Seals - ExtraNet - GEA Tuchenhagen

Leidingwerk
Leidinglengten en -diameters moeten worden vastgelegd
wanneer de pomp gekozen is. Wanneer de pomp
ge-installeerd wordt, moet men controleren of er geen
afwijkingen in het leidingwerk t.o.v. het orginele plan
zijn, aangezien wijzigingen in lengte en/of diameter de
druk in het systeem volledig kunnen veranderen.
Bij het aansluiten van de pomp of het leidingwerk moeten
de volgende instructies gevolgd worden:
– Leidingen kort houden en de diameters zo groot
mogelijk. In het bijzonder bij hoog viscose stoffen kan
het nodig zijn om grotere diameters te gebruiken dan
de aansluiting op de pomp aangeeft.
– De aanzuigleiding moet zo kort mogelijk en de diameter
zo groot mogelijk zijn, dit om cavitatie te voorkomen.
– Gebruik bochten met een grote radius en ventielen
met rechtdoor gaande stroming. Vermijdt kogelkranen
en naaldafsluiters bij viscose vloeistoffen.
– Monteer afsluitkleppen aan de zuig- en drukzijde van
de pomp, zodat de pomp in noodgevallen kan worden
gedemonteerd zonder dat deze eerst gedraind moet
worden.
– Vermijdt filters aan de zuigzijde van de pomp.
Een verstopt filter veroorzaakt extreem drukverlies.
Om de pomp te beschermen tegen harde deeltjes moet
men een controleerbare vuilvanger (max. gatgrootte
50 μm) inbouwen.
– Het leidingwerk ondersteunen, zodat het gewicht van
de leiding niet op de aansluitingen van de pomp
drukt.
– Installeer compensatoren, zodat uitzetting en krimp
van het leidingwerk geen invloed op de pomp heeft.
– Zorg er voor dat alle aansluitingen goed dicht zijn,
d.w.z. luchtdicht bij vacuum, vloeistofdicht onder
druk en stoomdicht bij sterilisatie.
– Gebruik verwarmingsmantels om de pomp en het leidingwerk,
wanneer er vloeistoffen doorheen gaan die
dikker worden als ze afkoelen.
Controleer of de vloeistof de benodigde temperatuur
bereikt heeft alvorens de pomp in werking te stellen.
Alleen dan kan overdruk, cavitatie of zelfs het blokkeren
van de pomp voorkomen worden. Deze zaken
kunnen zware beschadigingen aan de pomp toebrengen.
2008-12 · Lobbenpomp VPSH/VPSU / Rotary Lobe Pump VPSH/VPSU
Pipework
Pipe lengths and sizes sould be established at the time
the pump is selected. When installing the pump, check
and make sure that the pipe design does not deviate
from the initial specifications, since a change of the
pipes in cross section or length may completely change
the pressure conditions in a system.
When connecting the pump to the pipe system, observe
the following instructions:
– Keep pipe runs short and pipe diameter large. Pipes
may need to be larger in diameter than the pump
ports especially when pumping viscous liquids.
– Inlet pipes must be as short as possible and as large as
possible to prevent cavitation.
– Use large radius bends and straight-through valves .
Avoid globe or needle valves on viscous fluids.
– Install shut-off valves on the primary and delivery
side of the pump so that the pump can be dismounted
in case of emergency without the need of draining the
system.
– Avoid filters on the inlet side of the pump. A clogged
filter will cause extreme pressure drops. A monitored
dirt trap - maximum hole size 5 microns - will help to
protect the pump from damage by hard particles.
– Support pipework - do not allow weight of pipe (and
fluids therein) to be taken on the pump ports.
– Install expansion compensators to prevent thermal
expansion forces being transmitted to the pump.
– Ensure that all pipe joints are adequately sealed, i.e. to
be air-tight under vacuum, liquid-tight under pressure
and steam-tight when sterilising.
– Use heating jackets at pumps and pipes, if liquids are
conveyed which thicken when cool.
Make sure that the liquid has reached the required
temperature before the pump is started.
As otherwise over pressure, cavitation or even
blocking of the pump may occur causing severe damage
on the pump.
9