Rumbling on performativity_Frits Simon

De titel ‘<strong>Rumbling</strong> on performativity’ leidt tot enige vertaalmoeilijkheden, maar zet
ons wel op het spoor van waar dit proefschrift over gaat. ‘<strong>Rumbling</strong> on’ heeft verschillende
betekenissen. Het betekent dat iets voort dendert, onophoudelijk verder gaat en
blijkbaar niet te stoppen is. ‘<strong>Rumbling</strong> on’ betekent ook dat er gerommeld wordt, dat
er gesleuteld en geknutseld wordt aan en geworsteld met de dingen die voorbij komen.
In dit proefschrift is ‘performativity’ iets wat voort dendert en voorbij komt, wat
blijkbaar niet te stoppen is, en waarmee tegelijkertijd wordt gerommeld. Vrij vertaald
wijst ‘performativity’ op een manier van beleidsvoering waarin efficiency voorop staat,
en waar inhoud van beleid er nauwelijks toe doet. ‘Performativity’ is ook bekend onder
de vlag van New Public Management, een managementfilosofie die efficiency binnen
organisaties voorstaat en deze bevordert met behulp van budgettaire en prestatiegerichte
sturing.
Een onderzoek naar beleidsvorming vanuit de positie als observerende participant
Ik heb onderzoek gedaan naar de manier waarop beleid tot stand komt binnen mijn
hogeschool. Tijdens het onderzoek werkte ik daar voornamelijk als adviseur van het
College van Bestuur. Ik was nieuwsgierig naar wat er aan beleid tot stand komt en hoe
dat gebeurt. Deze nieuwsgierigheid werd gevoed omdat ik vanuit allerlei functies
waarin ik heb gewerkt binnen de hogeschool de paradoxale ervaring heb dat ‘we’ het
nooit goed doen, dat ‘we’ het echter wel goed doen in de landelijke klassementen met
betrekking tot het HBO en dat ‘we’ in de praktijk vaak wat anders blijken te realiseren
vergeleken wat ‘we’ ons voornemen. Ik was nieuwsgierig naar wat er dan wel gebeurt,
ofwel hoe en welke dingen komen in de praktijk van alledag tot stand?
De beleidsvorming die ik heb onderzocht had te maken met een project op het gebied
van identiteits-management, met het tot stand brengen van prestatieafspraken met
het Ministerie van OCW en met een beleidsvoorbereidende discussie met betrekking
tot het organiseren van constructieve tegenspraak. Dit laatste is een begrip dat eveneens
uit de koker van het Ministerie van OCW komt.
Bij deze beleidsvorming was ik zelf intensief betrokken als programma-, project- en
discussieleider. Het onderzoek is daarom gedaan van de positie van de observerende
participant. Dit soort onderzoek bezit een eigen methodologische achtergrond en
uitwerking. In brede zin wordt dit soort onderzoek betiteld als sociaal-constructionistisch,
reflexief, narratief, auto-etnografisch of insider-research. Mijn onderzoek is
gedaan vanuit een complex responsieve proces benadering (Stacey, Griffin, Shaw),
onderzoek dat als insider-research kan worden gekwalificeerd. Deze vorm van onderzoek
is aan de Universiteit van Hertfordshire (UK) ontwikkeld. In 2010 is deze manier
van research geïntroduceerd in de PhD-School of Management van de Open Universiteit
te Heerlen.
Nederlandse samenvatting | 223