41090 BELGISCH STAATSBLAD — 06.08.2008 — MONITEUR BELGEArt. 26. CoördinatiebalansBinn<strong>en</strong> twintig dag<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d op de ontvangst van de coördinatiesynthesevan de coördiner<strong>en</strong>de verzoeker, stelt de leid<strong>en</strong>de verzoeker,op basis van de coördinatiesyntheses, de coördinatiebalans op <strong>en</strong>bezorgt die, in overe<strong>en</strong>stemming met artikel 21.HOOFDSTUK 3. — In gebreke blijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verzoekerArt. 27. In gebreke blijv<strong>en</strong>Wordt geacht in gebreke te blijv<strong>en</strong> :1° de gecoördineerde verzoeker die zijn aanstelling als leid<strong>en</strong>deverzoeker weigert, met toepassing van artikel 19, § 1, tweede of derdelid;2° de gecoördineerde verzoeker die zijn aanstelling als coordiner<strong>en</strong>deverzoeker weigert, met toepassing van artikel 23, § 1, tweede of derdelid;3° de coördiner<strong>en</strong>de verzoeker die de coördinatiesynthese nietovermaakt aan de leid<strong>en</strong>de verzoeker binn<strong>en</strong> de in artikel 25 bedoeldetermijn;4° de leid<strong>en</strong>de verzoeker die ge<strong>en</strong> coördiner<strong>en</strong>de verzoeker aansteltbij het verstrijk<strong>en</strong> van de in artikel 23, § 1 derde lid bedoelde termijn, ofdie niet de coördinatiesynthese of de coördinatiebalans opstelt binn<strong>en</strong>de in de artikel<strong>en</strong> 21, 25 <strong>en</strong> 26 bedoelde termijn<strong>en</strong>.Art. 28. Gevolg<strong>en</strong> van in gebreke blijv<strong>en</strong>§ 1. Binn<strong>en</strong> dertig dag<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d op het in gebreke blijv<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong> degecoördineerde verzoekers de in gebreke blijv<strong>en</strong>de verzoeker e<strong>en</strong>ingebrekestelling over om hem ertoe aan te spor<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> einde aan testell<strong>en</strong>. Zij mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kopie van hun ingebrekestelling over aan degecoördineerde-verzoekers.Bij gebrek aan e<strong>en</strong> ingebrekestelling binn<strong>en</strong> deze termijn, wordt decoördinatieprocedure beschouwd als niet aangevat.§ 2. De in gebreke blijv<strong>en</strong>de verzoeker stelt e<strong>en</strong> einde aan zijn ingebreke blijv<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> ti<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d op de ontvangstdatum vande eerste ingebrekestelling.Doet hij dit niet, dan wordt de coördinatieprocedure opgeschort, inafwachting van de aanhangigmaking bij het Verzo<strong>en</strong>ingscomité, inovere<strong>en</strong>stemming met artikel 77, § 1, 2°.Wanneer de zaak niet aanhangig wordt gemaakt bij het Verzo<strong>en</strong>ingscomitéof bij mislukking van de verzo<strong>en</strong>ing, wordt de coördinatieprocedurebeschouwd als niet aangevat.§ 3. De regering bepaalt het model van de ingebrekestelling.HOOFDSTUK 4. — Vervalling <strong>en</strong> verl<strong>en</strong>ging van de coördinatieArt. 29. VervaltermijnDe coördinatie vervalt indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanvraag voor uitvoeringsvergunningniet wordt ingedi<strong>en</strong>d binn<strong>en</strong> honderdtwintig dag<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d op deovermakingsdatum van de coördinatiebalans.Art. 30. Verl<strong>en</strong>ging§ 1. Op initiatief van de leid<strong>en</strong>de coördinator kan de beheerder de inartikel 29 bedoelde termijn van honderd twintig dag<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong> voorde duur die hij bepaalt <strong>en</strong> zonder dat deze langer mag zijn danhonderdtwintig dag<strong>en</strong>.De leid<strong>en</strong>de verzoeker di<strong>en</strong>t, op straffe van verval, de verl<strong>en</strong>gingsaanvraagin t<strong>en</strong> minste dertig dag<strong>en</strong> vóór het verstrijk<strong>en</strong> van de termijnvan honderdtwintig dag<strong>en</strong>.§ 2. De beheerder neemt e<strong>en</strong> beslissing over de verl<strong>en</strong>gingsaanvraag<strong>en</strong> deelt zijn beslissing mee aan de leid<strong>en</strong>de verzoeker, binn<strong>en</strong> dertigdag<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d op de aanvraag.De verl<strong>en</strong>ging wordt beschouwd als verworp<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> de beheerderge<strong>en</strong>beslissing meedeelt binn<strong>en</strong> deze termijn.De beheerder maakt de Commissie <strong>en</strong> de gecoördineerde verzoekers,binn<strong>en</strong> dezezelfde termijn, e<strong>en</strong> afschrift over van zijn beslissing.§ 3. De regering bepaalt het model van de verl<strong>en</strong>gingsaanvraag <strong>en</strong>van de verl<strong>en</strong>gingsbeslissing.Art. 26. Bilan de coordinationDans les vingt jours de la réception de la synthèse de coordination del’impétrant-coordinateur, l’impétrant-pilote établit, sur la base dessynthèses de coordination, le bilan de coordination et le transmetconformém<strong>en</strong>t à l’article 21.CHAPITRE 3. — La défaillance d’un impétrantArt. 27. Cas de défaillanceEst réputé défaillant :1° l’impétrant-coordonné qui refuse sa désignation comme impétrantpilote,<strong>en</strong> application de l’article 19, § 1 er , deuxième ou troisième alinéa;2° l’impétrant-coordonné qui refuse sa désignation comme impétrantcoordinateur,<strong>en</strong> application de l’article 23, § 1 er , deuxième ou troisièmealinéa;3° l’impétrant-coordinateur qui ne transmet pas la synthèse decoordination à l’impétrant-pilote, dans le délai visé à l’article 25;4° l’impétrant-pilote qui ne désigne pas l’impétrant-coordinateur, àl’expiration du délai visé à l’article 23, § 1 er , troisième alinéa, ou qui netransmet pas <strong>aux</strong> impétrantscoordonnés la synthèse de coordination oule bilan de coordination, dans les délais visés <strong>aux</strong> articles 21, 25 et 26.Art. 28. Effets de la défaillance§ 1 er . Dans les tr<strong>en</strong>te jours de la défaillance, les impétrantscoordonnéstransmett<strong>en</strong>t à l’impétrant défaillant une mise <strong>en</strong> demeurel’invitant à y mettre fin. Ils transmett<strong>en</strong>t une copie de leur mise <strong>en</strong>demeure <strong>aux</strong> impétrants-coordonnés.En l’abs<strong>en</strong>ce de toute mise <strong>en</strong> demeure dans ce délai, la procédure decoordination est réputée ne pas avoir été <strong>en</strong>tamée.§ 2. L’impétrant défaillant met fin à sa défaillance dans les dix joursde la réception de la première mise <strong>en</strong> demeure.A défaut, la procédure de coordination est susp<strong>en</strong>due dans l’att<strong>en</strong>tede la saisine du Comité de Conciliation, conformém<strong>en</strong>t à l’article 77,§ 1 er , 2°.En l’abs<strong>en</strong>ce de saisine du Comité de Conciliation ou <strong>en</strong> cas d’échecde la conciliation, la procédure de coordination est réputée ne pas avoirété <strong>en</strong>tamée.§ 3. Le gouvernem<strong>en</strong>t détermine le modèle de la mise <strong>en</strong> demeure.CHAPITRE 4. — La péremption et la prorogation de la coordinationArt. 29. Délai de péremptionLa coordination est périmée si une demande d’autorisation d’exécutionde chantier n’est pas introduite dans les c<strong>en</strong>t vingt jours qui suiv<strong>en</strong>tla date de transmission du bilan de coordination.Art. 30. Prorogation§ 1 er . A l’initiative de l’impétrant-pilote, le gestionnaire peut prorogerle délai de c<strong>en</strong>t vingt jours visé à l’article 29, pour la durée que cedernier détermine et sans que celle-ci puisse excéder c<strong>en</strong>t vingt jours.L’impétrant-pilote introduit, sous peine de forclusion, la demande deprorogation tr<strong>en</strong>te jours au moins avant l’écoulem<strong>en</strong>t du délai de c<strong>en</strong>tvingt jours.§ 2. Le gestionnaire statue sur la demande de prorogation et notifie sadécision à l’impétrant-pilote, dans les tr<strong>en</strong>te jours de la demande.La prorogation est réputée refusée si le gestionnaire ne notifie pasdedécision, dans ce délai.Le gestionnaire transmet, dans ce même délai, une copie de sadécision à la Commission et <strong>aux</strong> impétrants-coordonnés.§ 3. Le gouvernem<strong>en</strong>t détermine le modèle de la demande deprorogation et de la décision de prorogation.
BELGISCH STAATSBLAD — 06.08.2008 — MONITEUR BELGE41091Art. 31. PrincipeTITEL 4. — Uitvoeringsvergunning,rectificatiebericht <strong>en</strong> bouwplaatsakkoordHOOFDSTUK 1. — Algeme<strong>en</strong>§ 1. Behoud<strong>en</strong>s dring<strong>en</strong>de noodzakelijkheid, naar behor<strong>en</strong> gemotiveerdin de verklaring van opstarting van bouwplaats, mag niemande<strong>en</strong> bouwplaats uitvoer<strong>en</strong> zonder uitvoeringsvergunning.De lijst van de bouwplaats<strong>en</strong> waarvoor er, uit hoofde van hungeringe omvang, ge<strong>en</strong> uitvoeringsvergunning vereist is, wordt opgestelddoor de regering.§ 2. E<strong>en</strong> uitvoeringsvergunning kan het voorwerp zijn van e<strong>en</strong>rectificatiebericht, vanaf de ontvangst, door de verzoeker, van dezevergunning tot aan de beëindiging van de bouwplaats, wanneer vanafde afgifte nieuwe <strong>en</strong> onvoorzi<strong>en</strong>bare omstandighed<strong>en</strong> van dusdanigeaard zijn dat ze de uitvoeringsvoorwaard<strong>en</strong> van de bouwplaatswijzig<strong>en</strong>.De regering kan de in het vorige lid bedoelde omstandighed<strong>en</strong>preciser<strong>en</strong>.§ 3. De bouwplaats<strong>en</strong> vrijgesteld van vergunning weg<strong>en</strong>s dedring<strong>en</strong>de noodzakelijkheid of de geringe omvang ervan kunn<strong>en</strong> hetvoorwerp zijn van e<strong>en</strong> bouwplaatsakkoord, vanaf de ontvangst, doorde beheerder, van het bericht van opstarting van bouwplaats tot aan debeëindiging ervan.Art. 32. Bouwplaats op verschill<strong>en</strong>de op<strong>en</strong>bare weg<strong>en</strong>§ 1. Wanneer de bouwplaats tegelijk geleg<strong>en</strong> is op e<strong>en</strong> gewestelijke <strong>en</strong>op e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijke weg, of op e<strong>en</strong> of meerdere geme<strong>en</strong>telijke weg<strong>en</strong>van verschill<strong>en</strong>de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maakt iederebetrokk<strong>en</strong> beheerder aan deandere betrokk<strong>en</strong> beheerders, ter informatie <strong>en</strong>zonder verwijl, e<strong>en</strong>kopie over van :1° zijn beslissingsvoorstel, bedoeld in artikel<strong>en</strong> 37 <strong>en</strong> 47;2° zijn beslissing, bedoeld in artikel<strong>en</strong> 41 <strong>en</strong> 50;3° zijn bouwplaatsakkoord bedoeld in artikel 51.§ 2. De Commissie maakt iedere betrokk<strong>en</strong> beheerder, ter informatie<strong>en</strong> zonder verwijl, e<strong>en</strong> kopie over van haar advies.Art. 33. Advies van de Commissie§ 1. Iedere uitvoeringsvergunningsaanvraag of iedere aanvraag ofvoorstel tot rectificatiebericht is onderworp<strong>en</strong> aan het advies van deCommissie indi<strong>en</strong> de bouwplaats, helemaal of gedeeltelijk, is geleg<strong>en</strong>op e<strong>en</strong> gewestelijke weg of op e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijke weg met e<strong>en</strong> duidelijkbelang voor het verkeer op het grondgebied van het Brussels HoofdstedelijkGewest.De regering stelt de in het eerste lid bedoelde geme<strong>en</strong>telijkeweg<strong>en</strong>lijst op na het inwinn<strong>en</strong> van het advies van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Het advies van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wordt beschouwd als gunstig in gevalvan stilzwijg<strong>en</strong> op de vervaldag van e<strong>en</strong> termijn van zestig dag<strong>en</strong> vanafde ontvangst van de adviesaanvraag.§ 2. De regering mag de lijst opstell<strong>en</strong> met de bouwplaats<strong>en</strong> bedoeldin § 1 die, uit hoofde van hun geringe omvang, vrijgesteld zijn van hetadvies van de Commissie.HOOFDSTUK 2. — UitvoeringsvergunningSectie 1. — VergunningsprocedureSubsectie 1. — Indi<strong>en</strong>ing van de aanvraagArt. 34. Dossier van uitvoeringsvergunningsaanvraag§ 1. De regering bepaalt de vereiste voorwaard<strong>en</strong> opdat het dossiervan uitvoeringsvergunningsaanvraag als volledig kan word<strong>en</strong>beschouwd.Mak<strong>en</strong> in elk geval deel uit van het aanvraagdossier :1° wanneer de aanvraag betrekking heeft op e<strong>en</strong> geplande bouwplaats,de planning waarin ze is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>;2° wanneer de aanvraag betrekking heeft op e<strong>en</strong> gecoördineerdebouwplaats, alle docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ermee verband houd<strong>en</strong>.§ 2. Indi<strong>en</strong> de aanvrager, in zijn aanvraag, de dring<strong>en</strong>de noodzakelijkheidaanvoert om zich te onttrekk<strong>en</strong> aan de in de artikel<strong>en</strong> 12, 13, 15of 16 opgesomde verplichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> de beheerder vaststelt datdeze niet gegrond is, is de aanvraag onontvankelijk.Art. 35. Indi<strong>en</strong>ing van de aanvraagDe aanvrager di<strong>en</strong>t zijn uitvoeringsvergunningsaanvraag in door zijndossier, in overe<strong>en</strong>stemming met de door de regering bepaalde vorm,over te mak<strong>en</strong> aan de beheerder.TITRE 4. — L’autorisation d’exécution de chantier,l’avis rectificatif et l’accord de chantierArt. 31. PrincipeCHAPITRE 1 er . — Généralités§ 1 er . Sauf urg<strong>en</strong>ce dûm<strong>en</strong>t motivée dans l’avis de démarrage dechantier, nul ne peut exécuter un chantier sans autorisation d’exécutionde chantier.Le gouvernem<strong>en</strong>t dresse la liste des <strong>chantiers</strong> qui, <strong>en</strong> raison de leurminime importance, ne requièr<strong>en</strong>t pas d’autorisation d’exécution dechantier.§ 2. Lorsque des circonstances nouvelles et imprévisibles lors de sadélivrance sont de nature à modifier les conditions d’exécution duchantier, une autorisation d’exécution de chantier peut faire l’objet d’unavis rectificatif, depuis la réception par l’impétrant de cette autorisationjusqu’au terme du chantier.Le gouvernem<strong>en</strong>t peut préciser les circonstances visées à l’alinéaprécéd<strong>en</strong>t.§ 3. Les <strong>chantiers</strong> disp<strong>en</strong>sés d’autorisation <strong>en</strong> raison de l’urg<strong>en</strong>ce oude leur minime importance peuv<strong>en</strong>t faire l’objet d’un accord dechantier, depuis la réception par le gestionnaire de l’avis de démarragede chantier jusqu’au terme de celui-ci.Art. 32. Chantier situé sur plusieurs <strong>voirie</strong>s§ 1 er . Lorsque le chantier est situé à la fois sur une <strong>voirie</strong> régionale etsur une <strong>voirie</strong> communale ou sur une ou plusieurs <strong>voirie</strong>(s) communale(s)de communes différ<strong>en</strong>tes, chaque gestionnaire concerné transmet,pour information et sans délai, <strong>aux</strong> autres gestionnaires concernés,copie de :1° sa proposition de décision, visée <strong>aux</strong> articles 37 et 47;2° sa décision, visée <strong>aux</strong> articles 41 et 50;3° son accord de chantier visé à l’article 51.§ 2. La Commission transmet, pour information et sans délai, àchaque gestionnaire concerné une copie de son avis.Art. 33. Avis de la Commission§ 1 er . Toute demande d’autorisation d’exécution de chantier, ou toutedemande ou proposition d’avis rectificatif est soumise à l’avis de laCommission, lorsque le chantier est situé, <strong>en</strong> tout ou <strong>en</strong> partie, sur une<strong>voirie</strong> régionale ou sur une <strong>voirie</strong> communale prés<strong>en</strong>tant un intérêtmanifeste pour la circulation sur le territoire de la Région de<strong>Bruxelles</strong>-Capitale.Le gouvernem<strong>en</strong>t établit la liste des <strong>voirie</strong>s communales visées aupremier alinéa après avoir recueilli l’avis des communes.L’avis de la commune est réputé favorable <strong>en</strong> cas de sil<strong>en</strong>ce àl’expiration d’un délai de soixante jours à compter de la réception de lademande d’avis.§ 2. Le gouvernem<strong>en</strong>t peut établir la liste des <strong>chantiers</strong> visés au § 1 erqui sont disp<strong>en</strong>sés, <strong>en</strong> raison de leur minime importance, de l’avis de laCommission.CHAPITRE 2. — L’autorisation d’exécution de chantierSection 1 re . — La procédure d’autorisationSous-section 1 re . — L’introduction de la demandeArt. 34. Dossier de demande d’autorisation d’exécution de chantier§ 1 er . Le gouvernem<strong>en</strong>t détermine les conditions requises pour que ledossier de demande d’autorisation d’exécution de chantier soit considérécomme complet.Font <strong>en</strong> toute hypothèse partie du dossier de demande :1° lorsque la demande concerne un chantier programmé, la programmationqui le fait apparaître;2° lorsque la demande concerne un chantier coordonné, tous lesdocum<strong>en</strong>ts y relatifs.§ 2. Si le demandeur invoque, dans sa demande d’autorisationd’exécution de chantier, l’urg<strong>en</strong>ce pour se disp<strong>en</strong>ser des obligationsénoncées <strong>aux</strong> articles 12, 13, 15 ou 16 et si le gestionnaire constatequ’elle n’est pas fondée, la demande est irrecevable.Art. 35. Introduction de la demandeLe demandeur introduit sa demande d’autorisation d’exécution dechantier <strong>en</strong> transmettant, selon la forme déterminée par le gouvernem<strong>en</strong>t,son dossier au gestionnaire.