27 MHz FERNSTEUERUNG z - Revell Control
27 MHz FERNSTEUERUNG z - Revell Control 27 MHz FERNSTEUERUNG z - Revell Control
Rijden met het voertuig 1. VOORBEREIDINGEN VOOR DE START: Zet het voertuig op de grond, met de achterkant naar u toe gericht. Verbind de kabels van de accu en de motor in het voertuig met elkaar (afb. 1). Let op dat vóór het starten de trimregelaars voor snelheid en besturing (TH. TRIM en ST. TRIM) in de middelste stand staan. Houd bij het inschakelen de juiste volgorde aan: zet de ON/OFF-schakelaar op de afstandsbediening in de stand “ON” (afb. 2). Beide power-lampjes op de afstandsbediening branden bij volledig opgeladen status rood en groen (afb. 3). Zet vervolgens de ON/OFF-schakelaar op het voertuig in de stand “ON” (afb. 4). Twee geluidssignalen geven aan: het voertuig is klaar voor gebruik. Afb. 1 Afb. 2 Afb. 3 Let goed op: bij het uitschakelen van het voertuig en de afstandsbediening moet eerst de ON/ OFF-schakelaar aan de zijkant van het voertuig op “OFF” worden gezet (verg. afb. 4). Zet pas daarna ook de ON/OFF-schakelaar van de afstandsbediening op “OFF” (verg. afb. 2). Als u dit niet doet, kan onbedoeld een rijopdracht worden gegeven waardoor het voertuig vanzelf wegrijdt en aanzienlijke schade kan veroorzaken. Trek de antennekabel door de antennehouder en zet deze aan het einde vast met de rubberen dop (afb. 5). Snij echter de rest van de antennekabel niet af! Afb. 4 Afb. 5 2. TRIMMEN VAN SNELHEID EN BESTURING: Goed trimmen is de basisvoorwaarde voor een probleemloos rijgedrag van het voertuig. Het instellen is eenvoudig, maar vergt enig geduld en gevoel. Volg de aanwijzingen nauwkeurig op: Wanneer het voertuig zonder aanraken van de snelheidsregelaar vooruit of achteruit rijdt... Wanneer de wielen van het voertuig zonder sturen naar links of rechts wijzen... Nederlands Als het voertuig zonder aanraking van de snelheidsregelaar vooruit of achteruit rijdt, draai dan net zolang de trimregelaar voor de snelheid (TH. TRIM) in de tegengestelde richting, totdat het voertuig uit zichzelf tot stilstand komt. Als de wielen van het voertuig zonder sturen naar links of rechts wijzen, draai dan de trimregelaar voor de besturing (ST. TRIM) net zolang in de tegengestelde richting, totdat de wielen recht staan en het voertuig rechtuit rijdt. Het trimmen kan het beste worden uitgevoerd als het voertuig langzaam rijdt. 3. VOERTUIGBESTURING: Vooruit rijden Remmen en achteruit rijden Trek de snelheidsregelaar voorzichtig in om te starten en naar voren te rijden. Trek de snelheidsregelaar voorzichtig nog verder in om sneller te rijden. Schuif de snelheidsregelaar voorzichtig naar voren om te remmen, totdat het voertuig stilstaat of afremt. Schuif de snelheidsregelaar nogmaals naar voren om achteruit te rijden. Draai het stuurwiel naar links (als het voertuig met de achterkant naar u toe wijst) om een bocht naar links te maken. Draai het stuurwiel naar rechts (als het voertuig met de achterkant naar u toe wijst) om een bocht naar rechts te maken. Tip: met de omkeerschakelaars voor de snelheidsregelaar (TH) en de besturing (ST) kan de werking van de betreffende regelaar worden omgekeerd. Verander de instellingen alleen als het voertuig en de afstandsbediening uitgeschakeld zijn. 18 RC_Anleitung_Buggy_MHz_24502.indd 18 31.03.10 17:49
Aanwijzingen voor veilig rijden 4. ALGEMENE RIJTIPS: 5. DE MEEST GESCHIKTE RIJOMGEVING: • Zet het voertuig altijd op een vlakke ondergrond. • Beweeg de regelaars altijd langzaam en met gevoel. • Houd het voertuig altijd in het oog en kijk niet naar de afstandsbediening! • Als het voertuig afremt, trekt u de snelheidsregelaar nog iets in. De eerste keren dat u rijdt, bent u wellicht geneigd de regelaar van het voertuig te bruusk te bedienen. • Als u een bocht wilt rijden, is het vaak al genoeg om de besturing heel licht in de betreffende richting te draaien. • Beginners kunnen het beste eerst proberen de snelheid en besturing in de vingers te krijgen. Rijd in het begin niet te hard met het voertuig; het is veel belangrijker om door voorzichtig bewegen van de regelaar een constante snelheid aan te kunnen houden. De plaats waar u met het voertuig wilt rijden, moet aan de volgende voorwaarden voldoen: 1. Het moet een plaats zijn waar zoveel mogelijk vrije ruimte is, zonder storende hindernissen. 2. Zorg altijd bij het starten dat er geen mensen of dieren in de onmiddellijke nabijheid zijn. 3. Houd het voertuig steeds in de gaten, zodat dit niet tegen uzelf, andere mensen of dieren rijdt en die verwondt. Laat na een crash altijd de snelheidsregelaar onmiddellijk los, om beschadiging van de elektronica te voorkomen. Problemen oplossen: Probleem: De wielen draaien niet. Oorzaak: • De accukabel is niet aangesloten. • De accu is te zwak of leeg. Oplossing: • Sluit de accukabel aan. • Laad de accu op (zie gedeelte “Opladen van de voertuigaccu”). Oplossing: • Herhaal de inschakelprocedure zoals beschreven. • Controleer of de batterijen goed geplaatst zijn. • Plaats nieuwe batterijen. Probleem: Radiografische afstandsbediening werkt niet. Oorzaak: • De ON/OFF-schakelaar staat op “OFF”. • De batterijen zijn onjuist geplaatst. • De batterijen hebben niet voldoende energie meer. (alleen het linker controlelampje brandt/er klinkt een waarschuwingssignaal) Probleem: Het voertuig kan niet bestuurd worden met de radiografische afstandsbediening. Oorzaak: • De ON/OFF-schakelaar van de radiografische afstandsbediening staat op “OFF”. • De accukabel is niet aangesloten. Oplossing: • Zet de schakelaar van de radiografische afstandsbediening op “ON”. • Sluit de accukabel aan. Probleem: Het voertuig verliest zonder duidelijke reden tijdens het rijden snelheid en blijft staan. Probleem: De bediening van het voertuig is precies tegengesteld. Oorzaak: • De accu van het voertuig is te zwak. Oorzaak: • De omkeerschakelaar voor de besturing is verzet. Oplossing: • Laad de accu op (zie gedeelte “Opladen van de voertuigaccu”). Oplossing: • Zet de omkeerschakelaar voor de besturing weer in de basisstand. Nederlands Meer tips en trucs kunt u vinden op internet onder www.revell-control.de. Serviceaanwijzing Op www.revell-control.de vindt u bestelmogelijkheden en vervangingstips voor reserveonderdelen, alsmede andere nuttige informatie over alle modellen van Revell Control. www.revell-control.de 19 RC_Anleitung_Buggy_MHz_24502.indd 19 31.03.10 17:49
- Page 1 and 2: 24502 www.re vell-c lc ont rol .de
- Page 3 and 4: Fahren des Fahrzeugs 1. STARTVORBER
- Page 5 and 6: 02055 85023N Ersatzteile und Tuning
- Page 7 and 8: Buggy and remote control BUGGY Ante
- Page 9 and 10: After a crash, always release the s
- Page 11 and 12: 24502 www.re vell-c lc ont rol .de
- Page 13 and 14: 1. PRÉPARATION : Poser le véhicul
- Page 15 and 16: Pièces de rechange et accessoires
- Page 17: Voertuig en afstandsbediening VOERT
- Page 21 and 22: 24502 www.re vell-c lc ont rol .de
- Page 23 and 24: Utilización del vehículo 1. PREPA
- Page 25 and 26: Piezas de repuesto y de tuneado En
- Page 27 and 28: Veicolo e radiocomando VEICOLO Ante
- Page 29 and 30: Istruzioni per una marcia sicura 4.
- Page 31 and 32: 24502 www.re vell-c lc ont rol .de
- Page 33 and 34: Att köra fordonet 1. STARTFÖRBERE
- Page 35 and 36: Reservdelar och tuning På vår web
- Page 37 and 38: Автомодель и пульт
- Page 39 and 40: Рекомендации по бе
Rijden met het voertuig<br />
1. VOORBEREIDINGEN VOOR DE START:<br />
Zet het voertuig op de grond, met de achterkant naar u toe gericht. Verbind de kabels van de accu en<br />
de motor in het voertuig met elkaar (afb. 1). Let op dat vóór het starten de trimregelaars voor snelheid<br />
en besturing (TH. TRIM en ST. TRIM) in de middelste stand staan.<br />
Houd bij het inschakelen de juiste volgorde aan: zet de ON/OFF-schakelaar op de<br />
afstandsbediening in de stand “ON” (afb. 2). Beide power-lampjes op de afstandsbediening branden<br />
bij volledig opgeladen status rood en groen (afb. 3). Zet vervolgens de ON/OFF-schakelaar op het<br />
voertuig in de stand “ON” (afb. 4).<br />
Twee geluidssignalen geven aan: het voertuig is klaar voor gebruik.<br />
Afb. 1 Afb. 2<br />
Afb. 3<br />
Let goed op: bij het uitschakelen van het voertuig en de afstandsbediening moet eerst de ON/<br />
OFF-schakelaar aan de zijkant van het voertuig op “OFF” worden gezet (verg. afb. 4). Zet pas daarna<br />
ook de ON/OFF-schakelaar van de afstandsbediening op “OFF” (verg. afb. 2). Als u dit niet doet, kan<br />
onbedoeld een rijopdracht worden gegeven waardoor het voertuig vanzelf wegrijdt en aanzienlijke<br />
schade kan veroorzaken.<br />
Trek de antennekabel door de antennehouder en zet deze aan het einde vast met de rubberen dop (afb. 5).<br />
Snij echter de rest van de antennekabel niet af!<br />
Afb. 4<br />
Afb. 5<br />
2. TRIMMEN VAN SNELHEID EN BESTURING:<br />
Goed trimmen is de basisvoorwaarde voor een probleemloos rijgedrag van het voertuig. Het instellen is eenvoudig, maar vergt enig geduld en gevoel. Volg de aanwijzingen nauwkeurig op:<br />
Wanneer het voertuig zonder<br />
aanraken van de snelheidsregelaar<br />
vooruit of achteruit rijdt...<br />
Wanneer de wielen van het<br />
voertuig zonder sturen naar links<br />
of rechts wijzen...<br />
Nederlands<br />
Als het voertuig zonder aanraking van de snelheidsregelaar vooruit of<br />
achteruit rijdt, draai dan net zolang de trimregelaar voor de snelheid<br />
(TH. TRIM) in de tegengestelde richting, totdat het voertuig uit zichzelf<br />
tot stilstand komt.<br />
Als de wielen van het voertuig zonder sturen naar links of rechts wijzen, draai<br />
dan de trimregelaar voor de besturing (ST. TRIM) net zolang in de tegengestelde<br />
richting, totdat de wielen recht staan en het voertuig rechtuit rijdt. Het trimmen<br />
kan het beste worden uitgevoerd als het voertuig langzaam rijdt.<br />
3. VOERTUIGBESTURING:<br />
Vooruit rijden<br />
Remmen en achteruit rijden<br />
Trek de snelheidsregelaar voorzichtig in om te<br />
starten en naar voren<br />
te rijden. Trek de snelheidsregelaar voorzichtig<br />
nog verder in om sneller<br />
te rijden.<br />
Schuif de snelheidsregelaar voorzichtig naar voren om te remmen, totdat het<br />
voertuig stilstaat of afremt. Schuif de snelheidsregelaar nogmaals naar voren<br />
om achteruit te rijden.<br />
Draai het stuurwiel naar links (als het voertuig met de achterkant naar u<br />
toe wijst) om een bocht naar links te maken.<br />
Draai het stuurwiel naar rechts (als het voertuig met de achterkant naar u<br />
toe wijst) om een bocht naar rechts te maken.<br />
Tip: met de omkeerschakelaars<br />
voor de snelheidsregelaar (TH) en<br />
de besturing (ST) kan de werking<br />
van de betreffende regelaar worden<br />
omgekeerd. Verander de instellingen<br />
alleen als het voertuig en de<br />
afstandsbediening uitgeschakeld zijn.<br />
18<br />
RC_Anleitung_Buggy_<strong>MHz</strong>_24502.indd 18 31.03.10 17:49
Change language