren.N NKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, Advies Jong -eren en politie: aanbevelingen voor meer toenadering(in samenwerking met Bernard DeVos, Délégué général de la Communautéfrançaise aux droits de l’enfant), 2011-<strong>2012</strong>/5,www.kinderrechtencommissariaat.be — Adviezenen Standpunten


68 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 3: Rechten bij politieoptredenDit werkjaar gingen we hier verder mee aan de slagen in overleg. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>sprak met de commissaris-generaal van de politie,de Vaste Commissie van de Lokale Politieen Comité P. Telkens onderzochten we welke engagementenen aanbevelingen uit ons advies deverschillende partijen verder konden opnemen.We ervaren dit als een positieve samenwerkingwaarin er ruimte is om te luisteren naar elkaarsverwachtingen en mogelijkheden.Omdat er heel wat vragen leven bij professionals,ontwikkelde de Kinderrechtswinkel defolder ‘’t Zitemzo. Jeugdrecht… met minderjarigendie in contact komen met de politie’.De brochure licht verschillende thema’s toe:handboeien, identiteitscontrole en verhoor. Als<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> werkten we hiergraag aan mee door de meest voorkomendevragen en klachten over politie te bundelen eninhoudelijk feedback te geven. We hopen dat erin de toekomst zo’n folder gemaakt wordt voorkinderen en jongeren zelf. In een toegankelijketaal en vlot te raadplegen in elk politiekantoor.NKINDERRECHTSWINKEL, N‘’t Zitemzo. Jeugdrecht…met minderjarigen die in contact komenmet de politie’, <strong>2013</strong>, www.kinderrechtswinkel.beOndertussen vernamen we dat de rechercheschoolin 2014 een uitgebreide vorming rondpolitie en jongeren plant voor geïnteresseerdepolitiemensen van de jeugd- en sociale dienstenvan het hele land. Alweer een stap naar meer aandachtbij de politie voor kinderen en jongeren.Daar kunnen we alleen maar blij om zijn.


Deel 3: Waar knelt het?Hfst 4: Rechten van jongeren in detentie694. Rechten van jongeren in detentieJongeren in detentie zijn extra kwetsbaar. Daaromonderzocht het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> in2010 hoe het gesteld is met de rechten van minderjarigenin de jeugdgevangenissen en de gemeenschapsinstellingen.Sindsdien blijft het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> dit thema opvolgen.Daarom rapporteren we er ook dit jaar apart over.4.1.JeugdgevangenisTongeren4.2.Klachten geslotenopvangOok dit jaar kreeg het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>klachten van jongeren die opgesloten zijn in eengemeenschapsinstelling of jeugdgevangenis. Diemeldingen gaan vooral over het beleid, over afsprakenen sancties, en over conflicten met individueleopvoeders.In 2010 klaagden we over het gebrek aan toezichtin de jeugdgevangenis van Tongeren. Sindsvorig werkjaar komt er een maandcommissarislangs in de jeugdgevangenis, de voorzitstervan de Commissie van Toezicht die bevoegd isvoor Hasselt. Ook de kinderrechtencommissarishoudt een vinger aan de pols. Zo bezochten wehet voorbije werkjaar enkele gedetineerde jongerennaar aanleiding van signalen via onze klachtenlijn.Ondertussen werden die praktijken ookwettelijk verankerd. Bovendien is de Commissievan Toezicht van Tongeren ook bevoegd voorde ‘welzijns- of Everbergjongeren’, jongeren diebij gebrek aan plaats in de gesloten instellingin Everberg naar Tongeren gestuurd worden.De kinderrechtencommissaris heeft nu ook uitdrukkelijkhet mandaat om de minderjarigen inTongeren te bezoeken. Hetzelfde besluit beperktde maximumcapaciteit van het centrum tot 20plaatsen. Zonder meer een goede zaak.NMB N 5 november <strong>2012</strong> inzake de commissiesvan toezicht te Tongeren en Saint-Hubert, B.S.13 november <strong>2013</strong>N NKB 8 januari <strong>2013</strong> (B.S. 15 januari <strong>2013</strong>) dat hetKB van 12 november 2009 tot oprichting vaneen gesloten federaal centrum voor minderjarigendie een als misdrijf omschreven feit hebbengepleegd, wijzigtaFrustratieIk verblijf al een jaar in de gemeenschapsinstelling.Ik wil hier eindelijk eens weg. Dat begint mijhier enorm te frustreren. Daardoor heb ik vaakconflicten met een opvoedster. Die lijkt me niette begrijpen. En als ik dat wil bespreken, krijgt zijaltijd gelijk.Alsof die mij zouden gelovenIk heb een klacht over twee opvoedsters. Ik zitin een gemeenschapsinstelling. Die twee viserenmij altijd. Ik ben dat beu. Ik wil dat het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> iets doet. Ik kanhier ook melding maken maar dat is bij de directie.Alsof die mij ooit gelijk zouden geven. Ik vertrouwdat niet.Systeem ondermijnenIk wil dat het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> eenskomt kijken in de gemeenschapsinstelling. Wijmogen hier onze mening niet geven. We moetende regels volgen. Als we te veel commentaar geven,vliegen we naar onze kamer. Ze zeggen datwij hun systeem ondermijnen als we iets aanklagen.


70 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 4: Rechten van jongeren in detentieWie ziet toe wat er achter demuren gebeurt?Internationale kinderrechtenstandaarden vragenonafhankelijke en goed functionerende toezichtmechanismenbij opsluiting van minderjarigen.Concreet stellen ze dat minderjarigen in detentiemoeten kunnen rekenen op inspectie, toezichten klachtmogelijkheden. Instellingen moeten regelmatiggeïnspecteerd worden. Een toezichtsorgaanmoet de leefsituatie en de bejegening vande minderjarigen kunnen opvolgen en monitoren.En minderjarigen moeten een klacht kunnenindienen bij een onafhankelijke instantie.In 2010 zette het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>deze vragen kracht bij. In ons dossier ‘Binnens(te)buiten. Rechtswaarborgen voor minderjarigenin detentie doorgelicht’ riepen we de VlaamseRegering op om werk te maken van de rechtenvan minderjarigen in gesloten opvang. Wesuggereerden regelmatige inspecties door deZorginspectie en de Onderwijsinspectie. We vroegennaar Commissies van Toezicht. En pleittenvoor een onafhankelijk klachtenmechanisme datopenstaat voor klachten over de dagelijkse leefsituatieen bejegening.In zijn Beleidsbrief van 2011-<strong>2012</strong> kondigdeWelzijnsminister Jo Vandeurzen aan dat hij deprocedures voor klachtenbehandeling in de gemeenschapsinstellingenen in de gesloten opvangwil hertekenen.De inspectie kwam langsHet voorbije werkjaar finaliseerde de VlaamseRegering haar eerste inspectie van de gemeenschapsinstellingen.In het voorjaar van <strong>2012</strong> inspecteerdehet intern verzelfstandigd agentschapZorginspectie voor het eerst de opvoedingsafdelingenvan de gemeenschapsinstellingen van DeKempen en De Zande, en het pedagogisch teamvan het federaal detentiecentrum De Grubbe. Deinspecteurs interviewden directieleden, stafmedewerkers,begeleiders en geplaatste jongerenen vroeg ze in welke mate de rechten van de jongerengegarandeerd werden. De vragen gingenover recht op informatie en duidelijke communicatie,recht op inspraak en participatie, klachtrecht,recht op contact en recht op privacy enmenswaardige behandeling.Zorginspectie formuleerde ‘werkpunten’ en verwachtdat de voorzieningen die ter harte nemenom de rechten van de jongeren continu en systematischte respecteren. Het gaat onder andereover de behoefte aan een meer gecoördineerd enaangepast introductie- en vormingsbeleid voorde medewerkers, over jongeren en hun oudersactiever betrekken bij de hulpverlening, en overde opmaak van een procedure die neutrale, internebehandeling van klachten garandeert.NZorginspectie, NRapport Gemeenschaps instellingenen De Grubbe Inspecties april-mei <strong>2012</strong>,<strong>2012</strong>, 38 p., www.zorginspectie.beDe kinderrechtencommissaris was bij devoorstelling van het inspectierapport van deZorginspectie. Hij benadrukte het belang van degelijkeinspectie. Want jongeren in een gesloteninstelling zitten in een sterk afhankelijke positie.Onder andere door de strakke institutionelestructuur, het ingrijpend machts- en gezagskaderen de geringe inkijk van buitenstaanders in de instelling.Daarom pleiten we voor een toezichtskaderdat steunt op twee pijlers: onafhankelijk toezichten individueel klachtrecht. Onafhankelijktoezicht moet het mogelijk maken de detentiesituatiesystematisch op te volgen. Het moet hetmaatschappelijk vertrouwen versterken in water achter de muren gebeurt. Het is belangrijk datdat toezicht volledig onafhankelijk van de overheidverloopt. Het individueel klachtrecht moethet mogelijk maken dat de jongeren opkomenvoor de naleving van hun rechten. Er is een directverband tussen klachtrecht en geschillenbeslechting,waarin we het onderscheid maken tussenconflicthantering, intern beklag en extern klachtrecht.Naar aanleiding van het rapport van deZorginspectie startte de Afdeling Jongerenwelzijneen expertenwerkgroep ‘Actieplan gemeenschapsinstellingenen De Grubbe’ op. Die werkgroepwerkt momenteel aan een visietekst overde positiebepaling van de instellingen en aan eenreferentiekader over de rechten van jongeren inde instellingen. De kinderrechtencommissarisvolgt de werkgroep persoonlijk op.


Deel 3: Waar knelt het? 71Hfst 4: Rechten van jongeren in detentieToezicht- en klachtenmechanismensteken van walHet onafhankelijk toezicht en de klachtenmechanismenzetten het voorbije werkjaar hun eerstestappen in de gemeenschapsinstellingen. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> organiseerde op 17oktober <strong>2012</strong> in Den Haag een werkvergaderingmet Nederlandse experts in toezicht en klachtenmechanismenvoor minderjarigen in geslotenopvang. We nodigden ook verantwoordelijken uitvan Zorginspectie, Jongerenwelzijn en het kabinetvan de minister van Welzijn. Omdat we onsbewust zijn van de moeilijke verbinding tussentheorie en praktijk, namen we het initiatief omVlaamse beleids- en praktijkactoren in Nederlandsamen te brengen om met de daar opgebouwdepraktijk kennis te maken.Op basis van de werkvergadering, van verdereliteratuurstudie en van verschillende gesprekkenschreven we een eerste, interne visietekst overonafhankelijk toezicht en mogelijke klachtenmechanismenin de gesloten opvang van minderjarigenin Vlaanderen. De bedoeling is de tekst volgendwerkjaar te verfijnen en te concretiseren omhet Vlaams Parlement uitgebreid te adviseren.


72 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijs5. Rechten op en in onderwijsKinderrechten en onderwijs: het blijft een interessante,maar soms gespannen combinatie.Elk jaar stellen we vast dat heel wat scholenmet veel enthousiasme aandacht besteden aankinderrechten. Vaak gebeurt dat in projecten.Meer fundamentele vertalingen van het kinderrechtenperspectiefnaar de dagelijkse klas- enschoolpraktijk zijn schaarser. En toch bestaanze. Een knap voorbeeld is het in <strong>2013</strong> uitgegeven‘Kinderrechtenboek’ van Het Prisma, de school dieeerder al het label ‘kinderrechtenschool’ kreeg.Elk jaar botst het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>ook op problemen en conflicten op school dierechtstreeks samenhangen met gebrekkige aandachtvoor de rechten van de leerlingen. De impactop het dagelijks leven van leerlingen is somsgroot. De rechtenschendingen zijn niet altijd eenkwestie van regelgeving, maar ook van onderlingbotsende beleidsdomeinen en vaak ook van dementaliteit op school.5.1.Eindelijk een volwaardigerechtspositie voorleerlingen?Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> pleit al jarenvoor een volwaardig leerlingenstatuut. Ook ditjaar kregen we weer veel meldingen die ons overtuigenvan het belang van een goed uitgebouwderechtspositie van de leerling. Aandacht vragenvoor de rechtspositie van leerlingen levert somsbange reacties op: ‘Nog méér juridisering?’ ‘Enhoe zit het met de plichten?’ Die reacties zijn ergjammer. Ze vertrekken vanuit een eerder defensievepositie. Het is bijzonder belangrijk om vooreen decreet rechtspositie van leerlingen het uitgangspuntduidelijk te formuleren. Voor ons kaneen decreet rechtspositie voor leerlingen geenstok achter de deur zijn. Rechten – die van leerlingen,ouders en onderwijzend personeel – verschijnenniet op het eind van een verhaal, als elkedialoog al gestokt is, maar moeten het vertrekpuntzijn van elke dialoog. Dat is fundamenteelvoor het welslagen van een pedagogiek die uitgaatvan mensenrechten. Een decreet rechtspositievoor leerlingen moet dat idee uitstralen enbelichamen.Onderwijsminister Pascal Smet wil het participatiedecreetwijzigen met een minidecreet om derechtspositie van leerlingen te versterken. Op devoorstelling van het vorige jaarverslag van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> zei de minister dathij vóór het einde van het parlementaire werkjaareen decreet zou voorleggen over de rechtspositievan leerlingen in het leerplichtonderwijs. Hijbeloofde ‘geen minidecreet, geen ansjovis, maareen kabeljauw’.NBeleidsbrief NOnderwijs beleidsprioriteiten <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> ingediend door de heer Pascal Smet,Vlaams minister van Onderwijs, Parl.St. Vl.Parl.<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>, nr.1770Op 8 januari <strong>2013</strong> werd het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>uitgenodigd op het kabinetOnderwijs voor een eerste lezing van het ‘voorontwerpvan decreet houdende diverse maatregelenbetreffende de rechtspositie van leerlingenin het basis- en secundair onderwijs en betreffendede participatie op school’. Een eerste internadvies volgde. Globaal waren we gematigd positiefover het voorontwerp. Al vinden we zo’n minidecreetwel een gemiste kans om echt te kiezenvoor rechten van leerlingen.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt een volwaardigdecreet in plaats van alleen maar eenaanpassingsdecreet. Want ook al zitten er in hetactuele voorontwerp van decreet belangrijke elementen,het is en blijft een decreet dat dingenaanpast. Wil een decreet rechtspositie voor leerlingenuitgroeien tot een volwaardig referentiekadervoor iedereen in het onderwijs, dan moethet ambitieuzer zijn.Een volwaardige rechtspositie in het onderwijsmoet alle thema’s dekken die op scholen aan deorde zijn. Leerlingen en hun ouders goed en gepastinformeren bijvoorbeeld. En ook: aandachtvoor de privacy van leerlingen als scholen vertrouwelijkeinformatie doorgeven, waarborgendat leerlingen kunnen participeren in wat opschool gebeurt en beslist wordt, en het recht opbegeleiding en eventueel op aangepaste maatregelenverzekeren. Een volwaardig decreet moetnatuurlijk ook aandacht hebben voor de momentenwaarop het tussen de leerling en de schoolfout loopt. Het moet dus ook de mogelijke tuchtensanctiemaatregelen en het verloop ervan uittekenen.


Deel 3: Waar knelt het? 73Hfst 5: Rechten op en in onderwijsEen mooi voorbeeld is het alles omvattende decreetover de rechtspositie van minderjarigen in deintegrale jeugdhulp. Voor de meeste professionalsin de jeugdzorg is dat een belangrijke, relevanteen inspirerende kapstok. Geen receptenboek, geenallesoplosser, maar een referentiekader waaraan jehet dagelijkse doen en denken kunt toetsen. Wezijn ervan overtuigd dat zo’n referentiekader ookvoor het onderwijs kan werken. Concreet kan devertaling van het kinderrechtenverdrag naar hetonderwijs deze thema’s coveren:■■Recht op onderwijs■■Recht op informatie en duidelijke communicatie■■Rechten in verband met leerlingendossiers■■Recht op inspraak en participatie■■Recht op bijstand■■Recht op privacy■■Recht op een menswaardige behandeling■■Klachtrecht■■Recht op redelijke aanpassingen■■Recht op spelOp 19 april <strong>2013</strong> keurde de Vlaamse Regering het‘voorontwerp van decreet houdende diverse maatregelenbetreffende de rechtspositie in het basisensecundair onderwijs en betreffende de participatieop school’ principieel goed. Daarna vroeg deregering bijkomend advies bij de Vlor, de SERV ende raad van bestuur van Syntra Vlaanderen. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> geeft op eigen initiatiefeen bijkomend advies op het voorontwerp bijhet begin van het parlementaire werkjaar <strong>2013</strong>-2014.NVoorontwerp Nvan decreet houdende diversemaatregelen betreffende de rechtspositie vanleerlingen in het basis- en secundair onderwijsen betreffende de participatie op school, VR,<strong>2013</strong>5.2.Een school vinden:inschrijvingsrechtDe inschrijving op een school is een fundamenteelrecht voor alle leerlingen. Dit jaar stond de toepassingvan het aangepaste inschrijvingsrecht inde schijnwerpers. Ook het tekort aan beschikbareplaatsen en scholen in centrumsteden deed heelwat stof opwaaien.Het inschrijvingsdecreet garandeert gelijke onderwijskansenvoor alle leerlingen en het recht op inschrijvingin een school en vestigingsplaats naarkeuze. De laatste jaren was het vooral in stedenmoeilijker om een school te vinden. Tot voor kortkampeerden ouders voor de school van hun keuze.Met aanmeldingsprocedures probeert de nieuweregeling die toestanden te verhelpen. Na de aanmeldingsperiodekrijgt de leerling een school toegewezendie rekening houdt met de voorkeur vande ouders.Bezorgde ouders namen contact op met het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>. Ze waren bang voorhet recht op onderwijs van hun kind. Artikel 28van het kinderrechtenverdrag stelt dat de staathet recht op onderwijs van het kind moet garanderenen ervoor moet zorgen dat ten minstehet lager onderwijs gratis en verplicht is. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vindt bijkomendeoverheidsinspanningen om structurele capaciteitstekortenweg te werken absoluut nodig.Structureel capaciteitstekortEen Antwerps gezin vindt geen basisschool in debuurt. Ze hebben hun zoon aangemeld bij zevenscholen, zonder resultaat. Andere ouders hebbenwel 17 scholen geselecteerd. Ook zij vinden moeilijkeen school. De ouders trekken aan de alarmbel.De nood aan meer scholen is schrijnend.Als er een klacht komt, vragen we eerst of eral een bemiddeling startte vanuit het LokaalOverlegplatform voor gelijke onderwijskansen(LOP). Bij verdere discussie informeert deKlachtenlijn de melder over de werking van deCommissie Leerlingenrechten en reikt ze de melderargumenten aan.Chronologie en callcenterEen moeder wil haar zoon inschrijven in eenNederlandstalige secundaire school in Brussel.De aanmeldingsprocedure loopt via een callcenteren hanteert het chronologieprincipe. Oudersmoeten op verschillende momenten inbellen omhun kind aan te melden voor de verschillendescholen van hun voorkeur. De moeder klaagt dat


74 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijsde procedure niet correct verliep. Verschillendekeren kon ze geen contact leggen met het callcenteromdat het systeem overbelast was. Opandere momenten werd haar wachttijd niet geregistreerden op nog andere momenten hoefdeze niet eens te wachten en kwam ze onmiddellijkin contact met een operator. Het LOP erkent datde procedure niet helemaal volgens de afsprakenliep, maar dat de inbelchronologie wel altijd correctgevolgd werd. De moeder blijft dat betwisten.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> raadt aande niet-gerealiseerde inschrijving te betwisten bijde Commissie Leerlingenrechten. Die oordeelt dathet inschrijvingsrecht van haar zoon inderdaad geschondenwerd. De jongen kan volgend schooljaarstarten in zijn favoriete school.Tijd dringt en verdringtMinder dan twee weken vóór de examens in junihoort Frank dat hij onmiddellijk definitief uitgeslotenwordt. Hij gaat in beroep tegen de beslissing.Tegelijk begint het CLB een nieuwe school tezoeken. Het CLB neemt contact op met verschillendescholen, maar krijgt overal te horen dat zebegin juni geen leerlingen meer inschrijven. Tochis de regelgeving duidelijk en kan dat geen weigeringsgrondzijn. Veel tijd is er niet om bemiddelingvanuit het LOP op te starten. Uiteindelijkbeslist de beroepscommissie – mede door de bemiddelingvan de Klachtenlijn – om de start vande definitieve uitsluiting uit te stellen naar 31 augustus<strong>2013</strong> zodat Frank toch kan meedoen metde examens.Omdat er over het inschrijvingsrecht duidelijkeregelgeving bestaat, toetsen we de klachten afaan de bestaande regelgeving of decreten. DeKlachtenlijn van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>botste op scholen die bijkomende inschrijvingsvoorwaardenof weigeringsgronden hanteren. Naeen definitieve uitsluiting blijkt het voor leerlingenin het secundair onderwijs vaak moeilijk om eennieuwe school te vinden. Toch voorziet de regelgevingal sinds 2002 dat Lokale Overlegplatformsdaarover intern afspraken moeten maken. In depraktijk blijft dat soms nog dode letter.Niet zomaar welkomYousef zoekt na zijn definitieve uitsluiting in meieen nieuwe school. De directeur van de schoolwaar hij zich wil inschrijven, vindt het niet vanzelfsprekenddat een leerling zo laat in het schooljaarnog komt aankloppen. Na contact met de directievan de vorige school wordt de klassenraad samengeroepen.Die wil Yousef een kans geven, opvoorwaarde dat hij een gedragscontract tekent. DeKlachtenlijn laat de school weten dat dat op basisvan de regelgeving niet kan. De directeur doet navraagbij de juridische dienst van de koepel. Hetcontract wordt geannuleerd. Yousef kan met eenschone lei starten op zijn nieuwe school.In het voorjaar van <strong>2013</strong> stond het aangepasteinschrijvingsrecht en vooral de aanmeldingsproceduresin de grote steden sterk in de kijker. Vaaklagen ze onder vuur. Niet zelden werd de indrukgewekt dat de huidige regelgeving door de klemtoonop sociale mix de vrije schoolkeuze in hetgedrang brengt, vooral voor kansrijke ouders.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt verder tekijken dan de lokale kinderziekten en vraagt verdereinspanningen om kansarme kinderen gelijketoegangskansen te geven tot de school die beantwoordtaan de voorkeur van hun ouders:■■Vrije schoolkeuze voor iedereen, ook voorkansarme kinderen en hun ouders. De regel‘wie eerst komt, eerst maalt’ bevoordeeltmensen die beter geïnformeerd zijn, beterenetwerken hebben en er daardoor eerst bijzijn. Aanmeldingsprocedures moeten blijvenbestaan, maar moeten beter uitgebouwd wordenzodat kansarme kinderen meer gelijke toegangskansenkrijgen.■■Streven naar sociale mix versterkt de vrijeschoolkeuze voor kansarme kinderen. De dubbelecontingentering voor kansarm en kansrijkreserveert op school tijdelijk plaatsen voorde twee groepen kinderen om ze meer evenredigte spreiden over de verschillende scholen.Kansarme kinderen worden daardoor nietspeciaal bevoordeeld. De beschikbare plaatsenworden alleen maar eerlijker verdeeld. En destrijd om een plaats in een populaire schoolwordt minder een kwestie van er het eerst bijte zijn.


Deel 3: Waar knelt het? 75Hfst 5: Rechten op en in onderwijs■■Haal kansarme instappertjes uit het donker.Veralgemeen het schooltoelagecriterium. Eenschooltoelage is een indicator voor een laaginkomen. Maar je krijgt pas een schooltoelageals je al minstens één schoolgaand kind hebt.Daardoor moeten scholen 10 tot 15% van dekansarme instappertjes zonder oudere broerof zus als kansrijk noteren. Vanaf het volgendeschooljaar gelden die dan wel als kansarm,maar voor scholen die snel vol lopen, is hetkalf dan al verdronken. De scheeftrekking vanhun sociale mix ligt voor tien jaar vast. Tochlijkt de oplossing eenvoudig: laat het recht opeen schooltoelage voor elk kind ambtshalveonderzoeken tegen ten laatste het einde vanhet jaar na het geboortejaar. Met het berichtdat ouders daarover krijgen, kan al meteen bijde eerste inschrijving of aanmelding rekeninggehouden worden.■■Ondersteun de lokale uitvoering van het inschrijvingsrechtom kansarme en kansrijke kinderenin de praktijk gelijke toegangskansen totde school van hun ouders’ voorkeur te bieden.5.3.Op school raken:leerlingen vervoerProblemen met busbegeleiderMijn dochter volgt buitengewoon onderwijs type1 en neemt de schoolbus. Vijf jaar lang waren ergeen problemen totdat er een nieuwe busbegeleiderkwam. Die heeft problemen met mijn dochteren vertelt over haar dingen die helemaal nietwaar zijn. Op school willen ze het probleem nieterkennen en alles vergeten. Ze willen dat er eennieuwe start gemaakt wordt maar dan wel meteen gedragskaart voor mijn dochter. Ik vind datniet kunnen. Mijn dochter heeft niets verkeerdsgedaan. Kan het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> bemiddelen?Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> krijgt elk jaarmeldingen over de regeling van het gratis leerlingenvervoerin het buitengewoon onderwijs. Erblijven vooral klachten komen over de duur vande ritten. Verschillende kinderen zitten urenlangop de bus. Om die problemen te beheersen, is ereen samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussende departementen Onderwijs en Mobiliteit enDe Lijn. En kwam er een overlegstructuur waarinnaast leden van de twee departementen en DeLijn ook de onderwijskoepels en de ouders vertegenwoordigdzijn. Het is onduidelijk of dat veelveranderde op het terrein.Eerst opgehaald, laatst teruggebrachtOns zoontje heeft autisme en volgt buitengewoononderwijs type 8. Hij wordt van en naarschool gebracht met de schoolbus. Hij wordt ’smorgens als eerste opgehaald en ’s avonds alslaatste teruggebracht. Ik vind dat niet logisch enheb gevraagd om de kinderen die ’s morgens heteerst opgehaald worden ’s avonds ook eerst terugte brengen. Maar noch de school, noch debusmaatschappij wil daarvoor de verantwoordelijkheidnemen.Twaalf uur onderwegDoor een herstructurering van de busritten wordtonze zoon vanaf volgende week opgehaald om6.45 u en wordt hij weer teruggebracht om 17.30u. Nu vertrekt hij om 7.15 u en is hij om 17 u weerthuis. De school heeft maar één bus en vier vestigingsplaatsen.Op de bus kunnen maar twintigkinderen waardoor de bus vier ritten moet doen.Daarnaast plande de minister van Onderwijs deverdere voorbereiding van een nieuw decreetleerlingenvervoer, waarvoor hij de krachtlijnenvoor een nieuw kader uittekent in overleg met deminister van Mobiliteit.NBeleidsbrief NOnderwijs beleidsprioriteiten<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> ingediend door de heer Pascal Smet,Vlaams minister van Onderwijs, Parl.St. Vl.Parl.<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>, nr.1770Hiervoor werden in het najaar van <strong>2012</strong> focusgroepengeorganiseerd met de onderwijskoepels, deouderkoepels, de schooldirecties en belangenverenigingenom de knelpunten en noden in kaart tebrengen, om voorstellen voor een nieuw conceptte inventariseren en te peilen naar de verwachtingenvoor een decreet leerlingenvervoer.Midden <strong>2013</strong> zijn op basis van de resultaten degrote lijnen uitgezet voor een nieuw concept. Diemoeten nu verder wetenschappelijk uitgeklaardworden. Tegen 1 maart 2014 verwachten we deeerste resultaten van het onderzoek.


76 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijsOndertussen blijven kinderen en jongeren langebusritten maken. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>vindt het onaanvaardbaar dat kinderen elke ochtenden avond urenlang op de bus moeten zitten.Kinderen zijn gespannen als ze op school aankomenen doodmoe als ze weer naar huis gaan.Zeker als de pedagogische kwaliteiten van debegeleiding soms te wensen overlaat. ’s Avondsblijft er te weinig tijd over om leuke dingen tedoen.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> wil dit probleemin het najaar verder onder de aandacht brengen.5.4.Naar een zorgzame,inclusieve schoolVragen naar inclusiefonderwijsGeregeld krijgt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>klachten van of over leerlingen met specifieke onderwijsnoden.Erg opvallend zijn de klachten vankinderen die naar het gewone onderwijs willenmaar er niet binnen raken. Dat blijkt niet alleeneen kwestie van regelgeving te zijn, maar vaakook van schoolmentaliteit.Katrien durft nog amper te bewegenKatrien zit in het eerste jaar gewoon secundaironderwijs en heeft autisme. Ze zit in een moeilijke,drukke klas. Alle ouders kregen een briefdat elke leerling die de les nog stoort, uitgeslotenwordt. Katrien neemt dat erg letterlijk en durftnog amper te bewegen. Omdat ze vaak andersreageert, wordt ze ook gepest. De ouders gavende school al tips om de relaties te verbeteren,maar ze voelen zich niet gesteund door deschool. Moeder krijgt wel veel steun van de GONbegeleider.Ze overleggen regelmatig. Alleen stellenze vast dat de rest van het schoolteam veelminder begrip heeft voor de situatie van Katrien.De GON-begeleider klaagt over gebrek aan communicatiemet en tussen de leerkrachten. Zo magde GON-begeleider wel aanwezig zijn op klassenraden,maar hij mag daar niets zeggen. Alheel vroeg in het schooljaar wordt geopperd datKatrien beter naar het buitengewoon onderwijszou gaan. Haar moeder weet niet wat te doen.Ondanks alles haalde Katrien altijd goede punten.Haar moeder wil haar niet afzonderen in hetbuitengewoon onderwijs.Dat de GON-begeleider op de klassenraad nietsmag zeggen, is indicatief voor de houding vande school. De huidige regelgeving laat scholenperfect toe om medewerkers of andere mensendie betrokken zijn bij de psychosociale of pedagogischebegeleiding van de leerlingen, in deklassenraad op te nemen als raadgevend lid. Hetzou voor de kinderen met een handicap wellichteen extra steun zijn als hun begeleiders ook echteen stem in de klassenraad kregen.Niet alleen scholen, ook de Vlaamse overheid zelflaat steken vallen. Procedures om hulpmiddelentoe te kennen duren soms heel lang waardoor‘redelijke aanpassingen’ op zich laten wachten.Ondertussen staan leerlingen in de kou.Waar blijft de bordcamera?Frank zit in het derde jaar gewoon secundair onderwijs.Ondanks zijn visuele beperking volgthij wetenschappen. De school is heel positief. Zezoeken altijd samen naar oplossingen. Omdat hettempo van de lessen zwaarder wordt en de inhoudspecifieker (symbolen, afkortingen, tekens),kan Frank niet zo goed meer volgen. Hij schrijftnog veel over, wat vermoeiend en eigenlijk nietmeer haalbaar is. Er bestaat een hulpmiddel, eenbordcamera. Die filmt het bord zodat Frank datmet een usb-verbinding kan zien op zijn laptop.Gaat het dan nog te snel? Dan kan hij met diecamera een foto nemen van het bord. Voor Frankis zo’n bordcamera dus ideaal en nodig om gewoononderwijs te kunnen volgen op een aangenamemanier. De aanvraag bij het departementOnderwijs is al ingediend in augustus <strong>2012</strong>. Eencommissie moet beslissen of er zo’n camera gekochtwordt of niet, maar de beslissing laat opzich wachten omdat de vergadering van de commissietelkens weer uitgesteld wordt. Frank enzijn moeder klagen de dienstverlening van hetdepartement Onderwijs aan. Het uitstel is nefastvoor Frank want hij heeft dringend een beslissingnodig.


Deel 3: Waar knelt het? 77Hfst 5: Rechten op en in onderwijsVoor sommige kinderen of jongeren met ernstigebeperkingen die niet in staat zijn een gemeenschappelijkcurriculum te volgen, willen de oudersvooral dat ze toch zoveel mogelijk in contactkomen met andere kinderen of jongeren uit delokale gemeenschap.Als leerlingen het gemeenschappelijk curriculumniet volledig kunnen volgen, wordenze soms als vrije leerling ingeschreven. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> wijst erop dat hetstatuut van vrije leerling erg weinig garantiesbiedt voor het kind en zijn onderwijsrechten.Vrije leerling aan de deur gezetOnze dochter is 17 en gaat sinds het lager onderwijsnaar een gewone school voor inclusief onderwijs.Op het einde van het 5e jaar secundairkrijgen we te horen dat ze onze dochter niet meerkunnen inschrijven voor het volgende schooljaar.De school zegt dat ze de verhoopte doelstellingenop school niet kan bereiken. De school beslistook om niet langer vrije leerlingen in te schrijven.De ouders ervaren dat als een vernederende, onmenselijkebehandeling voor hun kind.Wachten op Godot?Vlaamse regelgeving stemtniet overeen met VN-VerdragIn 2009 ratificeerde België het VN-verdrag inzakede rechten van personen met een handicap. Inartikel 24 van dat verdrag waarborgen de stateninclusief onderwijs. Een leerling kan niet dooreen handicap uitgesloten worden van gratis enverplicht basisonderwijs of van voortgezet onderwijs.De overheid moet in het algemene onderwijssysteemredelijke aanpassingen garanderennaar gelang van de behoefte van de leerling.Daarnaast moeten er individueel aangepasteondersteunende maatregelen komen in omgevingendie de cognitieve en sociale ontwikkelingoptimaliseren.Het is nog altijd wachten op een nieuw decreetdat de bestaande Vlaamse regelgeving in overeenstemmingbrengt met het VN-verdrag over de rechtenvan personen met een handicap.Ondertussen neemt het inschrijvingsdecreet van25 november 2011 bestaande bepalingen uit hetGOK-decreet van 2002 over. Daarin is geen sprakevan redelijke aanpassingen, maar wel van draagkracht.Leerlingen met een inschrijvingsverslagvoor het buitengewoon onderwijs kunnen zich inhet gewone onderwijs inschrijven ‘onder de ontbindendevoorwaarde van de vaststelling van onvoldoendedraagkracht in de school om tegemoette komen aan de noden op het vlak van onderwijs,therapie en verzorging van de betreffende leerling’(art. II.17 en V.17 van het inschrijvingsdecreet).Blijkt na een zorgvuldige afweging van de specifiekenoden van de leerling en van de mogelijkhedentot ondersteuning binnen en buiten de schooldat de zorg voor de leerling de draagkracht vande school te boven gaat, dan kan de inschrijvinggeannuleerd worden.Die draagkrachtregeling is niet in overeenstemmingmet het VN-verdrag. Ondertussen is er ookhet gelijkekansendecreet van 2008 dat het onthoudenvan redelijke aanpassingen discriminatienoemt en dat ook geldt voor onderwijs. We zittendus met een meer algemene regelgeving die wel eneen specifieke onderwijsregelgeving die niet afgestemdis op het VN-verdrag.Nieuwe regelgeving in zicht?Op 2 maart <strong>2012</strong> keurde de Vlaamse Regering eenVoorontwerp van decreet betreffende dringendeen andere maatregelen voor leerlingen met specifiekeonderwijsbehoeften goed. Dat voorontwerpvan decreet vervangt de bestaande draagkrachtregelingdoor een regeling die inclusief onderwijswaarborgt op voorwaarde dat de nodige aanpassingenvoor leerlingen met speciale onderwijsnodenniet buiten proportie zijn.NVoorontwerp Nvan decreet betreffende dringendeen andere maatregelen voor leerlingen met specifiekeonderwijsbehoeften, VR, <strong>2013</strong>Op het moment waarop we dit jaarverslag afsluiten– 31 augustus <strong>2013</strong> –, staat de nieuwe regelgevingnog niet op de parlementaire agenda.


78 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijsHandicap is kwestie van afstemmenBij kinderen met een handicap is er een dubbele alertheid nodig. De ratificatie van het VN-Verdraginzake de Rechten van Personen met een Handicap gaf hieraan een impuls. Dat schuift een nieuwekijk op handicap naar voren: handicap niet als een persoonskenmerk maar als een tekort aan afstemmingtussen een persoon met een beperking en zijn omgeving. De persoon met een handicap niet alsobject van zorg, maar als individu met dezelfde mensenrechten.Er is tijd nodig om die nieuwe kijk op handicap te laten doordringen in de praktijk. Twee knelpuntendie het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> signaleert tonen dat de klik er nog onvoldoende is.Thuisomgeving ondersteunenIn ‘Recht op respect voor het gezinsleven’ kaart de kinderrechtencommissaris aan dat ze kinderen telang uit huis plaatsen. Dat overkomt ook kinderen met een handicap. De sterke residentiële zorgtraditieis daar niet vreemd aan. Het zou al heel wat kinderen en gezinnen vooruit helpen als er beleidsmatigen ook in de toewijzing van budgetten prioriteit zou gaan naar vragen om ondersteuning in degezinssituatie, bijvoorbeeld op basis van het persoonlijke-assistentiebudget.MeedoenOp een doorbraak voor het inschrijvingsrecht inclusief onderwijs blijft het wachten. De verouderdeinvulling van ‘collectief onderwijs voor die leerlingen die mee kunnen’ en ‘gesegregeerd onderwijsvoor die leerlingen die niet mee kunnen’ wint. Zo blijft Vlaanderen de Europese koploper voor doorverwijzingnaar buitengewoon onderwijs. Maar het gelijke recht op inclusief onderwijs gaat niet over‘mee kunnen’ maar over ‘mee kunnen doén’. Samen leren om samen te leven.Patrick VandelanotteCoördinator GRIP vzw(Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een handicap)Als Welzijn niet meewerktOuders klagen aan dat het recht op inclusie ondermijndwordt doordat passende middelen uitblijven.Scholen die bereid zijn om in het project‘inclusie’ te stappen, zijn niet in staat om kinderenbehoorlijk individueel bij te staan. Kinderen meteen handicap hebben in het gewoon onderwijspersoonlijke assistentie nodig. Het persoonlijkeassistentiebudget(PAB) van het VAPH kan daar bijhelpen. In de praktijk vallen deze kinderen tussende plooien omdat ze geen prioriteit krijgen en dewachtlijsten voor het PAB erg lang zijn.Mijn zoontje van 4 met een handicap volgt inclusiefonderwijs. Buiten twee uurtjes GONbegeleidingdragen wij als ouders alle verantwoordelijkheidom de voltijdse ondersteuning teregelen die nodig is in de klas. Hij doet het uitstekendin de klas en is welkom op school. Maarpraktisch en financieel gaan wij dit niet lang zelfkunnen dragen.We staan op de wachtlijst voor een PAB, maar niemandkan ons vertellen wanneer we daarvoor inaanmerking komen. Tegen dan zal het voor onste laat zijn om dat PAB te gebruiken voor de nodigeondersteuning in de klas. Terwijl inclusiefonderwijs volgens ons toch als recht in het kinderrechtenverdragstaat? Onze zoon heeft éénop-éénbegeleidingnodig, ook als hij niet naareen gewone school zou gaan. Volgens ons gaathet dus om een redelijke aanpassing. Wij hebbenhet gevoel dat we gedwongen worden te kiezenvoor buitengewoon onderwijs.


Deel 3: Waar knelt het? 79Hfst 5: Rechten op en in onderwijsInclusie versus uitsluitingals tuchtmaatregelHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> erkent dat het stijgendaantal zorgleerlingen meer druk legt opschoolteams, maar is ongerust omdat scholen hetdraagkrachtprincipe inroepen om zorgleerlingen definitiefuit te sluiten of niet opnieuw in te schrijven.In die gevallen ‘draagkracht’ inroepen, kan niet: hetgaat om leerlingen die al ingeschreven zijn, en dieinschrijvingen gebeurden niet ‘onder ontbindendevoorwaarden’. Een school kan draagkracht alleen inroepenals er wél zo’n inschrijving ‘onder ontbindendevoorwaarden’ was en als na zorgvuldige afwegingvan de specifieke noden van de leerling enerzijds envan de mogelijkheden tot ondersteuning van binnenen buiten de school anderzijds blijkt dat de zorgvoor de leerling de draagkracht van de school te bovengaat. Bovendien moet de school de ouders nauwbetrekken bij elke stap die ze zet. En moet er ookgekeken worden naar schoolexterne ondersteuning.We kregen verschillende meldingen over scholen dietegen deze principes zondigen en die draagkrachtals reden gebruiken om leerlingen uit de school teverwijderen.en gaan op zoek naar een nieuwe school. Om eensignaal te geven, tekenen ze beroep aan tegen dedefinitieve uitsluiting.Vier scholen in twee jaarDe 15-jarige Karel heeft een zware vorm van ADHD.Hij volgt therapie en neemt medicatie. Daardoorgaat het goed op school, maar af en toe heeft hij eenslecht moment en gaat hij zwaar over de schreef.Karel heeft daar onmiddellijk veel spijt van, maartoch worden die uitschuivers elke keer aangegrepenom hem definitief uit te sluiten. Zo heeft Karelde laatste twee schooljaren op vier verschillendescholen gezeten. Ook op het einde van het voorbijeschooljaar kreeg Karel de boodschap niet meer welkomte zijn. De scholen roepen altijd draagkracht in.De ouders zitten met de handen in het haar. Bij elkeschool vragen ze om begrip en wijzen ze op de professionelebegeleiding die hun zoon krijgt. Maar bijeen misstap volgt geen tweede kans. Na een conflictmet een leerkracht vroegen de ouders een herstelgerichtgroepsoverleg. De leerkracht weigerde meete werken en Karel stond op straat. Op vraag vande ouders neemt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>contact op met het CLB. We vragen dat het CLB eenschool zoekt die sterk inzet op herstelgericht werken.Niet samengewerkt, wel uitgeslotenJoris heeft autisme, waardoor hij vaak anders reageert.In het begin van het schooljaar leidde dat totenkele conflicten met medeleerlingen en leerkrachten.Eind september krijgen de ouders de raad eenandere school te zoeken. De school vindt dat Jorisbeter naar buitengewoon onderwijs zou gaan enzegt dat ze genoeg elementen heeft om Joris definitiefuit te sluiten, maar vanwege zijn autisme wil zedie stap liever niet zetten. De ouders zijn verbolgenomdat ze van bij de inschrijving vroegen om met deschool en de professionele begeleiding rond de tafelte gaan zitten, maar de school vond dat toen nietnodig. De ouders vinden dat hun kind recht heeft opeen plaats in het gewone onderwijs. Als voorlopigeoplossing wordt tijdelijk onderwijs aan huis opgestart.Uiteindelijk krijgt Joris de rest van het schooljaarthuis les. Opnieuw onderneemt de professionelebegeleiding pogingen om de twee leerkrachten teondersteunen. Na de examens krijgt Joris de boodschapdat hij definitief uitgesloten wordt. Hij zouniet kunnen aarden in de klas en de school heeftniet genoeg draagkracht. De ouders zijn woedendHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> stelt vast dat oudersen buitenschoolse professionele begeleidingnog te weinig als volwaardige partners beschouwdworden. Directie en leerkrachten staan niet genoegopen voor suggesties. Zelfs als professionele hulpverlenerszelf de hand reiken aan schoolteams, wordtdie hand niet altijd gegrepen. Als een school dat nietdoet, creëert een zorgleerling nog meer druk. Het isdan een vicieuze cirkel. Samenwerking is essentieelom elke leerling gelijke kansen te geven.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt dat scholenvan de last een kracht maken. Scholen moeten omgaanmet weerstanden van hun team en focussen opde behoeften van de leerling. Scholen moeten aanhun draagkracht werken met nascholing en teambuilding,door hulp te zoeken bij externen, en doorouders als volwaardige te partners betrekken.


80 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijs5.5.Lange weg naar geweldvrijeschoolPestenDat aanhoudend pesten schadelijk is voor de psychischeen persoonlijke ontwikkeling van kinderenen jongeren, is bekend. Veiligheid, welzijn,eigenwaarde en leerresultaten komen onder drukte staan. Ook voor daders en voor de klasgroepzijn er gevolgen. De impact op de sfeer in de klasen op het welbevinden van de klasgroep kan bijaanhoudend pestgedrag erg ingrijpend zijn.Het kinderrechtenverdrag onderstreept dat deschool pestgedrag moet aanpakken en moetvoorkomen door preventieve acties. Artikel 3stelt dat het belang van het kind de eerste overwegingmoet zijn bij beslissingen van overhedenen andere instanties. En artikel 19 roept de statenop om kinderen te beschermen tegen alle vormenvan lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik,verwaarlozing of nalatige behandeling.Ze gaan over:■■Het gevoel dat de school niet goed reageert ophet pestgedrag en dat de leerling in de kou blijftstaan.■■Situaties die escaleren waardoor het kind nietmeer naar school wil.■■Pesterijen buiten de school en op het internetstarten waar de school zegt niet in tussen te komen.De Klachtenlijn onderzoekt de melding als de klagersal eerder de hulp ingeroepen hebben vanhet schoolteam en het CLB die weinig oor haddenvoor hun verhaal of klacht. Ouders en kinderenzijn vaak moe gestreden en kloppen radeloosaan bij het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> inde hoop dat een tussenkomst iets meer uithaalt.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> gaat dan na of deschool daadwerkelijk haar verantwoordelijkheidopneemt, bekijkt welke stappen al gezet werden,bekijkt de inhoud en de toepassing van het pestbeleid.We houden altijd rekening met de complexiteitvan een pestprobleem en de inzet die een schoolal toonde.Veel melders vragen vooral advies en ondersteuningom het pestprobleem aan te pakken. Vooralminderjarigen vragen advies en tips om de situatiezelf aan te pakken. Ze willen niet snel dathet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> stappen zet. Zezoeken een luisterend oor en een dienst die zeverder op weg helpt. De Klachtenlijn hoort veeleigen kracht in de verhalen van jongeren omhun probleem aan te pakken. We horen ook veelschaamte en angst bij kinderen. Schaamte omdatze gepest worden, angst om het thuis te vertellenen angst dat het pestgedrag erger wordt als volwassenenzich gaan mengen. Er zijn nog heel watslachtoffers die alleen blijven zitten met hun verhaal.Ze geloven maar moeilijk dat het ooit overgaat. Sensibilisering en preventie blijven tweebelangrijke sleutelwoorden bij pestgedrag onderkinderen en jongeren.De meldingen laten verschillende aspecten zienvan pesten. Daardoor zijn de klachten erg verschillend.Van slagEen jongen van elf jaar wordt al lang gepest opschool. Zijn ouders klaagden dat al verschillendekeren aan bij de directie en spraken er het CLB opaan. De school minimaliseert het probleem. Ookhet CLB geeft geen gepaste hulp. Gisteren werd dejongen in de speeltijd geslagen door zes leerlingenuit een lagere klas. Niemand greep in. De oudersgingen met hun zoon naar het ziekenhuis omdatde jongen moest braken en klaagde over hoofdpijn.De arts stelde hematomen aan het hoofd vasten wil nog verdere onderzoeken doen. De jongenwil niet meer naar school. De ouders vragen het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> om hulp.AutomutilatieEen meisje van tien jaar werd sinds het begin vanhet schooljaar gepest: roddelen, afzonderen, vernederen.Door de pesterijen deed ze aan automutilatie.Ze krijgt al twee maanden begeleiding vaneen kinderpsycholoog. De laatste tijd leek het ietsbeter te gaan, tot het meisje haar dagboek aanhaar moeder laat zien. Moeder is erg geschrokkenen neemt onmiddellijk contact op met de directie.Ook het CLB, de zorgjuf en de klasjuf zijn aangesproken.


Deel 3: Waar knelt het? 81Hfst 5: Rechten op en in onderwijsDe school spreekt de ouders van de pesters aan,maar dat verergert de zaak alleen. Een vader vaneen pester heeft de directie bedreigd en is alroepend naar de klas van het meisje gestormd.De school heeft tegen die vader een klacht ingediendbij de politie, maar het pestprobleem zelfpakt ze niet actief aan. De moeder vraagt hulpvan het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> want haardochter durft niet meer naar school.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> blijft vaststellendat scholen soms weinig communiceren metouders en kinderen over hoe ze met het pestprobleemaan de slag gaan. Dat vergroot het gevoeldat de school misschien geen geloof hecht aanhet verhaal van het kind of dat ze het probleemminimaliseert. Ouders storen zich eraan dat deschool en het CLB het pestprobleem vooral herleidentot een probleem van weerloosheid van hunkind. Ze zijn gefrustreerd dat er vooral met deslachtoffers gewerkt wordt, maar dat de daderszelf buiten schot blijven.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vindt het belangrijkdat elke school een pestbeleid uitwerktdat gestoeld is op preventieve en curatieve maatregelen,en dat recht doet aan dader en slachtoffervanuit een herstelgerichte aanpak. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> verkiest een participatieveinvulling van een pestbeleid waarin iedereenzijn rol opneemt: directie, leerkrachten,zorgteam, ouders en leerlingen. Uit onderzoekblijkt dat zo’n pestbeleid het best op papier komtom echt te zorgen voor minder pestincidenten.Een geschreven pestbeleid bakent rollen af enlegt verantwoordelijkheden en procedures vast.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> stelt vast datmeer en meer scholen een uitgeschreven pestbeleidhebben. Dat wordt vaak gepubliceerd opde schoolwebsite. Toch merken we in ons klachtenonderzoekdat het uitgewerkte pestbeleid inde praktijk soms niet correct toegepast wordt ofzelfs dode letter blijft.Afspraken nakomenNaar aanleiding van de klacht van een meisjevan 16 jaar over een uit de hand gelopen pestprobleemop school, stelde de Klachtenlijn eenonderzoek in. De situatie was zo geëscaleerddat het meisje niet meer naar school wou. Alswe contact opnemen, wijst de school op hetuitgewerkte pestbeleid dat vertrekt vanuit eenherstelgerichte visie. De directie beklemtoontdat er verschillende klasgesprekken waren endat de begeleidende leerkracht die als een succesbeschouwde. Dat het meisje niet meerkomt opdagen, is het probleem van de ouders,vindt de directie. Als we dit voorleggen aan hetmeisje reageert ze: ‘Klasgesprekken? Ja, de leerkrachtheeft een paar keer de klas toegesprokenen gevraagd om te stoppen met pesten.’Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt dat deschool het herstelproces weer opneemt en verwijstook naar relevante informatiebronnen enorganisaties. We raden aan om de nodige tijd tenemen voor volwaardige klasgesprekken waarinreflectie en herstel centraal staan. We stellen voordat de uitkomst van het proces een soort van onderlingopgemaakte afsprakenlijst kan zijn. Alswe twee maanden later opnieuw contact opnemenmet het meisje, vertelt ze ons dat het pestenecht gestopt is. Iedereen houdt zich nu aan degemaakte afspraken, zegt ze. Ze vindt de klassfeerbeter dan ooit.We moeten vaststellen dat soms de verwachtingenvan ouders en kinderen zelf niet realistischzijn. Ze willen dat het pesten onmiddellijk stopten dat de school aan de pesters duidelijk zegtdat het genoeg geweest is. Jammer genoeg bestaatdie toverformule niet. Daardoor ziet het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> situaties tussen oudersen de school escaleren. Ouders wijzen metde vinger naar de school. De scholen vinden hetniet fair dat hun inzet niet gezien wordt. Scholenen ouders komen lijnrecht tegenover elkaar testaan. Dat is niet in het voordeel van het kind.Er zijn scholen die heel wat inzet tonen en initiatievennamen. Toch is verdere ondersteuningnodig en verdere ontwikkeling en verspreidingvan good practices. Verschillende organisatiesbieden ‘preventiemateriaal’ aan om in de klas of


82 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijsop school mee aan de slag te gaan. Dat materiaalis niet altijd gekend. Ook weten we niet ofdie programma’s effectief werken. We zien datscholen soms met de beste bedoelingen en veelenergie de pestproblemen willen aanpakken ofvoorkomen maar niet de ‘juiste’ manier vinden.Sommige scholen hebben nog altijd geen specifiekeaanpak, laat staan een integraal beleid.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vindt dat eenintegraal beleid gestoeld op een doorgedrevenparticipatiecultuur de basis moet zijn om te komentot een positief schoolklimaat. Kinderenhebben recht op een veilige en beschermde omgeving.Helaas kan die niet altijd gegarandeerdworden. Door met effectieve antipestmethodesaan de slag te gaan, kan pesten teruggedrongenworden. Ook leerkrachten moeten ondersteundworden door bijvoorbeeld een training te ontwikkelenom ze bij te scholen. Uiteraard is het ookessentieel dat er in de lerarenopleiding meer aandachtgaat naar pestproblemen.Geweld en de schoolomgevingBij de presentatie van het vorige jaarverslag vanhet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> in de CommissieOnderwijs en Gelijke Kansen van het VlaamsParlement stelden de commissieleden vragennaar de gesignaleerde relatie tussen geweld opschool en de structuur van de schoolomgeving.N<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> N<strong>Jaarverslag</strong> 2011-<strong>2012</strong> Gedachtewisseling Hand. Vl.Parl., 30maart <strong>2013</strong>, nr. 42-3Onderzoek zegt dat het verbeteren van de fysiekeomgeving en het ruimtegebruik geweld kanterugdringen. De potentieel onveiligste plaatsenop school zijn de ‘ongedefinieerde ruimtes’: auditoria,inkomhallen, traphallen, cafetaria’s, liften,eetplaatsen. Er is meer kans op geweld omdatdie plaatsen gezien worden als ruimtes waarvoorniemand zich echt verantwoordelijk voelt. Ofwaar de passage van mensen groot en anoniemis en ‘toezicht’ moeilijk.In een adviesbrief aan hetVlaams Parlement stelt het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> datgeweld op school verminderd kanworden door een combinatie vaninterventies in de sociale én fysiekeschoolomgeving. Enkele voorwaardenvoor minder geweld op school:■■Een positieve relatie met de leerkrachten.■■Leerlingen die zich bewust zijn van de schoolregelsen die de regels fair vinden.■■Medezeggenschap van de leerlingen op school.■■Leerlingvriendelijke inrichting van de klas- enschoolomgeving. Veiligheidsinterventies die erook op gericht zijn de fysieke omgeving van deschool te verbeteren, en zo schoolgebreken teverhelpen. Ruimtelijke analyses van risicovollelocaties zijn zinvol.■■Bij verbouwen of nieuwbouw preventief rekeninghouden met de invloed van architectuur(ruimtes, kleuren) op het gevoel en de interpretatievan de omgeving zelf door de ‘bewoners’.NKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, NAdvies briefGeweld en de schoolomgeving, 15 april <strong>2013</strong>, nr.<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/6, www.kinderrechtencommissariaat.be– Adviezen en StandpuntenNKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, NDossier Geweld,Gemeld en geteld, 2011,www.kinderrechtencommissariaat.be - Adviezenen StandpuntenBejegening door leerkrachtenLeerkrachten hebben gezag en autoriteit tegenoverhun leerlingen. Soms maken ze misbruik vandie positie en dat dreigt het welzijn van de leerlingaan te tasten. De Klachtenlijn krijgt meldingenover verschillende soorten handelingen van leerkrachten.Die meldingen gaan over:■■De manier van lesgeven en de aanspreekbaarheidvan de leerkracht.■■Het gebruik van bepaalde educatieve materialen.■■Niet correct pedagogisch handelen. Vooral leerlingendie extra zorg en ondersteuning nodighebben, voelen zich niet altijd correct behandelddoor de leerkracht.


Deel 3: Waar knelt het? 83Hfst 5: Rechten op en in onderwijs■■Het gevoel geviseerd en niet correct behandeldte worden. Melders klagen dat leerkrachten hetsoms duidelijk laten voelen als ze je niet graaghebben. Dat blijkt uit vernederende opmerkingenen algemene onverdraagzaamheid.■■Hardhandige aanpak door leerkrachten, zoalseen klap geven, aan de haren trekken of hardhandigtegen de muur duwen.Ouders en jongeren willen vooral aftoetsen ofhet gedrag van de leerkrachten wel normaal is oftoch grenzen overschrijdt. Ze willen vooral wetenof iets wel kan of mag, en of de rechten van hetkind gerespecteerd worden. Ze willen ventilerenen zijn op zoek naar erkenning. Voor sommigejongeren of ouders is dat al genoeg. Anderen willende situatie verder aanpakken en vragen adviesover de stappen die ze kunnen zetten of omhet gesprek met de leerkracht aan te gaan.Er zijn ook melders die bij het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>aankloppen, nadat ze zelf geprobeerdhebben om de situatie bespreekbaar te makenmet leerkracht of directie. Ze klagen dan aandat de directie ze niet genoeg hoort of gelooft,en altijd de kant kiest van de leerkracht. Het gaatvaak om een welles-nietesdiscussie waarin ergmoeilijk te achterhalen is wat er precies gaandeis. Situaties waarin leerlingen gebukt blijven gaanonder negatieve machtsposities van leerkrachten,raken aan hun welzijn en welbevinden. Datzorgt soms voor schoolmoeheid.Opmerkelijk is dat elk jaar opnieuw situaties vanfysiek en psychisch geweld gemeld worden. Bijsommige leerkrachten lijkt dat te horen bij hun‘pedagogisch’ functioneren. Leerkrachten onderschattensoms enorm de impact van deze vormenvan geweld. Het moeilijke is dat melders hetvaak niet kunnen ‘bewijzen’, waardoor de directieze niet altijd gelooft. Soms zijn directies wel opde hoogte van het pedagogisch functioneren vansommige leerkrachten en geven ze ook toe dater al verschillende bezorgdheden geuit werden.Toch lijkt het een zware opdracht om die leerkrachtenbij te sturen of te motiveren om pedagogischeondersteuning te aanvaarden.Chronisch geweldMeerdere ouders klaagden over eenzelfde leerkracht.Onze zoon heeft net het 6e leerjaar met veelmoeite afgemaakt. In het 3e leerjaar werd vastgestelddat hij leerproblemen had. Samen met hetCLB en een revalidatiecentrum werd een trajectuitgewerkt. Sinds het 3e leerjaar heeft onze zoonook veel angsten, een negatief zelfbeeld en wil hijniet meer naar school. Pas dit schooljaar durfdehij ons vertellen waar de oorzaak ligt, dankzij hetgeduld en de zorgen van de leerkracht van het 6eleerjaar en de directie. De oorzaak is een ernstigtrauma dat hij opliep in het 3e leerjaar door deterreur van de leerkracht. In plaats van te helpen,schold de leerkracht hem voortdurend uit voordommerik en lastpost. Als kinderen klaar warenmet een taak, moesten ze in ‘geef acht’-houdingnaast hun bank gaan staan. Ondertussen telde deleerkracht luid de minuten af. Dat is erg intimiderendvoor tragere leerlingen en leidt tot faalangst.Achteraf werden de resultaten meegedeelden schold de leerkracht zwakkere leerlingen uit,terwijl ze een voor een voor de leerkracht moestenkomen staan. Onze zoon kreeg ook geregeldklappen op zijn hoofd of werd aan zijn oor naarvoren gesleurd. Het zijn maar enkele gebeurtenissenwaar we nu met afgrijzen van horen. Pas nudurft onze zoon het te vertellen, omdat hij weetdat hij niet terug naar de school moet. Wij willendat deze kindermishandeling stopt. Onze zoon isnu in behandeling bij een psychologe.De leerkracht van het 3e leerjaar misbruikt zijngezag. Al veel ouders klaagden zijn gedrag vruchteloosaan. Hij onderdrukt de kinderen in de klasen op de speelplaats, hij roept en scheldt, laatzwakkere kinderen aan hun lot over of vernedertze. De kinderen zijn bang van deze man. Alleenmet deze leerkracht zijn er problemen, voor derest is het een schitterend lerarenteam en ook dedirectie levert samen met haar team fantastischwerk. De directie slaagt er niet in het probleemop te lossen. Ik heb daarom het schoolbestuur ende koepel aangeschreven die de bal terugspelennaar de directie.


84 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijsDe leerkracht van het 3e leerjaar heeft al jarenminder sterke leerlingen psychologisch mishandeld.Dat is ook gebeurd met onze dochter van9 jaar. Na veel gesprekken met verschillende betrokkenenis daar niets aan gedaan. Mijn dochtergaat volgend schooljaar naar een andere schoolmaar wij willen toch de struisvogelpolitiek en hetstilzwijgen rond deze leerkracht aanklagen.Kan het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> voor dezekinderen opkomen? Of welke stappen kunnen wezelf nog zetten?Slag in het gezichtMijn zoon werd door de secretaresse van deschool in het gezicht geslagen tijdens de middaglunch.Na dat incident werd hij door de directieop een ongepaste manier aangepakt. Mijn zoonis erg onder de indruk. In een gesprek probeerdende directie en de secretaresse er alles aante doen om ons het incident te doen vergeten.De school haalde er het CLB bij, maar wilde neutraalblijven. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>nam contact op met de school om dit verder tebekijken. Uiteindelijk erkende de directie dat desecretaresse over de schreef gegaan is en boodze de familie formeel excuses aan.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> is niet bevoegdom zelf een blaam of sanctie op te leggen. Wenemen wel contact op met directie en inrichtendemacht. We vragen ze deze meldingen altijd serieuste nemen en te onderzoeken. We proberen bijde directie of de inrichtende macht te bemiddelenom tot erkenning te komen. Meestal volgen danexcuses, wat voor ouders en leerling volstaat.Ook vragen we hoeveel meldingen de school delaatste jaren kreeg, welke stappen ze zette enhoe de leerkracht reageert. In de regelgevingstaat uitdrukkelijk dat vanaf september 2007 allescholen in een periode van vier schooljaren functionerings-en evaluatiegesprekken moeten houdenmet alle medewerkers.Om een leerkracht negatief te evalueren, heeftde directie de steun nodig van het schoolbestuur.De directeur is de eerste evaluator. Als die geensteun krijgt van het schoolbestuur, voelt hij zichniet snel geroepen om de leerkracht een onvoldoendete geven. Directeurs dragen de volle verantwoordelijkheiden de geëvalueerde medewerkerkan tegen zijn negatieve evaluatie in beroepgaan bij het college van beroep.5.6.Verdiende sancties?Grenzen duidelijk maken en bewaken hoort bij deopvoedende taak van een school. Soms overschrijdenleerlingen die grenzen. Dat gebeurt omdatniet alle grenzen even aangenaam zijn en omdatexperimenteren onlosmakelijk verbonden is metjong zijn. Experimenteergedrag kan veel vormenaannemen. Vaak gaat het over mogelijkheden enbeperkingen en eigen grenzen en die van de omgevingaftasten. Met een sanctie zet de school deleerling aan om zijn gedrag te veranderen en aante passen aan de aanvaarde regels en grenzen.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> is er zich van bewustdat scholen soms voor serieuze uitdagingenstaan. Ze moeten soms snel reageren op wat zichvoordoet. Daardoor stellen ze soms handelingendie vatbaar zijn voor discussie. Bovendien is detaak van de school niet altijd eenvoudig: enerzijdswordt verwacht dat de school jongeren mee stuurtin hun groei naar jongvolwassenheid. Anderzijdswordt het niet altijd geapprecieerd als de schoolop een bepaalde manier ingrijpt of corrigerend optreedt.Deze boodschap geven wij mee aan oudersof jongeren om de situatie beter te kunnen kaderen.De Klachtenlijn respecteert de autonomie en devrijheid van scholen om ordemaatregelen tenemen. Meestal leveren die geen problemen op.Als dat wel zo is, hebben ouders en leerlingengeen of weinig rechtsgronden om op te tredentegen incorrecte bejegening door een leerkrachtof door de schooldirectie. Omdat er weinig wettelijkhouvast is over ordemaatregelen, baseert het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> zich bij het onderzoekvan deze meldingen op artikel 28 en 29 vanhet kinderrechtenverdrag: de discipline en orde opschool moeten gehandhaafd worden op een manierdie de menselijke waardigheid van het kindweerspiegelt. Ook andere verdragsbepalingen zijnbelangrijk: het recht op inspraak, vrije meningsuiting,bescherming tegen lichamelijk en fysiekgeweld. Daarnaast toetsen we de maatregel ookaan het proportionaliteitsbeginsel en het recht opverdediging.a


Deel 3: Waar knelt het? 85Hfst 5: Rechten op en in onderwijsVan de grond etenMijn 12-jarige zoon en twee van zijn vriendenmoesten op school korsten opeten die op grondlagen. De leerkracht dacht dat zij die daar gegooidhadden. Ik ben naar de directie gegaan endie vond dat een gepaste straf.Binnenblijven en stilzittenDe 8-jarige Jerom heeft ADHD. Omdat de schoolhem te druk vindt op de speelplaats, krijgt hijstraf: een hele week moet hij in de speeltijd inde refter of de leraarskamer gaan zitten. Daarnakrijgt hij geleidelijk weer vrije tijd. Na een tijdjevindt de school hem opnieuw te druk en moethij weer binnenblijven. Zo gaat dat maandendoor. Zijn moeder noemt het een vicieuze cirkel:omdat haar zoon in de klas moet stilzitten,moet hij zijn energie kwijt op de speelplaats,maar daarvoor wordt hij gestraft. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> bemiddelt samenmet het CLB en de algemeen directeur.Artikel 28 van het kinderrechtenverdrag zegt duidelijkdat de discipline op school gehandhaafdmoet worden op een manier die de menselijkewaardigheid van het kind weerspiegelt. Straffenzoals in de voorbeelden zijn vernederend en buitenproportie. Ze tasten de menselijke waardigheidvan kinderen aan.Bij meldingen over tijdelijke schorsingen stelthet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vast dat de minderjarigegeen enkele rechtsbescherming geniet.Dat uit zich vooral in de lange duur van sommigeschorsingen. Er zijn geen maximumtermijnenwaardoor het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> in depraktijk ziet dat sommige leerlingen dagen- ofwekenlang thuis zitten. Dat is in strijd met hunrecht op onderwijs.Op- en uitsluitenDe school heeft me preventief geschorst zonderreden of uitleg te geven. Ik moest verschillendedagen doorbrengen in een klein lokaaltje. Ik voeldeme opgesloten en vernederd. Mijn ouders hebbeneen afspraak kunnen maken, maar ik mochtdaar niet bij zijn. De enige uitleg die mijn ouderskregen, is dat er mensen zijn komen klagen enmeer niet. De directie heeft me daarna definitiefuitgesloten. Ik heb zelf een nieuwe school moetenzoeken. Ik voel mij oneerlijk behandeld.Bij een definitieve uitsluiting moet de schoolwel een vaste procedure volgen: de leerling moetzijn tuchtdossier kunnen inkijken en heeft hetrecht gehoord te worden. Bovendien moet deschool haar beslissing schriftelijk motiveren. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> stelt vast dat sommigescholen de procedure niet altijd consequentvolgen. Dikwijls weten ouders en leerlingen nietdat deze strikte regels bestaan. Natuurlijk staanze wel in het schoolreglement, maar als de problemenopduiken, lijkt het toch billijk dat eenschool de ouders en de leerling opnieuw informeert.Ouders kunnen in beroep gaan tegen eendefinitieve uitsluiting. Alle formele regels zijn bedoeldom de leerling rechtsbescherming te bieden.Maar in de praktijk geven ze niet altijd denodige waarborgen.Een leerling definitief uitsluiten is een ingrijpendemaatregel. Het is dan ook belangrijk dat die maatregeldoordacht genomen wordt. Als het gedragvan de leerling het onderwijs of het opvoedingsprojectvan de school in het gedrang brengt, kaner een tuchtmaatregel genomen worden. Voorzo’n tuchtmaatregel geldt het subsidiariteitsprincipe:voorrang geven aan de minst ingrijpendemaatregel. Een tuchtdossier moet dan ook motiverendoor welk gedrag de leerling het onderwijsof het opvoedingstraject in het gedrang brengt.Ook minderjarigen hebben recht op een weerwoordals ze ergens van beschuldigd worden.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vindt het heelbelangrijk om ook dit verhaal op papier te zettenen bij de stukken te voegen die in het tuchtdossierterechtkomen. Dat is belangrijk om volledigheiden neutraliteit na te streven. Toch stellen wevast dat het niet altijd gebeurt. Als de versie vande school en die van de leerling ver uit elkaar liggen,vraagt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> hettuchtdossier op.Volgens ons moet een tuchtdossier ook motiverenwaarom een ‘lichtere’ maatregel zoals eentijdelijke schorsing of een ordemaatregel geeneffect heeft. Want als die maatregelen geen effecthebben of niets veranderen, dan kan een


86 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijsindividueel begeleidingsplan met meer bindendegedragsregels opgemaakt worden. Daardoorkan de samenwerking tussen een leerling en eenschool weer mogelijk worden. De twee elementenworden volgens ons vaak te weinig toegelichtin het tuchtdossier en aan de leerling.Voorbeeld stellen om vertrouwen vanschoolteam te winnen?Op 7 september <strong>2012</strong>, de vijfde dag van hetschooljaar, bokst Farouk op het gezicht van eenmedeleerling die hem uitgedaagd had. Dezelfdedag vertrekt een brief naar de ouders met de mededelingdat Farouk definitief uitgesloten wordtvanaf maandag 10 september. Zowel dader alsslachtoffer zijn erg geschrokken en spreken samende directie aan. Ze hebben hun conflict onderlingal bijgelegd en elk hun fout ingezien. Deschooldirecteur houdt voet bij stuk. Op slagen enverwondingen staat maar één sanctie: definitieveuitsluiting. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> adviseertFarouk hoger beroep aan te tekenen. Inde eerste plaats omdat de kans gemist werd omherstelgericht te werken, een kans die de jongenszelf gecreëerd hadden. Ten tweede omdat minderzware straffen uit het schoolreglement niettoegepast werden. Ten derde omdat de schoolde tuchtprocedure niet correct volgde: Farouken zijn ouders kregen geen inzage in het tuchtdossier,ze zijn niet vooraf gehoord en er is geenadvies ingewonnen van de klassenraad. De interneberoepscommissie erkent de procedurefouten,maar stelt dat die niets afdoen aan de ernstvan het gepleegde feit. De definitieve uitsluitingwordt bevestigd. In het afrondend telefoongesprekmet de Klachtenlijn zegt de directeur dathij inziet dat hij te snel de zwaarste sanctie genomenheeft. Hij vraagt begrip voor zijn positie:als nieuwe directeur moet hij nog het vertrouwenvan zijn schoolteam winnen.Twee weken voor examens definitief uitgeslotenMinder dan twee weken voor de start van de examenperiodewordt Didier definitief uitgesloten.Hij verkocht cannabis aan een medeleerling. Deouders vragen of Didier toch nog zijn examensmag afleggen, maar de directie weigert. Hetschoolreglement is duidelijk: op drugs verkopenop school staat één sanctie, de definitieve uitsluiting.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> raadthet gezin aan in beroep te gaan. We vragenDidier om zijn fout tegenover de school te erkennen.En te vragen aan de school om de definitieveuitsluiting pas op 31 augustus te lateningaan. Nu nog een school vinden is erg moeilijken legt bovendien een heel zware hypotheek opzijn slaagkansen. Hij zal ook geen lessen meervolgen, waardoor hij geen bedreiging meer isvoor andere leerlingen. In afwachting van het beroepgaan het gezin en het CLB samen op zoeknaar een nieuwe school. Geen enkele school isbereid Didier nog op te nemen. De directeur laatweten dat hij daarom een attest zal afleveren opbasis van de beschikbare schoolresultaten. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> bemiddelt ook bijde voorzitter van de interne beroepscommissie.Uiteindelijk beslist de beroepscommissie, tweedagen vóór de examens, dat de ingangsdatumvan de definitieve uitsluiting opschuift naar 31augustus <strong>2013</strong>. Didier kan meedoen aan de examens.Deze voorbeelden gaan over de allereerste en deallerlaatste weken van het schooljaar, maar het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> krijgt het hele jaardoor meldingen van definitieve uitsluitingen.Heel veel van die klachten beoordelen we alsgegrond, omdat het proportionaliteitsbeginselgeschonden wordt of omdat de tuchtprocedureniet correct gevolgd werd. We blijven vaststellendat nog heel wat leerlingen na de paasvakantiedefinitief verwijderd worden. Toch zegt de regelgevingdat dat een bijzonder drastische ingreepis die maar in hoogst uitzonderlijke gevallen toegepastmag worden. Ze legt een bijzonder zwarehypotheek op de slaagkansen van de leerling.Bij uitsluitingen net vóór de eindexamenperiodereiken scholen – als er geen andere school gevondenwordt – een attest uit op basis van de beschikbareschoolresultaten en informatie. Wij vindendat geen goed signaal naar medeleerlingen.In een gelijkaardige case als die van Didier zegteen jongere ons: ‘Het is toch goed dat ik geenexamens moet afleggen. Zo heb ik een maand extragrote vakantie.’Interne beroepscommissies moeten hun beslissingenook motiveren. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>stelt vast dat veel leerlingen enhun ouders weinig of geen gemotiveerde toe-


Deel 3: Waar knelt het? 87Hfst 5: Rechten op en in onderwijslichting krijgen. Beroepscommissies antwoordensoms letterlijk: ‘We hebben uw verhaalgeverifieerd bij de directie.’ Dat moet volgenshet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> duidelijker.Conclusies van interne beroepscommissiesmoeten serieus onderbouwd zijn. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> blijft ook pleitenvoor onafhankelijk externe regionale beroepsinstanties.Als een leerling van school gestuurd wordt, moetde school helpen zoeken naar een andere school.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> stelt vast datscholen leerlingen niet altijd actief bijstaan.Jongeren en ouders zijn daarvan niet altijd op dehoogte en worden daardoor aan hun lot overgelaten.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> kan zich vindenin ‘andere maatregelen’ die vaak in de vormvan gedrags- en begeleidingscontracten opgelegdworden aan leerlingen die manifest enherhaaldelijk de regels schenden. Die ultiemeoplossing zien we graag mee bepaald wordenin overleg met de leerling zelf. De praktijk toontdat dat meer kansen op succes geeft. Nu zien wemeestal dat een gedragscontract gewoon eenpaar regels uit het schoolreglement overneemt.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vindt dat eengedragscontract een reflectie-instrument moetzijn. Een laatste kans – leerlingen begrijpen datook en kunnen zich daarin vinden – die ze willenof moeten grijpen, waardoor de leerling gaat nadenkenover zijn of haar gedrag en zichzelf ookregels gaat opleggen.Contract van onbepaalde duurMijn zoon heeft vorig schooljaar een gedragscontractmoeten ondertekenen. Dit schooljaar looptdat nog door. Mag dat?Daarnaast blijkt uit ons klachtenonderzoek dat gedragscontractenvaak ‘van onbepaalde duur’ zijnen vermelden: ‘Bij niet-naleving van het contractkan de procedure tot definitieve uitsluiting opgestartworden.’ Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>vraagt dat er altijd evaluatiemomenten geplandworden die kunnen leiden tot de ontbinding vanhet contract. Zo krijgt de leerling een positiefperspectief. Vandaag stellen we vast dat een gedragscontractals een zwaard van Damocles bovenhet hoofd van een leerling blijft hangen. Deminste misstap, zelfs maanden na afsluiten vanhet contract, wordt aangegrepen om de leerlingdefinitief uit te sluiten.Blijven investeren inrelatiesBij conflicten over het niet naleven van de regelsis het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> eerder sceptischover de vele schorsingen en definitieve uitsluitingen.In het schooljaar <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> werdenbijna 2.500 leerlingen definitief van school gestuurd.Een absoluut record. Naast een stevig decretaalverankerde rechtspositie voor leerlingenpleit het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> voor eenvisie en sanctiebeleid gericht op blijven investerenin relaties.Uit ons klachtenonderzoek blijkt dat er op datvlak nog een hele lange weg te gaan is. Scholenhouden vast aan hun ‘sanctiemenu’. Welke regelwerd overtreden? Wie heeft het gedaan? Welkestraf komt overeen met de overtreding? Voorscholen is dat een duidelijk, eenvoudig en consequentsysteem dat rechtvaardigheid bereiktdoor gelijke behandeling. Helaas stellen we vastdat deze aanpak alleen maar leidt tot veel gesanctioneerdeen uitgesloten leerlingen. Scholenzijn dan wel van ‘de probleemleerling’ verlost,evengoed verschuiven ze het probleem naar devolgende school. Bovendien zorgen de straffenvoor boosheid bij jongeren en ontnemen ze hende kans om na te denken over hun gedrag en omzelf hun verantwoordelijkheid op te nemen.Op studiedagen komt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>in contact met scholen die hetanders aanpakken. Scholen die resoluut kiezenvoor herstelgericht werken. Hun verhalen tonenaan dat een herstelgerichte visie en aanpak loont.Er zijn daarom niet minder conflicten, ze wordenwel anders benaderd. Proactief wordt de schoolsesamenleving ontwikkeld door relaties te versterken.Reactief door spanningen en conflictenaan te pakken door de schade te herstellen en relatiesweer op te bouwen. Rechtvaardigheid doorflexibiliteit. Wat is er gebeurd? Wie heeft schadegeleden? Hoe kan de schade hersteld worden?


88 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijsVerbindende in plaats van verwijderendecommunicatieTot voor een paar jaar was er op een school eenstrikte procedure afgesproken voor wie de regelsniet naleefde. Eerst kwamen er aantekeningenvoor de ouders in de agenda. Na drie aantekeningenvolgde een strafstudie. Weigerden leerlingenhun agenda af te geven, dan volgde opnieuween strafstudie. Er waren ook strafstudiesvoor roken, spijbelen, drie keer te laat komen,sneeuwballen gooien en niet naar de strafstudiekomen. Bij drie strafstudies werd de leerling tweedagen tijdelijk uitgesloten. Volgde daarop weerwangedrag, dan werd de leerling definitief uitgesloten.In het schooljaar 2008-2009 waren er opde school 75 tijdelijke en 22 definitieve uitsluitingen.In 2009-2010 zelfs 102 tijdelijke en 25 definitieveuitsluitingen. De directie besefte dat het zoniet verder kon en zette samen met het CLB in opherstelgericht werken met gedragscontracten. Insamenspraak met leerlingen en schoolpersoneelwordt er bemiddeld tussen de betrokkenen. Ookgedragscontracten worden nu altijd samen metde leerling opgemaakt zodat die ervan kan leren.Sinds de invoering van deze aanpak loopt hetaantal uitsluitingen spectaculair terug. Een leerlingdefinitief uitsluiten is zeldzaam geworden.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> is voorstandervan herstelbemiddeling. In onze contacten metscholen naar aanleiding van een klacht over sanctiesgeven we die boodschap ook mee. Op kortetermijn zorgt herstelbemiddeling ervoor dat groteincidenten aangepakt worden op een manierdie ‘daders’ een nieuwe kans geeft en slachtoffersernstig neemt en hun schade herstelt. Op langetermijn zorgt de aanpak voor een basishoudingbij het schoolpersoneel die proactief incidentenvoorkomt en incidenten ziet als leerkansen.Herstelbemiddeling leidt tot minder tuchtproceduresen uitsluitingen. Deze aanpak leert leerlingenen schoolpersoneel verantwoordelijkheid opte nemen voor hun gedrag.5.7.Eigen taal op school?Taal en onderwijs staan geregeld op de beleidsagenda.Meestal gaat het dan om de kennis vanhet Nederlands als onderwijstaal of om vreemdetalenonderwijs.De positie van de moedertaalvan niet-Nederlandstalige leerlingen op school iseen thema waartegenover Vlaamse beleidsmakersveel terughoudender staan.NVerslag N bespreking ontwerp van decreet betreffendehet Onderwijs XXIII, Parl.St. Vl.Parl.<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>, nr. 2066/7Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> maakt zich zorgenover sommige situaties in de onderwijspraktijk,door de zware gevolgen die het talenbeleidvan scholen kan hebben voor leerlingen van wieNederlands niet de moedertaal is.Nul voor wiskunde om Frans te spreken inde klasEen vader belt de Klachtenlijn omdat zijn zooneen nul voor wiskunde gekregen had. Niet omdathij niets van zijn wiskunde gebakken had, maaromdat hij een keertje te veel Frans gesprokenhad met een medeleerling. En omdat de leraardie hem daarop betrapt had, de leraar wiskundewas, leverde dat dus een nul op voor wiskunde.Het schoolreglement van de school vermeldt letterlijk‘dat je in de omgang met medeleerlingenen schoolmedewerkers steeds – tijdens de lesen lesonderbrekingen, in de gangen, in de eetzaal,op de speelplaats, aan de schoolpoort entijdens pedagogische uitstappen, het AlgemeenNederlands gebruikt. Wie, ondanks verschillendeopmerkingen, weigert op school steeds hetNederlands te gebruiken wordt gesanctioneerdmet een orde- of tuchtmaatregel’.De school heeft een coördinator talenbeleid endie reageerde verbaasd toen wij haar verteldenvan de klacht. Vooral dat er voor een vak puntenafgetrokken werden omdat een leerling de taalregelovertrad, verraste haar. Verder nazicht van hetschoolreglement leerde ons dat het taalgebruik(net als andere ‘niet-vakgebonden competentieszoals stiptheid, aanwezigheid en administratievevaardigheden’) wel degelijk in rekening gebrachtmag worden voor de evaluatie. Daarnaast wordtv


Deel 3: Waar knelt het? 89Hfst 5: Rechten op en in onderwijshet taalgebruik ook in rekening gebracht bij deafzonderlijke evaluatie van niet-vakgebondencompetenties (attitudes en vaardigheden).Overtreding van de taalregel kan in deze schooldus drie keer gesanctioneerd worden: bij de evaluatievan de vakken, bij de afzonderlijke evaluatievan niet-vakgebonden competenties én alsorde- of tuchtmaatregel.Geen uitzonderlijke situatieUit een onderzoek van de Universiteit Antwerpen,de KU Leuven en de UGent komt naar voren datacht op tien jongeren die thuis Turks of Arabischof Berbers spreken, straf krijgen als ze hunthuistaal op school gebruiken. De onderzoekersondervroegen meer dan 11.000 leerlingen uitde tweede graad van het secundair onderwijs.Opvallend is dat het gebruik van Turks, Arabischof Berbers méér bestraft wordt dan het gebruikvan andere thuistalen. Die praktijken zouden weleens de geringere slaagkansen van leerlingenmet een migratieachtergrond kunnen helpen verklaren,denken de onderzoekers.NOprit N 14. Naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen.www.oprit14.be.NZie N ook het verslag van de gedachtewisseling metde onderzoekers in het Vlaams Parlement op 31januari <strong>2013</strong> (http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/g1937-1.pdf).Onderzoekers beklemtonen dat een goede ontwikkelingvan de moedertaal de verwerving vaneen tweede taal zoals de onderwijstaal juist ondersteuntin plaats van te hinderen. Jongerenvoelen zich ook gewoon beter als ze op schoolhun eigen thuistaal mogen spreken. Een open,positieve houding van de school tegenover dethuistaal van leerlingen helpt ze in hun identiteitsontwikkeling.NInterview N met Kris Van den Branden, directeurvan het Centrum voor Taal en Onderwijs aande KU Leuven in Klasse nr. 235 van mei <strong>2013</strong>Wat zegt de wet?In ons vorige jaarverslag meldden we een klachtover het taalreglement bij een gemeentelijkespeelpleinwerking. Contact met de Taalwetwijzer,een initiatief van de Vlaamse overheid, leerde onstoen dat de grondwet gemeentelijke overhedenniet toestaat om het taalgebruik tussen particulierente beperken. Welke taal kinderen onderling(of met hun ouders) op een speelplein spreken,valt onder de grondwettelijke vrije taalkeuze (artikel30 van de grondwet). Geldt voor scholendan niet een gelijkaardige regel?Onderwijs complexer danspeelpleinenVoor onderwijs bestaat er specifieke regelgeving.Om te beginnen is er de Onderwijstaalwetvan 1963, die voorschrijft in welke taal de algemenevakken in het kleuter-, lager en secundaironderwijs gegeven moeten worden, zo lezen webij de Taalwetwijzer. Het taalgebruik door schooloverhedenwordt dan weer geregeld door deTaalwet Bestuurszaken. In Vlaanderen en in hetNederlandstalig onderwijs in Brussel moet dat inhet Nederlands. Maar wat met het taalgebruik vanleerlingen onderling op de speelplaats, in de gangen,in de eetzaal? Daarover is de Taalwetwijzerminder duidelijk. Een vrije school kan daar in zijnschoolreglement beperkingen aan opleggen, zoluidt het. Een officiële dan niet? En is zo’n onderscheiddan geen discriminatie tussen leerlingen?Nwww.taalwetwijzer.beNRond de tafelOm hierover meer duidelijkheid te krijgen, belegdehet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> op 8 maart<strong>2013</strong> een bijeenkomst met zes specialisten in onderwijsrechten in Belgisch grondwettelijk recht.Taal op school: twee- ofdriedeling?Uit het debat werd duidelijk dat veel afhangt vanhoe de Onderwijstaalwet geïnterpreteerd wordt.Interpreteer je die ruim, dan kom je op een tweedeling:taalgebruik bij bestuursdaden tegenovertaalgebruik in onderwijsactiviteiten. Onder datlaatste zit dan alles wat niet onder bestuursdadenvalt. Dus ook wat er gebeurt op de speelplaats ofin de eetzaal.


90 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijsBij een striktere interpretatie van wat onder‘onderwijs’ valt, ontstaat er een driedeling metnaast onderwijs en bestuurszaken ook nog eenprivézone, waaronder bijvoorbeeld de niet striktonderwijsgebonden communicatie tussen leerlingenvalt. Daarop zou dan principieel de vrije taalkeuzevan toepassing zijn. Een ruime interpretatievan de Onderwijstaalwet laat perfect toe datscholen ook het taalgebruik van leerlingen buitende lessen aan strikte beperkingen onderwerpen.En waar iets verboden wordt, mogen overtredingenbestraft worden.Taal en pedagogische opdrachtMaar ook als je conceptueel de voorkeur zou gevenaan een driedeling, kan het nog perfect teverantwoorden zijn dat een school beperkingenoplegt aan het taalgebruik in die privézone. Maardan zal dat vanuit een ander betekeniskader gebeuren,bijvoorbeeld vanuit de pedagogische bezorgdheiddat leerlingen moeten leren hun taalgebruikaan te passen aan de situatie, vanuit eenrespectvolle omgang met mensen die de thuistaalvan de leerlingen niet begrijpen. Hier zou dan welbekeken kunnen worden of de beperkingen en deopgelegde sancties in verhouding zijn met hetgestelde doel.Vrijheid van onderwijs?Sommige experten betwijfelen of scholen beperkingenkunnen opleggen aan het taalgebruik vanleerlingen vanuit de grondwettelijke vrijheid vanonderwijs (artikel 24 van de grondwet). Als weaanvaarden dat het inschrijvingsrecht scholeneen inschrijvingsplicht oplegt, kan een schoolvoor zijn taalbeleid toch niet méér vrijheid opeisen?Na discussie kwamen de experten wel tothet eensgezinde besluit dat er voor het taalbeleidvan scholen geen juridische gronden zijn omeen onderscheid te maken tussen vrij en officieelonderwijs. Zo’n onderscheid kunnen we volgenseen van de experten inderdaad discriminatie noemen.Misbruiken tegengaanOf de vraag of er een nieuw Vlaams decreet nodigis om wat meer duidelijkheid te scheppen,reageerden de experten eerder terughoudend.Daarvoor is er eerst nog meer onderzoek nodig.Wellicht volstaat het huidige wettelijke arsenaalom misbruiken tegen te gaan. Sancties moetenin verhouding staan tot de ernst van de overtredingen moeten passen in de schoolcontext.eLeerlingen geldboetes opleggen bijvoorbeeld istotaal onaanvaardbaar. En leerlingen punten aftrekkenvoor wiskunde omdat de leraar die detaalovertreding vaststelde toevallig de leraarwiskunde was, kan ook al helemaal niet. Maarof je dat efficiënt bestrijdt door nieuwe regelgevinglijkt twijfelachtig. Het is wellicht eerder eenkwestie van sensibilisering en visieontwikkeling.Meer iets dus voor de onderwijskoepels en depedagogische begeleiders dan voor het VlaamsParlement.Op basis van de klachten en de rondetafel formuleerthet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> enkeleaandachtspunten voor scholen.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>doet zes aanbevelingen voor hettaalbeleid van scholen:■■Als je beperkingen oplegt, leg dan uitdrukkelijkuit waarom je ervoor kiest dat leerlingen zichook in ‘vrije momenten’ in contacten met andereleerlingen bij voorkeur in het Nederlandsuitdrukken, bijvoorbeeld door te verwijzennaar het belang van een gemeenschappelijketaal om niemand uit te sluiten, of naar respectvolomgaan met elkaar.■■Maak het onderscheid tussen situaties waarinanderen het spreken van de eigen thuistaal alsstorend of niet-storend ervaren.■■Ga zoveel mogelijk stimulerend en uitnodigendte werk en zo weinig mogelijk repressief.■■Zorg ervoor dat je eventuele sancties niet bureaucratischtoepast en dat die sancties in verhoudingstaan tot de ernst van de overtredingen de aard van de concrete situatie.■■Vermijd uitdrukkelijk dubbel sanctioneren vanovertredingen (tuchtstraf + minpunten op hetrapport).■■Leg uitdrukkelijk een positieve en respectvollehouding aan de dag tegenover de thuiscultuuren de thuistaal van leerlingen en bezin je overde concrete manier waarop je daar uiting aangeeft.


Deel 3: Waar knelt het? 91Hfst 5: Rechten op en in onderwijs5.8.Religieuze symbolenVanaf 1 september <strong>2013</strong> geldt in het gemeenschapsonderwijseen algemeen verbod op het dragenvan religieuze symbolen door leerlingen. Naaraanleiding daarvan kwamen bij de Klachtenlijnverschillende klachten binnen. De klachten gaanniet alleen over GO!-scholen maar ook over scholenuit het vrij onderwijs.Belofte verbrokenEen dertienjarig moslimmeisje dat dit schooljaarzou starten in een atheneum van het GO!, is erg teleurgesteld.Ze is vorig schooljaar naar dit atheneumgekomen, ook doordat de directeur had latenverstaan een voorstander te zijn van het uitdoofscenario.Dat wil zeggen dat het aangekondigdealgemene verbod op het dragen van religieuzekentekens vanaf 1 september <strong>2013</strong> alleen voornieuwe leerlingen zou gelden. Leerlingen zoalszij, die al een jaar of langer op school zijn en eenhoofddoek willen dragen, zouden dat verder mogendoen. Ook dit jaar en volgende schooljaren.Ondertussen koos de scholengroep ‘voor de kortepijn’: het verbod geldt meteen voor alle leerlingen,ook voor zij die er al langer school lopen. Wel voorzietde directeur allerlei ‘verzachtende’ maatregelen:de leerlingen kunnen een hoofddoek dragenop weg naar school en op school zelf komt er eenruimte waar ze zich kunnen omkleden. Ze moetenhun hoofddoek dus niet meteen afleggen als zeop school aankomen. Maar die regeling vindt hetmeisje niet genoeg. Op de eerste schooldag bleefze onwettig afwezig.De moeder van het meisje beklemtoont bij deKlachtenlijn dat het meisje zelf besliste om eenhoofddoek te dragen. Ze koos daarvoor toen zetwaalf jaar werd. De ouders steunen hun dochterwel in haar beslissing, maar vinden het vooral belangrijkdat ze haar studies kan voortzetten. Zeoverwegen nu een overstap naar een college, waareen hoofddoek wel toegestaan is.Aan de Klachtenlijn vertelt de directeur dat er zichvroeger op school nooit problemen voordedenrond religieuze kentekens. Er was ook nooit sprakevan hetzes door jongens tegen moslimmeisjeszonder hoofddoek. Of van andere conflicten tussengroepen leerlingen die zich van elkaar willenonderscheiden.Dan maar veranderen van school?Een klacht tegen een katholieke school kwamer van een meisje in het tweede jaar secundaironderwijs. De school verbiedt al jaren religieuzekentekens en doet dat in overeenstemming metde andere scholen uit de scholengemeenschap.De school maakt duidelijk dat ze in de eersteplaats gelijkheid tussen de leerlingen wil nastreven.Ze wil vermijden dat er subgroepen ontstaanbinnen de schoolgemeenschap. Ook al dreigt ditnu niet, want ze verwachten dat er slechts eenpaar leerlingen de hoofddoek zouden dragen. Toten met vorig jaar legde het meisje zich daarbijneer, maar vanaf dit schooljaar besloot ze om datniet meer te doen. Ze is ondertussen bij een andereschool ingeschreven.Klachten komen niet alleen van moslimmeisjes,maar ook uit een heel andere hoek.Met tulband geen schoolIn een ‘brief aan de Vlaamse politiek’, die ook bijhet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> in de bus viel,klaagt de sikhgemeenschap aan dat ook jongensmet een tulband nu in veel scholen niet meer terechtkunnen.In een afzonderlijke brief zeggen de ouders vaneen negenjarige sikhjongen dat voor een sikhjongende tulband ‘niet gelijk een pet is die je op enaf kunt zetten. Hij dient ervoor om zijn lange ongeknipteharen, ook een integraal en essentieelonderdeel van zijn geloof, netjes te houden. Hijwordt dus elke morgen zorgvuldig omgeknoopten de hele dag gedragen. […] Praktisch gezegd isde tulband eigenlijk evenzeer een deel van eensikh als zijn lichaamsdelen. Het dragen van eentulband helpt een kind in het ontwikkelen vansikh-eigenschappen die volledig overeenstemmenmet de waarden van de Belgische maatschappij.’De ouders klagen aan dat zij in de wijde omgevinggeen scholen meer vinden die een tulbandtoelaten, niet in het GO! en niet in het vrij onderwijs.


92 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijsOver de hoofddoek van moslimmeisjes en anderereligieuze symbolen op school werd het voorbijewerkjaar uitgebreid gedebatteerd in het VlaamsParlement. In de verschillende voorstellen enstandpunten tekenen zich twee visies af die ook inhet bredere maatschappelijke debat terugkomen.Opvallend genoeg vertrekken beide visies vanuitdezelfde basisprincipes: de scheiding van kerk enstaat, het belang van neutraliteit en van actief pluralisme,respect voor democratische waarden enverworvenheden in onze maatschappij. Maar viatotaal verschillende redeneringen komen ze totheel andere antwoorden op de vraag of religieuzesymbolen op school toegestaan of verboden moetenworden.Aan de ene kant staat de visie dat elk individu vrijis om zijn godsdienst of levensbeschouwing te kiezen,maar dat – precies ter bescherming van diegodsdienstvrijheid en in naam van de scheidingvan kerk en staat – de beleving en uiting ervanbest privé gehouden wordt en niet thuishoort inde publieke ruimte. Dus ook op niet op school. Oftoch minstens niet in het officieel onderwijs. Zokan een leerling er ook niet op aangekeken wordenof hij bepaalde symbolen wel of juist niet draagt.En zo is er ook meer garantie op gelijke behandelingvan iedereen.Aan de andere kant staat de visie dat om leerlingende waarde van godsdienstvrijheid en religieuze enlevensbeschouwelijke tolerantie en diversiteit bijte brengen, het juist goed is om religieuze symbolenzo weinig mogelijk te beperken. Dat biedtmeer kansen voor een open dialoog over de betekenisdie de dragers aan de symbolen hechten enover de waarden die ze daaraan verbinden. Alleenwaar dat nodig is voor de veiligheid en de openbareorde, moeten beperkingen opgelegd worden.Voor beide visies zijn er argumenten aan te voeren.Het debat lijkt nog lang niet afgerond te zijn.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> hoopt dat het debatverder in alle openheid gevoerd kan worden envraagt ook naar de leerlingen zelf te luisteren. Hetdebat moet daarom ook in de school zelf gevoerdworden.5.9.Komt dan het rapport?Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> krijgt meldingenover betwistingen van examenuitslagen en overde attesten op het einde van het schooljaar. Wekunnen geen onderzoek openen naar de manierwaarop leerlingen beoordeeld worden omdat datonder de autonomie van de school en de leerkrachtenvalt. Wel kunnen we meldingen onderzoekenover de motivering op zich of over de algemeneinformatieverstrekking.Recht op informatie?Ik vind dat ik onterecht een B-attest kreeg. Ik hebmaar één buis. Op mijn rapport staat ‘clausuleringtso’. Wat betekent dat? Kan ik daar iets aan doen?Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> stelt vast dat demotivering voor een bepaald attest op het eindevan het schooljaar niet altijd even duidelijk of ergminimalistisch is. Dat stuit melders tegen de borst.Bovendien merken we dat scholen niet altijd informatieover de mogelijke beroepsprocedure geven.Daardoor missen heel wat leerlingen de kans ophoger beroep: de korte tijd waarin ze in beroepkunnen gaan, gaat voorbij zonder dat ze daar ergin hebben. De procedure en de modaliteiten staanwel in het schoolreglement, maar een extra kopiebij het B- of C-attest zou beter tegemoetkomen aanhet recht van minderjarigen op duidelijke informatie.Clausulering hypothekeert kansenEen vader meldt ons dat zijn 17-jarige dochterin een aso-school een B-attest kreeg met clausuleringvoor aso, tso en kso. Het gezin erkent depovere schoolresultaten en was vorig schooljaaral naar een tso-school gegaan om daar eventueelnaar over te stappen. De clausulering maakt datzo goed als onmogelijk. Het gezin vindt dat hetoordeel van de school de toekomstkansen van dedochter vergaand beperkt. Het meisje denkt erzelfs aan te stoppen met school.


Deel 3: Waar knelt het? 93Hfst 5: Rechten op en in onderwijsHet gezin gaat in beroep, maar de interne beroepscommissiebeoordeelt het B-attest en declausulering als niet onredelijk. Het gezin zit metde handen in het haar en heeft eind augustus noggeen nieuwe school gevonden voor hun dochter.Bovendien zijn sommige bso-richtingen geen optiedoor de twee jaar praktijkachterstand.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> stelt zich vragenbij uitsluitingen van een volledige onderwijsvormof zoals in het voorbeeld van verschillendeonderwijsvormen. Dat legt niet alleen een zwarehypotheek op de toekomstkansen van jongeren,het lijkt ons ook in tegenspraak met de inspanningenom de schotten tussen aso, tso, kso enbso te doorbreken en het watervalsysteem terugte dringen. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> isvan oordeel dat een meer gerichte clausuleringtoegespitst op de concrete tekorten effectieveris en minder de toekomstkansen van een leerlingbeperkt. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>vraagt jongeren en hun ouders wel elke keer omrealistisch te zijn en zoveel mogelijk rekening tehouden met de beoordeling van de klassenraadDe algemene ontevredenheid die bij jongeren enouders leeft over de beoordeling en motiveringdoor de interne beroepscommissie doet ons opnieuwpleiten voor een onafhankelijke instantiedie betwistingen van schoolresultaten en attesteringenbeoordeelt.Levensechte verhalen die concrete oplossingvragenKinderrechten raken aan de kern van het onderwijs. Een school vinden, inschrijven, je goed en veiligvoelen op school, eerlijk geëvalueerd en geattesteerd worden, jezelf kunnen zijn wat ook je taal ofafkomst is, een antwoord vinden op je onderwijsbehoeften: het zijn dagelijkse, levensbelangrijke zorgenvan leerlingen en hun ouders. Daarover brengt dit jaarverslag knelpunten aan het licht.Voor de onderwijspartners in de Vlor (inrichtende machten, personeel, leerlingen, ouders, sociaal-economischen sociaal-cultureel middenveld) zijn de signalen van het Vlaams <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>aanknopingspunten om hun permanent overleg in de schoot van de Vlor te voeden en uit te dagen. Deknelpunten zijn niet zomaar het resultaat van abstracte analyses. Het gaat om levensechte verhalenvan mensen die om een concrete oplossing vragen.Belangrijk referentiekaderDaarvoor moeten de partners in het werkveld bereid zijn samen constructief te zoeken naar eenoplossing. Ik ben ervan overtuigd dat een lokale overlegcultuur gevoed en ondersteund kan wordendoor een stevige overlegcultuur ‘in Brussel’. En vice versa. De Vlor wil de kwaliteit, de redelijkheid ende rechtvaardigheid van onderwijs en vorming verbeteren door overleg tussen alle belanghebbenden.Kinderrechten zijn daar een belangrijk referentiekader voor. Daarom verdienen de aangehaalde knelpuntenen de adviezen van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> de aandacht van alle partners in de Vlor.Mia Douterlungne,administrateur-generaal Vlor(Vlaamse Onderwijsraad)


94 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijs5.10.Hervorming secundaironderwijsOp 4 juni <strong>2013</strong> keurde de Vlaamse Regering hetmasterplan hervorming Secundair Onderwijsgoed op basis van het rapport van de Commissie-Monard. Met dit plan wil de Vlaamse Regering enkeleproblemen een halt toeroepen:■■Eén op acht jongeren haalt geen secundair diploma.Veel jongeren zijn schoolmoe. De hervormingmoet die ongekwalificeerde uitstroomterugdringen.■■Een juiste studiekeuze blijft moeilijk. De keuzevoor technisch onderwijs of beroepsonderwijsis vaak een negatieve keuze.■■De sociale afkomst bepaalt te veel de schoolenstudiekeuze, de slaagkansen en de studieresultatenvan jongeren.■■De beste leerlingen en de grote middenmootbeginnen significant minder sterk te presteren.■■Technologie en wetenschap, economie en financiënkomen te weinig aan bod. De kennisvan vreemde talen is minder goed en op hetvlak van burgerzin scoren leerlingen erg laag.■■Voor veel leerlingen gaat de overgang van debasisschool naar het secundair onderwijs tebruusk.NCommissie-Monard, NKwaliteit en kansen voorelke leerling. Een visie op de vernieuwingvan het secundair onderwijs, 20 april 2009http://www.ond.vlaanderen.be/nieuws/2009/bijlagen/0424-visienota-SO.pdfHet kinderrechtenverdrag stelt dat jongeren betrokkenenmoeten worden bij alle beslissingendie hen rechtstreeks of onrechtstreeks aanbelangen.Onderwijs is een terrein dat jongeren nauwaan het hart ligt. Het grootste deel van hun tijdbrengen ze door op de schoolbanken.In het najaar 2011 voerde een stagiaire voor het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> focusgesprekkenmet 132 Brusselse jongeren over de plannen voorde hervorming van het secundair onderwijs. Dejongeren kwamen uit aso, tso, bso en deeltijdsbso. We ondervroegen jongeren uit de eerste,tweede en derde graad. Het vertrekpunt voor defocusgroepen was een ‘vertaling’ op jongerenmaatvan de oriëntatienota van minister Smet,‘Mensen doen schitteren’.NHet N <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> dankt TinneLambert, stagiaire Pedagogische Wetenschappen(UGent) omdat ze de focusgroepenbegeleidde.Nwww.hervormingsecundair.beNGraag reiken we de belangrijkste bevindingenaan om verder onderzoek en de maximale betrokkenheidvan jongeren zelf te stimuleren. Want alsbelangenbehartiger van kinderen en jongeren inhet Vlaams Parlement vinden we het cruciaal omte weten hoe jongeren zelf kijken naar het onderwijsvan vandaag en van morgen.Ouders als cruciale factorEen groot deel van de leerlingen vindt dat de verschillendemaatschappelijke waardering voor algemeen,beroeps-, kunst- of technisch onderwijsniet zomaar op te lossen is door het secundaironderwijs aan te pakken. Ouders zijn crucialespelers in de schoolkeuze van een leerling. Hetzijn dan ook de ouders die hun visie op verschillendeonderwijsrichtingen zouden moeten veranderen.Maar dat kan alleen als de maatschappijze niet meer dwingt een keuze voor aso als debeste, lees economisch meest rendabele optie tezien.Vlotte overgang van basisnaarsecundair onderwijsEen vlotte start van hun schoolloopbaan in hetsecundair onderwijs is voor alle jongeren belangrijk.Een goede informatiedoorstroom, ook vanbasis- naar secundair onderwijs, kan helpen. Hetmoet wel gaan om een ‘nieuwe start’. Het kan nietdat leerkrachten op een nieuwe school zomaaralles te weten komen over de loopbaan van eenleerling op zijn vorige school.


Deel 3: Waar knelt het? 95Hfst 5: Rechten op en in onderwijsDaarom benadrukken de leerlingen sterk dat hetheel belangrijk is om met leerlingvolgsystemenaan de slag te gaan met hun eigen medeweten enliefst zelfs met hun inspraak.Structurele aandacht voorschoolloop baanbegeleidingHet luik van de oriëntatienota over schoolloopbaanbegeleidingis voor de leerlingen in de gesprekkencruciaal. De rol van de ouders in hetkeuzeproces van leerlingen is niet te onderschatten.Er rijzen vragen bij de gevolgen vande manier waarop de overheid de studiekeuzezou willen opsplitsen en uitstellen. Tegelijk vindenleerlingen het belangrijk dat ze op school deruimte krijgen om te groeien en te ontwikkelen inhun eigen tempo, zonder dat ze aangepord wordenom voortdurend te denken met het oog ophun verdere school- en werkloopbaan. Leerlingenzijn ‘geen geschreven boeken’, jongeren veranderensterk tijdens hun schoolloopbaan. Scholenmoeten leerlingen daar goed in opvolgen.BasispakketHun grootste bezorgdheid is de mogelijke uitbreidingvan het huidige uurrooster. Als alle vakkengenoeg lestijd moeten krijgen en er daarnaasteen differentiatiepakket moet komen, vrezenveel leerlingen dat ze meer uren op school moetenzijn. De tijd op school moet zinvol en efficiëntgebruikt worden. Vermoeide leerlingen hebbennu het gevoel dat er naast school geen tijd meeroverblijft voor andere zaken.BelangstellingsgebiedenDe leerlingen zijn enthousiast over de benaderingvanuit de zes belangstellingsgebieden. Deevenwaardige benadering van de zes gebiedenis wel een minimumvoorwaarde, willen we ietsdoen aan de hiërarchische waardering van studierichtingenen willen leerlingen werkelijk dekans krijgen om hun talent te ontdekken.AttesteringVoor de attestering in de eerste graad vinden deleerlingen het belangrijk dat jongeren die slagenin het eerste jaar vrij kunnen kiezen tussende verschillende belangstellingsgebieden in hettweede jaar. Dat na het eerste jaar geen B-attestmogelijk is, lijkt hen logisch. Ze willen een hiërarchischeindeling van de belangstellingsgebiedenvoorkomen en de mogelijkheden voor alleleerlingen nog open houden. Ze vragen ook opdezelfde manier na te denken over een B-attestop het einde van het tweede jaar.Wat met buso?Gelijke kansen op talentontwikkeling voor alleleerlingen. En ‘die van buso dan?’. In elke groepwaarmee we spraken, kwam deze vraag naar boven.Dat buitengewoon onderwijs erbuiten wordtgelaten, vonden de leerlingen vreemd.Draagvlak en doorsijpelenUit de gesprekken blijkt dat leerlingen die hetplan bekijken, met erg veel extra vragen en bezorgdhedenblijven zitten. Hoe zit het met de rolvan leerkrachten? En hoe wordt er naar oudersgekeken in het hele plaatje? Om de verschillendewaardering van de onderwijsvormen aan tepakken, is er een mentaliteitswijziging nodig, opschool, maar ook en daar onlosmakelijk mee verbonden,in onze maatschappij. Het is van belangverder te kijken en ook de basisschool en het hogeronderwijs bij de denkoefening te betrekken.De aangesproken leerlingen twijfelen aan dehaalbaarheid van een zo grootschalig hervormingsplan.Ze vragen zich af of het niet effectieveris om de uitgangspunten van het plan al teversterken in ons huidig systeem. Wel manen zeaan tot spoed. Tegelijk was er in de gesprekkenberusting voelbaar. Dat er bij het plannen vaneen grootschalige hervorming van het onderwijsook naar leerlingen geluisterd wordt, is minstenseen ‘nieuwe’, zij het wel aangename gewaarwording.Ze zijn er alleen niet van overtuigd dat erook echt geluisterd zal worden naar wat ze tezeggen hebben.


l96 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 5: Rechten op en in onderwijs5.11.HuisonderwijsIn het ontwerp van decreet over het OnderwijsXXIII dat de Regering in mei <strong>2013</strong> indiende staannieuwe regels voor huisonderwijs. Die regels zijner vooral om de kwaliteit van het huisonderwijsop te volgen via de examencommissie en deinspectie. De decreetgever gaat in op bezorgdhedendie het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> alenkele jaren aankaart. We stellen al langer vastdat meer leerlingen huisonderwijs krijgen. Eengrote groep jongeren kiest na een fout gelopenschoolloopbaan voor huisonderwijs. We maaktenons zorgen over het recht op onderwijs. Vandaagblijft deze bezorgdheid bestaan. Signalen vanuitonze Klachtenlijn sterken ons daarin.NOntwerp N van decreet betreffende het OnderwijsXXIII, Parl.St. Vl.Parl. <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>, nr. 2066/1NKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT,<strong>Jaarverslag</strong>N2008-2009, <strong>Jaarverslag</strong> 2010-2011, www.kinderrechtencommissariaat.beHuisonderwijs eenzijdig ingevuldEen vader meldt dat hij sinds september <strong>2012</strong>huisonderwijs geeft aan zijn 15-jarige zoon.Vroeger zat Jason in de tso-richting Mechanica-Elektriciteit, maar op het einde van het tweedejaar kreeg hij een C-attest. Hij voelde zich heelslecht op school en werd begeleid door een psycholoogvoor post-traumatische stress. OmdatJason misschien verpleegkundige wil worden,beslist zijn vader hem daar via huisonderwijs opvoor te bereiden. Zijn vader belt naar het departementOnderwijs om zich te informeren en krijgtde boodschap dat de overheid voor huisonderwijsgeen verplichte vakken, boeken of leerplannenvastlegt. De onderwijsinspectie stelt eennegatief rapport op omdat het huisonderwijs teeenzijdig ingevuld is met studiemateriaal rondgezondheid, EHBO en opvoedkunde. De vadergaat niet akkoord en vindt dat hij niet genoegtijd kreeg om toelichting te geven. Hij kreeg ookgeen bijkomende informatie over wat er concreetbijgestuurd moet worden en weet dus niet watte doen.Als de tweede controle ook negatief is, moet zijnzoon verplicht terug naar school, maar hij zietdat niet zitten. Jason kan dat niet aan. Hij vindtook dat zijn zoon niet genoeg gehoord werd.Het huisonderwijs kent vandaag verschillendegedaantes. Zo vallen ook privéscholen eronder.Heel wat kinderen en jongeren gedijen in dezevormen van huisonderwijs. Sommige ouderskiezen bewust van jongs af aan voor huisonderwijsvanuit een specifieke kijk op opvoedingen onderwijs. Dat werd ons ook gemelddoor het Vlaamse Huisonderwijsverbond ende Sudburryschool. In een overleg tussen hetVlaams Huisonderwijsverbond, de onderwijsinspectieen het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> op 19april <strong>2013</strong> werden problemen aangekaart over dekwaliteitseisen voor huisonderwijs. Alle kinderendie huisonderwijs volgen, worden om de driejaar geïnspecteerd. Kinderen in een problematischeopvoedingssituatie worden vlugger geïnspecteerd.Huisonderwijzers hebben veel vragenover de criteria waarmee de onderwijsinspectiehun onderwijs evalueert. Er is vooral een grotebehoefte aan informatie over de verwachtingenen eisen die aan huisonderwijs gesteld worden.Ouders kunnen na een negatieve beoordelingdoor de inspectiedienst een tweede beoordelingaanvragen. Dat kan bij het meldpunt van de onderwijsinspectie.Dit meldpunt is bij heel wat oudersniet goed bekend. De onderwijsinspectie zetin op ruimere bekendmaking ervan.Het ontwerp van decreet legt volgens het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> te veel nadruk opde negatieve motivatie om voor huisonderwijs tekiezen. Zo wordt er een uiterste instapdatum nadrie schooldagen voorgesteld om te voorkomendat jongeren vanwege schoolmoeheid in de loopvan het schooljaar huisonderwijs zouden gebruikenals vluchtmiddel. Vanuit die negatieve motivatiestond het ontwerpdecreet alleen een afwijkingtoe op de uiterste instapdatum als het CLBoordeelt dat alle andere mogelijke alternatievenvan time-outprojecten uitgeput of niet geschiktzijn.NSchriftelijke Nvraag nr. 110 van GoedeleVermeiren, 2011-<strong>2012</strong>, Leerlingen privéscholen– examencommissie, 22 november <strong>2012</strong>


Deel 3: Waar knelt het? 97Hfst 5: Rechten op en in onderwijsBij de bespreking in de Commissie voor Onderwijsen Gelijke Kansen werden twee amendementengoedgekeurd waardoor het nu wel mogelijk is omna de derde schooldag over te stappen naar huisonderwijs.Op voorwaarde dat het gemeld wordtaan het CLB, dat dan tien werkdagen heeft om hetgemotiveerd te weigeren.NAMENDEMENT Nnr. 26 voorgesteld door de damesKathleen Helsen, Sabine Poleyn en KathleenDeckx, de heren Paul Delva, Willy Segers enKris Van Dijck en mevrouw Fatma Pehlivan,Parl.St. Vl.Parl. <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>, nr. 2066/3, p.3In een adviesbrief vraagt het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>:■■dat kinderen en jongeren die om allerlei redenentijdens het schooljaar geen aansluitingmeer vinden bij het reguliere onderwijs, tochhuisonderwijs kunnen afdwingen;■■duidelijke communicatie over de kwaliteitseisenvan huisonderwijs, over de werking van deinspectiedienst en over de rechten van de huisonderwijsverstrekkersen hun kinderen;■■extra middelen te voorzien zodat CLB’s ookkinderen en jongeren in het huisonderwijs kunnenopvolgen en begeleiden.NKINDERRECHTENCOMMISARIAAT,NAdviesbriefHuisonderwijs, 12 juni <strong>2013</strong>, nr. <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/8,www.kinderrechtencommissariaat.be bij Advie -zen en Standpunten.NDecreet N betreffende het Onderwijs XXIII, Parl.St. Vl.Parl., <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>, nr. 2066/105.12.De opvangcentra eninternaten buitengewoononderwijs van het GO!Begin september <strong>2013</strong> signaleerde een opvoederuit een GO!-opvangcentrum ons structureleproblemen in de instelling. De kern van zijnklacht ging over de gebrekkige infrastructureleen financiële ondersteuning voor het opvangcentrum.Dat heeft een grote impact op het dagelijksleven in het centrum en dus op het levenvan de kinderen en jongeren die er elk weekendverblijven. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> bezochtop eigen initiatief de opvangcentra van hetGO! in De Haan, in Koksijde en in Leopoldsburg.Wij bundelden onze vaststellingen in een nota‘Kinderen van de rekening’. Die nota maakten weover aan het Vlaams Parlement. Op 27 november<strong>2012</strong> lichtte de kinderrechtencommissarisde nota toe op de gedachtewisseling in de verenigdecommissies Onderwijs en Welzijn van hetVlaams Parlement.De verenigde commissies Onderwijs en Welzijnbespraken de situatie van de opvangcentra en deinternaten buitengewoon onderwijs met de kinderrechtencommissaris,vertegenwoordigers vanhet GO!, minister van Welzijn Jo Vandeurzen enminister van Onderwijs Pascal Smet.De twee ministers stelden op het einde van degedachtewisseling vijf concrete stappen voor:■■Er komt een duidelijke screening van de populatiein de opvangcentra en ook de informatieuitwisselingmoet beter.■■De zorginspectie krijgt een mandaat om de instellingendoor te lichten.■■Er wordt gestreefd naar meer regionale spreiding.■■Er komen regionale ondersteuningsteams insamenwerking met het Agentschap Jongerenwelzijn.■■In de lopende begroting wordt 500.000 eurouitgetrokken voor dringende infrastructureleaanpassingen.■■De opvangcentra en de internaten komen onderde voogdij van de minister van Welzijn inplaats van de minister van Onderwijs. Dezeovergang komt er in de loop van 2014.


98 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 6: Rechten op en in vrije tijd6. Rechten op en in vrije tijd6.1.Recht op spelSpelen stoortMijn zoontje van 5 heeft een handicap. Daardoorkent hij zijn kracht niet en heeft hij minder controleover zijn lichaam. Hij speelt vaak met de balin de tuin. De bal valt dan geregeld bij de buurman,een oudere man. Vroeger maakte die alleovergevlogen ballen stuk, maar al meer dan eenjaar belt hij elke keer de politie. De politie komtook altijd aan huis. Ik heb al aan de sociale dienstvan de politie gevraagd om te bemiddelen, maarer gebeurt niets. De buurman heeft een klacht ingediendbij de vrederechter. Na de zitting is daargeen verder gevolg aan gegeven maar het probleemblijft duren. Ik heb Kind en Gezin aangesproken.Een medewerker kwam langs om met deman te praten, maar het conflict blijft bestaan. Debuurman maakt nu foto’s van alles wat onze vierkinderen fout doen. Hij eist nu ook een medischattest dat aantoont dat mijn zoon een beperkingheeft. Kan dat zomaar? Wat kan ik nog doen?NEen N initiatief van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>,de Gezinsbond, Kinder rechtencoalitie Vlaanderen, Vernieuwing in deBasisvoorzieningen voor Jonge Kinderen, deAmbrassade, Centrum Informatieve Spelen,Vlaamse Dienst Speelpleinwerk, KLJ, KSJ-KSA-VKSJ, Scouts & Gidsen Vlaanderen, ChirojeugdVlaanderen, Karuur, Mediaraven, en deVereniging Vlaamse Jeugddiensten en -consulenten.31 minuten meer speeltijdper dagCharter 31’ thuisBij ons thuis■■Krijgt iedereen elke dag 31’ me-time■■Zijn vriendjes altijd welkom■■Mag spelen gezien en gehoord worden■■Horen vuile kleren en blauwe plekken erbij■■Kennen we niet alleen ‘schermtijd’ maar ook‘springtijd’■■Spelen we samen■■Mogen we zelf kiezen waarmee we spelen■■Delen we buitenspeelgoed met de buurtKinderen hebben recht op spel, rust, recreatieen creatieve activiteiten, zegt artikel 31 van hetkinderrechtenverdrag. Het VN-Comité werkt deartikels van het kinderrechtenverdrag beetje bijbeetje uit. In april <strong>2013</strong> was artikel 31 aan debeurt en ontstond de nieuwe ‘general comment17’. Daarin staat dat kinderen recht hebben optijd en ruimte en kansen waarover ze zelf actiefof passief beschikken en zonder externe verplichtingen.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> stelde samenmet 14 kinderrechten- en jeugdactoren chartersop voor thuis, op school en voor de gemeentes.Want de vrije tijd staat onder druk en maggeen verplichte tijd zijn met strakke schema’s.Kinderen hebben tijd nodig om zich te ontwikkelenen zich goed te voelen en spel speelt daar eencruciale rol in. Drie charters maken de oproepconcreet voor de school, thuis en de gemeente.Charter 31’ schoolOp onze school■■Krijgen we 31’ meer speeltijd■■Is spelen ook leren■■Is er veel aandacht voor speelse en creatieveactiviteiten tijdens de lessen■■Is binnenblijven nooit een straf■■Vermijden we bijles tijdens de pauzes■■Hebben we huiswerkvrije dagen■■Is er ook ruimte voor kinderen uit de buurt■■Mag iedereen zichzelf zijn


Deel 3: Waar knelt het?Hfst 6: Rechten op en in vrije tijd99Charter 31’ gemeenteBij ons in de gemeente■■Spelen kinderen in alle openbare ruimte■■Spelen kinderen in het groen■■Is spelen geen overlast■■Kunnen kinderen zich veilig verplaatsen■■Is er voldoende speelruimte voor georganiseerdjeugdwerk■■Is er een verdraagzaam klimaat naar kinderentoe■■Houdt elke beleidsmaatregel rekening met deimpact op kinderen en jongeren■■Ontwerpen kinderen mee de openbare ruimteOp karakter spelenEen burgemeester vraagt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>om advies. Enkele gemeenteraadsledenvragen om kinderen met een karakterstoorniste weren uit de gemeentelijkespeelpleinwerking. Tot nog toe ging het gemeentebestuurervan uit dat ouders zelf het best kunnenoordelen of hun kind geschikt is om naarde speelpleinwerking te komen. Als er moeilijkhedenwaren, zocht de gemeente samen met deouders naar een aangepaste oplossing. Nu stellendie gemeenteraadsleden zonder meer voor omdie kinderen te weren. Bovendien is nog de vraagwat een ‘karakterstoornis’ precies is. Ouders reagerenongerust. Ze vragen de gemeente of ze eenmedisch attest zullen moeten voorleggen om hunkind in te schrijven.In vakantieperiodes krijgen kinderen vaakextra mogelijkheden voor hun vrije tijd. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> roept op om opente staan voor alle kinderen en jongeren. Als erproblemen opduiken, vragen we in overleg tegaan met de kinderen en hun ouders. We vragenom oplossingen te zoeken en niet onmiddellijkkinderen uit te sluiten. Als ouders een klachthebben, hebben ze het recht ernstig genomen teworden en recht op inhoudelijke feedback.Geen woorden aan vuil makenEen vader meldt gebrek aan begeleiding en hygiëne,en ongepast gedrag van een monitriceop de gemeentelijke speelpleinwerking van zijn3-jarig zoontje. Hij heeft al verschillende kerende hoofdmonitrice aangesproken, zonder resultaat.De Klachtenlijn verwijst hem naar degemeente. Die brengt een onaangekondigdcontrolebezoek en heeft een gesprek met demonitrices. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>wordt uitgebreid op de hoogte gebracht. Maargroot is onze verbazing als we de brief van degemeente aan de vader lezen. Zonder een woorduitleg worden de klachten ongegrond verklaard.Als de vader bij zijn beweringen blijft, zal hetgemeentebestuur gerechtelijke stappen zettenwegens laster. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>vraagt om deze communicatie recht te zetten,maar de vader hoort niets meer. Hij voelt zichmonddood gemaakt en onder druk gezet. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> gaat samen met degemeente en de ouders rond de tafel zitten omhet uit te praten.Burgers hebben altijd het recht om hun probleemte melden aan de overheid. Dat geldt zeker alshet gaat om heel jonge kinderen die ouders invertrouwen aan een speelpleinwerking geven endie zelf nog niet mondig genoeg zijn om eventueleproblemen te signaleren. Uit ervaring wetenwe dat een brief op basis van argumenten of eenpersoonlijk herstelgesprek op heel veel begripkan rekenen. Als burgers horen hoe hun klachtbehandeld werd en wat de inhoudelijke bevindingenzijn, voelen ze zich ernstig genomen en kunnenze de klacht ook voor zichzelf afsluiten. Tijdmaken om inhoudelijk terug te koppelen komthet vertrouwen in het gemeentebeleid en de georganiseerdeactiviteiten alleen maar ten goede.


100Deel 3: Waar knelt het?Hfst 6: Rechten op en in vrije tijd6.2.PlankGAS tegen de muurBreed gedragen verzet tegenGAS-wetHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> maakt zich allanger zorgen over de geplande uitbreiding vande gemeentelijke administratieve sancties (GAS).Met dat systeem kunnen gemeenten minderjarigenbeboeten als ze ‘overlast’ produceren.Samen met 213 middenveldorganisaties riepenwe de leden van de Kamer op om de hervormingniet goed te keuren. Ondanks het luide protestkwam de wet er toch.Nwww.gasboete.beNSamen met onze Franstaligecollega’s van de Délégué généralaux droits de l’enfant goten wede belangrijkste kritieken ineen advies voor de leden van deCommissie Binnenlandse Zaken.Dat advies stelden we ook voor inde Commissie Binnenlands Bestuurvan het Vlaams Parlement en bijde speciaal opgerichte werkgroepover GAS bij minderjarigen inMechelen.De knelpunten blijven overeind, ook in de uiteindelijkgoedgekeurde wet.1. Neen tegen de verlaging van 16 naar 14jaarDe leeftijdsverlaging druist compleet in tegeneen van de aanbevelingen van het VN-Comitévoor de Rechten van het Kind. Het Comité uitteal zijn grote bezorgdheid over de mogelijkheidvan gemeenten om kinderen buiten hetjeugdrechtsysteem om administratieve sanctiesop te leggen voor antisociaal gedrag. Objectieveredenen om de leeftijd te verlagen en om dieleeftijdsverlaging te rechtvaardigen, zijn ervandaag niet. Concrete cijfers ontbreken. Ookin de memorie van toelichting blijft het zoekennaar een grondige verantwoording.Dat de leeftijdsverlaging nodig zou zijn, bleekook niet uit onze korte online-enquête bijgemeenten. Die enquête was nodig omdat ergeen enkele officiële evaluatie bleek te bestaanvan de toepassing van GAS voor minderjarigen.Op onze enquête antwoordden 144 Vlaamsesteden en gemeenten (46%). Van die 144 leggener 100 (bijna 70%) minderjarigen GAS op. Vanalle GAS-boetes gaan er tussen 0 en 5% naarminderjarigen.2. Veel juridische bezwaren■■Overlast: what’s in a name? De term overlastblijft vaag en zet de deur wagenwijd open voorwillekeur. Wat met het fundamentele grondrechtvan rechtszekerheid?ConfettiverbodDe gemeente heeft beslist dat er in de carnavalstoetgeen confetti of slingers meer gegooidmogen worden. Ook de school kreeg dit verbodopgelegd tijdens de jaarlijkse carnavalsstoet. Hetgemeentebestuur beschouwt confetti en slingersals overlast. Klopt dat?■■De gemeente en zijn ambtenaren zijn rechteren partij tegelijk: een schending van het principevan de scheiding der machten.■■De bemiddelingsprocedure is heel beperkt ingevuld.■■GAS-ambtenaren hebben gespecialiseerde vormingnodig.3. Meer nodig dan alleen maar symptoombestrijdingDe GAS kaderen in een beleid dat oorzaken vanmaatschappelijke problemen eerder individueelbekijkt dan dat het oog heeft voor wat structureelfout loopt in de samenleving. Daarom is een GASnooit een sluitende oplossing als we niet tegelijkwerk maken van knelpunten in onderwijs,ruimtelijke ordening en lokaal beleid.NKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, NAdvies Gemeentelijke administratieve sancties, <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/5, www.kinderrechtencommisariaat.be– Adviezen en Standpunten


Deel 3: Waar knelt het?101Hfst 6: Rechten op en in vrije tijdNGedachtewisseling Nover de gemeentelijke administratievesancties (GAS) voor minderjarigen,Verslag Commissie voor Bestuurszaken,Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie,Inburgering en Toerisme, Parl. St. Vl. Parl. nr.2116/1, <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>NWet N van 24 juni <strong>2013</strong> betreffende de gemeentelijkeadministratieve sancties, B.S. 1 juli <strong>2013</strong>En wat nu?Stilte na de storm. Wat moet er gebeuren, nu dewet gestemd is?Grondige tweejaarlijkseevaluatieDe wet verplicht de minister van BinnenlandseZaken bij het parlement tweejaarlijks verslag uitte brengen over de toepassing van de GAS-wet.We pleiten ervoor dat dat verslag meer dan alleenmaar wat cijfers oplijst: een wetenschappelijk uitgevoerdekwalitatieve evaluatie over alle facettenvan het GAS-systeem is nodig. En met toets aanhet kinderrechtenverdrag, zoals het VN-Comitévoor de Rechten van het Kind al in 2010 vroegin zijn slotbeschouwingen bij het derde rapportvan België.Gespecialiseerde vorming voorGAS-ambtenarenHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> wil dat de ministerin het opleidingsprogramma van de GASambtenarenverplicht een onderdeel opneemtover omgaan met jongeren, en hoe ze de ouderlijkebetrokkenheid moeten evalueren en inschatten.We pleiten daar nog eens voor in een officiëlebrief.Aandacht voor de lokaleuitvoering van de GASMaak gemeenten duidelijk dat ze niet verplichtzijn om het GAS-systeem in te voeren. En als ze ertoch al mee werken: dat de GAS onderdeel moetzijn van een breder lokaal (jeugd)beleid.Sensibiliseer en mobiliseer jeugdraden. Wil eengemeente minderjarigen een administratieveboete kunnen opleggen voor bepaalde feiten,dan moet de plaatselijke jeugdraad daar volgensde nieuwe wet advies over geven. De jeugdraadkrijgt dus een sleutelrol.6.3.SportVoor minderjarigen gaat sporten om meer danpresteren. Het draait ook om plezier maken,graag sporten in een club waar ze zelf voorkiezen en samen spelen met hun vriendenin een veilige omgeving. Opnieuw kreeg het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> klachten over decontractuele verbintenis en de bejegening doorsportfederaties en clubs.Het decreet tot vaststelling van het statuut vande niet-professionele sportbeoefenaar waarborgtrechten van de minderjarige sporter op het vlakvan de contractuele verbintenis, de vrijheidsregelingen de tuchtregeling. In de jeugdsport bestaater ook een ethische code, de Panathlonverklaring.Die wil jongeren optimaal beschermen en geeftkinderrechten een plaats in de sportwereld. Weblijven vaststellen dat clubs en verenigingen decode nog te weinig toepassen of zelfs maar kennen.Privacy geschondenEen moeder meldt dat haar 12-jarige zoon langduriggepest werd door ploeggenoten. Ook detrainer had geen goed woord over voor de jongen.Hij belandde in een depressie en er volgdenzes weken opname in kinderpsychiatrie. De jongenbleef wel trainen en meedoen aan wedstrijden,zij het wat minder frequent. Net voor eenwedstrijd stuurde de trainer de jongen naar huisomdat hij te laat zou zijn en niet genoeg meegetraindhad. De jongen werd boos en gooidezijn sportzak in de kleedkamer. Vanaf dan washij niet langer welkom. Het gezin gaat op zoeknaar een nieuwe ploeg in de buurt. Zijn nieuwetrainer blijkt een kennis van zijn vorige trainer tezijn. Die geeft informatie door over de opnamein psychiatrie en spreekt over problemen metde jongen en zijn moeder. De jongen wordt uitde ploeg geweerd. De ploeg bevestigt wel dat er


102Deel 3: Waar knelt het?Hfst 6: Rechten op en in vrije tijdgeen problemen zijn, maar dat ze voortgaan opde verkregen informatie. Moeder heeft voor volgendseizoen een nieuwe ploeg gevonden, maaris bang dat de geschiedenis zich weer gaat herhalen.Ze vraagt advies zodat haar zoon zijn hobbykan verderzetten zonder dat zijn recht op privacyopnieuw geschonden wordt.klaagt aan dat de informatie over transfermodaliteitenerg onduidelijk en moeilijk te vinden is. Hij wasniet op de hoogte. De jongen voelt zich beknot inzijn vrije tijd. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> verwijstnaar het meldpunt van de Vlaamse voetbalfederatiedie bemiddelt bij de club zodat de jongentoch kan overstappen.Vooral de contractuele verbintenis van de minderjarigemet een sportclub roept bij meldersvragen op. Om lid te worden, moet de minderjarigeeen overeenkomst sluiten met de sportvereniging,die mee ondertekend wordt door zijnwettige vertegenwoordigers, meestal de ouders.Die overeenkomst regelt ook de modaliteiten omte kunnen overstappen naar een andere club.Zeker als het om jonge kinderen gaat, hebbenmelders ethische vragen rond die contractueleverbintenis en het gedwongen karakter ervan.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt sportverenigingenom in discussies over transfers hetbelang van het kind voorop te stellen.Competitie valt in het waterNegen meisjes tussen 6 en 11 jaar beslissen overte stappen naar een andere waterballetclub. Detoekomst van hun club is namelijk hoogst onzeker.Zo is het niet duidelijk wie de kinderen gaattrainen. De club weigert mee te werken aan huntransfer. Daardoor kunnen ze wel trainen bij hunnieuwe club, maar niet meedoen aan wedstrijden.Want het is de club die de competitievergunningregelt. De ouders deden al een beroep op bemiddelingvan de zwemfederatie, maar zonder resultaat.Ook het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> probeertte bemiddelen, maar de voorzitter houdthet been stijf. De meisjes moeten wachten tot devolgende transferperiode. Uiteindelijk mogen zebijna twee jaar geen wedstrijden meedoen.Bewegingsvrijheid?Een 16-jarige jongen wil in leiding gaan van dejeugdbeweging. Om daarvoor tijd vrij te maken,wil hij overstappen van zijn huidige voetbalploegdie in een nationale reeks speelt naar een ploegop een lager niveau. De jongen laat dat in meiweten aan zijn club, maar die weigert zijn transfer.Hij had het in april moeten melden. De jongenvraagt waar hij terechtkan voor bemiddeling enElk jaar krijgt de minderjarige sporter een nieuweaansluitingskaart. Op de achterkant van die kaartmoet staan waar en hoe het lid de volledige reglementenkan raadplegen. Als we in klachtenonderzoekmelders vragen om dat na te kijken, blijkt datin orde te zijn. Daarnaast moet een lid bij zijn aansluitingeen bondige samenvatting krijgen van dereglementen, de vrijheidsregeling, de disciplinairemaatregelen en de verzekeringsovereenkomsten.Daar rijst er een probleem. Melders geven aan zichniet te herinneren dat ze ooit zo’n samenvattingkregen. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagtsportfederaties om die regelgeving meer bekend temaken. Als een minderjarige elk jaar zijn nieuweaansluitingskaart krijgt, vinden we dat hij ook elkjaar de samenvatting van de reglementen moet krijgen.Dat zou beter tegemoetkomen aan het rechtvan minderjarigen op duidelijke informatie.Geen recht op bijstandNa een incident in een voetbalwedstrijd moet de10-jarige Kevin zich gaan verantwoorden voor hetsportcomité. Omdat de gemandateerde afgevaardigdevan de club daar niet bij kan zijn, wil zijntrainer hem bijstaan. Het sportcomité weigert datomdat de trainer ‘niet behoorlijk gemandateerd’ is.Kevin moet alleen verschijnen voor de twaalf volwassenenvan het sportcomité. Hij is zwaar onderde indruk. De trainer vindt het een schending vanhet recht op verdediging van zijn pupil en vraagtzich af waarom het sportcomité niet soepeler omgaatmet het recht op een bijstandspersoon.Disciplinaire procedures en maatregelen moeten derechten van de verdediging waarborgen en rekeninghouden met de jeugdige leeftijd van veel sporters.Daarom moeten ze aangepaste maatregelen nemen.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vindt dat het rechtop een bijstandspersoon altijd moet primeren.


Deel 3: Waar knelt het?103Hfst 6: Rechten op en in vrije tijd6.4.SeksualiteitSeksualiteit. Een thema dat veel organisaties bezighoudt.Terecht, want aandacht voor seksueleopvoeding op school begint het liefst al van in dekleuterklas. Seksueel misbruik en geweld indijkenis één zaak. Daarnaast is het belangrijk datkinderen al jong een taal ontwikkelen voor hunlichaam en hun seksualiteit. Die taal helpt kinderenzichzelf af te lijnen. Zo leren ze grenzen stellenén omgaan met grenzen, bepaald door zichzelf,door anderen en door maatschappelijke waardenen normen.De vragen aan de Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> verwijzen we vaakdoor naar organisaties met meer expertise.Jongeren melden bijvoorbeeld dat ze uitgelachenworden over hun geaardheid.Twintiger vraagt bescherming voor minderjarigevriendenOnlangs kwam ik te weten dat twee van mijnvrienden een relatie hadden met een man van 39jaar. Ik weet niet goed hoe ik daarmee moet omgaan.Moeten zij niet beschermd worden? Ze zijnalle twee nog minderjarig.Pornoduiding op school?Een CLB-medewerker meldt dat één meisje samenmet twee jongens, alle drie 15 jaar, op woensdagnamiddagbuiten de school samen naar pornokeken. Dat zorgde voor een conflict op school.Want een van de jongens vertelde het aan zijnvrienden. Het meisje werd kwaad en sloeg de jongen.De CLB-medewerker: ‘De school schakeldeons in om hier iets mee te doen. Wat moeten wedoen? Moeten we het aan de ouders vertellen? Eris geen vermoeden van seksuele handelingen.Dramatiseert de directie dit niet te veel?’6.5.MediaMedia zijn alomtegenwoordig: tv, tijdschriften,radio, kranten, smartphone en het internet zijnniet meer weg te denken uit het leven van kinderenen jongeren. Media hebben een belangrijkeplaats in de persoonlijke levenssfeer, in de vrijetijd en op school. Het is dan ook normaal datminderjarigen er vragen over hebben. Een belangrijkspanningsveld is het recht op beschermingtegenover het recht op participatie. Als<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> willen we niet moraliseren.Heel vaak zien we dat onze samenlevingop een overbeschermende en dus paniekerigemanier reageert op de combinatie jongerenen media. Een Vlaams tijdschrift titelt: ‘Tienersverkopen hun lichaam voor belkrediet’, alsof elketiener met zijn of haar lichaam te koop loopt.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vindt dat geengoede manier om over jongeren en hun mediagebruikte spreken. Natuurlijk schuilen er gevarenop het internet. Alles rond onlinemarketing enprivacy vraagt bijzondere aandacht. Maar mediaen vooral het internet staan ook voor informatie,amusement en creativiteit. Media zijn voor kinderenen jongeren ook belangrijk om hun zeg tedoen.Als rechten niet gerespecteerd worden en situatiesoverhellen naar schendingen van kinderrechten,komt de Klachtenlijn van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> in beeld. Kinderenen jongeren melden onregelmatig gebruik vanafbeeldingen op sociale netwerksites en haatpagina’sop Facebook. Ouders signaleren dat deschool geen aandacht heeft voor cyberpesten. Zezijn ongerust over de mogelijke gezondheidsrisico’svan elektromagnetische straling of vindenbepaalde uitzendingen of artikels ongeschiktvoor kinderen. Een leerkracht uit zijn ongerustheidover de installatie van elektronische slotenen camera’s aan de toiletten. Een journalist meldtdat zijn documentaire niet uitgezonden mag wordenomdat de jongere onder een maatregel vande jeugdrechter staat. We informeren melderszo goed mogelijk over hun rechten en verwijzendoor naar andere diensten en organisaties zoalsAwel of Child Focus.


104Deel 3: Waar knelt het?Hfst 6: Rechten op en in vrije tijdDe Klachtenlijn krijgt regelmatig klachten over pestproblemendie gelinkt zijn aan media. Soms gaathet over een vals Facebookprofiel dat maar nietwegraakt van het internet. Of over kranten en tijdschriftendie foto’s van minderjarigen publicerenzonder dat de minderjarige of zijn ouders op dehoogte zijn. Er verschijnen zelfs beelden van minderjarigendie uitdrukkelijk te kennen gaven dat zedat niet wilden.Vals FacebookprofielEen meisje uit mijn klas heeft een valsFacebookprofiel van mij gemaakt. Daar pest ze kinderenmet hun familie, ouders en geloof. Sommigekinderen worden daardoor heel boos op mij en danzit ik in de problemen. Kunnen jullie mij helpen?UitlachpaginaIk vond een pagina op Facebook waarin heel veelmensen voor schut gezet worden en die foto’s publiceertvan ontzettend veel mensen zonder dat diedat zelf willen. Een vriend van mij is zelfs bedreigdtoen hij iemand verdedigde. Er hebben al heel watmensen die pagina gerapporteerd maar ze bestaatnog altijd. Hoe kan dat gestopt worden?Toch in de krantOnze kleindochter is verongelukt. De dag na hetongeval verschenen daar berichten over in verschillendekranten. De ouders hebben de pers latenweten dat ze geen verdere berichtgeving willen envragen om weg te blijven van de begrafenis. De dagna de begrafenis staat er toch een bericht inclusiefdoodsprentje in de krant.Internet is een plaats voor jongeren om hun vrijheidvan meningsuiting uit te oefenen. Maar internetis geen vrijplaats waar je alles kwijt kunt:regels rond smaad, laster en privacy gelden ookonline. Alleen is het extra lastig om onrechtmatigeuitingen op internet aan te pakken: anonimiteitis moeilijk te doorbreken en de technologiemaakt het moeilijk om echt iets weg te halen. Totvandaag botsen we op situaties waarin jongerenbij klachten weinig of geen slagkracht hebben.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt om toegankelijkeen daadkrachtige klachtenproceduresbij internetbedrijven. Wie zich richt tot jongerenals consument, moet die jongeren ook au sérieuxnemen. Vandaag is het praktisch onmogelijk omrechtstreeks contact op te nemen met bedrijvenals Facebook of Google. Zo meldden verschillendeouders filmpjes op YouTube waarin kinderengeweld aangedaan wordt. Het enige wat mensendan kunnen doen, is signaleren dat het filmpje‘ongepast’ is, met als reden ‘kindermishandeling’.Volgens de voorwaarden van YouTube onderzoekende beheerders dan of ze het filmpjevan de site moeten halen. Het probleem is dat hetfilmpje ondertussen al door veel andere kijkersop YouTube gerecupereerd is, waardoor het nogmoeilijk helemaal van het internet te halen is.Het internet kent geen landsgrenzen en de groteinternetbedrijven werken vanuit de VerenigdeStaten. Daardoor is het voor het beleid moeilijkom regels op te leggen. Dat moet op een hogerniveau gebeuren. Zo bracht de Raad van Europain <strong>2012</strong> een aanbeveling uit over de beschermingvan mensenrechten op sociale netwerken. In dieaanbeveling erkent de Raad van Europa dat socialenetwerksites een actieve rol spelen in het levenvan kinderen en jongeren. Overheden moeten hunveiligheid en waardigheid verzekeren en beschermenen er tegelijk voor zorgen dat het recht op vrijemeningsuiting en de toegang tot informatie gewaarborgdblijven. Het Kinderrechtcommissariaatschaart zich achter deze aanbeveling en vraagt datregulering de vrijheid van jongeren niet inperkt.Naast de industrie en het beleid spelen scholeneen rol in verstandig en mediawijs leren omgaanmet sociale media. Dat gaat om de socialemedia op zich (het belangrijke privacyvraagstukbijvoorbeeld), maar ook om de problemen diejongeren met sociale media kunnen ervaren.Verschillen tussen scholen zijn soms groot. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt van scholenaandacht voor de invloed van cyberpesten op derelaties in de klas en op school. De praktijk toontdat scholen die begaan zijn met de integriteit vanhun leerlingen als sterke scholen verschijnen meteen grote impact op hoe leerlingen mee de schoolvorm geven.Grote verschillen tussen scholenNa een zwemles wordt een jongen in zijn blootjegefotografeerd door medeleerlingen. De volgendedag staan de foto’s op Facebook. De ouders vande jongen melden het onmiddellijk aan de school.


3Deel 3: Waar knelt het? 105Hfst 6: Rechten op en in vrije tijdDe school roept de leerlingen op het matje eneist dat ze de foto’s onmiddellijk weghalen vanFacebook.Minderjarige in de jeugdhulpKort daarna vertelt een meisje ons dat haar klasgenotenhaar al dagen negeren en belachelijk een minderjarige in een generatiearm gezin. DeIk heb voor tv een documentaire gemaakt overmaken. Blijkbaar hadden ze dat via Facebook en minderjarige staat onder toezicht van de jeugdrechtbanken daarom heeft de tv-zender op hetAsk.fm – de grootste pestsite van Vlaanderen –met elkaar afgesproken. Het meisje informeert de laatste moment beslist om mijn documentaireschool, maar die weigert op te treden omdat de niet uit te zenden. Toch hebben de minderjarigeoorzaak buiten de schoolmuren ligt en de school en haar voogd toestemming gegeven en vindenzij het belangrijk om hun verhaal openbaarhet dan niet haar taak vindt om op te treden.te maken. Blijkbaar heeft de minderjarige datrecht niet. We vinden dat ze monddood gemaaktwordt. Maar het is niet meer mogelijk om de jongereonherkenbaar te maken.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vindt het belangrijkdat kinderen en jongeren zelf aan bodkomen in de media. We vinden het dan wel belangrijkdat organisaties, journalisten enprogrammamakers uitdrukkelijk oog hebben Een belangrijke vraag dringt zich telkens weervoor de positie en de mening van minderjarigen, op: hoe verhouden de inspanningen van schoolzowel vóór, tijdens als na het productieproces. en ouders om de weerbaarheid en mediawijsheidvan jongeren te bevorderen, zich tot de inspanningenvan de industrie? Wat betekenen het kindperspectiefen de rechten van de jonge mediagebruikervoor de dagelijkse werking van de sector? Demeldingen bij het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>maken duidelijk hoe nodig die oefening wel is.Aanbieders van sociale netwerken bijvoorbeeldhebben de laatste jaren al initiatieven genomenom risico’s voor minderjarigen op sociale netwerksiteste beperken.Als kinderen meewerken aan reportages, is hetbelangrijk dat ze vooraf goed geïnformeerd wordenover de doelstellingen van de reportage, enover waar de reportage getoond zal worden.Natuurlijk is toestemming van de ouders nodig,maar ook de minderjarige zelf moet zijn toestemminggeven. Minderjarigen hebben het rechtom elk moment te stoppen en kunnen dus nietverplicht worden mee te doen. Ook de nazorgverdient bijzondere aandacht. Zo vinden we hetbelangrijk dat jongeren reportages te zien krijgenvóór die gepubliceerd worden en dat deprogrammamakers rekening houden met hun opmerkingenen bezorgdheden.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt extraomzichtig om te gaan met minderjarigen die ondereen jeugdbeschermingsmaatregel staan. Ookhun verhaal moet gehoord worden. Maar de huidigewetgeving is streng. De minderjarige magniet identificeerbaar in beeld komen. Sommigejongeren missen door deze regel hun recht omzich te uiten en mee media te maken. Daarovergaat het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> graag hetdebat in de toekomst aan. Wat wel duidelijk is:het belang van het kind moet altijd op de eersteplaats komen. Een jongere kan niet altijd de gevolgeninschatten van media-aandacht, bijvoorbeeldop school, in zijn directe omgeving of bijeen latere werkgever.In <strong>2012</strong> formuleerde het VN-Comité voor deRechten van het Kind een aanbeveling over children’srights and business principles. Die aanbevelingstimuleert de industrie om haar werk meervorm te geven vanuit een kinderrechtenperspectief.Unicef zorgde voor een interessante vertalingvan deze principes. Het maakt een onderscheidtussen de werkomgeving, de vrije markten de bredere samenleving. Voor kinderrechtenin de vrije markt schuift Unicef twee principesnaar voren: zorg ervoor dat producten en dienstenvoor kinderen veilig en kindvriendelijk zijnén gebruik marketing- en reclametechniekendie de rechten van kinderen respecteren. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> gelooft sterk inde dynamiek die het charter teweegbrengt envraagt mediabedrijven om de aandacht voor derechten van kinderen structureel in te bouwen inhun activiteiten.Nwww.childrenandbusiness.orgN


106Deel 3: Waar knelt het?Hfst 6: Rechten op en in vrije tijdMoeilijk om stem van kinderen te latenhoren in mediaEen tienermoeder wil vertellen over wat het is om op jonge leeftijd een baby te krijgen. Haar voogd en allehulpverleners staan achter de reportage. Maar omdat ze zelf als kind vroeger in een problematische opvoedingssituatiezat en de jeugdrechter daar uitspraak over heeft gedaan, kan ze alleen getuigen met eenenorme ‘blur’ over haar gezicht alsof ze een zware misdadigster is.De 15-jarige aspirant-monnik, zou, eenmaal de jeugdrechtbank een (voorlopige) maatregel heeft genomen,alleen nog onherkenbaar en met vervormde stem in beeld mogen komen. We respecteren elke uitspraak,maar waarom mag de jongen niet gewoon spreken over iets wat toch over hem gaat?Een meisje van 17 vertelt dat ze door de jeugdrechter is geplaatst voor een problematische opvoedingssituatie– zonder verdere details. De reportage gaat erover dat ze dankzij begeleid zelfstandig wonen nuhaar eigen studio heeft. Het gaat goed met haar studies en ze krijgt haar leven weer op orde. Maar ze magalleen onherkenbaar en met vervormde stem in beeld komen, alsof ze vreselijke dingen te verbergen heeft.Altijd onherkenbaar?Ik ben er erg blij mee dat de kinderrechtencommissaris verwijst naar de wel erg stringente wetgeving rondkinderen die het voorwerp uitmaken van een maatregel van de jeugdrechtbank. Onze reportagemakershebben er dagelijks problemen mee. Natuurlijk mogen er bijzondere procedures gelden voor kinderen indeze situatie. Het probleem is juist de afwezigheid van zulke procedures. We kunnen als reportagemakersaan niemand toestemming vragen en niemand kan ons juridisch toestemming geven. De kinderen moetenwettelijk áltijd onherkenbaar zijn. Dat maakt het wel heel moeilijk om de stem van kinderen te laten horenin zaken die hen aanbelangen. En het maakt het onmogelijk om vooroordelen tegenover kinderen uit dejeugdzorg te bestrijden. Hoewel er soms hele mooie, positieve verhalen te vertellen vallen, en we die alsreportagemakers ook wíllen vertellen, worden een heleboel kinderen de facto tot ‘spoken’ verklaard.Tim PauwelsManager beroepsethiek VRT6.6.Werken, geldzaken en deminderjarige als consumentJongeren zetten ook hun eerste stappen op dearbeidsmarkt. Studentenarbeid kan vanaf 15jaar en is erg populair bij jongeren. Uit de cijfersvan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid blijktdat het aantal jobstudenten al jaren stijgt, meteen recordaantal jobstudenten in <strong>2012</strong>. Heel watvan die jongeren zijn minderjarig. Ondanks destijging komen er maar weinig meldingen bij deKlachtenlijn van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>.Kunnen we daaruit afleiden dat er zich maar weinigproblemen voordoen en dat kinderen en jongerengoed geïnformeerd zijn over hun rechtenals werknemer? Of dat de wet op de kinder- en destudentenarbeid altijd correct nageleefd wordt?We mogen het hopen. Of vinden jongeren nietwaar ze met hun klachten over hun werk terechtkunnen?De weinige klachten bij de Klachtenlijnlaten toch zien dat jongeren niet bij de pakkenblijven zitten als ze het gevoel hebben dat iemandze onrecht aandoet of dat hun rechten geschondenworden.Ook kinderen jonger dan 15 kunnen onder striktevoorwaarden terecht op de arbeidsmarkt. Ookover kinderarbeid krijgt de Klachtenlijn meldingen,zij het sporadisch.Bedrogen?Mijn broer Jochen (11) en ik (12) voelen ons bedrogen.We volgden drie jaar lessen mannequinen fotomodel bij een internationaal modellenbureau.We haalden ons diploma en werden zelfseerste en tweede in een belangrijke wedstrijd.Het bureau beloofde dat we catwalks en publici-


Deel 3: Waar knelt het?107Hfst 6: Rechten op en in vrije tijdteitsfolders zouden doen, maar daar is nooit ietsvan gekomen. De andere modellen kregen welal werk bezorgd. Kan dat zomaar? Wij hebben almeer dan 1.200 euro betaald voor niks.Loon terugbetalen?Ik ben 17 jaar en werkte deze zomer als job student.Ze betaalden me te veel uit en vandaag vraagt dewerkgever me om het geld terug te storten. Ze verwachtenhet geld overmorgen al. Kan dat? Ik hebzoveel geld niet meer. Wat kan ik doen?Werken zonder toestemming ouders?Ik ben student en 15 jaar. Ik mag van onze papagaan werken, maar van ons mama niet. Wat is dewetgeving daarrond? Moeten mijn twee ouderstoestemming geven?Jongeren vragen de Klachtenlijn om advies overhun rechten als er discussies zijn over geldzaken.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> informeert enverwijst melders door naar eerstelijnsklachtendienstenen ombudsdiensten voor consumentenzaken.De kosten delenIk ben een meisje van 17 jaar en volg deeltijds onderwijs.Vorig jaar huurde ik een studentenkamer.Omdat het financieel zwaar was, heeft een vriendbij mij gewoond. We hadden afgesproken elk dehelft te betalen. Nu de vriendschap bekoeld is,vraagt hij zijn helft terug. Kan dat zomaar? Heefthij het recht om dat te doen? Kunnen wij onderlingeen financiële regeling treffen?Minderjarigen zijn in principe handelingsonbekwaam.Dat betekent dat ze hun bankzaken doorhun ouders moeten laten regelen. Ouders hebbenals wettelijke vertegenwoordigers het wettelijk beheerover de goederen van hun minderjarige kinderen.In dat kader hebben ouders een bepaaldevrijheid. Maar ze moeten wel handelen in het belangvan hun kind. Van haar kant moet de banker zorgvuldig op toezien dat de transactie die deouders vragen niet zorgt voor ‘aanzienlijke en buitengewoneverarming’ van de tegoeden van deminderjarige. Alleen is er geen definitie van wateen ‘aanzienlijke en buitengewone verarming’ is.Bovendien is voor bepaalde handelingen de machtigingvan de vrederechter nodig, bijvoorbeeld omeigendommen op naam van het kind te verkopenof om een erfenis te aanvaarden of te verwerpen.AandelenWij hebben aandelen gekocht met het spaargeldvan onze drie kinderen. In 2005 vroegen we debank om de aandelen weer vrij te maken. De bankweigerde omdat ouders volgens de wet geen geldvan hun kinderen mogen ontvreemden. Nu zijn dekinderen mogelijk alles kwijt. Is dat wetgeving inhet belang van het kind?Vrederechter afgeradenToen ik jaren geleden mijn aandelen afsloot, wouik dat ook doen voor mijn kinderen. De bank zeidat dat niet zomaar kon. Ik moest eerst naar devrederechter, maar de bank raadde me dat af. Derechter zou het nooit toestaan. Waar zit nu de beschermingvan de kinderen?Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vindt dat de wetgeverde nodige voorzieningen en maatregeleningebouwd heeft om het belang van het kind ingeldzaken te waarborgen. Wel betwijfelen we ofouders en hun kinderen zorgvuldig geïnformeerdwerden. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> is nietbevoegd om bij banken documenten op te vragen.We verwijzen deze melders door naar de interneklachtendienst van de bank en naar Ombudsfin,de ombudsdienst voor financiële geschillen. Wevinden het belangrijk dat minderjarigen op maatgeïnformeerd worden door de bank en hun oudersover contractuele verbintenissen en de gevolgenervan.Het internet is een plek waar jongeren aanenverkoopovereenkomsten kunnen afsluiten.Onlineverrichtingen en -aankopen zijn er nog gemakkelijker.Met een druk op de knop of via een telefoontjekun je iets kopen of verkopen. Dat biedtzeker voordelen, maar aan die ‘snelle’ aankopenzit ook een keerzijde. Ook voor het internet dringteen beter beschermingskader zich op.


108Deel 3: Waar knelt het?Hfst 6: Rechten op en in vrije tijdEen ‘gratis’ internetgameEen voorziening meldt dat een jongen zondertoestemming van het begeleidingscentrum hetgame Wolf Team downloadde. Het spel is gratis tedownloaden, maar voor ‘wapens’ wordt 16 euroaangerekend. De voorziening kreeg nu een factuurvan 937 euro. Is dat een schending van derechten van de jongen? Is er geen restrictie nodigvoor minderjarigen? Wie moet de factuur betalen?Kunnen we die betwisten?6.7.MobiliteitKinderen en jongeren begeven zich in het verkeerals voetganger, fietser of gebruiker vanhet openbaar vervoer. Dat geeft ze de kans omzich zelfstandig te verplaatsen en te participerenaan het sociaal-maatschappelijke leven.Van minderjarigen mogen we verwachten datze de verkeersregels en de regels over het gebruikvan het openbaar vervoer kennen. Tochervaren minderjarigen dat ze niet altijd evencorrect behandeld worden of dat er iets schortaan het aanbod. De Lijn en de NMBS hebbenwel een uitgebouwde klachtendienst, maartoch kloppen ouders en minderjarigen somsaan bij het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>. DeKlachtenlijn van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>adviseert om altijd eerst via de interne klachtenprocedurete gaan. Als dat nodig is, kanhet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> wel een ondersteunendebrief opstellen. Doordat eraf en toe meldingen binnenkomen, kan het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> bekijken of sommigeongenoegens te vermijden zijn door hetinterne beleid wat bij te sturen zonder dat er onmiddellijkingegrepen moet worden op de regelgeving.Zo vol als een eiMijn zoon zit in het secundair onderwijs. Elke daggaat hij met de bus van De Lijn naar school. Hetgebeurt geregeld dat de bus gewoon doorrijdtomdat hij overvol zit. Daardoor komen leerlingente laat op school. Ik vind dat ongehoord en wilhet signaleren.10 km van huisIk nam een bus van De Lijn en betaalde met mijngsm. Op de terugweg was ik vergeten te betalen. Ikwerd gecontroleerd en er werd een pv opgesteld.Dat ik een boete krijg, begrijp ik nog wel. Maar ikmoest ook uitstappen bij de volgende halte. Ik wasongeveer 10 km van huis. Mag dat wel?Niet eerlijkVorige maand werd ik gecontroleerd op bus. Ik hadmijn kaartje door de tikmachine op de bus gehaalden ging ervan uit dat ik betaald had. De controleurstelde vast dat er op mijn ticket niet meer genoegsaldo stond. Dat was niet zo. De betaalautomaat,het gele toestel waar je kaartje in moet, drukteschuin af waardoor de lijnen in elkaar overvloeien.Het is niet de eerste keer dat het onduidelijk is. Ikheb dat uitgelegd aan de controleur. Daarna kreegik het pv thuis en er stond alleen op dat ik een boetehad wegens een ongeldig vervoersbewijs. Ik blijferbij dat het niet zo is. Ik zal de boete betalen, maarik vind dat mijn versie ook in het pv had moetenstaan. Het is niet eerlijk.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> had dit jaareen werkoverleg met de klachtendienst vanDe Lijn. De meldingen van de afgelopen tienjaar werden gebundeld en besproken. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> had vooral vragenover hoe pv’s opgesteld worden en hoe het verhaalvan de minderjarige daarin een plaats krijgt. Netomdat ze afhankelijk zijn, vinden we het belangrijkhet verhaal of het argument kort te vermelden alser een discussie is tussen een jongere en de controleur.Natuurlijk blijft de klachtendienst van De Lijnachteraf autonoom beslissen of een klacht tegeneen boete gegrond is of niet. Maar het zijn de oudersdie de boete betalen. En net omdat kinderenen jongeren vrij gebruik maken van het openbaarvervoer en zich vaak alleen verplaatsen, is het belangrijkdat er een korte weergave volgt van hettegenargument van de minderjarige. De medewerkersvan De Lijn stonden ervoor open om een enander te bekijken. Het is de bedoeling om de pv’sbinnenkort digitaal op te stellen. Dat biedt mogelijkhedenomdat het sneller gaat en er meer ruimteis om eventueel iets extra te noteren. De Lijn bekijktnog wat wel en wat niet haalbaar is.


Deel 3: Waar knelt het? 109Hfst 7: Recht op en in gezin7. Recht op en in het gezin7.1.OpvoedingOuderlijk gezag enkinderrechten onverenigbaar?Het Burgerlijk Wetboek geeft ouders het ouderlijkgezag over hun minderjarige kinderen. Ouderskrijgen de volledige verantwoordelijkheid om tebeslissen over alles wat te maken heeft met deopvoeding van hun kinderen. Maar dat is niet absoluuten onbegrensd. Als het gezag van ouderskinderen schade berokkent, mag er ingegrepenworden en moet er hulp voorhanden zijn.Het kinderrechtenverdrag geeft kinderen hetrecht om hun mening te geven in al wat hen aanbelangten zegt dat aan die mening ‘passend belang’gehecht moet worden, rekening houdendmet wat het kind al wel en nog niet kan. We zienveel verwarring bij ouders en kinderen over de relatietussen ouderlijk gezag en kinderrechten enkrijgen veel vragen naar ondersteunende opvoedingsinformatie.De Klachtenlijn geeft bij vragen en klachten overouderlijk gezag vooral informatie over het aanbodvan diensten zoals Awel, JAC, Opvoedingslijn enOpvoedingswinkel. Het spreekt voor zich dat deKlachtenlijn niet tussenbeide komt in geschillentussen ouders en kinderen.Absoluut ouderlijk gezag?Een meisje van 14 meldde op onze dienst dat haarouders in een gesloten geloofsgemeenschap zitten.Het meisje zegt dat ze thuis leven zoals in eensekte. Soms zijn haar voorbeelden hallucinant.Haar vader zette haar oudste broer al aan de deuromdat hij niet meer wilde meedoen met de rituelen.De andere broer is net 18, maar blijft thuiswonen om zijn zus niet alleen achter te laten.Samen zoeken ze een oplossing om het meisje uitdie situatie te halen. Er was al contact met het CBJdat zegt dat het niet zeker is dat dit een problematischeopvoedingssituatie is, omdat het niet echtom een sekte gaat en omdat geloofsovertuigingonder het ouderlijk gezag valt. Het meisje staat opbreken. Klopt het dat geloof geen reden kan zijnom in te grijpen? Ook niet als de geloofsbelevingerg extreem wordt?Opvoeding overdragen aan familieIk ben de tante van een 15-jarig meisje. We zijneen Turkse familie. Haar vader vindt dat ze zichte weinig houdt aan onze tradities. Vorig jaarheeft hij op vakantie bij familie in Turkije haaridentiteitskaart afgepakt en wou hij haar daarachterlaten. Toen hebben we dat kunnen verhinderenomdat we mee op reis waren. Nu is zebang dat hij haar opnieuw daar zal laten. Haarvader zegt dat hij dat mag doen omdat hij hetgezag over haar heeft. Op haar moeder moet zeook niet rekenen, die volgt vader blindelings. Wijzijn er nu niet bij om haar te beschermen. Is zeverplicht om mee te gaan op vakantie? Mag haarvader haar daar achterlaten en onderbrengen bijzijn broer? Hoe kunnen we haar beschermen?Geweld in het gezinEr blijven bij de Klachtenlijn meldingen binnenkomenover geweld in het gezin. We krijgen vragenom advies en hulp van kinderen en jongeren diepraten over hun situatie of in de bres springenvoor leeftijdgenoten. Maar vooral familie, burenen leerkrachten melden geweld en uiten hun bezorgdheidom het welzijn van kinderen.Afhankelijk van de inschatting van de situatie verwijstde Klachtenlijn door naar hulpverlening(CLB, Meldpunt 1712, Vertrouwenscentrum Kindermishandeling) of naar politiediensten (jeugdpolitieof parket).Geen hulp zonder vraag van de kinderen?Ik maak me als tante ernstige zorgen over mijntwee nichtjes. Volgens mij is er sprake van mishandelingen verwaarlozing. Ik heb al eerdercontact gehad met het Vertrouwenscentrum,die mijn bezorgdheid ernstig namen. HetVertrouwenscentrum heeft het CLB gealarmeerdom de situatie op te volgen. Daardoor hebbende ouders de kinderen van school laten veranderen.Het huidige CLB is niet op de hoogte van deproblemen. De stelling is nu dat de ouders en dekinderen geen hulpvraag stelden, en er dus geenhulp geboden kan worden. Kan er dan niemandingrijpen?


110 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 7: Recht op en in gezinVerontrustende situatie bij de burenIk woon naast een alleenstaande moeder met vierkinderen. Een van de minderjarige kinderen heeftzelf al een baby. Het gezin leeft tussen de kattenen honden. De hygiëne laat te wensen over. Debaby leeft er tussen de vuiligheid: sigaretten enuitwerpselen van de dieren. Vaak is er geen eten.Dat kan eigenlijk niet langer voor die kinderen.Bovendien heeft het jongste kind een beperkingen wordt het aan zijn lot overgelaten. Ik helpwaar ik kan, maar zo kan het niet verder. Ik begrijpook niet dat geen enkele dienst dit opmerkt.Ik wil deze verontrustende situatie melden, maarwil niet dat moeder weet dat het van mij komt.Anders hebben de kinderen niemand meer bijwie ze terechtkunnen. Waar kan ik terecht? Wiekan deze kinderen helpen?Help mijn vriendin!Mijn vriendin en ik zijn allebei 14. Zij wordt doorhaar moeder geslagen en vernederd. Ze heeftvaak blauwe plekken en durft soms zelf nietnaar school komen. Vorige week kon ze er nietmeer tegen en was ze weggelopen. We dachtensamen naar de politie te gaan. Haar moeder heeftons gevonden. Ze kreeg eerst een pak slaag opstraat en is dan hardhandig mee naar huis genomen.Sindsdien heb ik ze niet meer gehoord.Haar moeder heeft haar ziek gemeld op school.Ik maak me zorgen. Ik wil dat er iets aan gedaanwordt. Wat kan ik doen?Slaan, is dat normaal?Ik ben een jongen van 12. Mijn ouders zijn heelstreng, vooral mijn vader. Mijn ouders verwachtente veel. Ik moet veel werken in huis, goedepunten halen op school. Maar ook als ik hardwerk en goede punten haal, krijg ik toch stankvoor dank. Als mijn vader vindt dat het nog nietgoed genoeg is, krijg ik slaag. Ik durf niets tezeggen tegen hem want ik ben bang dat hij medan opnieuw slaat. Is dat normaal? Wat kan ik eraandoen?Familie als verlengde vangezinSoms komt het tot een breuk tussen de ouders ende rest van de familie. De Klachtenlijn krijgt vragenen klachten over familieconflicten. Kinderen gevenaan dat ze door de breuk met hun ouders hungrootouders of andere belangrijke familieledenniet meer te zien krijgen. Of soms leidt de breukertoe dat naaste familieleden contact met de kinderenafdwingen tegen hun belang in. Contact metfamilie wordt zo voor het ene kind een afgedwongenplicht en voor het andere verboden terrein.Ook in deze situaties kan de Klachtenlijn niet tussenbeidekomen. Ook hier is hulpverlening en waarnodig een gerechtelijke tussenkomst aangewezen.‘Ik mis mijn grootouders’Een 13-jarig meisje kwam aankloppen op ons JAC.Er is ruzie in de familie tussen haar ouders en haargrootouders. Het meisje mist haar grootoudersheel erg en wil ze zien. Haar grootouders hebbenhaar jarenlang voor en na school opgevangen. Hetmeisje durft thuis niet te vertellen dat ze graaghaar grootouders wil zien. Wat zegt de regelgeving?Contact met zusMijn zusje is nog minderjarig en woont bij mijnouders. Ik ben al een jaar het huis uit door eenruzie met mijn ouders. Ik mag mijn zusje nu nietmeer zien. Mogen mijn ouders dat weigeren? Kanik contact met mijn zus afdwingen?Verplicht bezoek aan grootoudersWe leven al jaren in conflict met de ouders vanmijn man. Destijds had hij thuis zelf een erg problematischejeugd en dat wil hij onze zoon graagbesparen. Mijn schoonouders eisten en kregen nuvia de rechtbank omgangsrecht met onze kinderen.Eén volledige zaterdag per maand moet mijnzoon naar ze toe. Maar mijn zoon wil dat niet enweigert te gaan. Volgens mij zal dat de relatie metde grootouders eerder verstoren dan verbeteren.Hoe krijg ik het voor elkaar om een jongen van 15in de auto te dwingen om hem naar zijn grootouderste brengen? Dit is absurd. Wat zijn de rechten?Mag hij dit contact weigeren?


Deel 3: Waar knelt het? 111Hfst 7: Recht op en in gezin7.2.Afstamming en adoptieErkenning en afstammingDe afstamming van een kind wordt vastgestelddoor de vermelding van de naam van de moederin de geboorteakte. Daardoor staat in principede afstamming van moederskant voor alle kinderenvast. Langs vaderskant staat de afstammingminder automatisch vast. Alleen in een huwelijkwordt de echtgenoot van de moeder automatischgeacht de vader van het kind te zijn. In scheidingssituatieskan dat voor problemen zorgen,als de moeder binnen 300 dagen na een verzoekschrifttot scheiding bevalt van een kind van haarnieuwe partner.Buiten een huwelijk moet de vader zijn kind erkennen.Anders is er geen afstammingsband. DeKlachtenlijn krijgt vragen over de afstamming ende erkenning van kinderen door hun vader. Dievragen komen vooral van vaders zelf.Moeder weigert erkenningOp reis in Thailand heb ik een vrouw leren kennen.Ze werd ongepland zwanger. Onze dochteris nu 1 jaar. Haar moeder wil niet dat ik haarerken en dat ik deel uitmaak van haar leven. Ikwil een DNA-test maar haar moeder weigert die.Zij is een succesvolle zakenvrouw en is veel opreis, waardoor ze de opvoeding van mijn dochterdeels overlaat aan kindermeisjes. Ik wil voor mijndochter de vader zijn die zij verdient maar weetniet hoe ik dit kan oplossen.Toestemming kind bij erkenning?Een vader van een jongen van 12 vraagt aan onsOCMW of het nu nog mogelijk is om zijn zoonte erkennen. De moeder heeft er bezwaar tegen.Hij is ook bang dat ook zijn zoon niet openstaatvoor een erkenning. Hoe kan vader toch zijn kinderkennen als moeder weigert? En moet ook hetkind toestemmen in die erkenning?Geboorte na scheidingEen vrouw leeft gescheiden van haar man. Ze heefteen echtscheiding aangevraagd, maar die is pas definitiefover enkele maanden. Ze is zwanger van eenandere man en gaat bevallen vóór de echtscheidinguitgesproken is. Ik ben haar therapeute. Ze vraagtme of haar kind haar naam kan krijgen en of de biologischevader het kind kan erkennen?Afstamming en ouderlijk gezagEen afstammingsband geeft ouders ouderlijk gezagover hun kinderen. Meestal oefenen ouders hunouderlijk gezag probleemloos uit. Maar soms zijnouders afwezig en daardoor niet in staat om hunouderlijk gezag uit te oefenen. Soms doen ouderser ook afstand van. Zonder ouderlijk gezag krijgthet kind problemen in de toegang tot onder andereschool en gezondheidszorg. Door de aanstellingvan een voogd kan het ouderlijk gezag dan weeropgenomen worden. Daarover krijgt de Klachtenlijnvragen en klachten.VoogdijEen jongen van 12 jaar verblijft al enkele maandenin ons OOOC. Zijn moeder vertrok naar het buitenlanden laat al maanden niets meer van zich horen.Van de wettelijke vader weet niemand waar hij is.Dat zorgt voor heel wat problemen om gezondheidszorgte krijgen, of om ingeschreven te rakenin een school. Niemand voert het ouderlijk gezaguit over deze jongen. Hoe kan dit kind een voogdkrijgen?Nog altijd geen ouderlijk gezagEen meisje van 8 verblijft al sinds het overlijden vanhaar vader in ons gezin. Haar moeder is al jaren geledenmet de noorderzon vertrokken. Ik ben haaroom en het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg regeldedat wij haar konden opvangen. We wachten almaanden op de aanstelling van een voogd, maar datwordt door de rechtbank maar niet geregeld. Datzorgt voor heel wat administratieve en praktischeproblemen. Kan dit snel geregeld worden?


112 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 7: Recht op en in gezinIdentiteitDe Klachtenlijn krijgt vragen van kinderen enjongeren die op zoek zijn naar hun ‘persoonlijke’identiteit. Meestal komen die vragen van geadopteerdekinderen of van kinderen uit een eenoudergezin.Soms ook van kinderen die verwektzijn via spermadonatie.De Belgische Senaat buigt zich al sinds eind jaren90 over een mogelijke oplossing. Anoniem ofdiscreet bevallen is een belangrijk discussiepunt.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> bracht daar al in2009 een eerste advies over uit. Wij spraken onstoen uit pro discreet bevallen, zij het onder deuitdrukkelijke voorwaarde dat artikel 7 van hetkinderrechtenverdrag gerespecteerd wordt.Ik wil mijn vader kennenIk ben nu 17 en heb mijn vader nooit gekend. Ikzou heel graag weten wie hij is en hoe hij heet.De familie en mijn moeder zeggen niets als ikvragen stel. Hoe kan ik toch te weten komen wiemijn biologische vader is?Kind van donorIk ben een donorkind en ben ondertussen al volwassen.Ik heb pas enkele jaren geleden gehoorddat mijn broer, mijn zus en ikzelf verwekt zijndoor spermadonatie. Dat heeft voor heel watemotionele en psychische problemen gezorgd.We hebben geprobeerd te achterhalen wie onzebiologische vader is. Niet om contact met hemop te nemen, maar om ons zelfbeeld te herstellen.We konden geen enkele informatie vinden ofkrijgen. Er is in ons land geen aandacht voor derechten van donorkinderen, met alle gevolgenvan dien. Kan het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>daar iets aan doen?Vandaag is het in België niet wettelijk mogelijkom de anonimiteit te waarborgen van wie een ongewenstezwangerschap buiten de openbaarheidwil houden. De Belgische wetgeving verplicht inde geboorteakte de naam van de moeder te vermelden.Voor sommige vrouwen is dat een probleem.Daarom trekken vrouwen die hun moederschapgeheim willen houden vaak naar Frankrijk waarze wel anoniem kunnen bevallen. In dat gevalregistreert niemand hun moederschap. In eeneerder advies over een verzoekschrift over de legaliteitvan adopties van baby’s geboren uit anoniemebevallingen in Frankrijk, spraken we onsdaar negatief over uit. Anoniem bevallen is niette verzoenen met het recht van het kind om teweten van wie het afstamt (artikel 7 van het kinderrechtenverdrag).Naar aanleiding van een hoorzitting over de verschillendewetsvoorstellen rond discreet bevallenvroegen de verenigde senaatscommissies voorJustitie en Sociale Aangelegenheden ons advies.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>adviseerde over discreet bevallen■■We vragen toegang tot afstammingsinformatievanaf 12 jaar.■■Bij tegenstrijdige belangen tussen de geboorteouderen het opgroeiende kind vragen wedat een onafhankelijke instantie in elke individuelesituatie een belangenafweging maakt enbeslist of de anonimiteit van de geboorteouderopweegt tegen het belang van het kind om zijnouder te kennen. Een federale centrale autoriteitkan deze opdracht opnemen. Bij weigeringvan de geboorteouder kan een bemiddelaarhelpen.■■We vragen dat afstandsmoeders goed begeleidworden. Zodat ze bewust en grondig geïnformeerdkiezen. Ook voor de kinderen zelf moeter een instantie zijn waar ze zelf een beroepop kunnen doen en die ze in het hele procesbegeleidt.NKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, NAdvies Discreetbevallen met informatiewaarborgen voorhet kind?, <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/4, www.kinderrechtencommissariaat.be– Adviezen en StandpuntenAdoptieOok over (interlandelijke) adoptie kreeg deKlachtenlijn vragen en klachten. Die gaan vaakover de richtlijnen voor adoptie.


Deel 3: Waar knelt het? 113Hfst 7: Recht op en in gezinIn het voorjaar van <strong>2013</strong> stelde een groep jongerenhet project ‘Building Bridges’ voor op het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>. De jongeren zijngeadopteerd uit India en Korea. Ze ijveren sterkvoor nauwere samenwerking op het vlak van informatiebeheeren -uitwisseling tussen land vanoorsprong en adoptieland. Een belangrijk aandachtspuntvinden ze de toekenning van eennieuwe naam als de kinderen geadopteerd zijn.In het najaar van <strong>2013</strong> komt er overleg tussen het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> en de drie erkendeadoptiediensten. De nieuwe Vlaamse adoptieambtenaaren het pas opgerichte SteunpuntAdoptie zijn belangrijke partners bij dat overleg.Daarover leest u meer in ons volgende jaarverslag.Zoektocht naar familieIk ben een geadopteerde jongen met Afrikaanseroots. Mijn broers werden ook geadopteerd dooreen Vlaams gezin. Ik ben al maanden naar hen opzoek. Maar overal bots ik op een muur. Nergenskrijg ik informatie omdat die de privacywetgevingzou schenden. In welke mate zijn mijn rechtenen die van mijn broers geschonden doordatwe als kinderen gescheiden werden en we nugeen enkele mogelijkheid hebben om elkaar terugte vinden?relaties met de ouders niet altijd even gemakkelijkte bepalen. Bovendien moet er ook gedacht wordenop lange termijn en in een context die meeverandert naarmate de kinderen opgroeien en debehoeften veranderen. Ook de emoties van angst,verdriet, gekwetstheid en onzekerheid bevorderenniet echt een gezond klimaat voor de kinderen.We zien nog te veel situaties waarin de kindereningezet worden als wapen in de strijd tussenhun ouders.Vanuit de Klachtenlijn hebben we weinig actiemogelijkhedenom kinderen in scheidingssituaties tehelpen. Meestal gaat het om problemen met deverblijfs- en omgangsregeling, waar alleen bemiddelingof een juridische procedure een antwoordop kan geven. Verder gaat het over opvoedingsconflictentussen ouders of het gebrek aan inspraakvan kinderen in beslissingen die de rechterof hun ouders nemen. In al die gevallen kan deKlachtenlijn geen antwoord geven op de individuelesituatie van de kinderen. Wel ondersteunenwe kinderen en jongeren, hun ouders en anderenaasten met informatie, advies en verwijzen weze door naar diensten die een aanbod hebbenvan bemiddeling, juridische ondersteuning ofhulpverlening. Dankzij de ruime opdracht vanhet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> komen we viade Klachtenlijn toch structurele knelpunten op hetspoor die we dan signaleren aan de verantwoordelijkeoverheden.7.3.ScheidingBij een scheiding zijn kinderen erg kwetsbaar.Kinderen krijgen te maken met een nieuwe gezinssamenstelling,een nieuw adres of een nieuweschool. Ook voor de ouders verandert er heel wat.Die veranderingen hoeven voor de kinderen nietper se problematisch of nadelig te zijn. Heel watouders slagen erin afspraken te maken en hun ouderschapte reorganiseren. De Klachtenlijn krijgtalleen meldingen als problemen niet opgelostraken, als kinderen, jongeren, ouders en naastefamilieleden ten einde raad zijn en al een heleweg aflegden van bemiddeling, hulpverlening enjuridische procedures. Van hulpverleners, bemiddelaars,advocaten en rechters wordt verwachtdat zij in het belang van het kind een oplossingzoeken. Dat belang van het kind is in persoonlijkeGedeelde zorg enverantwoordelijkheidPartnerbreuk en ouderschapsoms moeilijk te verzoenenBij een scheiding worden de verschillende opvoedingsvisiessoms scherper gesteld. Als ouders eenstrijd gaan voeren over die verschillen, wordt hetnadelig voor de kinderen. Kinderen vertellen aande Klachtenlijn dat ze er erg onder lijden als hun oudersblijven ruziemaken over hun opvoeding. Zekerals een ouder een kind meetrekt in een coalitie tegende andere ouder. Conflicten spelen op verschillendevlakken. Er valt veel te regelen en te beslissenin de opvoeding van kinderen. Welke school- ofstudierichting? Voetbal of niet? Communie of niet?Het kan allemaal aanleiding geven tot meningsverschillentussen ouders en ontaarden in een strijd.


114 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 7: Recht op en in gezinoSchoolstrijdAls ouders het niet eens worden over de school- enstudiekeuze, kan dat betekenen dat hun kind tijdelijkniet ingeschreven raakt. Als onderling overleg,bemiddeling of hulp van het CLB niet helpt,kan een rechter ertoe gedwongen worden zelf eenschool te kiezen. Dat is natuurlijk niet de meestideale situatie.School volzetIk kan mijn 15-jarige dochter niet op tijd inschrijven.Vader ging niet akkoord met de voorgesteldeschool. Uiteindelijk moest het Hof van Beroep deknoop doorhakken. Gevolg is dat de school nu volzetis. Daardoor wordt mijn dochter onrecht aangedaan.‘Mijn’ school, ‘mijn’ keuze?Ik ben 14. Mijn ouders zijn al twaalf jaar gescheiden.Mijn broer en ik woonden eerst bij mama. Datliep moeilijk. We vroegen om bij papa te wonen.De rechter stond dat toe. Maar ik wilde ook vanschool veranderen omdat de school te ver weg isvan bij papa en ik ging er niet graag. Ook mijnbroer wil dat want hij werd gepest op school en derichting die hij volgt is te zwaar. Het CLB en papavinden dat ook een goede beslissing. De rechterstaat het niet toe omdat mama het niet wil. Ik bentwee keer gehoord door de rechter, maar ik hebhet gevoel dat hij mij niet begrijpt. De rechter kenttoch niets van onze school? Mijn broer en ik moetenons goed voelen op school, toch ons mamaniet? Ik heb al een jeugdadvocaat genomen, maardie is nu op vakantie. Hoe kan ik in september tochnaar een andere school gaan?Schoolprestaties? Geen ideeIk had met de moeder van mijn kinderen (9 en 4)oorspronkelijk een week-weekregeling. Na veelproblemen en in het belang van de kinderen aanvaarddeik een klassieke regeling met bezoekrechten gezamenlijke uitoefening van het ouderlijkgezag. Ik hoopte dat hun moeder daardoor zoustoppen met de kinderen te manipuleren. Dat gebeurdeniet, integendeel. Ik krijg nu geen enkeleinformatie meer over school of over de therapievoor de leerproblemen van mijn zoon. Ik heb hemelen aarde moeten bewegen om de school enhet CLB zo ver te krijgen dat ze ook mij informerenen een kopie bezorgen van de rapporten. Pas nuverneem ik zo via de school dat mijn oudste zoonzich erg agressief gedraagt en dat er een zwaresanctie dreigt. Dat hadden we misschien kunnenvoorkomen als hun moeder en de school mij erbijhadden betrokken.Tweekamp om de vrije tijdOok de vrijetijdsbeleving van kinderen kan eenbron van conflict worden tussen ouders. Als zena de scheiding geen duidelijke afspraken makenover de vrije tijd van de kinderen, kan dat voor hetkind betekenen dat het bij de ene ouder wel bepaaldeactiviteiten kan doen en bij de andere niet.Dat beperkt het kind in zijn sociaal leven. Zeker alshet gaat om activiteiten in groepsverband, zoalsbij een sportclub, vereniging of academie. Dat ismoeilijk op te lossen. De juridische weg biedt nietaltijd een gepast antwoord. Bemiddeling zou discussieskunnen verhelpen maar daarvoor moetende twee ouders meewerken.Er zijn ook veel klachten over informatie overschoolprestaties- en afspraken die niet doorgegevenworden. Ook dat is een machtig wapen in destrijd tussen de ouders.Van speler naar reserveMijn zoon van 8 speelt voetbal. Hij traint op woensdagen vrijdag. In de week gaat hij naar de trainingen in het weekend zijn er wedstrijden. Sinds descheiding gaat hij om de twee weken een weekendnaar zijn vader. Die weigert om hem naar hetvoetbal te brengen, waardoor hij maar één op tweewedstrijden kan meespelen. Daardoor is hij uit deploeg gevallen en is hij nu reservespeler. Hij is daarheel boos om op zijn vader. Ik heb zijn vader voorgestelddat ik hem zou ophalen om hem naar hetvoetbal te brengen, maar ook dat weigert hij.


Deel 3: Waar knelt het? 115Hfst 7: Recht op en in gezinIk heb al overal aangeklopt, ook bij de rechtbank,maar niemand kan helpen. Waar kan ik of mijnzoon nog terecht met deze klacht? Zijn sportvolop kunnen beoefenen betekent veel voor hem.Ruzie om communieIk ben Hanne en ben 11 jaar. Ik doe volgend jaarmijn plechtige communie. Voor de scheidingvon den mijn ouders het allebei leuk dat ik mijncommunie zou doen. En ik kijk er al een hele tijdnaar uit. Nu het zover is, heeft mama gezegd datze mij naar geen enkele activiteit zal brengen tervoorbereiding van mijn communie en de dag zelfook niet. Als ik niet geregeld naar de voorbereidingenga, mag ik van de parochie mijn communieniet doen. Ik heb ook al uitgerekend op de kalenderdat ik de dag van mijn communie bij mijnmama ben. Ik wil zelf naar de jeugdrechter gaanom te vragen dat mijn mama moet meewerken.Mag ik dat doen?Kids-ID en SIS-kaart als wapen inde strijdPersoonlijke documenten zoals de Kids-ID en deSIS-kaart zetten ouders soms in in hun onderlingestrijd. Bij een verblijfswissel weigeren ouderssoms om die documenten mee te geven metde kinderen. Dat heeft vaak grote gevolgen: vakantieplannenvallen in het water, kinderen rakenniet ingeschreven voor vrijetijdsactiviteiten of zekunnen geen beroep doen op gezondheidszorg.Hoewel de documenten wettelijk eigendom zijnvan het kind, is het in de praktijk moeilijk om zeop te vorderen van de ouder die ze bijhoudt.Duplicaat van SIS-kaart?Ik heb een zoon van 9 jaar. Zijn moeder beweertdat zij geen SIS-kaart van hem heeft. Ikheb het nagevraagd bij het ziekenfonds en zijheeft die kaart blijkbaar wel. Het is een zoveelstehindernis van haar sinds we uit elkaar zijn.Een tweede kaart aanvragen kan blijkbaar niet,want een duplicaat is alleen mogelijk bij verliesof diefstal en mits aangifte bij de politie. Is het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> bevoegd om daariets aan te doen? Wat als ik naar de apothekermoet of er gebeurt iets ergers?Financiële zorgDe breuk van ouders heeft in de meeste gevallenook invloed op de levensstandaard van de kinderen.Daarom voorziet de wet in onderhoudsplichtvan ouders voor hun kinderen. Ouders zijnverplicht hun verantwoordelijkheid en zorg voorhun kinderen op te nemen. Ze zijn verplicht omnaar evenredigheid van hun middelen te zorgenvoor huisvesting, levensonderhoud, gezondheid,toezicht, opvoeding, opleiding en ontplooiingskansenvan hun kind.Rechtbanken houden ook rekening met de verblijfs-en omgangsregeling om de bijdrage vanbeide ouders te bepalen. Bij een gelijkmatig verdeeldverblijf vervalt vaak de onderhoudsbijdrage.De Klachtenlijn krijgt klachten over ouders dieeen opgelegde of afgesproken onderhoudsbijdragenniet betalen, of over de hoogte van hetbedrag. Als de onderhoudsplichtige ouder zichniet aan zijn plicht houdt, betekent dat voor deminderjarige opnieuw een daling van zijn levensstandaard.De Klachtenlijn verwijst dan door naareen advocaat voor verder advies en bijstand.Financiële noodMijn ex-man wil geen alimentatie meer betalen.Dat is ten koste van de kinderen. Ik kom financieelniet meer rond. Ik ben me al bij verschillendediensten gaan informeren, maar niemandkan iets doen.Alimentatie en omgangsrecht hand inhand?De vader van mijn 12-jarige zoon heeft al anderhalfjaar zijn omgangsrecht niet meer uitgeoefend.Tegelijk is hij gestopt met onderhoudsgeldbetalen. Onze zoon heeft autisme en de kostenvoor extra zorg en ondersteuning lopen op. Ikzou graag hebben dat de vader financieel meeondersteunt. Het is ook zijn zoon. Maar ik benbang dat hij dan opnieuw zijn omgangsrechtzal uitvoeren, terwijl er nu eerst moet gewerktworden aan herstel. Kan ik iets doen zodat vadereindelijk verplicht wordt om het alimentatiegeldzoals voorzien in het vonnis te betalen?


116 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 7: Recht op en in gezinRecht op hulp na scheidingHulpverleners uit de zorg- en medische sector enandere professionals krijgen elke dag vragen omhulp van kinderen en ouders in een problematischescheiding. Kinderen en jongeren hebben danrecht op hulp. De overheid heeft de verantwoordelijkheidom in die hulp te voorzien. Maar ookprofessionals zelf dragen verantwoordelijkheidvoor deze kinderen en jongeren. In de praktijkzien we dat bij een scheidingsconflict de toegangtot hulp moeilijker wordt. De psychosociale ende medische hulpverlening vinden vaak toestemmingvan de twee ouders nodig om hulp op testarten. Daarmee willen de hulpverleners discussiesvermijden tijdens het hulp- of zorgtraject, enminder het risico lopen dat de hulp abrupt stopgezetmoet worden. In scheidingssituaties kandat een torenhoge drempel opleveren. Zeker alsde hulpvraag te maken heeft met de relatie meteen van de ouders. Terwijl de nood aan ondersteuning,hulp en zorg voor het kind dan preciescentraal zou moeten staan.Hulpvragen over kindermishandeling of seksueelmisbruik zijn extra complex en delicaat. Inde praktijk stellen professionals zich heel voorzichtigen soms zelfs terughoudend op als inscheidingssituaties kindermishandeling of misbruikter sprake komt. Soms twijfelen ze over deintentie van ouders, waardoor ze geneigd zijnom te verwijzen naar de rechtbank. We mogenniet blind zijn voor valse beschuldigingen, voorouders die mogelijke mishandeling van kinderenmisbruiken als wapen in de strijd. Maar er zijnook kinderen effectief slachtoffer van verwaarlozing,psychisch of fysiek geweld of seksueel misbruikin scheidingssituaties. Of kinderen wel ofgeen recht hebben op hulp, mag niet afhangenvan de strijd tussen hun ouders. Zowel bij vermeendevalse meldingen als bij meldingen waarhet kind risico’s loopt, is het kind slachtoffer. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt de nodigeaandacht te blijven besteden aan die meldingenvanuit de hulpverlening en vanuit het gerecht.Opsluiten in een hokVan toen we uit elkaar zijn, is er een week-weekregelingvoor de kinderen. De laatste tijd klagenze over wat er bij hun vader gebeurt. Hij slaatze, vernedert ze en sluit ze op in een donker hokals ze huilen. Ik weet niet waar ik terecht kan. Ikheb contact gehad met een VertrouwenscentrumKindermishandeling maar daar verwijzen ze medoor naar de rechtbank om de verblijfsregelingaan te passen. Iedereen weet dat rechtszakenlang duren. En de verblijfregeling aanpassen ismaar een deel van de oplossing. Wat als het nietlukt? Want je hebt bewijzen nodig. Gaan ze dekinderen wel geloven? Worden de kinderen in detussentijd aan hun lot overgelaten?Misbruik bij vader?Ik heb een dochtertje van 7 jaar. Ze vertelt geregelddat papa haar pijn doet. De artsen vermoedenkindermishandeling want ze heeft vreemdeletsels en onverklaarbare wondjes. Ik heb eenklacht ingediend maar dat duurt nu al tien maanden.Ondertussen moet ik mijn dochter wel elkekeer opnieuw meegeven.Hulp voor neefjeIk maak me zorgen over mijn neefje. Hij is 9 jaaren woont de ene week bij zijn mama en de andereweek bij zijn papa. Hij heeft al verschillende kerenverteld dat hij die regeling niet leuk vindt. Hijvindt het moeilijk om zoveel te wisselen. Op tweejaar tijd werd hij van een vrolijke, spontane jongeneen erg gesloten kind. Hij straalt nog maarweinig vrolijkheid uit. Ik heb mama aangeradenhulp te zoeken. Want hij had verteld dat hij lieverdood zou zijn. Moeder heeft contact gehad metkinderpsychologen, maar die vragen allemaal detoestemming van vader. Vader weigert. Hij steektalles op beïnvloeding door moeder. Vader gebruiktde vechtscheiding om niet te willen inzienwat er echt aan de hand is. Hoe kan mijn neefjegeholpen worden?


Deel 3: Waar knelt het? 117Hfst 7: Recht op en in gezinVerantwoordelijkheid van deoverheidNatuurlijk kan de overheid niet alles oplossen.Veel problemen hebben te maken met de attitudevan ouders. En toch. De overheid en hetgevoerde beleid dragen de verantwoordelijkheidom drempels weg te werken. Individuelemeldingen lopen vaak vast op structurele knelpunten.Veel meldingen zijn op te vangen of tevermijden met betere rechtsbescherming voorminderjarigen. Het is daarom de taak van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> om te blijven wijzenop de belangrijkste structurele knelpunten.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> stelt vijf maatregelenvoor, voor een volwaardige rechtsbeschermingvan minderjarigen:■■Volwaardig spreekrechtArtikel 12 van het kinderrechtenverdrag geeftkinderen recht op inspraak in alle proceduresen aangelegenheden die hen aanbelangen. Aande mening van het kind moet passend belanggehecht worden in overeenstemming met zijnleeftijd en maturiteit. Dat principe zit in hetspreekrecht in gerechtelijke procedures. Vandaagis spreekrecht alleen voor de jeugdrechtbankafdwingbaar vanaf 12 jaar. Er zijn verbeteringenin zicht dankzij de Familierechtbanken. Deklachten tonen aan dat er nog veel mank looptin de concrete uitoefening van het spreekrecht.Kinderen en jongeren ervaren het nog te vaakals een pro forma eerder dan als een volwaardigrecht. Bovendien kunnen rechters nog altijdbeslissen om een kind niet te horen, ook als hetkind daar zelf om vraagt (met uitzondering vande jeugdrechter vanaf 12 jaar).■■Eigen rechtsingangIn vechtscheidingen en in situaties waarin hetwelzijn van minderjarigen zwaar belast wordt,ziet het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> een eigenrechtsingang voor kinderen en jongeren alslaatste redmiddel. Minderjarigen hebben geenmogelijkheid om een procedure te startenals hun belangen ondergeschikt raken aan debelangen van hun ouders.■■Jeugdadvocaten voor kinderen enjongerenHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> vraagt eenwettelijke verankering van het systeem vanjeugdadvocaten voor minderjarigen, ook infamiliezaken. Bij beschermingsmaatregelenvoor de jeugdrechtbank bewijst de aanstellingvan een jeugdadvocaat zijn meerwaarde.Ook bij conflicten met ouders en zeker invechtscheidingen, waar het moeilijk wordt omde belangen van kinderen af te wegen tegen dievan de ouders, is het belangrijk dat een eigenadvocaat minderjarigen kan bijstaan.■■Vlotter verloop van gerechtelijkeproceduresVoor alle betrokken partijen is een aanslependescheidingsprocedure nefast voor het welzijn.Voor kinderen en jongeren des te meer. Zij zijnhet ‘lijdend’ voorwerp in de situatie. Kinderenzijn de dupe van het systeem en ondergaanmachteloos beslissingen die vaak lang opzich laten wachten, soms tegenstrijdig zijn ofhelemaal niet toepasbaar op hun gezinssituatie.Als antwoord op de knelpunten wordt gewerktaan de oprichting van familierechtbanken die inseptember 2014 van start gaan. We kijken volverwachting en streng toe op de regelgevingen de concretisering ervan in de praktijk en depositieve invloed op het welzijn van kinderen enjongeren.■ ■ Bemiddeling voor, tijdens en na descheidingHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> gelooft in be -middeling bij scheiding. Bemiddeling kan scheidendeouders helpen om op een gelijkwaardigemanier zelf constructief hun conflict op te lossenen hun scheiding te regelen. In bemiddeling staatcommunicatie centraal zodat er ruimte komt voorgemeenschappelijke inzet voor de kinderen.We krijgen geen klachten over scheidingen viabemiddeling. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>pleit daarom voor een bemiddelingsaanbodrond scheiding en ouderschap, uitgebouwd viaeen ruim eerstelijnsaanbod. Dat aanbod moetopen staan voor, tijdens en na de scheiding. Het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> is ook voorstandervan verplichte kennismaking met bemiddelingvoor ouders.


118 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 7: Recht op en in gezinWachtlijsten voorbezoekruimtenEen bezoekruimte kan een oplossing zijn, eenlaatste redmiddel als het contact tussen een ouderen een kind lang verbroken is of als er goederedenen zijn om de contacten in een beveiligdeomgeving te organiseren. Meestal is het een rechterdie ouders en kinderen naar zo’n bezoekruimteverwijst. Hoewel bezoekruimten ook openstaanvoor ‘vrijwillige’ aanmeldingen van ouders,blijft dat toch eerder uitzonderlijk.De vele vragen bij bezoekruimtes tonen aan dater duidelijk behoefte aan is. In de praktijk kan hetaanbod de vraag niet volgen. Daardoor moetenbezoekruimtes met wachtlijsten werken.Ouders melden bij de Klachtenlijn wachttijdenbij de bezoekruimtes van 4 tot 8 maanden voorde contacten opgestart kunnen worden. Dat islang omdat het vaak om situaties gaat waar er allang geen contact meer is. Omgangsproblemenvragen om snelle interventies. Lange wachttijdenbij een bezoekruimte kunnen net als lange juridischeprocedures de relatie tussen ouder en kindverzieken. Conflicten kunnen verder escaleren.Ouders en kinderen kunnen van elkaar vervreemden.Er is een lange periode van onzekerheid enhet wordt met de dag moeilijker om het contactte herstellen.Ook voor kinderen en jongeren brengt dat spanningenmet zich mee. Eerst sleepten de gerechtelijkeprocedures vaak al lang aan. Dan verhoogtde spanning verder door de wachttijd bij de bezoekruimte.Dat geldt zowel voor kinderen diehunkeren naar contact met hun ouder, als voorkinderen die zelf geen vragende partij zijn om deouder te ontmoeten.Een jaar contactbreukIk leef al 10 jaar gescheiden van de vader vanonze kinderen. Al die jaren keek hij amper omnaar de kinderen. Sinds een jaar heeft hij eennieuwe relatie. Ineens wou hij de kinderen van deene dag op de andere in een week-weekregeling.Hij startte een procedure op en uitte de ene beschuldigingna de andere, gaande van verwaarlozing,over seksueel misbruik tot druggebruik. Naeen zwaar onderzoek bleken de beschuldigingenongegrond. Ondertussen waren de kinderen hemal zes maanden toevertrouwd en waren ze sterkdoor hem beïnvloed. De rechter verwees naarde bezoekruimte om het contact te herstellen. Ikhoor nu dat er daar een wachtlijst is van zevenmaanden. Ondertussen krijg ik de kinderen niette zien. Als de contacten eindelijk beginnen, zalik al dertien maanden geen contact meer gehadhebben met mijn kinderen.Nog even wachtenIk ben al jaren verwikkeld in een vechtscheiding.We hebben twee kinderen van 5 en 9 jaar. Demoeder doet er alles aan om het contact tussenmij en de kinderen te verbreken. Er loopt een onderzoekbij de rechtbank over klachten van moeder,maar er is nog geen definitieve beslissing.Daardoor moet ik mijn kinderen zien in een bezoekruimte.Ik sta al vier maanden op de wachtlijsten ze zeggen me dat er geen vooruitzichtenzijn op korte termijn. Tot zolang ben ik aangewezenop de goodwill van moeder om de kinderenaf en toe bij haar te mogen bezoeken. Elke keerals ik weer vertrek, huilen de kinderen en vragenze wanneer ze eindelijk bij mij op bezoek mogenkomen. Door de trage rechtsgang en de wachtlijstvan de bezoekruimte worden mijn kinderentegen hun wil weggehouden bij hun vader.Verblijfs- en omgangsregelingDe toepassing van de verblijfs- en omgangsregelingleidt tot heel wat klachten bij de Klachtenlijn.Ofwel gaat het over een van de ouders die deregeling niet naleeft. Ofwel gaat het over de onvredemet de bestaande verblijfs- en omgangsregeling.De kinderen zelf, of ouders als het overjonge kinderen gaat, ervaren de uitspraak als nietin het belang van het kind. Kinderen klagen aandat rechters geen rekening houden met hun meningen dat ze sociaal en emotioneel lijden onderde regeling. Ouders klagen aan dat ze hun kindzien lijden onder de bestaande verblijfsregeling.


Deel 3: Waar knelt het? 119Hfst 7: Recht op en in gezinOp de zitting ervaren ouders dat ze ‘het zoveelstescheidingsdossier van de dag’ zijn. Er is nauwelijkstijd om het woord te nemen en ze merkendat rechters vaak stukken uit het dossier nietgelezen hebben. Ouders en kinderen klagen aandat het lijkt alsof er weinig keuze is: ofwel eenweekendregeling ofwel een week-weekregeling.Ze hebben de indruk dat de laatste optie vaak devoorkeur van rechters wegdraagt.Gebukt onder omgangsregelingIk begeleid een meisje in een time-outproject. Zegaat gebukt onder de omgangsregeling. Nu is ereen week-weekregeling. Maar er is veel discussietussen de ouders over de opvoeding en over regels.Moeder wil ook haar vrijheid terug. Daaromwil ze dat het meisje voltijds bij haar vader gaatwonen en om de twee weekends bij haar komt.Haar ouders gaan dat voorleggen aan de jeugdrechter.Het meisje wil dat niet. Door de situatiebij haar vader loopt er ook al anoniem een begeleidingbij het Vertrouwenscentrum. Volgensde advocaat van moeder is de kans groot dat derechter toch instemt met het voorstel van moeder.Is dat in het belang van het meisje? Waar kanzij terecht?Belang van het kind?Mijn zoon van 11 gaat al drie jaar niet meer naarzijn vader omdat hij daar zwaar psychisch enlicha melijk mishandeld werd: slaan, opsluiten opzolder, tergen. Er werd een gerechtsdeskundigeaangesteld die concludeerde dat mijn zoon lijdtaan het ouderverstotingsverschijnsel naar vadertoe. De deskundige adviseerde de verblijfsregelingom te keren. Ik heb erop aangedrongen datmijn zoon gehoord zou worden. Dat gebeurdein een videoverhoor. Ook bijzondere jeugdzorgheeft met hem gesproken op school. De rechterbesliste nu dat mijn zoon een jaar bij zijn vadermoet wonen en hij kreeg te horen dat hij de foutenvan zijn vader in het verleden moet kunnenvergeten en vergeven. Ik begrijp niet hoe dat inhet belang van het kind is. Ook jeugdzorg begrijpthet niet. Mijn zoon zegt dat hij zal weglopenen is erg bang om terug te gaan.Geen inspraakNa veel geruzie hebben mijn ouders ‘besloten’ uitelkaar te gaan. De bedoeling was dat we met onsgezin zouden overleggen hoelang we bij elke ouderzouden verblijven, wat er zou gebeuren, watde moeilijkheden zijn. Maar mijn mama is naar derechter gestapt en sindsdien hebben mijn broeren ik geen inspraak meer. Mijn papa probeertonze mening te vertolken, maar voor de rechtertelt dat niet. Mama klaagt, roept, schreeuwt enbedreigt me de hele tijd en ik vind dat niet leukmeer. Ze maakt het alsmaar moeilijker om mijnpapa te zien. Ik zou heel graag meer bij papazijn, maar ik kan niets doen. Is er toch een manierwaarop ik wél mijn mening kan zeggen enbegrepen word?7.4.Familierechtbanken eindelijkopgerichtDe familierechtbanken zijn een feit. Eindelijk. Hetwas een vast thema in onze laatste jaarverslagen.NWetsontwerp Nbetreffende de invoering van eenfamilie- en jeugdrechtbank, Parl. St. Kamer<strong>2012</strong>-13, nr. 1189/13. Zie voor de goedgekeurdetekst: nr. 682/22De nieuwe familierechtbanken moeten vanafseptember 2014 de dienstverlening en de samenhangrond procedures in familiezaken verbeteren.Vandaag zijn verschillende rechters bevoegdvoor familiezaken: de vrederechter, de rechtervan eerste aanleg, de jeugdrechter, de kortgedingrechter.Dat leidt tot ondoorzichtigheid,doorverwijzingen, tegenstrijdigheden en extrakosten. Voor alle familiale geschillen is er binnenkortnog maar één adres: de familierechtbank.


120 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 7: Recht op en in gezinGoede advocaatIk vraag advies over de situatie van een moedermet twee kinderen. De kinderen hebben elk eenandere vader. De vader van de oudste dochterheeft zijn dochter bij zich. Dat komt door een uitspraakvan de rechtbank waar vader dankzij eengoede advocaat de rechter ervan wist te overtuigendat de moeder niet goed zou zijn voor dedochter. Er kwam een vechtscheiding en ook eendossier bij de jeugdrechtbank voor een problematischeopvoedingssituatie. De andere dochterwerd wel aan moeder toegewezen. Achterafheeft vader zijn beweringen weer ingetrokken.Hij is bereid meer contacten tussen moeder endochter toe te staan. Maar de jeugdrechtbank diebevoegd is in het kader van de problematischeopvoedingssituatie heeft andere maatregelen opgelegd:moeder moet bewijzen dat ze structuurkan bieden, een job kan zoeken en een degelijkewoonst kan onderhouden. Moeder weet niet meerwelke regeling nu primeert en waarom jeugdzorgextra voorwaarden oplegt als vader aangeeft datzijn vroegere beweringen kaderden in de moeilijkescheiding.Kinderen hebben recht vansprekenKinderen krijgen het recht om door de familierechtergehoord te worden in zaken die hen‘aanbelangen’ over het ouderlijk gezag, het verblijfsrechten het recht op persoonlijke relaties.Aan kinderen die nog geen 12 zijn, kan de rechtergeen spreekrecht weigeren als de vraag vanhenzelf komt of van het openbaar ministerie.Kinderen ouder dan 12 krijgen automatisch eenuitnodiging voor een gesprek in de bus. Het staatze vrij om van dat spreekrecht gebruik te maken.Oproepingsplicht zonder verschijningsplicht iseen goede zaak, vinden we, want zo is er minderruimte voor druk of manipulatie. Normaalis er niemand bij het gesprek, maar de rechterkan daar een uitzondering op maken. Het verslaggeeft weer wat de minderjarige zegt en partijenkunnen het lezen. Jammer, het zou uitzonderlijken op vraag van de minderjarige toch mogelijkmoeten zijn om alleen een samenvatting van hetgesprek op te nemen of zelfs alleen maar te vermeldendat de minderjarige gehoord werd. Evenjammer dat de partijen het verslag zomaar kunnenlezen. Dat zet de deur toch weer open voordruk en manipulatie.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> heeft drie vragenover de uitnodigingsbrief:■■Dat de uitnodigingsbrief ook ingaat op de betekenisvan spreekrecht. Gehoord worden eneen standpunt vertolken, betekent niet automatischgelijk krijgen. Het verdient de voorkeurom te kiezen voor een positievere bewoordingdan de formulering in de wet dat ‘derechter niet verplicht is zich te schikken naarde door de minderjarige gedane verzoeken’.■■Dat de uitnodigingsbrief vermeldt bij welkeeerstelijnsdienst jongeren terechtkunnen methun concrete vragen. Dat is des te belangrijkernu de wet – jammer genoeg – niet voorziet inbijstand van een advocaat.■■Dat de uitnodigingsbrief leesbaar is, ook voorjongeren die de taal niet goed spreken.Daarnaast pleit het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>voor:■■ondersteuning van rechters bij de uitoefeningvan het spreekrecht om een kwaliteitsvolle invullingvan het spreekrecht te garanderen,■■terugkoppeling naar het kind of de jongere,ook al is dat niet uitdrukkelijk opgenomen inde wet. Wat is het resultaat van de besluitvormingen hoe werd met zijn mening rekeninggehouden?Hoop op verzoeningWe zijn blij dat er in de familierechtbank ookplaats is voor ‘kamers voor minnelijke schikking’.In die ‘bemiddelingskamers’ kunnen partijenzich met elkaar verzoenen. Een goede zet.Essentieel is dat partijen weten dat die mogelijkheidbestaat. Zelf ondersteunen we het idee vaneen aanspreekpunt dat informatie geeft over deverschillende scheidingsopties waaruit cliëntengoed geïnformeerd en weloverwogen kunnenkiezen.


Deel 3: Waar knelt het? 121Hfst 7: Recht op en in gezinN<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>, NAdvies Voorontwerp van wet familie- en jeugdrechtbank, 2010 -2011/7, www.kinderrechtencommissariaat.be –Ad viezen en StandpuntenNEen N kleinschalig onderzoek ondersteunt dezevisie: VCOK, Bevindingen uit het project trajectbemiddeling,(http://bemiddeling.vcok.be/media/docs/Bemiddeling/VCOK_Handleiding_Trajectbemiddeling.pdf)Maar de wetgever koos voor een andere piste: inhet begin van de procedure licht de griffier de partijenschriftelijk in over alternatieven voor de gerechtelijkeweg. Ook de familierechtbank moet datdoen bij de eerste zitting. Toch valt te betwijfelenof een folder met de letterlijke wetsbepalingen eneen informatiebrochure genoeg zijn om partijenover de streep trekken om de stap naar bemiddelingte zetten. Het lijkt ons heel belangrijk dat defamilierechter ook nog eens mondeling uitgebreidstilstaat bij de mogelijkheid en de voordelen vanbemiddeling tegenover een klassieke juridischeprocedure, en dat hij zegt waar de partijen daarvoorterechtkunnen. De wettelijke informatieplichtvan de familierechter mag dus geen verplicht afhaspelnummertjeworden.Selectieve specialisatieDe doorgevoerde specialisatie is specifiek: ze geldtalleen voor rechters en parketmagistraten. Maarminderjarigen verdienen ook gespecialiseerde verdedigersdie ze ondersteunen, adviseren en verwoor -den wat zij willen. Hun zwakke juridische po sitieen het ontbreken van de nodige aandacht in derechtenopleiding maken dat wij ervoor blijven pleitenom het recht op een gespecialiseerd jeugdadvocaatwettelijk te verankeren.Zelfs voor rechters is het niet altijdeven duidelijkDrie kinderen werden tijdelijk geplaatst door devechtscheiding van de ouders. De jeugdrechter wilde ouders de kans geven zelf een ouderschapsplanuit te werken voor de kinderen. De ouders zijn bereidhet een kans te geven, maar willen niet samenin één ruimte zitten. Ze kregen de raad om in bemiddelingte gaan. Zonder boe of ba. Zonder concreetadres. Zonder verwijzing naar een instantieof meer uitleg. De jeugdrechter suggereerde omhulp te vragen bij het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>:‘Kunnen zij bij jullie dienst een afspraak maken? Ofwaar kunnen mensen daarvoor anders terecht? Enbestaat er bemiddeling waarbij de ouders niet perse aan één tafel moeten zitten?’Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> neemt zelf geenbemiddelingsopdrachten in het kader van scheidingenop, maar maakte een afspraak voor debetrokken ouders bij het Centrum AlgemeenWelzijnswerk na eerst te checken of dat CAW eensoort van pendelbemiddeling kon opstarten. HetCAW volgt de zaak nu verder op.


122 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 7: Recht op en in gezinTrajectbemiddeling uitbouwen voor familiesNa de scheiding van hun ouders stellen de meeste kinderen het goed. Kinderen hebben minder last alsze een leefbare verklaring krijgen, als ze niet geklemd zitten in het ouderlijk conflict en als er een regelingkomt waarin zij meetellen. Als kinderen voelen dat ze verschil maken in de ogen van hun ouders,kunnen ze beter omgaan met de situatie.Door bemiddeling kunnen ouders een regeling uitwerken die rekening houdt met wat hun kinderenbelangrijk vinden en waarin hun conflict een plaats krijgt.Bemiddeling staat evenwaardig naast goede rechtspraak. Toch raken veel mensen ongewild ophet spoor van een juridische procedure. Ze kennen of vertrouwen bemiddeling niet. Uit het IPOSscheidingsonderzoekweten we dat de beste weg die is die mensen weloverwogen zelf inslaan: rechtspraakof bemiddeling of een ander traject. Alleen maar informeren is niet genoeg om geïnformeerd tekiezen. Er is meer nodig: zelf ondervinden wat bemiddeling is en wat een bemiddelaar doet. Dat vraagtom een eigen aanpak die we trajectbemiddeling noemen.Trajectbemiddeling houdt in dat mensen vóór ze kiezen voor rechtspraak of voor bemiddeling informatiekrijgen over de verschillende trajecten die tot een regeling kunnen leiden. De dienstverleningis laagdrempelig, aantrekkelijk en gratis en gaat in op misverstanden en opvattingen die mensen nutegenhouden om voor bemiddeling te kiezen. Een bemiddelaar helpt ouders in één gesprek te onderhandelenover het traject dat ze gaan volgen om tot een ouderschapsregeling te komen.De invoering van de familierechtbanken kan een mooie gelegenheid zijn om trajectbemiddeling alsdienstverlening uit te bouwen als een ondersteuningsaanbod voor families.Chris De Bruyne,Coördinator VCOK(Vormingscentrum Opvoeding Kinderopvang)


Deel 3: Waar knelt het? 123Hfst 8: Vlaams integraal kinderrechtenbeleid8. Vlaams integraal kinderrechtenbeleidTwee decennia terug bekrachtigde Vlaanderenhet kinderrechtenverdrag. De Vlaamse overheidverbond zich ertoe om kinderrechten in haar beleidop te nemen en werk te maken van het rechtop protectie, provisie en participatie van kinderenen jongeren.Ondertussen werkte Vlaanderen verschillende instrumentenuit om vorm en inhoud te geven aanzijn kinderrechtenbeleid: het Vlaams ActieplanKinderrechten, het Vlaams Jeugdbeleidsplan bijhet begin van elke legislatuur, de tussentijdseverslaggeving over die twee plannen, subsidiekanalenwaarop organisaties een beroep kunnendoen.Het voorbij werkjaar maakte de Vlaamse Regeringwerk van haar kinderrechtenbeleid. Ze evalueerdede Vlaamse actoren kinderrechten en brachtverslag uit over haar jeugd- en kinderrechtenbeleidvan de voorbije jaren.8.1.Veldtekening ‘Kinderrechtenin Vlaanderen’vraagt terecht meer aandachtvoor lacunesOp 18 oktober 2011 organiseerde de CommissieJeugd een gedachtewisseling over het VlaamsActieplan Kinderrechten 2011-2014 (VAK) van deVlaamse Regering. In het VAK 2011-2014 staandoelstellingen en acties die bijdragen tot de uitbouwvan haar kinderrechtenbeleid, waarondereen veldtekening van de Vlaamse actoren kinderrechten.Het VAK 2011-2014 wou een ‘constructieve’ evaluatievan het middenveld kinderrechten. Die evaluatiemoest de positie van minderjarigen in de samenlevingversterken. Uitgangspunt was: ‘Vanuitde vaststelling dat in onze samenleving bepaaldespanningsvelden scherper worden – rechten vankinderen versus rechten van volwassenen, kinderrechtenals doel of als middel, een defensieveof offensieve kijk op kinderen – zal de overheidhet kinderrechtenbeleid constructief evalueren.’In februari <strong>2013</strong> organiseerde de Commissie voorCultuur, Jeugd, Sport en Media een gedachtewisselingover de evaluatie van de Vlaamse kinderrechtenorganisaties.Op vraag van het VlaamsParlement en de minister voor Jeugd evalueerdeprof. Doek het middenveld kinderrechten.NGedachtewisseling Nover de veldtekening vanhet Vlaamse middenveld Kinderrechten, Parl.St. Vl.Parl. <strong>2012</strong>-13, nr. 1945/1De veldtekening ‘Kinderrechten in Vlaanderen’bracht vanuit acht kinderrechtenclusters het reilenen zeilen van de Vlaamse kinderrechtenorganisatiesin kaart. De onderzoekers concludeerdendat de organisaties elkaar maar weinig overlappen.Samen met het VN-Comité voor de Rechtenvan het Kind ontdekten ze wel lacunes in hetkinderrechtenbeleid. De onderzoekers pleitenvoor meer samenwerking tussen de kinderrechtenorganisatiesen een grote mate van financiëleflexibiliteit om in nood kort op de bal te kunnenspelen.Het Vlaams Parlement ging met de conclusiesaan de slag. In zijn voorstel van resolutie voorde optimalisering van het middenveld kinderrechtenvraagt het aan de Vlaamse Regeringom via de monitoring van het Vlaams Jeugd- enKinderrechtenbeleidsplan aandacht te schenkenaan de lacunes die de veldtekening blootlegt. Netals het VN-Comité vraagt het Vlaams Parlementeen monitoring die niet alleen realisaties opsomt,maar ook oog heeft voor de tekorten en de nodigebijsturing van het beleid.NVoorstel N van resolutie betreffende de optimaliseringvan het middenveld Kinderrechten, Parl.St. Vl.Parl. <strong>2012</strong>-13, nr. 2003/1Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> schaart zichachter deze vraag. Herhaaldelijk pleitten we vooreen actieplan met concrete doelstellingen, indicatoren,budgettoewijzing en tijdsschema’s. Envoor een follow-upmechanisme met slagkrachten perspectief. Een slagkrachtig verslag legt nietalleen de bereikte vooruitgang bloot maar ook demogelijke tekorten en nodige bijsturing voor hetkinderrechtenbeleid.Daarnaast staan we achter het pleidooi voormeer financiële flexibiliteit voor kinderrechtenorganisatiesom sneller te kunnen inspelen op onverwachtenoden.


124 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 8: Vlaams integraal kinderrechtenbeleid8.2.Tussentijds verslag2011-<strong>2012</strong> mistperspectiefHet decreet van 20 januari <strong>2012</strong> voor een vernieuwdjeugd- en kinderrechtenbeleid vraagt deVlaamse Regering om bij het Vlaams Parlementen het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> verslag uit tebrengen over haar jeugd- en kinderrechtenbeleid.Het voorbije werkjaar finaliseerde de VlaamseRegering haar ‘Tussentijds Verslag 2011-<strong>2012</strong>Vlaams Jeugdbeleidsplan (VJP) en VlaamsActieplan Kinderrechten (VAK)’. In dit tussentijdsverslag lijst ze alle gerealiseerde beleidsactiesvanuit het VJP en het VAK op.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>bracht advies uit bij het tussentijdsverslag.■■We roepen Vlaanderen op om zijn tussentijdseverslagen meer slagkracht te geven. Het tussentijdsverslag 2011-<strong>2012</strong> mist perspectief.Samen met het VN-Comité voor de Rechtenvan het Kind pleitten we herhaaldelijk voor eenactieplan met concrete doelstellingen, indicatoren,budgettoewijzing en tijdsschema’s. Envoor een follow-upmechanisme met slagkrachten perspectief. Een slagkrachtig verslag somtniet alleen de realisaties op, maar legt ook tekortenbloot en wijst op nodige bijsturingen inhet kinderrechtenbeleid.■■We missen een coördinerend ministerKinderrechten die ook buiten de lijnen vande beleidsdomeinen kleurt. Klachten bij onzeKlachtenlijn illustreren vaak dat waken over hetbelang van het kind niet alleen een Vlaamsebevoegdheid is. Ook de federale overheidneemt beslissingen die raken aan het belangvan het kind.■■We blijven pleiten voor een contextuele blik opkinderen en jongeren en vragen Vlaanderenom kinderrechten contextueel te blijven benaderen.Kinderen en jongeren zijn afhankelijkvan de kansen die ze in hun omgeving vinden.Anticipeert de omgeving te weinig op hun nodenen schuift ze te snel de individuele verantwoordelijkheidals oorzaak van maatschappelijkekwetsbaarheid naar voren? Dan komenhun rechten in het gedrang en negeert de omgevinghaar eigen impact op de ontwikkelingen het welzijn van het kind.■■We kijken uit naar het decreet rechtspositievan de leerling op school. Elk jaar krijgt onzeKlachtenlijn nieuwe klachten over onderwijs.We geloven dat een duidelijke rechtspositieeen verschil kan maken. We verwachten dat hetdecreet naast een collectieve ook een individueleinvulling geeft aan het recht op participatieop school.■■Vlaanderen zet nog altijd te weinig in op vertalingvan het recht op informatie naar specifiekecontexten waarin kinderen zitten. Kinderen dievoor een situatie of beslissing staan met eenduidelijke impact op hun leven, willen wetenwat er gaat gebeuren. Ze willen vragen kunnenstellen. Ze willen dat er echt naar hen geluisterdwordt, dat professionals vriendelijk zijnen dat ze begrijpelijke informatie krijgen.■■We roepen Vlaanderen op om een van zijnbelangrijkste strategische doelstellingen uithet VJP niet te vergeten: ‘meer maatschappelijkengagement voor jongeren’. We hopen datVlaanderen blijft investeren in bemiddeling enoverleg. Bemiddeling drukt meer engagementtegenover jongeren uit dan administratievesancties.■■We vragen Vlaanderen om te blijven zoekennaar oplossingen voor de problemen van kinderenin de jeugdhulp, ook al leverde de Vlaamseoverheid al veel inspanningen. Klachten bijonze Klachtenlijn leggen jaar na jaar dezelfdeknelpunten bloot. Kinderen en ouders metbehoefte aan zorg krijgen te weinig duidingover en inspraak in de zorg. Minderjarigen diegespecialiseerde zorg of een combinatie vanhulpverleningsvormen nodig hebben, blijvenvaak in de kou staan. Kinderen en gezinnen dieambulante zorg nodig hebben, ervaren tekortenin en aan die zorg.NKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, NAdvies Tussentijds verslag 2011-<strong>2012</strong> mist perspectief,<strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>/10, www.kinderrechtencommissariaat.be- Adviezen en Standpunten


Deel 3: Waar knelt het?Hfst 9: Kinderrechten internationaal1259. Kinderrechten internationaal9.1.Klachtenprotocol in delucht maar nog niet gelandKlachtenprotocol unaniemgoedgekeurd door VlaamsParlementEind <strong>2012</strong> keurde het Vlaams Parlement unaniemhet decreet goed dat instemt met hetKlachtenprotocol bij het Kinderrechtenverdrag.Dat nieuwe Klachtenprotocol zorgt ervoor datkinderen en jongeren, of mensen die hen vertegenwoordigen,schendingen van hun rechten ookinternationaal kunnen aanvechten als ze in huneigen land eerst de interne wegen bewandeldhebben. We zijn blij dat het Vlaams Parlementover de hele lijn ons advies volgde. Het parlementkoos voor een maximale invulling waardoor hetVN-Comité voor de Rechten van het Kind de bevoegdheidkrijgt om hier ter plekke te komen bijernstige en zware schendingen.NKINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, NAdvies bijvoorontwerp van decreet houdende instemmingmet het facultatief protocol bij het Verdrag inzakede Rechten van het Kind inzake een mededelingsprocedure,2011-<strong>2012</strong>/9, www.kinderrechtencommissariaat.be– Adviezen enStandpuntenNDecreet N van 14 december <strong>2012</strong> houdende instemmingmet het Facultatief Protocol bij hetVerdrag inzake de Rechten van het Kind inzakeeen mededelingsprocedure, B.S. 25 januari<strong>2013</strong>Ook federaal zijn er stappen gezet in de goederichting. In juni stemde de ministerraad in met detekst (voorontwerp). Nu is het federaal parlementaan zet. Tijd om te landen. Internationaal is hetprotocol nog niet in werking. Nog twee landenmoeten de tekst definitief bekrachtigen.Op naar een kindvriendelijkeuitvoering van hetKlachtenprotocolOp 29 maart <strong>2013</strong> organiseerde de NationaleCommissie voor de Rechten van het Kind eenconferentie over het Klachtenprotocol bij hetKinderrechtenverdrag. Hoe kunnen we het protocolop een kindvriendelijke manier omzetten inde praktijk? Het congres mondde uit in een werkgroepdie verder nadenkt over hoe we het klachtrechtvoor kinderen concreet vorm kunnen geven.Wie kan jongeren bijstaan? Hoe gebeurt debekendmaking? Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>pleitte in zijn advies voor de oprichting van zo’ndenktank en denkt er graag mee over na in deschoot van de werkgroep.Dat is een belangrijke opdracht. Zeker omdatde procedureregels die het VN-comité voor deRechten van het Kind schreef een doorslagje zijnvan andere internationale procedures, zoals prof.Wouter Vandenhole het verwoordde op de conferentiein maart. Geen aangepaste procedure voorkinderen en jongeren als ze naar het VN-comitéstappen met een klacht.NCRC, N Rules of procedure under the OptionalProtocol to the Convention on the Rights of theChild on a communications procedure, <strong>2013</strong>,CRC/C/62/3, http://www2.ohchr.org/english/bodies/crc/9.2.Europesekinderombuds dienstenvergaderen over juvenilejusticeHet European Netwerk of Ombudspersonsfor Children (ENOC) verbindt vandaag al 42Europese kinderombudsdiensten uit 32 landen.Van 10 tot 12 oktober was het Vlaams<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> te gast op de conferentiein Nicosia, Cyprus. De kinderombudsdienstenwisselden daar informatie en ervaringen uit.Een van de uitdagingen waarmee we allemaal geconfronteerdworden, is de impact van de economischecrisis op de rechten van kinderen.


126 Deel 3: Waar knelt het?Hfst 9: Kinderrechten internationaal‘Jeugddelinquentie – kindvriendelijke justitie, struc -tu ren en processen rond preventie en interventie’was het centrale jaarthema. Een thema dat spoortmet de EU-agenda voor kinderrechten. Een themaook waarover alle ombudsdiensten zich zorgenmaken. De driedaagse conferentie zocht naar manierenom het aantal jonge daders te verminderenen hoe een jeugdrechtsysteem zich maximaalop kinderen kan richten (‘child friendly justice’).Naast lezingen kregen we de kans om concretegood practices uit te wisselen in kleine workshops.Ten slotte stelde Nevena Vuckovic Sahovicook haar rapport voor dat ze voor ENOC maakteover de verschillende jeugdsystemen in de verschillendelanden. Op basis van dat onderzoekformuleerde ENOC een standpunt. Het uitgangspuntis dat kinderen ‘in conflict with the law’ opde eerste plaats kinderen zijn en hun rechten,zoals recht op onderwijs, gezondheidszorg enbijzondere behandeling en bescherming niet verliezen.NVoor N het volledige verslag van de conferentie:http://www.crin.org/enoc/ (doorklikken op‘annual meetings’)NENOC N study on the role of national humanrights institutions in the protection of therights of children in the juvenile justice system,http://www.crin.org/docs/ENOC report on JD<strong>2012</strong> fin.pdfN NENOC, Position statement on 'the rightsof children in conflict with the law', <strong>2012</strong>,http://www.crin.org/enoc/ (bovenaan doorklikkenop ‘position papers’ ).


Deel 3: Waar knelt het?Hfst 9: Kinderrechten internationaal127


DeelBijlagen


130 BijlagenNaar wie wordt doorverwezen?Naar wie wordt doorverwezen?Algemene dienstverleningVoor kinderen en jongerenAwel 50Jongerenadviescentrum 44Kinderombudsman Nederland 5Kinderombudsdienst Polen 1Kinderrechtswinkel 30TEJO (therapeuten voor jongeren) 2AlgemeenCentrum Algemeen Welzijnswerk 71Centrum Geestelijke Gezondheidszorg 1Child Focus 4Gemeentediensten 4Holebifoon 1Huisarts 2Jeugd en Seksualiteit 1Meldpunt 1712 11OCMW 5Opvoedingstelefoon/Opvoedingswinkel 3Sensoa 2Slachtofferonthaal 2Unicef 3VAPH (Vlaams Agentschap voor Personenmet een Handicap) 1Vertrouwenscentrum Kindermishandeling 27Zelfmoordlijn 1Bijzondere jeugdzorgBemiddelingscommissie 1Comité Bijzondere Jeugdzorg 28Directie voorziening 1Jeugdrechtbank 15JO-lijn 14Steunpunt Jeugdhulp 8Juridische bijstand en justitieAdvocaat 108Bureau voor Juridische Bijstand 1Jeugdadvocaat 14Justitiehuis 7Parket 2Politie (alle diensten) 4Rechtbank 8ISW Limits 2Leerkracht 14Leerlingenraad 8LOP (Lokaal Overlegplatformvoor gelijke onderwijskansen) 2Onderwijsinspectie 1Onderwijskoepel 4Ouderraad 2Schooldirectie 38Schoolraad 5Steunpunt voor ouders en leerlingen 10Vlaamse Scholierenkoepel 1Ombudsdiensten en klachtenlijnenCentrum voor gelijkheid van kansenen voor racismebestrijding 3Délegué général aux droits de l’enfant 4Federaal contactpunt ‘Internationaleouderontvoeringen van kinderen’ 1Federale Ombudsdienst 7Hoge Raad voor Justitie 1Interne ombudsdienst politie 2Kind en Gezin klachtendienst 4Ombudsdienst De Lijn 1Ombudsdienst patiëntenrechten 1Privacycommissie 1Stedelijke ombudsdienst Antwerpen 1Vast Comité P 1Vlaamse Ombudsdienst 5Zorg voor vluchtelingen enminderhedenDe Foyer 1Kruispunt Migratie-Integratie 8Save the Children 2Vluchtelingenwerk Vlaanderen 3Federale overhedenFOD Justitie 1OnderwijsBeroepscommissie 6Centrum voor Leerlingenbegeleiding 35Commissie inzake Leerlingenrechten 1Commissie Zorgvuldig Bestuur 1Departement Onderwijs 6Inrichtende macht school 24Interne leerlingenbegeleider/zorgleerkracht 9


BijlagenKinderrechten in de media131Kinderrechten in de mediaVorig werkjaar kwamen de standpunten van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> zo’n vierhonderdvijftigkeer aan bod in de media. In tijdschriftenen dagbladen, gedrukt of online, op radio en tv.Dit is een overzicht van wat tussen 1 september<strong>2012</strong> en 31 augustus <strong>2013</strong> in verschillende mediaverscheen:Print 1/9/<strong>2012</strong> Plus Magazine Wanneer grootouders de ouders vervangenPrint 1/9/<strong>2012</strong> De Standaard ‘Alleen antisemieten stellen besnijdenis ter discussie’Print 1/9/<strong>2012</strong> Test-Aankoop Pesten: praat erover!Print 7/9/<strong>2012</strong> De Standaard Waar moeten de kinderen spelen?Print 14/9/<strong>2012</strong> Brugsch Handelsblad Protectie, provisie en participatie. Kinderrechtencoalitielegt prioriteitenlijst voor aan politici in BoeverbosInternet 17/9/<strong>2012</strong> deredactie.be ‘Is het een misdrijf om jong te zijn?’Internet 18/9/<strong>2012</strong> dewereldmorgen.be Hedendaags onbegrensd racisme tegen Roma in EuropaInternet 21/9/<strong>2012</strong> belgamediasupport.be Beslissingen van de Vlaamse Regering: Op voorstel vanminister-president Kris Peeters en minister Pascal Smet:Na adviezen van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> hechtde Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring aan hetontwerpdecreet dat instemt met het Facultatief Protocol bijhet Verdrag over de Rechten van het Kind.Print 22/9/<strong>2012</strong> De Standaard ‘We willen erkenning: ze hebben ons kind ontvoerd’Persagentschap 25/9/<strong>2012</strong> Belga Handboek moet lokale actoren inspireren in strijd tegenkinderarmoedeInternet 28/9/<strong>2012</strong> howest.be (in)(proef)drukPersagentschap 1/10/<strong>2012</strong> Belga Opvangtehuizen voor jongeren: Smet en Vandeurzenerkennen het probleemInternet 1/10/<strong>2012</strong> nieuwsblad.be Smet en Vandeurzen: ‘Te weinig budget voor grote sprongenin jeugdopvang’Internet 1/10/<strong>2012</strong> knack.bemsn.beOpvangtehuizen voor jongeren: Smet en Vandeurzenerkennen het probleemInternet 1/10/<strong>2012</strong> standaard.be Smet en Vandeurzen : ‘Te weinig budget voor grote sprongenin jeugdopvang’Tv 2/10/<strong>2012</strong> VTM – Nieuws 19u Volgens een onderzoek van het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> krijgt één op drie schoolkinderentussen 10 en 18 jaar op school te maken met ongewensteseksuele aanrakingen. Het onderwijsblad Klassestelt een actieplan voor.Tv 2/10/<strong>2012</strong> VRT – één – Het journaal 7 Vlaamse leerkrachten krijgen deze week in Klasse eenactieplan tegen ongewenst seksueel gedragPersagentschap 2/10/<strong>2012</strong> Belga Klasse verspreidt actieplan over seksueel overschrijdendgedragPrint 2/10/<strong>2012</strong> Het Belang van Limburg ‘Drie keer zoveel geld nodig’Print 2/10/<strong>2012</strong> Gazet van Antwerpen ‘Genoeg beloftes, tijd voor actie’Internet 2/10/<strong>2012</strong> knack.be Klasse verspreidt actieplan over seksueel overschrijdendgedragInternet 2/10/<strong>2012</strong> standaard.be Leerkrachten leren over ongewenst seksueel gedragInternet 2/10/<strong>2012</strong> she.be 1 op 3 jongeren krijgt te maken met ongewenste intimiteitenInternet 2/10/<strong>2012</strong> showbizzsite.be De Showbizzsite: detailbericht. Klasse lanceert actieplantegen ongewenst seksueel gedragTv 3/10/<strong>2012</strong> VRT – één – Het journaal 1en 7Spoorstaking: Bij het spoor wordt een algemene 24-urenstakinggehouden tegen de hervormingsplannen vanPaul Magnette. Vele reizigers moesten op zoek naar eenalternatief. Beelden van mensen die aan carpoolen doenom in Gent te raken. Kinderrechtencommissaris BrunoVanobbergen woont in Gent en werkt in Brussel.Tv 3/10/<strong>2012</strong> VRT – één – Het journaal 1 en 7 GAS-boetes – Stijging: Het maximale tarief van een GASboeteverhoogt tot 350 euro, terwijl de minimale leeftijdverlaagt naar 14 jaar. De kinderrechtencoalitie is het nieteens met de leeftijdsverlaging.


132 BijlagenKinderrechten in de mediaTv 3/10/<strong>2012</strong> VRT – Canvas – Reyers Laat Mechelen – Bart Somers: studiogesprek met de Mechelseburgemeester Bart Somers naar aanleiding van de komendegemeenteraadsverkiezingen. Dirk Tuypens van de PVDAklaagt aan dat er in Mechelen veel GAS-boetes worden uitgedeeld,terwijl onder meer de kinderrechtencommissarisveel kritiek heeft op het systeem.Print 3/10/<strong>2012</strong> Het Laatste NieuwsDe Nieuwe Gazet1 op 3 leerlingen heeft last van ongewenste intimiteitenPrint 3/10/<strong>2012</strong> Het Laatste NieuwsDe Nieuwe GazetHandleiding over ‘gefoefel’ op speelplaatsPrint 3/10/<strong>2012</strong> De Morgen ‘Klasse’ heeft plan tegen ongewenst gedragPrint 3/10/<strong>2012</strong> Het Belang van Limburg Klasse werkt actieplan rond seksueel grensoverschrijdendgedrag uit voor leerkrachtenPrint en internet 3/10/<strong>2012</strong> Het NieuwsbladDe Gentenaarnieuwsblad.bestandaard.beWaarom tongzoenen niet kan op de speelplaatsInternet 3/10/<strong>2012</strong> vandaag.bezita.be1 op 3 jongeren krijgt te maken met ongewenste intimiteitenAudio 4/10/<strong>2012</strong> VRT – Radio 1 – Nieuws 7:00 GAS-boetes – Verstrenging. Er komt steeds meerkritiek op de verstrenging van de GAS-boetes.Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen vindt heteen verkeerd signaal dat veertienjarigen al een boete kunnenkrijgen. Hij wijst erop dat slechts twee procent van deboetes aan minderjarigen gegeven worden.Tv 4/10/<strong>2012</strong> VRT – één – Het journaal 1 GAS-boetes – Kritiek: De aanpassingen die het kernkabinetdoorvoert aan het systeem van de GAS-boetes, botsen opprotest. De kinderrechtencommissaris en enkele jeugdbewegingenzijn niet te spreken over het feit dat de boetes alaan veertienjarigen gegeven kunnen worden.Tv 4/10/<strong>2012</strong> VRT – één – Het journaal 6 en 7 GAS-boetes – Jeugd: Jeugdbewegingen en kinderrechtencommissariszijn niet te spreken over de beslissing omminimale leeftijd voor GAS-boetes te verlagen naar 14 jaarTv 4/10/<strong>2012</strong> VTM – Nieuws 19u GAS-boetes – Jeugd: Jeugdbewegingen en kinderrechtencommissariszijn niet te spreken over de beslissing omminimale leeftijd voor GAS-boetes te verlagen naar 14 jaarTv 4/10/<strong>2012</strong> VRT – één – Het journaal L GAS-boetes – Verstrenging. De Kinderrechtencommissarisen enkele jeugdbewegingen hebben kritiek op deverstreng ing van het systeem van de GAS-boetes. ProfessorBrice De Ruyver is voorstander van het systeem.Print en internet 4/10/<strong>2012</strong> De Morgendemorgen.beStraks ook boetes voor 14-jarigenPrint en internet 4/10/<strong>2012</strong> Het NieuwsbladDe Gentenaarnieuwsblad.beJeugdbewegingen woest over strengere overlastboetes.Print 4/10/<strong>2012</strong> Het Belang van Limburg Ook 14-jarigen kunnen overlastboetes krijgenPrint 4/10/<strong>2012</strong> Het Laatste NieuwsDe Nieuwe GazetOverlastboetes voor 14-jarigenInternet 4/10/<strong>2012</strong> nieuwsblad.be GAS-boetes worden verhoogd, leeftijdsgrens daalt van16 naar 14 jaar. Jeugdbewegingen woest over strengereoverlastboetesPersagentschap 5/10/<strong>2012</strong> Belga Kinderrechtencommissaris schrijft boek over geschiedenisGentse weeskinderenPrint 5/10/<strong>2012</strong> Gazet van Antwerpen ‘Overlastboetes vanaf twaalf jaar’Internet 5/10/<strong>2012</strong> knack.bemsn.beKinderrechtencommissaris schrijft boek over geschiedenisGentse weeskinderenInternet 5/10/<strong>2012</strong> dewereldmorgen.be GAS voor minderjarigen: een reus op lemen voetenPrint en internet 6/10/<strong>2012</strong> De Morgendemorgen.bePedro De Bruyckere: Geef jongeren liever bankjes metstevige leuning.Print 6/10/<strong>2012</strong> De Tijd ‘Verboden de geluidssignalen van de hulpdiensten na tebootsen’Internet 6/10/<strong>2012</strong> zita.be Archief OCMW-Gent stelt boek voor over bewogen geschiedenisvan Gentse weeskinderenPrint 10/10/<strong>2012</strong> Wablieft ‘Jongeren krijgen te veel boetes’Print 11/10/<strong>2012</strong> Gazet van Antwerpen ‘Meer geld voor opvangcentra’


Bijlagen 133Kinderrechten in de mediaPrint 11/10/<strong>2012</strong> Het Belang van Limburg ‘Opvangcentra onderwijs moeten meer geld krijgen’Internet 11/10/<strong>2012</strong> zita.begva.behbvl.bevandaag.be‘Opvangcentra onderwijs moeten meer geld krijgen’Audio 22/10/<strong>2012</strong> VRT – Radio 1 – Nieuws 13:00 Jeugdinstellingen – Klachtenprocedure: Voor jongerendie in een gesloten instelling zitten, ontbreekt eenduidelijke klachtenprocedure. Dat blijkt uit een rapport vande zorginspectie. Het Agentschap Jongerenwelzijn belooftom werk te maken van een individueel klachtenrecht.Tv 22/10/<strong>2012</strong> ROB-tv (in)(proef)drukPrint en internet 22/10/<strong>2012</strong> De Standaardstandaard.beKijk niet naar de diagnose, maar naar het kind zelf, (in)(proef)drukPrint 22/10/<strong>2012</strong> Metro Gids voor leraars met gelabelde kinderenPrint 23/10/<strong>2012</strong> De Morgen Bijzonder onderwijs: de snelle oplossingPrint 23/10/<strong>2012</strong> De Standaard Jeugddelinquenten komen systematisch in isoleercelterechtPrint 24/10/<strong>2012</strong> De Morgen Eindejaarskind blijft veel vaker zitten. Kleuters die geborenzijn in december dubbelen acht keer vaker dan januarikinderen.Overbezorgde ouders en bevooroordeelde lerarenduwen hen ongewild richting een schoolse achterstandAudio 25/10/<strong>2012</strong> Radio 2 Oost-Vlaanderen Interview met leerkracht die pakket (in)(proef)druk testteTv 25/10/<strong>2012</strong> AVS Voorstelling pakket (in)(proef)drukPrint 25/10/<strong>2012</strong> De Morgen Een vakantie, min de kinderen aubInternet 25/10/<strong>2012</strong> issuu.com Persbericht klachtenprotocolInternet 29/10/<strong>2012</strong> klasse.be Kijk verder dan het labelJongerenper s-agentschap30/10/<strong>2012</strong> stampmedia.be Werelddag tegen kindermishandelingPrint 5/11/<strong>2012</strong> De Morgen ‘Geef gerust een pilletje, dat kalmeert’Internet 5/11/<strong>2012</strong> klasse.be Kijk naar het kind achter het labelPrint 6/11/<strong>2012</strong> De Standaard Pestgedrag thuis neemt diverse vormen aan. Ook partnerstreiteren elkaarPrint 10/11/<strong>2012</strong> De Standaard ‘Ook partners treiteren elkaar’Print en internet 10/11/<strong>2012</strong> De Gentenaarnieuwsblad.be‘Ik zie u graag’, kan ik nog steeds niet zeggenPrint 10/11/<strong>2012</strong> Gazet van Antwerpen Hebben gedetineerden recht op kinderen?Internet 10/11/<strong>2012</strong> nieuwsblad.be Mag ik dit vertellen?Print 14/11/<strong>2012</strong> De Standaard Geen genade voor dertien jaar oude leugenPrint 17/11/<strong>2012</strong> dS Weekblad Gert VerhulstTv 18/11/<strong>2012</strong> VRT – één – De Zevende dag Onderwijs – Resultaten: Een leerlinge van een school inGenk krijgt een A-attest i.p.v. een C-attest, na tussenkomstvan Raad van State. Studiogesprek met OnderwijsministerPascal Smet en Mieke van Hecke, de directeur-generaal vanhet katholiek onderwijs. Smet pleit voor transparante proceduresbinnen de schoolmuren, en stelt dat onder meer dekinderrechtencommissaris het met hem eens is.Audio 20/11/<strong>2012</strong> VRT – Radio 1 – Nieuws 13:00 <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> – Klachten: Ongeveer 1/4 vande klachten bij het kinderrechtencommissariaat had hetafgelopen jaar te maken met vechtscheidingen. Dat maaktehet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> bekend in zijn jaarverslagTv 20/11/<strong>2012</strong> VRT – één – Het journaal 1 Kinderrechten – Klachten: Volgens het jaarverslag van deVlaamse kinderrechtencommissaris heeft ongeveer eenkwart van de klachten over schending van de kinderrechtente maken met vechtscheidingen. Het commissariaatwil scheidende ouders meer mogelijkheden bieden om teoverleggenTv 20/11/<strong>2012</strong> OP 12 – Karrewiet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> – Klachtenlijn; De klachtenlijnvan het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> krijgt een nieuwe stijl.Er werd een promotiefilmpje gemaaktAudio 20/11/<strong>2012</strong> VRT – Radio 1 – Vandaag <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> – <strong>Jaarverslag</strong>: studiogesprekmet Bruno Vanobbergen over de voorstelling vanzijn jaarverslag naar aanleiding van de InternationaleKinderrechtendag. De belangrijkste thema’s zijn echtscheidingen onderwijs. De kinderrechtencommissaris vindt ookdat de GAS-boetes voor minderjarigen niet kunnen


134 BijlagenKinderrechten in de mediaTv 20/11/<strong>2012</strong> VRT – één – Het journaal 7 <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> – Kinderrechten – Klachten:25% van de klachten inzake kinderrechten hebben temaken met een vechtscheiding. Dat staat in het jaarrapportvan de kinderrechtencommissarisTv 20/11/<strong>2012</strong> Kanaal Z Kinderrechten centraal bij bedrijvenPersagentschap 20/11/<strong>2012</strong> Belga Zeventig procent gemeenten gebruikt GAS-boetes voorjongerenPrint 20/11/<strong>2012</strong> De Morgen Groen zet in op ‘kinderpardon’Print 20/11/<strong>2012</strong> Dag Allemaal ‘Moet er nu echt iets met ons kind gebeuren voordat eriemand ingrijpt?’Print 20/11/<strong>2012</strong> De Morgen Groen zet in op ‘kinderpardon’Internet 20/11/<strong>2012</strong> ketnet.be De Klachtenlijn van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>Internet 20/11/<strong>2012</strong> standaard.be Kinderen lijden onder vechtscheidingInternet 20/11/<strong>2012</strong> zita.behbvl.begva.bevandaag.beKinderrechtencommissaris opent nieuwe klachtenlijn voorjongerenInternet 20/11/<strong>2012</strong> gva.be Het jaarrapport van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> over2011Internet 20/11/<strong>2012</strong> gva.be Kinderrechtencommissaris prijst Antwerps OCMWInternet 20/11/<strong>2012</strong> knack.bemsn.beInternet 20/11/<strong>2012</strong> nieuwsblad.bestandaard.beZeventig procent gemeenten gebruikt GAS-boetes voorjongerenKinderen lijden onder vechtscheidingInternet 20/11/<strong>2012</strong> hbvl.be Kinderrechtencommissaris prijst directie gevangenisTongerenPrint 21/11/<strong>2012</strong> Het Nieuwsblad –‘Nog werk aan de winkel’JommekeskrantDe Gentenaar –JommekeskrantPrint 21/11/<strong>2012</strong> Het Belang van Limburg Kinderen hebben hun eigen klachtenlijnPrint 21/11/<strong>2012</strong> Het Belang van Limburg Beter rapport voor Tongerse jeugdgevangenisPrint 21/11/<strong>2012</strong> Gazet van Antwerpen Kinderen kunnen voortaan terecht op eigen klachtenlijnPrint 21/11/<strong>2012</strong> De Standaard GAS-boetes, dossier met ontploffingsgevaarPrint 21/11/<strong>2012</strong> De Morgen ‘Je kunt kinderen niet vragen om te kiezen tussen hunouders’Print 21/11/<strong>2012</strong> De Standaard Bemiddelde scheiding beter voor kinderenPrint 21/11/<strong>2012</strong> Metro GAS-boetes zijn populair bij gemeentenPrint 21/11/<strong>2012</strong> Het Belang van Limburg ‘Gevangenis van Tongeren zou beter dichtgaan en museumworden’Print 21/11/<strong>2012</strong> Metro ‘De zorg voor een kind kan lijden onder een conflict’Print 21/11/<strong>2012</strong> Het Laatste Nieuws Kinderrechtencommissaris vraagt sluiting gevangenisInternet 21/11/<strong>2012</strong> nieuwsblog.be Kinderen lijden onder vechtscheidingInternet 22/11/<strong>2012</strong> klasse.be <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> wil externe ombudsdienstvoor scholenJongerenpersagentschap22/11/<strong>2012</strong> stampmedia.be Wereldvreemd?Print 23/11/<strong>2012</strong> De Bond O zit dat zo: kinderrechtenPrint 23/11/<strong>2012</strong> Metro Le recours à l’amende inopportunPrint 23/11/<strong>2012</strong> De Bond Soms zijn rechtsregels meer een hinderpaal dan eenspringplankPrint 23/11/<strong>2012</strong> De Bond Over kinderrechten gesprokenPrint 24/11/<strong>2012</strong> De Standaard ‘Ik denk dat mensen te snel uit elkaar gaan’Internet 24/11/<strong>2012</strong> maks.be Ombudsdienst voor leerlingenInternet 24/11/<strong>2012</strong> klasse.be Kinderen krijgen klachtenlijnAudio 28/11/<strong>2012</strong> VRT – Radio 1 – Vandaag Interview met Chris Vleugels over valse FacebookprofielenPrint 28/11/<strong>2012</strong> Het Belang van Limburg Den Heuvel valt in 2014 onder WelzijnInternet 28/11/<strong>2012</strong> politics.be Jong groen roept op GAS-sancties terug te schroeven


Bijlagen 135Kinderrechten in de mediaAudio 30/11/<strong>2012</strong> VRT – Radio 1 – Vandaag Internet – Sociale netwerksites: Aan het internet zijnge varen verbonden voor kinderen. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>krijgt veel klachten over Facebook. InBrussel is een tweedaags symposium aan de gang overprivacy op sociale netwerksites. Gesprek met prof. MichelWalrave. Hij zegt dat hij in opdracht van de EuropeseCommissie samen met een tiental onderzoekers in Europaeen studie heeft gedaan waarin de veiligheidsmaartregelenop veertien socialenetwerksites zijn onderzocht.Print 1/12/<strong>2012</strong> Gazet van Antwerpen –Weekend Plus‘Je zal als jongere maar ‘gewoon’ zijn’Print 1/12/<strong>2012</strong> Het Laatste NieuwsDe Nieuwe GazetPrint 1/12/<strong>2012</strong> Mo* Drie wijzen.Print 1/12/<strong>2012</strong> Psychologies KinderklachtenOok bankkaart ouders stal hij voor pestersPrint 1/12/<strong>2012</strong> Klasse Eerste hulp bij labels.Audio 3/12/<strong>2012</strong> VRT – Radio 1 – De Ochtend Kinderrechten – Forum: Mensen uit het bedrijfslevenzitten straks in Brussel samen met Unicef en het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>voor het eerste forum over richtlijnenvoor kinderrechten in het bedrijfsleven. Studiogesprekmet Hans Bourlon van Studio 100 die deelneemt aan hetforum.Tv 3/12/<strong>2012</strong> VRT – één – Het journaal 1 Kinderrechten – Forum: Het eerste forum voor kinderrechtenin de zakenwereld is bij elkaar gekomen. Dat gebeurdein Brussel, op initiatief van de VN. Naar schatting moetener wereldwijd nog zo’n 215 miljoen kinderen kinderarbeidverrichten. Didier Reynders wijst aan dat ook Europesebedrijven zich hieraan schuldig maken.Internet 4/12/<strong>2012</strong> yeti.be Niet elke klager is een lastpostJongerenpersagentschap5/12/<strong>2012</strong> stampmedia.be Drie wijzen over GAS-boetesInternet 5/12/<strong>2012</strong> pressreleases.bejongerenplaneet.bedewereldmorgen.beDrie wijzen over GAS-boetesInternet 5/12/<strong>2012</strong> knack.be ‘GAS-boetes zijn een uiting van onmacht’Print 7/12/<strong>2012</strong> De Bond Bemiddeling centraal plaatsenTv 11/12/<strong>2012</strong> VRT – één – Het journaal 1 en 7 Minderjarige asielzoekers – voogden: er is een tekort aanvoogden voor niet-begeleide minderjarige asielzoekers.Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> zegt dat er ook een gebrekis aan opvolging eens een voogd is aangesteld.Tv 11/12/<strong>2012</strong> VRT – één – Het journaal 6 en L Justitie – Misbruik: Een 60-jarige man wordt ervan verdachteen 13-jarig Afrikaans meisje waar hij voogd van was,misbruikt te hebben. Duiding door kinderrechtencommissarisBrunoPrint en internet 14/12/<strong>2012</strong> De Standaardstandaard.beGeen partners maar nog wel oudersPrint 14/12/<strong>2012</strong> Het NieuwsbladDe GentenaarPrint 17/12/<strong>2012</strong> De Apotheker Mag ik dit vertellen?GAS-boetes zorgen voor ‘vrolijke vrienden’ binnen regeringInternet 18/12/<strong>2012</strong> pvda.be Bijna kerst maar steeds minder plaats voor vluchtelingenAudio 20/12/<strong>2012</strong> VRT – Radio 1 – Vandaag Spermadonatie – Wetgeving: Studiogesprek met Elke Sleursvan N-VA en Jean-Jacques De Gucht van Open Vld over dewetgeving in verband met spermadonoren. Nu gebeurtspermadonatie anoniem waardoor donorkinderen nietop zoek kunnen gaan naar hun vader. Het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>zegt dat een kind recht heeft om zijnafkomst te wetenPrint 24/12/<strong>2012</strong> De Morgen ‘Mensen ontsporen door opvoedingsstress’Print 1/1/<strong>2013</strong> Klasse Klachten over kinderrechtenPrint 17/1/<strong>2013</strong> De Morgen Nultolerantie voor sneeuwballenInternet 17/1/<strong>2013</strong> dewereldmorgen.be SneeuwpretbederfPrint 17/1/<strong>2013</strong> Het Nieuwsblad School Sterappel werkt rond kinderrechtenPrint 18/1/<strong>2013</strong> De Standaard Meer leerlingen worden van school gestuurdTv 23/1/<strong>2013</strong> atv Antwerpse Televisie Gas en sneeuwballenPrint en internet 24/1/<strong>2013</strong> De Standaardstandaard.beVaarwel koning-soldaat


136 BijlagenKinderrechten in de mediaPrint 24/1/<strong>2013</strong> Het Laatste NieuwsDe Nieuwe GazetMet sneeuwbal gooien is misdrijf.Internet 24/1/<strong>2013</strong> wintersportgids.be Verboden om sneeuwballen te gooienInternet 24/1/<strong>2013</strong> groen.be ‘GAS-boetes voor sneeuwpret zijn een echte schade’Audio 25/1/<strong>2013</strong> Q-music Commercieel draagmoederschapTv 25/1/<strong>2013</strong> VTM – Nieuws 13, 18 en 19u Frankrijk/België – Draagmoederschap:. Een vrouw uitHenegouwen was draagmoeder voor een homokoppel uitFrankrijk. Ze stond haar baby af voor 5.000 euro. In onsland bestaat geen regelgeving over draagmoederschap.Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen zegt dathet ethisch niet aanvaardbaar is dat kinderen het voorwerpzijn van een commerciële ruiloperatie tussen volwassenenPrint 25/1/<strong>2013</strong> Het Belang van Limburg Scheidingsbemiddeling populairst in LimburgJongerenpersagentschap25/1/<strong>2013</strong> stampmedia.be ‘Verbeteringstraject’ voor sneeuwballengooiersInternet 25/1/<strong>2013</strong> nieuwsblad.bebelg.bepressreleases.bedewereldmorgen.be‘Verbeteringstraject’ voor sneeuwballengooiersPrint 26/1/<strong>2013</strong> De Morgen Sneeuwwitte, bange kinderenPrint 26/1/<strong>2013</strong> De Standaard Vrouw verkoopt baby aan Frans homokoppel.Print 26/1/<strong>2013</strong> De Morgen Met zijn allen in een conservatieve kramp. Confettistrooien en bankleuning zitten waren in sommige stedenal verboden. Hetzelfde geldt nu ook voor het gooien vansneeuwballen. Is nultolerantie voor kattenkwaad gevaarlijkof belachelijk?Print 1/2/<strong>2013</strong> Psychologies Magazine Bruno Vanobbergen: ‘Ik voel wel iets voor liefdevolleverwaarlozing’Print 1/2/<strong>2013</strong> De Standaard Er mag nooit meer een Scott Manyo zijn.Audio 5/2/<strong>2013</strong> VRT – Radio 1 – De Ochtend Mieke Vogels – Kinderrechten: Gesprek met Vlaamsparlementslid Mieke Vogels van Groen over de groeiendeintolerantie tegenover kinderen. Ze wijst erop dat Vlaamsekinderen, ondanks het feit dat er een kinderrechtencommissarisis, steeds minder ruimte hebben om hun kind-zijn tebelevenPrint 6/2/<strong>2013</strong> De Morgen Actief pluralisme: Gone!Print 6/2/<strong>2013</strong> Het Laatste Nieuws Kinepolis waarschuwt jongeren voor internetTv 7/2/<strong>2013</strong> atv-Nieuws 18:00 Stabroek – Albert Heijn: De uitbater van de Albert Heijnin Stabroek weert tijdelijk de schoolgaande jeugd uit zijnsupermarkt nadat enkele jongeren er vorige week een eiergevechthielden. Volgens kinderrechtencommissaris BrunoVanobbergen discrimineert AH op basis van leeftijd.Tv 7/2/<strong>2013</strong> VRT – één – Het journaal 1 en 6 Stabroek – Albert Heijn: In de supermarkt Albert Heijn inStabroek mogen jongeren twee weken niet meer binnen,behalve onder begeleiding van hun ouders. Deze drastischebeslissing is genomen nadat enkele jongeren er vorigeweek een eiergevecht hielden. De buurt zou kampen methinderlijk gedrag van scholieren. De kinderrechtencommissarisspreekt van discriminatieTv 7/2/<strong>2013</strong> VTM – Nieuws 19u Stabroek – Albert Heijn: Er mogen voorlopig geen jongerenmeer binnen in de Albert Heijn in Stabroek. De directieheeft dat beslist nadat enkele jongeren er een eiergevechthielden. Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergenspreekt van discriminatie op basis van leeftijdPersagentschap 7/2/<strong>2013</strong> Belga Jongerenverbod in warenhuisPrint en internet 7/2/<strong>2013</strong> De Standaardstandaard.beHet NieuwsbladDe GentenaarAlbert Heijn weert scholierenInternet 7/2/<strong>2013</strong> maks.be Opgepast! Vliegende eierenInternet 7/2/<strong>2013</strong> deredactie.be Scholieren voorlopig niet welkom in warenhuisInternet 7/2/<strong>2013</strong> zita.be Scholieren geweerd uit Albert HeijnInternet 7/2/<strong>2013</strong> hln.bevandaag.bedemorgen.beAlbert Heijn weert scholieren na eiergevechtInternet 7/2/<strong>2013</strong> vtm.be Tieners niet welkom bij Albert Heijn


Bijlagen 137Kinderrechten in de mediaInternet 7/2/<strong>2013</strong> nieuwsblad.be Jongerenverbod in warenhuisInternet 7/2/<strong>2013</strong> thetopofmusic.besterrennieuws.beKinepolis haalt scholen naar de bioscoop voor SaferInternet DayInternet 7/2/<strong>2013</strong> standaard.be Is een jongerenverbod een overdreven reactie van AlbertHeijn?Internet 7/2/<strong>2013</strong> deredactie.be Dutch-owned supermarket bans school childrenInternet 7/2/<strong>2013</strong> deredactie.be Jeunes indésirables dans un supermarché de StabroekInternet 7/2/<strong>2013</strong> nieuwsblad.be Supermarkt bant jongeren na hinderlijk gedragInternet 7/2/<strong>2013</strong> vtm.be Supermarkt weert jongerenPrint 8/2/<strong>2013</strong> Gazet van Antwerpen ‘Wij gaan geen klacht indienen’Print 13/2/<strong>2013</strong> Flanders Today Food for thoughtPrint 14/2/<strong>2013</strong> De Morgen ‘We leven van incident naar incident’Internet 19/2/<strong>2013</strong> gva.behbvl.beJongeren moeten vanaf 16 jaar zelf kunnen beslissen overeuthanasiePersagentschap 20/2/<strong>2013</strong> Belga Euthanasie-uitbreiding naar minderjarigen op basis vanleeftijd of oordeelsbekwaamheid?Persagentschap 20/2/<strong>2013</strong> Belga Euthanasie des mineurs: difficile de prévoir un âge légalInternet 20/2/<strong>2013</strong> gva.bezita.bevandaag.beInternet 20/2/<strong>2013</strong> levif.belavenir.netrtlinfo.belalibre.bedhnet.beskynet.be‘Jongeren moeten vanaf 16 zelf kunnen beslissen overeuthanasie’Euthanasie des mineurs: difficile de prévoir un âge légalInternet 20/2/<strong>2013</strong> rtbf.be ‘Il est évident que l’euthanasie est pratiquée chez desmineurs’Internet 20/2/<strong>2013</strong> 7sur7.be Un âge légal pour l’euthanasie des mineurs, mais lequel?Internet 20/2/<strong>2013</strong> rtlinfo.be Euthanasie des mineurs: ‘Si cela ne tenait qu’à moi, j’auraisarrêté depuis longtemps’Print 21/2/<strong>2013</strong> Metro ‘Er is vandaag al actieve euthanasie op minderjarigen’Print 21/2/<strong>2013</strong> De Morgen ‘Jongeren worden te weinig gehoord’Print 21/2/<strong>2013</strong> De Morgen ‘De regie moet in hun handen liggen’Print 21/2/<strong>2013</strong> Le Soir L’euthanasie des mineurs en débat au SénatPrint 21/2/<strong>2013</strong> De Morgen Kinderartsen: Euthanasie op kinderen gebeurt nu alInternet 22/2/<strong>2013</strong> psychologies.be De Gast: Bruno Vanobbergen: kinderrechtencommissarisAudio 24/2/<strong>2013</strong> Radio 1 – Peeters & Partners Jongeren en seksualiteit. Verbieden van porno?Print 26/2/<strong>2013</strong> Artsenkrant ‘Euthanasie op minderjarigen is al realiteit’Print 26/2/<strong>2013</strong> De Standaard ‘Kunst op school: het gaat niet met de vingers in de neus,maar het kan wel met de ogen dicht’Print 26/2/<strong>2013</strong> Le Journal du Médecin ‘L’euthanasie des mineurs est déjà une réalité’Print en internet 27/2/<strong>2013</strong> Flanders Todayflanderstoday.euFace of Flanders – BrunoPrint 28/2/<strong>2013</strong> Courrier International Euthanasie: les enfants aussiPrint 1/3/<strong>2013</strong> Libelle Mama! Mama en papa gaan scheiden. 23 tips om het iets makkelijkerte makenPrint 4/3/<strong>2013</strong> De Morgen Helft tieners van geschieden ouders moet jaar overdoenPrint 6/3/<strong>2013</strong> Het NieuwsbladDe Gentenaar –JommekeskrantNieuwe campagne wil kinderen van gescheiden ouders hartonder de riem stekenInternet 9/3/<strong>2013</strong> deredactie.be We zijn voor uitbreiding inspraakrechtPrint 12/3/<strong>2013</strong> Gazet van Antwerpen Drie jaar TejoInternet 12/3/<strong>2013</strong> dewereldmorgen.be ToekomstmuziekPrint 14/3/<strong>2013</strong> Het Laatste Nieuws Gentse weeshuizen bij Letters & CoPrint 14/3/<strong>2013</strong> De Morgen ‘De jongeren van nu zijn opgejaagd wild’


138 BijlagenKinderrechten in de mediaPrint en internet 25/3/<strong>2013</strong> De Standaardstandaard.beInternet 14/3/<strong>2013</strong> nieuwsblad.be Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen bij Letters& CoInternet 18/3/<strong>2013</strong> goedgevoel.be Waar ligt de grens tussen je kind beschermen en overbeschermen?Internet 23/3/<strong>2013</strong> nieuwsblad.be Verhalen over de Gentse ‘Kulders’Jongerenpersagentschap‘Mijn naam is Amir en ik kom hier niet profiteren’25/3/<strong>2013</strong> stampmedia.be Verbod op ‘verboden verdriet’Internet 25/3/<strong>2013</strong> belgamediasupport.benieuwsblad.bedewereldmorgen.beVerbod op ‘verboden verdriet’Tv 26/3/<strong>2013</strong> OP 12 – Karrewiet Afghanistan – Kinderrechten: De twaalfjarige AmirMohammad Jafari dreigt met zijn familie te worden teruggestuurdnaar het onveilige Afghanistan. Vorige weekkaartte hij de zaak aan bij het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>.Tv 26/3/<strong>2013</strong> TV Oost – Nieuws Amir schreef een brief naar het<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> omdat kinderen te weiniggehoord worden in asieldossiersTv 26/3/<strong>2013</strong> VRT – één – Het journaal 7 Asielkinderen – Rechten: Interview met de twaalfjarigeAfghaanse jongen Amir. Hij vindt dat er te weinig rekeninggehouden wordt met de rechten van asielkinderen. Zijnfamilie heeft geen geldige verblijfspapieren en zal het landmoeten verlaten. Amir schreef daarover een brief naar dekinderrechtencommissaris.Reactie van kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergenover de zaak van de twaalfjarige Afghaanse asielzoekerAmir die het land zal moeten verlaten. Hij zegt dat uit rapportenvan Unicef blijkt dat het gevaar op kidnapping inAfghanistan bijzonder groot is.Tv 26/3/<strong>2013</strong> VRT – één – Het journaal 1 Geraardsbergen – actie: In drie scholen in Geraardsbergenwerd vanochtend actiegevoerd tegen de mogelijke uitwijzingvan een Afghaanse familie. Morgen behandelt de Raadvan State de asielaanvraag van de familie. De zoon van deAfghaanse familie schreef een brief naar kinderrechtencommissarisBruno Vanobbergen.Print 26/3/<strong>2013</strong> Het Laatste Nieuws‘Kinderen zonder papieren hebben hier geen rechten’De Nieuwe GazetAudio 27/3/<strong>2013</strong> VRT – Radio 1 – Vandaag Afghanistan – Kinderrechten: De twaalfjarige Afghaanseasielzoeker Amir dreigt uit het land te worden gestuurd,omdat zijn ouders zijn uitgeprocedeerd. De jongenschreef een brief aan kinderrechtencommissaris BrunoVanobbergen.Print en internet 27/3/<strong>2013</strong> Het Nieuwsbladnieuwsblad.beStudiogesprek met kinderrechtencommissaris BrunoVanobbergen, over de mogelijke uitwijzing van de twaalfjarigeAfghaanse asielzoeker Amir.Ballonnen als protest tegen uitwijzing Amir (12)Print 27/3/<strong>2013</strong> Het Laatste Nieuws School wacht gespannen op uitspraakPrint 27/3/<strong>2013</strong> La Libre Belgique Des enfants sans papiers se battent pour leurs droitsPrint 27/3/<strong>2013</strong> Le Spécialiste Pr Biarent: ‘Il est absurde de se cacher la tête dans le sable’Internet 27/3/<strong>2013</strong> deredactie.be <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> treedt Amir bijInternet 27/3/<strong>2013</strong> lalibre.be Des enfants sans papiers se battent pour leurs droitsInternet 27/3/<strong>2013</strong> radio1.be ‘Kinderen zijn niet zichtbaar in het asieldossier’Internet 27/3/<strong>2013</strong> mediawatchers.be Koppen: Leven met een angststoornisTv 28/3/<strong>2013</strong> VRT – één – Koppen Afghanistan – Kinderrechten: De twaalfjarige Amir Jafari,een kind van Afghaanse asielzoekers, dreigt ons land teworden uitgestuurd. De jongen stuurde een brief naar deKinderrechtencommissaris.Print 28/3/<strong>2013</strong> De Standaard Zal GAS-boete voor 14+ het samenleven bevorderen?Print 28/3/<strong>2013</strong> De Morgen Buitenspeeldag ‘niet hypocriet, eerder symbolisch’Print 28/3/<strong>2013</strong> Het Nieuwsblad Amir (12) spreekt Raad van State toeInternet 28/3/<strong>2013</strong> demorgen.be Brieven uit Antwerpen: Outsourcing naar buitengewoononderwijs


Bijlagen 139Kinderrechten in de mediaPersagentschap 29/3/<strong>2013</strong> Belga Franse minderjarige 3 weken opgesloten in gevangenisVorstInternet 29/3/<strong>2013</strong> demorgen.bedestandaard.beMinderjarig meisje drie weken opgesloten in gevangenisVorstInternet 29/03/<strong>2013</strong> brusselnieuws.be Zeventienjarig meisje drie weken opgesloten in VorstPrint 30/3/<strong>2013</strong> De Nieuwe Gazet Minderjarig meisje drie weken in celPrint 30/3/<strong>2013</strong> dS Weekblad ‘Haar electorale kracht hebben we allemaal onderschat,zijzelf ook’Print 1/4/<strong>2013</strong> Klasse Geschorst tot de examensPrint 4/4/<strong>2013</strong> Libelle ‘Als je ooit naar je vader gaat, kom je hier niet meer binnen’,zei mijn moeder. Ze hield woordPrint 5/4/<strong>2013</strong> De Bond Ter sprake – Jonge tolk AmirInternet 10/4/<strong>2013</strong> hbvl.begva.bevandaag.beInternet 10/4/<strong>2013</strong> psychologies.be Bruno VanobbergenPrint 11/4/<strong>2013</strong> Het NieuwsbladDe GentenaarPrint 11/4/<strong>2013</strong> Het NieuwsbladDe GentenaarGroen organiseert hoorzittingen over GAS-boetesVier kinderen op tien worden gepest, maar overheid doetnietsBelgische kinderen bij grootste pestersInternet 11/4/<strong>2013</strong> zita.be Groen organiseert hoorzittingen over GAS-boetesPersagentschap 15/4/<strong>2013</strong> Belga Groenen zetten strijd tegen GAS-boetes voortInternet 15/4/<strong>2013</strong> zita.begva.bevandaag.behbvl.beJeugdraad totaal tegen nieuwe overlastwetInternet 15/4/<strong>2013</strong> knack.be Groenen blijven verstrenging GAS-boetes aanvechtenInternet 15/4/<strong>2013</strong> skynet.be Groenen zetten strijd tegen GAS-boetes voortAudio 16/4/<strong>2013</strong> Radio 1 (prestatiedruk bij kleuters)Persagentschap 16/4/<strong>2013</strong> Belga Groenen zetten strijd tegen GAS-boetes voortPersagentschap 16/4/<strong>2013</strong> Belga GAS-boetes – Milquet niet opgezet met kritisch advies vanDemottePrint 16/4/<strong>2013</strong> Tijdschrift stedelijk engemeentelijk onderwijsInterview tijdschrift ImagoInternet 17/4/<strong>2013</strong> knack.beskynet.bestandaard.beInternet 17/4/<strong>2013</strong> demorgen.behln.benieuwsblad.beMilquet niet opgezet met kritiek op GAS-sanctiesMilquet niet blij met kritisch advies van Demotte over GASsanctiesInternet 17/4/<strong>2013</strong> knack.be Verstrenging GAS-sancties leidt tot geschil tussen Milqueten DemottePrint 19/4/<strong>2013</strong> De Standaard ‘Met armoedebestrijding stop je niet na een jaar’Print 20/4/<strong>2013</strong> dS Weekblad ‘Kleuters worden niet meer gevolgd, ze worden achtervolgd’Print 20/4/<strong>2013</strong> Het Laatste Nieuws – Nina Dit is mijn leven: Kathy LindekensDe Nieuwe Gazet – NinaPrint 25/4/<strong>2013</strong> Het Belang van Limburg Een probleem met gevolgen voor iedereenPrint 3/5/<strong>2013</strong> De Standaard Omringd door zorg, toch niet veiligPrint 6/5/<strong>2013</strong> De Morgen Ethisch verantwoord ondernemen voor de farmaceutischeindustrieInternet 6/5/<strong>2013</strong> demorgen.be Ook kinderen hebben rechten en willen menswaardigbenaderd wordenTv 8/5/<strong>2013</strong> ARD Das Erste Flüchtelingskinder melden sich zu WortInternet 13/5/<strong>2013</strong> standaard.be Met 900 euro loon kun je geen kind opvoedenAudio 15/5/<strong>2013</strong> VRT – Radio 1 – De Ochtend Jongeren – Bijzondere jeugdzorg: Studiogesprek metGroen-parlementslid en oud-minister van Welzijn MiekeVogels, over het toenemend aantal jongeren dat een pleknodig heeft in de bijzondere jeugdzorg. In samenwerkingmet instanties als het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> moetkinderarmoede en armoede in het algemeen wordenbestreden.


140 BijlagenKinderrechten in de mediaPersagentschap 15/5/<strong>2013</strong> Belga GAS-boetes – Kamercommissie keurt strengere GAS-wetgoedPrint 15/5/<strong>2013</strong> De Morgen ‘Zestien kinderen opgevangen in enkele maanden tijd’Internet 15/5/<strong>2013</strong> klasse.be GAS-boetes vanaf veertien jaarInternet 15/5/<strong>2013</strong> demorgen.behln.beSysteem van GAS-boetes wordt strengerInternet 15/5/<strong>2013</strong> standaard.be Kamercommissie keurt strengere GAS-wet goedPersagentschap 16/5/<strong>2013</strong> Belga Kinderrechtencommissaris wil dat kinderen 31 minutenmeer speeltijd krijgenPrint 16/5/<strong>2013</strong> De Standaard GAS-boetes vanaf 14 jaarPrint 16/5/<strong>2013</strong> De Tijd Kamercommissie keurt hogere GAS-boetes goedPrint 16/5/<strong>2013</strong> Het NieuwsbladDe GentenaarInternet 16/5/<strong>2013</strong> newsbird.comstandaard.bemsn.beknack.beskynet.beInternet 16/5/<strong>2013</strong> hln.bedemorgen.bemsn.beParlement keurt strengere GAS-wet goedKinderrechtencommissaris wil dat kinderen 31 minutenmeer speeltijd krijgenCommissaris kinderrechten wil dat kinderen 31 minutenmeer speeltijd krijgenInternet 16/5/<strong>2013</strong> knack.be GAS-boetes voor kinderen: het definitieve einde van derechtsstaatInternet 16/5/<strong>2013</strong> hln.be Systeem van GAS-boetes wordt strengerInternet 16/5/<strong>2013</strong> standaard.benieuwsblad.be‘Kinderen moeten 31 minuten meer speeltijd krijgen’Audio 17/5/<strong>2013</strong> VRT – Radio 1 – De Ochtend Kinderen – Speeltijd: Interview met kinderrechtencommissarisBruno Vanobbergen die 31 minuten extra speeltijdvraagt voor kinderen. Hij zegt dat kinderen te weinig tijdhebben om te spelen omdat ze veel huiswerk krijgen eneen drukke agenda hebben in hun vrije tijd. Hij heeft hetover alle vormen van spelen, ook games op Playstationbijvoorbeeld.Tv 17/5/<strong>2013</strong> VTM – Nieuws 13u De kinderrechtencommissaris vindt dat kinderen recht hebbenop meer speeltijd. Ze zouden 31 minuten per dag meermoeten kunnen spelen.Tv 17/5/<strong>2013</strong> AVS Nieuws 18u Kinderen – Speeltijd: Kinderrechtencommissaris BrunoVanobbergen vindt dat kinderen 31 minuten langer speeltijdmoeten krijgen. De schooldirectie van de Gentse Sint-Paulusschool heeft praktische bedenkingen. In het UZ Gentis een speelruimte ingericht voor zieke kinderen.Print 17/5/<strong>2013</strong> De Morgen ‘31 minuten meer speeltijd voor kinderen’Print 17/5/<strong>2013</strong> De Standaard ‘Geef kinderen 31 minuten meer speeltijd per dag’Internet 17/5/<strong>2013</strong> klasse.beketnet.be31 minuten meer speeltijdInternet 17/5/<strong>2013</strong> knack.be Opiniestuk GAS-boetes voor kinderen: het definitieve eindevan de rechtsstaatInternet 17/5/<strong>2013</strong> psychologies.be ADHD? Dat zijn vaak ambetante jongens. Leven met eenlabelInternet 21/5/<strong>2013</strong> dewereldmorgen.be Trajectbegeleider geschrapt uit decreet integrale jeugdhulpPrint 21/5/<strong>2013</strong> De Morgen Ouders: ‘School moet waarschuwen voor internetporno’Print 23/5/<strong>2013</strong> Gazet van Antwerpen Voorwaardelijke GAS-boetes even van de baanInternet 24/5/<strong>2013</strong> hln.benieuws.bemsn.comPrint 29/5/<strong>2013</strong> Het Nieuwsblad - JommekeskrantDe Gentenaar - JommekeskrantPrint 30/5/<strong>2013</strong> Het Laatste NieuwsDe Nieuwe GazetPrint 30/5/<strong>2013</strong> Het NieuwsbladDe GentenaarPrint 30/5/<strong>2013</strong> De Nieuwe GazetHet Laatste NieuwsKinderrechtencommissaris wil dat kinderen 31 minutenmeer speeltijd krijgenGraag 31 minuten extra speeltijd!Gents burgemeester Termont pleit voor GAS-boetes vanaf10 jaarVeel gemeenten moeten niks weten van strengere GAS-wet‘Zestig winkeldieven betrapt van 14 of jonger’


Bijlagen 141Kinderrechten in de mediaInternet 30/5/<strong>2013</strong> demorgen.behln.beDaniel Termont ontkent dat hij GAS-boetes wil vanaf tienjaarInternet 30/5/<strong>2013</strong> knack.be 10 redenen om tegen de GAS-boetes te stemmenInternet 30/5/<strong>2013</strong> hln.be Termont wil GAS-boetes voor kinderen vanaf 10 jaarInternet 30/5/<strong>2013</strong> knack.be Herlees: Kamer keurt strengere GAS-boetes goed: vanaf 14jaar en tot 350 euroInternet 30/5/<strong>2013</strong> hln.be Daniel Termont ontkent dat hij GAS-boetes wil vanaf tienjaarInternet 30/5/<strong>2013</strong> knack.be Het huidige jeugdrecht volstaatAudio 31/5/<strong>2013</strong> VRT – Radio 1 – Nieuws 07:00Nieuws 08:00Politiek – GAS-boetes: In de Kamer is de wet op de uitbreidingvoor het systeem van de GAS-boetes met ruime meerderheidgoedgekeurd. Voortaan kunnen jongeren vanaf14 jaar een GAS-boete krijgen. KinderrechtencommissarisBruno Vanobbergen vreest dat het systeem willekeur in dehand kan werken.Print 31/5/<strong>2013</strong> De Bond Gezinsbond steunt 31-minutenactie. Meer tijd om te spelen!Internet 31/5/<strong>2013</strong> standaard.be GASInternet 31/5/<strong>2013</strong> editiepajot.com Ook Ternat ondertekende charter Goe Gespeeld!Tv 2/6/<strong>2013</strong> VRT – één – De Zevende Dag Politiek – GAS-boetes: De meningen over de uitbreidingvan het systeem van de GAS-boetes lopen uiteen. Eerderbetreurde Groen-voorzitter Wouter Van Besien al dat zakenals het spuiten met een waterpistool op sommige plekkenstrafbaar kunnen worden. Ook kinderrechtencommissarisBruno Vanobbergen vreest voor willekeur.Internet 5/6/<strong>2013</strong> dewereldmorgen.be Wat vinden jongeren zelf van de onderwijshervorming?Audio 6/6/<strong>2013</strong> VRT – Radio 1 – Vandaag 16:00 Asiel – Kinderrechten: Begin dit jaar schreef de 12-jarigeAfghaanse jongen Amir een brief aan de Kinderrechtencommissaris,waarin hij zijn vrees uitdrukte om samen metzijn familie uit ons land te worden gezet. Vandaag heeftde Raad van State echter beslist dat het gezin mag wordenuitgewezen; de Raad meent dat kinderrechten niet vantoepassing zijn in asielprocedures.Tv 7/6/<strong>2013</strong> VRT – één – Het journaal 1 Asiel – Amir Jafari: De twaalfjarige Amir MohammadJafari zal na een oordeel van de Raad van State wordenuitgewezen uit ons land, samen met zijn familie. Dejongen had zelf bij de Raad gepleit voor zijn zaak. DeKinderrechtencommissie reageert verbaasd op de uitspraak.Tv 7/6/<strong>2013</strong> TV Oost – Nieuws Geraardsbergen – Uitwijzing: Amir Jafari en zijn gezinworden door de Raad van State ons land uitgewezen.De twaalfjarige Afghaanse jongen woont al twee jaar inGeraardsbergen en gaat er ook naar school. Amir schreefde kinderrechtencommissaris aan en trok ook zelf naar deRaad van State om de raadsheren ervan te overtuigen omzijn gezin in België te laten wonen, maar die beslisten omde uitwijzing door te drukken.Print 7/6/<strong>2013</strong> Het NieuwsbladRaad van State bevestigt uitwijzing Afghaans gezin.(ed. Dender)Print 7/6/<strong>2013</strong> De Standaard Geen kinderpardon voor AmirInternet 7/6/<strong>2013</strong> nieuwsblad.be Raad van State bevestigt uitwijzing Afghaans gezinPrint 8/6/<strong>2013</strong> Zonneland Interview met BrunoPrint 8/6/<strong>2013</strong> De Morgen Afghaans gezin Amir Jafari ook door Raad van State uitgewezenTv 10/6/<strong>2013</strong> VRT – één – Het journaal 1 Walibi – Speedy Pass: Het pretpark Walibi biedt vanaf ditseizoen de ‘Speedy Pass’ aan. Zo'n pas kost 35 euro enmaakt het mogelijk om wachtrijen bij attracties te vermijden.Het initiatief lokt heel wat kritiek uit, onder meer bijstaatssecretaris voor Gezinnen Courard en bij kinderrechtencommissarisBruno Vanobbergen.Tv 10/6/<strong>2013</strong> VTM – Nieuws 13u Walibi – Speedy Pass: Het pretpark Walibi lanceert de‘Speedy Pass’, een ‘voorsteekpas’. Wie 35 euro extrabetaalt, hoeft niet langer aan te schuiven aan de attracties.Pedagogen vinden het geen goed idee om een grote groepkinderen uit te sluiten. Ook kinderrechtencommissarisBruno Vanobbergen waarschuwt voor de gevolgen.


142 BijlagenKinderrechten in de mediaTv 10/6/<strong>2013</strong> VRT – één – Het journaal 6 en 7 Walibi – Speedy Pass: Pretpark Walibi biedt vanaf dit seizoeneen pas aan waarmee men niet in de rij moet staanaan attracties. Het initiatief lokt veel kritiek uit omdat hetrijke mensen zou bevoordelen. KinderrechtencommissarisBruno Vanobbergen reageert verbolgen.Tv 10/6/<strong>2013</strong> VRT – één – Het journaal L Walibi – Speedy Pass: Walibi krijgt felle kritiek voor hetsysteem van de ‘Speedy Pass’. Wie 35 euro betaalt bovenopzijn gewone toegangsprijs, hoeft niet aan te schuiven aanattracties en mag voorsteken. Ook de kinderrechtencommissarisBruno Vanobbergen reageert verbaasd op hetnieuws.Tv 10/6/<strong>2013</strong> VTM – Nieuws 19u Walibi – Speedy Pass: Walibi krijgt felle kritiek voor hetsysteem van de ‘Speedy Pass’. Wie 35 euro betaalt bovenopzijn gewone toegangsprijs, hoeft niet aan te schuiven aanattracties en mag voorsteken.Vlaams Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergenheeft bedenkingen bij het systeem.Tv 10/6/<strong>2013</strong> Kanaal Z – Nieuws21:30Walibi – Speedy Pass: De ‘Speedy Pass’ van het pretparkWalibi ligt onder vuur. Met de speciale pas, die 35 eurokost, kan je wachtrijen aan attracties vermijden. Vlaamskinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen zegt datWalibi op die manier de sociale verschillen tussen kinderenextra in de verf zet.Tv 10/6/<strong>2013</strong> VTM – Nieuws 18u Walibi – Speedy Pass: Walibi krijgt felle kritiek voor de invoeringvan een ‘Speedy Pass’. Wie 35 euro betaalt bovenopzijn gewone toegangsprijs, hoeft niet aan te schuiven aanattracties. Staatssecretaris Courard vraagt aan Walibi omzijn beleid te herzien.Pers agent schap 10/6/<strong>2013</strong> Belga Wie in Walibi dubbel betaalt, mag voorstekenPrint en internet 10/6/<strong>2013</strong> Het NieuwsbladDe Gentenaarnieuwsblad.beWie in Walibi dubbel betaalt, mag voorstekenPrint 10/6/<strong>2013</strong> De Standaard Walibi: rijke kinderen eerstInternet 10/6/<strong>2013</strong> deredactie.be Eviter les files à Walibi en payant un supplémentInternet 10/6/<strong>2013</strong> expatica.com The Walibi amusement park, near Wavre (Walloon Brabant)is to allow those prepared to pay extra to jump queues atits attractionsInternet 10/6/<strong>2013</strong> deredactie.be Walibi to introduce queue jumpers passInternet 10/6/<strong>2013</strong> rtbf.be Entrée VIP: Walibi lance les attractions à deux vitessesInternet 10/6/<strong>2013</strong> express.be Walibi verkoopt speciale pas om wachtrijen te ontlopenInternet 10/6/<strong>2013</strong> msn.behln.bedemorgen.beskynet.beWie in Walibi dubbel betaalt, mag voorstekenInternet 10/6/<strong>2013</strong> standaard.be Walibi geeft rijke kinderen voorrangPrint 11/6/<strong>2013</strong> De Nieuwe GazetHet Laatste NieuwsPrint 12/6/<strong>2013</strong> Het NieuwsbladDe Gentenaar –JommekeskrantInternet 14/6/<strong>2013</strong> msn.be KinkyGeen enkel ander pretpark denk aan ‘voorsteekticket’Heibel rond ‘voorsteekpas’ van WalibiPrint 18/6/<strong>2013</strong> standaard.be Er is een taal voor het lichaam nodigPrint 18/6/<strong>2013</strong> Humo Joëlle Milquet zet de zeilen bijPrint 19/6/<strong>2013</strong> La Libre Belgique Les mots arrière le Speedy PassAudio 20/6/<strong>2013</strong> VRT – Radio 1 – De Ochtend Asiel – Kinderrechten: Enkele maanden geleden schreef detwaalfjarige Afghaanse jongen Amir Jafari een brief aanKinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen om zijnsituatie uit te leggen. Toch oordeelt de Raad van State dathet gezin niet in ons land mag blijven.Audio 20/6/<strong>2013</strong> VRT – Radio 1 – Nieuws 13:00 Asiel – Kinderrechten: Aan het kabinet van staatssecretarisvoor Asiel & Migratie Maggie De Block hebben actievoerdersaandacht gevraagd voor de kinderrechten vanvluchtelingen. Onder hen is de twaalfjarige Amir Jafari,die enkele maanden geleden in het nieuws kwam nadathij een brief schreef aan kinderrechtencommissaris BrunoVanobbergen.Persagent schap 20/6/<strong>2013</strong> Belga Wereldvluchtelingendag – Staatssecretaris De Block ontvangtkinderen van Kids Parlement


Bijlagen 143Kinderrechten in de mediaPrint 20/6/<strong>2013</strong> De Morgen Elke minuut slaan acht mensen op de vluchtPrint 20/6/<strong>2013</strong> De Morgen Luister naar de vragen van Amir, Jelena, hun broers enzussen.Internet 20/6/<strong>2013</strong> demorgen.be Kinderen zonder papieren en dus zonder stem?Internet 20/6/<strong>2013</strong> radio1.be Raad van State: Rechten voor kinderen zonder papier zijnsymbolischInternet 20/6/<strong>2013</strong> lalibre.bertl.beskynet.belevif.bemsn.beMaggie De Block reçoit les enfants du Kids ParlementInternet 20/6/<strong>2013</strong> skynet.bemsn.beknack.beWereldvluchtelingendag – Staatssecretaris De Block ontvangtkinderen van Kids ParlementInternet 20/6/<strong>2013</strong> catho.be Mendicité: le Comité des droits de l’enfant remet les pendulesà l’heurePrint 21/6/<strong>2013</strong> Het Laatste NieuwsZe heeft geen hart voor kinderen(ed. Denderstreek)Internet 21/6/<strong>2013</strong> psychologies.be ‘Door de kinderen blijf je toch verbonden’Print 22/6/<strong>2013</strong> Het Nieuwsblad Magazine Uit het oog, niet uit het hartInternet 22/6/<strong>2013</strong> radio1.be Wordt de euthanasiewet uitgebreid naar minderjarigen?Mogen minderjarigen bier drinken? Hoe zit het met kinderrechtentijdens de asielprocedure? Bruno Vanobbergenhoudt het allemaal in de gatenInternet 25/6/<strong>2013</strong> psychologies.be Ik wil mijn uitstelgedrag veranderenPrint 26/6/<strong>2013</strong> Het Laatste Nieuws(ed. Leiestreek)School steunt Afghaans gezinPersagentschap 28/6/<strong>2013</strong> Belga Eén op tien jongens zit in buitengewoon onderwijsPrint 28/6/<strong>2013</strong> Het Laatste NieuwsDe Nieuwe Gazet1 op 10 jongens zit in buitengewoon onderwijsInternet 28/6/<strong>2013</strong> editiepajot.com Gemeente Affligem ondertekent charter ‘Spelen is eenkinderrecht’Print 28/6/<strong>2013</strong> De Nieuwe GazetHet Laatste Nieuws‘Kinderen moeten te snel naar speciale school’Internet 28/6/<strong>2013</strong> knack.bemsn.beskynet.bestandaard.behln.bedemorgen.beInternet 20/6/<strong>2013</strong> she.bezita.beEen op tien jongens zit in buitengewoon onderwijs1 op de 10 jongens naar buitengewoon onderwijsPrint 29/6/<strong>2013</strong> Gazet van Antwerpen 1 op de 10 jongens naar buitengewoon onderwijsPrint 1/7/<strong>2013</strong> Raak Einde van de rechtstaatPrint 1/7/<strong>2013</strong> Raak Twee gezinnen vertellenPrint 2/7/<strong>2013</strong> Het Laatste Nieuws Afghaans gezin vandaag wegPrint 2/7/<strong>2013</strong> Humo DonorkinderenInternet 2/7/<strong>2013</strong> dewereldmorgen.be De juf heeft het gedaanPrint 4/7/<strong>2013</strong> Het Nieuwsblad Afghaans gezin op trein gezetPrint 6/8/<strong>2013</strong> P-Magazine AchterklapPrint 8/8/<strong>2013</strong> De Morgen ‘Echt genieten van een vrouwentong doe je tantaliserendtraag’


144 BijlagenGevolgde studiedagenGevolgde studiedagenHet <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> woonde ook studiedagen bijom op de hoogte te blijven van onderzoek, wetgeving enontwikkelingen.■■Jongeren ‘buiten’? Een criminologisch debat over jongeren in de publieke ruimte, KeKi, Leuven,20 september <strong>2012</strong>■■Startdag, Vlaamse Onderwijsraad, Brussel, 27 september <strong>2012</strong>■■Werelddag van verzet tegen extreme armoede, Beweging van mensen met laag inkomen en kinderen,Gent, 17 oktober <strong>2012</strong>■■Maatschappelijk kwetsbare jongeren en sportclubs, Uit De Marge, Antwerpen, 18 oktober <strong>2012</strong>■■Seminarie Onderwijs en Gender, departement Onderwijs en Vorming, Brussel, 18 oktober <strong>2012</strong>■■Studiedag Jeugdinformatieproducten, VIP Jeugd, Antwerpen, 25 oktober <strong>2012</strong>■■Niet-begeleide buitenlandse minderjarigen 18+ en dan?, CAW De Terp – PSC Antwerpen, Antwerpen,26 oktober <strong>2012</strong>■■GRIP Werkforum VN-verdrag: Het recht op inclusief onderwijs, GRIP, Brussel, 7 november <strong>2012</strong>■■Monitoring van Kinderrechten in Vlaanderen: Kinderrechten Kwalitatief en Kwantitatief Benaderd,KeKi, <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> en VVN, 13 november <strong>2012</strong>■■Automatische rechtentoekenning en proactieve dienstverlening, Vlaamse overheid, Brussel,27 november <strong>2012</strong>■■Studiedag ‘Wi-Fi en gsm-straling op school’, departement Onderwijs & Vorming, Brussel, 28 november<strong>2012</strong>■■Internationale conferentie ‘For Your Eyes Only’, Emsoc-project, Brussel, 29 november <strong>2012</strong>■■Jong in Gent en Antwerpen, Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen, afdelingJeugd & JOP, Brussel, 8 februari <strong>2013</strong>■■Studiedag 20-jarig bestaan, Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, Brussel,15 februari <strong>2013</strong>■■A corporal punishment free zone. Banning corporal punishment and supporting positive parenting inall European Countries, Daphne en Save The Children Europe Brussel, 20 februari <strong>2013</strong>■■Sociaal-Artistiek project KST!, Gemeenschapsinstelling De Zande, Beernem, 22 februari <strong>2013</strong>■■Studiedag woordvoerders, persattachés en communicatieverantwoordelijken, Politeia, VlaamsParlement, Brussel, 26 februari <strong>2013</strong>■■Studiedag In de clinch: een welzijnsgerichte aanpak van conflicten in en rond de school, Welwijs,Schaarbeek, 26 februari <strong>2013</strong>


Bijlagen 145Gevolgde studiedagen■■Conferentie ‘Jong in de stad’, Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen,Mechelen, 6 maart <strong>2013</strong>■■Voorstelling <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong>, Vlaamse Ombudsdienst, Brussel, 27 maart <strong>2013</strong>■■Permanente Vorming Armoede en Participatie, Armoede en Gezondheidszorg, UGent VakgroepSociale Agogiek, Gent, 16 april <strong>2013</strong>■■Communicatie voor iedereen, Kortom, Brussel, 23 april <strong>2013</strong>■■Impulssessie ‘Hormoonverstorende stoffen: hoe onze kinderen beter beschermen’, Groen, Brussel,26 april <strong>2013</strong>■■Infosessie planning en aankoop van mediaruimte, DAR Vlaanderen, Brussel, 2 mei <strong>2013</strong>■■Viering 30e verjaardag, Plan België, Brussel, 14 mei <strong>2013</strong>■■Huizen van het Kind: schakels in een sterk lokaal gezinsbeleid?, Hoger Instituut voorGezinswetenschappen, Brussel, 15 mei <strong>2013</strong>■■Contentstrategie en -creatie sociale media, Mediaraven, Gent, 17 mei <strong>2013</strong>■■Onderzoeksrapport en de onlinetool voor jongeren rond het onderwerp ‘ouder-kindrelatie’, Awel,Brussel, 17 mei <strong>2013</strong>■■Huldezitting, Vlaams Parlement, Brussel, 22 mei <strong>2013</strong>■■Big Brother Awards ‘Privacy is dead, get over it!’, Liga voor Mensenrechten, Gent, 30 mei <strong>2013</strong>■■Lezing door Lien Cleynkens, Cyberpesten: pesten in een modern jasje, Gezinsbond, Child Focus en<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>, De Loketten Vlaams Parlement, Brussel, 6 juni <strong>2013</strong>■■Afscheidsviering Jan De Groof, HETPALEIS, Antwerpen, 10 juni <strong>2013</strong>■■Studiedag De internationale bescherming van en duurzame oplossingen voor niet begeleideminderjarige vreemdelingen: welke plaats voor de noden en rechten van het kind?, Platform KinderenOp De Vlucht, Schaarbeek, 18 juni<strong>2013</strong>■■Apestaartjaren 4.2, Mediaraven en Linc vzw, Leuven, 20 juni <strong>2013</strong>■■Voorstelling Carte blanche jongeren VRT-aanbod voor en door jongeren, Brussel, 25 juni <strong>2013</strong>■■Studiedag overheidsopdrachten, Vlaams Parlement, Brussel, 26 juni <strong>2013</strong>


146 BijlagenVerdrag inzake de Rechten van het KindVerdrag inzake de Rechten van het Kindaangenomen door de Algemene Vergaderingvan de Verenigde Naties op 20 november 1989 - Officiële Nederlandse vertalingOfficieuze samenvatting vande belangrijkste bepalingenOfficiële tekstPreambule:Preambule:De preambule:herinnert aan de basisprincipes van deVerenigde Naties evenals aan specifiekebepalingen van sommige relevante mensenrechtenverdragenen verklaringen;herbevestigt het feit dat kinderen omwillevan hun kwetsbaarheid nood hebbenaan bijzondere zorg en bescherming;legt bijzondere nadruk op de primaireverantwoordelijkheid van het gezin voorde zorg voor en de bescherming van hetkind, de noodzaak van wettelijke en anderebescherming voor het kind voor enna de geboorte, het belang van het respectvoor de culturele waarden van degemeenschap waarin het kind leeft, en devitale rol van internationale samenwerkingmet het oog op de effectuering vande rechten van het kind.De Staten die partij zijn bij dit Verdrag,Overwegende dat, in overeenstemming met de in het Handvest van deVerenigde Naties verkondigde beginselen, erkenning van de waardigheid inherentaan, alsmede van de gelijke en onvervreemdbare rechten van alleleden van de mensengemeenschap de grondslag is voor vrijheid, gerechtigheiden vrede in de wereld,Indachtig dat de volkeren van de Verenigde Naties in het Handvest hunvertrouwen in de fundamentele rechten van de mens en in de waardigheiden de waarde van de mens opnieuw hebben bevestigd en hebben beslotensociale vooruitgang en een hogere levensstandaard in grotere vrijheid te bevorderen,Erkennende dat de Verenigde Naties in de Universele Verklaring van deRechten van de Mens en in de Internationale Verdragen inzake de Rechtenvan de Mens hebben verkondigd en zijn overeengekomen dat eenieder rechtheeft op alle rechten en vrijheden die daarin worden beschreven zonderonderscheid van welke aard ook, zoals naar ras, huidskleur, geslacht, taal,godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of sociale afkomst, eigendom,geboorte of andere status,Eraan herinnerende dat de Verenigde Naties in de Universele Verklaringvan de Rechten van de Mens hebben verkondigd dat kinderen recht hebbenop bijzondere zorg en bijstand.Ervan overtuigd dat aan het gezin, als de kern van de samenleving en denatuurlijke omgeving voor de ontplooiing en het welzijn van al haar leden envan kinderen in het bijzonder, de nodige bescherming en bijstand dient teworden verleend opdat het zijn verantwoordelijkheden binnen de gemeenschapvolledig kan dragen,Erkennende dat het kind, voor de volledige en harmonische ontplooiingvan zijn (of haar) persoonlijkheid, dient op te groeien in een gezinsomgeving,in een sfeer van geluk, liefde en begrip.Overwegende dat het kind volledig dient te worden voorbereid op hetleiden van een zelfstandig leven in de samenleving, en dient te worden opgevoedin de geest van de in het Handvest van de Verenigde Naties verkondigdeidealen, en in het bijzonder in de geest van vrede, waardigheid,verdraagzaamheid, vrijheid, gelijkheid en solidariteit,Indachtig dat de noodzaak van het verlenen van bijzondere zorg aan hetkind is vermeld in de Verklaring van Genève inzake de Rechten van het Kindvan 1924 en in de Verklaring van de Rechten van het Kind, aangenomen doorde Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1959en is erkend in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, in hetInternationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (met namein de artikelen 23 en 24), in het Internationaal Verdrag inzake Economische,Sociale en Culturele Rechten (met name in artikel 10) en in de statuten endesbetreffende akten van gespecialiseerde organisaties en internationaleorganisaties die zich bezighouden met het welzijn van kinderen,Indachtig dat, zoals aangegeven in de Verklaring van de Rechten van


Bijlagen 147Verdrag inzake de Rechten van het Kindhet Kind, “het kind op grond van zijn lichamelijke en geestelijke onrijpheidbijzondere bescherming en zorg nodig heeft, met inbegrip van geëigendewettelijke bescherming, zowel voor als na zijn geboorte”,Herinnerende aan de bepalingen van de Verklaring inzake Socialeen Juridische Beginselen betreffende de Bescherming en het Welzijn vanKinderen, in het bijzonder met betrekking tot Plaatsing in een Pleeggezinen Adoptie, zowel Nationaal als Internationaal; de Standaard Minimumregelsvan de Verenigde Naties voor de Toepassing van het Recht op Jongeren (deBeijingregels); en de Verklaring inzake de Bescherming van Vrouwen enKinderen in Noodsituaties en Gewapende Conflicten,Erkennende dat er, in alle landen van de wereld, kinderen zijn die in uitzonderlijkmoeilijke omstandigheden leven, en dat deze kinderen bijzondereaandacht behoeven,Op passende wijze rekening houdend met het belang van de tradities enculturele waarden die ieder volk hecht aan de bescherming en harmonischeontwikkeling van het kind,Het belang erkennende van internationale samenwerking ter verbeteringvan de levensomstandigheden van kinderen in ieder land, in het bijzonder inde ontwikkelingslanden,Zijn het volgende overeengekomen:Deel IDefinitie van het begrip kindElke persoon jonger dan 18 jaar, tenzij demeerderjarigheidsgrens volgens de wetvroeger valt.Non-discriminatieHet principe dat alle rechten van toepassingzijn op alle kinderen zonder enigeuitzondering, en de verplichting van deStaat om kinderen tegen om het even welkevorm van discriminatie te beschermen.De Staat mag geen enkel recht schendenen moet positieve acties ondernemen omalle rechten te bevorderen.Het belang van het kindAlle acties met betrekking tot het kinddienen ten volle rekening te houden metzijn of haar belang. De Staat is verplichtadequate zorgen te verlenen wanneerouders of andere verantwoordelijken terzake in gebreke blijven.Artikel 1Voor de toepassing van dit Verdrag wordt onder een kind verstaan iedermens jonger dan achttien jaar, tenzij volgens het op het kind van toepassingzijnde recht de meerderjarigheid eerder wordt bereikt.Artikel 21. De Staten die partij zijn bij dit Verdrag, eerbiedigen en waarborgen de inhet Verdrag beschreven rechten voor ieder kind onder hun rechtsbevoegdheidzonder discriminatie van welke aard ook, ongeacht ras, huidskleur,geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale, etnischeof maatschappelijke afkomst, vermogen, handicap, geboorte ofandere omstandigheid van het kind of van zijn (of haar) ouder of wettigevoogd.2. De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen om te waarborgendat het kind wordt beschermd tegen alle vormen van discriminatieof bestraffing op grond van de status of de activiteiten van, de meningengeuit door of de overtuigingen van de ouders, wettige voogden of familieledenvan het kind.Artikel 31. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomendoor openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijnof door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevendelichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging.2. De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te verzekeren vande bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn of haar welzijn, rekeninghoudend met de rechten en plichten van zijn of haar ouders, wettige


148 BijlagenVerdrag inzake de Rechten van het Kindvoogden of anderen die wettelijk verantwoordelijk voor het kind zijn, ennemen hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen.3. De Staten die partij zijn, waarborgen dat de instellingen, diensten en voorzieningendie verantwoordelijk zijn voor de zorg voor of de beschermingvan kinderen voldoen aan de door de bevoegde autoriteiten vastgesteldenormen, met name ten aanzien van de veiligheid, de gezondheid, het aantalpersoneelsleden en hun geschiktheid, alsmede bevoegd toezicht.De effectuering van rechtenDe verplichting van de Staat om de rechtenuit dit Verdrag in werkelijkheid om tezetten.De leiding door ouders en de groeiendecapaciteiten van het kindDe plicht van de Staat tot respect voorde rechten en verantwoordelijkheden vanouders en de ruimere familie om het kindleiding te geven overeenkomstig zijn ofhaar groeiende capaciteiten.Overleven en ontwikkelenHet inherente recht op leven, en de plichtvan de Staat het overleven en de ontwikkelingvan het kind te garanderen.Naam en nationaliteitHet recht vanaf de geboorte een naam tehebben en een nationaliteit te verwerven.Behoud van identiteitDe verplichting van de Staat om de basaleaspecten van de identiteit van het kind(naam, nationaliteit en familiebanden) tebeschermen en, zo nodig, te herstellen.Artikel 4De Staten die partij zijn, nemen alle nodige wettelijke, bestuurlijke en anderemaatregelen om de in dit Verdrag erkende rechten te verwezenlijken. Tenaanzien van economische, sociale en culturele rechten nemen de Staten diepartij zijn deze maatregelen in de ruimste mate waarin de hun ter beschikkingstaande middelen dit toelaten en, indien nodig, in het kader van internationalesamenwerking.Artikel 5De Staten die partij zijn, eerbiedigen de verantwoordelijkheden, rechten enplichten van de ouders of, indien van toepassing, van de leden van de familiein ruimere zin of de gemeenschap al naar gelang het plaatselijk gebruik, vanwettige voogden of anderen die wettelijk verantwoordelijk zijn voor het kind,voor het voorzien in passende leiding en begeleiding bij de uitoefening doorhet kind van de in dit Verdrag erkende rechten, op een wijze die verenigbaaris met de zich ontwikkelende vermogens van het kind.Artikel 61. De Staten die partij zijn, erkennen dat ieder kind het inherente recht opleven heeft.2. De Staten die partij zijn, waarborgen in de ruimst mogelijke mate de mogelijkhedentot overleven en de ontwikkeling van het kind.Artikel 71. Het kind wordt onmiddellijk na de geboorte ingeschreven en heeft vanafde geboorte het recht op een naam, het recht een nationaliteit te verwervenen, voor zover mogelijk, het recht zijn of haar ouders te kennen endoor hen te worden verzorgd.2. De Staten die partij zijn, waarborgen de verwezenlijking van deze rechtenin overeenstemming met hun nationale recht en hun verplichtingen krachtensde desbetreffende internationale akten op dit gebied, in het bijzonderwanneer het kind anders staatloos zou zijn.Artikel 81. De Staten die partij zijn, verbinden zich tot eerbiediging van het recht vanhet kind zijn of haar identiteit te behouden, met inbegrip van nationaliteit,naam en familiebetrekkingen zoals wettelijk erkend, zonder onrechtmatigeinmenging.2. Wanneer een kind op niet rechtmatige wijze wordt beroofd van enige ofalle bestanddelen van zijn of haar identiteit, verlenen de Staten die partijzijn passende bijstand en bescherming, teneinde zijn identiteit zo snel mogelijkte herstellen


Bijlagen 149Verdrag inzake de Rechten van het KindVan de ouders gescheiden wordenHet recht van het kind om met zijn of haarouders samen te leven, tenzij geoordeeldwordt in overeenstemming met de toepasselijkeprocedures dat dit onverenigbaaris met zijn of haar belang;Het recht van alle betrokken partijen omaan deze procedures deel te nemen;Het recht om contact te onderhouden metbeide ouders, wanneer het kind gescheidenleeft van één of van beide ouders;De plichten van de Staten in die gevallenwaar een dergelijke scheiding het resultaatis van een actie door de Staat.GezinsherenigingHet recht van kinderen en hun ouders omhet even welk land te verlaten en hun eigenland terug binnen te komen met hetoog op hereniging of om de ouder-kindrelatiete onderhouden.Artikel 91. De Staten die partij zijn, waarborgen dat een kind niet wordt gescheidenvan zijn of haar ouders tegen hun wil, tenzij de bevoegde autoriteitenonder voorbehoud van de mogelijkheid van rechterlijke toetsing, in overeenstemmingmet het toepasselijk recht en de toepasselijke procedures,beslissen dat deze scheiding noodzakelijk is in het belang van het kind.Een dergelijke beslissing kan noodzakelijk zijn in een bepaald geval, zoalswanneer er sprake is van misbruik of verwaarlozing van het kind door deouders, of wanneer de ouders gescheiden leven en er een beslissing moetworden genomen ten aanzien van de verblijfplaats van het kind.2. In procedures ingevolge het eerste lid van dit artikel dienen alle betrokkenpartijen de gelegenheid te krijgen aan de procedures deel te nemen en hunstandpunten naar voren te brengen.3. De Staten die partij zijn, eerbiedigen het recht van het kind dat van eenouder of beide ouders is gescheiden, op regelmatige basis persoonlijkebetrekkingen en rechtstreeks contact met beide ouders te onderhouden,tenzij dit in strijd is met het belang van het kind.4. Indien een dergelijke scheiding voortvloeit uit een maatregel genomendoor een Staat die partij is, zoals de inhechtenisneming, gevangenneming,verbanning, deportatie, of uit een maatregel het overlijden ten gevolgehebbend (met inbegrip van overlijden, door welke oorzaak ook, terwijlde betrokkene door de Staat in bewaring wordt gehouden) van één ouderof beide ouders of van het kind, verstrekt die Staat, op verzoek, aan deouders, aan het kind of, indien van toepassing, aan een ander familielidvan het kind de noodzakelijke inlichtingen over waar het afwezige lid vanhet gezin zich bevindt of waar de afwezige leden van het gezin zich bevinden,tenzij het verstrekken van die inlichtingen het welzijn van het kindzou schaden. De Staten die partij zijn, waarborgen voorts dat het indienenvan een dergelijk verzoek op zich geen nadelige gevolgen heeft voor debetrokkene(n).Artikel 101. In overeenstemming met de verplichting van de Staten die partij zijn krachtensartikel 9, eerste lid, worden aanvragen van een kind of van zijn oudersom een Staat die partij is, voor gezinshereniging binnen te gaan of teverlaten, door de Staten die partij zijn met welwillendheid, menselijkheiden spoed behandeld. De Staten die partij zijn, waarborgen voorts dat hetindienen van een dergelijke aanvraag geen nadelige gevolgen heeft voorde aanvragers of hun familieleden.2. Een kind van wie de ouders in verschillende Staten verblijven, heeft hetrecht op regelmatige basis, behalve in uitzonderlijke omstandigheden,persoonlijke betrekkingen en rechtstreekse contacten met beide ouders teonderhouden. Hiertoe, en in overeenstemming met de verplichting van deStaten die partij zijn krachtens artikel 9, tweede lid, eerbiedigen de Statendie partij zijn het recht van het kind en van zijn of haar ouders welk landook, met inbegrip van het eigen land, te verlaten, en het eigen land binnente gaan. Het recht welk land ook te verlaten is slechts onderworpen aan debeperkingen die bij de wet zijn voorzien en die nodig zijn ter beschermingvan de nationale veiligheid, de openbare orde, de volksgezondheid of degoede zeden, of van de rechten en vrijheden van anderen, en verenigbaarzijn met de andere in dit Verdrag erkende rechten.


150 BijlagenVerdrag inzake de Rechten van het KindOngeoorloofde overbrenging en hetniet doen terugkerenDe plicht van de Staat om te trachten kidnappingof het vasthouden van kinderenin het buitenland door een ouder of doorderden te voorkomen of ongedaan te maken.De mening van het kindHet recht van het kind om zijn of haarmening te kennen te geven en het rechtop het feit dat met deze mening rekeningwordt gehouden in elke aangelegenheidof procedure die het kind betreftVrijheid van meningsuitingHet kind heeft het recht informatie te verkrijgenof bekend te maken en zijn of haarmening uit te drukken, tenzij dit de rechtenvan anderen zou schenden.Vrijheid van gedachte, geweten engodsdienstHet recht van het kind op vrijheid vangedachte, geweten en godsdienst, onderworpenaan de passende leiding van deouders en aan de nationale wetten.Vrijheid van verenigingHet recht van kinderen met anderen samente komen en verenigingen op te richtenof er zich bij aan te sluiten, tenzijdit de rechten van anderen zou schenden.Artikel 111. De Staten die partij zijn, nemen maatregelen ter bestrijding van de ongeoorloofdeoverbrenging van kinderen naar en het niet doen terugkerenvan kinderen uit het buitenland.2. Hiertoe bevorderen de Staten die partij zijn het sluiten van bilaterale ofmultilaterale overeenkomsten of het toetreden tot bestaande overeenkomsten.Artikel 121. De Staten die partij zijn, verzekeren het kind dat in staat is zijn of haareigen mening te vormen, het recht die mening vrijelijk te uiten in alle aangelegenhedendie het kind betreffen, waarbij aan de mening van het kindpassend belang wordt gehecht in overeenstemming met zijn of haar leeftijden rijpheid.2. Hiertoe wordt het kind met name in de gelegenheid gesteld te wordengehoord in iedere gerechtelijke en bestuurlijke procedure die het kind betreft,hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van een vertegenwoordigerof een daarvoor geschikte instelling, op een wijze die verenigbaar ismet de procedureregels van het nationale recht.Artikel 131. Het kind heeft het recht op vrijheid van meningsuiting; dit recht omvatmede de vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard ook te vergaren,te ontvangen en door te geven, ongeacht de landsgrenzen hetzijmondeling, hetzij in geschreven of gedrukte vorm, in de vorm van kunst,of met behulp van andere media naar zijn of haar keuze.2. De uitoefening van dit recht kan aan bepaalde beperkingen worden gebonden,doch alleen aan de beperkingen die bij de wet zijn voorzien en dienodig zijn:a) voor de eerbiediging van de rechten of de goede naam van anderen; ofb) ter bescherming van de nationale veiligheid of van de openbare orde, devolksgezondheid of de goede zeden.Artikel 141. De Staten die partij zijn, eerbiedigen het recht van het kind op vrijheid vangedachte, geweten en godsdienst.2. De Staten die partij zijn, eerbiedigen de rechten en plichten van ouders en,indien van toepassing, van de wettige voogden, om het kind te leiden inde uitoefening van zijn of haar recht op een wijze die verenigbaar is metde zich ontwikkelende vermogens van het kind.3. De vrijheid van eenieder zijn of haar godsdienst of levensovertuiging totuiting te brengen kan slechts in die mate worden beperkt als wordt voorgeschrevendoor de wet en noodzakelijk is ter bescherming van de openbareveiligheid, de openbare orde, de volksgezondheid of de goede zeden,of van de fundamentele rechten en vrijheden van anderen.Artikel 151. De Staten die partij zijn, erkennen de rechten van het kind op vrijheid vanvereniging en vrijheid van vreedzame vergadering.2. De uitoefening van deze rechten kan aan geen andere beperkingen wordenonderworpen dan die welke in overeenstemming met de wet wordenopgelegd en die in een democratische samenleving geboden zijn in hetbelang van de nationale veiligheid, de openbare orde, de bescherming vande volksgezondheid of de goede zeden, of de bescherming van de rechtenen vrijheden van anderen.


Bijlagen 151Verdrag inzake de Rechten van het KindBescherming van de privacyHet recht te worden beschermd tegen inmengingin de privacy, het gezinsleven,de woning en de correspondentie, evenalstegen smaad en laster.Toegang tot passende informatieDe rol van de media inzake het verspreidenvan informatie onder kinderen op eenwijze die in overeenstemming is met hetmoreel welzijn, met wederzijdse kennis enbegrip onder de volkeren en die de cultureleachtergrond van het kind respecteert.De Staat dient maatregelen te treffen omdit aan te moedigen en om kinderen te beschermentegen schadelijk materiaal.Verantwoordelijkheden van oudersHet principe dat beide ouders gezamenlijkde eerste verantwoordelijken zijn voorde opvoeding van hun kinderen, en dat deStaat hen bij deze taak dient te ondersteunen.Bescherming tegen mishandeling enverwaarlozingDe verplichting van de Staat om kinderente beschermen tegen elke vorm vanmishandeling door ouders of door anderepersonen die verantwoordelijkheid dragenvoor de zorg voor het kind, en om inverband hiermee preventieve maatregelenArtikel 161. Geen enkel kind mag worden onderworpen aan willekeurige of onrechtmatigeinmenging in zijn of haar privé-leven, in zijn of haar gezinsleven, zijnof haar woning of zijn of haar correspondentie, noch aan enige onrechtmatigeaantasting van zijn of haar eer en goede naam.2. Het kind heeft recht op bescherming door de wet tegen zodanige inmengingof aantasting.Artikel 17De Staten die partij zijn, erkennen de belangrijke functie van de massamediaen waarborgen dat het kind toegang heeft tot informatie en materiaal uit eenverscheidenheid van nationale en internationale bronnen, in het bijzonderinformatie en materiaal gericht op het bevorderen van zijn of haar sociale,psychische en morele welzijn en zijn of haar lichamelijke en geestelijke gezondheid.Hiertoe dienen de Staten die partij zijn:a) de massamedia aan te moedigen informatie en materiaal te verspreidendie tot sociaal en cultureel nut zijn voor het kind en in overeenstemmingzijn met de strekking van artikel 29;b) internationale samenwerking aan te moedigen bij de vervaardiging, uitwisselingen verspreiding van dergelijke informatie en materiaal uit eenverscheidenheid van culturele, nationale en internationale bronnen;c) de vervaardiging en verspreiding van kinderboeken aan te moedigen;d) de massamedia aan te moedigen in het bijzonder rekening te houdenmet de behoeften op het gebied van de taal van het kind dat tot eenminderheid of tot de oorspronkelijke bevolking behoort;e) de ontwikkeling aan te moedigen van passende richtlijnen voor de beschermingvan het kind tegen informatie en materiaal die schadelijk zijnvoor zijn of haar welzijn, indachtig de bepalingen van de artikelen 13 en 18.Artikel 181. De Staten die partij zijn, doen alles wat in hun vermogen ligt om de erkenningte verzekeren van het beginsel dat beide ouders de gezamenlijkeverantwoordelijkheid dragen voor de opvoeding en de ontwikkeling vanhet kind. Ouders of, al naar gelang het geval, wettige voogden, hebben deverantwoordelijkheid voor de opvoeding en de ontwikkeling van het kind.Het belang van het kind is hun allereerste zorg.2. Om de toepassing van de in dit Verdrag genoemde rechten te waarborgenen te bevorderen, verlenen de Staten die partij zijn passende bijstand aanouders en wettige voogden bij de uitoefening van hun verantwoordelijkhedendie de opvoeding van het kind betreffen, en waarborgen zij de ontwikkelingvan instellingen, voorzieningen en diensten voor kinderzorg.3. De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen om te waarborgendat kinderen van werkende ouders recht hebben op gebruikmakingvan diensten en voorzieningen voor kinderzorg waarvoor zij in aanmerkingkomen.Artikel 191. De Staten die partij zijn, nemen alle passende wettelijke en bestuurlijkemaatregelen en maatregelen op sociaal en opvoedkundig gebied om hetkind te beschermen tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld,letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatigebehandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueelmisbruik, zolang het kind onder de hoede is van de ouder(s), wettigevoogd(en) of iemand anders die de zorg voor het kind heeft.


152 BijlagenVerdrag inzake de Rechten van het Kindte nemen en behandelingsprogramma’sop te zetten.Bescherming van kinderen buitenhun gezinDe plicht van de Staat om kinderen dieniet in hun gezinsmilieu kunnen leven bijzonderebescherming te bieden, en om ervoor te zorgen dat voor hen een beroepkan gedaan worden op gepaste alternatievegezinsopvang of op plaatsing in een instelling.Daarbij dient rekening te wordengehouden met de culturele achtergrondvan het kind.AdoptieIn landen waar adoptie wordt erkend en/of toegestaan mag het enkel worden toegepastin het belang van het kind, metalle noodzakelijke waarborgen voor hetkind en mits goedkeuring door de bevoegdeoverheden. Interlandelijke adoptiekan worden overwogen nadat de mogelijkhedenin het land van oorsprong vanhet kind zijn uitgeput. Ook in het gevalvan interlandelijke adoptie dienen allenoodzakelijke waarborgen te worden gerespecteerd2. Deze maatregelen ter bescherming dienen, indien van toepassing, doeltreffendeprocedures te omvatten voor de invoering van sociale programma’som te voorzien in de nodige ondersteuning van het kind en van diegenendie de zorg voor het kind hebben, alsmede procedures voor anderevormen van voorkoming van gevallen van kindermishandeling zoals hierbovenbeschreven, en voor opsporing, melding, verwijzing onderzoek, behandelingen follow-up van zodanige gevallen, en, indien van toepassing,voor inschakeling van rechterlijke instanties.Artikel 201. Een kind dat tijdelijk of blijvend het leven in het gezin waartoe het behoortmoet missen, of dat men in zijn of haar eigen belang niet kan toestaan inhet gezin te blijven, heeft recht op bijzondere bescherming en bijstand vanstaatswege.2. De Staten die partij zijn, waarborgen, in overeenstemming met hun nationalerecht, een andere vorm van zorg voor dat kind.3. Deze zorg kan, onder andere, plaatsing in een pleeggezin omvatten,kafalah volgens het Islamitisch recht, adoptie, of, indien noodzakelijk,plaatsing in geschikte instellingen voor kinderzorg. Bij het overwegen vanoplossingen wordt op passende wijze rekening gehouden met de wenselijkheidvan continuïteit in de opvoeding van het kind en met de etnische,godsdienstige en culturele achtergrond van het kind en met zijn of haarachtergrond wat betreft de taal.Artikel 21De Staten die partij zijn en die de methode van adoptie erkennen en/of toestaan,waarborgen dat het belang van het kind daarbij de voornaamste overwegingis, en:a) waarborgen dat de adoptie van een kind slechts wordt toegestaan mitsdaartoe bevoegde autoriteiten, in overeenstemming met de van toepassingzijnde wetten en procedures en op grond van alle van belang zijndeen betrouwbare gegevens, bepalen dat de adoptie kan worden toegestaangelet op de verhoudingen van het kind met zijn of haar ouders, familieledenen wettige voogden, en mits, indien vereist, de betrokkenen,na volledig te zijn ingelicht, op grond van de adviezen die noodzakelijkworden geacht, daarmee hebben ingestemd;b) erkennen dat interlandelijke adoptie kan worden overwogen als andereoplossing voor de zorg voor het kind, indien het kind niet in een pleegofadoptiegezin kan worden geplaatst en op geen enkele andere passendewijze kan worden verzorgd in het land van zijn of haar herkomst;c) verzekeren dat voor het kind dat bij een interlandelijke adoptie is betrokkenwaarborgen en normen gelden die gelijkwaardig zijn aan diewelke bestaan bij adoptie in het eigen land;d) nemen alle passende maatregelen om te waarborgen dat, in het gevalvan interlandelijke adoptie, de plaatsing niet leidt tot ongepast geldelijkvoordeel voor de betrokkenen;e) bevorderen, wanneer passend, de verwezenlijking van de doeleindenvan dit artikel door het aangaan van bilaterale of multilaterale regelingenof overeenkomsten, en spannen zich in om, in het kader daarvante waarborgen dat de plaatsing van het kind in een ander land wordtuitgevoerd door bevoegde autoriteiten of instellingen.


Bijlagen 153Verdrag inzake de Rechten van het KindVluchtelingenkinderenKinderen die als vluchteling worden beschouwdof die de status van vluchtelinghebben aangevraagd dienen een bijzonderebescherming te genieten. De Staatheeft de plicht samen te werken met bevoegdeinstanties die een dergelijke beschermingen bijstand bieden.Gehandicapte kinderenHet recht van gehandicapte kinderen opbijzondere zorg, onderwijs en training,bedoeld om hen te helpen de grootst mogelijkezelfstandigheid te bereiken en eenvolwaardig en actief leven te leiden in desamenleving.Artikel 221. De Staten die partij zijn, nemen passende maatregelen om te waarborgendat een kind dat de vluchtelingenstatus wil verkrijgen of dat in overeenstemmingmet het toepasselijke internationale recht en de toepasselijkeprocedures als vluchteling wordt beschouwd, ongeacht of het al dan nietdoor zijn of haar ouders of door iemand anders wordt begeleid, passendebescherming en humanitaire bijstand krijgt bij het genot van de van toepassingzijnde rechten beschreven in dit Verdrag en in andere internationaleakten inzake de rechten van de mens of humanitaire akten waarbij debedoelde Staten partij zijn.2. Hiertoe verlenen de Staten die partij zijn, naar zij passend achten, hunmedewerking aan alle inspanningen van de Verenigde Naties en anderebevoegde intergouvernementele organisaties of niet-gouvernementele organisatiesdie met de Verenigde Naties samenwerken, om dat kind te beschermenen bij te staan en de ouders of andere gezinsleden op te sporenvan een kind dat vluchteling is, teneinde de nodige inlichtingen te verkrijgenvoor hereniging van het kind met het gezin waartoe het behoort. Ingevallen waarin geen ouders of andere familieleden kunnen worden gevonden,wordt aan het kind dezelfde bescherming verleend als aan iederander kind dat, om welke reden ook, blijvend of tijdelijk het leven in eengezin moet ontberen, zoals beschreven in dit Verdrag.Artikel 231. De Staten die partij zijn, erkennen dat een geestelijk of lichamelijk gehandicaptkind een volwaardig en behoorlijk leven dient te hebben, in omstandighedendie de waardigheid van het kind verzekeren, zijn zelfstandigheidbevorderen en zijn actieve deelneming aan het gemeenschapsleven vergemakkelijken.2. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het gehandicapte kindop bijzondere zorg, en stimuleren en waarborgen dat aan het daarvoor inaanmerking komende kind en degenen die verantwoordelijk zijn voor zijnof haar verzorging, afhankelijk van de beschikbare middelen, de bijstandwordt verleend die is aangevraagd en die passend is gezien de gesteldheidvan het kind en de omstandigheden van de ouders of anderen die voor hetkind zorgen.3. Onder erkenning van de bijzondere behoeften van het gehandicapte kind,dient de in overeenstemming met het tweede lid geboden bijstand, wanneermogelijk, gratis te worden verleend, rekening houdend met de financiëlemiddelen van de ouders of anderen die voor het kind zorgen. Dezebijstand dient erop gericht te zijn te waarborgen dat het gehandicaptekind daadwerkelijk toegang heeft tot onderwijs, opleiding, voorzieningenvoor gezondheidszorg en revalidatie, voorbereiding voor een beroep, enrecreatiemogelijkheden, op een wijze die ertoe bijdraagt dat het kind eenzo volledig mogelijke integratie in de maatschappij en persoonlijke ontwikkelingbereikt, met inbegrip van zijn of haar culturele en intellectueleontwikkeling.4. De Staten die partij zijn, bevorderen, in de geest van internationale samenwerking,de uitwisseling van passende informatie op het gebied vanpreventieve gezondheidszorg en van medische en psychologische behandelingvan, en behandeling van functionele stoornissen bij gehandicaptekinderen met inbegrip van de verspreiding van en de toegang tot informatiebetreffende revalidatiemethoden, onderwijs en beroepsopleidingen, metals doel de Staten die partij zijn, in staat te stellen hun vermogens en


154 BijlagenVerdrag inzake de Rechten van het Kindvaardigheden te verbeteren en hun ervaring op deze gebieden te verruimen.Wat dit betreft wordt in het bijzonder rekening gehouden met debehoeften van ontwikkelingslanden.Gezondheid en gezondheidszorgHet recht op de hoogst mogelijke graadvan gezondheid en het recht op toegangtot gezondheidszorg en medische voorzieningenmet bijzondere nadruk op eerstelijnsgezondheidszorgen preventievegezondheidszorg, op gezondheidsvoorlichtingen -educatie en op de verminderingvan de kindersterfte. De verplichtingvan de Staat om te werken in de richtingvan het uitbannen van schadelijke traditionelepraktijken. De nood aan internationalesamenwerking met het oog op het realiserenvan dit recht wordt beklemtoond.Periodieke herziening van eenplaatsingHet recht van het kind, dat ter verzorging,bescherming of behandeling doorde Staat geplaatst is, op een regelmatigeevaluatie van alle aspecten ervan.Sociale zekerheidHet recht van kinderen om van sociale zekerheidte genieten.Artikel 241. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op het genot vande grootst mogelijke mate van gezondheid en op voorzieningen voor debehandeling van ziekte en het herstel van de gezondheid. De Staten diepartij zijn, streven ernaar te waarborgen dat geen enkel kind zijn of haarrecht op toegang tot deze voorzieningen voor gezondheidszorg wordtonthouden.2. De Staten die partij zijn, streven de volledige verwezenlijking van dit rechtna en nemen passende maatregelen, met name:a) om baby- en kindersterfte te verminderen;b) om de verlening van de nodige medische hulp en gezondheidszorg aanalle kinderen te waarborgen met nadruk op de ontwikkeling van de eerstelijnsgezondheidszorg;c) om ziekte, ondervoeding en slechte voeding te bestrijden, mede binnenhet kader van de eerstelijnsgezondheidszorg, door onder andere hettoepassen van gemakkelijk beschikbare technologie en door het voorzienin voedsel met voldoende voedingswaarde en zuiver drinkwater,de gevaren en risico’s van milieuverontreiniging in aanmerking nemend;d) om passende pre- en postnatale gezondheidszorg voor moeders tewaarborgen;e) om te waarborgen dat alle geledingen van de samenleving, met nameouders en kinderen, worden voorgelicht over, toegang hebben tot onderwijsover, en worden gesteund in het gebruik van de fundamentelekennis van de gezondheid en van de voeding van kinderen, de voordelenvan borstvoeding, hygiëne en sanitaire voorzieningen en het voorkomenvan ongevallen;f) om preventieve gezondheidszorg, begeleiding voor ouders, en voorzieningenvoor en voorlichting over gezinsplanning te ontwikkelen.3. De Staten die partij zijn, nemen alle doeltreffende en passende maatregelenteneinde traditionele gebruiken die schadelijk zijn voor de gezondheidvan kinderen af te schaffen.4. De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe internationale samenwerkingte bevorderen en aan te moedigen teneinde geleidelijk de algehele verwezenlijkingvan het in dit artikel erkende recht te bewerkstelligen. Wat ditbetreft wordt in het bijzonder rekening gehouden met de behoeften vanontwikkelingslanden.Artikel 25De Staten die partij zijn, erkennen het recht van een kind dat door de bevoegdeautoriteiten uit huis is geplaatst ter verzorging, bescherming of behandelingin verband met zijn of haar lichamelijke of geestelijke gezondheid,op een periodieke evaluatie van de behandeling die het kind krijgt en vanalle andere omstandigheden die verband houden met zijn of haar plaatsing.Artikel 261. De Staten die partij zijn, erkennen voor ieder kind het recht de voordelente genieten van voorzieningen voor sociale zekerheid, met inbegrip vansociale verzekering, en nemen de nodige maatregelen om de algehele verwezenlijkingvan dit recht te bewerkstelligen in overeenstemming met hunnationaal recht.


Bijlagen 155Verdrag inzake de Rechten van het Kind2. De voordelen dienen, indien van toepassing, te worden verleend, waarbijrekening wordt gehouden met de middelen en de omstandigheden vanhet kind en de personen die verantwoordelijk zijn voor zijn of haar onderhoud,alsmede iedere andere overweging die van belang is voor debeoordeling van een verzoek daartoe dat door of namens het kind wordtingediend.LevensstandaardHet recht van kinderen om een passendelevensstandaard te genieten, de primaireverantwoordelijkheid van de ouders hiervoor,en de plicht van de Staat om er voorte zorgen dat deze verantwoordelijkheidkan opgenomen worden en ook opgenomenwordt, zonodig door het innen vanonderhoudsgeld.OnderwijsHet recht van het kind op onderwijs ende plicht van de Staat er voor te zorgendat tenminste lager onderwijs gratis enverplicht is. De discipline op school moetgehandhaafd worden op een wijze diede menselijke waardigheid van het kindweerspiegelt. De noodzaak van internationalesamenwerking met het oog op hetrealiseren van dit recht wordt benadrukt.Artikel 271. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van ieder kind op een levensstandaarddie toereikend is voor de lichamelijke, geestelijke, intellectuele,zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling van het kind.2. De ouder(s) of anderen die verantwoordelijk zijn voor het kind, hebben deprimaire verantwoordelijkheid voor het waarborgen, naar vermogen enbinnen de grenzen van hun financiële mogelijkheden, van de levensomstandighedendie nodig zijn voor de ontwikkeling van het kind.3. De Staten die partij zijn, nemen, in overeenstemming met de nationaleomstandigheden en met de middelen die hun ten dienste staan, passendemaatregelen om ouders en anderen die verantwoordelijk zijn voor hetkind te helpen dit recht te verwezenlijken, en voorzien, indien de behoeftedaaraan bestaat, in programma’s voor materiële bijstand en ondersteuning,met name wat betreft voeding, kleding en huisvesting.4. De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen om het verhaalte waarborgen van uitkeringen tot onderhoud van het kind door de oudersof andere personen die de financiële verantwoordelijkheid voor het kinddragen, zowel binnen de Staat die partij is als vanuit het buitenland. Metname voor gevallen waarin degene die de financiële verantwoordelijkheidvoor het kind draagt, in een andere Staat woont dan die van het kind, bevorderende Staten die partij zijn de toetreding tot internationale overeenkomstenof het sluiten van dergelijke overeenkomsten, alsmede het treffenvan andere passende regelingen.Artikel 281. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op onderwijs, enteneinde dit recht geleidelijk en op basis van gelijke kansen te verwezenlijken,verbinden zij zich er met name toe:a) primair onderwijs verplicht te stellen en voor iedereen gratis beschikbaarte stellen;b) de ontwikkeling van verschillende vormen van voortgezet onderwijsaan te moedigen, met inbegrip van algemeen onderwijs en beroepsonderwijs,deze vormen voor ieder kind beschikbaar te stellen en toegankelijkte maken, en passende maatregelen te nemen zoals de invoeringvan gratis onderwijs en het bieden van financiële bijstand indien noodzakelijk;c) met behulp van alle passende middelen hoger onderwijs toegankelijk temaken voor een ieder naar gelang zijn capaciteiten;d) nformatie over en begeleiding bij onderwijs- en beroepskeuze voor allekinderen beschikbaar te stellen en toegankelijk te maken;e) maatregelen te nemen om regelmatig schoolbezoek te bevorderen enhet aantal kinderen dat de school vroegtijdig verlaat, te verminderen.2. De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen om te verzekerendat de wijze van handhaving van de discipline op scholen verenigbaaris met de menselijke waardigheid van het kind en in overeenstemming ismet dit Verdrag.


156 BijlagenVerdrag inzake de Rechten van het Kind3. De Staten die partij zijn, bevorderen en stimuleren internationale samenwerkingin aangelegenheden die verband houden met onderwijs, metname teneinde bij te dragen tot de uitbanning van onwetendheid en analfabetismein de gehele wereld, en de toegankelijkheid van wetenschappelijkeen technische kennis en moderne onderwijsmethoden te vergroten.In dit opzicht wordt met name rekening gehouden met de behoeften vande ontwikkelingslanden.Doel van het onderwijsDe erkenning door de Staat dat het onderwijsdient gericht te zijn op de ontplooiingvan de persoonlijkheid en de talentenvan het kind en op de voorbereiding vanhet kind op een actief leven als volwassene.Het onderwijs moet ook gerichtzijn op het bevorderen van respect voorde grondrechten van de mens en op hetontwikkelen van respect voor de cultureleen nationale waarden van het kind zelf envan anderen.Kinderen van minderheden of deoorspronkelijke bevolkingHet recht van kinderen van minderheidsgroepenen de oorspronkelijke bevolkinghun eigen cultuur en godsdienst te belevenen hun eigen taal te gebruiken.Vrije tijd, ontspanning en cultureleactiviteitenHet recht van het kind op vrije tijd, spelen deelname aan culturele en artistiekeactiviteiten.Artikel 291. De Staten die partij zijn, komen overeen dat het onderwijs aan het kinddient gericht te zijn op:a) de zo volledig mogelijke ontplooiing van de persoonlijkheid, talentenen geestelijke en lichamelijke vermogens van het kind;b) het bijbrengen van eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentelevrijheden, en voor de in het Handvest van de Verenigde Natiesvastgelegde beginselen;c) het bijbrengen van eerbied voor de ouders van het kind, voor zijn ofhaar eigen culturele identiteit, taal en waarden, voor de nationale waardenvan het land waar het kind woont, het land waar het is geboren, envoor andere beschavingen dan de zijne of de hare;d) de voorbereiding van het kind op een verantwoord leven in een vrije samenleving,in de geest van begrip, vrede, verdraagzaamheid, gelijkheidvan geslachten, en vriendschap tussen alle volken, etnische, nationaleen godsdienstige groepen en personen behorend tot de oorspronkelijkebevolking;e) het bijbrengen van eerbied voor de natuurlijke omgeving.2. Geen enkel gedeelte van dit artikel of van artikel 28 mag zo worden uitgelegddat het de vrijheid aantast van individuele personen en rechtspersonenom onderwijsinstellingen op te richten en daaraan leiding te geven,evenwel altijd met inachtneming van de in het eerste lid van dit artikel vervattebeginselen, en van het vereiste dat het aan die instellingen gegevenonderwijs voldoet aan de door de Staat vastgelegde minimumnormen.Artikel 30In de Staten waarin etnische of godsdienstige minderheden, taalminderhedenof personen behorend tot de oorspronkelijke bevolking voorkomen,wordt het kind dat daartoe behoort niet het recht ontzegd te zamen metandere leden van zijn of haar groep zijn of haar cultuur te beleven, zijn ofhaar godsdienst te belijden en ernaar te leven, of zich van zijn of haar eigentaal te bedienen.Artikel 311. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op rust en vrijetijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij deleeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistiekeleven.2. De Staten die partij zijn, eerbiedigen het recht van het kind volledig deelte nemen aan het culturele en artistieke leven, bevorderen de verwezenlijkingvan dit recht, en stimuleren het bieden van passende en voor iedergelijke kansen op culturele, artistieke en creatieve bezigheden en vrijetijdsbesteding.


Bijlagen 157Verdrag inzake de Rechten van het KindKinderarbeidDe plicht van de Staat om kinderen te beschermentegen tewerkstelling in werkzaamhedendie een bedreiging vormenvoor hun gezondheid, opvoeding en ontwikkeling,om minimumleeftijden voortoegang tot tewerkstelling voor te schrijvenen om de arbeidsomstandigheden tereglementeren.DrugmisbruikHet recht van het kind te worden beschermdtegen het gebruik van narcoticaen psychotrope drugs en tegen betrokkenheidbij hun productie of distributie.Seksuele uitbuitingHet recht van het kind te worden beschermdtegen seksuele uitbuiting enseksueel misbruik, met inbegrip van prostitutieen betrokkenheid bij pornografie.Verkoop, handel en ontvoeringDe plicht van de Staat al het mogelijke tedoen om verkoop, handel en ontvoeringvan kinderen te voorkomen.Andere vormen van exploitatieHet recht van het kind op beschermingtegen alle vormen van uitbuiting die nietvermeld zijn in de artikelen 32, 33, 34 en 35.Foltering en vrijheidsberovingHet verbod op foltering, wrede behandelingof bestraffing, doodstraf, levenslangegevangenisstraf en onwettige gevangen-Artikel 321. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind te worden beschermdtegen economische exploitatie en tegen het verrichten van werkdat naar alle waarschijnlijkheid gevaarlijk is of de opvoeding van het kindzal hinderen, of schadelijk zal zijn voor de gezondheid of de lichamelijke,geestelijke, intellectuele, zedelijke of maatschappelijke ontwikkeling vanhet kind.2. De Staten die partij zijn, nemen wettelijke, bestuurlijke en sociale maatregelenen maatregelen op onderwijsterrein om de toepassing van dit artikelte waarborgen. Hiertoe, en de desbetreffende bepalingen van andere internationaleakten in acht nemend, verbinden de Staten die partij zijn zicher in het bijzonder toe:a) een minimumleeftijd of minimumleeftijden voor toelating tot betaaldwerk voor te schrijven;b) voorschriften te geven voor een passende regeling van werktijden enarbeidsvoorwaarden;c) passende straffen of andere maatregelen voor te schrijven ter waarborgingvan de daadwerkelijke uitvoering van dit artikel.Artikel 33De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen, met inbegrip vanwettelijke, bestuurlijke en sociale maatregelen en maatregelen op onderwijsterrein,om kinderen te beschermen tegen het illegale gebruik van verdovendemiddelen en psychotrope stoffen zoals omschreven in de desbetreffendeinternationale verdragen, en om inschakeling van kinderen bij de illegaleproductie van en de sluikhandel in deze middelen en stoffen te voorkomen.Artikel 34De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te beschermen tegenalle vormen van seksuele exploitatie en seksueel misbruik. Hiertoe nemen deStaten die partij zijn met name alle passende nationale, bilaterale en multilateralemaatregelen om te voorkomen dat:a) een kind ertoe wordt aangespoord of gedwongen deel te nemen aanonwettige seksuele activiteiten;b) kinderen worden geëxploiteerd in de prostitutie of andere onwettigeseksuele praktijken;c) kinderen worden geëxploiteerd in pornografische voorstellingen enpornografisch materiaal.Artikel 35De Staten die partij zijn, nemen alle passende nationale, bilaterale en multilateralemaatregelen ter voorkoming van de ontvoering of de verkoop van ofde handel in kinderen voor welk doel ook of in welke vorm ook.Artikel 36De Staten die partij zijn, beschermen het kind tegen alle vormen van exploitatiedie schadelijk zijn voor enig aspect van het welzijn van het kind.Artikel 37De Staten die partij zijn, waarborgen dat:a) geen enkel kind wordt onderworpen aan foltering of aan een anderewrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.


158 BijlagenVerdrag inzake de Rechten van het Kindschap of vrijheidsberoving. De principesvan gepaste behandeling, scheiding vanvolwassen gedetineerden, contact met defamilie en toegang tot rechtshulp en anderebijstand.Gewapende conflictenDe plicht van de Staat om de op kinderenvan toepassing zijnde regels van humanitairrecht te respecteren en te doen respecteren.Het principe dat geen enkel kindbeneden de leeftijd van 15 jaar direct betrokkenmag worden bij vijandelijkhedenof in het leger mag ingelijfd worden, endat alle kinderen die slachtoffer zijn vangewapende conflicten moeten kunnen genietenvan bescherming en verzorging.Zorg voor herintegratieDe plicht van de Staat er voor te zorgendat kinderen die het slachtoffer geweestzijn van gewapende conflicten, foltering,verwaarlozing, mishandeling of uitbuiting,een aangepaste behandeling krijgenmet het oog op hun herstel en hun herintegratiein de maatschappij.Doodstraf noch levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheidvan vervroegde invrijheidstelling wordt opgelegd voor strafbare feitengepleegd door personen jonger dan achttien jaar;b) geen enkel kind op onwettige of willekeurige wijze van zijn of haar vrijheidwordt beroofd. De aanhouding, inhechtenisneming of gevangennemingvan een kind geschiedt overeenkomstig de wet en wordt slechtsgehanteerd als uiterste maatregel en voor de kortst mogelijke passendeduur;c) ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd, wordt behandeldmet menselijkheid en met eerbied voor de waardigheid inherent aan demenselijke persoon, en zodanig dat rekening wordt gehouden met debehoeften van een persoon van zijn of haar leeftijd. Met name wordtieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd, gescheiden van volwassenentenzij het in het belang van het kind wordt geacht dit niet tedoen, en heeft ieder kind het recht contact met zijn of haar familie teonderhouden door middel van correspondentie en bezoeken, behalve inuitzonderlijke omstandigheden;d) ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd het recht heeft onverwijldte beschikken over juridische en andere passende bijstand, alsmedehet recht de wettigheid van zijn vrijheidsberoving te betwistenten overstaan van een rechter of een andere bevoegde, onafhankelijkeen onpartijdige autoriteit, en op een onverwijlde beslissing ten aanzienvan dat beroep.Artikel 381. De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe eerbied te hebben voor en deeerbiediging te waarborgen van tijdens gewapende conflicten op hen vantoepassing zijnde regels van internationaal humanitair recht die betrekkinghebben op kinderen.2. De Staten die partij zijn, nemen alle uitvoerbare maatregelen om te waarborgendat personen jonger dan vijftien jaar niet rechtstreeks deelnemenaan vijandelijkheden.3. De Staten die partij zijn, onthouden zich ervan personen jonger dan vijftienjaar in hun strijdkrachten op te nemen of in te lijven. Bij het opnemenof inlijven van personen die de leeftijd van vijftien jaar hebben bereikt,maar niet de leeftijd van achttien jaar, streven de Staten die partij zijn ernaarvoorrang te geven aan diegenen die het oudste zijn.4. In overeenstemming met hun verplichtingen krachtens het internationalehumanitaire recht om de burgerbevolking te beschermen in gewapendeconflicten, nemen de Staten die partij zijn alle uitvoerbare maatregelenter waarborging van de bescherming en de verzorging van kinderen dieworden getroffen door een gewapend conflict.Artikel 39De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen ter bevorderingvan het lichamelijk en geestelijk herstel en de herintegratie in de maatschappijvan een kind dat het slachtoffer is van welke vorm ook van verwaarlozing,exploitatie of misbruik, foltering of welke andere vorm ook van wrede,onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, of gewapende conflicten.Dit herstel en deze herintegratie vinden plaats in een omgeving diebevorderlijk is voor de gezondheid, het zelfrespect en de waardigheid vanhet kind.


Bijlagen 159Verdrag inzake de Rechten van het KindAanpak van jeugdmisdadigheidHet recht van kinderen, die worden verdachtvan of veroordeeld wegens hetplegen van een misdrijf, op respect voorhun mensenrechten en, in het bijzonder,op het genot van alle aspecten van eeneerlijke rechtspleging, met inbegrip vanrechtsbijstand en andere bijstand bij devoorbereiding en het voeren van zijn ofhaar verdediging.Het principe dat het gebruik van gerechtelijkeprocedures en van plaatsing in eeninrichting moeten worden vermeden telkenswanneer dit mogelijk en passend is.Artikel 401. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van ieder kind dat wordt verdachtvan, vervolgd wegens of veroordeeld omwille van het begaan vaneen strafbaar feit, op een wijze van behandeling die geen afbreuk doet aanhet gevoel van waardigheid en eigenwaarde van het kind, die de eerbiedvan het kind voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijhedenvan anderen vergroot, en waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijdvan het kind en met de wenselijkheid van het bevorderen van de herintegratievan het kind en van de aanvaarding door het kind van een opbouwenderol in de samenleving.2. Hiertoe, en met inachtneming van de desbetreffende bepalingen van internationaleakten, waarborgen de Staten die partij zijn met name dat:a) geen enkel kind wordt verdacht van, vervolgd wegens of veroordeeldomwille van het begaan van een strafbaar feit op grond van enig handelenof nalaten dat niet volgens het nationale of internationale rechtverboden was op het tijdstip van het handelen of nalaten;b) ieder kind dat wordt verdacht van of vervolgd wegens het begaan vaneen strafbaar feit, ten minste de volgende garanties heeft:i. dat het voor onschuldig wordt gehouden tot zijn of haar schuld volgensde wet is bewezen;ii. dat het onverwijld en rechtstreeks in kennis wordt gesteld van de tegenhem of haar ingebrachte beschuldigingen, of indien van toepassingdoor tussenkomst van zijn of haar ouders of wettige voogd, endat juridische of andere passende bijstand krijgt in de voorbereidingen het voeren van zijn of haar verdediging;iii. dat de aangelegenheid zonder vertraging wordt beslist door een bevoegde,onafhankelijke en onpartijdige autoriteit of rechterlijke instantiein een eerlijke behandeling overeenkomstig de wet, in aanwezigheidvan een rechtskundige of anderszins deskundige raadsmanof -vrouw, en, tenzij dit wordt geacht niet in het belang van het kindte zijn, met name gezien zijn of haar leeftijd of omstandigheden, inaanwezigheid van zijn of haar ouders of wettige voogden;iv. dat het er niet toe wordt gedwongen een getuigenis af te leggen ofschuld te bekennen; dat het getuigen à charge kan ondervragen ofdoen ondervragen en dat het de deelneming en ondervraging vangetuigen à decharge onder gelijke voorwaarden kan doen geschieden;v. indien het schuldig wordt geacht aan het begaan van een strafbaarfeit, dat dit oordeel en iedere maatregel die dientengevolge wordtopgelegd, opnieuw wordt beoordeeld door een hogere bevoegde,onafhankelijke en onpartijdige autoriteit of rechterlijke instantieovereenkomstig de wet;vi. dat het kind kosteloze bijstand krijgt van een tolk indien het de gebruikelijketaal niet verstaat of spreekt;vii. dat zijn of haar privé-leven volledig wordt geëerbiedigd tijdens allestadia van het proces.3. De Staten die partij zijn, streven ernaar de totstandkoming te bevorderenvan wetten, procedures, autoriteiten en instellingen die in het bijzonderbedoeld zijn voor kinderen die worden verdacht van, vervolgd wegensof veroordeeld omwille van het begaan van een strafbaar feit, en, in hetbijzonder:a) de vaststelling van een minimumleeftijd onder welke kinderen niet instaat worden geacht een strafbaar feit te begaan;


160 BijlagenVerdrag inzake de Rechten van het Kindb) de invoering, wanneer passend en wenselijk, van maatregelen voor dehandelwijze ten aanzien van deze kinderen zonder dat men zijn toevluchtneemt tot gerechtelijke stappen, mits de rechten van de mens ende wettelijke garanties volledig worden geëerbiedigd.4. Een verscheidenheid van regelingen, zoals rechterlijke bevelen voor zorg,begeleiding en toezicht, adviezen, jeugdreclassering, pleegzorg, programma’svoor onderwijs en beroepsopleiding en andere alternatieven voorinstitutionele zorg dient beschikbaar te zijn om te verzekeren dat de handelwijzeten aanzien van kinderen hun welzijn niet schaadt en in de juisteverhouding staat zowel tot hun omstandigheden als tot het strafbare feit.Eerbied voor bestaande regelsHet principe dat, indien er in de nationaleregelgeving of andere van toepassingzijnde internationale regels strengerenormen gelden dan in het Verdrag, het destrengste norm is die geldt.Artikel 41Geen enkele bepaling van dit Verdrag tast bepalingen aan die meer bijdragentot de verwezenlijking van de rechten van het kind en die zijn vervat in:a) het recht van een Staat die partij is; ofb) het in die Staat geldende internationale recht.


Bijlagen 161Verdrag inzake de Rechten van het KindDeel IIUitvoering en inwerkingtredingDe bepalingen van de artikelen 42 tot 54behandelen het volgende:i. de plicht van de Staat om de rechtenuit dit Verdrag ruime bekendheid te gevenbij volwassenen en kinderen.ii. de installatie van een Comité voor deRechten van het Kind, bestaande uittien experten, dat de rapporten moetbehandelen die de Staten die partijzijn bij het Verdrag moeten indienentwee jaar nadat zij het Verdrag ratificeerden,en vervolgens elke vijf jaar.Het Verdrag treedt in werking nadat 20landen het hebben geratificeerd. Vanafdan vat ook het Comité zijn werkzaamhedenaan.iii. staten die partij zijn moeten hun rapportenop ruime schaal bekend makenbij het publiek.iv. het Comité kan voorstellen dat gespecialiseerdestudies worden uitgevoerdbetreffende specifieke thema’sdie betrekking hebben op de rechtenvan het kind, en kan zijn bedenkingenformuleren ten aanzien van elke Staatdie partij is en ten aanzien van deAlgemene Vergadering van de VN. Methet oog op het bevorderen van een effectievetoepassing van dit Verdrag enom internationale samenwerking aan temoedigen, kunnen de gespecialiseerdeorganisaties (zoals de IAO, de WereldGezondheidsorganisatie, UNESCO, hetKinderfonds van de Verenigde Naties)de bijeenkomsten van het Comité bijwonen.Samen met om het even welkeandere als competent erkende organisatie,met inbegrip van NGO’s die eenconsultatieve status bij de VerenigdeNaties hebben, en met andereVN-organen, zoals de CommissieMensenrechten, kunnen ze het Comitérelevante informatie verstrekken ofom advies worden gevraagd betreffendeeen optimale toepassing van hetVerdrag.Artikel 42De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe de beginselen en debepalingen van dit Verdrag op passende en doeltreffende wijzealgemeen bekend te maken, zowel aan volwassenen als aan kinderenArtikel 431. Ter beoordeling van de voortgang die de Staten die partij zijn, boeken bijhet nakomen van de in dit Verdrag aangegane verplichtingen, wordt eenComité voor de Rechten van het Kind ingesteld, dat de hieronder te noemenfuncties uitoefent.2. Het Comité bestaat uit tien deskundigen van hoog zedelijk aanzien en meterkende bekwaamheid op het gebied dat dit Verdrag bestrijkt. De ledenvan het Comité worden door de Staten die partij zijn, gekozen uit hunonderdanen, en treden op in hun persoonlijke hoedanigheid, waarbij aandachtwordt geschonken aan een evenredige geografische verdeling, alsmedeaan de vertegenwoordiging van de voornaamste rechtsstelsels.3. De leden van het Comité worden bij geheime stemming gekozen van eenlijst van personen die zijn voorgedragen door de Staten die partij zijn.Iedere Staat die partij is, mag één persoon voordragen, die onderdaan vandie Staat is.4. De eerste verkiezing van het Comité wordt niet later gehouden dan zesmaanden na de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag, en daarnaiedere twee jaar. Ten minste vier maanden vóór de datum waarop de verkiezingplaatsvindt, richt de Secretaris-Generaal van de Verenigde Natiesaan de Staten die partij zijn een schriftelijk verzoek hun voordrachten binnentwee maanden in te dienen. De Secretaris-Generaal stelt vervolgenseen alfabetische lijst op van alle aldus voorgedragen personen, onder aanduidingvan de Staten die partij zijn die hen hebben voorgedragen, en legtdeze voor aan de Staten die partij zijn bij dit Verdrag.5. De verkiezingen worden gehouden tijdens de vergaderingen van de Statendie partij zijn, belegd door de Secretaris-Generaal, ten hoofdkantoren vande Verenigde Naties. Tijdens die vergaderingen, waarvoor twee derde vande Staten die partij zijn het quorum vormen, zijn degenen die in het Comitéworden gekozen die voorgedragen personen die het grootste aantal stemmenop zich verenigen alsmede een absolute meerderheid van de stemmenvan de aanwezige vertegenwoordigers van de Staten die partij zijn endie hun stem uitbrengen.6. De leden van het Comité worden gekozen voor een ambtstermijn van vierjaar. Zij zijn herkiesbaar indien zij opnieuw worden voorgedragen. Deambtstermijn van vijf van de leden die bij de eerste verkiezing zijn gekozen,loopt na twee jaar af; onmiddellijk na de eerste verkiezing wordendeze vijf leden bij loting aangewezen door de Voorzitter van de vergadering.7. Indien een lid van het Comité overlijdt of aftreedt of verklaart om welkeandere reden ook niet langer de taken van het Comité te kunnen vervullen,benoemt de Staat die partij is die het lid heeft voorgedragen een anderedeskundige die onderdaan van die Staat is om de taken te vervullen gedurendehet resterende gedeelte van de ambtstermijn, onder voorbehoudvan de goedkeuring van het Comité.8. Het Comité stelt zijn eigen huishoudelijk reglement vast.


162 BijlagenVerdrag inzake de Rechten van het Kind9. Het Comité kiest zijn functionarissen voor een ambtstermijn van twee jaar.10. De vergaderingen van het Comité worden in de regel gehouden tenhoofdkantoren van de Verenigde Naties of op iedere andere geschikteplaats, te bepalen door het Comité. Het Comité komt in de regel eens perjaar bijeen. De duur van de vergaderingen van het Comité wordt vastgestelden, indien noodzakelijk, herzien door een vergadering van de Statendie partij zijn bij dit Verdrag, onder voorbehoud van de goedkeuring vande Algemene Vergadering.11. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties stelt de nodige medewerkersen faciliteiten beschikbaar voor de doeltreffende uitoefening van defuncties van het Comité krachtens dit Verdrag.12. Met de goedkeuring van de Algemene Vergadering ontvangen de ledenvan het krachtens dit Verdrag ingesteld Comité emolumenten uit de middelenvan de Verenigde Naties op door de Algemene Vergadering vast testellen voorwaarden.Artikel 441. De Staten die partij zijn, nemen de verplichting op zich aan het Comité,door tussenkomst van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties,verslag uit te brengen over de door hen genomen maatregelen die uitvoeringgeven aan de in dit Verdrag erkende rechten, alsmede over devooruitgang die is geboekt ten aanzien van het genot van die rechten:a) binnen twee jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag voor debetrokken Staat die partij is;b) vervolgens iedere vijf jaar.2. In de krachtens dit artikel opgestelde rapporten dienen de factoren eneventuele moeilijkheden te worden aangegeven die van invloed zijn opde nakoming van de verplichtingen krachtens dit Verdrag. De rapportenbevatten ook voldoende gegevens om het Comité een goed inzicht teverschaffen in de toepassing van het Verdrag in het desbetreffende land.3. Een Staat die partij is die een uitvoerig eerste rapport aan het Comitéheeft overgelegd, behoeft in de volgende rapporten die deze Staat inovereenstemming met het eerste lid, letter b, overlegt, basisgegevens dieeerder zijn verstrekt, niet te herhalen.4. Het Comité kan Staten die partij zijn verzoeken om nadere gegevens dieverband houden met de toepassing van het Verdrag.5. Het Comité legt aan de Algemene Vergadering, door tussenkomst van deEconomische en Sociale Raad, iedere twee jaar rapporten over aangaandezijn werkzaamheden.6. De Staten die partij zijn, dragen er zorg voor dat hun rapporten algemeenbeschikbaar zijn in hun land.Artikel 45Teneinde de daadwerkelijke toepassing van het Verdrag te bevorderen eninternationale samenwerking op het gebied dat dit Verdrag bestrijkt aan temoedigen:a) hebben de gespecialiseerde organisaties, het Kinderfonds van deVerenigde Naties en andere organen van de Verenigde Naties het rechtvertegenwoordigd te zijn bij het overleg over de toepassing van diebepalingen van dit Verdrag welke binnen de werkingssfeer van hunmandaat vallen. Het Comité kan de gespecialiseerde organisaties, hetKinderfonds van de Verenigde Naties en andere bevoegde instellingendie zij passend acht, uitnodigen deskundig advies te geven over de


Bijlagen 163Verdrag inzake de Rechten van het Kindtoepassing van het Verdrag op gebieden die binnen de werkingssfeervan hun onderscheiden mandaten vallen. Het Comité kan de gespecialiseerdeorganisaties, het Kinderfonds van de Verenigde Naties en andereorganen van de Verenigde Naties uitnodigen rapporten over te leggenover de toepassing van het Verdrag op gebieden waarop zij werkzaamzijn;b) doet het Comité, naar zij passend acht, aan de gespecialiseerde organisaties,het Kinderfonds van de Verenigde Naties en andere bevoegdeinstellingen, alle rapporten van Staten die partij zijn, toekomen die eenverzoek bevatten om, of waaruit een behoefte blijkt aan, technisch adviesof technische ondersteuning, vergezeld van eventuele opmerkingenen suggesties van het Comité aangaande deze verzoeken of dezegebleken behoefte;c) kan het Comité aan de Algemene Vergadering aanbevelen de Secretaris-Generaal te verzoeken namens het Comité onderzoeken te doen naarspecifieke thema’s die verband houden met de rechten van het kind;d) kan het Comité suggesties en algemene aanbevelingen doen gebaseerdop de ingevolge de artikelen 44 en 45 van dit Verdrag ontvangen gegevens.Deze suggesties en algemene aanbevelingen worden aan iederebetrokken Staat die partij is, toegezonden, en medegedeeld aan deAlgemene Vergadering, vergezeld van eventuele commentaren van deStaten die partij zijn.


164 BijlagenVerdrag inzake de Rechten van het KindDeel IIIArtikel 46Dit verdrag staat open voor ondertekening door alle Staten.Artikel 47Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd. De akten van bekrachtiging wordennedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.Artikel 48Dit Verdrag blijft open voor toetreding door iedere Staat. De akten van toetredingworden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.Artikel 491. Dit Verdrag treedt in werking op de dertigste dag die volgt op de datumvan nederlegging bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties vande twintigste akte van bekrachtiging of toetreding.2. Voor iedere Staat die dit Verdrag bekrachtigt of ertoe toetreedt na de nederleggingvan de twintigste akte van bekrachtiging of toetreding, treedthet Verdrag in werking op de dertigste dag na de nederlegging door dieStaat van zijn akte van bekrachtiging of toetreding.Artikel 501. Iedere Staat die partij is, kan een wijziging voorstellen en deze indienenbij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. De Secretaris-Generaaldeelt de voorgestelde wijziging vervolgens mede aan de Staten die partijzijn, met het verzoek hem te berichten of zij een conferentie van Statendie partij zijn, verlangen teneinde de voorstellen te bestuderen en in stemmingte brengen. Indien, binnen vier maanden na de datum van deze mededeling,ten minste een derde van de Staten die partij zijn een dergelijkeconferentie verlangt, roept de Secretaris-Generaal de vergadering onderauspiciën van de Verenigde Naties bijeen. Iedere wijziging die door eenmeerderheid van de ter conferentie aanwezige Staten die partij zijn en diehun stem uitbrengen, wordt aangenomen, wordt ter goedkeuring voorgelegdaan de Algemene Vergadering.2. Een wijziging die in overeenstemming met het eerste lid van dit artikelwordt aangenomen, treedt in werking wanneer zij is goedgekeurd door deAlgemene Vergadering van de Verenigde Naties en is aanvaard door eenmeerderheid van twee derde van de Staten die partij zijn.3. Wanneer een wijziging in werking treedt, is zij bindend voor de Staten diepartij zijn die haar hebben aanvaard, terwijl de andere Staten die partij zijngebonden zullen blijven door de bepalingen van dit Verdrag en door iederevoorgaande wijziging die zij hebben aanvaard.Artikel 511. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties ontvangt de teksten vande voorbehouden die de Staten op het tijdstip van de bekrachtiging oftoetreding maken, en stuurt deze rond aan alle Staten.2. Een voorbehoud dat niet verenigbaar is met doel en strekking van ditVerdrag is niet toegestaan.3. Een voorbehoud kan ten allen tijde worden ingetrokken door een daartoestrekkende mededeling gericht aan de Secretaris-Generaal van


Bijlagen 165Verdrag inzake de Rechten van het Kindde Verenigde Naties, die vervolgens alle Staten hiervan in kennis stelt.Deze mededeling wordt van kracht op de datum van ontvangst door deSecretaris-Generaal.Artikel 52Een Staat die partij is, kan dit Verdrag opzeggen door een schriftelijke mededelingaan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. De opzeggingwordt van kracht één jaar na de datum van ontvangst van de mededelingdoor de Secretaris-Generaal.Artikel 53De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties wordt aangewezen als dedepositaris van dit Verdrag.Artikel 54Het oorspronkelijke exemplaar van dit Verdrag, waarvan de Arabische, deChinese, de Engelse, de Franse, de Russische en de Spaanse tekst gelijkelijkauthentiek zijn, wordt nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van deVerenigde Naties.TEN BLIJKE WAARVAN de ondertekenende gevolmachtigden, daartoe behoorlijkgemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.


166 BijlagenVerdrag inzake de Rechten van het KindInterpretatieve verklaringen BelgiëBij de neerlegging van de bekrachtigingsoorkonde heeft Belgiëde volgende interpretatieve verklaringen afgelegd:1. In verband met artikel 2, lid 1, legt de Belgische Regering niet-discriminatieop grond van nationale afkomst uit als niet noodzakelijk de verplichtingvoor de Staten inhoudend om aan vreemdelingen dezelfde rechten tewaarborgen als aan de eigen onderdanen. Dit begrip moet worden verstaanals ertoe strekkende iedere willekeurige gedraging uit te bannen,doch niet verschillen in behandeling, stoelend op objectieve en redelijkeoverwegingen, overeenstemmend met de beginselen die in democratischesamenlevingen gelden.2. De artikels 13 en 15 zullen door de Belgische Regering worden toegepast inde context van de bepalingen en de beperkingen welke in de artikels 10 en11 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mensen de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950, door gezegd Verdragworden opgesomd of toegestaan.3. De Belgische Regering legt lid 1 van artikel 14 in die zin uit, dat het rechtvan het kind op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, overeenkomstigde geldende bepalingen van het artikel 18 van het InternationaalVerdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten van 19 december 1966evenals van het artikel 9 van het Europees Verdrag tot Bescherming van deRechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950,ook de vrijheid impliceert om zijn godsdienst of overtuiging te kiezen.4. Met betrekking tot lid 2 b.(v) van artikel 40 is de Belgische Regering vanoordeel dat de uitdrukking “overeenkomstig de wet” in fine van deze bepalingbetekent dat:a) deze bepaling niet van toepassing is op minderjarigen die krachtensde Belgische wet in tweede aanleg schuldig zouden zijn bevonden enveroordeeld, tengevolge van een beroep ingesteld tegen hun vrijspraakin eerste aanleg;b) deze bepaling niet van toepassing is op minderjarigen die krachtensde Belgische wet rechtstreeks verwezen worden naar een hogerrechtscollege zoals het Hof van Assisen.


167BijlagenVerdrag inzake de Rechten van het Kind


Colofon<strong>Jaarverslag</strong> <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>Kinderen en jongeren vallen tussen de plooienNovember <strong>2013</strong>RedactieLeen AckaertHilde CnuddeLieven De RyckeIsabel MoermanMarjan RomJulie RyngaertInge SchoevaertsMaureen Van CanneytDominique van den AkkerAlex Van HeckeEls Van HemelrijckBruno VanobbergenJean Pierre VerhaegheChris VleugelsEindredactieHilde CnuddeTekstredactieMark Van BogaertConcept & VormgevingCIBE communicatieFoto team <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>Koen BroosFoto coverCIBE communicatieDrukDrukkerij ArtoosVerantwoordelijke uitgeverBruno VanobbergenKinderrechtencommissarisLeuvenseweg 861000 BrusselISBN-NUMMER: 9789077021279Wettelijk Depotnummer: D/<strong>2013</strong>/9680/1Dit jaarverslag staat ook online op www.kinderrechtencommissariaat.be.


Kinderen en jongerenvallen tussen de plooienElke dag krijgt het Vlaams <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>signalen van kinderen, jongeren en professionals. Webemiddelen, onderzoeken klachten en adviseren hetbeleid. Altijd met het oog op de goede naleving entoepassing van kinderrechten in Vlaanderen.Dit jaar vraagt het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong> extraaandacht voor maatschappelijk kwetsbare kinderen,voor kinderen en jongeren op wachtlijsten, kinderenen jongeren in detentie of in vechtscheidingssituaties,kinderen en jongeren op de vlucht. Te veel minderjarigenvallen nog tussen de plooien. Daardoor lopen ze denodige hulp, zorg en ondersteuning mis. Wat eenduidelijke impact heeft op hun kansen tot ontplooiingen hun welzijn.Elk kind heeft rechten. Die zijn onvoorwaardelijk enkunnen niet afhangen van onderlinge afstemming tussenoverheden of beleidsdomeinen, of van getouwtrektussen ouders. Een kinderrechtenperspectief heeft oogvoor het belang en de noden van kinderen. Een kindleeft hier en nu: geef het eerst waarop het recht heeft,wat het nodig heeft in zijn belang en verhaal dat achterafop de juiste overheid.<strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>Leuvenseweg 861000 BrusselTel.: 02-552 98 00Fax: 02-552 98 01kinderrechten@vlaamsparlement.bewww.kinderrechtencommissariaat.beKlachtenlijn van het <strong>Kinderrechtencommissariaat</strong>:www.kinderrechten.beKlachtenlijn

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!