07.08.2015 Views

InfoS@t 2013.1. - Sint-Andriesziekenhuis Tielt

InfoS@t 2013.1. - Sint-Andriesziekenhuis Tielt

InfoS@t 2013.1. - Sint-Andriesziekenhuis Tielt

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hepatitis E virus: a new kid on the block!Darmkankeronderzoek in Vlaanderen vanaf 2014CT colonografieDe eerste die geelzucht uitgebreid documenteerde wasHippocrates, al zijn er nog oudere beschrijvingen bekend.Meest waarschijnlijk ging het om uitbraken van hepatitisA, maar men besefte pas in de 8ste eeuw dat deze ziekteoverdraagbaar is. Een uitbraak van geelzucht was vooralgevreesd tijdens militaire campagnes, want het betekendezoveel als het verliezen van de oorlog. Pas in 1973 werd hethepatitis A virus (HAV) geïdentificeerd waarna de ontwikkelingvan diagnostische laboratoriumtesten snel volgde.De aanval op Pearl Harbor in 1941 sleepte de Verenigde Statenmee in de Tweede Wereldoorlog en honderdduizenden troepenwerden in allerijl gemobiliseerd naar de Stille Oceaan. Om gelekoorts te voorkomen werd het ‘Defense Biological Warfare Program’opgestart, waarbij het Theilervaccin werd gebruikt. Om het vaccin testabiliseren was veel serum nodig, wat in grote mate gedoneerd werddoor oorspronkelijke inwoners van Australië. Opvallend was dat veelsoldaten geelzucht kregen na die vaccinatie. Twintig jaar later ontdektede latere Nobelprijswinnaar Baruch Blumberg dat deze ‘serumhepatitis’ gelinkt was aan het ‘Australia antigen’ dat hij terugvond in hetbloed van veel Aboriginals. Vandaag is dit antigen beter gekend alshet hepatitis B surface antigen (HBsAg). Vele Amerikaanse soldatenwerden na de oorlog bloeddonor en zorgden ongewild mee voor dewereldwijde verspreiding van hepatitis B.Dankzij het beschikbaar worden van serologische analyses werd in1975 voor het eerst gewag gemaakt van een non-A-non-B hepatitis,die voornamelijk na transfusie werd vastgesteld. Het etiologischagens bleek een nieuw virus, het hepatitis C virus (HCV), te zijn. In1990 begonnen de bloedbanken dan ook donorbloed te screenenvoor hepatitis C, maar het duurde nog jaren om de kwaliteit van deanalyses op niveau te krijgen. Vandaag zijn nog andere hepatotropevirussen gekend (HDV, HEV, HFV, HGV, TTV, SEN-V) maar één hiervan,het hepatitis E virus (HEV) kreeg de afgelopen jaren toch bijzondereaandacht.In 1980 werd voor het eerst de term ‘enterically transmittednon-A-non-B (ETNANB) hepatitis’ gebruikt, naar aanleiding vaneen uitbraak van geelzucht in India (275 gevallen, 10 fataliteiten).Retrospectief onderzoek toonde aan dat de grote hepatitis uitbraakmet 29.000 beschreven gevallen in New Delhi in 1955 ook tot dezeETNANB behoorde. Naast een serologische en epidemiologischegelijkenis (telkens was gecontamineerd drinkwater de bron) was er nogeen andere bijzondere overeenkomst: de fatale gevallen waren bijnaaltijd zwangere vrouwen. Het verantwoordelijk virus werd pas gekloondin 1990. De oorspronkelijke naam, HAV-2, werd veranderd naar HEVtoen bleek dat dit virus niet gerelateerd was met het HAV. In 2004werd het virus door het international committee on taxonomy of virusesin een aparte familie (de Hepeviridae) ondergebracht. Het belang vanhepatitis E in de derde wereld werd pas duidelijk in de jaren 90: dezeepidemische water-born hepatitis is verantwoordelijk voor meer dan50% van alle hepatitiden in die contreien en 1 op 3 wordt er tijdenshet leven met HEV geïnfecteerd. Deze enorme prevalentie betekentdat ook bij Westerlingen die terugkomen uit een derdewereldlandsoms reis-gerelateerde hepatitis E wordt vastgesteld. Fylogenetischonderzoek toonde aan deze endemische hepatitis E door tweegenotypen van hetzelfde virus wordt veroorzaakt: genotype 1 en 2. In1993 publiceerde Hans Zaaijer gevallen van Nederlandse patiëntenmet een serologisch profiel van acute en doorgemaakte hepatitis Ezonder dat die patiënten een reisgeschiedenis hadden. [1] Tegelijkertijdpubliceerde Goldsmith een onderzoek bij Egyptische kinderen metacute non-A-non-B hepatitis waarvan 42% anti-HEV antilichamenbleken te hebben. Eigenaardig genoeg toonde hij ook in de gezondecontrolepopulatie 25% seroprevalentie aan. [2]De resultaten van beide baanbrekende publicaties werden dedaaropvolgende jaren echter niet naar waarde geschat en mentwijfelde aan de kwaliteit van de serologische analyses. Case-reportsstapelden zich echter op en ook de kwaliteit van de serologieverbeterde, waardoor het bestaan van niet reis-gerelateerde hepatitisE bij Westerlingen ontegensprekelijk werd. Deze vorm wordt nuautochtone hepatitis E genoemd en hepatitis E komt dus wereldwijdvoor. Bovendien werd in 1997 het genotype 3 ontdekt bij Amerikaansevarkens en in 1998 werd het ook bij de mens vastgesteld. Pas in2000 besefte men dat de autochtone hepatitis E door genotype 3wordt veroorzaakt (in Japan door genotype 4) en dus niet door degenotypen 1 en 2. Bovendien kon men aantonen dat autochtonehepatitis E een zoönose is en dat varkens het belangrijkste reservoirvormen. Meer dan 80% van de varkens in Westerse landen zijnanti-HEV positief en ongeveer 20% excreteert het virus actief(asymptomatisch). Ook bij veeartsen en varkenshouders toonde meneen hoge seroprevalentie aan. Het eten van besmet en onvoldoendegebakken varkensvlees (maar ook hert en everzwijn) is wellicht debelangrijkste bron van besmetting. Deze nieuwe inzichten zorgdenvoor een hype rond hepatitis E die nog steeds voortduurt. In 2012werd ook in België aangetoond dat 14% van de bevolking antilichamentegen het hepatitis E virus bezit en dus met het virus in contactkwam. [3] Toch is de transmissie nog niet volledig opgehelderd. Ingrote Westerse steden zoals Barcelona, Rotterdam en Nancy werdHEV RNA aangetoond in rioolwater. Ook bloedtransfusies, contactmet huisdieren, eten van schaaldieren en contact met vervuild (drink)water zijn overdrachtsvormen die nog onderzocht worden. Ondankshet feit dat HEV alomtegenwoordig is in de Westerse landen werdenslechts weinig acute gevallen beschreven. De belangrijkste redenhiervoor is dat het genotype 3 slechts zelden symptomen veroorzaakt.Recent werd nog aangetoond dat hepatitis E ook in chronische vormvoorkomt, voornamelijk bij immuungecompromitteerden. Bij dezepatiënten is de serologie onbetrouwbaar en spoort men beter het viraalRNA op in het serum. Incidentiestudies in Vlaanderen zijn lopendeen de vraag of hepatitis E een plaats verdient in de primairedifferentiaal diagnose van een symptomatische hepatitiszal door deze studies beantwoord worden. Een grotestudie uitgevoerd in South Hampshire (Engeland)toonde alvast aan van wel. ■Frederik Van Hoecke, klinisch bioloogfrederik.van.hoecke@sintandriestielt.be[1] Zaaijer H. et al. 1993. Lancet.[2] Goldsmith R. et al. 1992. Lancet.[3] Van Hoecke F. et al. 2012. Acta Gastroenterol Belg.De Vlaamse overheid organiseert vanaf 2014 een grootschaligedarmkankerscreening. Uit proefonderzoek bleek dat meer dan 40% van de bevolking bereid is hieraan te participeren. Elk jaar krijgenmeer dan 5.000 Vlamingen te horen dat ze darmkanker hebben.Darmkanker is de op 1 na meest voorkomende kanker bij vrouwen(na borstkanker) en de derde meest voorkomende bij mannen (naprostaat- en longkanker). Elk jaar overlijden 1.800 tot 2.000 Vlamingenaan de ziekte. Via het screeningsproject hoopt men 400 sterfgevallente voorkomen.Darmkanker is jaren vooraf opspoorbaar en geneesbaar. In de meestegevallen is darmkanker een traag ontwikkelende ziekte: het duurtgemiddeld tot 10 jaar vooraleer een poliep zich ontwikkelt tot eenkwaadaardig gezwel. Hoe vroeger in zijn ontwikkeling de kanker ontdektwordt, hoe groter de kans op genezing. Ineen vroeg stadium ontdekt, bedraagt de5-jaaroverleving van de kankerpatiëntenmeer dan 95%.Hoe zal de overheid descreening uitvoeren? ElkeVlaming tussen 50 en 74jaar zal een brief in debus krijgen samen met deimmunochemische FecaalIn 2000 nam het <strong>Sint</strong>-<strong>Andriesziekenhuis</strong> de eerste module vande huidige zorgsuite in gebruik. Kort daarna werden de meesteandere modules aangeschaft. Met deze suite beschikte hetziekenhuis - meer dan een decennium eerder dan de meesteandere Vlaamse ziekenhuizen - over een globale oplossing omeen gecentraliseerd elektronisch medisch patiëntendossier aante leggen over alle specialismen, paramedische diensten enbegeleidingsteams heen.Eén van de meest verspreide modules van deze zorgsuite in hetziekenhuis is - met letterlijk honderden gebruikers - de resultatenviewer(REV). In combinatie met de beveiligingsmodule is de REV eenonmisbaar, bijzonder krachtig en tevens eenvoudig werkinstrumentvoor alle (para)medische zorgverstrekkers van het ziekenhuis.In 2008 werd deze toepassing remote ter beschikking gesteld vande huisartsen. Volgende info, van zowel interne als externeoorsprong, kan worden geraadpleegd: overzicht van deeigen patiënten (gehospitaliseerden, ambulanten enWZC-bewoners), alle medisch-technische resultaten(labo, medische beeldvorming, anatomopathologie),alle correspondentie van zowel de medischespecialismen als de paramedische diensten en deOccult Bloed Test (iFOBT). Bij een afwijkend resultaat met bloedspoorop het faecesstaal, wordt een colonoscopie uitgevoerd. Bij personendie eerstegraadsverwanten hebben met dikkedarmkanker, zal echtermeteen worden overgegaan tot een colonoscopie.De Vlaamse overheid plant de start van dit bevolkingsonderzoek in2014. In afwachting zal ze de praktische organisatie voorbereiden(o.a. ontwikkeling van uitnodigings- en sensibiliseringsmaterialen),afstemmen met de federale overheid (o.a. over de rol van het RIZIV) enhuisartsen en gastro-enterologen informeren.Op lokaal vlak zullen voorbereidende gesprekken worden gevoerdtussen de gastro-enterologen van het <strong>Sint</strong>-<strong>Andriesziekenhuis</strong> (Drs.S. De Coninck, V. Casneuf, J. Beyls) en afgevaardigden van deomgevende huisartsenkringen: de ‘Huisartsen van ’t Oosten vanWest-Vlaanderen’ (Drs. C. Tack, J.P. Deforce, F. Speybrouck, J.Michels, G. Lannoo) en de Huisartsenkring ‘West-Meetjesland regioAalter’ (Drs. S. Huyberechts, A. Van Laecke, M. Latruwe, K. De Crem,C. De Muynck). Een eerste vergadering vond plaats op 25februari 2013. In een latere fase zullen contacten wordengelegd met de radiologen (vastleggen specifiekeindicaties voor CT-colonografie), lokale overheden(o.a. omliggende stads- en gemeentebesturen) enbetrokken verenigingen (zoals TVDK e.a.). ■Dr. Steven De Coninck, gastro-enteroloogsteven.de.coninck@sintandriestielt.beDe ResultatenViewer - een unieke dienst voor de huisartsenbegeleidingsteams, alle medicatie, aandachtspunten, contacten,administratieve gegevens, … Bovendien beschikt de huisarts inde REV over een eigen postbus waarin automatisch alle aan hemgeadresseerde brieven en resultaten in terecht komen. Eind 2009werd de REV ook geconfigureerd voor alle huisartsen van het WZC<strong>Sint</strong>-Andries. Daar kan op de pc’s van de verpleegposten rechtstreeksde REV worden opgestart.Elke huisarts kan nog steeds een aanvraag richten om overeen remote login voor de REV te beschikken. Momenteel is diegeconfigureerd voor zo’n 40 huisartsenpraktijken. De aanvraag kaneenvoudig via www.sintandriestielt.be > zorgverleners > huisartsen> elektronische dienstverleningen > resultatenviewer. Deze dienstis een volledig kosteloze service voor de huisartsen. Bij voldoendegeïnteresseerde huisartsen wordt tevens in het ziekenhuis eenopleiding gegeven m.b.t. het gebruik van de REV. Naast deregelmatige upgrades aan het product zelf, is ook de remotetoegang in de voorbije jaren sterk vereenvoudigd. In april2013 werd hiervoor andermaal een nieuwe toepassing ingebruik genomen. ■Bart D’ooghe, ICTEen systematische screening van de bevolking voor colorectale carcinoma (CRC) bijvrouwen en mannen tussen 50 jaar en 74 jaar wordt aanbevolen door Europa en zal ook inVlaanderen toegepast worden. Daarbij wordt rectaal bloedverlies opgespoord met iFOBTen zo dit positief is, volgt colonoscopie. (zie artikel dr. De Coninck).Sinds de introductie in 1994 is door verschillende studies aangetoond dat CT colonografieeen gelijkaardige detectiegraad heeft voor gevorderde adenomen en colorectale carcinomain vergelijking met endoscopische colonoscopie.CT colonografie wordt aanbevolen door de American Cancer Society voor het screenennaar CRC. In de Verenigde Staten is CT colonografie één van de onderzoeksmethoden in22 van de 25 staten waar screening naar CRC wettelijk geregeld is.Bij het Vlaamse bevolkingsonderzoek voor het screenen naar CRC hoort CT colonografie(voorlopig) niet bij de primaire onderzoeksmethoden.CT colonografie kan in het kader van het bevolkingsonderzoek of individueel toegepastworden bij patiënten na niet-conclusieve colonoscopie of bij medische contra-indicatievoor colonoscopie. De verantwoording voor de niet-conclusieve colonoscopie of demedische contra-indicatie moet in het dossier van de patiënt ter beschikking zijn van deadviserende geneesheer.CT colonografie is een alternatief voor het klassieke bariumlavement en geeft bijkomendeinformatie gezien ook de extraluminele structuren worden gevisualiseerd mits enigvoorbehoud gezien deze verricht wordt zonder toediening van intraveneus contrast en meteen lage stralingsdosis.Voor een CT colonografie dient de patiënt één dag voor het onderzoek een voorbereidingspakketsamen met de maaltijd in te nemen. Dit pakket bestaat uit contrastvloeistofom stoelgangsresten te merken (dit is faecale tagging) en laxeermiddelen. De volgendeochtend wordt na intraveneuze injectie van een spasmolyticum, het colon geïnsuffleerdvia een rectale sonde met koolzuurgas met behulp van een speciale pomp. Koolzuurgaswordt sneller geresorbeerd dan lucht, wat resulteert in een verminderen van darmkrampenachteraf. Er wordt vervolgens met een multislice CT-scanner in buik- en in rugligginggescand waarna de patiënt de dienst radiologie onmiddellijk kan verlaten, gezien hetonderzoek zonder narcose gebeurt. De radioloog beoordeelt het onderzoek op eenwerkstation aan de hand van 2D multiplanaire en 3D virtuele colonoscopie beelden.Het risico voor invasieve carcinoma bij een diminutieve poliep van 5 mm of kleiner is in deorde van 0.01%. Slechts indien met zekerheid een drietal of meer diminutieve poliepenworden herkend, worden deze gerapporteerd. Voor poliepen tussen 6mm en 9mm wordteen korte termijn follow-up of verwijdering voorgesteld. Een grote poliep van 10 mm ofmeer moet verwijderd worden. Een routine follow-up onderzoek van het colon door middelvan CT colonografie gebeurt best om de 5 jaar.Ten laatste twee dagen voor de CT colonografie dient het voorbereidingspakketvoor CT colonografie afgehaald te worden, waarbij een woordje uitleg wordtgegeven. De patiënten dienen zoals voor elk radiologisch onderzoek in hetbezit te zijn van een geldige aanvraag. ■Dr. Liong Djoa, radioloogliong.djoa@sintandriestielt.beReferenties:DH Kim, PJ Pickhardt et al CT Colonography versusColonoscopy for the Detection of AdvancedNeoplasia. N Engl J Med 2007;357: 1403-12Virtual Colonoscopy – A practical guide. 2ndRevised edition. Ph Lefere, S Gryspeerdt Ed.,Springer 2010, Diagnostic Imaging Series (A.L.Baert, K. Sartor)De Haan MC, Halligan S, Stoker J Does CTcolonography have a role for population-based colorectal cancerscreening?. Eur Radiol (2012) 22:1495-1503Emanuele N, Halligan S et al The second ESGAR consensusstatement on CT colonography.Eur Radiol (2013) 23: 720-729Fig. 4Fig. 1Fig. 2Fig. 3Fig. 5234


Fotodynamische behandelingin de preventie van intima hyperplasie:nieuwe research in het <strong>Sint</strong>-<strong>Andriesziekenhuis</strong>Atherosclerose is een frequente aandoening van de arteriesen de belangrijkste oorzaak van perifeer occlusief vaatlijden.De klassieke symptomen van deze aandoening zijnclaudicatio intermittens, pijn en trofische letsels ter hoogtevan de ledematen of zelfs lidmaatbedreiging.Fig. 1Interventionele behandelingen hiervoor zijn percutanedilataties/stenting of bypass chirurgie.Jammer genoeg moeten we vaststellen dat er heel watrestenosen/occlusies ontstaan na verloop van tijd. Eén jaarna behandeling zou er reeds in 30% van de behandeldegevallen een recidief ontstaan. De oorzaak is enerzijdsprogressie van de ziekte (atherosclerose), maar in eengroot aantal gevallen is intimahyperplasie de onderliggendeoorzaak. Intimahyperplasie is een littekenvorming die ontstaatter hoogte van de plaats van de anastomose of dilatatie.Het kan beschouwd worden als een soort overdrevenhelingsproces.De geïmplanteerde stent bevat antiproliferatieve medicatiedie langzaam vrijkomt en dus lokaal de celdeling(intimahyperplasie) afremt.Een nadeel is dat ook de re-endothelialisatie afgeremd wordten de patiënten dus langer anticoagulantia dienen in tenemen. Ook in perifeer vaatlijden werden recent “drug-elutingstents” en “drug-eluting ballonnen” gecommercialiseerd. Totop heden zijn de resultaten hiervan nog niet eenduidig en ishet materiaal nogal duur. Vandaar het nut van een alternatief.Fotodynamische behandeling (FTB) zou hier een oplossingvoor kunnen zijn: er wordt lokaal medicatie (fotosensitiser) inhet bloedvat ingespoten die zich vastzet in de vaatwand.Door deze vaatwand met licht van een bepaalde golflengtete behandelen, wordt deze fotosensitiser geactiveerd omvervolgens de gladde spiercellen in de vaatwand te doennecroseren. Hiermee zou de vorming van IH afgeremdworden en de re-endothelialisatie zelfs versneld worden. Omde lokale medicatietoediening te optimaliseren, wordt er eenspeciale katheter ontwikkeld die voorkomt dat de medicatiewegspoelt en ook lokale lichtapplicatie toelaat.Fig. -3WeetjesNieuwe artsenFrederik Van Hoecke, klinisch bioloog en geneesheer-ziekenhuishygiënistSinds oktober 2012 is Frederik Van Hoecke gestart als klinisch bioloog in het <strong>Sint</strong>-<strong>Andriesziekenhuis</strong> in <strong>Tielt</strong>. Hij volgde zijnopleiding aan de UGent en liep stage in verschillende grote centra met de nadruk op microbiologie en antibioticatherapie.Daarnaast bekwaamde hij zich in de mycologie aan het instituut voor tropische geneeskunde, volgde een interuniversitairecursus antibioticabeleid en een masteropleiding in de ziekenhuishygiëne.In het labo zal hij de afdelingen bacteriologie, mycologie en infectieuze serologie voor zijn rekening nemen. Daarnaast zal hij inhet ziekenhuis als ziekenhuishygiënist werkzaam zijn en deel uitmaken van de beleidsgroep voor antibiotherapie.Christ Declerck, anesthesistDr. Declerck is sinds 8 januari 2013 gestart als geneesheer-specialist op de afdeling anesthesie-reanimatie van het <strong>Sint</strong>-<strong>Andriesziekenhuis</strong>.Hij is afkomstig uit Desselgem, een deelgemeente van Waregem. Dr. Declerck volbracht zijn opleiding geneeskundein 1991 aan de universiteit van Gent en daarna volgde hij de opleiding tot anesthesist en intensieve zorgen in het UZ Gent, St.Luke’s Roosevelt Hospital NY en het CHU Pitié-Salpétrière Parijs. In 1997 was hij staflid in de <strong>Sint</strong>-Jozefskliniek in Izegem alsanesthesist-intensivist en sinds 2012 werkt hij in het multidisciplinair pijncentrum van het AZ <strong>Sint</strong>-Jan Brugge.Naast zijn activiteit in het MPC te Brugge legt hij zich vooral toe op consultaties en behandelingen in de chronische pijn in het<strong>Sint</strong>-<strong>Andriesziekenhuis</strong>.Nieuwe spoedartsKatrien Tavernier, spoedartsSinds 1 oktober 2012 werkt dr. Katrien Tavernier als spoedarts op de dienst spoedgevallen van het <strong>Sint</strong>-<strong>Andriesziekenhuis</strong>.Navormingsprogramma geneesherenkring‘t Oosten van West-Vlaanderen10/09/2013 Dr. Kristina Van De Winkel – Dementie en depressie:differentieel of dubbel diagnose17/09/2013 Palliatief team van ‘De Mantel’ – Pijnpomp en medicatie24/09/2013 Prof. W. Van De Voorde – Gerechtelijke geneeskunde22/10/2013 Prof. Paul Clement – Alarmsymptomen bij chemotherapie17/12/2013 Dr. Kristina Van De Winkel - TravelvaccinatieMeer info via www.haowvl.beVoordrachtOp donderdag 23 mei 2013 vond in het VormingscentrumGuislain in Gent een studiedag plaats met als thema‘Antropopsychiatrie: wat is (ver)nieuw(end)?’.Dr. Leo Ruelens, psychiater-psychoanalyticus verbondenaan het <strong>Sint</strong>-<strong>Andriesziekenhuis</strong> en auteur van ‘Naar eenandere psychiatrie. Het rebelse denken van Jacques Schotte’(Literarte, 2010) was één van de gastsprekers.Infos@tn ° 1 2 0 1 3 - 6 m a a n d e l i j k s - J a a r g a n g 6Solidariteit en responsabiliseringBeste lezerHet menselijk drama in Syrië grijpt ons naar de keel, maar nognooit was onze bijdrage voor de vluchtelingen ginds zo gering.Onze bereidheid om solidair te zijn neemt duidelijk af naarmatede context waarin een drama zich afspeelt onze perceptie tegenheeft.Ook dichter bij huis, in onze eigen sociale welvaartstaat, wordt hetsolidariteitsprincipe stilaan in vraag gesteld, of worden er meer enmeer voorwaarden aan gekoppeld, onder druk van de heersendebudgettaire beperkingen in de gezondheidszorg.Mensen weten dat overgewicht hun gezondheid schaadt, datrokers en drinkers onze samenleving meer geld kosten. Eenrecente enquête wijst erop dat tot 20% van de Vlamingen vindt datzijn centen niet moeten gaan naar mensen die verantwoordelijk zijnvoor hun ziektes; het gevoel van ‘eigen schuld, dikke bult’ zit in hetmorele aanvoelen van de mens ingebakken.Maar waar trek je de grens tussen medisch verantwoord enonverantwoord gedrag ? Wat met de keuzevrijheid van de burger(bvb. een zwaar gehandicapt kind dat je verkiest toch op dewereld te zetten)? Wat met je keuze voor gevaarlijke sporten en derisico’s hieraan verbonden? Wat met workaholics die hiermede ookeen aanslag plegen op hun gezondheid? Bovendien zijn levensstijlen gezondheid klassegebonden en is morbiditeit en mortaliteitgroter bij mensen uit de onderste regionen van de sociale ladder.Als we simpelweg het principe van ‘de krekel en de mier’(cfr. fabel van La Fontaine) toepassen zal dit angstaanjagendegevolgen hebben voor onze gezondheidszorg.Gezondheidsopvoeding en bewustmaking blijven derhalveprimordiaal. Aanbieden van preventieve maatregelen (gezienwe meer weten over de oorzaak van talrijke aandoeningen)is essentieel en dient geïntegreerd te worden in een globaalgezondheidsbeleid. Maar ook het heffen van hogere taksen opsigaretten en alcohol maakt deel uit van het solidariteitsprincipe,op voorwaarde dat die taksen opnieuw gebruikt worden voorde globale gezondheidszorg waartoe iedereen toegang heeft.Het is de taak van de overheid om op een aldus gediversifieerdemanier te zorgen voor de gezondheid van de mensen, conformhet basisprincipe van de geneeskunde die stoelt op een ‘duty tocare’.■Dr. Jan BeylsHoofdredacteurFig. 2Meerdere pogingen om dit probleem te verhelpen werdenreeds verricht, maar met wisselend succes. Zo werd in decardiologie de “drug-eluting stent” geïntroduceerd.Dit zal in eerste instantie in een dierenmodel getest worden.Dit onderzoek gebeurt in samenwerking met de KULeuven(afdeling vaatheelkunde) en INSERM (Université Lille Nord deFrance). ■Fig 1: Catheter gepositioneerd intravasculair naballondilatatie (noteer vaatwand beschadiging).Fig 2: Balloninsuflatie onderbreekt bloedstroom om aldusfotosensitiser injectie lokaal toe te laten.Fig 3: Lokaal lichtapplicatie om de fotosensitizer teactiveren.Dr. Marc Vuylsteke, vaatchirurgmarc.vuylsteke@sintandriestielt.beColofonRedactieraadDr. Mehrdad Biglari: mehrdad.biglari@sintandriestielt.beMevr. Sofie Blancquaert: sofie.blancquaert@sintandriestielt.beDr. Steven De Coninck: steven.de.coninck@sintandriestielt.beDhr. Xavier Morret: xavier.morret@sintandriestielt.beMevr. Lien Depauw: lien.depauw@sintandriestielt.beDr. Danny Derous: danny.derous@sintandriestielt.beDr. Peter Moons: peter.moons@sintandriestielt.beDr. Geert Tits: geert.tits@sintandriestielt.beMevr. Hilde Van den Wyngaert: hilde.vdwyngaert@sintandriestielt.beDr. Marc Vuylsteke: marc.vuylsteke@sintandriestielt.beHoofdredacteurDr. Jan Beyls: jan.beyls@sintandriestielt.beWerkten verder mee aan dit nummerBiol. Frederik Van Hoecke, dr. Liong Djoa, Bart D’oogheLay-out & DrukDrukkerij Lannoo: www.lannooprint.comVerantwoordelijke uitgeverDr. Jan Beyls<strong>Sint</strong>-<strong>Andriesziekenhuis</strong> <strong>Tielt</strong>Krommewalstraat 118700 <strong>Tielt</strong>www.sintandriestielt.beFoto'sFrank Boone, Ignace KestelootSponsorswww.lannooprint.be • 1219041Hepatitis E virus:a new kid on the block!23Darmkankeronderzoekin Vlaanderen vanaf 2014De ResultatenViewer -een unieke dienst voor de huisartsen45CT colonografieWeetjesFotodynamische behandelingin de preventie van intima hyperplasie:nieuwe research in het <strong>Sint</strong>-<strong>Andriesziekenhuis</strong>6561

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!