08.08.2015 Views

Verhardingen voor fietsvoorzieningen

Verhardingen voor fietsvoorzieningen

Verhardingen voor fietsvoorzieningen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

5FietsvademecumBrussels Ho o f d s t e d e l i j k Gewest<strong>Verhardingen</strong> <strong>voor</strong>fiets<strong>voor</strong>zieningenAanbevelingen <strong>voor</strong> het ontwerp,de aanbrenging en het onderhoud


Ver h a r d i n g e n vo o r f i e t s vo o r z i e n i n g e nHet fietsvademecum van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest biedttechnische ondersteuning <strong>voor</strong> de verbetering van fiets<strong>voor</strong>zieningen.Het is bestemd <strong>voor</strong> alle actoren die het fietsen in Brussel promoten.De veiligheid en het comfort van fietsers worden in hoge mate bepaald doorde kwaliteit van de verharding, van de wegmarkeringen en van de verlichting.In deze aflevering geven we aanbevelingen <strong>voor</strong> het ontwerp,de aanbrenging en het onderhoud van verhardingen<strong>voor</strong> kwalitatieve fiets<strong>voor</strong>zieningen.De aanbevelingen <strong>voor</strong> wegmarkeringen en verlichting wordendoor dezelfde auteur vanuit dezelfde benadering in een afzonderlijkeaflevering van het fietsvademecum behandeld.Tekst, vertaling en tekeningenOpzoekingscentrum <strong>voor</strong> de Wegenbouw (OCW)Met medewerking vanPierre-Jean Bertrand, Isabelle Corten, Florence Dekoster,Frederik Depoortere, Eric Falier en Catherine Fierensvan Mobiel Brussel, Rachelle Rupert van Leefmilieu Brussel (BIM)Foto’sMobiel Brussel, OCW en Yves De BruyckereGrafische vormgevingDominique BoonDeze brochure kan worden gedownload vanwww.ocw.be en www.velo.irisnet.beDisponible en françaisD/2009/0690/3Verantwoordelijke uitgever: Jean-Claude Moureau (Mobiel Brussel)Mei 2009


1Inhoud1– Inleiding 32– Kwaliteitseisen <strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen 62.1 Gebruikerseisen 62.2 Criteria van de wegbeheerder 102.3 Conclusie 133– <strong>Verhardingen</strong> 143.1 Algemene aanbevelingen <strong>voor</strong> alle verhardingssoorten 143.2 Betonverhardingen 303.3 Bitumineuze verhardingen 363.4 Elementenverhardingen 473.5 Materialen <strong>voor</strong> groengebieden 603.6 Overzichtstabel 66Terminologie 70Literatuur 74


i n h o u d2AfkortingenlijstABapgCBRGSVL/dLCAMTDOCWPBMSMASMESTDEVVPCwcfZOAAsfaltbetonAsfaltpuingranulaatCalifornia Bearing Ratio (draagvermogenindex)Gewestelijke stedelijke verordeningLengte-dikteverhoudingLife Cycle Cost Analysis (totale levenscycluskosten)Mean Texture Depth (gemiddelde textuurdiepte)Opzoekingscentrum <strong>voor</strong> de WegenbouwPersoon met beperkte mobiliteitSplittmastixasphalt (steenmastiekasfalt)SteenmastiekemulsieStandaarddeviatieVersnelde-polijstingscoëfficiënt (ook: polijstgetal)Water-cementfactorZeer open asfalt


1- Inleiding3Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil hetgebruik van de fiets aanmoedigen. Dat past inhet streven naar een duurzame mobiliteit.In deze aflevering van het fietsvademecumgeven we aanbevelingen <strong>voor</strong> het ontwerp, deaanbrenging en het onderhoud van verhardingen<strong>voor</strong> kwalitatieve fiets<strong>voor</strong>zieningen.In de kwaliteitseisen die aan een fietsvriendelijkeinfrastructuur worden gesteld, dientrekening te worden gehouden met de wensenvan de fietsers. Dat wil zeggen een infrastructuurdie directe en comfortabele verplaatsingenper fiets mogelijk maakt in eenaantrekkelijke en veilige verkeersomgevingof, samengevat, infrastructuur die voldoet aanvijf kernwoorden:fiets<strong>voor</strong>zieningen harmonieus in de omgevingte worden ingepast.Tegelijk moeten zij een duurzame en betaalbareoplossing bieden.De aanleg van fiets<strong>voor</strong>zieningen is dus hetsluitstuk van een uitgebreid ontwerp- en overlegproces,waarbij tal van invloedsfactoren envaak tegenstrijdige belangen en eisen moetenworden afgewogen.De uitdaging <strong>voor</strong> ontwerpers en beheerders isfiets<strong>voor</strong>zieningen te ontwerpen en te realiserendie worden gebruikt. Kwaliteit en zorg <strong>voor</strong>het detail zijn dus zeer belangrijk.• veiligheid;• comfort;• directheid;• aantrekkelijkheid;• samenhang.De eisen met betrekking tot veiligheid encomfort worden in hoge mate bepaald door deverharding (met inbegrip van de aansluitingen,afwezigheid van obstakels, enz.), de wegmarkeringenen de verlichting. De aanbevelingen<strong>voor</strong> wegmarkeringen en verlichting wordenvanuit dezelfde benadering in een afzonderlijkeaflevering van het fietsvademecumbehandeld.Naast de gebruikerseisen mogen ook andereparameters niet uit het oog worden verloren.Vooral in stedelijke gebieden waar ruimteschaars is, is de verkeers- en ruimtelijke omgevingmee bepalend <strong>voor</strong> de aard van de fiets<strong>voor</strong>zieningen.Daarnaast moet ook met de huidige milieueisenrekening worden gehouden en dienen deGemarkeerd fietspad


inleiding4Het is aan de ontwerper om de kwaliteitseisenzoveel mogelijk in de infrastructuur tot uitingte brengen. Daarbij moet hij beseffen dat dezeeisen niet alleen gelden <strong>voor</strong> vrijliggende fietspaden,maar ook <strong>voor</strong> gemarkeerde fietspadenen fietssuggestiestroken.Voor de juiste keuze en dimensionering van deverharding en wegmarkeringen moet hij eengoede kennis van de materialen bezitten.We gaan dan ook eerst nader in op de gebruikerseisenen andere parameters die van doorslaggevendbelang zijn bij de keuzen van deontwerper en de wegbeheerder. Als die eisenworden vertaald naar de verharding gaat het inhet bijzonder om:Fietssuggestiestrook• stroefheid;• vlakheid;• afwatering;• obstakelvrij parcours;• leesbaarheid en zichtbaarheid;• netheid.Andere parameters die de keuze van de ontwerperen de wegbeheerder beïnvloeden, zijn:• duurzaamheid;• ruimtelijke kwaliteit en beperkingen;• gezondheid van mens en milieu;• uitvoeringseisen en -beperkingen;• onderhoudseisen en -beperkingen;• kosten.Na een algemene beschrijving toetsen wede gangbare verhardingsmaterialen aan dezeeisen en parameters af: betonverhardingen,bitumineuze verhardingen, elementenverhardingenen materialen <strong>voor</strong> groengebieden.Het ontwerpen van fiets<strong>voor</strong>zieningen mag nietalleen aan de tekentafel of met de computergebeuren. Ontwerpers, technici en beheerdersmoeten ter plekke gaan kijken om het feitelijkegedrag op straat en de essentiële constructieveaandachtspunten in te schatten.Vrijliggend fietspadDaarom geven we algemene en specifiekeaanbevelingen <strong>voor</strong> dimensionering en <strong>voor</strong>constructieve details zoals dwarshelling, legver-


5inleidingband, voegen, trottoirbanden, weggoten, goten,kantopsluiting, rioolkolken, inspectieputten,ventilatieroosters, snelheidsremmers, enz.Ontwerpers en wegbeheerders moeten nauwlettendop de kwaliteit van de uitvoeringtoezien en <strong>voor</strong>, tijdens en na de uitvoeringnauwgezet aangepaste controles verrichten.Het beheer van fiets<strong>voor</strong>zieningen mag nietlos worden gezien van het beheer van het volledigewegennet. Om een duurzame kwaliteitte waarborgen, is een rationeel beheer van hetfietsroutenetwerk onmisbaar. Daarom wordtuitgebreid aandacht besteed aan inspectie enonderhoud.Vanzelfsprekend is het steeds zaak na te gaanof alle materialen, inrichtingen, enz. aan dehuidige regelgeving, normen en andere aanbevelingenvoldoen.Wij hopen met deze aanbevelingen bij te dragenaan een veilige, comfortabele, aantrekkelijkeen duurzame fietsinfrastructuur in hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest.


62- Kwaliteitseisen<strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningenIn dit hoofdstuk gaan we dieper in op degebruikerseisen en andere criteria die vandoorslaggevend belang zijn bij de keuzen vande ontwerper en de wegbeheerder.Vijf kernwoorden vatten de kwaliteitseisen vande fietsers samen: veiligheid, comfort, directheid,aantrekkelijkheid en samenhang. Als dieeisen naar de verharding worden vertaald, gaathet in het bijzonder om: stroefheid, vlakheid,afwatering, obstakelvrij parcours, leesbaarheid,zichtbaarheid en netheid.Andere criteria die de keuze van de ontwerperen de wegbeheerder beïnvloeden, zijn duurzaamheid,ruimtelijke kwaliteit en beperkingen,gezondheid van mens en milieu, eisen en beperkingenin verband met de uitvoering en hetonderhoud, en kosten.2.1 Gebruikerseisen2.1.1 StroefheidStroefheid is een eigenschap die <strong>voor</strong>tvloeituit de textuur (micro- en macrotextuur) vanhet verhardingsoppervlak en die bijdraagt aande grip van de banden op (of de glijweerstandvan) dat oppervlak.De stroefheid van de verharding is bepalend<strong>voor</strong> het rijgedrag van fietsers: een gladoppervlak maakt fietsers onzeker (zodat zijvertragen) of brengen hen zelfs in gevaar(verrassingseffect als ze niet met de situatievertrouwd zijn).Een optimale stroefheid <strong>voor</strong>komt steeds, maar<strong>voor</strong>al bij nat weer of ijzelvorming (en dus bijeen glad oppervlak), dat fietsers uitglijden. Zezorgt tegelijk dat de opgewekte rolweerstanden het energieverlies <strong>voor</strong> de fietsers beperktblijven. Bovendien dient er rekening mee teworden gehouden dat stroefheid anders wordtervaren naargelang van de soort van fiets (vanterreinfiets tot racefiets) of de soort van weggebruiker(personen met beperkte mobiliteit,voetgangers, rollerskaters, enz.).De stroefheid van de verharding is ook vanbelang <strong>voor</strong> een goede hechting van de wegmarkeringen.Onleesbare of losliggende markeringenleiden eveneens tot onveiligheid eneen oncomfortabel gevoel <strong>voor</strong> de fietser.2.1.2 VlakheidOm een goed rijcomfort te bieden, mag het verhardingsoppervlakgeen onvlakheden vertonen.De vlakheid van de verharding bepaalt de horizontaleen verticale trillingen die een fietserondervindt. Zij ontstaan door dwarsonvlakheid,langsonvlakheid of oneffenheden. Eenfiets heeft nauwelijks vering om die trillingenop te vangen. De fietser en zijn passagier krijgeneen oncomfortabel gevoel en ondervindenschokken met schade aan de vervoerde goederenen op langere termijn ook aan de fietsals gevolg. Ze kunnen zelfs uit evenwicht often val worden gebracht. Bovendien bepaaltde vlakheid in grote mate de weerstand die defietser ondervindt en daarmee het energieverbruik.Onvlakheid leidt tot obstakelvrees enbijgevolg tot een lagere snelheid.Afwijkingen ten aanzien van de vlakheid kunnenworden veroorzaakt door:• overgangen in het verhardingsoppervlak(aansluitingen, reparaties, enz.);• obstakels (roosters, putdeksels, enz.);• langs- en dwarsvoegen, in het bijzonder alsze onzorgvuldig ontworpen, gebrekkig uitgevoerdof slecht onderhouden zijn;• verhardingsschade. Schade kan ontstaanof worden versneld als de verhardingonvoldoende sterkte/stijfheid bezit om(occasioneel) verkeer zoals groen- en win-


7kwaliteitseisen v o o rfiets<strong>voor</strong>zieningenVlakke overgang zonder goot of trottoirbandteronderhoudsmaterieel en sluipverkeerte weerstaan of wanneer ze onzorgvuldigontworpen, gebrekkig uitgevoerd of slechtonderhouden is. De <strong>voor</strong>naamste schadegroepenzijn:• scheurvorming (langs-, dwars- of netscheuren);• vervorming (spoorvorming, ribbelvorming,verzakking, doorponsing, enz.);• gaten door steen- of elementenverlies;• gebroken of losliggende elementen;• ongelijkmatige dikte (golven) van de top- en/of onderlagen van de constructie;• ongelijkmatige macrotextuur;• te dikke wegmarkeringen.De vlakheid stelt dus eisen aan de verhardingsconstructieen aan de materiaalprestaties. Zehangt daardoor <strong>voor</strong>namelijk af van de materiaalkeuze,het ontwerp, de uitvoering en hetonderhoud.2.1.3 AfwateringOmdat fietsers in de openlucht rijden en nietbeschermd worden tegen weersinvloeden, is erveel aandacht nodig <strong>voor</strong> een goede afwatering.Op het verhardingsoppervlak mag geen waterfilmof plasvorming ontstaan. Zij hebben immersBeschadigd wegoppervlakongunstige effecten die het fietsen onveilig enoncomfortabel maken:• afstromend en stilstaand water maakt eenoppervlak glad. Door de waterfilm tussenband en oppervlak vermindert de hechtingtussen beide en verhoogt het risico op uitglijden;• een fietser kan bij plasvorming niet zienhoe diep het verhardingsoppervlak ligt enof er zich hierin diepere kuilen bevinden. Bijvorst kunnen ijsplekken ontstaan. Dat kan inbeide gevallen uitwijkmanoeuvres of valpartijenveroorzaken;• een slechte afwatering beïnvloedt het gedragvan de verharding en kan schade (scheurvorming,kippennesten, verzakkingen,opwippen van betonplaten) veroorzaken ofversnellen;• bij duisternis zorgt een nat of glad verhardingsoppervlak<strong>voor</strong> hinderlijke lichtreflecties;• wegmarkeringen zijn minder goed zichtbaaren kunnen glad worden;• schoenen, kousen, onderbenen en ook defiets worden nat en vuil.


kwaliteitseisen v o o rfiets<strong>voor</strong>zieningen82.1.4 Obstakelvrij parcoursNiet alleen de algemene kenmerken en de kwaliteitvan de aanbrenging van de verharding,maar ook constructieve details zijn bepalend<strong>voor</strong> de veiligheid en het comfort van fietsers.Op hun weg liggen immers tal van kleine ofgrote obstakels. Obstakelvrees leidt tot eeneffectief smallere fiets<strong>voor</strong>ziening. Om obstakelste vermijden, gaan fietsers plots remmen,uitwijken of er loodrecht overrijden om hetevenwicht niet te verliezen. Het risico op valpartijenen lekrijden is dan ook reëel.Afsluitpaaltje op het fietstrajectDe meest <strong>voor</strong>komende obstakels zijn:• overgangen in het verhardingsoppervlak(aansluitingen tussen delen van een fiets<strong>voor</strong>ziening,zijstraten, kruispunten, inrittenvan private eigendommen, op- en afrittenvan vrijliggende fietspaden, verharde tussenberm);• trottoirbanden, weggoten en goten;• roosters van rioolkolken;• roosters van ventilatieopeningen;• deksels van inspectieputten;• afsluitpaaltjes;• palen (straatverlichting, verkeersborden,verkeerslichten);• kasten van nutsmaatschappijen;• rails van tram- of spoorwegbanen;• geleideconstructies;• snelheidsremmers (verkeersdrempels en-plateaus, asverschuivingen en wegversmallingen);• overgroeiing (laaghangende takken of struikenin het profiel van vrije ruimte <strong>voor</strong> defietser);• afgebrokkelde randen van greppels;• boomwortelgroei.Hoewel deze obstakels niet direct door eengebrekkige kwaliteit van het verhardingsoppervlakworden veroorzaakt, kunnen zij destroefheid en de vlakheid ervan aantasten ende afwatering belemmeren.Daarom dient van bij het ontwerp ook de nodigezorg en aandacht aan deze constructievedetails te worden besteed. Het met de trapperraken van randen en obstakels is overigens eenvan de belangrijkste oorzaken van eenzijdigeongevallen met fietsers.2.1.5 Leesbaarheid – ZichtbaarheidDe vormgeving en uitrusting moeten eenwegbeeld creëren dat <strong>voor</strong> alle weggebruikersonmiddellijk begrijpelijk is en dat aanspoorttot een veilig gedrag dat verenigbaar is met despecifieke functie van de verkeersruimte.Hinderlijke putdeksels in het fietstracéEen visueel onderscheid tussen de verkeerszonesis niet het enige, maar wel een belangrijkhulpmiddel daarbij.


9kwaliteitseisen v o o rfiets<strong>voor</strong>zieningenZo kunnen gekleurde of verschillende verhardingsmaterialenen wegmarkeringen de leesbaarheidvan ruimten versterken. Een goedeleesbaarheid heeft een gunstig effect op deverkeersveiligheid en het fietscomfort (gebruikersgemak).Kleuren kunnen de continuïteitvan een route of een netwerk ondersteunen.bestaat het gevaar dat de automobilisten snellergaan rijden. Er dient dan ook nauwlettendop de breedte van de rijloper 1 te worden toegezien.Op wegen met minder verkeer en eenlage rijsnelheid kunnen fietssuggestiestrokenworden aangelegd. Hoewel kleurgebruik deleesbaarheid kan bevorderen, markeert hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest om de bovenvermelderedenen fietssuggestiestroken metwitte fietslogo’s en sergeantstrepen, die afwisselenden op een vaste afstand van elkaar wordenaangebracht.Gekleurde verhardingsmaterialen <strong>voor</strong>een begrijpelijk wegbeeldOp donkerder plaatsen kan een lichtgekleurdeverharding <strong>voor</strong> meer duidelijkheid zorgen,op <strong>voor</strong>waarde dat het contrast met de (witte)wegmarkeringen voldoende sterk blijft.Aan het toepassen van kleur op wegvakkenkleven ook nadelen. Te veel kleuren kunnende weggebruikers in verwarring brengen, watnadelig is <strong>voor</strong> de veiligheid.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beperkthet gebruik van kleuren dan ook zoveelmogelijk. Als gescheiden verkeer nodig is,worden soms verschillende tinten van grijsof een fysieke scheiding toegepast. Een roodgekleurdverhardingsoppervlak wordt alleenaangebracht om de aandacht op conflictsituatieste vestigen of om een onduidelijkesituatie leesbaarder te maken.Bij gemarkeerde fietspaden bakenen twee evenwijdigeonderbroken witte strepen het domeinvan de fietser af en houden zo automobilistenenigszins op afstand. Bij een te brede rijloperEen roodgekleurd verhardingsoppervlak wijstop potentiële gevaarpuntenEen weg moet in alle omstandigheden, zoweloverdag als ‘s nachts, bij droog of nat weer,goed leesbaar zijn. De fotometrische kwaliteit(luminantie) kan echter verschillen naargelanghet verhardingsoppervlak mat of glanzend,droog of nat, licht- of donkergekleurd, enz. is.De reflectie van autolichten op een nat oppervlakkan een verblindend effect hebben.1. Zie aflevering 2 Uitvoering van gemarkeerde fietspaden en fietssuggestiestroken van het Fietsvademecum van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest.


kwaliteitseisen v o o rfiets<strong>voor</strong>zieningen10Het <strong>voor</strong>komen van verblinding is een belangrijkefactor <strong>voor</strong> het comfort van de fietsers.Automobilisten zijn bij het kruisen van fietsersimmers niet geneigd van grote naar kleine lichtenover te schakelen.2.1.6 NetheidFiets<strong>voor</strong>zieningen moeten steeds veilig berijdbaarzijn.Naast een gebrekkige stroefheid, onvlakheiden allerlei obstakels kan ook een gebrek aannetheid tot gevaarlijke situaties <strong>voor</strong> de fietserleiden.Vrijliggende fietspaden zijn vaak door onkruidoverwoekerd. Onkruidgroei en plasvormingzijn obstakels die tot een effectief smallerefiets<strong>voor</strong>ziening leiden.Losliggende steentjes, onkruid, dode takkenen bladeren, glasscherven, olievlekken enallerlei ander afval tasten het aanzien van defiets<strong>voor</strong>ziening aan en verhogen het risicoop uitglijden (<strong>voor</strong>al in bochten) en lekrijden.Net zoals sporen van plasvorming maken zijde fiets<strong>voor</strong>zieningen minder aantrekkelijk.Gemarkeerde fietspaden en fietssuggestiestrokenliggen soms bezaaid met vuil van derijbaan dat door de autobanden wordt opgeworpen.Bij ijzel of sneeuw wordt vaak eerst op de rijbaanen pas daarna op de (vrijliggende) fiets<strong>voor</strong>zieningengestrooid of geruimd. Somskomt de geruimde sneeuw zelfs (gedeeltelijk)op de fiets<strong>voor</strong>ziening (vrijliggend fietspad,gemarkeerd fietspad of fietssuggestiestrook)terecht.Vaak vermindert dan ook de leesbaarheid vande wegmarkeringen, de verkeersborden en debewegwijzering.2.2 Criteria vande wegbeheerder2.2.1 DuurzaamheidWeggebruikers wensen een veilige en comfortabeleweg. Voor wegbeheerders is het belangrijkeen weg zo lang mogelijk met minimaleonderhoudskosten in stand houden. Daarommoet de verhardingsconstructie voldoendeduurzaam zijn. Dit betekent dat het draagvermogen,de oppervlakkenmerken en de afwateringvan de constructie tijdens de volledigeontwerplevensduur aan minimumeisen moetenvoldoen. De toepassing van duurzame materialenheeft bovendien een gunstig effect op degezondheid van mens en milieu.DraagvermogenEen verhardingsconstructie moet de nodigesterkte en stijfheid bezitten. Als ze niet sterkgenoeg is, kan scheurvorming optreden. Alsze niet stijf genoeg is, kan blijvende vervormingontstaan, met onvlakheid als gevolg.Het draagvermogen van een constructie wordt<strong>voor</strong>namelijk bepaald door de opbouw. Eengoede verticale dimensionering (bepaling vande laagdikten) is dan ook van groot belang.Daarbij moet rekening worden gehouden met:Een gebrek aan netheid is nadelig <strong>voor</strong> deveiligheid, het comfort en de aantrekkelijkheid• de omgevingsfactoren (kenmerken van deondergrond, het klimaat, enz.);


11kwaliteitseisen v o o rfiets<strong>voor</strong>zieningen• de materialen en de kenmerken ervan;• de optredende belastingen (aantal en grootte).Bij het ontwerp dient een onderscheid teworden gemaakt tussen gemarkeerde fietspadenen fietssuggestiestroken, en vrijliggendefietspaden. Gemarkeerde fietspaden en fietssuggestiestrokenkunnen door auto’s wordenoverreden. De fiets<strong>voor</strong>zieningen hebben danook dezelfde opbouw als de rijbaan. Vrijliggendefietspaden zijn fysisch van de rijbaangescheiden en er treedt geen of slechts occasioneelverkeer op, zodat eventueel minderstrenge eisen aan de opbouw kunnen wordengesteld.OppervlakkenmerkenVoor een duurzame stroefheid, vlakheid enzichtbaarheid van het verhardingsoppervlakmoeten de materialen bestand zijn tegen:• mechanische invloeden (occasioneel verkeerzoals groen- en winteronderhoudsmaterieelen sluipverkeer, onderhoudsverrichtingen);• weersinvloeden (vorst, UV-stralen, enz.);• chemische invloeden (benzine, olie, wegenzout,reinigingsmiddelen, enz.).AfwateringEen slechte afwatering beïnvloedt het gedragen bijgevolg de duurzaamheid van de verharding.Hemelwater dat op het verhardingsoppervlakblijft staan (plasvorming) of langsvoegen of scheuren indringt, kan de constructieimmers helemaal destabiliseren. <strong>Verhardingen</strong>die niet waterafvoerend en evenminondoorlatend zijn, houden water vast en zijndoorgaans minder duurzaam dan ondoorlatendeverhardingen.2.2.2 Ruimtelijke kwaliteiten beperkingenBij de keuze van een verharding dient vanzelfsprekendook rekening te worden gehoudenmet de harmonieuze inpassing in de omgevingen de regelgeving op het gebied vanmilieu, stedenbouw en bescherming van heterfgoed. Dit kan ertoe leiden dat <strong>voor</strong> eenwegconstructie, of althans <strong>voor</strong> het oppervlakervan, bepaalde materialen en/of kleuren<strong>voor</strong>geschreven dan wel verboden worden.Om die redenen zou dan soms <strong>voor</strong> een verhardingsmateriaalmoeten worden gekozendat vanuit oogpunt van veiligheid en comfort<strong>voor</strong> fietsers niet optimaal is. Wel verdient hetdan aanbeveling het minst fietsonvriendelijkealternatief te kiezen.Omwille van de leesbaarheid wordt somsmet verschillende materialen en/of kleurengewerkt. Als dat weloverwogen en met mategebeurt, hoeft dit niet tegenstrijdig met deruimtelijke kwaliteit te zijn.Bovendien is de beschikbare ruimte bepalend<strong>voor</strong> de soort van fiets<strong>voor</strong>ziening. Zo is ineen stedelijke omgeving slechts zelden plaats<strong>voor</strong> een fysische scheiding en treffen we daaroverwegend gemarkeerde fietspaden en fietssuggestiestrokenaan.Een voldoende dwarshelling en adequate drainage<strong>voor</strong>zieningenin, onder en naast de verhardingsconstructiekunnen de gevolgen vanindringend water en bijbehorende schadenaanzienlijk beperken.Een slechte afwatering tast ook de duurzaamheidvan wegmarkeringen aan. Door deinwerking van stilstaand water komen <strong>voor</strong>gevormdeproducten sneller los. Losliggendemarkeringen veroorzaken een onveilig en eenoncomfortabel gevoel bij de fietser.Een verharding van straatkeien metcomfortstroken van asfalt


kwaliteitseisen v o o rfiets<strong>voor</strong>zieningen12Kabels en leidingen horen zo min mogelijkonder fiets<strong>voor</strong>zieningen te liggen. Specialeleidingstroken zijn wenselijk, maar <strong>voor</strong>al instedelijke gebieden meestal niet haalbaar.2.2.3 Gezondheid van mensen milieuVerharding van klassieke straatkeien met eencomfortstrook van gezaagde keienNet zoals <strong>voor</strong> andere wegverhardingen moetbij de keuze van materialen en technieken <strong>voor</strong>fiets<strong>voor</strong>zieningen rekening worden gehoudenmet eisen die in verband met de gezondheidvan mens en milieu worden gesteld. Die eisenhebben betrekking op:• de verwerking en de emissie van stoffen diede kwaliteit van de lucht, de grond en/of hetwater kunnen aantasten;• de gezondheid en de veiligheid van asfaltverwerkers,wegmarkeerders, enz.;• de afvalberg (verpakkingsafval, grondverzet,bouwpuin);• het verbruik van water en van nieuwe, niethernieuwbareenergie en grondstoffen;• recycling en toepassing van gerecycledematerialen.2.2.4 Uitvoeringseisenen -beperkingenGezaagde straatkeienFiets<strong>voor</strong>zieningen hebben doorgaans eenbeperkte breedte (en soms ook een beperktelengte). Zoals al gezegd, stellen zij bijzondereeisen aan de stroefheid (textuur), vlakheid(vlak oppervlak en vlakke overgangen) en deleesbaarheid (door middel van verschillendematerialen en/of kleuren).In een stedelijke omgeving is de beschikbareruimte <strong>voor</strong> de bouwplaats en het bouwverkeermeestal beperkt. Om de hinder te beperken,mag de weg niet of slechts zo kort mogelijk<strong>voor</strong> het verkeer worden afgesloten.Specifieke eisen of beperkingen <strong>voor</strong> de verwerkingvan materialen kunnen in de bovenvermeldeomstandigheden de keuze van eenverhardingsmateriaal beïnvloeden. Met namekunnen dat zijn:Voetgangers en fietsers delende verkeersruimte• omgevingstemperatuur;• maximale verwerkingsduur;• minimale wachttijd <strong>voor</strong> de openstelling vanhet verkeer;


13kwaliteitseisen v o o rfiets<strong>voor</strong>zieningen• onmisbare kantopsluiting, dwars- en/oflangsvoegen;• aard en kwaliteit van de ondergrond;• beschikbaarheid van aangepast materieel;• mogelijkheid om het materiaal handmatig teverwerken.2.2.5 Onderhoudseisenen -beperkingenZoals al gezegd, hebben fietsen weinig veringen doorgaans dunne banden. Wat <strong>voor</strong> autoverkeereen lichte schade is, zal <strong>voor</strong> fietsersdan ook al snel matige of zelfs ernstige schadezijn. Als door schaden en gebrek aan netheidhet comfortniveau van fiets<strong>voor</strong>zieningen tewensen overlaat, dan leiden de veiligheid en deaantrekkelijkheid eronder.Kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur stopt dusniet met een goede vormgeving, ook een efficiëntbeheer en onderhoud zijn onmisbaar. Dehieruit <strong>voor</strong>tvloeiende eisen kunnen een rolspelen bij de keuze van een verhardingsmateriaal.De volgende factoren bepalen de technischekeuzen <strong>voor</strong> de opbouw en de materialen vaneen verhardingsconstructie en <strong>voor</strong> de eventueleoppervlakbehandeling:• onderhoudsgemak: de toegepaste verhardingsmaterialenmoeten gemakkelijk en zonder alte hoge kosten kunnen worden onderhouden(in geval van bevuiling, sneeuw, ijzel, enz.).Te duur onderhoud wordt vaak (te lang) uitgesteldof gebeurt helemaal niet, waardoorde aantrekkelijkheid van de fiets<strong>voor</strong>zieningvermindert. Door hun intrinsieke kenmerkenzijn sommige materialen onderhoudsvriendelijkof bijzonder geschikt om de stroefheid teherstellen of kunnen ze zonder ophoging vanhet wegniveau worden gerepareerd;• geschiktheid om (duurzame) wegmarkeringenop aan te brengen;• toegankelijkheid van kabels en leidingenen reparatiegemak: kabels en leidingenmoeten snel en gemakkelijk toegankelijkzijn. Net zoals bij andere kleine ingrepen(bv. de aanbrenging van straatmeubilair ofreparaties) moet het oppervlak gemakkelijkin zijn oorspronkelijke staat kunnen wordenhersteld, zonder comfortverlies <strong>voor</strong> defietser. Sommige materialen zijn hier<strong>voor</strong>beter geschikt, terwijl andere moeilijker inkleinere hoeveelheden kunnen worden vervaardigdof aangebracht. Soms kan moeilijkdezelfde kleur, sterkte, vlakheid of een anderkenmerk worden bereikt.De geëiste duurzaamheid bepaalt mee de frequentieen de omvang van het onderhoud (ende onderhoudskosten). Efficiënt en geregeldonderhoud verhoogt de levensduur van deconstructie en het comfort <strong>voor</strong> de fietsers.2.2.6 KostenBij de berekening van de totale kostprijs dientrekening te worden gehouden met de integralelevenscycluskosten. Dat zijn:• investeringskosten <strong>voor</strong> de aanleg: opbrekenvan de bestaande weg of de aanleg van eentracé, aanleg van de constructie (onderbouw,verharding, markering, drainage en verlichting)en verkeersmaatregelen;• functionele en structurele onderhoudskosten;• milieu- en recyclingkosten;• maatschappelijke kosten door verkeershinderen maatschappelijke baten door verhoogdfietsgebruik (meer bewegen is goed<strong>voor</strong> de gezondheid).2.3 ConclusieDe <strong>voor</strong> een bepaald project toe te passen verhardingsconstructiewordt uiteindelijk gekozenop basis van een vergelijkende beschouwing:een kosten- en batenanalyse van de in aanmerkingkomende oplossingen, die tot eenoptimale oplossing leidt.


143- <strong>Verhardingen</strong>De verharding is de bovenzijde van een verhardings-of wegconstructie en het deel waarmeeweggebruikers (voertuigen, fietsers, voetgangers,enz.) rechtstreeks in contact komen.Het verhardingsoppervlak van fiets<strong>voor</strong>zieningenis dan ook bepalend <strong>voor</strong> de veiligheiden het comfort van fietsers. Het moetbovendien de ongeschonden toestand van deconstructie (doorlatendheid en sterkte) tijdensde volledige levensduur waarborgen.Hoe de juiste verharding kiezen? Op die vraagbestaat geen pasklaar antwoord. Elk materiaalheeft <strong>voor</strong>- en nadelen, toepassingsmogelijkhedenen -beperkingen. Het is de taak van dewegbeheerder en de ontwerper om <strong>voor</strong> eengegeven toepassing en omgeving het geschiktemateriaal te kiezen.Voor alle hierna beschreven materialen verdienthet overigens aanbeveling om bij het opstellenvan bijzondere bestekken de vereisten opgesomdin het standaardbestek <strong>voor</strong> wegwerkzaamhedenvan het Brussels HoofdstedelijkGewest over te nemen.3.1 Algemeneaanbevelingen<strong>voor</strong> alleverhardingssoorten3.1.1 StroefheidStroefheid is het vermogen van een materiaalom te <strong>voor</strong>komen dat weggebruikers uitglijden(<strong>voor</strong>al bij regenweer).Een optimale stroefheid zorgt <strong>voor</strong> een goedegrip op (of glijweerstand van) het verhardingsoppervlak,een aangenaam rijcomfort enbeperkt het risico op kwetsuren bij valpartijen.Verhardingsmaterialen moeten dus tijdens devolledige levensduur van de verharding eengoede polijstweerstand bezitten en slijtvastzijn.3.1.2 VlakheidDe vlakheid van het oppervlak bepaalt de horizontaleen verticale trillingen die een fietserondervindt. Zij ontstaan door de dwarsonvlakheid,langsonvlakheid (bulten en putten) ofoneffenheden. Die onvlakheden vloeien <strong>voor</strong>tuit een ongelijkmatige macrotextuur, schaden(bij<strong>voor</strong>beeld kippennesten) of een gebrekkigeuitvoering (golven).Voor de veiligheid en het comfort van fietsersis de vlakheid van het verhardingsoppervlakvan essentieel belang.3.1.3 AfwateringEen goede drainage, opvang en afvoer vanwater zijn van essentieel belang <strong>voor</strong> de veiligheiden het comfort van de fietser, en <strong>voor</strong> hetgedrag van de verhardingsconstructie in de tijd(duurzaamheid).Om die reden wordt de verharding met eendwarshelling van 2 % aangebracht. Het waterwordt bij <strong>voor</strong>keur in een goot naar een rioolkolkafgevoerd. Goten en rioolkolken wordenop de juiste hoogte, op de geschikte plaats enin voldoende aantal aangebracht, zonder daarbijde veiligheid en het comfort van de fietserste hinderen.Als er geen goot is, worden de randen van deverharding zo uitgevoerd dat zij geen wateropvangen. Er kan ook een aanvullende drainage<strong>voor</strong>zieningworden aangebracht, <strong>voor</strong>alin geval van een trage of moeilijke natuurlijkedrainage.


15v e r h a r d i n g e nTrillingen en rijcomfortMet de zogenoemde meetfiets van de K.U.Leuven is het trillingscomfort van meer dan1 400 km oude en recentere fiets<strong>voor</strong>zieningen in Vlaanderen en in het Brussels HoofdstedelijkGewest doorgelicht. Het meetsysteem op de <strong>voor</strong>as van de fiets levert honderd meetresultatenper seconde (6 000/min).Om tot vergelijkbare resultaten te komen,is er steeds op toegezien dat met identiekeparameters (rijsnelheid, bandenspanning,gewicht van de fietser en manier van fietsen)werd gemeten.De metingen, waaraan ook het OCW heeftmeegewerkt, hebben aangetoond dat behalve<strong>voor</strong> straatkeien met alle verhardingssoorteneen goed trillingscomfort kan worden bereikt,op <strong>voor</strong>waarde dat de verharding correct isuitgevoerd en onderhouden. Comfortabelefiets<strong>voor</strong>zieningen zijn dus haalbaar, maartoch is het schok- en trillingscomfort op heelwat recente fiets<strong>voor</strong>zieningen ondermaats.Voor 85 tot 90 % van de vrijliggende fietspadenis het comfort beter op de rijbaan dan ophet fietspad. De resultaten <strong>voor</strong> kruisingentussen fietspaden en rijbaan zijn catastrofaal.Hoe meten en meetresultaten verwerken?Met het OCW is afgesproken om standaarddeviatie(STDEV) te gebruiken als statistischeverwerkingsmethode <strong>voor</strong> de meetgegevens.Deze methode wordt internationaal toegepast<strong>voor</strong> de verwerking van trillingen enleverde globale scores op die zeer goed metde subjectieve ervaring van de fietser overeenkomen.Standaarddeviatieresultaten zijn<strong>voor</strong> buitenstaanders moeilijk te begrijpen.Daarom werden de resultaten na onderzoeken evaluatie op lineaire basis herleid totscores op 10. Als bovengrens (10/10) werdeen STDEV-resultaat van 4 genomen. Vervolgenswerd een lineaire herberekening van1 puntscore (wanneer berekend op 10) per3 STDEV-punten gemaakt. Dit resulteert in devergelijkingstabel op de volgende bladzijde:


v e r h a r d i n g e n16STDEVScore/10Een score van 5/10 is de grens tussen trillingscomforten -hinder.4 10/10Heel wat fiets<strong>voor</strong>zieningen scoorden onder die grens.7 9/1010 8/1013 7/1016 6/1019 5/1022 4/1025 3/1028 2/1031 1/1034 0/10Er is een duidelijk verband tussen het toegepastemateriaal en de trillingsscore. Voor nieuwe fiets<strong>voor</strong>zieningenscoort asfalt doorgaans het best (ongeveer8/10), gevolgd door beton (6,5/10), tegels (5,6/10) enbetonstraatstenen (5,3/10). Toch blijkt uit de analysedat <strong>voor</strong> al deze verhardingssoorten betere resultatenmogelijk zijn. Straatkeien scoren slecht. Gezaagdekeien leveren een beter resultaat op.Het verdient dus aanbeveling om:• een vlakheidsnorm <strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen op teleggen (dezelfde vlakheid als de beoogde vlakheid<strong>voor</strong> de rijbaan);• richtlijnen te geven om het rijcomfort aan kruisingenvan fiets<strong>voor</strong>zieningen met de rijbaan te verbeteren;• een algemeen en eenvormig comfortmeetsysteem<strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen af te spreken.Hoe sterker de macrotextuur, des te beter hetwater wordt afgevoerd. Een te sterke macrotextuurvermindert echter het rijcomfort enverhoogt het risico op blessures bij valpartijen.Er moet dus naar een goed evenwicht tussenveiligheid en comfort worden gestreefd. Doorlatende(poreuze) verhardingsmaterialen zijnongeschikt <strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen, omdat zijdaar te snel dichtslibben.3.1.4 Obstakelvrij parcoursVoor de veiligheid is het belangrijk dat fietserszo weinig mogelijk door obstakels (inrichtingen<strong>voor</strong> de geleiding, <strong>voor</strong> de afbakening,<strong>voor</strong> wegbebakening of van openbaar nut)op hun traject worden gehinderd of in gevaargebracht.Bij een uitwijkmanoeuvre vormt deze weggooteen gevaar <strong>voor</strong> de fietserDaarom moet bij het ontwerp ook de nodigezorg en aandacht aan die constructieve detailsworden besteed.


17v e r h a r d i n g e n3.1.4.2 Op- en afritten vanfiets<strong>voor</strong>zieningen en invoegstrokenDe beste overgang tussen een fietspad eneen rijbaan is zonder of met een verzonkenkantopsluiting. Het GSV schrijft een overgangtussen de rijbaan en het fietspad zonder hoogteverschil<strong>voor</strong>.Gevaarlijk obstakel <strong>voor</strong> fietsers3.1.4.1 Overgangen inhet verhardingsoppervlakDe overgangen tussen verschillende verhardingssoorten,aan fietsoversteken en zijstratenmoeten zo vlak mogelijk zijn, met een bij wijzevan spreken onmerkbare overgang (≤ 5 mm).Een vlakke overgangAan de kruisingen met hoofdwegen wordenvrijliggende en verhoogde fietspaden vóór dekruising geleidelijk naar het niveau van de rijbaanverlaagd. Aan kruisingen met wegen vanondergeschikt belang kan het fietspad op hetniveau van een voetgangersplateau wordengebracht. Het niveauverschil heeft een snelheidsremmendeffect <strong>voor</strong> afslaand verkeer of<strong>voor</strong> verkeer dat uit de zijstraat komt.Zoals in de Gewestelijke stedelijke verordening(GSV) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest<strong>voor</strong> trottoirs is <strong>voor</strong>geschreven, moet ook hetniveau van (verhoogde) vrijliggende fietspadenter hoogte van opritten worden behouden. Eenverlaging van het niveau verstoort het lengteprofielvan het fietspad. Indien nodig wordt terhoogte van de oprit een zogenoemde inritboordsteen(afgeschuinde kantsteen) aangebracht.FOUTGOED


v e r h a r d i n g e n18Voor een fiets met een gangbare banddikte(ongeveer 3 cm) is een opstaande kantopsluitingdie 2 tot 3 cm boven het oppervlak uitsteekteen vergelijkbaar obstakel als een opstaandekantopsluiting van 10 cm <strong>voor</strong> een voertuig.Een dergelijk element verhindert dat de fietserzich met een normale snelheid over het verhardingsoppervlakkan verplaatsen (schokken,valpartijen, lekrijden, schade aan de velgen).Daarom mogen daar alleen zogenoemde vlakkegoten van rijen betonstraatstenen, van geprefabriceerdof van ter plaatse gestort beton wordentoegepast. Idealiter worden de rioolkolkenzo geschikt dat aan de op- of afrit geen inzinking(<strong>voor</strong> de wateropvang) nodig is. Indiennodig worden meer rioolkolken aangebracht.70 cm65 cm3 cm10 cmAls over een opstaande kantopsluiting van2 cm (zelfs met afgeschuinde rand) rijden eenoncomfortabel gevoel veroorzaakt, dan is eronder een hoek van 45° over rijden gewoongevaarlijk (als de fietser de hindernis niet kannemen, bestaat het gevaar dat hij de controleover het stuur verliest).Een vlakke overgangAan het begin en het einde van fiets<strong>voor</strong>zieningenmogen dus geen kantopsluitingen<strong>voor</strong>komen, die fietsers bij het op- en afrijdenkunnen hinderen.Neem de proef op de som met een muntstukvan 2 € (diameter 2,5 cm)!


19v e r h a r d i n g e nVlakke overgang tussen fiets<strong>voor</strong>ziening en rijbaanVlakke goot op dezelfde hoogte als het fietspad en met een licht hoogteverschiltussen goot en rijbaan: redelijk comfortabelHolronde geprefabriceerde betonnen gootband op dezelfde hoogte als hetfietspad en de rijbaan: comfortabelV-vormige goot op dezelfde hoogte als het fietspad en de rijbaan: zeer comfortabelGeen goot, verharding van het fietspad en de rijbaan op dezelfde hoogte:bijzonder comfortabelOprit zonder goot en met verzonkenkantopsluitingGoot en kantopsluiting maken dezeinvoegstrook gevaarlijk


v e r h a r d i n g e n203.1.4.3 Lijnvormige elementenLijnvormige elementen zijn trottoirbanden,opsluitbanden, biggenruggen, weggoten engootbanden.Langs fiets<strong>voor</strong>zieningen verdienen minderagressieve trottoirbanden (met afgeschuinderand) de <strong>voor</strong>keur, om te vermijden dat fietsersze met de pedalen raken. Bij gemarkeerdefietspaden en fietssuggestiestroken kunnenzulke trottoirbanden echter niet verhinderendat auto’s op het trottoir worden geparkeerd.Holronde geprefabriceerde betonnen gootVerzonken opsluitbanden vormen geen hindernisof obstakel <strong>voor</strong> fietsers.Minder gevaarlijke trottoirband metafgeschuinde randdbdBij het ontwerp moet worden vermeden omgoten en gootbanden in de breedte van fiets<strong>voor</strong>zieningenaan te brengen. Hoekige gotenvormen een obstakel. V-vormige, zacht hellendegoten van stenen of holronde gootbandenvan geprefabriceerd beton zijn het minsthinderlijk en gevaarlijk <strong>voor</strong> fietsers die ertoevallig over rijden.cHHolronde geprefabriceerde betonnen gootbandb 10 %H1H 2OpsluitbandV-vormige gootGeprefabriceerde opsluitbanden en goten zijn20 cm hoog. Ze zijn beschikbaar in lengtenvan 20 cm tot 1 m. Het bovenvlak van eenstandaardopsluitband is vlak, maar kan eenmaximale helling van 10 % vertonen.


21v e r h a r d i n g e nZogenoemde biggenruggen dienen bij de aanlegvan nieuwe fiets<strong>voor</strong>zieningen te worden vermeden.In bestaande situaties kunnen zij <strong>voor</strong>een afbakening van de fiets<strong>voor</strong>ziening zorgen,maar het gevaar bestaat dat fietsers de elementenmet de pedalen of het <strong>voor</strong>wiel raken.Zelfs <strong>voor</strong> een onoplettende fietser vormt ditvlakke en correct aangebrachte rooster geengevaarZogenoemde biggenruggen3.1.4.4 Roosters van rioolkolkenen putdekselsRoosters van rioolkolken of ventilatieopeningen,deksels van inspectieputten, enz. horenniet thuis in het wegoppervlak, in bochten, opfietspaden en fietssuggestiestroken. Bij nieuweinrichtingen of bij renovaties moet zoveelmogelijk worden vermeden ze in het fietstracéte leggen.Als het toch niet anders kan, gelden de volgendebasisregels:Dit boven het wegoppervlak uitstekende enonzorgvuldig ingewerkte verluchtingsroostervormt een obstakel <strong>voor</strong> fietsers• roosters met smalle openingen en vlakkeputdeksels kiezen;• de elementen aanbrengen op dezelfde hoogteals de toplaag en de roosters met deopeningen loodrecht op de wegas, zodatfietsers zich niet klem rijden;• toezien op een zorgvuldige uitvoering,<strong>voor</strong>al van de voeg tussen het element en deomliggende verharding, om niveauverschillenen verzakkingen door indringend waterte vermijden.Aan oversteekplaatsen <strong>voor</strong> fietsers wordengeen rioolkolken ingeplant.3.1.4.5 AfsluitpaaltjesWe onderscheiden paaltjes die als een lijnvormigeafbakening worden toegepast en afsluitpaaltjesdie op bepaalde plaatsen wordenaangebracht.Als lijnvormige afbakening zorgen afsluitpaaltjes<strong>voor</strong> een fysieke scheiding tussen verschillendevervoerwijzen op eenzelfde niveau. Vooreen goede leesbaarheid en zichtbaarheid zijnfelle kleuren en retroreflecterende materialenaanbevolen.


v e r h a r d i n g e n22fiets<strong>voor</strong>zieningrijbaanAfsluitpaaltjes als lijnvormige afbakeningAfsluitpaaltjes kunnen ook worden aangebrachtom voertuigen (met uitzondering vanbromfietsers die een gelijksoortig profiel vanvrije ruimte als fietsers hebben) de toegangtot fietspaden in eigen baan te ontzeggen. Zijzijn inklapbaar of verwijderbaar, om toegang teverlenen aan bij<strong>voor</strong>beeld voertuigen <strong>voor</strong> hetonderhoud van groengebieden. Om evidenteveiligheidsredenen mogen de paaltjes geenscherpe randen of hoeken vertonen. Als zijin het midden worden ingeplant, wordt linksen rechts voldoende vrije ruimte <strong>voor</strong> fietsers<strong>voor</strong>zien (tekening midden). Als dat nietmogelijk is, worden bij <strong>voor</strong>keur twee paaltjesop een voldoende afstand van elkaar aangebracht,om fietsers vrije doorgang te verlenenen auto’s tegen te houden (tekening onder).Die opstelling vergemakkelijkt ook de toegang<strong>voor</strong> fietsen met een aanhangwagen.Afsluitpaaltjes moeten goed zichtbaar zijn,zowel overdag (hoog genoeg) als bij duisternis(goede verlichting). Ze worden <strong>voor</strong>af doormiddel van wegmarkering (geprofileerde markeringof ribbeltegels) aangekondigd.Omdat zij ook een obstakel (beperking van deeffectieve breedte van de fiets<strong>voor</strong>ziening) eneen gevaar (aanrijdingen) <strong>voor</strong> fietsers vormen,is het aanbevolen ze zo weinig mogelijktoe te passen.3.1.4.6 WeguitrustingVoor de veiligheid en het comfort van de fietsermoet bij het ontwerp goed worden nagedachtover de inplanting van weguitrusting (verlichtingspalen,verkeersborden en geleideconstructies)en kasten van nutsmaatschappijen.Als zij zich in het fietstracé bevinden, kunnenzij ongevallen (valpartijen, aanrijdingen, enz.)veroorzaken.3.1.4.7 Rails van tram- of spoorwegbanenAfsluitpaaltjes als plaatselijke afsluitingAan bushalten, in straten met tramrails of aanspoorwegoverwegen vereisen vormgeving enuitvoering van fiets<strong>voor</strong>zieningen extra zorgen aandacht. Voor aanbevelingen hieromtrentverwijzen we naar aflevering 3 Fietsers enopenbaar vervoer van het fietsvademecum vanhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest.


23v e r h a r d i n g e n3.1.4.8 SnelheidsremmersSnelheidsremmers zijn bedoeld om de snelheidvan het autoverkeer te matigen, maar zijmogen fietsers die zich met een lagere snelheidverplaatsen en een kortere remafstand hebben,niet hinderen.We onderscheiden horizontale (asverschuivingenen wegversmallingen) en verticale (verkeersdrempelsen -plateau’s en zogenoemde busdrempelsof verkeersdrempels met fietspassage)inrichtingen.Bij asverschuivingen en wegversmallingen lopenfietsers het gevaar door automobilisten de wegte worden afgesneden. Om dat probleem teondervangen, kan rechts van de asverschuivingof wegversmalling een vrije doorgang van tenminste 1 m breed worden aangelegd. Op wegenmet weinig verkeer zijn dergelijke inrichtingenoverigens af te raden, omdat ze daar toch nauwelijkseen snelheidsremmend effect hebben.Verkeersdrempels of -plateaus zijn doorgaanshet effectiefst, maar ook zij kunnen hinder(schokken) <strong>voor</strong> de fietser veroorzaken. Bij deaanleg dient bijzondere aandacht te wordenbesteed aan (vlakke) overgangen en (zachte) hellingen.Geprefabriceerde betonelementen <strong>voor</strong>hellingen van verhoogde inrichtingen biedeneen goede duurzaamheid en een goed rijcomfort<strong>voor</strong> fietsers, als ze voldoende lang zijn.Zelfs als ze zorgvuldig zijn uitgevoerd, kunnenopeenvolgende verhoogde inrichtingen defietsers behoorlijk hinderen. Ook hier kan eenvrije doorgang rechts van de inrichtingen (bij<strong>voor</strong>beeldeen verkeersdrempel met fietspassage)het probleem ondervangen.Asverschuiving met een zijdelingse vrijedoorgang <strong>voor</strong> fietsersZogenoemde busdrempels of verkeersdrempelsmet fietspassage3.1.4.9 OvergroeiingBomen en struiken worden op voldoende afstandvan fiets<strong>voor</strong>zieningen geplant, zodat zij niet inhet profiel van vrije ruimte <strong>voor</strong> de fietser kunnengroeien en de effectieve breedte van defiets<strong>voor</strong>ziening beperken en/of een obstakel<strong>voor</strong> fietsers vormen. Boomsoorten waarvande takgroei zo laag en intens is dat fietsers erhinder van ondervinden, zijn niet geschikt. HetGSV legt een vrije hoogte van ten minste 2,20 m<strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen op.Wegversmalling met busdrempel in het middenen zijdelingse vrije doorgangen <strong>voor</strong> fietsersHet spreekt vanzelf dat geregeld inspecties engroenonderhoud moeten worden verricht.


v e r h a r d i n g e n243.1.4.10 BoomwortelgroeiWegens hun doorgaans dunne verharding zijnvrijliggende fietspaden bijzonder gevoelig<strong>voor</strong> wortelgroei. Condenserend vocht aande onderzijde van de verharding bevordert dewortelgroei. Opstuwende wortels geven aanleidingtot vervormingen en scheuren, met nadeligeeffecten <strong>voor</strong> de vlakheid en dus ook <strong>voor</strong>de veiligheid en het comfort van de fietser. Bijde aanleg van fiets<strong>voor</strong>zieningen dient danook de nodige aandacht aan de plantengroei inde omgeving te worden besteed.Vooral bomen geven een risico op schade.De boomsoorten die in de praktijk de meestewortelschade aan verhardingen aanrichten, zijnpopulier, wilg, berk, acacia en robinia. Linde enes zijn minder ondermijnende soorten.De volgende maatregelen kunnen dit schaderisicobeperken:• aangepaste boomsoorten kiezen: bij <strong>voor</strong>keurdiepwortelende bomen planten ensoorten met kruipende wortels vermijden;• een aangepaste verharding en onderbouwaanbrengen als er al bomen langs de wegstaan:• verhardingssoorten vermijden die onderaancondensatie geven (bv. dicht asfaltof een niet waterdoorlatende bestrating).Betonverhardingen zijn minder gevoelig<strong>voor</strong> worteldruk;• als een gesloten verharding wordt aangebracht,is een grofkorrelige fundering(ongeveer 25 cm dik) met een drainerendewerking aanbevolen. De luchtigheid ende drainerende werking van de fundering<strong>voor</strong>komen wortelgroei onder het asfalt;• bij de verticale dimensionering een groteredikte <strong>voor</strong>zien <strong>voor</strong> een beter draagvermogen(noodzakelijk als er verkeer vanvoertuigen <strong>voor</strong> groenonderhoud, gladheidsbestrijding,enz. optreedt);• een geotextiel of bij <strong>voor</strong>keur een geogridaanbrengen, om de drukspanningen beterte verdelen;• zogenoemd bomenzand (3 tot 5 % organischestof) onder de fundering aanbrengen,zodat de wortelgroei aldaar wordtgestimuleerd;• geen zand tussen de fundering en hetasfalt aanbrengen.Deze boomwortelbestendige fundering is nietzonder meer mogelijk bij elementenverhardingen.3.1.5 Leesbaarheid - ZichtbaarheidDe vormgeving en de uitrusting moeten eenwegbeeld creëren dat <strong>voor</strong> alle weggebruikersonmiddellijk begrijpelijk is en dat aanspoorttot een veilig gedrag dat verenigbaar is met defunctie van de weg.Bij vrijliggende fietspaden kunnen auto- en fietsverkeerfysiek worden gescheiden door middelvan een berm, hek of barrier, enz. De leesbaarheidvormt dan meestal geen probleem.In de andere gevallen kan de toepassing vangekleurde of verschillende verhardingssoorten(zowel gesloten als elementenverhardingen) deleesbaarheid van de verkeersruimte versterkenen/of de continuïteit van een fietsroute (netwerk)ondersteunen.<strong>Verhardingen</strong> met een lichtere kleur bevorderenmeestal de nachtzichtbaarheid en/ofhelpen op energieverbruik <strong>voor</strong> de verlichtingbesparen.Verhardingsmaterialen kunnen in de massa(door en door) of in het oppervlak wordengekleurd (door toevoeging van pigmenten,gekleurde aggregaten of een combinatie vanbeide). Door middel van oppervlakbehandelingenkan de kleur of de textuur wordenversterkt. Wegenverven en wegmarkeringenvervolledigen het gamma.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beperktechter het kleurgebruik. Zo wordt een roodverhardingsoppervlak enkel toegepast om deaandacht te vestigen op gevaar in potentiëleconflictsituaties of om een onduidelijke situatieleesbaarder te maken (zie aflevering 6Wegmarkeringen en verlichting <strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningenvan het fietsvademecum).


25v e r h a r d i n g e n3.1.6 NetheidFiets<strong>voor</strong>zieningen moeten steeds vrij zijn vanafval of andere bevuiling die fietsers kunnenhinderen of het verhardingsoppervlak gladkunnen maken.Slecht onderhouden of vuile fiets<strong>voor</strong>zieningenzijn niet aantrekkelijk en zullen minder of somshelemaal niet worden gebruikt.Gemarkeerde fietspaden of fietssuggestiestrokenliggen soms bezaaid met vuil van de rijbaandat door autobanden is opgeworpen.In fietstunnels verdienen zowel de afwateringals de netheid bijzondere aandacht (er stapeltzich gemakkelijk vuil op).Bij de keuze van de kleur van een verhardingdient er rekening mee te worden gehoudendat bevuilende stoffen meestal donker zijnen dus vlugger opvallen op lichtgekleurdeverhardingen. Waar fiets<strong>voor</strong>zieningen metandere wegen kruisen, wordt het verhardingsoppervlakonder invloed van het autoverkeersneller vuil. Als dan in een lichtgekleurd verhardingsmateriaalwordt geïnvesteerd, moetuiteraard in een efficiënt onderhoud worden<strong>voor</strong>zien. Hoe sterker de oppervlaktextuur, deste poreuzer en gevoeliger <strong>voor</strong> bevuiling zal deverharding zijn. Op schaduwrijke of vochtigeplaatsen onder bomen treedt gemakkelijkermosvorming op.3.1.7 DuurzaamheidEen verharding moet gedurende de volledigelevensduur aan de veiligheids- en comforteisenvan de weggebruikers voldoen en de verkeersbelastingencorrect op de ondergrond overdragenen verdelen.Om de geëiste duurzaamheid te waarborgen:Geregeld schoongemaakte fiets<strong>voor</strong>zieningenzijn veiliger, comfortabeler en aantrekkelijkerEr dient dus streng op een grondig en geregeldonderhoud met geschikt materieel (veeg- ensproeimachines, enz.) te worden toegezien.Het betreft zowel een geregelde schoonmaak,als winteronderhoud of onderhoud nabijzonder slecht weer, maaien en snoeien,vuilophaling, onderhoud van de waterafvoer<strong>voor</strong>zieningen,enz.• moet de verharding op een geschikteondergrond (onderbouw) worden aangebracht.Niet elke onderbouw is geschikt<strong>voor</strong> om het even welke verhardingssoort.Hij moet immers zonder blijvende vervormingbestand zijn tegen optredendespanningen van bouwverkeer (aanvoer vanmaterialen, bouwmachines) en onderhoudsmaterieelen zo gedimensioneerd zijn dathij ten minste dezelfde levensduur als deverharding bezit;• moet de constructie correct worden gedimensioneerd.Men onderscheidt horizontale(breedte van de onderdelen) en verticaledimensionering (dikte van de verschillendelagen).Horizontale dimensionering valt buiten hetbestek van deze aflevering van het fietsvademecum.


v e r h a r d i n g e n26Verticale dimensionering steunt op vier parameters:• de verwachte verkeersbelasting;• het draagvermogen van de aanwezige grond;• de aard van de materialen in de verharding,de fundering en de onderfundering;• het klimaat.Voor gemarkeerde fietspaden en fietssuggestiestrokenhangt de verticale dimensioneringuiteraard af van het autoverkeer op de nevenliggenderijbaan.Voor vrijliggende fietspaden wordt de verticaledimensionering bepaald door al of niet toevalligebelastingen door autoverkeer (voertuigen<strong>voor</strong> het onderhoud of andere).Het draagvermogen van de ondergrond wordtin hoge mate bepaald door het watergehalte.De onderfundering, de fundering en de verhardingmoeten voldoen aan de bepalingen inhet standaardbestek <strong>voor</strong> wegwerkzaamhedenvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Om tevermijden dat vorst-dooicyclussen aanleidinggeven tot zwelling of zetting moeten beschermendemaatregelen worden genomen.3.1.8 Gezondheid van mensen milieuNet zoals <strong>voor</strong> andere wegverhardingen moetbij de keuze van materialen en technieken <strong>voor</strong>fiets<strong>voor</strong>zieningen rekening worden gehoudenmet eisen die in verband met de gezondheidvan mens en milieu worden gesteld. Die eisenhebben betrekking op:• de verwerking en de emissie van stoffen diede kwaliteit van de lucht, de grond en/of hetwater kunnen aantasten;• de gezondheid en de veiligheid van asfaltverwerkers,wegmarkeerders, enz.;• de afvalberg (verpakkingsafval, grondverzet,bouwpuin);• het verbruik van water en van nieuwe, niethernieuwbareenergie en grondstoffen;• recycling en toepassing van gerecycledematerialen.De Europese Bouwproductenrichtlijn (BPR)89/106/EEG eist dat alle materialen die deuitvoering van bouwwerken mogelijk maken,voldoen aan zes fundamentele <strong>voor</strong>schrifteninzake veiligheid, volksgezondheid en beschermingvan de gebruikers en het milieu. De zesfundamentele <strong>voor</strong>schriften zijn mechanischesterkte en stabiliteit; brandveiligheid; hygiëne,gezondheid en milieuzorg; gebruiksveiligheid;bescherming tegen geluidshinder; energiebesparingen warmtebehoud. Deze fundamentele<strong>voor</strong>schriften, door de lidstaten bepaald, zijnin 1994 via interpretatiedocumenten omgezetin criteria die opgenomen zijn in geharmoniseerdetechnische specificaties op grondwaarvan een product beoordeeld wordt. Eenproduct mag maar op de markt komen en ervrij circuleren als het voldoet aan de geharmoniseerdeEuropese technische specificaties(zogenoemde geharmoniseerde EN-normen).3.1.9 Inspectie en onderhoudBij de keuze van de verharding dient rekening teworden gehouden met onderhoudsaspecten.De gekozen verhardingen moeten gemakkelijken zonder al te hoge kosten kunnenworden onderhouden. Als dat niet het gevalis, bestaat het gevaar dat geen onderhoudwordt verricht. De infrastructuur is dan minderaantrekkelijk en blijft vaak onderbenut.De toegepaste materialen moeten bestand zijntegen mechanische reiniging (met borstel- enveegmachines), tegen reinigingsmiddelen entegen wegenzout.Reparaties mogen het rijcomfort en het esthetischeaanzien van de fietsinfrastructuur nietaantasten.Onderhouds- en reparatiegemak zijn dan ookbelangrijke factoren. De regelmaat <strong>voor</strong> hetonderhoud hangt <strong>voor</strong>al af van de soort envan de intensiteit van het gebruik van de fiets<strong>voor</strong>ziening.Ook het winteronderhoud van de verhardingmoet worden onderzocht. Het is evident dat deverschillende verhardingssoorten verschillendreageren op wintercondities. Het verdient danook de <strong>voor</strong>keur verhardingssoorten met ver-


27v e r h a r d i n g e nschillend wintergedrag niet toe te passen <strong>voor</strong>korte weggedeelten. Immers zowel het winteronderhoudals het rijgedrag van de weggebruikersmoet dan te vaak worden aangepast.Een efficiënt onderhoud steunt op de volgendeuitgangspunten:• geregelde en stelselmatige inspectie van defiets<strong>voor</strong>zieningen;• inventarisatie van fiets<strong>voor</strong>zieningen waaraaneen onderhoudsprogramma wordtgekoppeld. Voor een juiste keuze, planningen begroting van onderhoudsmaatregelenmoeten de volgende gegevens gekend zijn:• locatie;• opbouw;• eventuele vroegere reparatie(s);• beplanting, ondergrondse leidingen (riolen,kabels en leidingen);• gebruik (tellingen);• ongevallen;• klachten van gebruikers. In dit verbandwordt aanbevolen een centraal meldpuntop te richten, waar gebruikers zwakkepunten, schaden, enz. kunnen melden.Ook geregeld overleg met gebruikersgroepenkan nuttig zijn;• planning en begroting van onderhoudsprogramma’s.Daarbij is het overleg tussen vande verschillende bevoegde wegbeheerdersvan belang, zodat programma’s op elkaarkunnen worden afgestemd;• voldoende (vakkundig geschoold) personeelom (snel) reparaties uit te voeren.Vanuit bouwtechnisch oogpunt onderscheidenwe <strong>voor</strong> verhardingen functioneel en structureelonderhoud:onderhoudstechnieken die hier<strong>voor</strong> wordentoegepast, zijn totale heraanleg, inlay enoverlagen.Een keuring van fiets<strong>voor</strong>zieningen kan op drieniveaus worden uitgevoerd, te weten: netwerkniveau,verbindingen- of routeniveau, <strong>voor</strong>zieningenniveau(wegvakken, kruispunten,overgangen, fietsparkeer<strong>voor</strong>zieningen). Verbindingenkunnen ook op één aspect wordengekeurd, bij<strong>voor</strong>beeld de fietsvriendelijkheidvan kruispunten. Daarnaast is het mogelijk opéén hoofdeis te keuren. In dat geval is sprakevan een thematische keuring. Een <strong>voor</strong>beeldvan een specifieke keuring is de inspectievan schaden aan verhardingen, met als doelhet eenduidig vaststellen en beoordelen vanzichtbare schaden aan de verharding. De wegof het fietspad wordt op technische grondenbekeken en schaden worden zowel in kwalitatieveals kwantitatieve zin (ernst en omvang)beoordeeld.De wegbeheerder zal bij de inspecties van verhardingensteeds <strong>voor</strong> ogen moeten houden,dat wat <strong>voor</strong> autoverkeer kan worden aangemerktals lichte schade, <strong>voor</strong> fietsers al snelmatige of zelfs ernstige schade is. De toestandkan worden geregistreerd door visuele inspectie(bij <strong>voor</strong>keur met de fiets!) en indien nodigdoor metingen.De volgende inspectievormen zijn te onderscheiden:• globale inspectie;• kleinonderhoudsinspectie;• maatregelentoets;• gedetailleerde inspectie.• functioneel onderhoud heeft tot doel de veiligheiden het comfort van de weggebruikerte waarborgen. Een kleine ingreep, zoals eenplaatselijke reparatie (uitvullen van kippennestenin asfaltverhardingen, vullen van legevoegen en op niveau brengen van plaatselijkverzakte betonplaten of elementenverhardingen)volstaat meestal;• structureel onderhoud heeft tot doel deverbetering van een weg met het oog opeen langere (of vernieuwde) levensduur. DeEen globale inspectie heeft als doel snel enefficiënt op netwerkniveau informatie te verzamelenover de conditie van het wegennet.Aanbevolen wordt deze inspectie jaarlijks uitte voeren.Een kleinonderhoudsinspectie heeft als doelhet opsporen en vastleggen van kleine gebrekendie in het lopende begrotingsjaar moetenworden gerepareerd. Dat betekent dat planningvan dit onderhoud niet mogelijk is. Klein


v e r h a r d i n g e n28onderhoud richt zich in eerste instantie ophet in goede staat houden van de verharding.Aanbevolen wordt de kleinonderhoudsinspectiedriemaal per jaar uit te voeren,bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> de winter, na de winter enmidden in het jaar (de zomer). In stedelijkegebieden waar <strong>voor</strong>namelijk gemarkeerdefietspaden en fietssuggestiestroken <strong>voor</strong>komen,vallen ze doorgaans samen met deinspectie van de wegen.Een maatregelentoets heeft als doel op projectniveaunauwkeurig de aard en de locatievan te nemen onderhoudsmaatregelen vastte stellen.Het doel ervan is die maatregelen te toetsen,die zijn gekozen op basis van de resultaten vanglobale inspectie en andere waarnemingen.Een gedetailleerde inspectie heeft als doel, omop projectniveau de staat van de weg of hetfietspad vast te stellen. Bij een gedetailleerdeinspectie wordt gekeken naar alle verhardingskenmerkenen schaden die in de schadecataloguszijn gedefinieerd.De algemene aandachtspunten <strong>voor</strong> inspectieen onderhoud van fiets<strong>voor</strong>zieningen wordenbij <strong>voor</strong>keur in een formulier opgenomen, datde fietsinspecteur dan kan invullen.InspectieformulierDe visuele inspectie wordt uitgevoerd vanuit oogpunt van de fietser. Ze vindt dan ook plaatsmet een fiets.De fietsinspecteur vult de vastgestelde schade op het inspectieformulier in. Het wordt <strong>voor</strong>afgegenereerd, zodat een aantal parameters (datum, inspecteur, wegnummer, sectie, richting,kilometerpaal) al ingevuld zijn.Aan de hand van het formulier kunnen de hiernavolgende gegevens worden verzameld.KilometerpuntVerhardingssoort:• betonverharding:betonplaten;doorgaand gewapend beton;• bitumineuze verharding;• elementenverharding:betonstraatstenen;betontegels;straatkeien;natuursteentegels;kleiklinkers;• andere verhardingssoort (te specifiëren).Fiets<strong>voor</strong>ziening:• vrijliggend fietspad;• gemarkeerd fietspad;• fietssuggestiestrook.Schaden:• oppervlaktextuur:stroefheid;rafeling van asfalt;vet;afschilfering van beton (vorstschade,gebrekkige kwaliteit);• vlakheid (elke onvlakheid vanaf 5 mmwordt als hinderlijk <strong>voor</strong> de fietserbeschouwd en wordt dus geregistreerd):langsvlakheid (onvlakheid in de langsrichting):• langsscheuren;• openstaande langsvoegen;• voegen tussen beton en asfalt diein de fiets<strong>voor</strong>ziening liggen;• voegwijdte bij elementenverhardingen;dwarsvlakheid (onvlakheid in dedwarsrichting):• opstuwing door boomwortels;


29v e r h a r d i n g e n• trapjesvorming bij betonplaten;• hoogteverschillen bij dwarse goten;• putten en verzakkingen (van elementen,aan reparaties en putdeksels);• dwarsscheuren;• voegwijdte bij elementenverhardingen;Bovendien wordt aangegeven of het omplaatselijke dan wel globale onvlakheidgaat. Globale onvlakheden zijn onvlakhedendie trillingen veroorzaken en zich over grotereoppervlakken van de fiets<strong>voor</strong>zieninguitstrekken. Globale onvlakheden wordenin % van het oppervlak uitgedrukt.• randen:randschade (bij asfalt);kantopsluiting (bij asfalt- of elementenverharding);• waterdichtheid:voegvulling;• afwatering: elke plaats waar belemmerdewaterafvoer <strong>voor</strong>komt, wordt geregistreerd.Waterplassen in putten ofverzakkingen worden onder “vlakheid”geregistreerd. Een belemmerde waterafvoerkan het gevolg zijn van:onvoldoende dwars- of langshelling;te hoge ligging van kolken of gotenten opzichte van de fiets<strong>voor</strong>ziening;te hoge ligging van de berm;verstopping van het afwateringssysteem;overgroeiing;• obstakels: elk obstakel dat zich binnenhet profiel van vrije ruimte <strong>voor</strong> de fietserbevindt, wordt als hinderlijk of gevaarlijkbeschouwd en wordt dus geregistreerd.Het profiel van vrije ruimte is ten minste2,20 m hoog en reikt tot 20 cm buiten derand van de fiets<strong>voor</strong>ziening. Obstakelskunnen zijn:palen van verkeersborden;verkeerslichten;bushokjes;kasten van nutsmaatschappijen;overgroeiing: laaghangende of uitstekendetakken of struiken binnen hetprofiel van vrije ruimte <strong>voor</strong> de fietser.Takken of andere begroeiing die los opde fiets<strong>voor</strong>ziening ligt, worden onder“netheid” geregistreerd. Begroeiing diede waterafvoer belemmert wordt onder“afwatering” geregistreerd;• netheid: takken, bladeren, onkruid, mos,glasscherven, losliggende steentjes,zwerfvuil, bandensporen, enz.;• wegmarkering:losliggend;onleesbaar door afslijting.Voorgestelde ingreep3.1.10 KostenBij de berekening van de totale kostprijs dientrekening te worden gehouden met de integralelevenscycluskosten.Er bestaan tegenwoordig modellen om de totalelevenscycluskosten van een verharding te analyseren(Life Cycle Cost Analysis – LCA). Metdeze modellen is het mogelijk verschillendevarianten van wegconstructies uit kostenoogpuntte vergelijken. Om te kunnen werken,moeten deze modellen worden gevoed met eenreeks gegevens en hypothesen. Zo moeten eenof meer scenario’s worden vastgelegd <strong>voor</strong> hetonderhoud en de levensduur. De prijzen van deverschillende materialen en verrichtingen moetenworden geschat. Wegens het grote aantalhypothesen en schattingen moeten de resultatenvan zulke analysen <strong>voor</strong>zichtig wordengeïnterpreteerd.


v e r h a r d i n g e n303.2 BetonverhardingenBetonverhardingen zijn stijve constructies. Zebezitten een goede weerstand tegen occasioneelzwaar verkeer, opstuwende boomwortelsen extreme omgevings<strong>voor</strong>waarden. Zij zijngemakkelijk aan te brengen, vergen weinigonderhoud en hebben een lange levensduur.Zoals <strong>voor</strong> de andere verhardingssoorten isook <strong>voor</strong> betonverhardingen de opbouw vande constructie afhankelijk van de soort vanfiets<strong>voor</strong>ziening. Fiets<strong>voor</strong>zieningen op ofnaast de rijbaan (gemarkeerde fietspaden,fietssuggestiestroken en kruisingen van eenvrijliggend fietspad met een weg) hebbendoorgaans dezelfde verharding en opbouw alsde rijbaan. De fiets<strong>voor</strong>ziening en de rijbaankunnen dan samen worden uitgevoerd, watde duurzaamheid bevordert. Het spreekt vanzelfdat de verharding volgens de regels vande goede praktijk moet worden ontworpen enuitgevoerd.Wat volgt, geldt <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> vrijliggende fietspaden.Daar treedt doorgaans slechts occasioneelzwaar verkeer (onderhouds- en hulpdiensten)op, zodat minder strenge eisen aan de verhardingen de opbouw nodig zijn. Een betonverhardingmet een dikte van ten minste 16 cmzal immers goed bestand zijn tegen occasioneelzwaar verkeer.3.2.1 Algemene beschrijvingen aanbevelingen3.2.1.1 BetonsamenstellingEen betonmengsel <strong>voor</strong> een fiets<strong>voor</strong>zieningverschilt in wezen niet van een mengsel dat<strong>voor</strong> een klassieke wegverharding wordt toegepast.Het kan met een glijbekistingsmachineof handmatig tussen vaste bekistingen wordenaangebracht. Afhankelijk van de gekozen aanbrengingswijzeworden andere eisen aan deverwerkbaarheid van de betonspecie gesteld.Beton is een mengsel van steenslag, cement,zand, water en hulpstoffen. Het wordt bij<strong>voor</strong>keur door een gekeurde betoncentralegeleverd.Voor de betonsamenstelling dient aan de volgendebesteksbepalingen te worden voldaan:• maximale nominale korrelmaat: 20 mm ofzelfs 14 mm;• <strong>voor</strong> wegen met weinig verkeer is eenpolijstgetal (versnelde-polijstingscoëfficiënt– VPC) kleiner dan 50 toegestaan;• cementgehalte: ≥ 350 kg/m³ gestort beton<strong>voor</strong> een voldoende sterkte en een hogereduurzaamheid;• water-cementfactor (wcf): < 0,50;• <strong>voor</strong> uitgewassen beton met een fijneoppervlaktextuur dient een overmaat aanaggregaat 4/8 (ten minste 25 %) te wordentoegepast. Als gekleurde aggregaten wordentoegepast, moeten de kleur en de soort eenduidigzijn gespecificeerd.Beton kan worden gekleurd. Om de gewenstekleur te bereiken, is het raadzaam <strong>voor</strong>af eenproefvakje aan te leggen om de juiste soort enhoeveelheid van het pigment en het aggregaatte bepalen. Het pigmentgehalte bedraagt 3 tot5 % van de cementmassa.Vrijliggend fietspad van betonIn aanbestedingsdocumenten zijn de minimaleprestatie-eisen <strong>voor</strong> de kenmerken druksterkte,waterabsorptie door onderdompeling enbestandheid tegen wegenzout vastgelegd.


31v e r h a r d i n g e n3.2.1.2 Opbouw van de constructieAls de ondergrond voldoende draagkrachtigis (CBR-waarde van 6 tot 10 of samendrukkingsmodulusvan 17 MPa, gemeten met deplaatbelastingsproef), mag de betonverhardinger rechtstreeks op worden aangebracht.Bij een onvoldoende draagkrachtige ondergrondwordt eerst een steenslaglaag van tenminste 20 cm aangebracht of wordt het draagvermogendoor middel van een <strong>voor</strong>afgaandebehandeling verbeterd.De betonlaag is ten minste 16 cm dik. Omwillekeurige scheurvorming door krimp tegente gaan, worden om de 4 m krimpvoegenaangebracht.3.2.1.3 VoegenWe onderscheiden drie soorten van voegen:krimpvoegen, uitzetvoegen en constructievoegen.KrimpvoegenKrimpvoegen worden binnen 5 tot 24 h nahet betonstorten loodrecht op de wegas overeen diepte van ten minste 1/3 van de betonplaatgezaagd. Ze zijn maximaal 3 mm breed.Om het fietscomfort te waarborgen, wordenze doorgaans niet met voegvullingsmateriaalgevuld.UitzetvoegenOnder invloed van temperatuurstijgingen kanbeton uitzetten. Om de gevolgen van uitzettingte ondervangen, worden uitzetvoegen aangebracht.Ter hoogte van een krimpvoeg wordtmet een dubbel zaagblad over de volledigedikte en breedte van de betonplaat een 10 tot20 mm brede verticale zaagsnede aangebracht.De voeg wordt met samendrukbaar materiaalgevuld, afgeschuind en afgedicht. Voor fiets<strong>voor</strong>zieningenzijn geen deuvels nodig.Uitzetvoeg3 tot 4 mmUitzetvoegen worden aangebracht in bochtenmet een straal kleiner dan 250 m (aan het beginen het einde van de bochtkromme) of om debetonverharding te scheiden van vaste puntenzoals gebouwen, civieltechnische bouwwerken,enz. (tussen de <strong>voor</strong>laatste en de laatsteplaat).GOED3 tot 4 mm10 tot 20 mmVoegvullingsmassa(20 mm)SamendrukbarevullingFOUTScheuraanzet in verhard betonE/3max. 3 mmEKrimpvoegHet voegenpatroon bepaalt in grote mate deduurzaamheid van een betonverharding. Bijzonderezorg en aandacht dienen te wordenbesteed aan bijzondere punten, bochten, aansluitingen,enz. De aanbrenging van voegenonder scherpe hoeken moet worden vermeden.Als dat niet mogelijk is, wordt in de bovenstehelft van de betonlaag een netwapening aangebracht,om voldoende sterkte te waarborgen.GOEDVoegenpatroonFOUT


v e r h a r d i n g e n32FOUTRijrichtingGOEDverankeringsstaven: Ø 10 cm in de bovenste helftVoegenpatroon aan bijzondere puntenAls bij een temperatuur van minder dan 15 °Cwordt gestort, is het vanuit oogpunt vande bijzondere geometrische kenmerken vaneen vrijliggend fietspad (relatief grote lengtebreedteverhoudingen geringe laagdikte) raadzaamom de 150 m (gemeten in rechte lijn) eenuitzetvoeg aan te brengen.Bijzondere punten (inspectieputten, rioolkolken,palen, enz.) leiden tot een smallere effectievebreedte van de fiets<strong>voor</strong>ziening, metspanningsconcentraties als gevolg. Die vasteelementen beletten ook de vrije krimp van debetonverharding. Om willekeurige scheurvormingte <strong>voor</strong>komen, bevinden deze obstakelszich idealiter aan het begin of het einde vaneen betonplaat. Als dat niet mogelijk is, wordternaast een scheuraanzet gezaagd. Een andereoplossing kan zijn om enkele wapeningsstavenen/of samendrukbaar voegvullingsmateriaalrond het element aan te brengen.ConstructievoegenBij werkonderbrekingen van meer dan 120 minworden ter hoogte van een krimpvoeg inde dwarsrichting constructievoegen aangebracht.Constructievoegen worden behandeldals uitzetvoegen. Om een verticale en vlakkedoorsnede te verkrijgen, wordt het plaateindeeerst recht afgezaagd. Dan wordt een 10 tot20 mm dikke laag van samendrukbaar materiaaltegen de verticale plaatzijde aangebracht,waarna het betonstorten kan worden <strong>voor</strong>tgezet.De voegen worden afgewerkt en metvoegspecie afgedicht.3.2.2 Eisen en aanbevelingen<strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen3.2.2.1 StroefheidDe stroefheid van het oppervlak hangt af vande gekozen oppervlakbehandeling. Bezemenin de dwars- of langsrichting levert een goedestroefheid op, zonder nadelige gevolgen <strong>voor</strong>het fietscomfort.Op vrijliggende fietspaden treedt slechts sporadischautoverkeer op, zodat de stroefheidniet afneemt onder invloed van het verkeer.Bijzondere eisen <strong>voor</strong> het polijstgetal van deaggregaten zijn dan ook niet nodig.3.2.2.2 VlakheidBetonverhardingen worden doorlopend gestort.Als de glijbekistingsmachine nauwkeurig isingesteld, als een homogene betonsamenstellingwordt toegepast en als de betonaanvoerniet wordt onderbroken, kan een uitstekendevlakheid worden bereikt.Door krimp- in plaats van uitzetvoegen aante brengen, wordt het gevaar <strong>voor</strong> trapjesvormingaan voegen beperkt, al is dit verschijnseldoor bepaalde externe factoren (verzakkingvan de ondergrond, opstuwende boomwortels,ongewenst zwaar verkeer) niet helemaaluit te sluiten. In de ontwerpfase moet deverwachte belasting goed worden ingeschat,zodat eventueel een extra fundering kan wor-


33v e r h a r d i n g e nden <strong>voor</strong>zien. Vooraf dient steeds het draagvermogenvan de ondergrond of de funderingte worden geverifieerd.Vooral bij glijbekistingen is een constantebetonsamenstelling van groot belang <strong>voor</strong> devlakheid, omdat dan een optimale verdichtingmogelijk is. Om een gelijkmatige <strong>voor</strong>tgangvan de glijbekistingsmachine te waarborgen,mag de betonaanvoer niet worden onderbroken.Ook vlakke stroken <strong>voor</strong> de rupsbandenvan de glijbekistingsmachine kunnen eengoede vlakheid bevorderen.3.2.2.3 AfwateringBij fiets<strong>voor</strong>zieningen van beton vindt de afwateringbij <strong>voor</strong>keur zijdelings plaats. Gotenkunnen gelijktijdig met de fiets<strong>voor</strong>zieningworden gestort. Bij een handmatige verwerkingkunnen geprefabriceerde of ter plaatsegestorte betonnen goten worden aangebracht,die tegelijk dienst doen als bekisting <strong>voor</strong> debetonverharding van de fiets<strong>voor</strong>ziening.Een goede afwatering is zeer belangrijk <strong>voor</strong> deduurzaamheid van de verharding. Ingeslotenwater kan immers de fundering of de ondergrondwegspoelen en zo verzakkingen veroorzaken,die aanleiding geven tot verschuivingenvan de betonplaten of tot trapjesvorming.3.2.2.4 Obstakelvrij parcoursBetonverhardingen zijn zeer stijf en weiniggevoelig <strong>voor</strong> rafeling. Schade door opstuwendeboomwortels blijft daardoor beperkt. Er isook weinig gevaar <strong>voor</strong> losliggende steentjesdoor afbrokkeling.Bijzondere punten (putdeksels, palen, enz.)moeten zorgvuldig met een aangepast voegenpatroonworden aangebracht (zie 3.2.1.3).3.2.2.5 Leesbaarheid – ZichtbaarheidGekleurde betonverhardingen kunnen de leesbaarheiden de zichtbaarheid van fiets<strong>voor</strong>zieningenverhogen.Beton kan duurzaam worden gekleurd doorpigmenten en eventueel ook gekleurde aggregatenaan het mengsel toe te voegen.Vrijliggend fietspad van roodgekleurd betonDoor de lichtere kleur zijn fiets<strong>voor</strong>zieningenvan beton ’s nachts beter zichtbaar. Zo kan ookop verlichting worden bespaard.3.2.2.6 NetheidBetonverhardingen zijn weinig gevoelig <strong>voor</strong>bevuiling. Eventueel moet een beperkt onderhoudworden uitgevoerd, om onkruidgroeitegen te gaan. Een regelmatig gebruik van defiets<strong>voor</strong>ziening is echter de beste remedie.3.2.2.7 DuurzaamheidDoor een hoge stijfheid en een goede bestandheidtegen weersinvloeden zijn betonverhardingenzeer duurzaam. De volgendemaatregelen tijdens het ontwerp en de aanbrengingkunnen de levensduur nog verlengen:• de betonspecie op een voldoende draagkrachtigeen duurzame ondergrond en/offundering storten, om verzakkingen van debetonplaten te <strong>voor</strong>komen;• de nodige zorg en aandacht aan het voegenpatroonbesteden, in het bijzonder aanbijzondere punten, om wilde scheurvormingte <strong>voor</strong>komen;• de nodige uitzetvoegen volgens de regelsvan de goede praktijk aanbrengen, <strong>voor</strong>alaan bijzondere punten, <strong>voor</strong> en na bochten


v e r h a r d i n g e n34(met kleinere bochtstralen), aan kruispunten,en als bij minder dan 15 °C wordt gestort,om opstuwen van de betonplaten bij warmweer te vermijden;• het beton vakkundig verwerken. Dat wil zeggen:toezien op een constante betonsamenstellingen een goede verdichting (ook aande randen), het pas gestorte beton tijdens deeerste drie dagen tegen uitdroging beschermen,krimpvoegen tijdig inzagen, enz.3.2.2.8 Ruimtelijke kwaliteiten beperkingenDoor de diverse textuur- en kleurmogelijkhedenkunnen betonverhardingen zowel in eenstedelijke als in een groene omgeving harmonieusworden ingepast.Betonverhardingen kunnen ook <strong>voor</strong> comfortstrokenworden toegepast.Comfortstroken van beton <strong>voor</strong> de Groenewandeling rond Brussel3.2.2.9 Gezondheid van mens en milieuBetonverhardingen zijn in wezen milieuvriendelijk:ze zijn zeer duurzaam (ontwerplevensduurvan ongeveer dertig jaar) en vergen weinigonderhoud. Betonpuin kan worden gerecycleden als secundair materiaal <strong>voor</strong> funderingenof <strong>voor</strong> de aanmaak van betonspecie wordengebruikt.Bij de bereiding en de verwerking van betonkomen geen schadelijke stoffen vrij.Fiets<strong>voor</strong>zieningen van beton zijn tijdens dewintermaanden gemakkelijk te onderhouden.Door de hoge sterkte van het betonoppervlakkunnen zij met aangepaste sneeuwruimersmechanisch sneeuwvrij worden gemaakt, zodatzij snel en zonder gevaar <strong>voor</strong> oppervlakschadeweer berijdbaar zijn. Door het relatief hogecementgehalte en de beperkte wcf bezit hetbetonoppervlak een goede bestandheid tegenwegenzout.3.2.2.10 Uitvoeringseisen en -beperkingenComfortstroken van basaltbetonEen correcte uitvoering vormt de basis <strong>voor</strong> delange levensduur van betonverhardingen. Meteen glijbekistingsmachine met een aangepastebreedte kunnen fiets<strong>voor</strong>zieningen snel en meteen goede kwaliteit worden uitgevoerd.


35v e r h a r d i n g e nVoorbereiding en uitvoering van het baanbedHet baanbed wordt zorgvuldig <strong>voor</strong>bereid. Datwil zeggen:• modder en organisch materiaal worden verwijderd;• oppervlaktewater wordt verwijderd. Er maggeen plasvorming <strong>voor</strong>komen;• de grond wordt goed verdicht. Dat gebeurtmet een trilwals met aangepaste afmetingenover een grotere breedte dan deeigenlijke fiets<strong>voor</strong>ziening. De extra te verdichtenbreedte hangt af van de aanbrengingswijze.Als een glijbekistingsmachinewordt gebruikt, moet aan weerszijden eenstrook van ten minste 60 cm mee wordenverdicht, zodat een vlakke strook <strong>voor</strong> deglijbekistingsmachine wordt gevormd. Alsde glijbekistingsmachine naast het baanbedwordt opgesteld of als tussen vaste bekistingenwordt gestort, volstaat een extrabreedte van 20 cm aan elke kant van defiets<strong>voor</strong>ziening;• met de rij van 3 m verifiëren of het profielvan het baanbed voldoet aan de eisen in hetstandaardbestek <strong>voor</strong> wegwerkzaamhedenvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;• de rijsporen van het bouwverkeer in hetbaanbed wegwerken, bij <strong>voor</strong>keur door zemet korrelig materiaal te vullen en dat materiaalte verdichten;• het baanbed bevochtigen <strong>voor</strong>aleer hetbetonstorten aan te vangen (als het gevaarbestaat dat de grond een deel van het aanmaakwatervan het beton opzuigt).Aanbrenging van de betonspecieEen betonverharding is geen ononderbrokenoppervlak, maar wordt wel doorlopend gestort.De betonplaten zijn in principe niet verbondendoor deuvels. De betonspecie wordt rechtstreeksop het baanbed of op de fundering gestort.Betonplaten vertonen de volgende geometrischekenmerken:• een minimale nominale dikte van 16 cm;• een dwarshelling naar een kant van 1 tot 2 %;• een dwarsvoeg om de 4 m. De afstand tussendwarsvoegen hangt af van de dikte ende breedte van de platen. Voor een klassiekeverharding mag de plaatlengte niet meerdan anderhalve maal groter zijn dan deplaatbreedte. Voor fiets<strong>voor</strong>zieningen waargeen zwaar verkeer optreedt, mag dezeregel flexibeler worden toegepast;• <strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen met een breedte vanminder dan 4,5 m is geen langsvoeg nodig.Ook <strong>voor</strong> kleine werkbreedten (bv. 1,75 m)wordt doorgaans een glijbekistingsmachinegebruikt. Deze techniek waarborgt een uitstekendlangsprofiel, maakt het mogelijk eenbochtig tracé uit te voeren en haalt een hoogrendement, wat kostenbesparend is.Als de trilnaalden van de glijbekistingsmachineonvoldoende naar buiten kunnen wordengericht, wordt de betonspecie aan dagvoegen(dit zijn constructievoegen bij het begin en heteinde van een dagproductie) en aan de zijkantenmet handbediende trilnaalden verdicht.Als met vaste bekistingen wordt gewerkt,wordt de betonspecie met een trilbalk verdicht.Voor de verdichting aan de randen kunnen ooktrilnaalden worden gebruikt.Voor het rijcomfort van de fietser legt hetstandaardbestek <strong>voor</strong> wegwerkzaamhedenvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest grenswaardenop <strong>voor</strong> onvlakheden gemeten metde rij van 3 m.De pas gestorte betonspecie wordt tegen uitdrogingbeschermd. Daartoe wordt een dampdichtmembraan aangebracht of wordt eennabehandelingsmiddel over het betonoppervlakverstoven.Krimpvoegen worden zo snel mogelijk gezaagd,dat wil zeggen zodra het beton voldoende isuitgehard (om beschadiging van de randendoor de zaagmachine te vermijden) en vóórwilde scheurvorming ontstaat. Vooral bij warmweer of wind dient dit vrij snel te gebeuren.OppervlakbehandelingWe onderscheiden drie technieken <strong>voor</strong> oppervlakbehandelingvan beton:• bezemen: deze techniek levert een microtextuurop in de dwars- of langsrichting. Het iseen eenvoudige, goedkope, zeer duurzame


v e r h a r d i n g e n36en efficiënte oppervlakbehandeling <strong>voor</strong>fiets<strong>voor</strong>zieningen, waarmee tegen een relatieflage kostprijs een stroef oppervlak wordtbereikt. Vooral bezemen in de dwarsrichtingzal een goede afwatering bevorderen;• een jutezeil <strong>voor</strong>tslepen met de glijbekistingsmachine,zodat een microtextuur in delangsrichting ontstaat. De textuurdiepte isvergelijkbaar met die bij licht bezemen;• uitwassen van het oppervlak om aggregatenbloot te leggen. Door de uitwasdiepte tot1 mm te beperken, krijgt het betonoppervlakeen gaaf esthetisch aanzien (de toevoegingvan een kleurstof aan de cementpastaversterkt dit effect nog). Het biedt tevenseen uitstekend rijcomfort. Op de betonspeciewordt een bindingsvertrager gespotenen het oppervlak wordt met een plastic folieafgedekt. Na maximaal 24 h (afhankelijkvan de weersomstandigheden) wordt debovenste laag weggeborsteld, zodat de fijneaggregaten zichtbaar worden.3.2.1.2.11 Onderhoudseisen en-beperkingenHet onderhoud van betonverhardingen isbeperkt tot het geregeld vullen van uitzet- enconstructievoegen met een (koud of warm)elastisch voegvullingsmateriaal, om te vermijdendat bij horizontale verschuivingen vuil inde voegen dringt (wat de goede werking vanvoegen verhindert).OnderhoudskostenAlleen uitzet- en constructievoegen vergenonderhoud, zodat de onderhoudskosten <strong>voor</strong>fiets<strong>voor</strong>zieningen van beton beperkt blijven.Vooral bij vrijliggende fietspaden waar geenzwaar verkeer optreedt, zal de oppervlaktextuurtijdens de volledige levensduur behoudenblijven.3.3 BitumineuzeverhardingenBehalve in het geval van oppervlakbehandelingen(zie 3.3.1.3) hebben fiets<strong>voor</strong>zieningenop de rijbaan (gemarkeerde fietspaden,fietssuggestiestroken en kruisingen van eenvrijliggend fietspad met een weg) doorgaansdezelfde verharding en opbouw als de rijbaan.Het spreekt vanzelf dat de verharding volgensde regels van de goede praktijk moet wordenontworpen en uitgevoerd.Voor vrijliggende fietspaden (buiten de kruisingenervan met andere wegen) moet eencompromis worden gezocht tussen veiligheid(voldoende stroefheid) en comfort (weinigmacrotextuur). Ook moet rekening wordengehouden met de bijzondere omstandigheden<strong>voor</strong> het aanbrengen van de verharding, diemeestal smal zal zijn.Krimpvoegen worden in principe niet gevuld.Het aantal te onderhouden voegen is dan ookbeperkt.3.2.2.12 KostenInvesteringskostenDe initiële hogere investeringskosten <strong>voor</strong>fiets<strong>voor</strong>zieningen van beton kunnen wordenbeperkt:• als rechtstreeks op een voldoende draagkrachtigeondergrond kan worden gestort;• als zoals <strong>voor</strong> vrijliggende fietspaden deverhardingsdikte tot 16 cm kan wordenbeperkt;• omdat beton niet aan de randen afbrokkelt,zodat op de kosten van de kantopsluitingkan worden bespaard.Vrijliggend fietspad van asfalt


37v e r h a r d i n g e n3.3.1 Algemene beschrijvingen aanbevelingenEr bestaan verscheidene soorten van bitumineuzeverhardingen. Wij beschrijven hierna degangbaarste soorten <strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen.en AB-5 is vanuit oogpunt van rijcomfort enaanbrengingsgemak bijzonder geschikt <strong>voor</strong>fiets<strong>voor</strong>zieningen;Naargelang van de dikte van de toplaagonderscheidt men warm bereid asfalt, gietasfalt(≥ 15 mm) en oppervlakbehandelingen(< 15 mm).Asfaltbeton AB-1BFietspad van asfaltAsfaltbeton AB-43.3.1.1 Warm bereid asfaltIn de meeste toplagen wordt warm bereidasfalt toegepast. Warm bereid asfalt is eenmengsel van steenslag, zand, vulstof, eenbindmiddel (al of niet gemodificeerd bitumen)en eventueel additieven (vezels, pigmenten,enz.). Het wordt warm (bij een temperatuurtussen 150 en 180 °C) geproduceerd in eenklassieke asfaltmenginstallatie en aangebrachtmet een asfaltspreidmachine. Daarna wordt hetverdicht terwijl het nog warm is (> 90 °C). Metwarm bereid asfalt kunnen, afhankelijk van demengselsoort en de maximale korrelmaat vanhet aggregaat, toplagen van 15 tot 80 mmdikte worden gerealiseerd.Men onderscheidt:• asfaltmengsels met een zandskelet en eencontinue korrelverdeling (asfaltbeton - AB).Asfaltbeton <strong>voor</strong> toplagen zoals AB-1, AB-4Asfaltbeton AB-5• asfaltmengsels met een steenskelet en eendiscontinue korrelverdeling (SME, RMD, ZOAen SMA). Zij hebben een open structuur.ZOA is minder geschikt <strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen.De holten slibben snel dicht metstof, modder, bladeren, olie, enz. In tegenstellingautosnelwegen treedt door de lage


v e r h a r d i n g e n38rijsnelheid en de geringe bandbreedte vanfietsen onvoldoende zelfreinigend effectop. Die bevuiling kan bij fiets<strong>voor</strong>zieningenaanleiding tot valpartijen geven. Ten slotteis bij fiets<strong>voor</strong>zieningen het geluiddempendeeffect van ZOA niet belangrijk.Voor vrijliggende fietspaden valt de keuze apriori op asfaltbeton (AB), omdat deze soortzowel een goede stroefheid (veiligheid) alseen goede vlakheid (rijcomfort) biedt. Voor desamenstelling kan van het gebruikelijke mengselontwerp<strong>voor</strong> toplagen van rijwegen wordenuitgegaan, met de volgende aanpassingen:• een kleinere maximale korrelmaat, om handmatigeverwerking te vergemakkelijken enom de stroefheid en het rijcomfort te waarborgen;• zachtere bitumina (verwerkbaarheid);• beoogde mengselkenmerken:• een grotere pakkingsdichtheid;• een uitstekende verwerkbaarheid.3.3.1.2 GietasfaltGietasfalt is warm bereid asfalt met een vulstofskelet.Het mengsel met variabele zand- ensteenslagfracties en hoge gehalten aan vulstofen bitumen (al of niet gemodificeerd) wordtbij zeer hoge temperatuur (> 200 °C) bereiden verwerkt, en behoeft geen verdichting.Gietasfalt wordt meestal handmatig in laagdiktenvan 25 tot 30 mm aangebracht en afgestrooidmet zand of steenslag om de stroefheidte verbeteren. Na het afstrooien dient het somslicht te worden gewalst. Na afkoeling is de laagondoorlatend. Gietasfalt biedt een interessanteoplossing <strong>voor</strong> plaatsen waar het niet mogelijkis om asfaltbeton met de klassieke zwaremachines aan te brengen.3.3.1.3 OppervlakbehandelingenOppervlakbehandelingen worden <strong>voor</strong>al toegepastals onderhoudsmaatregel op bestaandeverhardingen of om ze te kleuren.Er zijn bestrijkingen en slemlagen.BestrijkingenBestrijkingen worden verkregen door met specifiekmaterieel ten minste één laag bindmiddel(een bitumenemulsie of een vloeibitumen,beide al dan niet gemodificeerd) te sproeien,ze vervolgens met ten minste één laag steenslag(2/4, 4/6 of 6/10) af te strooien en tenslotte te verdichten. We onderscheiden eenlaagseen tweelaagse bestrijkingen.Bestrijkingen zijn goedkoop en kunnen indunne lagen worden aangebracht. Ze zijn echtergevoelig <strong>voor</strong> rafeling (losliggende steentjesverminderen de stroefheid van het oppervlak)en bezitten een sterke macrotextuur (gevaar<strong>voor</strong> kwetsuren bij valpartijen). Vanuit oogpuntvan veiligheid en comfort <strong>voor</strong> fietsers voldoenze dus minder goed. Als toch <strong>voor</strong> een bestrijkingwordt gekozen, wordt <strong>voor</strong> de bovenlaagGietasfaltRafeling


39v e r h a r d i n g e nbij <strong>voor</strong>keur een fijnere gradering (2/4 of 4/6)toegepast.Bij het rollerskaten genereert de textuurvan bestrijkingen oncomfortabele trillingen.Die oppervlakbehandeling is dan ook nietgeschikt <strong>voor</strong> paden die ook door rollerskatersworden gebruikt.Door de samenstelling kunnen slemlagenworden gegoten. Bij verhardingen onder verkeerbehoeven zij doorgaans geen verdichting(het autoverkeer zorgt daar<strong>voor</strong>). Alser echter geen autoverkeer optreedt (zoalsmeestal bij vrijliggende fietspaden), dienenze wel te worden verdicht.Voor de veiligheid en het comfort van fietserswordt op fiets<strong>voor</strong>zieningen meestal eenslemlaag met een gradering 0/4 toegepast.Op kruispunten verdient een gradering 0/4of 0/6,3 de <strong>voor</strong>keur, om een goede slijtvastheidte waarborgen.Gekleurde bitumineuze verhardingen wordenin 3.3.2.5 behandeld.Eenlaagse bestrijkingEenlaagse slemTweelaagse bestrijkingSlemlagenSlemlagen worden verkregen door in één werkgangeen mengsel van minerale aggregaten,vulstof, bitumenemulsie (al of niet gemodificeerd)en eventueel diverse additieven aan tebrengen met behulp van een specifieke machine(mobiele installatie <strong>voor</strong> koud mengen). Slemlagenworden <strong>voor</strong>al toegepast om de stroefheiden de ondoorlatendheid van een bestaande verhardingte herstellen of om ze te kleuren.Tweelaagse slem


v e r h a r d i n g e n403.3.2 Bijzondere eisenen aanbevelingen<strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen3.3.2.1 StroefheidWarm bereid asfalt en andere asfaltsoortenbieden een goede stroefheid <strong>voor</strong> fietsers, rollerskatersen bromfietsen.3.3.2.2 VlakheidEen vlak oppervlak is een belangrijke eis vanfietsers.Bitumineuze verhardingen hebben een doorlopendoppervlak en bieden dus een optimalevlakheid. <strong>Verhardingen</strong> van asfaltbeton zijnflexibel en passen zich redelijk goed aan differentiëlezettingen in de ondergrond aan.Ze zijn echter gevoelig <strong>voor</strong> blijvende vervormingen(spoorvorming en ribbelvorming).Voor fiets<strong>voor</strong>zieningen zonder zwaar verkeervormt dat geen probleem. Om bij zwaar verkeerblijvende vervormingen tegen te gaan,kunnen stijvere mengsels worden toegepast.Zij zijn echter gevoelig <strong>voor</strong> scheurvorming envermoeiing.Bitumineuze verhardingen zijn elastisch, maarkunnen bij sterke temperatuurschommelingentoch scheuren. Scheuren in het oppervlakkunnen (<strong>voor</strong>al bij rollerskaters) valpartijenveroorzaken.3.3.2.3 AfwateringDoor de oppervlaktextuur treedt bij asfaltverhardingenweinig aquaplaning op.Voor een goede waterafvoer dient de verhardingmet een dwarshelling in de orde vangrootte van 2 % te worden aangelegd. Ze moetsteeds (en zeker waar zwaar verkeer optreedt)goed gefundeerd zijn, om het ontstaan vangaten, spoorvorming en verzakkingen tegente gaan.3.3.2.4 Obstakelvrij parcoursBitumineuze verhardingen zijn gevoeliger <strong>voor</strong>vervormingen door opstuwende boomwortels.Dat probleem kan echter worden ondervangendoor een aangepaste fundering aan te brengenof diepwortelende boomsoorten aan te planten.In stedelijke wegen treft men vaak putdeksels,enz. aan. Die obstakels worden bij <strong>voor</strong>keurbuiten het wegtracé aangebracht. Als dat nietmogelijk is, wordt eerst de volledige asfaltverhardingaangebracht en machinaal verdicht.Daarna worden gaten gezaagd, waarin de elementenworden aangebracht. Een machinaleverdichting waarborgt een betere kwaliteit vande asfaltverharding.3.3.2.5 Leesbaarheid – ZichtbaarheidOmdat asfaltverhardingen eerder met auto- danmet voetgangersverkeer worden geassocieerd,geleiden zij voetgangers naar hun <strong>voor</strong>behoudenverkeerszone. Bitumineuze verhardingenkunnen ook worden gekleurd, om bepaaldeweggedeelten visueel af te bakenen en zo dezichtbaarheid te vergroten.Dit pas aangebrachte fietspad van asfalt biedteen uitstekend rijcomfortWat volgt, geldt alleen <strong>voor</strong> bitumineuze productendie “in de massa” (door en door) wordengekleurd.


41v e r h a r d i n g e ndicht bij de <strong>voor</strong>geschreven verhardingskleurligt;• een deel van het zand vervangen door brekerzandvan gekleurd steenslag;• een deel van de vulstof vervangen door eengeschikt pigment;• het gewone bitumen vervangen door pigmenteerbaarbitumen of een pigmenteerbaarsynthetisch bindmiddel (eventueelpolymeergemodificeerd).De verschillende bovengenoemde manierenkunnen worden gecombineerd om de gewenstekleur zo dicht mogelijk te benaderen.Gekleurde asfaltverharding (voetgangerszone)Voor een optimale en duurzame kleuring wordenhet best gekleurde aggregaten gekozendie de gewenste kleur zo dicht mogelijk benaderen,of aggregaten met een neutrale of weinigcontrasterende kleur. Na verloop van tijdoverheerst immers de kleur van het steenslagin de gekleurde verharding.De bereiding en de aanbrenging van het gekleurdemengsel dienen zorgvuldig te gebeuren. Zijvereisen passende maatregelen om vermengingof kleurverschillen te <strong>voor</strong>komen.Er moet steeds worden nagegaan:• of het gekozen pigment de stabiliteit van hetmengsel niet aantast als het een deel van devulstof moet vervangen;• of het gekozen steenslag en het gekozenzand wel degelijk <strong>voor</strong> de beoogde toepassinggeschikt zijn. Het steenslag moetbovendien voldoende hechting tussen mastieken aggregaat mogelijk maken.Voetgangers en fietsers delende verkeersruimte. Het fietspad heefteen roodgekleurd verhardingsoppervlakGekleurd warm bereid asfaltGekleurd warm bereid asfalt is op verschillendemanieren te verkrijgen. Elk bestanddeel vanhet mengsel kan daartoe worden aangepast:• een deel van of al het gewone steenslagvervangen door steenslag met een kleur dieGekleurd gietasfaltGekleurd gietasfalt wordt volgens dezelfde procédésbereid als gekleurd asfaltbeton. Alleen:• is het bindmiddel vaak een pigmenteerbaarsynthetisch bindmiddel dat tegen hoge temperaturen(250 °C) bestand is;• hebben het steenslag en het zand een lichtekleur;• wordt een gedeelte van de vulstof vervangendoor pigmenten (1 tot 5 % van de totalemassa van de aggregaten, naargelang vande gewenste kleur).


v e r h a r d i n g e n42<strong>Verhardingen</strong> van gekleurd gietasfalt zijn duurzaam.Wegens de prijs (ongeveer dubbel zoduur als zwart gietasfalt) wordt gekleurd asfalttegenwoordig weinig toegepast.Gekleurde bestrijkingenDoor een oordeelkundig gekozen gekleurdsteenslag toe te voegen, wordt een natuurlijken duurzaam gekleurde bestrijking verkregen.Omdat het niet om gewoon steenslag gaat,moet steeds de verenigbaarheid (in het bijzonderde hechting) met het toegepaste bitumenworden nagegaan. De stenen mogen niet metbitumen worden <strong>voor</strong>omhuld.Gekleurde slemlagenIn combinatie met van nature gekleurde aggregatengeeft een emulsie van pigmenteerbaar(eventueel polymeergemodificeerd) bindmiddelen pigmenten een “in de massa” gekleurdeslemlaag.3.3.2.8 Ruimtelijke kwaliteiten beperkingenGekleurde asfaltsoorten worden ook om hunesthetische eigenschappen toegepast. De wensom de verharding esthetisch beter in de omgevingin te passen, kan immers een reden zijnom bij het ontwerp te kiezen <strong>voor</strong> een verhardingmet een speciale kleur.Als volgens het stedenbouwkundige reglement(bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> historische sites) alleenstraatkeien zijn toegestaan, kan <strong>voor</strong> de fietserseen comfortstrook van asfaltbeton wordenaangelegd. Het gekozen asfaltmengsel en deonderbouw moeten dan wel tegen de optredendeverkeersbelastingen bestand zijn.3.3.2.6 NetheidMos en andere vegetatie nestelen zich snellerin bitumineuze verhardingen met een sterkeen/of open textuur.Het onderhoudsgemak van de verschillendeasfaltsoorten wordt onder 3.3.2.11 beschreven.3.3.2.7 DuurzaamheidComfortstroken van asfalt op een eigenfunderingOm de vastgelegde levensduur te bereiken:• moet de constructie correct zijn gedimensioneerd;• moet de verharding de <strong>voor</strong>geschreven kenmerkenvertonen (weerstand tegen mechanische,chemische en weersinvloeden);• moeten de nodige <strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> eengoede afwatering aanwezig zijn;• moet <strong>voor</strong> kleinere oppervlakken (ook aande aansluitingen) de onderbouw en in hetbijzonder de fundering doorlopen.© Yves De BruyckereComfortstroken van asfalt


43v e r h a r d i n g e n• er moeten minder grondstoffen wordenvervoerd.© Yves De BruyckereComfortstroken van slemVoor vrijliggende fietspaden (buiten de kruisingenervan met andere wegen) moet ookrekening worden gehouden met de bijzondereomstandigheden <strong>voor</strong> het aanbrengen van deverharding, die meestal smal zal zijn.3.3.2.9 Veiligheid <strong>voor</strong> mens en milieuDe ontwerper kan via de asfaltsoort die hijkiest een invloed uitoefenen op een aantalcomponenten van het milieu, zoals:• materialen veilig <strong>voor</strong> mens en milieu;• vermindering van de afvalberg;• toepassing van innoverende producten entechnieken.Materialen veilig <strong>voor</strong> mens en milieuDe gekozen asfaltmengsels mogen geen teerhoudendematerialen (bindmiddel of asfaltpuingranulaat)bevatten.Vermindering van de afvalberg: toepassingvan asfaltpuingranulaat (apg)Recycling biedt een drievoudig <strong>voor</strong>deel <strong>voor</strong>het milieu:• het vermindert de hoeveelheid afvalstoffendie finaal moeten worden verwijderd (afvoernaar een stortplaats of een centrum <strong>voor</strong>technische ingraving);• het <strong>voor</strong>komt dat nieuwe, niet-hernieuwbaregrondstoffen (zoals zand en steenslag) moetenworden gedolven;Recycling kan zowel bij onderhoudswerkzaamhedenals bij het aanbrengen van nieuweasfaltverhardingen plaatsvinden.Toepassing van innoverende producten entechnieken <strong>voor</strong> duurzame wegenbouwEr bestaan verschillende innoverende techniekenom asfalt bij lagere temperatuur te bereidenen/of te verwerken, en zo het energie- en/of aardolieverbruik en de CO 2 -uitstoot te verminderen:• koud asfalt lijkt op warm bereid asfalt,maar wordt koud (of met lichte verwarming)geproduceerd door bitumenemulsies en/ofvloeibitumen te gebruiken;• halfwarm (giet)asfalt kan bij een lagere temperatuurworden verwerkt;• ecologisch asfalt bevat een bindmiddel uitsluitendop basis van plantaardige oliën enharsen. Het kan bij een lagere temperatuurworden bereid (zie 3.5).3.3.2.10 Uitvoeringseisen en -beperkingenWarm bereid asfaltAsfaltmengsels worden meestal met een asfaltspreidmachineaangebracht en met zware banden-of gladde walsen verdicht. Zij zijn mindergeschikt <strong>voor</strong> verwerking in kleine hoeveelheden.Handwerk is steeds af te raden enkan alleen op plaatsen waar weinig of geenautoverkeer optreedt. De uitvoeringsperiodeis zeer ruim: asfaltmengsels mogen tijdens hetgrootste deel van het jaar worden aangebracht.Zodra de asfaltlaag voldoende is afgekoeld,mag zij <strong>voor</strong> het verkeer worden opengesteld.Voor gekleurd asfalt gelden dezelfde uitvoeringseisenen -beperkingen als <strong>voor</strong> klassiekzwart asfalt. Wel dienen de nodige <strong>voor</strong>zorgente worden genomen, om vermenging metzwart asfalt te vermijden (volledig propereasfaltmenginstallatie, asfaltspreid- en verdichtingsmachines,enz.).Bij de verwerking dient steeds (dus ook in hetgeval van fiets<strong>voor</strong>zieningen) op de volgendeaspecten te worden toegezien:


v e r h a r d i n g e n44• bij aansluitingen tussen verschillende verhardingssoortenverschillen in hoogten (endus hinderlijke overgangen) vermijden;• aanbrenging op puntstukken vermijden;• <strong>voor</strong>af een verzorgde kleeflaag aanbrengen;• de toepassings<strong>voor</strong>waarden (temperatuur,weersomstandigheden, enz.) naleven;• bij een gemengde aanbrenging (klassieke engekleurde verharding) eerst de bitumineuzeen pas daarna de gekleurde verhardingaanbrengen, om vermenging of bevuiling tevermijden;• stortnaden boven andere voegen en opplaatsen onder zwaar verkeer vermijden;• maximaal tot 4 cm boven een scheurremmendetussenlaag affrezen;• de nodige wachttijd <strong>voor</strong> de afkoelingvan de pas aangebrachte asfaltlaag in achtnemen alvorens de verharding <strong>voor</strong> het verkeeropen te stellen.Bij fiets<strong>voor</strong>zieningen moet daarenboven metenkele bijzondere aandachtspunten rekeningworden gehouden.VlakheidDe vlakheid van het oppervlak is een essentiëleeis van fietsers. Dit belangrijke aspectmag dan ook op geen enkel ogenblik wordenverwaarloosd. Naast de bovenvermelde elementendient al vóór de verdichting nauwlettendop de volgende uitvoeringsaspecten teworden toegezien:• opstelling van de aandrijfrol van de wals tenopzichte van de werkrichting;• bij het verdichten van walsstrook veranderenop asfalt dat voldoende is afgekoeld;• bij het gebruik van trilwalsen het trilmechanismebij de laatste overgangen afzetten;• geen machines laten stilstaan op pas aangebrachtasfalt;• verzorgde uitvoering van langse en dwarsestortnaden.Zoals al gezegd, dient de nodige aandacht aande vlakheid en het draagvermogen van hetdraagvlak te worden besteed. Het draagvlakis de laag waarop de nieuwe verharding(slaag)moet komen. Elke laag dient als draagvlak <strong>voor</strong>de volgende. Naargelang van het project kan hetdus om de fundering, een gefreesd oppervlak(bij een inlay) of het oppervlak van de bestaandeverharding (bij een overlaging) gaan.Aanbrenging over kleine werkbreedtenEen beperking van de breedte kan de keuzevan asfaltlagen beïnvloeden. Als de asfaltaanvoeren het lossen in de asfaltspreidmachineernstig bemoeilijkt worden door een beperkingvan de breedte, zal de be<strong>voor</strong>rading vande machine moeizaam verlopen. Het is danaangewezen een asfaltsoort te kiezen waarbijde kwaliteit van de aangebrachte verhardingminder van de te verwachte geregelde stil-• vlakheid en draagvermogen van het draagvlak;• zorgvuldige hoogteregeling <strong>voor</strong> de aan tebrengen laag;• aanbrenging in een zo gelijkmatig mogelijklaagdikte;• <strong>voor</strong>zichtige besturing van de vrachtwagensdie de asfaltspreidmachine be<strong>voor</strong>raden:niet te bruusk tegen de machine aanrijdenen gelijkmatig uitstorten;• constante <strong>voor</strong>tgangssnelheid van de asfaltspreidmachine;• een zo constant mogelijk peil van het asfaltin de storttrechter;• degelijke en gelijkmatige <strong>voor</strong>verdichting;• op de banden of de rollen van de walsenmag geen asfalt blijven kleven;• wielsporen die tijdens het walsen ontstaangoed wegwerken;Aanbrenging over een kleine werkbreedte


45v e r h a r d i n g e nstanden te lijden heeft. Beperkte toegankelijkheidkan machinale uitvoering zelfs helemaalonmogelijk maken (kleinste werkbreedte vanasfaltspreidmachine is 1,5 m). Als dan tochasfalt moet worden aangebracht, gaat de <strong>voor</strong>keurnaar een asfaltmengsel dat handmatigminder lastig te verwerken is, bij<strong>voor</strong>beeldAB-4 of AB-8. De verwerkbaarheid kan ookworden verbeterd door zachter bitumen (bij<strong>voor</strong>beeldB 70/100) te gebruiken, <strong>voor</strong> zoverde verkeersbelasting het toelaat.Als de asfaltlagen tussen twee opstaande randenmoeten worden aangebracht, dient bij dekeuze van het materieel <strong>voor</strong> de aanvoer, despreiding en de verdichting rekening te wordengehouden met de beschikbare breedte. Er zijnverschillende mogelijkheden:• aanbrenging met een asfaltspreidmachinewaarvan de trilplaat zijwaarts is gesteld. Demachine wordt <strong>voor</strong>aan uit vrachtwagensbe<strong>voor</strong>raad;• aanbrenging met een asfaltspreidmachinemet kleine werkbreedte. Het asfaltmengselkan rechtstreeks uit de vrachtwagens wordengestort of de machine kan met een grijperkraanworden be<strong>voor</strong>raad. Het gebruikvan kleine laadwerktuigen is niet aan teraden, omdat het asfaltmengsel dan eerstop de grond moet worden gestort, wat deafkoeling versnelt;• aanbrenging met een spreidmachine die ophet naastgelegen wegdek rijdt en uitgerustis met een zijwaarts gesteld egalisatiebladmet verstelbare hoogte. Met een grijperkraanwordt het asfaltmengsel vrij gelijkmatig inhet rijwegbed gestort. Bij de aanbrengingvan een toplaag kan het soms moeilijk zijnom een constante werkbreedte aan te houden.Ook bestaat het gevaar dat asfalt ophet naastgelegen bestaande wegdek (bv. eenbetonweg) terechtkomt en het bevuilt;• de toplaag kan ook met een asfaltspreidmachinemet klassieke werkbreedte worden aangebracht,maar dan wordt het asfaltmengselbijna niet <strong>voor</strong>verdicht uit vrees het naastgelegenwegdek mee te trillen en de trilplaat tebeschadigen.Kruispunten en rotondesKenmerkend <strong>voor</strong> werkzaamheden op kruispuntenen rotondes is dat:• ononderbroken asfalteren zonder stilstand vande machines niet mogelijk is (het verkeer kanmeestal niet volledig worden onderbroken);• handwerk inherent blijft;• voegen en stortnaden niet uit te sluiten zijn.Om de nadelen hiervan te beperken, verdienthet aanbeveling een asfalttoplaag te kiezen dieminder <strong>voor</strong> deze problemen gevoelig is (bij<strong>voor</strong>beeldAB-4), als de verkeersbelasting hettenminste toelaat.Handmatige aanbrengingAls het asfaltmengsel handmatig moet wordenverwerkt (zeer kleine oppervlakten, complexevormen, enz.), wordt het in kleine hopenuitgestort. Men werkt over kleine breedten(maximum 3 m), om het materiaal te kunnenverdichten <strong>voor</strong> het afkoelt.GietasfaltGietasfalt wordt in een speciale asfaltmenginstallatiebereid. Het vereist echter een langeremengtijd, zodat het mengsel nadien noggedurende ten minste twee uren moet wordengemengd (vervoertijd inbegrepen).Het mengsel wordt in een verwarmde zelfrijdendeof <strong>voor</strong>tgetrokken menger vervoerd.Het automatische warmteregelingssysteem ismet de stuurcabine van de vrachtwagen verbonden.Als op een moeilijk bereikbare plaatsmoet worden gestort, kan het mengsel inkleine mobiele mengers worden overgeheveld.Het mengsel wordt doorgaans handmatig (ofmet een asfaltspreidmachine) op een schoonen droog draagvlak aangebracht. Het draagvlakvertoont geen blijvende vervormingen diegroter zijn dan de grenswaarden in het standaardbestek<strong>voor</strong> wegwerkzaamheden van hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest. Gietasfalt magniet worden aangebracht bij regenweer en alsde omgevingstemperatuur lager dan + 2 °C is.Gietasfalt is gemakkelijk handmatig en inkleine hoeveelheden op kleine en met vrachtwagensmoeilijk bereikbare oppervlakken aante brengen.


v e r h a r d i n g e n46BestrijkingenDe soort en de staat van het draagvlak bepalenin grote mate de kwaliteit van de aangebrachtebestrijking. Het draagvlak moet vlak zijn,want in tegenstelling met asfaltbeton werktdit materiaal geen onvlakheden weg. Het tebehandelen oppervlak moet homogeen zijn enmag geen spoorvorming vertonen. Eventueelzijn <strong>voor</strong>bereidende werkzaamheden nodig ofmoet een profileerlaag worden aangebracht.Nadat het draagvlak is schoongemaakt, wordtde emulsie aangebracht en met aggregratenafgestrooid. Ten slotte wordt de bestrijkingmet een zware verdichtingsmachine (doorgaanseen bandenwals) verdicht.De randen (trottoirs, trottoirbanden, weggoten)moeten worden beschermd, om bevuilingtijdens de aanbrenging te vermijden.Het is aangewezen bestrijkingen niet in hetnajaar aan te brengen. Als bestrijkingen inslechte weersomstandigheden (bij koud en/ofregenweer) worden verwerkt, kan dit de temperatuur<strong>voor</strong> de breking van de emulsie opwillekeurige wijze verhogen en de afvoer vanhet breekwater van de emulsie belemmeren.Bestrijkingen mogen al snel <strong>voor</strong> het verkeerworden opengesteld, maar zijn tijdens eenkorte periode vlak na de aanbrenging zeergevoelig <strong>voor</strong> sterke tangentiële krachten.De aanbrenging van bestrijkingen dient zeerzorgvuldig te gebeuren en vereist (in tegenstellingmet de gangbare opvattingen) bijzonderevaardigheden. Handmatige verwerking is uitden boze. Bestrijkingen kunnen “vetslaan” enzijn gevoelig <strong>voor</strong> rafeling. De waarborgen<strong>voor</strong> openbare werken mogen pas na een volledigjaar (winter en zomer) onder verkeerworden opgeheven.SlemlagenIn tegenstelling met bestrijkingen is met slemlagenwel een lichte profilering mogelijk. Deranden (trottoirs, trottoirbanden, weggoten)moeten worden beschermd, om bevuiling tijdensde aanbrenging te vermijden.Voor slemlagen gelden dezelfde beperkingen<strong>voor</strong> de verwerking en de openstelling <strong>voor</strong> hetverkeer als <strong>voor</strong> bestrijkingen (zie hierboven).3.3.2.11 Onderhoudseisen en -beperkingenWarm bereid asfaltNaast het gebruikelijke onderhoud kan gekleurdwarm bereid asfalt bijzondere onderhoudseisenstellen. Op fiets<strong>voor</strong>zieningen met eenlichtgekleurde asfaltverharding waar autoverkeeroptreedt, zijn bandensporen immers snellerzichtbaar dan op zwart asfalt. Ze kunnendoorgaans met water onder hoge druk wordenverwijderd, zonder de duurzaamheid negatiefte beïnvloeden. Plaatselijke reparaties zijn zeldengeslaagd, omdat dezelfde tinten moeilijkreproduceerbaar zijn.GietasfaltIn vergelijking met warm bereid asfalt vergtgietasfalt weinig onderhoud. Gietasfalt heefteen lange levensduur, omdat het ondoorlatendis en slechts langzaam veroudert. Behalve ingeval van hoge stroefheid, is het oppervlakgemakkelijk schoon te maken. De stroefheiden de voegvulling dienen geregeld te wordengeverifieerd. Reparaties met hetzelfde productzijn gemakkelijk uit te voeren. Gietasfalt kan inkleine hoeveelheden op de bouwplaats in eenmobiele menger worden bereid.Het zwakke punt is de nieuwe voeg die bijreparaties in het oppervlak ontstaat.De bovenvermelde overwegingen <strong>voor</strong> gekleurdwarm bereid asfalt gelden eveneens <strong>voor</strong>gekleurd gietasfalt.BestrijkingenBestrijkingen hebben een beperktere levensduurdan warm bereid asfalt of gietasfalt. Reparatiesmet hetzelfde product vormen geen probleem,maar na reiniging met water onder hoge drukkan rafeling optreden.SlemlagenVoor slemlagen is <strong>voor</strong>al het behoud van destroefheid van het oppervlak een belangrijkaandachtspunt. De stroefheid kan eenvoudigworden hersteld door een nieuwe slemlaagaan te brengen. Het gevaar <strong>voor</strong> rafeling nareiniging met water onder hoge druk hangt afvan de textuur en is geringer dan bij bestrijkingen.


47v e r h a r d i n g e n3.3.2.12 KostenInvesteringskostenRichtprijzen <strong>voor</strong> het aanbrengen van de verschillendesoorten van asfaltlagen staan vermeldop de productbladen in de Handleiding<strong>voor</strong> de keuze van de asfaltverharding bij hetontwerp of onderhoud van wegconstructies(A 78/06) van het OCW.De kleur wordt meestal verkregen door eenpigment toe te passen. Ter ondersteuning kanhet soms nuttig of zelfs nodig zijn de aggregaten(zoals bij bestrijkingen) of het bindmiddel(pigmenteerbaar synthetisch bindmiddel) aante passen. Deze aanpassingen en de kleurkeuzehebben een niet te onderschatten invloed op dekostprijs van de verharding.Daarom worden de verschillende soorten vanelementenverhardingen hierna afzonderlijkbeschreven.Door de vele variatiemogelijkheden op het vlakvan kleur en textuur en de goede verwerkbaarheidmet andere verhardingsmaterialen zijnelementenverhardingen bijzonder geschikt omde leesbaarheid en de zichtbaarheid van deverkeersruimte te verhogen.Elementenverhardingen maken kabels en leidingensnel en gemakkelijk toegankelijk, wantze kunnen in kleine hoeveelheden verwijderden opnieuw aangebracht worden.OnderhoudskostenBitumineuze verhardingen hebben doorgaanseen beperktere levensduur dan betonverhardingen,maar hebben dan weer relatief lageonderhoudskosten.Zij kunnen worden bepaald met behulp vande richtprijzen op de productbladen in debovenvermelde OCW-handleiding (A 78/06).De productbladen geven ook richtwaarden<strong>voor</strong> de duurzaamheid van de verschillendebitumineuze producten.Over het algemeen bieden bitumineuze verhardingeneen goede prijs-duurzaamheidverhouding.De kostprijs is laag in vergelijkingmet verhardingen van beton of synthetischepolymeren. Gekleurd asfalt is dubbel zo duurals zwart asfalt.Betonsteenbestrating draagt bij aaneen begrijpelijk wegbeeld3.4 ElementenverhardingenWe onderscheiden de volgende soorten vanelementenverhardingen die <strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningenworden toegepast: betonstraatstenen,betontegels, straatkeien, natuursteentegels enkleiklinkers. Elke soort heeft <strong>voor</strong>- en nadelenen stelt bijzondere eisen aan het ontwerp, deopbouw en de uitvoering van de constructie.Fiets<strong>voor</strong>ziening met een verharding van tegels20 x 20 cm


v e r h a r d i n g e n48Zoals <strong>voor</strong> de andere verhardingssoorten hangtde opbouw van elementenverhardingen af vande soort van fiets<strong>voor</strong>ziening. Fiets<strong>voor</strong>zieningenop of naast de rijbaan (gemarkeerdefietspaden, fietssuggestiestroken en kruisingenvan een vrijliggend fietspad met een weg)hebben doorgaans dezelfde verharding enopbouw als de rijbaan. Het spreekt vanzelfdat de verharding volgens de regels van degoede praktijk moet worden ontworpen enuitgevoerd. Op vrijliggende fietspaden treedtdoorgaans slechts occasioneel zwaar verkeer(onderhouds- en hulpdiensten) op, zodat minderstrenge eisen aan de verharding en deopbouw nodig zijn. Elementenverhardingenmoeten echter steeds goed worden opgesloten.3.4.1.1.a Soorten van betonstraatstenen enbetontegelsBetonstraatstenen en -tegels zijn beschikbaar ineen ruim gamma van kleuren, texturen en afmetingen.Door die variatiemogelijkheden kunnenfiets<strong>voor</strong>zieningen duidelijk van naastgelegenverkeerszones <strong>voor</strong> andere weggebruikers wordenonderscheiden. Door verschillend kleurgebruik(eventueel aangevuld met wegmarkeringenvan bv. witte stenen) kunnen de verschillendesoorten van weggebruikers veilig door het verkeerworden geloodst, terwijl de verharding tochmet hetzelfde materiaal is aangelegd.3.4.1 Betonstraatstenenen betontegels3.4.1.1 Algemene beschrijving enaanbevelingenFietsoversteek met een verharding vanrode betonstraatstenen, aangevuld metwegmarkeringen van witte stenenDoorlopend gebruik van betonstraatstenen opde fietsoversteek aan een zijstraat geeft decontinuïteit van het fietstraject aanVrijliggend tweerichtingsfietspad meteen verharding van betontegels


49v e r h a r d i n g e nGoed ontworpen verhardingen (smalle voegen,kleine afschuiningen, geschikte afmetingenen aangepast legverband) bieden fietsers eengoed rijcomfort. Onderzoek met de zogenoemdemeetfiets 2 heeft aangetoond datbetonstraatstenen met grote afmetingen die inhalfsteensverband en met voegen van maximaal2 mm breed zijn gelegd, comfortabelrijden. Betonstraatstenen met vellingen (horizontalerandafschuining kleiner dan 2 mm)<strong>voor</strong>komen dat fietsers hinder van kleine niveauverschillentussen de stenen ondervinden.Betonstraatsteen met vellingen3.4.1.1.b Opbouw van de constructieDe constructie is opgebouwd uit een fundering,een straatlaag waarin de betonstraatstenen of-tegels worden gelegd, voegvullingsmateriaalen een kantopsluiting. Een goede kantopsluitingis onmisbaar om zijdelingse bewegingenvan de elementen uit te sluiten.Voor de opbouw dient rekening te wordengehouden met de verwachte verkeersbelasting.HalfsteensverbandVoor betonstraatstenen onderscheiden wevolgens het verkeerstype vier klassen (zietabel 1). Vrijliggende fietspaden behoren totverkeersklasse IV, gemarkeerde fietspaden enfietssuggestiestroken behoren tot dezelfde verkeersklasseals de rijbaan.Tabel 1 – Klassenindeling volgens het verkeerstypeVerkeersklasseVoetgangers,fietsers enbromfietsersVerkeerstypeLichtevoertuigen(< 3,5 ton)Zwarevoertuigen(> 3,5 ton)BouwklassenvolgensstandaardbestekVlaanderenI Onbeperkt Max. 5 000/dag Max. 400/dag B6-B7II Onbeperkt Max. 5 000/dag Max. 100/dag B8-B9III Onbeperkt Max. 500/dag Max. 20/dag B10IV Onbeperkt Occasioneel Geen BF2. Zie 3.1 Algemene aanbevelingen <strong>voor</strong> alle verhardingssoorten


v e r h a r d i n g e n50Tabel 2 – Aanbevolen standaardopbouw volgens de verkeersklasseVerkeersklasse I II III IVSteendikte10 cm of12 cm8 cm of10 cm8 cm of10 cm7 cm of8 cmDikte van de straatlaag 3 cm 3 cm 3 cm 3 cmSoort en dikte van de funderingDroog verdicht beton 20 cm 15 cm – –Schraal beton 25 cm 20 cm 15 cm –Drainerend schraalbetonHydraulisch gebondensteenslag– 20 cm 15 cm –– 25 cm 15 cm –Zandcement – – 20 cm 15 cmSteenslag – 35 cm 25 cm 15 cmElke verkeersklasse stemt met een aanbevolenstandaardopbouw overeen. De ontwerplevensduurvan de <strong>voor</strong>gestelde standaardopbouwbedraagt twintig jaar.Betontegels zijn beschikbaar in dikten van 3 tot8 cm. Wegens de grote oppervlak-dikteverhoudingzijn zij niet geschikt <strong>voor</strong> wegen onderverkeer. Zij worden dan ook alleen <strong>voor</strong> voetgangers-en/of fiets<strong>voor</strong>zieningen toegepast.Betontegels worden op een straatlaag van3 cm dik van zand, zandcement of mortelgelegd. Op plaatsen waar occasioneel verkeerkan optreden (bij<strong>voor</strong>beeld aan inritten), wordtde fundering passend versterkt.Het is aanbevolen betontegels met afmetingen20 x 20 cm toe te passen, om verschuiven,loskomen of andere schade (breken of afbrokkelen)bij occasioneel verkeer (onderhoudsvoertuigen,enz.) te vermijden.3.4.1.2 Bijzondere eisen en aanbevelingen<strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen3.4.1.2.a StroefheidDe stroefheid van het oppervlak hangt afvan de gekozen oppervlakbehandeling. Betonstraatstenenen -tegels bezitten doorgaans eengoede stroefheid.3.4.1.2.b VlakheidDe vlakheid van het oppervlak bepaalt in grotemate het comfortgevoel van de fietser. Bijverhardingen van betonstraatstenen of -tegelshangt de vlakheid af van een aantal parameterszoals de afmetingen, het legverband, de vellingkanten de voegbreedte. Onderzoek van hetOCW met de meetfiets heeft aangetoond datde beste resultaten worden bereikt met groterebetonstraatstenen (22x11 cm; 20x30 cm), metkleine vellingen (maximaal 2 mm) en smallevoegen (2 mm). Een elleboog- of halfsteensverbandlijkt geschikt <strong>voor</strong> gemarkeerde fietspadenen fietssuggestiestroken.Bij betontegels wordt het halfsteensverband bij<strong>voor</strong>keur in de dwarsrichting uitgevoerd, omhinderlijke langsvoegen te <strong>voor</strong>komen.


51v e r h a r d i n g e nElleboogverband3.4.1.2.c AfwateringMeer nog dan bij andere verhardingssoortenis <strong>voor</strong> elementenverhardingen een goedeafwatering noodzakelijk. Als zich teveel waterin de constructie ophoopt, ontstaat een suspensievan fijne deeltjes in het ingeslotenwater. Onder invloed van verkeersbelastingentreedt een “pompeffect” op. Fijne zanddeeltjesworden weggespoeld en door de voegen uitgedreven.Door de trillingen van het verkeerwordt de straatlaag herverdicht en ontstaanplaatselijke verzakkingen.Tegelverhardingen zijn zeer gevoelig <strong>voor</strong>opstuwende boomwortelsFOUTGOEDVoor een goede afwatering wordt bij <strong>voor</strong>keureen dwarshelling van 2 % aangebracht.Bij ongebonden funderingen kan indringendwater via de ondergrond worden afgevoerd.Bij cementgebonden funderingen (met uitzonderingvan drainerend schraal beton) moetenzijdelingse drainage<strong>voor</strong>zieningen wordenaangebracht.3.4.1.2.d Obstakelvrij parcours<strong>Verhardingen</strong> van betonstraatstenen of -tegelszijn zeer gevoelig <strong>voor</strong> opstuwende boomwortels.Figuur 1 – Aan bijzondere punten mogengeen stenen kleiner dan een halve steenworden verwerktBetonstraatstenen of -tegels zijn eenvoudig incomplexe vormen aan te brengen, wat ondermeer handig is aan bijzondere punten zoalsputdeksels, enz. Daarbij mogen echter geente kleine elementen worden gebruikt (<strong>voor</strong>betonstraatstenen geen stenen kleiner dan eenhalve steen), want die kleine stukken komen tegemakkelijk los.3.4.1.2.e Leesbaarheid – ZichtbaarheidZoals al gezegd, dragen de variatiemogelijkhedenop het gebied van kleur en legverbandaan een begrijpelijk wegbeeld bij. Betonstraatstenenen -tegels kunnen duurzaam wordengekleurd in de slijtlaag (bovenste 8 mm) ofin de massa. De toevoeging van gekleurde


v e r h a r d i n g e n52aggregaten, eventueel gecombineerd met hetuitwassen van het oppervlak, zal de duurzamekleuring nog verbeteren. Betontegels biedenminder variatiemogelijkheden op het gebiedvan legverband.• een goede kantopsluiting (bij vrijliggendefietspaden aan beide kanten), om bewegingenvan de elementen tegen te gaan;• van bij de openstelling <strong>voor</strong> het verkeersteeds goed gevulde voegen, om kantelenvan de elementen en indringend water in deconstructie te <strong>voor</strong>komen;• toepassing van geschikte materialen vangoede kwaliteit in aangepaste hoeveelheden.De straatlaag mag geen overmaat aanfijne deeltjes bevatten, om uitdrijving onderinvloed van zwaar verkeer tegen te gaan;• goede bestandheid tegen wegenzout.3.4.1.2.h Ruimtelijke kwaliteit en beperkingenDoor het ruime gamma van kleuren, afmetingenen legverbanden kunnen fiets<strong>voor</strong>zieningenmet een betonsteen- of tegelverhardingin de meest uiteenlopende omgevingen harmonieusworden ingepast. Zo bieden zij bij<strong>voor</strong>beeld<strong>voor</strong> historische sites een aanvaardbaar(en vlakker) alternatief <strong>voor</strong> straatkeien.Verharding van rode betontegels <strong>voor</strong>een fietsoversteek op een aarden tussenberm3.4.1.2.f NetheidIn de voegen van betonsteen- en tegelverhardingenzal zich sneller onkruid nestelen danin gesloten verhardingen. De remedies tegenonkruidgroei worden in 3.4.2.2.k beschreven.Door het ruime gamma kunnenbetonstraatstenen in tal van omgevingenworden ingepast3.4.1.2.g DuurzaamheidVoor betonsteenverhardingen wordt doorgaansuitgegaan van een ontwerplevensduurvan twintig jaar, op <strong>voor</strong>waarde dat zij correctontworpen, uitgevoerd en onderhoudenworden.Voor de duurzaamheid van betonsteen- entegelverhardingen zijn de volgende aandachtspuntenvan essentieel belang:• een correcte opbouw van de constructie (zie3.4.1.1.b en figuur 2);Zoals al gezegd, maken zij kabels en leidingensnel en gemakkelijk toegankelijk, want ze kunnenin kleine hoeveelheden worden verwijderden opnieuw aangebracht. Net zoals bij nieuweverhardingen moeten de fundering, de straatlaagen de elementen dan volgens de regels vande goede praktijk worden verdicht.3.4.1.2.i Gezondheid <strong>voor</strong> mens en milieuBetonstraatstenen en -tegels zijn in wezenmilieuvriendelijk. Ze zijn duurzaam en kunnenna het opbreken worden hergebruikt of totbetonpuingranulaten worden gerecycled.


53v e r h a r d i n g e n3.4.1.2.j Uitvoeringseisen en -beperkingenEen correcte uitvoering vormt de basis <strong>voor</strong>een lange levensduur. De volgende regelsvan de goede praktijk moeten daarbij wordennageleefd:• een zorgvuldige uitvoering van de constructievolgens het ontwerp en de regels van degoede praktijk;• een goede kantopsluiting, om bewegingenvan de elementen tegen te gaan. De kantopsluitingis opgebouwd uit opsluitbanden(en eventueel een gootband of weggoot)die in een fundering met stut van schraalbeton zijn vastgezet, om bewegingen vande elementen te <strong>voor</strong>komen (zie 5, 6 en 7in figuur 2);• goed aftrillen van de elementen, samen metde straatlaag en de voegvulling;• steeds goed gevulde voegen, zodat de verhardingals een geheel werkt.3.4.1.2.k Onderhoudseisen en -beperkingenVoor een goede duurzaamheid moeten de voegensteeds goed gevuld zijn. Ze moeten danook geregeld worden geverifieerd en zo vaakals nodig met geschikt voegvullingsmateriaalworden bijgevuld.Goed gevulde voegen en een intensief gebruikvan de fiets<strong>voor</strong>zieningen helpen ook onkruidgroeitegen te gaan. Ten slotte kunnen onderhoudstechniekenzoals bezemen, branden,reinigen met stoom, enz. worden toegepastom verhardingen onkruidvrij te houden. Vooreen gemakkelijke toegankelijkheid kan eenkleine tractor worden gebruikt.Betonstraatstenen en -tegels zijn goed bestandtegen chemische agentia (zoals koolwaterstof).Afhankelijk van de porositeit en de oppervlaktextuurzijn de elementen gevoeliger <strong>voor</strong>mos- of algenvorming en zal vuil zich gemakkelijkerin het oppervlak nestelen. Eventueelkan een preventieve behandeling worden toegepastom dergelijke bevuiling tegen te gaanen het onderhoud te vergemakkelijken.3.4.1.2.l KostenKantopsluitingen zijn onmisbaar <strong>voor</strong> duurzamebetonsteen- en tegelverhardingen. Zijleiden wel tot een hogere kostprijs, <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong>vrijliggende fietspaden waar aan weerszijdeneen opsluiting nodig is.Ten slotte is het leggen van betonstraatstenenen -tegels relatief arbeidsintensief.1 2356472%1: Straatstenen of tegels2: Straatlaag3: Fundering4: Onderfundering5: Gootband/weggoot6: Opsluitband7: Fundering en stutvan schraal betonFiguur 2 – Voorbeeld van een opbouw


v e r h a r d i n g e n543.4.2 Straatkeien ennatuursteentegels<strong>Verhardingen</strong> van straatkeien en natuursteentegelsbieden geen optimaal rijcomfort. Opstraatkeien is het rijcomfort zelfs eerder slecht.Het is dan ook niet wenselijk ze <strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningentoe te passen.hangen af van het verkeerstype op de weg.De keien kunnen in waaierverband, schelp- ofpauwstaartverband, schubbenverband, cirkelboog-of segmentverband worden gelegd.3.4.2.1 Algemene beschrijving enaanbevelingen3.4.2.1.a Geometrische kenmerken vanstraatkeien en natuursteentegelsStraatkeienStraatkeien zijn nieuwe of oude keien vannatuursteen <strong>voor</strong> bestratingen. Zowel nieuweals hergebruikte keien moeten aan de eisen<strong>voor</strong> de vorm en de afmetingen voldoen.Figuur 4a – WaaierverbandIn de wegenbouw worden traditioneel tweeformaten toegepast: langwerpige keien enmozaïekkeien.Langwerpige keien hebben de vorm van eenparallellipedum met ongeveer de volgendeafmetingen:• kopbreedte: ongeveer 15 cm;• koplengte: 15 tot 25 cm;• staarthoogte: 8 tot 20 cm.De gekozen afmetingen hangen af van het verkeerstypeop de weg.De keien worden in rechte lijnen en met verspringendevoegen gelegd.Figuur 4b – Schelp- of pauwstaartverbandMozaïekkeien zijn kubusvormig met een zijvlakvan 7 tot 13 cm. De gekozen afmetingenFiguur 3 – Legverband <strong>voor</strong> langwerpige keien:in rechte lijnen en met verspringende voegenFiguur 4c – Schubbenverband


55v e r h a r d i n g e nis kalksteen niet geschikt. Kalksteen is te zachten slijt door de inwerking van het verkeer snelaf. Ook een stroefmakende oppervlakbehandelingheeft maar een tijdelijk effect en kan niet<strong>voor</strong>komen dat het gesteente onder invloedvan het verkeer vlug afslijt en glad wordt.Figuur 4d – Cirkelboog- of segmentverbandEr bestaan ook gezaagde keien. Dat zijn straatkeienwaarvan de kop is afgezaagd, om hetrijcomfort te verbeteren.De gekozen soort van natuursteen (porfier,zandsteen of graniet) heeft geen invloed op hetlegverband. De keuze <strong>voor</strong> een bepaalde soortsteunt <strong>voor</strong>namelijk op esthetische (kleur)overwegingenof heeft tot doel de zichtbaarheidvan een fiets<strong>voor</strong>ziening te bevorderen.3.4.2.1.c Opbouw van de constructieDe constructie is opgebouwd uit een (onder)fundering, een straatlaag waarin de elementenworden vastgezet en voegvullingsmateriaal.Een kantopsluiting is onmisbaar, om zijdelingsbewegen van de elementen tegen te gaan.Straatkeien kunnen worden toegepast opwegen met maximaal 5 000 voertuigen per dag(1 vrachtwagen wordt gelijkgesteld met 100voertuigen) en een maximale toegestane snelheidvan 50 km/h. Voor wegen met drukker ofsneller verkeer dient een ander verhardingsmateriaalte worden gekozen.Gezaagde keien bieden een beter rijcomfortdan klassieke straatkeienNatuursteentegelsNatuursteentegels onderscheiden zich vanstraatkeien door de lengte-dikteverhouding.Met name:• natuursteentegels: L/d > 4 ;• straatkeien: L/d ≤ 4.Natuursteentegels hebben de vorm van eenvierkant of een rechthoek. Zij kunnen tot 1 mlang zijn.3.4.2.1.b Soorten van natuursteenStraatkeien en natuursteentegels <strong>voor</strong> wegverhardingenzijn doorgaans van porfier, zandsteenof graniet. Voor wegen met autoverkeerWegens de lengte-dikteverhouding > 4 wordennatuursteentegels doorgaans niet <strong>voor</strong> wegenonder autoverkeer toegepast. Het toepassingsgebiedbeperkt zich overwegend tot voetgangerszonesen/of fiets<strong>voor</strong>zieningen.Voor de opbouw dient steeds een coherentconcept te worden gevolgd. Daar<strong>voor</strong> zijn tweemogelijkheden:• flexibel en doorlatend concept;• stijf en ondoorlatend concept.Die logica geldt ook <strong>voor</strong> de straatlaag en devoegen.Bij stijve voegen (met hydraulisch gebondenen dus in principe ondoorlatend voegvullingsmateriaal)moet ook de straatlaag vanstijf materiaal (zandcement of mortel) zijn,om te <strong>voor</strong>komen dat de voegen door lichtezettingen in de ongebonden onderlagen gaanscheuren.


v e r h a r d i n g e n56Figuur 5 – Stijf en ondoorlatend concepBij doorlatende voegen (bij<strong>voor</strong>beeld metzand als voegvullingsmateriaal) moeten ookde onderliggende lagen doorlatend zijn,zodat indringend water wordt afgevoerd enzich niet in de constructie ophoopt.Figuur 6 – Flexibel en doorlatend conceptTabel 3 – Afstemming tussen het materiaal <strong>voor</strong> de straatlaag en hetvoegvullingsmateriaalStraatlaagVoegvullingsmateriaalZandZandBitumineuze mortelZandcementZandcementCementmortelBitumineuze mortelMortelCementmortel


57v e r h a r d i n g e nDe straatlaag mag niet te dik zijn en is zo gelijkmatigmogelijk.Het oppervlak van een straatkei- of tegelverhardingwordt onvermijdelijk door voegenonderbroken, wat een nadelig effect op hetrijcomfort kan hebben.De voegbreedte is afhankelijk van het gekozenvoegvullingsmateriaal. Met name:• <strong>voor</strong> straatkeien: 10 tot 15 mm;• <strong>voor</strong> natuursteentegels: 5 tot 15 mm.3.4.2.1.c Onderhoud van de verharding<strong>Verhardingen</strong> van straatkeien of natuursteentegelsvergen het volgende onderhoud:• geregelde inspectie van de voegen. Legevoegen bijvullen (als ongebonden voegvullingsmateriaal,bij<strong>voor</strong>beeld zand, isgebruikt) of beschadigde voegen repareren(als hydraulisch gebonden voegvullingsmateriaalis toegepast);• plaatselijke verzakkingen repareren;• onkruidgroei in de voegen tegengaan.3.4.2.2 Bijzondere eisen en aanbevelingen<strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen3.4.2.2.a StroefheidIn vergelijking met andere verhardingsmaterialenworden straatkeien en natuursteentegelsals glad beschouwd.De stroefheid van het verhardingsoppervlakhangt af van de oppervlakbehandeling (behakt ofgezaagd <strong>voor</strong> straatkeien; gezaagd, gebouchardeerd,gegroefd, enz. <strong>voor</strong> natuursteentegels),van het aantal voegen en van de voegbreedte.Gezaagde keien of natuursteentegels en smallevoegen zorgen <strong>voor</strong> een beter rijcomfort, maarmaken het verhardingsoppervlak gladder.3.4.2.2.b VlakheidDe vlakheid van het keiwerk of de tegelverhardingbepaalt in hoge mate het comfortgevoelvan de fietser. De vlakheid van hetoppervlak hangt af van verscheidene factorenzoals de afmetingen van de keien of tegels,het gekozen legverband en de voegbreedte.3.4.2.2.c AfwateringZoals bij alle elementenverhardingen is ookbij straatkeien en natuursteentegels eengoede afwatering is van essentieel belang.Als zich water in de straatlaag of de funderingophoopt, treedt onder invloed van het verkeereen zogenoemd pompeffect op. Fijne zanddeeltjesworden door de voegen uitgedrevenen er ontstaan plaatselijke verzakkingen.Voor een goede afwatering wordt bij <strong>voor</strong>keureen dwarshelling van 2 % aangebracht.Bij ongebonden funderingen kan indringendwater via de ondergrond worden afgevoerd.Bij cementgebonden funderingen (met uitzonderingvan drainerend schraal beton) moetenzijdelingse drainage<strong>voor</strong>zieningen wordenaangebracht.3.4.2.2.d Obstakelvrij parcours<strong>Verhardingen</strong> van straatkeien of natuursteentegelszijn zeer gevoelig <strong>voor</strong> opstuwendeboomwortels. Omwille van de legverbandenis het ook moeilijk straten rond bijzonderepunten zoals putdeksels en rioolkolken.3.4.2.2.e Leesbaarheid - ZichtbaarheidDe keuze van een bepaalde natuursteensoort ende bijbehorende kleur, en in zekere mate ookvan het legverband, kan de leesbaarheid en dezichtbaarheid van het fietstraject bevorderen.3.4.2.2.f NetheidNatuursteentegels zijn goed bestand tegenagressieve agentia en koolwaterstof. Kalksteenis gevoelig <strong>voor</strong> zuren. Afhankelijk van deporositeit van de gekozen steensoort kunnenzij gevoeliger zijn <strong>voor</strong> bevuiling door olie- enandere vlekken.Vooral in voegen met ongebonden en doorlatendvoegvullingsmateriaal kan zich snelleronkruid nestelen dan in gesloten verhardingen.De remedies tegen onkruidgroei zijn dezelfdeals <strong>voor</strong> betonstraatstenen (zie 3.4.1).3.4.2.2.g DuurzaamheidAls ze correct zijn ontworpen, uitgevoerd enonderhouden, kunnen verhardingen van straatkeienof natuursteentegels duurzaam zijn. Vancruciaal belang daarbij zijn:


v e r h a r d i n g e n58• een correcte opbouw van de constructie;• een goede en op het verkeer afgestemdekantopsluiting;• van bij de openstelling <strong>voor</strong> het verkeersteeds goed gevulde voegen, om de stabiliteitte waarborgen en indringend water in deconstructie te <strong>voor</strong>komen;• toepassing van materialen van goede kwaliteit,<strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> de straatlaag.3.4.2.2.h Ruimtelijke kwaliteit enbeperkingenOmwille van de kleur en het traditionele aanzienwordt soms (bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> historischesites) aan straatkeien of natuursteentegels vastgehouden.Dan zijn gezaagde, kleinere keien oftegels aan te bevelen. Soms worden ook comfortstrokenvan gezaagde keien aangelegd.Behalve wanneer mortel <strong>voor</strong> de straatlaag enals voegvullingsmateriaal is toegepast, kunnenverhardingen van keien of tegels gemakkelijk(ook in kleine hoeveelheden) verwijderd enopnieuw gelegd worden. Net zoals bij nieuweverhardingen moeten de fundering, de straatlaagen de elementen dan volgens de regelsvan de goede praktijk worden verdicht.3.4.2.2.i Gezondheid <strong>voor</strong> mens en milieuStraatkeien en natuursteentegels hebben eenlange levensduur, wat het veelvuldige gebruikvan oude keien in wegenbouwprojecten verklaart.Zoals al gezegd, dienen de voegen geregeld(bij<strong>voor</strong>beeld twee maal per jaar) te wordengeïnspecteerd. Lege of beschadigde voegenworden met geschikt voegvullingsmateriaalbijgevuld of gerepareerd.Verzakkingen moeten terug op niveau wordengebracht. Stilstaand water kan geleidelijkdoor lege of beschadigde voegen in de constructiedringen, met nadelige gevolgen <strong>voor</strong>de stabiliteit.3.4.2.2.l KostenNatuursteen van goede kwaliteit is duur. Deaanbrenging van verhardingen van keien ofnatuursteentegels vereist bijzonder vakmanschapen is arbeidsintensief. Kantopsluitingenzijn onmisbaar en bepalen mee de hogerekostprijs.3.4.3 KleiklinkersKlinkers zijn uit hoogwaardige kleisoorten bijzeer hoge temperatuur hardgebakken stenen<strong>voor</strong> bestrating. De vorm en de afmetingen vanklinkers en betonstraatstenen stemmen grotendeelsovereen. Ze worden dan ook op een gelijksoortigemanier gelegd. Omdat de Europesenorm NBN EN 1344 <strong>voor</strong> kleiklinkers in vergelijkingmet betonstraatstenen grotere maximalemaatafwijkingen toelaat, vertonen klinkerverhardingenbredere en variabeler voegen.3.4.2.2.j Uitvoeringseisen en -beperkingenEen correcte uitvoering vormt de basis <strong>voor</strong>een lange levensduur. De volgende regels vande goede praktijk dienen daarbij te wordennageleefd:• een goede kantopsluiting, om horizontalebewegingen van de elementen tegen tegaan;• steeds goed gevulde voegen, zodat de verhardingals een geheel werkt.3.4.2.2.k Onderhoudseisen en -beperkingenHet gekozen voegvullingsmateriaal moetbestand zijn tegen uitzuiging door reinigingmet borstelwagens.Kleiklinkers


59v e r h a r d i n g e n3.4.3.1 Algemene beschrijvingen aanbevelingen3.4.3.1.a Soorten van kleiklinkersKleiklinkers zijn beschikbaar in een ruimewaaier van kleuren. Met het standaardformaat(22x11 cm) kunnen ze in alle klassieke verbandenworden gelegd (halfsteensverband, keperverband,visgraatverband, enz.).3.4.3.1.b Opbouw van de constructieOok de opbouw en het toepassingsgebied vanklinkerverhardingen zijn vergelijkbaar met dievan betonsteenverhardingen.De constructie is opgebouwd uit een (onder)fundering, een straatlaag waarin de klinkersworden gelegd en voegvullingsmateriaal (zand,zandcement of mortel). Een kantopsluiting isnoodzakelijk om zijdelingse bewegingen vande klinkers tegen te gaan.Klinkerverhardingen kunnen worden toegepastop wegen met maximaal 5 000 voertuigen perdag (1 vrachtwagen wordt gelijkgesteld met100 voertuigen) en een maximale toegestanesnelheid van 50 km/h.De verkeersklassen en aanbevolen standaardopbouw<strong>voor</strong> betonstraatstenen (zie 3.4.1) zijnook <strong>voor</strong> klinkers van toepassing.3.4.3.2 Bijzondere eisen en aanbevelingen<strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningen3.4.3.2.a StroefheidKlinkers hebben een relatief glad oppervlak, inhet bijzonder bij nat weer en vorst.3.4.3.2.b VlakheidWegens de doorgaans bredere en variabelevoegen wordt de vlakheid (en het rijcomfort)van klinkerverhardingen minder gunstig beoordeelddoor fietsers.3.4.3.2.c AfwateringZoals bij de andere elementenverhardingen iseen goede afwatering (onder meer door middelvan een dwarshelling van 2 %) noodzakelijk,om schade door de inwerking van water te<strong>voor</strong>komen. Indien mortel als voegvullingsmateriaalwordt toegepast, is een goede drainageop het niveau van de straatlaag noodzakelijk.3.4.3.2.d Obstakelvrij parcoursKlinkerverhardingen zijn gevoelig <strong>voor</strong> vervormingen(bij<strong>voor</strong>beeld door opstuwende boomwortels).3.4.3.2.e Leesbaarheid – ZichtbaarheidKleuren, afwerkingen, formaten en legverbandenvan klinkers kunnen aan de leesbaarheiden zichtbaarheid bijdragen. Door de samenstellingen het productieproces bezitten ze eennatuurlijke, kleurvaste tint.3.4.3.2.f NetheidKlinkers zijn haast volledig ondoorlatend endus weinig gevoelig <strong>voor</strong> mos- en algenvormingen goed bestand tegen bevuiling door olie- enandere vlekken. Als de voegen met zand zijngevuld, zal er zich sneller onkruid nestelen danin gesloten verhardingen.3.4.3.2.g DuurzaamheidKlinkers zijn hard en slijtvast. Ze gaan lang meeen kunnen worden hergebruikt. Ze zijn goedbestand tegen vorst en chemische agentia.Klinkerverhardingen kunnen duurzaam zijn alsze <strong>voor</strong> wegen met weinig of geen autoverkeerworden toegepast, correct zijn opgebouwden goed zijn opgesloten. Als er autoverkeeroptreedt, zijn voegen met zandcement aanbevolen.Met mortel gevoegde klinkerverhardingenmogen pas <strong>voor</strong> het verkeer wordenopengesteld als de mortel voldoende uitgeharden sterk is (ten minste 24 uren).3.4.3.2.h Ruimtelijke kwaliteiten beperkingenDe bredere, variabele voegen en het gladdeoppervlak maken klinkerverhardingen mindercomfortabel <strong>voor</strong> fietsers. Als ze omwille vande natuurlijke, kleurvaste tint toch <strong>voor</strong> fiets<strong>voor</strong>zieningenworden toegepast (bij<strong>voor</strong>beeld<strong>voor</strong> een esthetische inpassing in een historischeomgeving), moeten ze strak wordengelegd zodat de voegen niet te breed zijn.


v e r h a r d i n g e n60Net zoals andere elementenverhardingen makenzij kabels en leidingen snel en gemakkelijk toegankelijk,want ze kunnen in kleine hoeveelhedenworden verwijderd en opnieuw gelegd(behalve als ze met mortel zijn gevoegd). Netzoals <strong>voor</strong> nieuwe bestratingen dient dit uiteraardvolgens de regels van de goede praktijkte gebeuren.3.4.3.2.i Gezondheid <strong>voor</strong> mens en milieuKlinkers bevatten geen schadelijke elementen<strong>voor</strong> het milieu: ze worden gebakken uit eennatuurlijke grondstof, zonder toevoeging vankleurstoffen. De productie vindt in tunnelovensplaats, wat op energie helpt te besparen. Hetgebruik van aardgas beperkt de emissies.Klinkers kunnen na het opbreken worden hergebruikt.3.4.3.2.j Uitvoeringseisen en -beperkingenEen zorgvuldige uitvoering van de constructievolgens het ontwerp en de regels van degoede praktijk vormen de basis van een langelevensduur.Met mortel als voegvullingsmateriaal vormenstraatlaag, mortel en klinkers een monolithischgeheel. Bij oppervlakken van meer dan20 m 2 moeten dan uitzetvoegen worden aangebracht.3.4.3.2.k Onderhoudseisen en -beperkingenKlinkerverhardingen zijn onderhoudsvriendelijk.Als ze met zand zijn gevoegd, volstaatgeregeld bijvullen van lege voegen en gewoonbezemen. Reiniging onder hoge druk is danaf te raden, om te vermijden dat het voegvullingsmateriaalwordt weggespoeld en -gezogen.De klinkers worden dan ook poreuzer engevoeliger <strong>voor</strong> mos- en algenvorming.Met mortel gevoegde klinkerverhardingen moetenongeveer om de drie jaar met water onderhoge druk en potassium worden behandeld.3.4.3.2.l KostenDe onmisbare kantopsluitingen, de arbeidsintensieveaanbrengingswijze en het vereistevakmanschap verklaren de hogere kostprijs.3.5 Materialen<strong>voor</strong> groengebiedenHet Brussels Hoofdstedelijk Gewest is eenoverwegend stedelijk gebied. Toch telt het heelwat parken, bossen en andere groengebieden.Die zijn vaak met elkaar verbonden om eengroen wandeltraject <strong>voor</strong> voetgangers en fietserste vormen, zoals de zogenoemde Groenewandeling van meer dan 65 km die Brussel alseen ring omsluit.Die groene en recreatieve netwerken moetenook op de fiets<strong>voor</strong>zieningen in de stedelijkeomgeving aansluiten.De aanleg van fiets<strong>voor</strong>zieningen in groengebiedenvraagt om bijzondere aandacht. Desoort van weggebruiker die op deze <strong>voor</strong>zieningenoverweegt, is een eerste factor die dekeuze van de materiaalsoort en de opbouwvan de constructie beïnvloedt. De veiligheidsencomforteisen van de diverse soorten vanweggebruikers op die <strong>voor</strong>zieningen zijn somstegenstrijdig. Fietsers die alleen of met hetgezin rijden, voetgangers met kinderwagens,oudere personen, personen met beperktemobiliteit (PBM) en rollerskaters verkiezen uittwee verhardingssoorten die met het vlaksteoppervlak. Terreinfietsers, stappers en joggersgeven de <strong>voor</strong>keur aan onverharde paden ofwandelpaden met een natuurlijk aanzien.De inpassing in de natuurlijke omgeving ende belangen van natuurbehoud zijn anderefactoren waarmee rekening dient te wordengehouden.De gebruikers- en milieueisen moeten dusworden afgewogen, om een zo goed mogelijkevenwicht tussen beide te bereiken.Groene paden zijn geen wegen in de eigenlijkebetekenis en vergen dan ook een aangepastconcept. In principe treden er alleen verkeersbelastingenop van bouwverkeer tijdens deaanleg en van voertuigen <strong>voor</strong> het beheer enhet onderhoud van de paden of van de omringendeparken en bossen.


61v e r h a r d i n g e nVooraf dient de aard van de ondergrond geverifieerdte worden. Indien nodig wordt een<strong>voor</strong>bereidende behandeling gegeven (bij<strong>voor</strong>beeldeen scheidingslaag van zand ofeen geotextiel aanbrengen, of de aanwezigegrond met kalk of cement stabiliseren of verbeteren),worden kruipende boomwortels verwijderd,enz.De duurzaamheid hangt <strong>voor</strong>al af van de kwaliteitvan de funderingslaag. Vanuit kostenoogpuntis de behandeling van de aanwezigegrond een interessante oplossing.De toepassing van een geotextiel vergt weinigextra kosten en verhoogt de duurzaamheid.Het verhindert onkruidgroei en opstijging van(al of niet gebonden) materiaal uit een diepergelegen laag.materialen. Zij roepen veeleer een landelijkesfeer op en gaan uitstekend in het omringendelandschap op.3.5.1 Uitgewassen betonDoor de vele variatiemogelijkheden op het vlakvan de aggregaten (kleur, korrelmaat en samenstelling)kan uitgewassen beton harmonieus inom het even welke groene omgeving wordeningepast. Ook pigmenten kunnen worden toegevoegd,wat de waaier aan kleurvariantennog vergroot.Uitgewassen beton wordt verkregen door ophet pas gestorte betonoppervlak een bindingsvertragerte verstuiven. Waterstralen onderhoge druk legt nadien de gekleurde aggregatenbloot.Om evidente redenen is de leesbaarheid invan minder essentieel belang dan in situatiesmet gemengd verkeer.Een kantopsluiting kan worden aangebracht<strong>voor</strong> de verwerking van beton of asfalt, of om(al of niet gebonden) korrelig materiaal op tesluiten. Als de besteksbepalingen een kantopsluitingopleggen, moeten opstaande opsluitbandenworden vermeden. Zij zijn gevaarlijkbij valpartijen en belemmeren de doorgangvan onderhoudsvoertuigen. Bij gesloten,ondoorlatende verhardingen zoals beton enasfalt zijn drainage<strong>voor</strong>zieningen onmisbaar.We onderscheiden twee groepen van materialen:• verharde materialen (beton en asfalt);• ongebonden en hydraulisch gebonden materialen.De specifieke eisen en aanbevelingen <strong>voor</strong>de eerste groep zijn eerder in dit hoofdstuk(zie 3.2 en 3.3) beschreven. Wij behandelenhierna nog twee <strong>voor</strong> groengebieden bijzondergeschikte varianten: uitgewassen beton enecologisch asfalt.De tweede groep omvat materialen die goedkoopen eenvoudig aan te brengen zijn. Zijzijn echter minder duurzaam dan verhardeVerharding van uitgewassen beton <strong>voor</strong>de toeritten naar de spoorwegwandelingin WoluweVoordelen• Zeer duurzaam.• Harmonieuze inpassing in de natuurlijkeomgeving.• Goede stroefheid en vlakheid.• Milieuvriendelijk materiaal. Uitgewassenbeton heeft een lange levensduur en kandaarna wordt gerecycled en als funderingsmateriaalof als aggregaten <strong>voor</strong> nieuw betonworden toegepast.


v e r h a r d i n g e n62Nadelen• Hogere kostprijs.• Zeer stijf materiaal en dus minder geschikt<strong>voor</strong> joggers.3.5.2 Ecologisch asfaltEcologisch asfalt kan zeer goed in een natuurlijkeomgeving worden ingepast. In tegenstellingmet klassiek asfalt – dat met bitumenafkomstig van petroleumraffinage is gebonden– bevat ecologisch asfalt een bindmiddelop basis van uitsluitend plantaardige oliën enharsen. Het bindmiddel is dus milieuvriendelijkdoor zijn samenstelling en maakt het bovendienmogelijk het asfalt bij een aanzienlijklagere temperatuur (120 °C) dan klassiek asfalt(160 °C) te bereiden. Ecologisch asfalt wordtin een klassieke menginstallatie bereid en metklassiek materieel aangebracht. Omdat hetbindmiddel moet uitharden, mag verkeer pasenkele dagen na de afkoeling van het asfaltworden toegelaten. Het bindmiddel is vrijwelkleurloos en dus pigmenteerbaar, zodat de verhardingde kleur van het steenslag aanneemten zo de verharding een fraai aanzien geeft.De keerzijde van de medaille is het prijskaartje:het nieuwsoortige bindmidel van ecologischasfalt is tot achtmaal duurder dan klassiekbitumen. Voor dezelfde laagdikte is ecologischasfalt tweeënhalve maal tot driemaal duurderdan klassiek asfalt.Voordelen• Bijzonder geschikt <strong>voor</strong> toepassing in groengebieden.• Milieuvriendelijker dan klassiek asfalt doorde samenstelling en de lagere productietemperatuur.• Goede stroefheid en goed rijcomfort.Nadelen• Ecologisch asfalt is elastisch, maar kan bijgrote temperatuurschommelingen scheuren,met risico op valpartijen (<strong>voor</strong>al bij rollerskaters)als gevolg.• Ecologisch asfalt is tweeënhalve maal totdriemaal duurder dan klassiek asfalt.3.5.3 Ongebonden materialenDoor de ruime keuze aan gekleurde aggregatenkunnen ongebonden materialen harmonieusin tal van natuurlijke omgevingen wordeningepast.Verwerking van ecologisch asfaltOngebonden materialen zijn mengsels vanzand of grindzand met water. De keuze vande bestanddelen hangt onder meer af van degewenste kleur.De verwerkingsdikte wordt bepaald door dekwaliteit van de ondergrond en de verwachteverkeersbelastingen. Voor grindzand is eenverwerkingsdikte van ten minste 10 cm aangewezen,om de aanbrenging te vergemakkelijken.Voor zand is een verwerkingsdikte vanten minste 4 cm aanbevolen.Oppervlaktextuur van ecologisch asfaltOm de mechanische kenmerken van de korreligematerialen te waarborgen, mogen zeniet tot fijne bestanddelen verbrokkelen ofverkruimelen. De kwaliteit van de materialen(hard rotsgesteente) is dus belangrijk.


63v e r h a r d i n g e nHet natmaken van de materialen vindt in situof in een menginstallatie plaats. Ze wordenmeestal machinaal verwerkt en met een lichtegladde trilwals en/of bandenwals verdicht.Voor een goede vlakheid wordt het oppervlakmet een gladde wals afgewerkt. Omdat hetmateriaal gevoelig is <strong>voor</strong> schommelingen inde waterdosering mag het niet bij slecht weerworden verwerkt.Ongebonden materialen moeten geregeld (en<strong>voor</strong>al na perioden van vorst en dooi) metzand afgestrooid en opnieuw verdicht worden.Afhankelijk van de intensiteit van gemotoriseerdverkeer op de paden is om de drie ofvijf jaar een overgang met een egalisatiebladnodig. Spoorvorming en groeven kunnen wordenweggewerkt door nieuw materiaal aan tebrengen en opnieuw te verdichten.Vuil hecht zich doorgaans niet aan ongebondenmaterialen, zodat licht bezemen meestal volstaatom het oppervlak schoon te houden. Dekleur is duurzaam. Zacht gesteente is poreuzer,waardoor er zich gemakkelijker vegetatie innestelt. De aanbrenging van een geotextiel kandat probleem ondervangen. In grind (<strong>voor</strong>alvan kalksteen) kan bij vochtig weer zaad vanonkruid ontkiemen.Voordelen• Lage kostprijs.• Korte uitvoeringstermijn.• Harmonieuze inpassing in tal van omgevingendoor de ruime keuze aan gekleurdeaggregaten.• Goede stroefheid.• Drainerend materiaal, op <strong>voor</strong>waarde dathet gehalte aan fijne bestanddelen beperktis (een overmaat aan fijne deeltjes maakthet materiaal haast volledig ondoorlatend).Voor een doorlatende constructie moetenook de fundering en de ondergrond doorlatendzijn.• Natuurlijke mengsels hebben minder nadeligemilieueffecten dan beton en asfalt.Nadelen• Vanuit oogpunt van rijcomfort ongeschikt<strong>voor</strong> rollerskaters, personen met beperktemobiliteit en toerfietsers.• Stoffig bij droog weer en modderig bij regenweer.• Zeer gevoelig <strong>voor</strong> schade onder invloed vanhet verkeer. Niet bestand tegen zwaar verkeer,zelfs niet occasioneel. Onbehandeldedolomietverhardingen mogen enkel <strong>voor</strong>wandelwegen (in parken en groengebieden)worden toegepast.• Gevoelig <strong>voor</strong> erosie door afstromend water(helling van maximaal 2 %!) en <strong>voor</strong> (oppervlak)schadeonder inwerking van vorst endooi. Geregeld onderhoud kan dit tegengaan.• Niet geschikt <strong>voor</strong> toepassing in een vochtigeof moeilijk te draineren omgeving.3.5.4 Hydraulisch gebondenmaterialenHydraulisch gebonden materialen bieden eentussenoplossing tussen ongebonden en verhardematerialen.Dolomietverharding. Voor fiets<strong>voor</strong>zieningen ishet gebruik van dolomiet af te radenNet zoals ongebonden materialen kunnen zijdoor de ruime keuze aan gekleurde aggregatenin om het even welke natuurlijke omgevingworden ingepast.


v e r h a r d i n g e n64Een hydraulisch gebonden materiaal is eenmengsel van zand of grindzand met een smallegradering, water, een hydraulisch bindmiddelen eventueel een bindingsvertrager. De hydraulischebinding zorgt op middellange termijn<strong>voor</strong> de samenhang in het materiaal. De verwerkingdient zorgvuldig te gebeuren, zodategaliseren met aanvullend materiaal overbodigis en delaminatie (dat wil zeggen verbrekingvan de hechting tussen twee lagen) wordt<strong>voor</strong>komen. Onmiddellijk na de verdichtingwordt een gelijksoortig nabehandelingsmiddelals bij beton aangebracht, om uitdroging vanhet oppervlak en verlies van samenhang inhet materiaal tegen te gaan. Naast de geëistemechanische kenmerken wordt de keuze vande aggregaten door de gewenste kleur beïnvloedt.De mengverhouding van het bindmiddelbedraagt 3,5 tot 8 %. Het bindmiddel ismeestal cement, maar kan ook hoogovenslak,kiezelhoudend as, luchtkalk of andere puzzolanenbevatten.Als hydraulisch gebonden materiaal in dikkelagen (tot 40 cm) wordt aangebracht, doet hettegelijk dienst als funderings- en toplaag. Inandere gevallen is een fundering van grindzandnodig. Afhankelijk van het beoogdegebruik wordt hydraulisch gebonden materiaalin lagen van 6 tot 15 cm dik verwerkt.De duurzaamheid hangt af van de mengverhoudingvan het bindmiddel. Afhankelijk vandie dosering is het materiaal meer of mindergevoelig <strong>voor</strong> schade onder invloed van hetverkeer en <strong>voor</strong> erosie door afstromend water.De menging vindt doorgaans in een menginstallatieplaats, maar kan <strong>voor</strong> kleine hoeveelhedenook op de bouwplaats gebeuren.Het mengsel wordt handmatig verwerkt, meteen trilwals verdicht en besproeid om de bindingte bevorderen. Om oppervlakschade te<strong>voor</strong>komen, moet een wachttijd in acht wordengenomen alvorens de weg open te stellen.Omdat het materiaal gevoelig <strong>voor</strong> schommelingenin de waterdosering is, mag het niet bijslecht weer worden verwerktHydraulisch gebonden materialen vergeneen jaarlijks onderhoud. Spoorvorming engroeven kunnen worden gerepareerd doorde beschadigde delen te verwijderen en tevervangen. Als dezelfde materialen beschikbaarzijn, kan het aanzien van het oppervlakbehouden blijven.Vuil hecht zich doorgaans niet aan hydraulischgebonden materialen, zodat licht bezemenmeestal volstaat om het oppervlak schoon tehouden. De kleur is duurzaam. De aanbrengingvan een geotextiel helpt de innesteling vanvegetatie tegen te gaan.Vandaag zijn nieuwe materialen beschikbaar(zie 3.5.5) waarmee stabielere mengsels kunnenworden bereikt die minder gevoelig zijn<strong>voor</strong> de weersomstandigheden. Gebondenmaterialen kunnen zo misschien weer vakerworden toegepast. Door hun landelijk aanzienzijn zij een goed alternatief in een omgevingwaar asfalt en beton om redenen van ruimtelijkekwaliteit uitgesloten zijn. Zij kunnen eenoplossing bieden <strong>voor</strong> schaduwrijke padenwaar asfalt door gebrek aan zonlicht te snelveroudert (bij<strong>voor</strong>beeld in bossen).Voordelen• Lage kostprijs.• Korte uitvoeringstermijn.• Net zoals ongebonden materialen kunnen zijdoor de ruime keuze aan gekleurde aggregatenin om het even welke natuurlijke omgevingworden ingepast.• Minder gevoelig <strong>voor</strong> erosie door afstromendwater en <strong>voor</strong> de inwerking van vorst endooi dan ongebonden materialen. Geregeldonderhoud kan deze schaden wegwerken.• Goede stroefheid.• Drainerend materiaal, op <strong>voor</strong>waarde dat hetgehalte aan fijne bestanddelen beperkt is(een overmaat aan fijne deeltjes maakt hetmateriaal haast volledig ondoorlatend). Vooreen doorlatende constructie moeten ook defundering en de ondergrond doorlatend zijn.Nadelen• Vanuit oogpunt van rijcomfort niet geschikt<strong>voor</strong> rollerskaters en weinig comfortabel<strong>voor</strong> personen met beperkte mobiliteit entoerfietsers.• Gevoelig <strong>voor</strong> afslijting onder invloed van hetverkeer en <strong>voor</strong> erosie door afstromend water.• Lichte oppervlakschade kan tot slipgevaar(<strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> tweewielers) leiden.• Jaarlijks onderhoud vereist.


65v e r h a r d i n g e n3.5.5 Innoverende materialenMet polymeer gebonden materialenEen eerste innoverende techniek bestaat erinnatuurlijke korrelige materialen met een polymeeremulsiete binden. De kleur en het aanzienvan het natuurlijke materiaal blijven danbehouden, maar het materiaal is bestand tegenlicht verkeer. Het concentraat is een witte vloeistofdie gemakkelijk in water oplost. Zodra hetdroog is, is het niet opnieuw emulgeerbaar. Hetmateriaal wordt in een menginstallatie bereiden naar de bouwplaats gevoerd. Na de verdichtingwordt een fixeermiddel op het oppervlakverstoven. Door zandstralen verkrijgt hetoppervlak een landelijk aanzien en verdwijntlosliggend overtollig korrelig materiaal. Deverwerkingsdikte hangt af van de ondergronden de verwachte verkeersbelasting.Het oppervlak is geschikt <strong>voor</strong> rollerskaters.Door de toevoeging van organische componentenaan het mengsel kan het materiaaluitstekend in een natuurlijke omgeving wordeningepast.Het betreft een recente techniek, waarvan deduurzaamheid op langere termijn nog niet kanworden ingeschat.Synthetische honingraatplatenOm korrelige materialen zoals grond, grind ofzand te stabiliseren, kunnen ook synthetischehoningraatplaten worden toegepast. De groottevan de mazen hangt af van de korrelmaatvan het materiaal. De honingraatplaten wordenop een fundering van steenslag of zandcementaangebracht. Bij een steenslagfunderingis de constructie doorlatend. Deze techniekis bij<strong>voor</strong>beeld toegepast in een stedelijkeomgeving <strong>voor</strong> de Amerikaanse ambassade inBrussel, zodat voldoende regenwater <strong>voor</strong> debomen op het terrein in de ondergrond kandringen.Nieuwe productenGebonden materialen zijn door hun natuurlijkaanzien ecologisch goed aanvaard. Vandaagzijn bindmiddelen beschikbaar om die materialenbeter tegen weersinvloeden bestand temaken.Doorlatende constructie met synthetischehoningraatplaten en grind <strong>voor</strong>de Amerikaanse ambassade in BrusselZo zijn er materialen op basis van industriële bijproducten,glasafval (van autolichten of bouwwerken)en as (puzzolane binding, langzamermaar duurzamer dan bij cement) beschikbaar.Voor nieuwsoortige gekleurde verhardingenworden zand en hars gemengd. Zij zijn echternog duur.Om grond ter plaatse te stabiliseren, wordenrecentelijk ook emulsies (water en hars) toegepast.De deeltjes gaan samenkitten en de grondbehoudt zijn natuurlijke kleur en aanzien.Het is echter nog te vroeg om de duurzaamheidvan deze nieuwe producten in te schatten.


v e r h a r d i n g e n663.6 Overzichtstabel <strong>voor</strong> de verschillende verhardingssoortenVerhardingssoortStroefheid (gripband/verharding ofglijweerstand)Visuele inpassingen/of visueelonderscheidVlakheid Rijcomfort Geschiktheid<strong>voor</strong> wegmarkeringenToegankelijkheidkabelsen leidingenBetonDoorgaans goedestroefheid.Goede vlakheid, maar oppervlakwordt door voegen onderbroken.Weinig gevoelig <strong>voor</strong> rafelingen schade door boomwortels.Krimpvoegen helpen scheurvorming<strong>voor</strong>komen.Goedrijcomfort.Geenprobleem.Goed (textuur- enkleurvarianten).WeinigBitumineuze verhardingenWarm bereidasfaltDoorgaans goedestroefheid, maarafhankelijk van hetmengselontwerp.Optimale vlakheid, wantwordt ononderbroken aangebracht(met asfaltspreidmachine).Weinig gevoelig <strong>voor</strong>schade door boomwortels (alsfundering en verharding voldoendedik zijn).Uitstekendrijcomfort.Geenprobleem.Redelijk. Kanworden verbeterddoor kleuring vanhet asfaltmengsel.RedelijkGietasfalt Voldoende. Afhankelijk van de vlakheidvan het draagvlak en vande vakkundigheid van hetpersoneel. Kans op scheur- enblaasvorming.Zeer goedrijcomfort.Geenprobleem.Goed.Uitstekend <strong>voor</strong>gekleurd gietasfalt.WeinigBestrijkingen(onderhoudstechniek)Zeer stroef.Afhankelijk van de vlakheidvan het draagvlak.Matigrijcomfort(steenverlies).Geenprobleem.Goed, maarafhankelijk vanaggregaten.Afhankelijkvan hetdraagvlak.Slemlagen(onderhoudstechniek)Matig tot zeer stroef.Afhankelijk van de vlakheidvan het draagvlak.Matigrijcomfort.Geenprobleem.Goed.Afhankelijkvan hetdraagvlak.ElementenverhardingenBetonstraatstenenen-tegelsGoede stroefheid,maar afhankelijk vangekozen oppervlakbehandeling.Matige vlakheid (afhankelijkvan de aanbrenging, het legverbanden de voegbreedte).Gevoelig <strong>voor</strong> onkruidgroei enschade door boomwortels.Matigrijcomfort.Moeilijk omwillevan talrijkevoegen. Wegmarkeringkan met wittestenen wordeningestraat.Goed (textuur- enkleurvarianten).Zeer goed.StraatkeienennatuursteentegelsStraatkeien en natuursteentegelswordenals glad beschouwd.Stroefheid van de verhardinghangt af vanhet bovenvlak van deelementen, van hetaantal en de breedtevan de voegen.Matige vlakheid (afhankelijkvan de grootte van de elementen,van het legverband envan de voegbreedte). Gevoelig<strong>voor</strong> onkruidgroei en schadedoor boomwortels.Slechtrijcomfort.Moeilijkomwille vantalrijke voegen.Moeilijkehechting vanwegmarkeringaan deverharding.Goed (textuur- enkleurvarianten).Zeer goed.KleiklinkersRelatief gladoppervlak bijregenweer en vorst.Minder geschikt <strong>voor</strong> fietsersomwille van bredere envariabelere voegen. Gevoelig<strong>voor</strong> onkruidgroei en schadedoor boomwortels.Geringrijcomfort.Moeilijkomwille van detalrijke voegen.Goed (natuurlijkekleur).Zeer goed.


67v e r h a r d i n g e nDuurzaamheid Uitvoering Onderhoud en reparaties Kosten MilieuaspectenZeer duurzaam.Kan in kleine hoeveelhedenworden verwerkt.Kantopsluiting nietnoodzakelijk.Onderhoudsvriendelijk.Hogereinvesteringskostenworden gecompenseerddoor een langelevensduur en beperkteonderhoudskosten.Recycling van betonpuintot secundaire materialen<strong>voor</strong> funderingen ofbetonproductie. Besparingop verlichtingskosten, wantdoor lichtere kleur is beton‘s nachts beter zichtbaar.Doorgaans duurzaam.Zonder kantopsluitingkans op afbrokkeling vanranden.Weinig geschikt <strong>voor</strong>verwerking in kleinehoeveelheden. Manueleaanbrenging is af teraden.Gemakkelijk teonderhouden en terepareren (behalvegekleurd asfalt) tegenrelatief lage kostprijs.Goede prijs-duurzaamheidverhouding.Gekleurd asfalt isdubbel zo duur alsklassiek asfalt.Recycling van asfaltpuin totsecundaire materialen <strong>voor</strong>fundering of asfaltproductie.Productietechniek <strong>voor</strong>halfwarm asfalt in ontwikkeling.Lange levensduur.Zonder kantopsluitingkans op afbrokkeling vanranden.Kan in kleine hoeveelhedenworden verwerkt.Kantopsluiting nuttig ofzelfs noodzakelijk.Gemakkelijk teonderhouden en terepareren (behalvegekleurd gietasfalt) tegenrelatief lage kostprijs.Hoge kostprijs.Recycling van asfaltpuintot secundaire materialen<strong>voor</strong> fundering ofasfaltproductie.Minder duurzaam danwarm bereid asfalt ofgietasfalt, maar het iseen onderhoudstechniek.Bijzondere vaardighedenvereist. Mogen nietmanueel of bij slecht weerworden aangebracht.Geen probleem (behalvegekleurde bestrijkingen).Lage kostprijs.Onderhoudstechniek:recycling niet vantoepassing.Minder duurzaam danwarm bereid asfalt ofgietasfalt, maar het iseen onderhoudstechniek.Bijzondere vaardighedenvereist.Mogen niet bij slecht weerworden aangebracht.Geen probleem (behalvegekleurde bestrijkingen).Goede prijs-duurzaamheidverhouding.Onderhoudstechniek:recycling niet vantoepassing.Correct ontworpen,uitgevoerde enonderhoudenverhardingen kunnenduurzaam zijn.Kantopsluitingnoodzakelijk.Relatief arbeidsintensieveverwerking. Gemakkelijkte verwijderen en terug teverwerken.Afhankelijk van degekozen kleur en vande omgeving. Voegenmoeten geregeld wordenbijgevuld.Kantopsluitingleidt tot hogerekostprijs, <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong>vrijliggende fietspaden.Duurzaam, hergebruik ofrecycling tot secundairematerialen mogelijk.Correct ontworpen,uitgevoerde enonderhoudenverhardingen kunnenduurzaam zijn.Kantopsluitingnoodzakelijk.Vakbekwaam personeelnodig. Relatiefarbeidsintensieveverwerking. Gemakkelijkte verwijderen en terug teverwerken.Voegen moeten geregeldworden bijgevuld.Hoge kostprijs:natuursteen vangoede kwaliteit isduur, kantopsluitingnoodzakelijk.Arbeidsintensieveverwerking.Duurzaam, hergebruikmogelijk.Correct ontworpen,uitgevoerde enonderhoudenverhardingen kunnenduurzaam zijn.Kantopsluiting noodzakelijk.Vakbekwaam personeelnodig. Relatief arbeidsintensieveverwerking.Gemakkelijk te verwijderenen terug te verwerken.Voegen moeten geregeldworden bijgevuld.Hoge kostprijs:kantopsluitingnoodzakelijk.Arbeidsintensieveverwerking.Duurzaam, hergebruikmogelijk.


v e r h a r d i n g e n68VerhardingssoortStroefheid (gripband/verharding ofglijweerstand)Visuele inpassingen/of visueelonderscheidVlakheid Rijcomfort Geschiktheid<strong>voor</strong> wegmarkeringenToegankelijkheidkabelsen leidingenMaterialen <strong>voor</strong> groengebiedenUitgewassenbetonGoede stroefheid. Vlak oppervlak. Goedrijcomfort.Niet vantoepassing ingroengebieden.Goede inpassing,afhankelijk vangekozen kleur enafmetingen van deaggregaten en vande samenstelling.Niet vantoepassingin groengebieden.EcologischasfaltDoorgaans goedestroefheid, maarafhankelijk van hetmengselontwerp.Optimale vlakheid, wantwordt ononderbroken aangebracht(met asfaltspreidmachine).Weinig gevoelig <strong>voor</strong>schade door boomwortels (alsfundering en verharding voldoendedik zijn).Uitstekendrijcomfort.Niet vantoepassing ingroengebieden.Goed, wantkleurloospigmenteerbaarbindmiddel.Niet vantoepassingin groengebieden.OngebondenmaterialenGoede stroefheid,behalve bij regenweer.Weinig vlak.Matig totgeringrijcomfort.Niet vantoepassing ingroengebieden.Goede inpassing,afhankelijkvan gekozenaggregaten.Niet vantoepassingin groengebieden.HydraulischgebondenmaterialenGoede stroefheid. Weinig vlak. Matig totgeringrijcomfort.Niet vantoepassing ingroengebieden.Goede inpassing,afhankelijkvan gekozenaggregatenNiet vantoepassingin groengebieden.


69v e r h a r d i n g e nDuurzaamheid Uitvoering Onderhoud en reparaties Kosten MilieuaspectenZeer duurzaam.Kan in kleine hoeveelhedenworden verwerkt.Kantopsluiting niet noodzakelijk.Op het pas gestortebetonoppervlak moetbindingsvertrager wordenverstoven. Nadien waterstralenonder hoge druk.Onderhoudsvriendelijk.Hogereinvesteringskostenworden gecompenseerddoor lange levensduuren beperkteonderhoudskosten.Recycling van betonpuintot secundaire materialen<strong>voor</strong> funderingen ofbetonproductie. Besparingop verlichtingskosten, wantdoor lichtere kleur is beton‘s nachts beter zichtbaar.Langetermijngedrag kannog niet correct wordeningeschat.Weinig geschikt <strong>voor</strong>verwerking in kleinehoeveelheden. Manueleaanbrenging is af teraden.Gemakkelijk teonderhouden en terepareren (behalvegekleurd asfalt) tegenrelatief lage kostprijs.Bindmiddel is achtmaalduurder dan klassiekbitumen. Asfaltlaag istweeënhalve maal totdriemaal duurder.Plantaardigbindmiddel en lagereproductietemperatuur danklassiek asfalt.Weinig tot redelijkduurzaam.Mogen niet bij slecht weerworden verwerkt.Geschikt <strong>voor</strong>kronkelwegen.Geregeld onderhoudnoodzakelijk. Gevoelig<strong>voor</strong> erosie doorafstromend water en <strong>voor</strong>de inwerking van vorsten dooi.Lage kostprijs <strong>voor</strong> deaanleg.Minder nadeligemilieueffecten dan betonen asfalt.Redelijk duurzaam,maar duurzamer danongebonden materialen.Mogen niet bij slecht weerworden verwerkt.Geregeld onderhoudnoodzakelijk. Mindergevoelig dan ongebondenmaterialen.Lage kostprijs,maar duurderdan ongebondenmaterialen.Minder nadeligemilieueffecten dan betonen asfalt.


70TerminologieAffrezenAggregaatAsfalt- ofbetonpuingranulaatAsfaltspreidmachineBekistingBindmiddelgehaltevan een asfaltmengselBlaasvormingCBR-waardeCharge, ladingContinuekorrelverdeling vaneen asfaltmengselDelaminatieDeuvelBewerking van de toplaag met beitels bevestigd op een horizontaalroterende cilinder, waardoor de verharding tot een bepaalde dieptewordt verwijderd.Korrelvormig materiaal dat in constructies wordt gebruikt.Kunstmatig aggregaat (inert, stabiel aggregaat samengesteld uiteen aantal verschillende materialen) afkomstig van de (selectieve)sloop van asfalt- of betonverhardingen.Machine <strong>voor</strong> het spreiden en <strong>voor</strong>verdichten van een asfaltlaag.Mal waarbinnen betonspecie wordt aangebracht. We onderscheidenvaste bekisting (manuele verwerking) en glijdende bekisting(machinale verwerking).Massa van het bindmiddel ten opzichte van 100 % van de massavan de droge aggregaten (resp. van de massa van het mengsel).Men onderscheidt:• laag bindmiddelgehalte als het kleiner is dan 5,5 % (5,2 %);• middelhoog bindmiddelgehalte als het tussen 5,5 en 6,5 %(5,2 en 6,1 %) ligt;• hoog bindmiddelgehalte als het groter is dan 6,5 % (6,1 %).Heffing (vaak halfbolvormig) van een waterdicht onderdeel vaneen verharding (bij<strong>voor</strong>beeld een afdichtingslaag van gietasfaltof van membranen) en de bovenliggende onderdelen.De heffing kan verscheidene centimeters hoog worden en meestaleen diameter tussen 10 en 50 cm hebben.CBR staat <strong>voor</strong> California Bearing Ratio. Met de CBR-proef kande sterkte van de ondergrond of van de verharding van een wegworden bepaald. Deze sterkte wordt uitgedrukt in een getal, dezogenoemde CBR-waarde.Afgepaste hoeveelheid materialen die in een asfalt- ofbetonmenginstallatie gelijktijdig wordt verwerkt.De korrelverdeling is continu als het verloop van dekorrelverdelingskromme geen plotselinge verandering vertoont.Verbreking van de hechting tussen twee lagen van een verharding.Stalen staaf die ter plaatse van voegen wordt aangebracht in beton,met als primair doel verticale dwarskrachten over te brengen terbeperking van onderlinge verschuiving van elementen.


71t e r m i n o l o g i eDiscontinuekorrelverdeling vaneen asfaltmengselDraagvlakDruk verkeerDruksterkteDuurzaamheidvan een laagFijne bestanddelenGeotextielGering verkeerGrindzandInlayKantopsluitingKippennestKleeflaagKorrelgroepKorrelgrootteverdelingLegverbandLicht verkeerDe korrelverdeling is discontinu als het verloop van dekorrelverdelingskromme een of twee plotselinge veranderingenvertoont.Om het even welk materiaal waarop de nieuwe verharding rust. Hetkan om een fundering of een oude verharding gaan.Verkeer met meer dan 2 000 zware vrachtvoertuigen per dag en perrijstrook.Maximale spanning in een element dat op druk wordt belast totbezwijken.De duurzaamheid van een laag in een correct gedimensioneerde enonderhouden constructie is het aantal jaren tussen het aanbrengenvan deze laag en de vervanging ervan wegens schade. Menonderscheidt:• weinig duurzaam: minder dan 10 jaar;• redelijk duurzaam: tussen 10 en 20 jaar;• zeer duurzaam: meer dan 20 jaar.Korrelgroep die een normzeef met een maaswijdte tussen 0,06 en0,08 mm passeert (bv. 0,063 mm in Europese normen).Vlies of weefsel van kunststof of natuurlijke vezels, dat wordttoegepast in constructies in de grond- en wegenbouw.Verkeer met minder dan 250 zware vrachtvoertuigen per dag en perrijstrook.Natuurlijk of kunstmatig mengsel van aggregaten van verschillendekorrelgroepen.Een of meer verhardingslagen die, meestal per rijstrook, tervervanging van een of meer bestaande lagen worden aangebracht,waarbij de bestaande niveaus behouden blijven.Langs de rand van een verharding gelegen constructie in het wegoppervlak,om de verharding steun te geven (kantstrook), om de randvan de verharding te beschermen en te versterken (trottoirband) ofom water van de verharding op te vangen en af te voeren (straatgoot).Schadebeeld: komvormige uitholling van wisselende grootte in eenwegoppervlak.Dunne laag kleefmiddel <strong>voor</strong> het verkleven van een laag asfalt aaneen al aanwezige verhardingslaag (ook: hechtlaag).Aanduiding van een aggregaat op basis van de zeefmaten (d <strong>voor</strong>de kleinste en D <strong>voor</strong> de grootste) waarbinnen korrelafmetingen vanhet materiaal liggen.Verdeling naar grootte van de korrels in een korrelvormig materiaal.Verband waarin stenen of tegels van een bestrating worden gelegd(ook: straatverband of legpatroon).Verkeer dat <strong>voor</strong> meer dan 80 % bestaat uit voertuigen met eenbrutogewicht van minder dan 3,5 t (personenauto’s en bestelwagens).


t e r m i n o l o g i e72MacrotextuurMaximale korrelmaatMegatextuurMicrotextuurMiddelmatig verkeerOnderlaagOverlagingPakkingsdichtheidPlaatbelastingsproefPolijstgetal of versnelde-polijstingscoëfficiënt(VPC)RafelingRij van 3 mSamendrukkingsmodulusScheidingslaagSchraal betonTextuur gevormd door de stenen die boven de verharding uitsteken(positieve textuur) of door de holten tussen de stenen onder hetoppervlak (negatieve textuur). Oneffenheden (uitsteeksels en deholten daartussen) ten opzichte van het vlak van het oppervlak vande laag, met horizontale afmetingen tussen 0,5 en 50 mm. Menonderscheidt:• sterke macrotextuur: als MTD ≥ 0,5 mm, wat overeenstemt meteen maximale korrelmaat ≥ 10 mm;• fijne macrotextuur: als MTD < 0,5 mm, wat overeenstemt met eenmaximale korrelmaat < 10 mm.Nominale afmeting van de grootste korrel in de aggregaten.Oneffenheden (uitsteeksels en holten) ten opzichte van het vlak vanhet oppervlak van de laag, met horizontale afmetingen tussen 50 en500 mm. Deze oneffenheden zijn toe te schrijven aan ongelijkmatigemacrotextuur, aan schade (kippennesten) of aan gebrekkigeuitvoering (golven, enz.).Oneffenheden (uitsteeksels en holten) ten opzichte van het oppervlakvan het aggregaat, met afmetingen van minder dan 0,5 mm. Dezeoneffenheden zijn meestal kenmerkend <strong>voor</strong> de aggregaten zelf enworden bepaald door de herkomst en het productieproces ervan.Verkeer met tussen 250 en 2 000 zware vrachtvoertuigen per dag enper rijstrook.Asfaltlaag tussen de fundering en de toplaag. Een wegconstructiebevat een of meer onderlagen.Een of meer verhardingslagen die boven op de bestaande verhardingworden aangebracht.Dichtheid = massa per eenheid van volume (ook: volumieke massa).Terreinproef waarbij het draagvermogen van de ondergrond, hetgrondoppervlak of de verharding van een weg bepaald wordt uitde neerwaartse verplaatsing van een ronde plaat waarop eendrukkracht wordt uitgeoefend.Waarde <strong>voor</strong> de weerstand van grof aggregaat <strong>voor</strong> toplagen tegenpolijsting door het verkeer.Schadebeeld na het verdwijnen van steenslag uit eenverhardingsoppervlak.Balk of lat die wordt gebruikt om een oppervlak op vlakheid tecontroleren.De samendrukkingsmodulus geeft de samendrukbaarheid of hetdraagvermogen van de ondergrond, het grondoppervlak of deverharding weer en kan met de plaatbelastingsproef worden gemeten.Laag materiaal die opstijging van water of fijne bestanddelen uiteen dieper gelegen laag moet verhinderen.Beton met een laag cementgehalte en bijgevolg een geringemechanische sterkte.


73t e r m i n o l o g i eSkelet van eenasfaltmengselSpoorvormingStortnaadTextuurMinerale bestanddelen van een asfaltmengsel (steenslag + zand+ vulstof). Men spreekt van een:• steenskelet als de steenfractie groter is dan ~70 %;• zandskelet als de zandfractie groter is dan ~30 %;• vulstofskelet als de vulstoffractie groter is dan ~20 %.Ontstaan van blijvende vervorming van het dwarsprofiel van eenwegdek ter plaatse van de rijsporen.Voeg tussen delen van eenzelfde soort verharding die niet gelijktijdigzijn aangebracht (ook: stortvoeg).Oneffenheden in het oppervlak van een wegverharding, methorizontale afmetingen ("golflengten") tussen 0 en 500 mm. Textuurwordt verdeeld in microtextuur, macrotextuur en megatextuur.macromicrobitumineus mengselToplaagVerkeersbelastingVerkeersklasseVermoeiingVerwerkbaarheidVetslaanVulstofWalsenWater-cementfactor(wcf)Zwaar verkeerBovenste laag (dikte ≥ 15 mm) van een asfaltverharding, die directmet het verkeer in contact komt.Aantal standaardaslasten per rijstrook per tijdseenheid.Klasse die wordt bepaald door de categorie van een weg en dedaarop te verwachten verkeersintensiteiten van (zwaar) verkeer,en die dient als basis <strong>voor</strong> de dimensionering van de verharding.Verslechtering van eigenschappen van een materiaal ten gevolgevan veelvuldig herhaalde belastingen.Geschiktheid van betonspecie of asfaltmengsel om (door middelvan storten of verdichten) in het werk te worden gebracht.Overmaat van bindmiddel aan het oppervlak van een bitumineuzeverharding, ontstaan door uittreding van bindmiddel (zweten) ofindrukking van steenslag (vetslaan).Fijn aggregaat in een gebonden mengsel, <strong>voor</strong>namelijk bestaanduit deeltjes kleiner dan 63 μm, dat wordt toegevoegd om aan eenproduct zekere eigenschappen te geven.Verdichten van een materiaal door middel van (gladde of banden)walsen.Verhouding van de massahoeveelheden van water en cement inbetonspecie.Verkeer dat <strong>voor</strong> meer dan 20 % bestaat uit voertuigen met eenbrutogewicht van meer dan 3,5 t (zware vrachtvoertuigen).


74Literatuur1. AltermodalSchéma régional de véloroutes et voies vertes de la région du centreGuide technique (Document 4) – maart 20062. CROWOntwerpwijzer fietsverkeerPublicatie 230 – april 20063. Federatie van de Belgische Cementnijverheid (FEBELCEM)Fietspaden in beton. Dossier infrastructuur 1 – oktober 20084. FietsersbondRapport comfortauditFietspaden VlaanderenMaart 20095. Ministère de l’équipement, des transports et du logement – Centre d’études sur les réseaux,les transports, l’urbanisme et les constructions publiques (CERTU)Recommandations pour les aménagements cyclablesCollections du CERTU – Aménagement et exploitation de la voirie – april 20006. Mobiel VlaanderenVademecum Fiets<strong>voor</strong>zieningen – versie 2005 en update 20087. Opzoekingscentrum <strong>voor</strong> de WegenbouwHandleiding <strong>voor</strong> het bereiden en aanbrengen van asfaltbetonAanbevelingen OCW – A54/84 – 19848. Opzoekingscentrum <strong>voor</strong> de WegenbouwHandleiding <strong>voor</strong> de uitvoering van betonverhardingenAanbevelingen OCW – A75/05 – 20059. Opzoekingscentrum <strong>voor</strong> de WegenbouwHandleiding <strong>voor</strong> de keuze van de asfaltverharding bij het ontwerp of het onderhoud van wegenAanbevelingen OCW – A78/06 – 200610. Vélo QuébecGuide technique d’aménagement des voies cyclables – Planification, design, réalisation – 1992


Ver h a r d i n g e n vo o r f i e t s vo o r z i e n i n g e nGerealiseerd door :Opzoekingscentrum <strong>voor</strong> de WegenbouwWoluwedal 42 – B-1200 BrusselTel. : 02 775 82 20 – E-mail : brrc@brrc.bewww.ocw.beOp initiatief van:Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk GewestBestuur Uitrusting en Vervoer – Directie BeleidCCN – Vooruitgangstraat 80 bus 1 – B-1035 BrusselTel. : 02/204.20.07 – Fax : 02/204.15.10E-mail : fietsinfo@mbhg.irisnet.be


Het gebruik van fiets<strong>voor</strong>zieningen staat of valt met de kwaliteit ervan.Veiligheid, comfort, directheid, aantrekkelijkheid en samenhang zijnde vijf kernwoorden die de kwaliteitseisen van fietsers uitdrukken.Veiligheid en comfort worden in hoge mate bepaald door de kwaliteitvan de verharding, van de wegmarkeringen en van de verlichting.In deze aflevering van het fietsvademecum geven we aanbevelingen<strong>voor</strong> het ontwerp, de aanbrenging en het onderhoud van verhardingen<strong>voor</strong> kwalitatieve fiets<strong>voor</strong>zieningen.De aanbevelingen <strong>voor</strong> wegmarkeringen en verlichting worden doordezelfde auteur in een afzonderlijke aflevering behandeld.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!